Alle berichten van WimVanBlitterswijk

Australië 2025

Verslag 1

Zoals we al vele jaren doen brengen we de Hollandse wintermaanden door aan de andere kant van de aardbol, in Australië, waar het nu zomer is. Sinds 2018 hebben we daar steeds met meerderen rondgetoerd: Dennis is vier keer mee geweest en ook Marcel, Marieke samen met de jongens én Cas en Anja hebben in Down Under een mooie reis met ons gemaakt. Aan het eind van onze vorige trip is de auto met daktent, waar ze in huisden, verkocht en nu gaan Wim en ik dus weer met z’n tweeën rondtrekken door ons geliefde Australië.

Zaterdagmorgen (4 januari 2025) heeft Dennis ons naar Schiphol gebracht waar we met een vlucht van Singapore Airlines rond half tien zijn vertrokken en, met een korte tussenstop in Singapore, zo’n tweeëntwintig uur later (en met een tijdsverschil van negen uur) op zondag tegen de avond in Cairns aankomen. We hadden trouwens geluk dat we niet een dag later zijn vertrokken, want zondagmorgen was heel Nederland bedekt met een laagje sneeuw en waren er diverse vluchten vanaf Schiphol geannuleerd !

Het was oorspronkelijk de bedoeling dat we enkele dagen bij mijn zus en zwager zouden verblijven, maar Clary en Rob zijn met vrienden een cruise aan het maken, zodoende hebben we nu een hotelletje geboekt in Cairns (Coral Tree Inn)  en brengen hier onze eerste nacht door. Nadat we onze koffers hebben afgeleverd en iets luchtigers hebben aangetrokken wandelen we naar het uitgaanscentrum van de stad aan de rand van een baai.

Bij een overdekte Foodmarket vol Aziatische eettentjes die 24/7 geopend zijn nuttigen we enkele sushi’s, want het was al weer uren geleden dat we voor het laatst, in het vliegtuig, wat gegeten hadden. 

Bij de Foodmarket  bevindt zich een leuke markt vol alternatieve kleding, souvenirs en vele Thaise massagesalons, waar we enige tijd rondwandelen.

Dan wordt het toch tijd om ons bed op te zoeken want tijdens de vliegreis hebben we niet veel geslapen.

Helaas hebben we beiden lang wakker gelegen door de jetlag en het grote tijdsverschil met Holland. We waren thuis net weer in het ritme na een maand op Curacao, waarvan we op 16 december terugkwamen en waar het vijf uur vroeger is, maar hopelijk zijn we over enkele dagen hier weer gewend !

Vanmorgen zijn we naar Smithfield gereden waar onze camper negen maanden op een bewaakt terrein gestaan heeft en nu (van buiten) schoongepoetst al klaarstaat. We moeten nog even naar de garage aan de andere kant van de straat, waar we de camper een onderhoudsbeurt hebben laten geven, en laten nog een nieuwe accu inbouwen. Ze hadden helaas niet al onze opdrachten uitgevoerd (terwijl ze daar tijd zat voor hadden, want dit hadden we in april al afgesproken !), dus hopelijk komen we niet voor problemen te staan deze trip ! Via Mareeba rijden we naar “Granite Gorge Nature Park”, waar we tegen half vier aankomen. Dit was in 2018 de eerste overnachtingsplek samen met Dennis, dus daar wilden we nog een keer naartoe. We gaan deze reis herinneringen ophalen en veel plekjes opzoeken waar we eerder geweest zijn en nu ook voor het laatst komen, want we zijn nu al voor de 18de keer in Australië en het houdt een keer op ! Er zijn hier aparte rotsen waar wallabies (een soort kleine kangoeroe) huizen, dit keer zelfs met een jong in de buidel.

Ook heeft de kampeigenaar nog enkele andere dieren onder beheer voor zijn gasten, Wim heeft zelfs nog even een slang om zijn nek !  

Helaas hebben we niet veel tijd om te genieten van de leuke kampplaats, bij aankomst komen we er achter dat onze camper een flinke lekkage heeft gehad waar vooral ons bed van te lijden heeft gehad, alles is vochtig en verspocht. Ik kan verschillende stukken beddengoed weggooien  en de rest wordt buiten aan een waslijn gedroogd.

Ook zijn de meeste buitenkasten nat en vies, in één kastje zijn alle spuitbussen verroest en leeggelopen door een combinatie van veel regen, roest en zon ! Gelukkig hebben we de oorzaak van de lekkage (hoogstwaarschijnlijk) gevonden: een buitenlamp waar veel wind, regen en zon op heeft gestaan was niet helemaal waterdicht, waardoor het water naar binnen is gelopen en negen maanden de tijd heeft gehad om zich te verspreiden !

Het is inmiddels bedtijd…hopelijk slapen we nu beter dan afgelopen nacht, al zijn de matras en het beddengoed nog niet helemaal droog !!

Verslag 2

We zijn nog een dag gebleven op de kampplaats Granite Gorge. Na een nacht vol regen, waardoor we heerlijk hebben geslapen met het getik op het dak, is het vanmorgen weer droog en dit blijft de hele dag zo. We halen de matras, topper, dekbed en kussens weer uit de camper, want deze waren toch nog wat vochtig, en hangen alles weer buiten te drogen. Ook gebruik ik de enige wasmachine hier om het beddengoed te wassen en maak de camper van binnen helemaal schoon, gelukkig ruikt alles nu weer fris.

’s Middags maken we een wandeling over de kampplaats en zien weer enkele wallabies die totaal niet schuw zijn.

(Dennis zou hier allang het water in geplonsd zijn !)

Ook hebben we tijd voor een potje Carcassonne dat we in de schaduw  spelen, want de temperatuur ligt rond de dertig graden. Morgen trekken we verder, we zijn weer aardig in ons vertrouwde ritme !

Verslag 3

We hebben de morgen doorgebracht in de Atherton Tablelands, een bergachtig plateau zo’n zeven honderd meter boven zeeniveau waar het koeler is dan aan de kust. Door de vele regen is het er heel groen en ook is de  rijke, vulkanische grond erg vruchtbaar en zien we veel bananenplantages, mangobomen en andere landbouwproducten. We starten bij het Hypipamee Nationaal Park waar we een groen kratermeer bekijken en vervolgens, wandelend door de rainforest, naar de Dinner Falls gaan.

Het is niet de enige waterval die we vandaag zien: we stoppen onderweg bij de Milla Milla Falls, die we vorig jaar samen met Dennis, Clary en Rob nog bekeken hebben en waar weer veel jeugd in het water verblijft,

om vervolgens naar de Ellinjaa Falls te rijden waarvoor we diverse traptreden afmoeten voor we de prachtige waterval kunnen zien.

Net voor we afdalen naar de kust stoppen we nog een keer bij de Mungalli Falls, hier maken we geen wandeling meer helemaal naar de bodem van de “falls” maar blijft het bij een uitkijkpunt waar we het water naar beneden zien vallen.

Via de Palmerton Highway richting de oostkust komen we toevallig langs het Paronella Park, een heel bijzondere plek ontworpen door een Spanjaard, waar we in het verleden enkele keren geweest zijn, nu bekijken we het kort vanaf de hangbrug.

Tegen half drie komen we aan bij Kurrimine Beach Campground en staan nu pal aan zee waar een verkoelende wind vandaan komt.

We maken nog een korte wandeling langs het strand maar doen het verder kalm aan, voor vandaag hebben we weer genoeg gezien !

Verslag 4

De temperatuur zakt vannacht niet onder de zesentwintig graden en vanmorgen loopt hij al snel op naar boven de dertig. Dit zijn we nog wel gewend van Curaçao, maar hier in het hoge noorden van Queensland is het vochtiger waardoor het nog warmer en benauwder aanvoelt. Toch blijven we tot na tienen op de kampplaats, want we staan hier heerlijk in de schaduw van enkele grote bomen en met het windje uit zee is het goed uit te houden en we weten dat we weer een hete dag tegemoet gaan !

We gaan in zuidelijke richting en stoppen rond de middag bij Paluma Range N.P. waar we enkele keren door water moeten rijden om er te komen.

Ook hier is weer een waterval te bekijken (Jourama Falls), maar met het hete weer is de wandeling ons te ver en lunchen we bij de rivier afkomstig van de waterval. Ik ga zelfs het heerlijk verkoelende water in terwijl Wim het bij “pootje baden” houdt. 

Nadien rijden we naar Balgal Beach, een kampplaats waar we al diverse malen gestaan hebben en ook nu parkeren we onze camper in de schaduw en profiteren we van de wind uit zee.

Natuurlijk verblijven we de hele avond buiten en gaan we weer een warme nacht tegemoet !!

Verslag 5

We zijn vandaag zo’n drie honderd en vijftig kilometer zuidelijk gereden en zijn slechts gestopt voor wat boodschappen en een lunchpauze met heerlijke garnalen.

Onderweg zagen we veel suikerrietplantages waar ze nu beginnen met het oogsten. Het is weer ruim boven de dertig graden, toch rijden we gewoon met de ramen open zonder airco aan. We zijn wel gaar wanneer we tegen drieën aankomen bij een Discovery Park camping (vrij kamperen is hier niet mogelijk !) in Airlie Beach, behorend bij de Whitsundays.

Het is alweer negen jaar geleden dat we hier voor het laatst waren en hebben hier mooie herinneringen: In 2002 zijn we samen met mijn ouders dwars door Australië naar het westen gereden, onderweg kwamen we een groep van vier echtparen tegen waarmee we veel opgetrokken zijn en zij kwamen allemaal uit Airlie beach. Later hebben we enkelen weer opgezocht en één echtpaar is zelfs nog bij ons geweest in Holland. Ook hebben we hier enkele mooie boottochten gemaakt en gesnorkeld.

We willen hier nu weer een boottrip maken langs de vele eilanden die hier zijn, maar helaas is voor morgen alles volgeboekt en kunnen we pas zondagmorgen het water op. We blijven dan ook drie dagen hier op de camping staan en gaan morgen eerst de omgeving verkennen !!

Verslag 6

Vanmorgen zijn we eerst naar “Backpackers By The Bay” gereden, waar we Peter en Caroline tien jaar geleden nog bezocht hebben. Ze wonen en werken daar inmiddels niet meer maar hebben nog wel contact met de nieuwe beheerster. Zo horen we dat Peter samen met Colin (één van de andere mannen waarmee we samen reisden) enkele dagen aan het vissen is op een boot zodat we hen helaas niet zullen zien.

Vervolgens wandelen we langs de haven waar het vol ligt met luxe jachten, ook is er een markt bij de baai, iets wat je overal in Australië zaterdags ziet.

Net als in Cairns hebben ze een prachtig zwembad pal aan zee zodat je het hele jaar door veilig kunt zwemmen.

Verder bestaat het drukke centrum van Airlie Beach vooral uit winkeltjes, restaurants en boekingshops, want iedereen wil natuurlijk wel een boottocht of snorkeltoer maken. Tegen de middag zijn we terug op de camping, waar we afkoelen in het zwembad.

De rest van de dag doen we het kalm aan, het is veel te heet om actief te zijn !

Verslag 7

We hebben een heel mooie dag gehad: tegen half negen vanmorgen werden we door een shuttlebus opgehaald en naar Shute Harbour gebracht waar een grote catamaran van SEALINK klaar lag.

Hiermee zijn we tot vijf uur onderweg geweest om het gebied van de Whitsundays, bestaande uit vier en zeventig eilanden waarvan er zo’n acht bewoond zijn, te bekijken. Eerst zijn we naar het prachtige eiland Whitsunday Island gevaren waar we via een mooie wandelroute uitkomen bij een uitkijkpunt vanwaar je op Whitehaven Beach kijkt, een negen kilometer lange strook spierwit strand omspoeld door helderblauwe zee. Het is, na de Sydney Harbour bridge  met het operahouse, en Uluru, het meest gefotografeerde plekje van Australië.

Omdat er vandaag een windkracht vijf uit het noorden is kunnen we niet naar het beroemde strand voor een zwempauze, maar wijken we uit naar een kleiner beschut strandje, waar geen andere boten hun anker uitgegooid hebben. Hier moeten we allemaal een dun pak met lange mouwen en pijpen aandoen voor we het water ingaan, omdat er deze tijd van het jaar gevaarlijke kwallen in zee zwemmen.

We hebben, zeker voor ons doen, heel lang in het water gelegen, ook al omdat het op het strand vrij warm is, vooral met zo’n pak aan, maar de omgeving is prachtig.

Ook de service aan boord is uit de kunst: we krijgen ’s morgens koffie of thee met allerlei lekkers, tussen de middag een prima buffet en nadat we terug zijn van het strand staan er allerlei hartige hapjes klaar.

Dan moeten we nog ruim een uur varen voor we terug zijn in de haven, de wind is aangewakkerd tot kracht zes en af en toe worden mensen kletsnat van de opspattende golven (wij zitten in het midden en blijven helemaal droog !). Wim had vanmorgen al een reispilletje ingenomen en heeft gelukkig totaal geen last gehad van zeeziekte. Eenmaal terug op de camping springen we onder de douche en verblijven natuurlijk buiten, tot we, net als gisteravond tegen negenen een flinke regen- en onweersbui krijgen, waardoor het gelukkig wél iets afkoelt !

Verslag 8

Vanmorgen (maandag 13 januari) hebben we Airlie Beach verlaten en zijn naar Bloomsbury gereden waar zich Bredl”s Wild Farm bevindt. Zaterdag hadden we al telefonisch gereserveerd (we hadden geluk dat er net een annulering was, want alles is vol tijdens de schoolvakanties) en tegen tienen zijn we bij een heel afgelegen plek waar allerlei Australische dieren rondlopen, beheerd door een familie van diverse generaties met veel ervaring. We zien een kasuaris, mogen kangoeroes en emoes voeren en ook ontbreekt een wombat niet.

Even later komt er iemand aan lopen met twee koala’s die we vast mogen houden. We hebben al diverse keren een koala geaaid, ook in het wild, maar nog nooit er een echt op de arm gehad. Ik kan je zeggen, ze hebben scherpe nagels, wat niet verwonderlijk is want daarmee klimmen ze in bomen en houden ze zich slapend vast aan een tak.

Ook houd ik voor het eerst een slang vast en diverse soorten reptielen.

Maar we kwamen natuurlijk vooral voor de krokodillen die hier gehouden worden in hun natuurlijke habitat. De verzorgers staan gewoon naast de gigantische dieren van ruim vier en een halve meter en leggen ons uit dat ze op het land echt niet zo snel zijn.

Ze krijgen hier goed te eten waardoor ze niet agressief zijn, zoals je vaak ziet tijdens shows.

Al met al is het een leerzame en mooie tijd bij de Bredl’s Wild Farm, voor ons weer een nieuw park. Waar we al wel eerder zijn geweest is Platypus Bushcamp bij Finch Hatton Gorge, waar we tegen drieën aankomen.

Voor het laatst waren we hier zeven jaar geleden met Dennis, maar er is weinig veranderd, alleen is de kampplaats verwisseld van eigenaar.

We staan pal aan een snelstromend riviertje waar we, iets verderop, in hetzelfde water  heerlijk afkoelen, want we waren weer behoorlijk verhit.

We bevinden ons weer in het tropisch regenwoud vol met al de geluiden die erbij horen, maar ook met de hoge luchtvochtigheid !! 

Verslag 9

We hadden in Holland een oplaadbare, 12 volts ventilator gekocht en deze meegenomen naar Australië. Gisteravond en vannacht kwam deze prima van pas want het bleef heet en er stond totaal geen wind. Ook vanmorgen voelt het gelijk weer broeierig aan.

Toch willen we een wandeling maken naar Finch Hatton Gorge, maar al vrij snel wordt Wim duizelig, dit komt waarschijnlijk door een combinatie van verkoudheid en hitte, en we besluiten terug te keren naar de camper.

We rijden richting de plaats Eungella dat op ruim zes honderd meter boven zeespiegel ligt en hopen dat het daar iets koeler is. Ook willen we bij de Broken River op zoek naar de platypus, een vogelbekdier, die hier in het water voorkomt.  Onderweg moeten we een paar keer stoppen omdat Wim zich nog steeds beroerd voelt, maar we komen boven aan bij Broken River Bush Camp waar we de camper neerzetten.

De hele middag slaapt Wim veel maar blijft toch nog duizelig en misselijk. Van een Australisch echtpaar op de kampplaats krijgt hij een medicijn en we spreken af dat wanneer het slechter gaat met Wim zij met hun satelliettelefoon een dokter bellen, er is hier namelijk geen bereik.

Regelmatig loop ik naar de rivier om naar de platypus te zoeken en inderdaad zwemmen ze hier rond.

Aan het eind van de middag sta ik op de vlakbij gelegen brug wanneer Wim ineens aan komt lopen, het gaat gelukkig weer wat beter met hem en hij wilde het vogelbekdier ook zien.

In de loop van de avond koelt het wat af en ook is het ineens helemaal mistig. Wim is nu nog niet helemaal de “oude”, maar na een goede nachtrust  met een veel betere temperatuur is hij morgen waarschijnlijk weer helemaal opgeknapt !

Verslag 10

Gisteravond voelde ik iets kriebelen op mijn voet, het bleek een slang te zijn die over mij heen gleed. De rest van de avond hebben we regelmatig met de zaklamp rond geschenen, maar het bleef gelukkig bij die ene.

Lang niet elke slang is gevaarlijk, we hebben ze immers gewoon vastgehouden in het wildlife park, maar je moet altijd voorzichtig zijn !

Wim is gelukkig weer helemaal opgeknapt en bij de steile afdaling vol scherpe bochten, terug naar de kust, is hij nu alert en geniet hij van de mooie route, dat was gisteren wel anders !

We rijden naar Mackay waar we geruime tijd doorbrengen in een groot shoppingcentre, al onze levensmiddelen zijn op, en pas na de middag vervolgen we onze weg. De temperatuur loopt weer op naar drieëndertig graden dus doen we af en toe de airco aan. Toch maken we ook vandaag niet veel kilometers: we willen nog een keer aan de kust overnachten en dit kan bij Carmila Beach waar we al diverse keren gestaan hebben. Het is er nu erg rustig en we parkeren de camper in de schaduw met uitzicht op zee, waar een verkoelende wind vandaan komt.

Tegen de avond gaat voor het eerst deze trip de barbecue aan met heerlijke lamskoteletjes erop, hopelijk blijft het de hele avond droog, we hebben al diverse avonden regen en flink onweer gehad !

Morgen gaan we toch echt kilometers maken, want we willen naar het Tamworth Country Music Festival wat al begint op 17 januari en duurt tot en met de 26ste !

Verslag 11

Vannacht werden we weer getrakteerd op een flinke regen- en onweersbui en de morgen begon dan ook bewolkt. Maar al snel kwam de grote, gele ploert weer tevoorschijn en deed vandaag extra z’n best: de temperatuur steeg naar veertig graden. We hebben dan ook de hele tijd met de airco aan gereden, anders is het gewoon onverantwoord. Rond de middag gaan we naar Mount Archer Lookout via een steile weg van constant 10 procent klim en in korte tijd bevinden we ons op ruim zes honderd meter boven zeespiegel. Weer is Wim ineens heel duizelig, het heeft dus duidelijk te maken met hoogteverschil en z’n verkoudheid (waardoor z’n oren dichtzitten), dus daar moeten we echt rekening mee gaan houden. Gelukkig verdwijnt het dit keer vrij snel en na de lunch wandelen we over een boardwalk naar diverse punten waar we uitkijken op de grote stad Rockhampton.

Tegen half vier hebben we inmiddels vier honderd kilometer afgelegd en stoppen dan in Tannum Sands bij een Discovery Park.

Hier kunnen we afkoelen in het zwembad of onder de koude douche en ook maak ik gebruik van de wasmachines. De kleding, handdoeken en het beddengoed zijn in no time droog, al was ik wel nat bezweet tijdens het ophangen en weer afhalen en ben ik twee keer onder de koude douche gaan staan.

Het is inmiddels tien uur en het is nog steeds dertig graden, we gaan weer een warme nacht tegemoet !!

`        Verslag 12

Ondanks het hete weer hebben we vannacht goed geslapen wat zeker kwam dankzij onze nieuwe ventilator en nog een koude douche voor we naar bed gingen. Gelukkig wordt het vandaag “maar” vierendertig graden,  ook zijn we inmiddels in een gebied waar de luchtvochtigheid een stuk minder is, waardoor je beter tegen de hitte kan. We gaan weer verder zuidelijk en nemen af en toe een afslag, zoals naar Lake Monduran, waar je goed moeten kunnen vissen. Maar dit kan alleen met een bootje en dat lijkt toch wel erg warm nu !

Bij de plaats Gin Gin rijden we naar de Boolboonda Tunnel, een oude tunnel uitgehakt in 1883 als onderdeel van een treinspoor, waar je nu met je auto doorheen kunt rijden.

We houden er gelijk middagpauze onder een heel grote boom om vervolgens verder te gaan, al komen we niet erg ver meer.

We zien een bord met “Paradise Dam”, en na wat speurwerk op Wikicamps besluiten we daarheen te rijden. Normaal wordt hier volop gewaterskied maar op het moment staat er niet zoveel water in het grillig gevormde stuwmeer, zodat hier nu niemand heen gaat.

We staan nu helemaal alleen op een prachtige (gratis) plek in de schaduw met uitzicht op het water  en kunnen zelfs genieten van een zonsondergang en dat aan de oostkant van Australië !

(We slapen vannacht dus in het paradijs, nu maar hopen dat er geen verraderlijke slang zit !!)

Verslag 13

We kregen gisteravond geen slang te zien, maar wel enkele kwakende kikkers, die hier duidelijk thuishoren. 

Het was een heldere nacht vol sterren aan de hemel die duidelijk te zien waren vanwege het gebrek aan kunstlicht. Vanmorgen was er nog steeds een onbewolkte lucht met volop zon, gelukkig  met een iets mindere temperatuur, zo rond de vijfentwintig graden. 

We trekken weer verder en het is heerlijk rijden door heuvelachtig gebied, met de ramen open. In de loop van de dag wordt het bewolkt en later worden we regelmatig verrast door een bui, ook zakt de temperatuur.

We besluiten om lang door te rijden en dit worden ruim vijf honderd kilometer. Pas tegen zessen (we zijn inmiddels in de staat New South Wales waar ze zomertijd hanteren, waardoor het een uur later is) eindigen we, na een rit door de bergen met plensbuien, bij Tooloom, waar een prachtige waterval is.

Minstens tien jaar geleden hebben Wim en ik hier overnacht pal aan de rand bij het vallende water, nu kun je alleen kamperen op afgebakende plekken zonder de waterval te zien.

Bij aankomst is het even droog, maar al vrij snel begint het weer te regenen en bouwen we de zijkant van de luifel op, ook voor de harde wind die er staat. We doen een T-shirt én een vest aan, wat een verschil met vanmorgen toen we nog in de schaduw moesten ontbijten !! 

Verslag 14

Een paar dagen geleden hadden we via mail en telefonisch contact met Jerry en Denise, Australische vrienden die we negen jaar terug hebben leren kennen. Ze gingen net als wij naar Tamworth voor het Country Festival en we hadden afgesproken elkaar daar te ontmoeten. Vanmorgen kregen we bericht dat ze problemen hebben met hun auto, nu in Evans Head op een camping staan en morgen terugkeren naar hun huis in Brisbane, wat betekent dat we hen dus niet zouden ontmoeten. We besluiten om honderd zeventig kilometer te rijden (verder van Tamworth vandaan) en ze dan maar op te gaan zoeken in Evans Head, waar we net na de middag aankomen.

(Een beschilderde watertoren in de plaats Casino !)

Het weerzien is aller hartelijks en we verblijven de hele middag en avond bij elkaar, er is zoveel om over bij te kletsen.

Morgenvroeg nemen we afscheid en gaan we ieder weer een verschillende kant op, maar we zijn heel blij dat we elkaar weer gezien hebben, het was reuze gezellig !!

Verslag 15

Nadat we afscheid genomen hebben van Jerry en Denise gaan we nog even naar zee, we zitten er zo dichtbij.

Dan begint weer een lange rit van ruim drie honderd en vijftig kilometer naar onze volgende bestemming een stuk landinwaarts. De eerste honderd kilometer zijn dezelfde als gisteren, maar dan in tegenovergestelde richting. Bij Casino doen we boodschappen voor de komende week en via Tenterfield rijden we naar Kwiambal N.P., voor ons een onbekend park, dat ons vorig jaar door een Australisch echtpaar is aanbevolen. 

We komen rond vier uur aan en bekijken eerst de Macintyre Falls vanaf een lookout, maar helaas valt er helemaal geen water nu en zie je alleen een groene poel zonder stroming.

Daarna rijden we naar de kampplaats: Lemon Tree Flat Camp, waar we voor twee nachten geboekt hebben en die helemaal vol zou staan.

Er is echter maar één andere plek bezet en onze plaats loopt nogal schuin zodat we dubbele oprijblokken moeten gebruiken om redelijk recht te kunnen staan.

De temperatuur is weer boven de dertig graden en je kunt zwemmen in een poel, maar ik vind het te gevaarlijk voor ons om daar in te gaan.

Wim heeft de douchekop aangesloten op de aanwezige kraan en zo zorgen wij wel voor verkoeling !

We mogen hier kampvuur maken en dus gaat vanavond voor het eerst de fik erin, want ’s avonds koelt het gelukkig af !

Wanneer we heerlijk bij het vuur zitten horen we geritsel en jawel hoor, hier zitten drie possums die van de ene boom naar de andere klimmen.

De plek bevalt ons wel, alleen zijn er hier heel veel vervelende grote krekels, die ontzettend veel herrie maken, het doet soms zeer aan je oren !!

Verslag 16

Vanmorgen zijn we eerst een wandeling gaan maken naar de Severn River Falls met aansluitend de Dungeon Lookout, een mooie trip van zo’n twee uur met prachtige uitzichten.

Eenmaal terug op de kampplaats lopen we nog even naar de poel waar gezwommen kan worden, maar we geven toch de voorkeur aan onze douche.

De buren zijn vertrokken dus kunnen we rustig in ons blootje afkoelen, niemand die ons ziet ! We zitten enkele uren onder de Lemon Tree in de schaduw en we hebben weer eens tijd voor een potje Carcassonne. Er ligt hier voldoende goed brandhout dat je mag pakken dus tegen de avond maakt Wim weer een mooi vuurtje waar hij later ook het eten boven bereidt.

Ook nu laten de possums zich weer zien, we moeten wél zorgen dat onze vuilnis opgeruimd is, want daar zijn ze gek op.

We hebben hier twee dagen heel rustig gestaan, zonder internet en dus ook geen nieuws, we weten niet eens hoe het met de inauguratie van Trump gelopen is. Maar morgen gaan we naar Tamworth en dan zijn we weer in de “bewoonde wereld” !

Verslag 17

(Dit gewas zien we regelmatig in Australië”, het is sorghum, een graansoort !)

We moesten gisteren nog drie honderd kilometer afleggen, waarvan het eerste stuk onverhard, en voor we  een mooi plekje gevonden hadden op de Riverside Camping Ground in Tamworth en alles opgebouwd hadden, was het inmiddels vijf uur én nog ruim vijfendertig graden !

We zijn de kampplaats niet meer afgeweest, wat ook niet nodig was, want enkele plaatsen verderop heeft een zangduo uren lang prachtige nummers gezongen wat we prima konden horen vanuit onze luie stoel.

Vanmorgen (23 januari) hebben we tegen tienen eerst Dennis opgebeld en ruim een half uur met hem gesproken, want hij wordt vandaag negenendertig jaar ! Tegen elven zijn we dan toch de stad ingelopen, wat vanaf de kampplek best een aardig stuk wandelen is. Net voor het centrum is nu een ruime plek waar je in de schaduw gratis koffie of thee kunt drinken met iets lekkers erbij, wat aangeboden wordt door de gezamenlijke kerken van Tamworth. Het was een mooie onderbreking voor we verder gingen en ook hier was livemuziek aanwezig.

In het centrum waren weer allerlei solisten, duo’s of groepjes zangers te beluisteren in leeftijd variërend van ongeveer tien tot tachtig jaar oud.

Regelmatig duiken we even een winkelcentrum of een pub in voor verkoeling (de temperatuur loopt op tot negenendertig graden !) en ook daar kan je dan naar countrymuziek luisteren. 

Tegen half zeven zijn we terug op het kampterrein waar het nu heel rustig is, wij hebben vandaag ruim tien kilometer gelopen en vonden het voor nu mooi genoeg !

Verslag 18

Het is inmiddels 26 januari en we bevinden ons nog steeds in Tamworth, al zijn we vanmorgen wel verhuisd naar een ander plekje op de enorm grote kampplaats. We hadden nieuwe buren gekregen die een generator gebruiken en hun muziek was nogal luid. Ook gaf hun tent veel minder schaduw dan de grote camper die er eerder stond. Het is vandaag de laatste dag van het festival en er zijn vanmorgen al veel mensen vertrokken, dus we hebben nu een mooi plekje onder een grote boom én een stuk dichter bij het centrum van de stad.

We zijn alle dagen naar de festiviteiten gelopen, de ene keer ’s morgens dan weer in de loop van de dag, zodat we de hele avond wegbleven. Maar na zo’n vijf á zes uur heb je wel genoeg country muziek gehoord !

Er stond een grote tent opgesteld waar elke twintig minuten andere artiesten optraden en daar hebben we veel zitten luisteren, afgewisseld met een bezoek aan een pub om af te koelen en, tijdens het beluisteren van muziek,  een koud biertje te drinken.

Natuurlijk liepen we ook regelmatig heen en weer door de hoofdstraat waar om de paar meter weer een ander bandje of soloartiest van zich liet horen in de hoop ontdekt en beroemd te worden.

In de stad heerst een heel gezellig, relaxed sfeertje en we hebben nergens (en ook nooit eerder) ongeregeldheden meegemaakt.

Elke avond was er een gratis optreden van diverse artiesten in een groot park en vanavond was de grote finale met allemaal nieuw talent, wat een mooie afsluiting was voor ons.

Normaal gesproken eindigt deze avond met een groot vuurwerk, maar er staat nu een harde wind waardoor het is afgelast. Het zou fijn geweest zijn als we deze wind vaker gehad hadden, de meeste tijd was het bijna windstil en liep de temperatuur op naar bijna veertig graden ! Morgen trekken we verder en hopelijk komen we dan in een iets koeler gebied !

Verslag 19

Nadat we ons bij “the Big Golden Guitar” hebben vereeuwigd verlaten we Tamworth en rijden in noordoostelijke richting.

Bij Armidale nemen we de afslag naar de “Waterfalls Way” (B 78) om zo naar de kust te rijden. Op deze mooie, slingerende weg kun je verschillende afslagen nemen naar diverse watervallen en wij bekijken de Bakers Creek Falls en de Wollomombi Falls beide bij een prachtige kloof.

Helaas valt er, terwijl wij er zijn, hier ook water uit de lúcht, iets wat we de afgelopen week niet meegemaakt hebben. Op weg naar de Ebor Falls besluiten we niet verder te gaan en stoppen tegen drieën bij “Little Styx River Campground”, een kleine kampplek aan een riviertje op een hoogte van ruim dertien honderd meter waar je gratis mag staan.

Vanmorgen liep de temperatuur weer snel op en ontbeten we in de schaduw,  hier zoeken we de zon juist weer op voor de warmte, ook is alles hier heel vochtig.

Tegen de avond zitten we met een T-shirt en vest aan en zijn we blij dat we een kampvuur mogen maken. Een grotere tegenstelling met de afgelopen week kon er niet zijn !! 

Verslag 20

We verbleven vannacht vlakbij het Cunnawarra N.P. dus daar zijn we vanmorgen eerst heengereden. Weer kijk je vanaf grote hoogte over een gedeelte van de Great Dividing Range, een bergketen die zich uitstrekt over een groot deel van de oostkant van Australië.

We vervolgen de Waterfall Way en stoppen bij de prachtige Ebor Falls en een half uurtje later bij de Dangar Falls bij Dorrigo.

Dan gaat de weg ineens vrij steil, al slingerend, naar beneden en komen we in de buurt van de kust. Nadat we weer eens flink ingeslagen hebben bij een Woolworth supermarkt rijden we naar het plaatsje Repton waar zich een camping bevindt pal aan de Bellinger River die enkele kilometers verderop uitmondt in zee.

Ik kan weer eens gebruik maken van wasmachines en ook een verfrissende douche is heerlijk.

Wim gooit voor het eerst deze trip z’n hengel uit en vangt twee breams, die weer terug het water ingaan.

We kunnen tot laat in de avond in hemdje en korte broek buiten verblijven, maar we zitten dan ook niet meer zo hoog als gisteren !

Verslag 21

We zijn vanmorgen weer ruim honderd kilometer noordelijk gereden omdat we  nog een keer naar Yuraygir N.P. wilden waar we al diverse keren geweest zijn. (We bevinden ons nu nog maar zo’n honderd kilometer af van Evans Head, waar we ruim een week geleden Jerry en Denise opgezocht hebben, ondertussen hebben we wel ruim duizend kilometer afgelegd !) Dit uitgestrekte park ligt aan de kust en heeft meerdere verschillende kampplekken waarvan Illaroo de mooiste is (vinden wij !). We hadden hier gisteren al heen gewild maar toen waren alle kampplaatsen bezet, nu hebben we een prachtige, ruime plek (nr.8) met uitzicht op zee en hier blijven we drie nachten staan.

We kunnen de hele tijd in de schaduw zitten en hebben onze buitenbak gevuld met water zodat we af en toe een verkoelende douche kunnen nemen, want het is weer ruim dertig graden.

Er zitten hier wel veel spinnen en ook lopen er leguanen rond.

We zijn al samen de zee in geweest: heel romantisch hand in hand wandelend de rollende golven in.

(We hebben hier net drie zakken hout gekocht die nog gekloofd moeten worden !)

Tegen de avond gaat het kampvuur aan, het is echt een idyllisch plekje !!

Verslag 22

We hebben genoten van onze tijd op de kampplaats Illaroo: ons plekje was één van de mooiste met uitzicht op zee en we konden altijd wel ergens uit de zon zitten.

Vlakbij is een trap naar het strand en we zijn verschillende keren de zee in geweest voor verkoeling.

Natuurlijk hebben we ook, bij eb, over het brede strand gewandeld.

Regelmatig kwamen onze E-readers tevoorschijn en het spel Carcassonne mocht natuurlijk niet ontbreken.

Drie avonden op rij ging het kampvuur aan én elke nacht begon het te regenen wanneer we op bed lagen.

Morgen trekken we weer verder, anders worden we te lui !!

Verslag 23

We zijn vanmorgen zo’n twee honderd kilometer in zuidelijke richting gereden naar Arakoon N.P. waar een ruïne staat van een gevangenis, gebouwd rond 1880, genaamd Trial Bay Gaol.

In de Eerste Wereldoorlog deed het dienst als plek waar inwoners uit Australië met een Duitse achtergrond werden opgesloten, terwijl ze eigenlijk niets misdaan hadden, in 1918 is de gevangenis voorgoed gesloten.

Vlakbij bevindt zich het hooggelegen Smoky Cape Lighthouse en tevens een kampplaats met de dezelfde naam behorend bij Hat Head N.P. 

We hebben er rondgekeken maar vonden het geen mooie plek om te overnachten en zijn doorgereden naar Kinchela (Windermere Campsite) waar we nu aan een meanderend riviertje staan samen met drie andere kampeerders.

Het lijkt hier heel veel op ons plaatsje aan de Linge in Tiel, waar we jarenlang met onze caravan een vaste plek hadden (september vorig jaar hebben we onze caravan (én Opel Campo camper) verkocht omdat we een nieuwe camper gekocht hebben !).

En zo hebben we weer een heel andere overnachtingsplek dan de afgelopen dagen, al zullen we het slaapverwekkende geluid van de rollende golven wel missen !

Verslag 24

We staan weer in een Nationaal Park genaamd Limeburners Creek (ten noorden van Port Macquarie) op kampplaats Point Plomer, een oude bekende voor ons. Toch ziet alles er weer anders uit: de plek is pas helemaal aangepast met onder andere gras op alle plaatsen, ook is het alweer zeven jaar geleden dat we hier waren, samen met Dennis en stonden we op een ander gedeelte én met slecht weer.

We kijken vanaf ons plekje op de baai waar we vandaag enkele keren in gezwommen hebben, ook zijn we rond de middag naar een mooi uitkijkpunt gewandeld.

We genieten weer volop, wat heeft Australië toch veel mooie plekjes !

Verslag 25

We hadden van te voren al voor twee nachten geboekt dus zijn we gisteren (3 februari) ook bij Point Plomer gebleven. De dag startte met regen, maar al snel kwam de zon tevoorschijn en hebben we weer diverse uren doorgebracht op het strand kijkend naar de surfers die wachten op de “perfecte golf” !

Natuurlijk zijn we de zee weer in geweest , het water heeft een prima temperatuur, dat zal wel anders worden wanneer we verder zuidelijk gaan.

Vanmorgen zijn we eerst teruggereden naar Kempsey: de 12-volt stekker van de laptop werkte niet meer dus moesten we op zoek naar een computer zaak, ook hadden we diesel, gas, water en boodschappen nodig, maar tegen twaalven was alles weer geregeld.

We rijden verder zuidwaarts naar Crowdy Bay N.P.  waar we een plek met uitzicht op zee geboekt hebben bij Diamond Head Campground. Tegenwoordig moet je alle kampplaatsen in Nationale Parken van tevoren boeken, een heel verschil met vroeger toen je gewoon geld in een envelop deed wanneer je aankwam en een plekje gevonden had ! Ook hier zijn we eerder geweest, maar stonden toen helemaal achteraf en konden de zee niet zien.

Wat hier erg leuk is: er hippen tientallen kangoeroes rond, sommigen met een jonkie in de buidel. Ze zijn niet bang voor mensen, maar komen ook niet naar je toe om te bedelen om eten, ze houden het gewoon bij gras !

Het bevalt ons hier zo goed dat we bijgeboekt hebben en ook hier nog een dag blijven staan !

Morgen wordt het prachtig weer, ruim dertig graden en het is voorlopig de laatste plek aan zee want daarna gaan we het binnenland in !

Verslag 26

Zoals gezegd zijn we nog een dag gebleven bij Diamond Head  al moesten we vanmorgen een plaatsje opschuiven omdat ons plekje alweer door een ander geboekt was. Maar binnen een kwartier was alles weer opgebouwd en hebben we nog steeds zicht op zee. We maken een wandeling, gaan de zee in, maar vermaken ons vooral door het kijken naar de capriolen van de kangoeroes.

Eén is er toch wel erg brutaal en neemt een hap uit onze broodzak, waarna we hem maar moeilijk weg krijgen vanonder onze luifel. Het blijven wilde dieren en ze hebben scherpe klauwen waarmee ze je goed kunnen verwonden. Gelukkig druipt hij af en blijft het bij dit ene incident.

Tegen de avond trekt de lucht helemaal dicht, er is regen met onweer voorspeld, maar het blijft droog. Wél horen we het bulderende geluid van de golven, waardoor we vannacht weer heerlijk kunnen slapen !

Verslag 27

Na zo’n twee honderd kilometer rijden zijn we weer aangekomen bij een Nationaal Park, dit keer niet aan zee maar aan een zoetwater meer Myall Lakes. We waren al verschillende kampplaatsen afgeweest behorend bij het park, maar deze bleken allemaal gesloten, vanwege hoog water na veel regen in de afgelopen tijd.

Nadat we met een pontje overgevaren zijn komen we uit bij Korsmans Landing Campground waar we wel terecht kunnen, al staat ook daar het water hoger dan normaal.

Het is hier vrij rustig al hippen er wel weer kangoeroes rond en lopen er enkele grote guanna’s (leguanen) over het terrein. Er kan gezwommen worden in het meer, maar daar wagen we ons vandaag niet aan.

We doen een spelletje, lezen een boek en tegen de avond gaat het kampvuur weer aan, nadat Wim natuurlijk weer een heerlijke maaltijd bereid heeft !

Verslag 28

Een groot deel van de dag hebben we in de auto doorgebracht, we zijn namelijk naar Dunns Swamp in het Wollemi N.P. gereden, een afstand van drie honderd en tachtig kilometer landinwaarts. We komen langs Hunter Valley, maar hebben geen wijntje gedronken en geen wijngaard gezien. Wél bezoeken we een gloednieuwe, ultramoderne Coles supermarkt in Huntlee, blijkbaar een nieuw te bouwen stad aan de rand van Hunter Valley. We scannen er onze boodschappen via een lopende band en alle soorten groenten en fruit worden op de weegschaal herkend door een cameraatje, er is heel wat veranderd in de “supermarkt-wereld”, …wij begonnen nog zonder computer !

We komen door een gebied met open kolenmijnen en later zien we enkel runderen en af en toe een boerderij.

Pas tegen vijven komen we aan op de kampplaats, waar het nog steeds ruim vijfendertig graden is. Toch heeft Wim nog genoeg energie om een partij hout te kloven, dat in het park klaarligt om te gebruiken.

We hebben voor twee nachten geboekt en gaan morgenvroeg, wanneer het minder warm is, het park wel verkennen. Het koelt vanavond gelukkig af naar zo’n twintig graden dus dan is een kampvuurtje

wel gezellig !!

Verslag 29

Gisteravond kwamen de possums tevoorschijn, één was er zo brutaal dat hij onder en op de camper klom en het liefst ook naar binnen wilde !

Vannacht koelde het af naar zestien graden dus hebben we heerlijk onder het dekbed gelegen.

Vanmorgen liep de temperatuur al snel weer op naar boven de vijfentwintig graden, maar dat weerhield ons er niet van een mooie wandeling te maken.

Eerst komen we langs platypus point waar je uitkijkt over de rivier.

Vervolgens klimmen we omhoog naar de pagoda lookout vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de aparte rotsen.

Daarna zijn we nog doorgewandeld naar de  bijzondere “long cave” en zien op weg ernaartoe de stuwdam waar nu weinig water doorgelaten wordt.

Al met al was het een prachtige tocht al was het op laatst knap heet met ruim vijfendertig graden ! Na zo’n drie uur zijn we terug op de kampplaats die tegenwoordig Ganguddy-Dunns Swamp genoemd wordt.

We koelen af in de rivier waarna we ons afspoelen onder onze buitendouche en de rest van de dag doen we het rustig aan.

Tegen de avond begint het te regenen en koelt het weer af, hopelijk kunnen we straks toch nog een kampvuur maken !

Verslag 30

Het heeft gisteravond de hele tijd zachtjes geregend zodat wij onder de luifel zaten met voor ons het verwarmende kampvuur. De possums lieten zich echter niet zien, die vonden het te nat !

Vanmorgen zijn we naar Hill End gereden, een voormalig goudzoekerstadje dat rond half negentiende eeuw ontstond nadat hier goud gevonden was en zo’n tien jaar erg welvarend was. We bekijken een museum met een bijbehorende mijn waar we zelf rond mogen lopen en via zeven steile trappen weer boven de grond uitkomen.

Ook zien we Golden Gully, een voormalige groeve, die door erosie prachtige vormen heeft aangenomen.

Het is erg stil in Hill End, dit stadje  is duidelijk aan het verpauperen en is straks voor toeristen niet meer in trek.

We vinden een overnachtingsplek bij Glendora Campground behorend bij NSW National Parks als Hill End historic site.

Net als gisteren wordt het in de loop van de dag bewolkt en valt er af en toe wat regen. En ook nu maken we weer een kampvuur, we hebben nog ruim voldoende gekloofd hout van Dunns Swamp over !

Verslag 31

We hadden vanmorgen net alles ingepakt toen het begon te regenen en niet zo’n klein beetje, onderweg naar onze volgende overnachtingsplek liep het water gewoon over de weg.

Via Bathurst, waar een drie meter hoge “goudzoeker”  (Big Thing) staat, rijden we naar Lake Oberon en komen daar rond de middag aan.

Hier mag je voor niks staan bij “the Reef Reserve” met uitzicht op het meer. Ook nu hadden we geluk en was net alles weer opgebouwd voor het opnieuw begon te plenzen. Het koelde snel af naar veertien graden en we zaten met de lange broek en twee vesten aan onder de luifel ! (Ik heb zelfs een tijdje voor in de auto gezeten omdat ik niet warm kon worden !)

In de loop van de middag komt de zon toch weer tevoorschijn en klimt de temperatuur naar vierentwintig graden, de vesten gaan weer uit en we doen in de zon een spelletje Carcassonne.

Toch weten we al dat we vanavond een kampvuur hard nodig hebben want dan koelt het toch weer af naar zo’n vijftien graden en we blijven natuurlijk buiten zitten !

Verslag 32

Het koelde vannacht af naar twaalf graden, maar we bevonden ons dan ook op ruim duizend meter hoogte.

We gaan naar ons volgende reisdoel: the Blue Mountains met z’n steile kliffen en canyons ! Onderweg stoppen we even bij Hartley, een oud stadje met enkele mooie, historische gebouwen.

Bij de plaats Blackheath bevindt zich een prachtig punt: Govetts Leap Lookout, waar je zicht hebt op een grote waterval en uitkijkt over de Blue Mountains, die hun naam danken aan de etherische olie van de eucalyptusbomen, die een blauwe nevel verspreiden.

Het is de bedoeling enkele wandelingen te gaan maken in dit prachtige gebied, maar langzaam aan begint de lucht helemaal dicht te trekken en komt er onweer opzetten. We besluiten om alvast naar een kampplaats te gaan en het wandelen uit te stellen tot morgen. We hebben nog maar net alles opgezet bij het mooie Blackheath Glen Reserve wanneer het onweer in alle hevigheid losbreekt en zeker een uur aanhoudt.

Later wordt het wel weer droog en laat zelfs de zon zich nog even zien. Hopelijk blijft het morgen droog en kunnen we dan wél gaan wandelen !!

Verslag 33

We hebben vandaag de Grand Canyon Track gelopen, een rondwandeling van zes en een halve kilometer met een hoogteverschil van twee honderd meter tot de bodem van de canyon, dus we hebben aardig wat traptreden op en af gelopen. Het is een populaire wandeling die al in 1907 ontstaan is en inderdaad zeker de moeite waard is. We hebben trouwens geluk: de route is geruime tijd afgesloten geweest vanwege slecht weer en vandaag voor het eerst weer open !

De trip is erg afwisselend: we zien diverse grotten, watervalletjes en smalle doorgangen.

Het duurde ruim drie uur voor we terug waren bij de camper en hadden toen wel even genoeg gelopen !! We rijden nog naar een uitkijkpunt maar hebben eigenlijk wel voldoende gezien, dus gaan we op zoek naar een overnachtingsplek, wat niet meevalt. We komen uit bij de kampplaats Stay KCC in Katoomba vlakbij “the three sisters”, een heel bekende rotsformatie.

Morgen gaan we the Blue Mountains weer verder bekijken !

Verslag 34

Vanwege een tip van een goede vriend (thanks Jerry !) hebben we vandaag (13 februari) een groot deel van de dag doorgebracht bij “Scenic World”, dat zich op slechts zes honderd meter verwijderd van onze laatste overnachtingsplek bevindt. Het ligt in het centrum van de Blue Mountains en je kunt op drie verschillende manieren de Jamison Valley met de “Three Sisters” en de Katoomba Falls bekijken.

Wij starten met de Scenic Cableway, de steilste kabelbaan op het zuidelijk halfrond die in korte tijd ruim vijf honderd meter naar beneden gaat. Helaas is het dan nog wat mistig maar dit klaart gelukkig snel op.

We komen uit in de koele rainforest waar we een wandeling maken door de “dinosaurus vallei” en ook een oude kolenmijn uit 1878 zien.

Vervolgens gaan we met de Scenic Railway, de steilste passagierstrein ter wereld, weer omhoog en inderdaad, we liggen meer dan dat we zitten wanneer we naar boven gaan !

De eerste “trein” (Jessie) werd in 1928  al door mijnwerkers gebruikt om in het weekend passagiers te vervoeren en zo een extra centje bij te verdienen. We zijn nu weer terug bij het hoofdgebouw vanwaar je diverse kanten op kunt en vandaar nemen we de Scenic Skyway, die twee honderd zeventig meter boven de Jamison Valley glijdt en (volgens de folder !) de hoogste cable car in Australië is !

Er zit een glazen bodem in de gondel waardoor je op de Katoomba Falls kunt kijken, heel apart.

Eenmaal aan de andere kant van de vallei lopen we naar enkele mooie uitkijkpunten, waarna we weer terug gaan met dezelfde kabelbaan.

We willen de railway en de cableway nog een keer nemen (dit kan omdat we een dagpas hebben), maar dan in de andere volgorde, helaas duurt dit wat langer dan de eerste keer. Het is inmiddels erg druk geworden, vooral met Aziatische toeristen, waardoor er flinke wachttijden zijn ontstaan. Toch was het zeker de moeite waard om nog een keer, half op de rug, naar beneden te suizen om vervolgens vijf honderd meter omhoog te gaan tussen de kliffen van de Blue Mountains.

We rijden terug naar de (gratis) kampplaats waar we gisteren stonden (Blackheath Glen Reserve) waar we nu een nog mooiere plek hebben dan vorige keer.

Ook vandaag wordt het in de loop van de middag steeds drukker, maar dat is wel gezellig ! We besluiten om hier morgen ook te blijven, we hebben nog net genoeg eten en drinken bij ons en we hebben de afgelopen dagen best veel gedaan (én hebben een beetje spierpijn van de lange wandeling van gisteren !) dus een rustdag is wel welkom !

Verslag 35

De zon heeft zich gisteren niet laten zien al was het totaal niet koud. We hebben heerlijk geluierd, gelezen en spelletjes gedaan. Tegen de avond kregen we te maken regen en onweer maar we hebben toch, net als de avond ervoor, een kampvuur gemaakt, zittend onder de luifel.

Met het geluid van het kabbelende beekje dat langs de kampplaats loopt vielen we ’s avonds al vrij vroeg in slaap.

(Onze zonnepanelen zijn erg in trek bij de insecten !)

Vanmorgen is het helemaal opgeklaard en hebben we een strakblauwe lucht. We rijden eerst naar Katoomba om voor vijf dagen boodschappen te halen en vervolgens stoppen we bij een parkeerplaats bij de Wentworth Falls. Hier maken we een mooie wandeling met uitzicht op de waterval en de prachtige Blue Mountains.

Ook nu moeten we weer vele trappen op en af, een aanslag op de knieën.

Nadien bekijken we nog enkele uitkijkpunten maar deze kunnen niet tippen aan de Wentworth Falls, dus besluiten we door te rijden naar onze volgende overnachtingsplek, die we gisteren al geboekt hebben. We gaan van zo’n duizend meter hoogte naar vijftig meter boven zeespiegel en de temperatuur stijgt van twintig naar ruim dertig graden, dat waren we de laatste dagen niet meer gewend !

Tegen vieren komen we aan bij Bents Basin State Conservation Area, waar gezwommen kan worden in de Nepean River.

Wij zoeken een plekje in de schaduw op een vrij drukke kampplaats, het is immers weekend dus de Australiërs trekken er weer op uit !

als bij vele anderen gaat bij ons de barbecue aan, gevolgd door een kampvuur ! In de loop van de avond  hangt er een aardig rookgordijn boven de kampplaats !! 

Verslag 36

Vanmorgen zijn we richting Sydney gereden, maar omdat we veel te vroeg aan zouden komen op de camping (Discovery Park Lane Cove), zijn we eerst veertig kilometer noordelijk gegaan naar Palm Beach. In Tamworth hadden we een Hollandse jonge man ontmoet die daar sinds twee jaar woonde en volgens hem was het er mooi en vrij rustig. Het gebied, een soort landtong, is inderdaad erg mooi maar rustig is het er écht niet. Hier wonen de welgestelde Australiërs in prachtige huizen met uitzicht op zee met in de beschutte baai een zeilboot. Aan de stranden is het druk met surfers en zonaanbidders ook al is het vandaag vrij winderig en rond de tweeëntwintig graden.

Je kunt je auto nergens kwijt en overal is het betaald parkeren, dus een rustige omgeving, nee dus ! Op weg terug naar Sydney vinden we bij een uitkijkpunt toch nog een plekje om even te lunchen al waaien we haast weg op de hoge klif.

Rond drieën komen we aan bij de camping en boeken er voor drie nachten. We maken nog een korte wandeling in het aangrenzende Nationale Park Lane Cove en bekijken daarna wat we de komende dagen in Sydney gaan doen.

De weersberichten zijn in ieder geval gunstig: zo’n vierentwintig graden met een verkoelend windje !

Verslag 37

Onze camping Lane Cove ligt vrij gunstig om de stad  te bezoeken, alleen komen er wel veel vliegtuigen over want Sydney heeft natuurlijk een drukke luchthaven.

Na zo’n tien minuten lopen kom je al bij het Metrostation (North Ride) en dan ben je binnen een half uur bij halte “Martin Place”. Vandaar is het een kwartiertje lopen naar Circular Quay en “the Rocks”, de oudste buurten van de stad. Hiervandaan zie je natuurlijk de Harbour Bridge en het Operahuis en ook ligt er een groot cruiseschip aan de kade van Circular Quay.

We boeken hier een trip bij Captain Cook Cruises en varen anderhalf uur door de natuurlijke haven van Sydney tot aan de open zee, al gaat de boot op de terugweg aardig te keer door de hoge golven.

Nadat we het Operahuis van dichtbij bekeken hebben wandelen we naar de Sydney Tower, een hoge uitkijktoren waar je met een snelle lift twee honderd en vijftig meter boven zeeniveau uitkomt en een prachtig uitzicht hebt over de stad.

De totale hoogte van de toren is zelfs drie honderd en vijf meter waardoor het nog steeds het hoogste gebouw van Sydney is.

Weer beneden gaan we naar het prachtige Queen Victoria Building, een schitterend oud “winkelcentrum” uit 1898 met ouderwetse liften, mooie klokken en aangepaste winkeltjes en barretjes.

Er bevindt zich ook een kapperszaak waar ik meteen terecht kan voor een knipbeurt, wat hoogst nodig was.

Dan is het inmiddels al bijna vijf uur en lopen we terug naar het metrostation om zo’n half uur later uit te komen bij North Ride waarna we nog een korte wandeling voor de boeg hebben. Totaal hebben we vandaag zo’n vijftien kilometer gelopen en morgen gaan we nog een keer de stad in want dan…… gaan we de brug beklimmen !!

Verslag 38

Zo’n twintig jaar geleden hebben mijn ouders de Harbour Bridge in Sydney beklommen en daar waren ze altijd heel erg trots op. Als een soort eerbetoon aan hen hebben wij vandaag hetzelfde gedaan ! We waren gisteren al wezen kijken waar we precies moesten zijn en hadden geboekt voor één uur, dus vanmorgen hadden we ruim de tijd om eerst nog wat van de stad te zien. We stappen weer de metro uit bij Martin Place maar lopen nu richting Darling Harbour waar grote rondvaartboten aangemeerd liggen, klaar om honderden toeristen te vervoeren. Het is prima weer, vier en twintig graden, twee graden warmer dan gisteren.

We wandelen noordwaarts naar Barangaroo, een mooi stukje Sydney waar hemelshoge nieuwe gebouwen staan, maar ook een “mov’in Bed Cinema” is vlakbij de haven.

We zijn ruim op tijd bij het pand van “Bridgeclimb Sydney” en hebben nog mooi de tijd om een broodje te eten voor we de brug op gaan. Een groep bestaat altijd maximaal uit veertien personen en elk half uur vertrekt er een nieuwe groep, big business ! We krijgen uitleg, worden gecheckt op alcohol, moeten al onze sieraden en persoonlijke spullen achterlaten (ook je fototoestel) en krijgen een pak aan. Vervolgens stap je in een soort klimharnas met aan een lijn een veiligheidshaak waarmee je de hele trip verankerd bent aan een rail. Een pet en koptelefoon horen ook bij de standaard uitrusting, net als een koordje aan je bril, zodat je deze niet kunt verliezen. Ook moeten we eerst een proefparcours afleggen, het is allemaal heel goed geregeld.

Dan gaan we eindelijk de brug op en krijgen steeds ruim de tijd om rond te kijken tijdens diverse stops. Natuurlijk worden er foto’s gemaakt door de begeleidster die ook heel goede informatie geeft over de omgeving.

Na twee en een half uur klimmen en weer afdalen zijn we terug, al met al was het een prachtige ervaring. Vlakbij het gebouw staat het Glenmore Hotel en daar hebben we op het dakterras heerlijk gegeten met een glaasje bubbels erbij.

Dan wordt het tijd om terug te gaan naar de camping, het waren twee vermoeiende dagen !

Bij aankomst blijkt dat we weer dertien kilometer hebben gelopen en dan telt de wandeling op de brug nog niet eens mee !!

Verslag 39

(Wim voert de kookaburra met de lepel een stukje ei wat hij heerlijk oppeuzelt !)

Het duurde vanmorgen zeker anderhalf uur voor we uit de verkeersdrukte rond Sydney waren, maar daarna werd het groener en kregen we weer gewoon tweebaanswegen. We rijden naar de Fitzroy Falls behorend bij Morton N.P. waar we dit keer alleen naar het uitkijkpunt lopen, we hebben genoeg gewandeld de afgelopen dagen.

Vanaf ruim zes honderd meter hoogte zien we het water vallen en de omgeving heeft wel wat weg van de Blue Mountains, alleen hangt er hier geen blauwe gloed over en is het nu bewolkt. We gaan nog even naar de Manning Road Lookout maar ook hier valt het uitzicht tegen, we zijn gewoon verwend !

Tegen tweeën komen we aan bij Kangaroo Valley waar je kunt kamperen in de Bendeela Recreation Area aan een riviertje. Het speciale aan deze plek is dat hier wombats huizen die tegen de schemering tevoorschijn komen. 

’s Middags hebben we weer eens tijd voor een potje Carcassonne (ik sta zowaar vóór !) en ook de E-readers worden weer gebruikt.

Het is inmiddels bijna negen uur en pikkedonker, maar helaas hebben we nog geen wombat gezien. Toch blijven deze dieren normaal gesproken generaties lang op dezelfde plek wonen en hebben we hun holen en keutels gezien …. misschien komen ze toch nog !!!

Verslag 40

Tegen half tien gisteravond stond er opeens een wombat op een paar meter afstand van ons, die natuurlijk meteen wegliep toen wij hem wilden fotograferen. Later zagen we er nog één en ’s nachts voelden we dat er een wombat onder de camper door liep, ze hebben altijd een vaste route.

Vanmorgen lagen er overal volop keutels dus er wonen wel degelijk nog vele wombats bij de kampplaats.

Bendeela Recreation Area en ook Kangaroo Valley liggen overduidelijk in een dal vanwaar je honderden meters omhoog moet om weer in de bewoonde wereld te komen. Onderweg rijden we over de prachtige Hampden Suspension Bridge uit 1898, de oudste en enige houten brug die nog in gebruik is.

We stoppen aan de rand van de plaats Nowra waar we een wandeling maken (the Grotto Walk) van ruim een uur langs de rotsen en de Shoalhaven River.

Daarna rijden we richting Jervis Bay, hier willen we overnachten bij Green Patch campground, maar deze blijkt, ondanks de hoge prijzen, helemaal volgeboekt te zijn. We komen uit bij een simpele camping (Bushy Tail Caravan Park) op slechts zes kilometer afstand en gaan morgen wel naar de mooie baai van Jervis.

Het is de hele dag bewolkt en vrij fris, maar voor de komende dagen is er weer zonnig weer voorspeld !

Verslag 41

Vanaf onze overnachtingsplaats waren we vanmorgen al vrij snel in het Booderee N.P. dat zich aan de zuidkant van Jervis Bay bevindt. De Green Patch campground, waar we gisteren niet terecht konden, ziet er vrij verlaten uit, er klopt iets niet met hun boekingssysteem !

We maken een paar korte wandelingen in het park, steeds met het mooie blauwe water op de achtergrond en rijden dan naar Plantation Point bij de plaats Vincentia waar we lunchpauze houden met uitzicht op de schitterende baai.

Een eindje landinwaarts wilden we een waterval bekijken: Granite Falls, maar na een lange rit over een onverharde weg door het Morton N.P. bleek de weg naar de waterval gesloten.

Na een blik vanaf de George Boyd Lookout keren we om en rijden weer richting de kust, waar we bij Lake Conjola wilden overnachten.

We waren hier nog niet eerder geweest en het blijkt een erg drukke plek te zijn, zeker in het weekend. Na even zoeken op Wikicamps vinden we een leuke kampplaats bij Burrill Pines Lagoon Point een open plek in het bos vlakbij zee.

Na vijf minuten wandelen zien we het water waar surfers al op zoek zijn naar de mooiste hoge golf ! 

We mogen weer eens een kampvuur maken, maar de wind komt hier van alle kanten, dus of dit vuurtje er ook komt is nog niet zeker !

Verslag 42

Terwijl we gisteravond bij ons “bescheiden” kampvuur zaten kwamen er nog steeds Australiërs op de kampplaats binnen. Het is weekend dus tijd om met familie of vrienden samen te komen op een leuke plek. We horen echter rondom ons niet alleen de Engelse taal, maar ook diverse andere, onverstaanbare. In Australië wonen en leven mensen van veel verschillende nationaliteiten die, wanneer ze onder elkaar zijn, natuurlijk hun moedertaal spreken. Voor ons is dit telkens weer een interessante gewaarwording !

Vanmorgen scheen de zon meteen al volop onder onze luifel, het belooft weer een warme dag te worden. Wij laten de vele Australiërs achter die nog een dag op de kampplaats blijven en rijden weer verder zuidwaarts. Bij Batemans Bay nemen we de kustweg (tourist drive no.7) waardoor we langs vele mooie plekjes komen met uitzicht op zee.

En bij de plaats Narooma stoppen we bij een prachtige plaats waar een tiental zeehonden op de rotsen zitten en enkele in het wilde water zwemmen, heel mooi om te zien.

Na de lunch is het nog een klein stukje rijden naar Mystery Bay waar we willen overnachten.

Hier zijn we nog even flink actief want we hebben weer hout gekocht dat nog gekloofd moet worden. Hiervoor moeten we samen werken: ik houd de bijl vast óp het hout en Wim slaat met de hamer op de bijl zodat het hout doormidden splitst. Na en half uurtje hebben we een aardige stapel kleine stukjes hout zodat we voorlopig weer verschillende keren een kampvuur kunnen maken.

We lopen nog even naar de zee, die we vanaf onze plek ook kunnen zien, en vermaken ons daarna met een spelletje en ons boek.

Deze streek staat trouwens bekend om z’n oesters waarvan we er een dozijn gekocht en inmiddels opgepeuzeld hebben, nu begint Wim ze ook lekker te vinden dus waarschijnlijk liggen er binnenkort nog wel meer in de koelkast !

Verslag 43

Het is weer zondag (23 februari) wat betekent dat de Australiërs hun “weekend” er op hebben zitten en ’s morgens rond tienen massaal de kampplaats verlaten. Sommigen laten het brandhout wat ze over hebben achter bij de vuurpit wat wij dan weer meenemen ! In Bermagui halen we bij Woolworths boodschappen voor de komende dagen en stoppen nog even bij “The Blue Pool”, een zoutwater zwembad aan de kust dat al bestaat vanaf 1938.

Het is er druk met zwemmers, maar iets verderop zijn andere “zwemmers” nog interessanter: een groepje zeehonden leeft zich uit in zee. Ook liggen er enkele lui op een rotseiland vlak bij de kust.

We rijden door naar een voor ons bekende plek: Picnic Point behorend bij Mimosa Rocks N.P., hier hebben we vorig jaar nog een leuke tijd gehad samen met Walter en Yvonne, Hollanders die hier net zo’n camper hebben als de onze. Bij aankomst hippen de wallabies ons al tegemoet, ook zien we een grote guanna en later enkele kangoeroes.

Wim klooft het meegenomen hout en maakt tegen de avond een groot kampvuur, we hebben nu immers genoeg !

Het enige wat we vergeten waren is dat er hier geen internetverbinding is en we hebben voor drie dagen geboekt, dus we gaan enkele zeer rustige dagen tegemoet ! 

Verslag 44

Picnic Point, de plek waar we nu staan, is echt een goed voorbeeld van een kampplaats in een Nationaal Park: je staat hier midden in de natuur met allerlei dieren om je heen, maar er zijn bijna geen voorzieningen. Het enige wat je hier hebt is een toilet, met een groot gat erin, en er staat aan de rand van het kamp een container voor je afval (die was in het verleden ook vaak afwezig !) Je hebt hier dus geen (drink) water, waardoor je de wc. niet kunt doorspoelen en je ook niet kunt douchen, géén elektriciteit dus ’s avonds is het hier écht donker en heb je een zak- of “koplamp” nodig. Je moet dus helemaal zelfvoorzienend zijn en genoeg eten en drinken meenemen. Toch zijn dit de plekjes waar Wim en ik het liefst naartoe gaan ! We hebben ons dan ook de afgelopen dagen prima vermaakt met een wandeling, een leesboek of een spelletje én het bekijken van al het ‘wildlife’ rondom ons. Een kampvuur hoort ook bij kamperen in de natuur, iets wat je op een camping haast nooit mag, al was de wind de tweede avond spelbreker en moesten we zelfs de plastic zijkanten opzetten.

We zagen de eerste avond wél iets heel vreemds: we keken naar de heldere sterrenhemel en toen kwamen er opeens twee lange slierten met zo’n twaalf lichtjes in een strakke lijn heel hoog boven ons vrij snel voorbij vliegen, net sterren aan een touwtje !

Vanmorgen moesten we een plekje opschuiven, van twaalf naar elf, omdat deze plaats alweer door een ander gereserveerd was. We staan nu op dezelfde plek als vorig jaar.

We boffen nog steeds met het weer, het is droog, rond de vijfentwintig graden met de meeste tijd zon. Soms komt er ineens een koele wind vanuit zee maar dat is alleen maar verfrissend.

Tegen de avond gaat de barbecue aan en na de heerlijke maaltijd wordt deze omgebouwd naar vuurbak. We hebben hier weer een heerlijke tijd gehad en zijn helemaal uitgerust om verder te trekken !

Verslag 45

We hebben de kust verlaten en zijn zo’n twee honderd en vijftig kilometer landinwaarts gereden. Via de kaasstad Bega gaan we slingerend omhoog over de Snowy Mountains Highway de “Great Dividing Range” op, de enorme langgerekte bergketen waar we al diverse malen doorheen getrokken zijn. We komen uit op bijna vijftien honderd meter hoogte en stoppen tegen half vijf bij de plaats Kiandra, waar we gaan kamperen bij Three Mile Dam gelegen in het Kosciuszko N.P..

(Wim heeft nog even geklust: een deurtje wilde niet meer sluiten.)

Het verbaasde ons dat het zo warm was, de temperatuur komt boven de dertig graden uit, wel staat er een harde wind, die later op de dag wegvalt. Ook zitten er hier heel vervelende steekvliegen, die gelukkig verdwijnen zodra het donker wordt. Rond die tijd komt er ineens een kudde wilde paarden (brumbies) al grazend voorbij.

Vanaf ons plekje  kijken we uit op een meertje, wel iets anders dan de ruige zee van de afgelopen dagen, we gaan het mooie geluid van de beukende golven tegen de rotsen dan ook wel missen !

Verslag 46

Gisteravond zaten we met twee vesten en lange broek aan bij het verwarmende kampvuur met boven ons een prachtige heldere sterrenhemel. Het koelt af naar zo’n twaalf graden (in Holland zijn ze nu blij met deze temperatuur !), maar wanneer je buiten verblijft is het wel fris. Vanmorgen hebben we langdurig in het zonnetje ontbeten, na drie dagen zonder internetverbinding konden we nu weer het nieuws lezen (en een spelletje Wordfeud met de familie doen !) en háást hadden we niet.

We hebben slechts drie kilometer afgelegd vandaag om naar de andere kant van het meertje te rijden waar we een veel mooier plekje vonden: de hele dag schaduw, een beetje wind en Wim kon hier vissen.

Het water is zo helder dat ik het gebruikt heb voor een handwasje, dat zo droog was, want weer komt het kwik uit rond de dertig graden ! ’s Middags komt de groep van dertien “wilde” paarden weer langs, maar ze trekken zich niets van mensen aan.

Ook vanavond zitten we weer in de lange broek en vesten aan bij het kampvuur, met countrymuziek op de achtergrond en een drankje erbij, het was weer een heerlijke dag !!

Verslag 47

We bevinden ons nog steeds in het Kosciuszko N.P., een park dat het hele jaar door in trek is, want in de winter wordt hier volop geskied wanneer er een dik pak sneeuw ligt.

Wij rijden naar Blue Waterholes, een prachtige plek met rondom bergen en nog steeds op ruim twaalf honderd meter hoogte. Onderweg stoppen we bij de gerestaureerde Coolamine Historic Homestead, waarvan de originele huizen stammen uit 1881.

(Vroeger gebruikten ze krantenpapier als behang, er hing zelfs nog papier uit 1939 !)

Het is druk bij de Blue Waterholes (en dat wordt in de loop van de middag steeds erger, want het is weer weekend !), wij maken er enkele korte, prachtige wandelingen.

Daarna gaan we naar de vlakbij gelegen Magpie Flat Campground, waar we lange tijd als enigen staan.

We kijken uit op de bergen en tegen de avond komen de kangoeroetjes tevoorschijn.

Ook hier mogen we weer een kampvuur maken en er ligt een hele stapel hout bij de vuurbak dus vanavond wordt er weer flink gestookt !

Verslag 48

We hadden het grote kampvuur gisteravond echt nodig, het koelde af naar vijf graden, de koudste nacht tot nu toe. Vanmorgen zaten we echter rond half negen alweer in hemdje en korte broek in de zon aan het ontbijt en de afwas heb ik zelfs in de schaduw gedaan vanwege de warmte.

We rijden de mooie, vijfentwintig kilometer lange, afwisselende onverharde weg weer terug en gaan dan richting Cabramurra, één van de hoogstgelegen plaatsjes in Australië.

Hier hebben we weer internetbereik en komen erachter dat er wel wat gebeurd is op wereldniveau: Trump heeft flink ruzie gehad met Zelenski, maar gelukkig staan de Europese leiders achter de Oekraïense president ! We leven in een gekke wereld, de Coronacrisis, nu vijf jaar geleden, heeft ons helaas niet dichter bij elkaar gebracht !

We bevinden ons nog steeds in het Kosciuszko N.P., maar het is dan ook ruim zes en een half duizend vierkante kilometer groot. Er liggen enkele grote stuwmeren tussen de bergen die voor de elektriciteit zorgen, ook zien we veel dode en verbrande bomen, een vreemd gezicht.

We lunchen bij Bradley and OBriens Hut, op zo’n vijftien honderd meter hoogte, waar je zelfs kunt overnachten in de hut, het hout voor een vuurtje ligt al klaar.

Dan rijden we lange tijd bergafwaarts en voelen het onderweg steeds warmer worden. We stoppen nog even bij Khancoban Pondage, een meertje waar in gezwommen kan worden, maar je mag hier niet kamperen,

dus rijden we iets verder en staan nu bij Towong Reserve, dichtbij Corryong, aan de Murray River, en zitten nu op twee honderd vijftig meter hoogte.

Wanneer je aan de Murray River staat zijn er altijd kaketoes aanwezig en ook nu zitten er weer honderden van die oorverdovende, schreeuwende vogels in de bomen vlakbij ons of vliegen ze krijsend massaal over, morgen trekken we dan ook weer verder !

Verslag 49

We werden vanmorgen gewekt door de krijsende kaketoes en ook lieten ze een partijtje poep en troep achter op de luifel en de camper ! We gaan de rivier de Murray over en zodra we de brug over zijn bevinden we ons in de staat Victoria waar we de rest van de reis doorbrengen.

In Corryong bekijken we enkele muurschilderingen bij een ANZAC gebouw (Australian and New Zeeland Army Corps),

vervolgens gaan we over de Murray Valley Highway verder het binnenland in. Voor het eerst zien we veel verdroogde grond en hebben koeien en schapen weinig gras te eten.

Bij een bruin bord met “old bridge” erop nemen we de afslag en komen na een korte wandeling bij een oude treinbrug uit 1915.

We zijn op weg naar Ludlows Reserve, een overnachtingsplek aan Lake  Hume, een groot stuwmeer met een totale oppervlakte van twee honderd vierkante kilometer en heel belangrijk als waterreservoir, al is het meer nu maar half vol.

Het is weer knap warm vandaag, eigenlijk in heel Australië op het moment, dus we doen het kalm aan.

Tegen de avond bellen we met Marcel, want die is vandaag weer een jaartje ouder geworden (42). We hebben ruim drie kwartier via de app. een beeld-bel verbinding gehad.

Ook nu kunnen we weer de hele avond in de korte broek buiten verblijven, een verwarmend kampvuur is nu echt niet nodig !

Verslag 50

Net als de meeste andere kampeerders verlaten we het mooie plekje aan Lake Hume, het wordt vandaag weer tweeëndertig graden dus zou je daar niet veel ondernemen, alleen van het uitzicht genieten. Eerst gaan we naar Wodonga om onze voorraden aan te vullen, waarna we richting Mount Buffalo N.P. gaan, voor ons een onbekend park. Onderweg bekijken we bij het voormalige goudstadje Yackandandah een oude “mining gorge” waar nu water doorheen stroomt.

Mount Buffalo is blijkbaar een favoriet park want toen we  gisteren wilden boeken was er slechts één plekje vrij voor vannacht. En voor de dagen erna is er alleen een tentplaats beschikbaar die we dus ook maar geboekt hebben. (Er wordt trouwens niets afgeschreven, alle plekken zijn gratis, vandaar misschien de drukte !) Op weg naar de kampplaats stoppen we om de watervallen “Lady Bath” en “Eurobin” te bekijken, maar bij beide valt nu niet veel water !

Ook bekijken we “the Gorge” en nu zie je pas hoe hoog we zitten, op ruim dertien honderd meter boven zeespiegel.

Een groep schoolkinderen is aan het abseilen en ook wordt er met mountainbikes rondgereden. 

Er staat een meer dan honderd jaar oud chalet dat nog altijd in gebruik is.

Nadat we langs Lake Catani zijn gereden komen we bij de gelijknamige kampplaats waar we naar ons plekje gaan.

Bij de ingang staat dat het kamp helemaal vol is maar er zijn nog diverse lege plaatsen en we zoeken alvast naar een plek waar we de andere twee nachten kunnen gaan staan, want de tentplaats is geen optie, daar kunnen we met de camper niet komen. Er zijn hier warme douches, wat niet zo vaak voorkomt in een Nationaal Park, maar waar we beiden dankbaar gebruik van maken.

Tegen de avond koelt het aardig af, gelukkig hebben we nog steeds voldoende hout voor een kampvuur !

Verslag 51

Het duurde vanmorgen lang voor de zon vanachter de bergen tevoorschijn kwam, ook staan er rondom ons allemaal bomen, dus de temperatuur bleef lang rond de elf graden hangen. We zijn dan ook pas laat opgestaan en hebben vanuit bed eerst een uitgebreide App. gestuurd naar Stijn en Ruben. Onze twee kleinkinderen zijn vandaag alweer negen jaar geworden, zondag hebben we al uitgebreid met ze gesproken en vandaag moeten ze gewoon naar school, dus video bellen zit er voor nu niet in, ook al vanwege de tien uur tijdsverschil. We vieren hun (en Marcel’s) verjaardag gewoon over een maand nog een keer !

We gaan met onze camper verder het Nationale Park Mount Buffalo verkennen, er loopt slechts één weg door het park en deze gaat steeds verder omhoog. Al vrij snel stoppen we bij Torpedo Rock en de vorm van de rots doet zijn naam eer aan.

Iets verderop begint een prachtige wandeling langs en tússen de rotsen door, genaamd: Old Galleries Walk.

Het park begint ons steeds beter te bevallen. We vervolgen de Mount Buffalo Road en ook bij “Leviathan” worden weer diverse foto’s gemaakt van een wel heel aparte grote rots.

De rotspartijen Cathedral en Hump bekijken we alleen van een afstand want er komt nog een hoger punt: The Horn.

Bij dit uitkijkpunt op 1723 meter hoogte kun je 360 graden rondkijken over de Australische Alpen, prachtig om te zien ! Het kostte wel wat inspanning om er te komen maar dit was zeker de moeite waard.

Nadien rijden we terug naar de kampplaats, maar houden eerst middagpauze aan het meertje, waar ook in gezwommen kan worden.

We gaan staan op een mooie plek (zonder nummer) vlakbij de sanitair gebouwen, waarschijnlijk bedoeld als parkeerplaats, maar ruimer en makkelijker toegankelijk dan onze vorige plaats.

Ook nu koelt het tegen de avond weer snel af, maar daar hebben we een kampvuur voor.  We hebben het park helemaal bekeken en trekken morgen weer verder !

Verslag 52

We zijn toch nog een dag gebleven op Lake Catani Campground in het Mount Buffalo N.P.: vanmorgen is het me in de rug geschoten terwijl ik me aan het afdrogen was na een heerlijke warme douche. Nu is mijn rug altijd wel een zwakke plek en is dit niet de eerste keer, maar dit kwam toch wel heel onverwachts. Met moeite heb ik me aangekleed en ben teruggestrompeld naar de camper, waar Wim goed voor me gezorgd heeft.

Gelukkig bestaat er paracetamol en hebben we altijd diclofenac bij ons en enkele uren later kon ik weer “redelijk” lopen. We zijn zelfs de kampplaats rond geweest om een beetje in beweging te blijven en kwamen er achter dat het meertje toch nog iets groter is met een zandstrandje en een kleine steiger.

Gisteravond en vanmorgen zijn er groepen middelbare scholieren aangekomen die hier kanoën en klimmen en andere sportieve acties ondernemen. Verder zijn er niet zoveel mensen op het terrein al geeft de website nog steeds aan dat alles vol staat. Vanmorgen kwam de ranger langs om te vragen of we wel geboekt hadden, het was gelukkig geen probleem dat we niet op de originele plek stonden. We hebben er verder een heerlijke rustige dag van gemaakt, veel gelezen en natuurlijk weer een spelletje Carcassonne gedaan.

Ik ga er nu van uit dat ik me morgen goed genoeg voel om verder te trekken, dan maar met een extra pilletje !!

Verslag 53

Vanmorgen hebben we Mount Buffalo definitief verlaten al duurde het ruim een half uur voor we via slingerwegen en vele S-bochten weer afgedaald waren tot op drie honderd meter boven zeespiegel. We hebben ons voorgenomen volgende keer terug te komen, het park is ons prima bevallen en er zijn nog enkele wandelingen die we niet gemaakt hebben, wat nu ook niet lukt vanwege mijn rug. In het goudstadje Bright doen we een stukje van de Canyon Walk maar ik ben nog niet “de oude” !

Vlak voor Harrietville is een forel en zalm farm, het was de bedoeling dat Wim daar ging vissen, maar helaas is deze gesloten.  

Na deze twee oude stadjes, ontstaan in 1852 door de goudkoorts, gaan we weer omhoog de Australische Alpen in. Ook nu moet Wim weer heel wat bochten draaien, rijdend over de Great Alpine Road,  terwijl we steeds hoger klimmen. ’s Winters vriest het hier en heb je sneeuwkettingen nodig !

Vlak voor Hotham Village gaan we een onverharde, stoffige weg op, die in de winter gesloten is, en stoppen rond half twee bij Mount Freezeout, een picknickplaats waar je mag overnachten, op bijna zestien honderd meter hoogte. 

We staan hier helemaal alleen en kijken uit op de toppen van de bergen, toch is het op deze hoogte nog prima weer en zoeken we de schaduw op.

Tegen de avond begint het flink af te koelen wat logisch is, dus ook nu gebruiken we de vuurbak om ons warm te houden !

Verslag 54

Vanmorgen hebben we zo’n vijftig kilometer over de onverharde, stoffige weg gereden door het Alpine N.P. en langzaamaan dalen we naar gewone hoogtes, rond de honderd en tachtig meter. De weg is heel afwisselend, soms met uitzicht op de bergen, dan weer door bos of een open vlakte. We zijn niet de enigen die hier rijden, zelfs motorrijders wagen zich aan de ongelijke weg met kuilen en hobbels.

Vanaf het plaatsje Dargo hebben we weer asfalt en rijden we langs de Wannangatta River waar we even later een leuk plekje zien aan het water: Meyers Flat Camp Site. We besluiten niet verder te gaan en zetten hier ons “huisje” neer.

Nog altijd hebben we schitterend weer, rond de dertig graden en verblijven de middaguren grotendeels in de schaduw. Dit relaxte leventje bevalt ons prima en kunnen we nog lang volhouden !

Verslag 55

We zagen gisteravond en vanmorgen gigantisch veel auto’s met caravans of kampeerspullen voorbij komen, het blijkt dat de Australiërs een lang weekend hebben (maandag is het Labour Day) dus dan trekken ze er massaal op uit. Wij zijn op weg naar Wilsons Promontory N.P., een heel populair park op een schiereiland in het zuiden en wilden daar eigenlijk over twee dagen,  maandag, aankomen. We hadden op de plek waar we afgelopen nacht stonden geen internet, dus konden pas in de loop van de morgen boeken voor dat park.  Vanaf woensdag was er echter pas weer plaats, volgens de website, dus moeten we onze plannen een beetje wijzigen. We stoppen in Stratford voor wat boodschappen en rijden dan naar Fishers Riverside Camp waar we een plekje vinden aan de Avon River die uitmondt in Lake Wellington, waar Wim weer eens z’n hengel uitgooit. Ook hier is het goed druk vanwege de extra vrije dag ! We hebben nu wel internetverbinding dus ik check de site van Tidal River, de grote kampplaats van Wilsons Prom., en nu kan ik wél een plekje boeken, het lukt zelfs vier dagen achter elkaar op allemaal verschillende plekken en … het kost helemaal niets, terwijl het normaal een vrij dure kampplaats is. Het blijkt dat de Staat Victoria tot juli alle kampplaatsen voor niets aanbiedt, geen idee waarom !! (Vandaar dat we bij Mount Buffalo ook niets hoefden te betalen !) Het resultaat is wel dat veel mensen boeken zonder echt naar de kampplaats toe te gaan, volgens reacties op de site staat de kampplaats steeds half leeg. Als overbrugging wilden we hier twee dagen aan de rivier gaan staan en op de volgende plek ook twee dagen,  maar nu trekken we morgenvroeg toch weer verder, hopend dat er op onze volgende overnachtingsplek: Reeves Beach een plekje voor ons is voor één nacht !!

(We lazen ook dat er, sinds vijftig jaar, weer een cycloon (Alfred) aan land is gekomen in de buurt van Brisbane, die veel schade heeft aangericht !)

Verslag 56

We staan weer aan zee ! Na zo’n anderhalve week in de bergen van het binnenland te hebben doorgebracht hebben we nu weer een plekje achter de duinen en kunnen we de zee horen ruisen. In Sale hebben we eerst onze gaspot bij laten vullen, want die was vanmorgen helemaal leeg en zonder kan Wim geen lekkere maaltijd bereiden ! Rond tweeën hebben we een leuk plekje gevonden bij Reeves Beach Coastal Reserve waar het natuurlijk aardig druk is vanwege het lange, vrije weekend.  Na een maaltijd van tosti’s (die maak ik altijd klaar !) wandelen we naar zee, waar we heerlijk met de voeten in het water over het strand lopen.

Het water is niet eens zo fris en er zijn dan ook een tiental mensen aan het zwemmen.

Het is weer rond de dertig graden, maar door het windje uit zee is het prima te houden. Ook hier mag weer kampvuur gemaakt worden en overal zie je bij de kampplaatsen grote stapels hout liggen, er zal vanavond  wel een hele walm over het terrein hangen !!

Verslag 57

(Het enige “sanitair” op de kampplaats Reeves Beach !)

We moesten vandaag nog honderd en vijfendertig kilometer afleggen tot de Tidal River Campground behorend bij Wilsons Promontory N.P., waar we de aankomende dagen gaan doorbrengen. We komen langs de plaats Yarram, hier zijn ze heel actief met allerlei beschilderingen op gebouwen.

Via Foster rijden we de lange weg naar het schiereiland en komen heel wat auto’s met caravan of daktent tegen die het Nationale Park weer verlaten. We stoppen bij enkele uitkijkpunten en kunnen daar mooi op het water kijken met z’n eilandjes en witte stranden.

Tegen tweeën zijn we op de plek waar we de eerste nacht verblijven en dit blijkt pal naast een sanitairgebouw te zijn (iéts anders dan op de vorige plek !) met warme douches én met wasmachines.  Het was alweer een tijdje geleden dat ik deze gebruikt heb dus er gaan meteen twee machines vol.

Wim spant enkele waslijnen en nadat ik alles opgehangen heb wandelen we naar het brede zandstrand.

Weer gaan we met de voeten het water in van de zee en later van de Tidal River.

Wanneer we terug zijn bij de camper is de meeste was al droog en kan ik nog een machine vullen en later ophangen, voor het donker is kan alles schoon en droog de camper in ! Op weg naar het park was het bewolkt en werd er onweer en minder mooi weer voorspeld, maar eenmaal op Wilsons Prom. is de lucht weer helemaal helder en zijn de vooruitzichten voor de komende dagen prima !

Verslag 58

Gisteravond, toen het helemaal donker was, kwam er ineens een wombat vlak langs ons heen lopen. We werden er op geattendeerd door de buren, twee gezellige jongens uit Arnhem, zelf hadden we het dier niet opgemerkt. Even later kwam er nog één rustig voorbij wandelen, we bevinden ons hier echt in het leefgebied van de wombats.

Vannacht begon het opeens hard te waaien, zo erg zelfs dat we ons bed uitgegaan zijn om de luifel op te rollen, want bij vlagen klapperde hij heel hard, zodat je niet kan slapen. Ook vanmorgen stond er nog steeds een heel harde wind en dit blijft helaas de hele dag zo, regelmatig komt er een harde windvlaag die allemaal zwart zand meeneemt, alles zit onder en je blijft aan het schoonpoetsen ! Omdat het vanmorgen bewolkt was zijn we een stukje terug gereden om de “Proms Wildlife Walk” te lopen in de hoop emoes, echidna’s, wombats of kangoeroes te zien.

We zien alleen de laatst genoemde, maar deze zijn niet echt “wild”, de volwassen kangoeroes hebben een soort halsband om met een zendertje en een chip in hun oor !

(Overal zie je dit soort gaten waar de wombats in huizen !)

We maken nog een stop bij Whisky Bay en omdat deze aan de westkant ligt en we te maken hebben met een harde oostenwind, is het prima weer bij deze baai.

Aan de uiteinden van het strand liggen heel aparte rotsen op en naast elkaar, waar natuurlijk mooie foto’s van te maken zijn.

We rijden naar ons nieuwe overnachtingsplekje in de buurt van de Tidal River en ’s middags wandelen we een stukje langs de rivier, waar we haast weggeblazen worden.

Ook het grote strand, waar het gisteren nog druk was, is zo goed als verlaten. Om een beetje uit de wind te kunnen zitten bouwen we de zijkant van de luifel op, maar nog ligt er elke keer een laagje zand op de tafel. Zelfs eten koken wordt nu lastig dus doen we het maar een keer “makkelijk” met een boterham.  Het is ook een stuk frisser geworden en we hebben de lange broek en het dikke vest weer tevoorschijn gehaald. Ook vanavond breken we de luifel en zijkant weer af en zullen we wel vroeg op bed liggen, af en toe schuddend wanneer er weer zo’n harde windvlaag aankomt !

Verslag 59

Ook vannacht hadden we nog te maken met flinke windstoten waardoor de camper heen en weer schudde en vanmorgen was het af en toe zandhappen tijdens het ontbijt. We moeten weer verhuizen naar een volgend plekje op het grote kampterrein van Tidal River (met bijna vijf honderd plaatsen), maar voor die tijd gaan we natuurlijk eerst wat bekijken. We rijden naar Squeaky Beach, weer zo’n mooie baai met aparte rotsen en met zelfs nog witter zand dan bij Whisky Bay.

Het zand kraakt een beetje onder je voeten vandaar de naam: squeaky !

Wanneer we terug lopen naar de auto begint het iets te regenen, ook is er onweer voorspeld. Vanwege het onbestendige weer (en mijn nog niet helemaal herstelde rug) besluiten we verder geen wandelingen te maken maar naar ons nieuwe plekje te gaan, deze ligt dicht bij het grote strand van de Norman Bay. Het is de mooiste plaats tot nu toe en tegen de tijd dat alles weer staat en we geluncht hebben breekt de zon door en is de wind gaan liggen.

De temperatuur loopt zowaar op naar boven de dertig graden, wat een verschil met vanmorgen ! We doen onze zwemkleding aan en wandelen naar zee waar we, waarschijnlijk voor de laatste keer deze reis, het vrij frisse water in gaan.

Later  zien we weer enkele wallabies en de parkieten zijn hier erg brutaal, één wil er zelfs meespelen met Carcassonne !

Ik hoopte dat er vanavond, wanneer het donker is, ook nog een wombat voorbij zou komen lopen, maar opeens zie ik er al één terwijl het nog licht is.! Nou heb ik de kans dit mooie dier uitgebreid te bekijken en te fotograferen !

Na een heerlijke maaltijd, nu kon Wim gelukkig wél weer koken zonder dat er zand rond waaide, zitten we nog lange tijd rustig buiten, tot het tegen negenen ineens begint te regenen, later gevolgd door onweer. Het was, zeker wat het weer betreft, een heel afwisselende dag !!

Verslag 60

Gisteravond laat kwam er opeens een wombat onder de luifel en liep bijna over Wim’s voeten, gelukkig schrikt Wim niet zo snel !

Vanmorgen hebben we Wilsons Promontory N.P. weer verlaten, er stond nog een boeking voor aankomende nacht, maar die hebben we geannuleerd, alles wat we wilden zien en doen hebben we gedaan.

We rijden zo’n tachtig kilometer langs de zuidkust en komen dan bij een afgelegen strandje behorend bij Walkerville aan de Waratah Baai, waar je uitkijkt op de bergen van Wilsons Prom.

Onderweg spotten we een echidna, deze grote egels komen steeds minder voor, maar blijven prachtig om te zien.

Iets verderop bevindt zich Cape Liptrap Coastal Park waar we een plekje boeken op Bear Gully Campground.

Weer hoef je niets te betalen en zijn veel plekken daardoor zogenaamd “bezet”, net zoals de afgelopen dagen.  De kust is hier rotsachtig zonder een mooi zandstrand, maar zwemmen zouden we nu toch niet, want het is een stuk frisser dan gisteren !

Verslag 61

We hadden een gezellige avond gisteren met een warm kampvuur, wat ook wel nodig was want het koelde vannacht af tot twaalf graden (altijd nog beter dan de min twee in Holland !) én enkele kampplaatsen verderop stond een Australisch koppel, met een gitaar en een banjo, dat allerlei “golden oldies” zong.

Vanmorgen zijn we via de kustweg naar Inverloch gereden waar je “the Caves” moet kunnen bekijken. We dalen af naar het strandje en zien wel heel aparte rotsformaties maar geen grotten, toch was het zeker de moeite waard om hier te stoppen.

Iets verderop langs de kust bevindt zich “Eagle Nest”, een vreemde rots die uit zee steekt.

We rijden door naar Wonthaggi en bespreken bij de “State Coal Mine” een toer voor twee uur ’s middags, waarna we eerst naar de Woolworths in die plaats rijden om onze voorraden weer aan te vullen. Het blijkt dat we als enigen geboekt hebben dus krijgen we een privérondleiding door één van de twaalf ondergrondse kolenmijnen, die operationeel zijn geweest van 1909 tot 1968.

Er werkten ongeveer zeventien honderd arbeiders en er is in die tijd zeventien miljoen ton kolen naar boven gehaald bedoeld voor de industrie en de spoorwegen van de staat Victoria.

De toer is erg interessant: we lopen door de mijn naar zestig meter diepte, al moet Wim wel regelmatig bukken omdat de houten balken te laag zijn, en zien nog duidelijk het spoor waar de vele karretjes met kolen over vervoerd werden, vaak zelfs getrokken door paarden.

De van oorsprong Italiaanse gids, waarvan z’n vader in deze mijn gewerkt heeft, kan veel vertellen over het leven onder en boven de grond.

Na ruim anderhalf uur staan we weer buiten en bekijken het openlucht museum dat rond de mijn gebouwd is.

Dan rijden we nog zo’n tien kilometer tot we uitkomen bij Dalyston Recreation Reserve, een onofficiële overnachtingsplek bij een sportveld, die we vinden via WikiCamps. We staan er net wanneer er een soort Boa-agent langs komt die ons verteld dat we vannacht mogen blijven staan, maar dan moeten vertrekken, dat waren we  toch al van plan, zo bijzonder is de plek niet  !

Verslag 62

Vandaag gaan we Philip Island bekijken, het eiland dat vooral bekend is vanwege de kleine pinguïns die tegen de avond aan land komen. Op weg ernaartoe stoppen we even bij een oude brug vlak aan zee waar druk gesurft wordt op het water, ook is er de “Elephant Rock” te zien, al moet je wel veel fantasie hebben !

Voor we de brug naar het Philip Island oprijden gaan we eerst naar San Remo, een populaire vissersplaats waar elke dag tegen twaalven pelikanen gevoerd worden. Vandaag staan er zestien grote vogels te wachten tot ze visafval toegeworpen krijgen, wat ze dan in één keer naar binnen schrokken om het later te verteren.

Bij sommige zie je dat de vis halverwege de nek blijft steken, je zou het er benauwd van krijgen.

Ook kopen we in San Remo bij een viswinkel een dozijn oesters en twee halve “crayfish”, een soort kreeft die Wim nog steeds een keer wilde eten. Eenmaal op het eiland zoeken we een rustig plekje om de speciale vis rustig te nuttigen, je hebt er zelfs, bij gebrek aan een “kraker”, een waterpomptang voor nodig om alle pootjes open te breken en het visvlees eruit te halen. Voor Wim is dit echt een lekkernij !

Dan wordt het tijd om naar “the Nobbies” te rijden, hier is een prachtige boardwalk langs zee waar de dwergpinguïns aan land komen en de steile weg omhoog naar hun nesten afleggen.

We hebben geluk dat er enkele dieren zijn achtergebleven  die niet naar zee zijn gegaan, we waren namelijk niet van plan om te wachten tot het donker is om de pinguïnkolonie te bekijken.

(Soms moet je wat moeite doen om een goede foto te krijgen !)

Philip Island is ook bekend om zijn mooie surfstranden waarvan we er ook enkele bekeken hebben.

Voor we het eiland weer verlaten rijden we nog naar Pyramid Rock en ook hier zien we weer een “verdwaalde” pinguïn.

Dan wordt het tijd om richting een kampplaats te gaan en na vijftig kilometer rijden komen we uit bij Lang Lang Foreshore Caravan Park. De kampplaats bestaan al sinds 1952 en heeft langs de kust een hele rij oude boothuizen staan waarvan de meeste onbewoond zijn. We krijgen een plekje naast zo’n oud huisje en kijken uit over het water op French Island.

We hebben hier voor twee nachten geboekt, want voor morgen wordt er slecht weer voorspeld, dan heeft verder trekken weinig zin ! 

Verslag 63

We wisten dat we vandaag slecht weer zouden krijgen met veel harde wind en regen, dus hadden we de  twee  zijkanten aan de luifel stevig vastgezet, maar helaas kwam de wind er net omheen gedraaid, waardoor het niet aangenaam was om buiten te verblijven, vooral toen het steeds harder ging regenen. We hebben alles weer afgebroken want het stond te klapperen en zou misschien kapot gegaan zijn.

Voor het eerst deze reis zijn we naar binnen verhuisd, dit is net te doen met z’n tweetjes.

Dus het grootste deel van de dag hebben we binnen spelletjes gedaan terwijl “ons huisje” af en toe behoorlijk schudde en de wind en de regen om de camper heen loeide.

Het water wat gisteren zo kalm en laag was slaat nu met flinke golven tegen de houten afrastering die de huisjes van het strand scheidt.

Tegen half zes is het even droog, zelfs de zon laat zich nog zien, dus gaan we meteen naar buiten om even de benen te strekken met een wandeling langs het strand waar het weer eb wordt.

Ook eten koken schiet er vandaag bij in, dat lukt nu buiten echt niet met windkracht vijf, maar een boterham met pindakaas smaakt ook prima. Nog geen honderd kilometer hiervandaan had Max Verstappen vandaag ook te maken met dit slechte weer tijdens de eerste Grand Prix van dit seizoen in Melbourne, er waren dan ook veel uitvallers, toch heeft hij het gepresteerd om tweede te worden !

Verslag 64

Gelukkig is het vanmorgen weer droog, al staat er nog wel een harde, koude wind. De natte luifel en zijkanten worden weer uitgehangen om te drogen net als onze natte jassen en handdoeken. Voor we vertrekken is alles gelukkig weer droog.

We verlaten de “Western Port” zoals het water hier heet en gaan het binnenland in. Via Drouin rijden we naar Neerim om vervolgens bij Nayook de “Glen Nyook Rainforest Walk” te lopen, een wandeling door de vochtige bossen vol varens en hoge bomen.

Na de lunch rijden we verder naar Yara Junction, een prachtige route door de bossen ook weer met veel varens langs de kant van de weg.

Via Healesville gaan we door het Yarra Ranges N.P. vol bochtige wegen richting Maryville, maar voor die tijd slaan we af naar Maryville State Forest, waar we via een onverharde weg uitkomen bij Andersons Mill Camping Area.

We staan nu op een open plek midden in het bos en kunnen nog geruime tijd in de zon zitten die weer best veel kracht heeft.

Zodra deze echter achter de hoge bomen verdwijnt kunnen we de lange broek en twee vesten aantrekken, zo snel koelt het af. Gelukkig mogen we hier weer een kampvuur maken, die hebben we echt nodig vanavond

Verslag 65

Wanneer je in een bos overnacht heb je grote kans dat je possums ziet en inderdaad, tegen de tijd dat het donker werd kwamen ze tevoorschijn.

Deze dieren met hun prachtige lange, zwarte staart zijn totaal niet schuw, één sprong er zelfs bij een andere kampeerder in de auto. We hadden alle tijd om ze te bekijken want Wim had tijdens het koken iets afgegoten en daar kwamen ze op af.

We hebben vanmorgen heerlijk uitgeslapen, want het bleef lang koud: om acht uur was het pas acht graden en het duurde lang voor de zon boven de bomen uitkwam en voor wat warmte zorgde.  We bevinden ons maar zes kilometer van Maryville en daar heeft een inwoner van die plaats een prachtige tuin ontworpen met allerlei beelden: Bruno’s Sculpture Garden, waar je tegen betaling rond mag wandelen.

We hebben er ruim een uur doorgebracht en zijn zelfs twee keer rondgelopen, elke keer zie je weer iets nieuws.

Daarna rijden we naar de Steavensons Falls en na een korte wandeling zien we een prachtige waterval.

De zon schijnt volop dus gaan we al vrij vroeg naar een kampplaats: Cooksmill Campground in het Cathedral Range State Park en weer lukt het om een leuk plekje te vinden.

Na een late lunch verkennen we de omgeving waarna we genieten van het mooie weer. We zien al snel een wallaby en enkele kangoeroes, ook de kookaburra’s laten van zich horen…….. zouden hier ook possums zitten ?

Verslag 66

Ook hier in het bos van Cathedral Range State Park leven possums. Toen we gisteravond bij het kampvuur zaten hoorden we geritsel en bleek het dat er twee possums in de boom, die vlakbij ons staat, huisden. Deze zijn echter vrij schuw en vluchtten regelmatig het bos of de hoge takken van de boom in.

We verblijven nog in hetzelfde park, dit keer heeft Wím last van z’n rug, zodat we een dagje rustig aan doen. (Met het ouder worden komen de gebreken !!)

We maken alleen een korte wandeling langs het beekje dat hier stroomt en verder luieren we met een leesboek en doen een spelletje.

De temperatuur is weer flink omhoog gegaan en ligt rond de dertig graden, zodat we de meeste tijd in de schaduw doorbrengen. Maar net als gisteren koelt het tegen de avond toch aardig af en gaan we straks ons laatste hout opbranden, dat zal nog een flink kampvuur worden !

Verslag 67

We hadden gister een perfecte avond bij het kampvuur met boven ons een heldere sterrenhemel. Het was windstil en de temperatuur kwam niet onder de achttien graden. Tegen schemertijd kwam er een kangoeroe familie rustig grazen in de buurt van onze kampplaats, het jonkie dronk nog bij z’n moeder uit de buidel. Net voor het donker werd zagen we, op nog geen tien meter afstand, een grote donkere wombat lopen, die even later in de struiken verdween. Ook de possums zijn minder verlegen en komen regelmatig even langs, zelfs onder de luifel. De kampplaats is zo goed als leeg (gisteren stond er nog een hele schoolklas op het terrein), waardoor de dieren weer meer in de buurt komen.

Vanmorgen is het bewolkt en zelfs een beetje vochtig, we verlaten het park en rijden eerst naar Alexandra waar we ons vuil lozen, diesel en water tanken. Via Merton gaan we naar Gooram om de  waterval daar  te bekijken. Ondertussen heeft het al geregend waardoor de wegen glad zijn geworden, het is echt oppassen met rijden zeker bergafwaarts. De Gooram Falls stellen nu niet zoveel voor omdat er niet veel water is, maar na veel regen zal het zeker mooi zijn (misschien morgen al !), wel is de omgeving prachtig !

Bij Euroa heb ik net een foto gemaakt van een grote magpie wanneer het écht begint te regenen en dat doet het nog steeds wanneer we tegen half twee in Shepparton boodschappen gaan doen.

Sinds lange tijd nuttigen we een warme maaltijd in het winkelcentrum zodat Wim vanavond niet hoeft te koken, want er is nog veel meer regen met onweer voorspeld. Achteraf komt dit helemaal goed uit, want bij het inpakken van de boodschappen verrekt Wim z’n rug waardoor hij voorlopig niet veel kan. We wijken uit naar een caravanpark (Vara-Ville Village) waar we een plek met “ensuite” krijgen, bovendien kunnen we hier onder een groot afdak zitten.

Vanaf een uur of zes regent het constant en flink hard ook, maar dat maakt nu niks uit, wij zitten heerlijk droog !!

Verslag 68

Het heeft nog heel wat geplensd vannacht maar vanmorgen is het weer droog en laat de zon zich ook weer zien. Wim moet nog wel heel voorzichtig doen met z’n rug maar we trekken toch weer verder. Deze kampplaats was prima voor één nacht , maar wij staan nu eenmaal liever in de natuur. We rijden terug naar Shepparton waar het museum “Move” staat, een gebouw waar behalve oldtimers ook prachtige vrachtwagens, motoren en fietsen  staan.

Er is zelfs een afdeling met kleding die in de vorige eeuw gedragen werd.

(Ook hier kennen ze molens, maar meer voor de show !)

Tegen de middag rijden we richting de rivier de Murray, hier willen we de komende dagen gaan staan,wel steeds verhuizend naar een ander plekje.

We vinden een prachtige plaats aan het water, af en toe komt er een auto voorbij en op het water een speedboot, maar verder staan we er helemaal alleen, zelfs de kaketoes laten ons met rust.

Tegen de avond hebben we een prachtige zonsondergang en natuurlijk maken we weer een kampvuurtje !

Verslag 69

We werden vanmorgen gewekt door enkele lawaaierige kaketoes, maar het waren er bij lange na niet zoveel als normaal aan de Murray, we zien nu veel meer kookaburra’s. We blijven nog geruime tijd staan op ons mooie plekje, ook omdat we het verslag nog af moeten maken: gisteravond kwamen er opeens allemaal vliegjes en motjes op het licht van de laptop af en konden we echt niet verder met de foto’s. Ook de afwas heb ik laten staan tot vanmorgen, de irritante beestjes kwamen op al het kunstlicht af. Tegen twaalven hebben de camper weer startklaar om verder te trekken, we rijden echter slechts drie kilometer en vinden dan alweer een mooie plek aan de rivier, nog steeds in de buurt van de plaats Barmah.

We kunnen hier iets meer in de schaduw zitten en ook is er meer “leven” aan de andere kant van het water, de New South Wales kant. De Murray vormt namelijk lange tijd de natuurlijke afscheiding tussen de staten Victoria en N.S.W.. Het is tevens de langste en belangrijkste rivier van Australië met een lengte van 1883 kilometer.

Het waterniveau kan erg verschillen: we hebben het heel laag gezien maar ruim twee jaar geleden hadden ze in grote gebieden te maken met overstromingen die toen veel schade aangericht heeft. Ook nu zijn er weer veel bomen waarvan de wortels bijna geen aarde meer hebben, deze zullen binnenkort wel in de rivier vallen, zoals er al zoveel takken en hele bomen in het water liggen.

Vanmiddag hebben we dan eindelijk het hout gekloofd dat we enkele dagen terug al gekocht hadden  maar waar we, vanwege rugproblemen, nog niets mee gedaan hadden. Maar ook vandaag ligt er weer hout “voor het oprapen” langs het water, dus ook nu hebben we het gekochte hout niet eens nodig !

Verslag 70

(Gelukkig hoefden we niet over de oude, houten Stewarts Bridge bij de Goulburn River, maar is er een nieuwe brug naast gebouwd !)

Vandaag (zondag 23 maart) hebben we Echuca bezocht, de interessantste plaats aan de Murray River en al ontstaan in 1864 toen de spoorlijn vanuit Melbourne de rivierhaven bereikte, vanwaar ze katoen, hout, vee en mensen konden vervoeren.

Met zijn raderboten op de diepe Murray werd het plotseling de belangrijkste binnenhaven van Australië met een kade van acht honderd meter lang, gebouwd van rode gombomen.

Bij de oude “port of Echuca” boeken we voor ’s middags een riviercruise van een uur en bekijken er vervolgens de omgeving met z’n oude gebouwen.

(Een beetje groot voor een kampvuur !)

Ook gaan we bij een “wijnhuis” (St. Anne’s vineyards) naar binnen voor een proeverij en komen daar later met twee flessen mousserende wijn weer naar buiten.

De boottrip op de Murray is interessant, we zien veel oude rader- en woonboten en, omdat het weekend is, veel mensen op het water.

De temperatuur stijgt weer naar de achtentwintig graden, dus na de cruise gaan we op zoek naar een overnachtingsplek aan de Murray die we vinden op ruim tien kilometer afstand van de stad.

We staan op een open plek in een bocht van de rivier en zien heel wat vaartuigen voorbij komen: waterskiërs, jetski’s, snelle speedboten en woonboten waarvan de schipper soms moeite heeft om koers te houden, we zitten echt “voor een briefkaart op de eerste rang” ! 

Het bevalt ons nog steeds prima aan de Murray en morgen zoeken we gewoon weer een ander plekje aan dezelfde rivier !

Verslag 71

Wanneer we in het zuidoosten van Australië zijn proberen we altijd meerdere dagen door te brengen aan de Murray. Het is relaxed om hier te staan en je bent er één met de natuur, toch betekent dit ook dat we “aan het werk” moeten: de camper heeft weer een schoonmaakbeurt nodig en de Murray geeft voldoende water ! Vanmorgen zijn we zo’n honderd meter verhuisd naar een plekje in de schaduw én waar we de mogelijkheid hebben om bij de rivier te komen.

Ik heb dan ook heel wat bakken water naar boven gesjouwd en samen hebben we de camper al aardig schoongepoetst.

Gelukkig komen er vandaag niet zoveel boten langs varen, want dan is het water meteen troebel en vol zand wat niet handig is met poetsen.

We zijn heel blij met onze mooie plaats in de schaduw want zelfs daar is het nog dertig graden, in de zon is het nu niet uit te houden.

Tegen de avond gaat de barbecue aan en omdat het dan ook weer flink afkoelt is vervolgens een kampvuurtje altijd weer verwarmend en gezellig !

Verslag 72

Gisteren, tegen de avond, legde een luxe woonboot vlak bij ons aan. Zo’n boot, met platte onderkant, bestaat meestal uit twee verdiepingen: onderin bevindt zich de simpele stuurplaats, een mooie ruime keuken, vier slaapkamers met badkamer en soms is er ook nog een bubbelbad. Boven heb je een grote ruimte met barbecue waar je kunt  eten of relaxen. Meestal worden deze woonboten voor enkele dagen én met meerdere personen gehuurd om de Murray een stuk af te zakken. Het is voor hen net zoiets als voor ons een “weekendje Center Parcs” ! Wij zijn vanmorgen eerst teruggereden naar Maoma, een grotere plaats vlakbij Echuca, maar dan aan de andere kant van de rivier in New South Wales. Hier hebben we boodschappen gedaan, ons afval geloosd en de jerrycan met water bijgevuld. Het was de bedoeling om het (oudste) Holden Motormuseum te bekijken in Echuca, maar deze is helaas een jaar geleden definitief gesloten. Vervolgens zijn we weer op zoek gegaan naar een nieuw plekje aan de Murray in Victoria. We rijden weer over slechte onverharde wegen door de bossen tot we iets vinden wat ons aanstaat.

We maken er een luie dag van, Wim heeft gisteren teveel gedaan en heeft weer flink last van zijn rug, bovendien is het écht warm vandaag: tweeëndertig graden, te warm om te poetsen. Rond acht uur ’s avonds is het nog bijna dertig graden dus een kampvuur hebben we nu niet nodig !

Verslag 73

De Murray is een rivier met ontzettend veel bochten en behalve dat de boeren het water gebruiken voor irrigatie, is de rivier vooral belangrijk voor recreatie.

Op het water heb je de vele boten, waterskiërs en kanoërs,  langs de kant wordt er gevist en veel gekampeerd. Ook vanmorgen zijn we weer vertrokken van onze overnachtingsplaats, het bleek dat we ’s middags  te veel in de zon stonden waardoor we achter de camper moesten zitten.

Zes jaar geleden hebben we met Dennis ook diverse dagen aan de Murray gestaan en hadden toen een prachtig plekje gevonden waar we meerdere dagen verbleven en waarvan ik de coördinaten nog had. Natuurlijk is er ondertussen de enorme overstroming geweest in oktober 2022 waardoor maandenlang alles onder water stond en er veel verwoest is, maar we hoopten de plek nog terug te vinden. Na  zo’n dertig kilometer rijden verder westwaarts komen we dicht in de buurt, maar de plaats ziet er nu heel anders uit: overal zijn dijkjes aangelegd om te voorkomen dat, bij hoog water, alles weer onderloopt.  Toch vinden we een prachtige plek die veel lijkt op wat we zochten en hier parkeren we onze camper, waarschijnlijk voor twee dagen.

Wim kan hier goed vissen en vangt zowaar vier karpers en vier voorns, de beste score deze reis !

We kunnen de hele dag in de schaduw zitten en het is hier heel rustig: er is geen auto langs gekomen, alleen over het water passeren enkele bootjes.

Wél vinden de kaketoes het blijkbaar ook een mooie plek, want die zijn weer volop aanwezig !

Verslag 74

We werden vanmorgen gewekt door de kaketoes, maar na een half uurtje krijsen zat hun ritueel erop en de rest van de dag zijn ze redelijk rustig geweest. Zoals gezegd blijven we nog een dag op hetzelfde plekje staan, Wim kan hier goed vissen en met ruim dertig graden is het fijn dat er genoeg schaduw is. Ook nu vangt hij weer enkele grote karpers en een paar voorns.

Maar we hebben ook tijd om de camper verder schoon te maken en deze staat nu bijna geheel in de was.

Gisteravond begon het hard te waaien waardoor we ervan af zagen om een kampvuur te maken, nu hebben we, uit voorzorg, de camper alvast een stuk gedraaid zodat we uit de wind kunnen zitten én een vuur kunnen maken.

Het is inmiddels half tien, er ligt een hele berg hout klaar, maar het is nog steeds ruim vijfentwintig graden en bijna windstil, we bekijken het kampvuur dan ook vanaf ruime afstand !!

Verslag 75

Toen we vanmorgen wakker werden was het bewolkt en dat blijft het de hele dag, wel is het al tweeëntwintig graden, ideaal weer om de bovenrand van de camper in de was te zetten, waarvoor eerst het dak naar beneden moet. Nadien vertrekken we van ons leuke plekje en komen via onverharde wegen door het bos weer uit op de Murray Valley Highway. 

Onderweg droppen we ons afval in een publieke container en in Cohuna is een watertappunt waar we onze jerrycan weer vullen. Daarna verlaten we de hoofdweg weer en rijden via de River Track langs de Murray op zoek naar een nieuwe overnachtingsplaats. We zien een groepje emoes die zich snel verschuilen achter de bomen en dan bijna één zijn met de omgeving.

We zijn nu niet in de buurt van woonplaatsen waardoor het erg rustig is, we zien helemaal niemand in de bossen rijden en ook op het water zijn geen boten te bekennen. We staan nu op een plekje bij een bocht in de rivier en genieten van de stilte.

(Er moet even een stoel gerepareerd worden, volgende keer zullen we toch echt nieuwe moeten kopen !)

(Er ligt weer genoeg brandhout in het bos voor het oprapen !)

Wim probeert nog even te vissen, maar er is teveel stroming in het water.

Iets na zevenen komt ineens de zon toch nog even tevoorschijn en zorgt voor een schitterende lucht !!

Verslag 76

Gisteravond begon het zachtjes te regenen, we zaten prima onder de luifel met het getik boven ons en een prachtig groot kampvuur voor ons. De hele nacht hield de regen aan, pas vanmorgen rond negenen werd het droog en kwam langzaam de blauwe lucht tevoorschijn. We trekken weer verder en rijden nog lange tijd door de bossen van Gunbower N.P., waar we tientallen kangoeroes verschrikt weg zien springen en even later verbaasd stil zien staan, er komen blijkbaar niet veel auto’s door hun gebied.

Ook een grote groep emoes heeft een mooie plek gevonden bij een groene oase maar loopt de bossen in wanneer wij in de buurt komen.

We bekijken de plaatsjes Koondrook en Barham die tegenover elkaar liggen aan de Murray en veel historie hebben over de scheepvaart uit begin twintigste eeuw.

Dan gaan we richting Swan Hill en stoppen zo’n vijftien kilometer voor die plaats bij “Pental Island”  waar weer diverse mooie plekjes zijn aan de Murray. We vinden het nog steeds heel leuk om aan de rivier te staan, vrij in de natuur met uitzicht op het water en tot nu toe steeds zonder andere kampeerders in de buurt !

Verslag 77

Vanmorgen zijn we naar Swan Hill gereden waar zich het oudste openluchtmuseum van Australië bevindt: Pioneer Settlement. Hier zie je hoe in vroeger tijden de mensen aan de Murray leefden, op en langs het water.  Een heel dorp is nagebouwd met school, kerk, smid, diverse winkels en natuurlijk een raderboot, die al stamt uit 1876.

Ook kun je meerijden in een honderd jaar oude oldtimer of een rondrit maken met paard en wagen.

We wandelen hier zo’n drie uur rond terwijl er een orkestje bekende liedjes speelt, we uitleg krijgen over het boterkarnen, de smid meerdere ijzers in het vuur heeft en we allerlei bedrijfjes van binnen bekijken.

Je kunt hier ook weer een boottocht maken, maar dit hebben we vorige week al gedaan in Echuca, bovendien loopt de temperatuur aardig op en hebben we inmiddels genoeg gezien. Tegen half drie verlaten we Pioneer Settlement en nadat we, voor de laatste keer, onze levensmiddelen bij een supermarkt hebben aangevuld rijden we naar de mooie plek waar we afgelopen nacht ook stonden, het wordt tevens onze laatste overnachting aan de Murray. Onze reis is bijna ten einde, morgen gaan we rustig aan richting Melbourne rijden, onderweg nog enkele stops makend en natuurlijk moet er nog van alles gewassen en schoongemaakt worden voor we naar huis vliegen. We hebben in ieder geval weer prachtige nieuwe herinneringen aan onze tijd aan de Murray !

Verslag 78

Vandaag (31 maart) hebben we twee honderd kilometer afgelegd en bevinden ons nu in de buurt van Bendigo. Al vrij snel maken we een stop bij Lake Boga waar je bij het gelijknamige meer de golven op het water ziet. De laatste dagen staat er steeds een krachtige wind uit het zuiden, maar aan de Murray stonden we mooi beschut.

Ook bekijken we bij Lake Boga prachtig beschilderde silo’s.

Vanaf de plaats Kerang rijden we over de Loddon Valley Highway, een geasfalteerde weg met veel hobbels en spoorvorming. De omgeving is saai: vlak en droog. De koeien en schapen moeten bijgevoerd worden want nergens is gras te bekennen en wanneer er ergens een boer aan het werk is op het land zie je een grote stofwolk achter z’n machine. Toch vinden we nog een leuk plekje om te picknicken langs de weg bij een lagoon, het lijkt hier weer op de Murray.

Tegen half vier stoppen we bij Notley Camping Area, behorend bij Greater Bendigo N.P., waar al diverse kampeerders staan, dat hebben we de afgelopen tien dagen niet meegemaakt ! Ook zijn hier weer (simpele) toiletten, aan de Murray groeven we een gaatje om onze behoefte in te doen, wat voor ons geen enkel probleem was.

We maken nog een korte wandeling, die hier bij de kampplaats aangegeven staat, maar deze stelt niet veel voor.

Daarna wordt het weer tijd voor een spelletje Carcassonne, ons (bijna) dagelijks ritueel. Helaas heeft Wim me weer ingehaald en staat zelfs flink voor, maar het gaat om het spel, niet om het winnen (al baal ik toch wel een beetje dat ik zover achter sta !) !! Wanneer je met meerdere op een kampplaats staat komt er meestal wel een Australiër naar je toe voor een praatje, zo ook vandaag.

We hadden net het avondeten op toen er zelfs twee mannen, met een biertje in de hand,  naar ons toe kwamen, het blijken “goudzoekers” te zijn, maar dan voor de hobby. We hebben uren lang heel gezellig gekletst, al gaat één van de twee eerder weg vanwege de kou (er staat nog steeds een harde wind en het koelt af naar twaalf graden.)  De andere man heeft veel interessante verhalen te vertellen én lust ook wel een wijntje en een whiskey. Voor het eerst deze reis gaan we pas na twaalven naar bed, wel met de nodige alcohol op om warm te blijven !

Verslag 79

We zijn vanmorgen vrij laat opgestaan, hier is de herfst begonnen en het blijft lang fris, pas wanneer de zon boven de bomen uitkomt is het aangenaam. Nadat we het verslag van gisteren hebben afgemaakt (daar had ik vannacht geen zin meer in !) rijden we zo’n twintig kilometer om uit te komen in Marong bij een Big4 Holidays Park. Het wordt tijd om al het beddengoed en de vuile handdoeken te wassen en ook de kleding voor in het vliegtuig moet wél schoon zijn en dat alles doe ik het liefst op een camping waar meerdere wasmachines zijn. We kunnen dan ook meteen de accu’s en andere elektronische apparaten weer opladen en een heerlijke warme douche is ook niet verkeerd.

We boffen nog steeds met het weer dat ’s middags uitkomt op zes en twintig graden en de was is dan ook vrij snel droog. Het is maar goed dat er verder niemand wilde wassen want ik heb alle lijnen nodig ! Ook zijn we nog wel even bezig met de laatste schoonmaakwerkzaamheden, maar rond vijven zijn we helemaal klaar en kunnen we, na een warme douche, nog lange tijd genieten van de zon.

Ons resten nu nog twee hele dagen voor we naar huis vliegen dus morgen gaan we Bendigo verkennen !

Verslag 80

We hebben een leuke, gevarieerde dag gehad. Nog geen tien kilometer verwijderd van onze overnachtingsplek staat een heel groot apart gebouw: the Great Stupa of Universal Compassion, een soort pagoda en de grootste in de Westerse wereld.

Dit is het meest heilige gebouw van het Boeddhisme, we mogen er rondwandelen en het gebouw van binnen bekijken.

De Stupa heeft dezelfde vorm en afmetingen als de Gyantse Stupa (Kumbum) in Tibet: achtenveertig meter hoog en vijftig meter breed.

We zien allerlei Boeddha’s waarvan de  geheel uit jade gekerfde, wel de meest bijzondere is.

Vervolgens rijden we naar Bendigo waar we de Central Deborah Gold Mine bekijken.

In 1851 is er voor het eerst goud gevonden rond Bendigo en tot aan 1954 is er in totaal 24,7 miljoen ounces gevonden, waarmee het duidelijk de rijkste stad van Victoria werd en de één na belangrijkste van heel Australië.   De mijn die wij ingaan (62 meter naar beneden) is in gebruik geweest van 1939 tot 1954 en heeft 929 kilo goud opgeleverd.

Tegenwoordig wordt er nog altijd goud gewonnen in de buurt en er is een tunnelsysteem van meer dan 153 kilometer onder de grond, vaak op wel anderhalve kilometer diepte.

Wanneer we ruim een uur later weer boven de grond zijn gaan we een stukje zuidwaarts en stoppen bij St. Anne’s Winery in Ravenswood waar we een wijnproeverij’tje doen en aansluitend een flesje mousserende Shiraz nuttigen met een uitgebreide kaasplank erbij. Toen we laatst in Echuca waren hebben we, heel toevallig, dezelfde wijn geproefd.

Vlakbij bevindt zich Oak Forest Recreation, een mooie plek in het bos waar we gratis kunnen kamperen en zelfs weer een kampvuurtje mogen maken, waarschijnlijk de laatste deze trip !

Laatste verslag

Ook vanmorgen waren we weer vrij laat uit bed, tegen negenen is het nog geen tien graden. Gelukkig komt de zon weer tevoorschijn waarna het prima weer wordt om koffers te pakken. Er staat namelijk een grote picknicktafel vlakbij zodat we besloten om hier in het bos alvast alle spullen wij elkaar te zoeken. Tegen twaalven zijn de koffers grotendeels gevuld al zijn er natuurlijk enkele artikelen die we vandaag en morgenvroeg nog nodig hebben.

We rijden ruim tachtig kilometer richting Melbourne en stoppen bij Treetops Camp & Activity Centre in Riddells Creek waar we al diverse keren gestaan hebben. Deze kampplaats ligt namelijk dichtbij de plek waar we onze camper stallen (Clarkefield), dus daar kunnen we morgen binnen een half uur naartoe rijden en daarvandaan gaan we met een taxi naar het vliegveld.

We zijn blij dat we vanmorgen al gepakt hebben want het weer wordt er niet beter op: het is de meeste tijd bewolkt en dan meteen erg fris, ook begint het aan het eind van de middag te miezeren. We hebben de luifel niet meer uitgerold, want deze is mooi droog en dat willen we zo houden.

Voor zessen zitten we zelfs al in de camper en gebruiken daar ook de avondmaaltijd. Het wordt nu écht tijd dat we naar huis gaan, het was vandaag in Holland net zo warm als hier (19 graden) !

We hebben weer een prachtige reis gemaakt (en bijna negen duizend kilometer afgelegd) en al die tijd schitterend weer gehad, slechts drie keer hadden we overdag regen en dat in drie maanden tijd ! Thuis wacht ons weer een drukke, maar gezellige tijd en natuurlijk hebben we alweer diverse plannen voor volgende trips, want zolang we gezond zijn blijven we reizen !

Kreta 2024 met onze kinderen en kleinkinderen

Verslag 1

Onze eerste vliegreis was in 1993: een week naar het Griekse eiland Kreta en ook al heeft Wim daar toen twee dagen op bed gelegen vanwege een voedselvergiftiging (de dokter moest er zelfs aan te pas komen), toch was het een hele belevenis voor ons en hebben we veel van het eiland bekeken. Nu, eenendertig jaar en vele vliegreizen verder, gaan we er weer naartoe. Dit keer twee weken samen met onze kinderen en kleinkinderen. We hebben een villa gehuurd met zwembad en beschikken de hele periode over twee auto’s, we gaan Kreta herontdekken ……… we hebben er zin in !

Nadat we vanmorgen (zaterdag 19 oktober) al heel vroeg uit de veren moesten, we vliegen al om acht uur vanaf Eindhoven, komen we na een heel ontspannen vlucht (met één uur tijdsverschil) rond de middag aan in Iraklion waar de twee auto’s voor ons klaar staan.

We moeten eerst ruim een uur rijden voor we arriveren  in Rethimnon en hier wordt  het even zoeken naar ons onderkomen: villa Harmony. We missen een smalle afslag steil omhoog waardoor we gaan dwalen en pas tegen vieren aankomen bij de drie verdiepingen tellende villa waar we vriendelijk worden ontvangen door de (jarige) eigenaresse.

Binnen staan een fles wijn, olijfolie, raki, olijven, paprika’s en tomaten voor ons klaar, allemaal uit eigen tuin, en later krijgen we ook nog taart aangeboden van de jarige !

De jongens gaan meteen het zwembad in en ook Dennis plonst het, door de zon verwarmde, water in.

Natuurlijk moeten er ook nog een heleboel boodschappen worden gedaan, maar rond zeven uur zitten we met z’n allen aan de warme maaltijd. Tot laat in de avond verblijven we buiten (wel met een vest aan), een prima begin van twee weken “Kreta” !

Verslag 2

We hebben allemaal heerlijk uitgeslapen en na een laat ontbijt buiten op het grote balkon rijden we naar Rethimnon waar boven de binnenhaven het Fortétsa de stad beheerst. We komen er via zeer smalle straatjes waar het eigenlijk alleen voor voetgangers toegankelijk is !

Het Venetiaanse fort is gebouwd rond 1580  om de Turkse aanvallen op de stad het hoofd te bieden.

De verdedigingsmuren zijn nog grotendeels in tact, maar binnen is een groot deel tot ruïne vervallen, al staat er nog wel een kerkje en een mooie, gerestaureerde moskee.

Hier wandelen we enkele uren rond en keren dan terug naar “ons huisje” waar we allemaal het water ingaan al valt de temperatuur ervan wat tegen !

Tegen de avond gaat de barbecue aan en weer blijkt dat alles hier prima geregeld is: zelfs voor briketten en hout is gezorgd.

Nadien zitten we nog een tijdje bij een verwarmend vuurtje waarna we naar binnen verhuizen en nog lange tijd diverse spelletjes spelen, de favoriete bezigheid van de hele familie !

Verslag 3

We hebben een heel leuke, gevarieerde dag gehad: via het bergdorp Spili, waar we een klooster en de Venetiaanse fonteinen met leeuwenkoppen bekijken, rijden we naar het vissersdorp Agia Galini.

Hoog boven de haven staan de beelden van Icarus en Daedalus, bekend van de Griekse mythologie.

We strijken neer bij een leuk restaurantje met uitzicht op de haven en genieten van het heerlijke Griekse eten met vooral veel verse vis.

We vervolgen onze weg naar Mátala waar in de zandstenen rotsen boven het strand al in de Romeinse tijd grotten zijn uitgehakt die toen dienst deden als begraafplaats. Later werden deze als rotswoningen gebruikt door de eerste Christenen en korter geleden door hippies.

Tegenwoordig kun je ze, tegen een kleine vergoeding, bezichtigen en we klimmen dan ook allemaal de rotsen op om enkele grotten van binnen te bekijken.

Marcel, Stijn en Ruben klauteren helemaal omhoog tot ze alle woningen gezien hebben.

Nadien zoeken we verkoeling in het water van de Middellandse Zee dat nog een prima temperatuur heeft.

Daarna moeten we nog anderhalf uur rijden voor we, inmiddels in het donker, terug zijn bij ons onderkomen, waar we nog geruime tijd buiten zitten, nagenietend van de prachtige dag !

Verslag 4

Na de drukke dag van gisteren doen we het vandaag kalm aan en brengen de meeste tijd in en rond het zwembad door.

Pas tegen vijven rijden we naar het oude centrum van Rethimnon en kunnen nog net twee plekjes vinden om onze voertuigen te parkeren in een lange rij auto’s bij de haven.

Nadat we een tijdje rondgelopen hebben, we kijken zelfs nog even naar een internationale wedstrijd voetbal voor zes personen,

strijken we neer bij een leuk Grieks restaurantje waar het eten weer prima smaakt, voor een redelijke prijs.

Nadien wandelen we nog even naar de haven en ook hier barst het van de restaurantjes. Zelfs “the Seven Brothers”, waar Wim z’n voedselvergiftiging heeft opgelopen bestaat nog !

Bij terugkomst bij de auto’s zit er helaas bij beiden een bekeuring (40 euro) achter de ruitenwissers voor verkeerd parkeren,….. wordt het toch nog een duur etentje !

Verslag 5

Op het bergachtige Kreta kan je door verschillende kloven wandelen, de bekendste is de Samaria-kloof, maar deze is achttien kilometer lang, (we hebben hier eenendertig jaar geleden doorheen gelopen). Een goed alternatief is de Imbros-kloof, deze is acht kilometer lang en gaat bergafwaarts, wat minder vermoeiend loopt, maar toch een aanslag op je knieën is.

De tocht is werkelijk schitterend en de kloof is op z’n smalst slechts één meter zestig breed.

We hebben er zo’n vier uur over gedaan en aan het eind kan je met een taxibusje terug naar het beginpunt, al was deze rit niet echt comfortabel: op een houten bankje achterin de auto en dan constant door bochten rijdend !  Eenmaal terug bij de auto’s moesten we nog ruim een uur crossen voor we terug waren bij onze “villa”, waar de barbecue weer aanging.

Weer hebben we een prachtige dag gehad, al zullen we morgen wel spierpijn hebben !

Verslag 6

Vlakbij Iraklion, de hoofdstad van Kreta, bevindt zich in Knossos een oude ruïne van een Minoïsch paleis gebouwd omstreeks 1700 v. C. en één van de bekendste bezienswaardigheden van het eiland. Natuurlijk willen wij dit ook bekijken en na anderhalf uur rijden komen we aan bij de opgravingen van Knossos waar het eind oktober nog flink druk is.

Tussen 1900 en 1929 (n.C.) is het paleis gedeeltelijk gerestaureerd maar niet op een mooie manier: er is veel beton gebruikt en ook zie je veel hekwerk en metalen buizen om muren te stutten.

Wij vinden het dan ook erg tegen vallen en zijn na een uur wel uitgekeken.

We rijden nog even langs de haven van Iraklion en gaan dan terug richting Rethimnon. Tegen drieën stoppen we bij het kustplaatsje Bali waar we bij een leuk restaurantje weer een heerlijke maaltijd nuttigen,

om vervolgens naar het lager gelegen zandstrandje te lopen waar Marcel, Dennis en de jongens nog even de zee induiken. Marieke en ik houden het bij pootje baden.

Het water is met vierentwintig graden warmer dan de buitentemperatuur die vandaag blijft steken bij eenentwintig. Het blijkt de laatste week te zijn in Bali dat alles geopend is, het toeristenseizoen is hier bijna afgelopen.

Nadat we in Rethimnon nog wat boodschappen hebben gedaan is het alweer donker voor we thuis zijn, toch springen Stijn en Ruben ook hier nog even het zwembad in, het zijn echte “waterratten” !

Verslag 7

De wegen op Kreta zijn vaak vol bochten maar wel in goede staat, alleen de binnenwegen zijn soms onverhard. In de grotere steden is het, behalve met het drukke verkeer, erg opletten met de vele scooters die je aan alle kanten voorbij schieten. Ook hebben de voetgangers altijd voorrang waardoor je regelmatig op de rem moet trappen. Vanmorgen hebben we, in het noordwesten van het eiland, de pittoreske stad Chania bezocht, ook wel “de diamant van Kreta” genoemd. Na een rit van ruim een uur komen we uit bij de Venetiaanse haven waar zich ook weer een fort (Firkás) bevindt, dat in vroeger tijden de stad bewaakte.

Het hele havengebied doet Italiaans aan en ziet er erg gezellig uit.

Aan het eind van de havenmuur staat een opvallende vuurtoren en ook de moskee van de janitsaren uit 1645 (het oudste Osmaanse gebouw op het eiland) kun je niet missen.

Dit keer eten we niet in de bezochte plaats maar keren terug naar onze verblijfplaats waar het ons aan niets ontbreekt. Tot zes uur vermaken we ons beneden bij het zwembad tot het te koel wordt en we twee verdiepingen hoger gaan waar we zowel binnen als buiten kunnen zitten en ’s avonds een heerlijke, door Marcel en Marieke bereide, spaghetti nuttigen !

Verslag 8

Ook vandaag zijn we weer op pad geweest en wel naar de zuidkant van het eiland, dwars door de prachtige bergen waar, op een afgelegen locatie, hoog boven de Libische Zee het prachtige klooster Moni Préveli staat dat een belangrijke rol speelde bij de evacuatie van geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De gebouwen liggen gegroepeerd rond een groot binnenplein uit 1731, er staat een 19de-eeuwse kerk en er is een klein museum met religieuze voorwerpen te bezichtigen.

Verder landinwaarts zijn de restanten van het originele 16de-eeuwse oude klooster (Káto Préveli) nog te zien langs de rivier de Megapotomos, waar zich ook een mooie oude brug over het water bevindt.

We rijden door naar Plakiás met z’n lange strand omringd door hoge bergen.

Het is er echter nogal winderig dus wijken we uit naar het strand van Damnóni, waar we eerst een leuk restaurantje opzoeken gelegen aan het water. Weer kiezen we een heerlijke vismaaltijd uit en zijn we, met een halve liter bier erbij, nog geen twintig euro p.p. kwijt.

Wat ook leuk is: overal krijg je, na de maaltijd, nog een extraatje. We hebben al watermeloen gehad, een puddinkje met een likeurtje, een ijsje en een heerlijk stuk gebak.

Nadien gaan Dennis, Marcel en de jongens de zee in, Wim, Marieke en ik vinden het te fris en genieten van de prachtige omgeving.

Op de terugweg rijden we weer door de schitterende Kourtaliótiko- kloof waar we nog even stoppen voor we richting Rethimnon rijden.

Weer hebben we een prachtig stukje van Kreta gezien. Bij aankomst is ons onderkomen helemaal schoongemaakt en zijn ook de bedden en handdoeken verschoond, we zijn heel blij met onze keuze voor “villa Harmony” !

Verslag 9

We zijn nu een week op het eiland en hebben al ontzettend veel gezien, vandaag blijven we dan ook een dagje bij de villa relaxen en voor het eerst slapen we heerlijk uit. Toch zijn we niet héél laat op, omdat de klok een uur terug gezet wordt, net als in Nederland gaat hier de wintertijd in.

We zitten bij het zwembad wanneer de buurvrouw, eigenaresse van onze villa, langskomt met tomaten, paprika’s, olie en kaas. Ze vertelt ons van alles over haar “landgoed” waar ze zelf wijn, raki en olijfolie maken en natuurlijk hebben ze ook vaten vol met olijven.

We krijgen een nieuwe voorraad wijn en olijven van haar omdat we nog een week blijven. Ze is al tachtig jaar en drinkt elke dag raki en wijn samen met olijven en kaas, zo blijft ze, net als de meeste Grieken, jong !

Het is vandaag heerlijk onbewolkt weer en zo’n twee en twintig graden, we blijven dan ook tot bedtijd buiten. Na een maaltijd van de barbecue gaan er extra takken (van de olijfbomen) op het vuur als afsluiting van een prachtige dag !

Verslag 10

Kreta is het grootste eiland van Griekenland met een lengte, van oost naar west, van twee honderd en vijftig kilometer, de breedte varieert van twaalf tot zestig kilometer en de kustlijn bedraagt ruim duizend kilometer. Bij Rethimnon zitten we aardig centraal om alles te bekijken, maar toch moeten we vandaag zo’n honderd veertig kilometer afleggen om bij Spinalonga te komen, gelegen in het oosten in de buurt van Agios Nikólaos. Spinalonga is een eilandje in de golf van Elounda waar een 16de-eeuws Venetiaans fort op staat.

Nadat het jarenlang aanvallen van de Turken had doorstaan, deed het tot rond 1955 dienst als leprozenkolonie. Vanuit het haventje van Pláka varen we naar het eilandje waar we twee uur rondwandelen en omhoog klauteren naar de top. Het is heel interessant om te zien hoe hier zo’n elf honderd zieke mensen gewoond hebben.

Tegen tweeën varen we terug en rijden naar het vlakbij gelegen Elounda waar het heel druk is vanwege Óchi-dag (Nee-dag)), een nationale gedenkdag die jaarlijks op 28 oktober wordt gehouden.

Er wordt herdacht  dat de Grieken in de Tweede Wereldoorlog het ultimatum van Mussolini afwezen om het Italiaanse leger toegang tot Grieks grondgebied te verlenen. In Elounda rijden we over een smalle dam naar het bijbehorende schiereiland, ook Spinalonga genaamd, waar we een stuk over slechte, onverharde paden rijden (wat eigenlijk niet mag met de huurauto’s !) om vervolgens een wandeling te maken op zoek naar restanten van mozaïeken in een oude kerk die we helaas niet kunnen vinden.

Dan wordt het tijd om terug te keren, we willen via bergweggetjes en het Lasithi-plateau naar Rethimnon gaan wat ontzettend veel tijd kost. Wel is het erg leuk rijden door kleine bergdorpjes waar de restaurantjes vandaag vol zitten en het soms lastig passeren is met auto’s.

We zien diverse oude windmolens die in vroeger tijden het land irrigeerden en bevinden ons lange tijd op 825 meter boven de zeespiegel.

Het begint al te schemeren voor we weer op de grote kustweg zitten en moeten dan nog bijna twee uur rijden.

Bij Iraklion maken we een stop bij een restaurant want onze magen beginnen te knorren, waarna we onze weg vervolgen en tegen negenen bij de villa aankomen.

We zijn precies twaalf uur onderweg geweest. Het was een prachtige, gevarieerde maar ook vermoeiende dag !

Verslag 11

Vanmorgen zijn we naar het prachtige klooster Moni Arkadíou gereden, gelegen op een plateau in het Ida-gebergte en slechts een half uurtje rijden vanaf ons onderkomen.

Het heeft zijn bekendheid vooral te denken aan de collectieve zelfmoord in 1866: na een belegering van twee dagen drongen op 9 november duizenden Turkse soldaten de westelijke poort binnen. In het klooster scholen honderden vrijheidsstrijders met hun vrouwen en kinderen. Ze wilden niet in de handen van de Turken vallen en besloten de kruitvoorraad op te blazen. De meeste Kretenzers in het klooster vonden de dood, evenals honderden Turken.

We bekijken er de prachtige Venetiaanse gevel uit 1587, het gerestaureerde interieur van de kerk en de kruitkamer zonder dak die nog duidelijk de sporen van de explosie draagt.

Ook zijn de schedels van de slachtoffers uit 1866 nog te zien. Het is allemaal erg indrukwekkend en mijn fototoestel maakt weer overuren.

De rest van de dag brengen we bij de villa door, het is nog steeds prachtig weer, we genieten volop !

Verslag 12

Vandaag zijn we de hele dag bij ons onderkomen gebleven. De jeugd sprong regelmatig het water in en vooral Ruben en Stijn houden het er lang vol, al wordt het water alleen door de zon verwarmd en vonden Wim en ik het te koud.

We doen verschillende gezelschapsspelletjes, ook met de jongens en maken een wandelingetje over het terrein rond de villa waar allerlei soorten fruitbomen en natuurlijk heel veel olijfbomen staan.

Tegen de avond gaat de barbecue weer aan gevolgd door een mooi kampvuurtje waar we gezellig geruime tijd bij zitten. We eindigen weer binnen met …..natuurlijk alweer een spelletje !

Verslag 13

Het is vandaag bewolkt en de temperatuur komt niet boven de twintig graden. Toevallig hadden we gepland om naar het CretAquarium te gaan wat inpandig is. Wel moeten we weer anderhalf uur rijden om er te komen want het bevindt zich ten oosten van Iraklion bij Gournes.

We zien er allerlei vissen die leven in de Middellandse Zee en ook schildpadden, koraal en kwallen.

Vervolgens rijden we naar Chersónisos, een populaire plaats voor jongeren en zelfs bekend van het TV programma Oh Oh Cherso.

Wij vinden de plek weinig sfeervol maar toch vinden we weer een leuk restaurantje aan zee waar we weer heerlijk Grieks eten. Wel zie je ook hier dat het einde van het seizoen nabij is.

We rijden nog even naar het “oude” Hersonisos, iets meer landinwaarts, waarna we de lange weg terug naar de “villa” nemen.

Weer is het donker voor we thuis zijn en blijven we ’s avonds binnen, de herfst is nu ook hier duidelijk begonnen.

Op de TV zien we de natuurramp die zich voltrokken heeft bij Valencia met ruim honderd vijftig dodelijke slachtoffers door overstromingen, veroorzaakt door opwarming van de aarde, iets wat we de laatste tijd helaas regelmatig meemaken !

Verslag 14

De laatste dag op Kreta maken we nog een prachtige wandeling door de Mili Gorge welke vlakbij Rethimnon ligt.

We zien onderweg enkele oude kerkjes, watermolens en veel vervallen huizen die in het verleden bewoond zijn geweest.

Er stroomt een kabbelend beekje door de kloof langs de vele ruïnes waarvan we er natuurlijk verschillende van binnen bekijken.

Ook zijn hier vroeger veel olijven geperst waarvan de oude machinerieën nog te vinden zijn.

(Halverwege is er een barretje met een toilet)

We wandelen eerst bergafwaarts maar moeten dezelfde weg (totaal vijf kilometer) weer terug, waardoor we aardig verhit terugkomen bij de auto’s.

Dan rijden we naar het oude centrum van Rethimnon waar we aan de haven voor de laatste keer uit eten gaan.

(Gevaarlijk transport, dit zou in Nederland niet kunnen !)

Marcel en Marieke trakteren ons op een heerlijke vismaaltijd, alvast ter ere van hun twaalf en een half jarig huwelijk op 9 november a.s..

Eenmaal weer bij de villa wordt het tijd om de koffers te pakken, maar eerst gaan de meesten nog een keer de pool in, al is het water nu wel vrij koud.

Wim ontdoet ondertussen, met hulp van Dennis, de auto’s van al het stof zodat we ze morgen redelijk schoon kunnen inleveren.

De laatste avond wordt weer doorgebracht met spelletjes, ook de jongens doen, tot ze naar bed gaan, goed mee !

Verslag 15

We zijn allemaal om zeven uur opgestaan en hebben nog rustig buiten ontbeten. De jongens knuffelen nog een laatste keer met de kitten, die de hele tijd aanwezig was en heel wat stukjes worst en kaas gekregen heeft.

Ook Maria, de tachtig jarige buurvrouw komt ons hartelijk gedag zeggen, waarna we naar de luchthaven in Iraklion rijden. Bij het autoverhuurbedrijf voldoen we onze parkeerboetes, want we hadden geen idee waar we dit anders konden doen.

(Waar heb ik die bon van de bekeuring gelaten !?!)

Onze prachtige, afwisselende vakantie zit erop, we hebben ontzettend veel gezien en gedaan en zo’n zestien honderd kilometer afgelegd met de auto’s. Ook hebben we geboft met het weer al begint het nu echt herfst te worden op Kreta.  Maar bovenal was het heel gezellig met z’n allen, kinderen bedankt voor deze reis vol met nieuwe herinneringen !!

Scandinavië 2024

Verslag 1

Sinds lange tijd gaan Wim en ik weer eens sámen met de camper op reis. We willen via Denemarken en Zweden naar Noorwegen met als noordelijkste punt de Lofoten, waarna we weer langzaam afzakken naar Zuid Noorwegen. Ik heb dit keer wél een route uitgestippeld maar géén overnachtingsplaatsen opgezocht, je mag namelijk haast overal in Scandinavië vrij kamperen en we zien wel hoe ver we op een dag rijden, we hoeven nu met niemand rekening te houden en kunnen dus stoppen wanneer we willen. Gistermorgen (woensdag 5 juni) zijn we uit Dodewaard vertrokken en naar Roel en Janna in Sellingen (Groningen) gereden waar we mijn verjaardag hebben gevierd. 

Ik ben 65 geworden en Wim heeft afgelopen donderdag (30 mei) de 70 jaar bereikt. Dit hebben we zondag al uitgebreid met de familie gevierd en gisteravond zijn we gezellig met Roel en Janna uit eten geweest en hebben daarna tot in de kleine uurtjes nog bij elkaar gezeten.

Ik heb gisteren heel wat app-jes, mailtjes en telefoontjes gehad met felicitaties, erg leuk ! We hebben onze fietsen meegenomen en achtergelaten in Sellingen: de tweede week van augustus hebben we daar een reünie van de “Mamma-Mia groep” (met z’n achten) en we hopen dan terug te zijn van onze trip. Dus als het goed is begint en eindigt onze reis bij Roel en Janna ! Vanmorgen hebben we heerlijk uitgeslapen en zijn pas, na een bak koffie van Janna, aan het eind van de morgen uit Sellingen vertrokken om vier honderd twintig kilometer, over snelwegen, af te leggen naar Puttgarden, waar we tegen zessen aankomen.

We staan nu op een parkeerplaats vlakbij de haven en hiervandaan gaan we morgenvroeg met de veerboot over naar Rodby, gelegen op het eiland Lolland in Denemarken, en kan onze reis door Scandinavië echt beginnen !

Verslag 2

Gisteravond hadden we via internet al een ticket geboekt voor de overtocht van Duitsland naar Denemarken (om kwart voor tien) en vanmorgen stonden we ruim op tijd te wachten bij de veerboot die ons in drie kwartier naar Rodby bracht.

Aan boord kun je natuurlijk taxfree geurtjes en drank kopen en ook al hebben we een flinke voorraad wijn en whiskey in de camper, toch nemen we nog een doos wijn en een fles Amarula mee !

Eenmaal in Denemarken rijden we naar Nykobing Falster waar zich het “Middelaldercentret” bevindt, een gereconstrueerd middeleeuws dorp dat een idee geeft hoe men in de veertiende eeuw leefde.

Medewerkers in aangepaste kledij geven demonstraties van oude ambachten en ook zien we hoe een grote steenslinger gebruikt werd.

Nadien rijden we verder in noordoostelijke richting en komen tegen vieren uit bij Mons Klint, waar witte kalkrotsen uittorenen boven de Oostzee, al zijn deze niet zomaar te zien.

Nadat we onze camper geparkeerd hebben wandelen we door het bos naar de rand van de klif die op z’n hoogste punt honderd achtentwintig meter hoog is.

Hier loopt een wandelpad met flinke hoogteverschillen en vanwaar je af en toe een mooi uitzicht hebt op een klif, voornamelijk gevormd uit kalkhoudende schelpen van zeventig miljoen jaar oud. Ooit werd er uit deze rotsen kalk gewonnen, maar nu is het beschermd gebied.

Ruim een uur later zijn we terug bij de camper, voor vandaag hebben we genoeg gezien en voldoende beweging gehad, dus blijven we op de bosrijke parkeerplek staan om te overnachten ! 

Verslag 3

Vlakbij onze overnachtingsplek bevindt zich het Liselund Slot, een piepklein paleis dat ooit behoorde tot de Koninklijke Deense familie.

Er ligt een mooi park omheen en nadat wij hier een rondje gewandeld hebben rijden we weer verder via een brug naar een volgend eiland van Denemarken. Dit Scandinavische land heeft namelijk meer dan vierhonderd en tachtig eilanden waarvan er zo’n honderd bewoond zijn.

Op het eiland Seeland, waar ook de hoofdstad Kopenhagen ligt, is ook een stukje kustlijn met kalkstenen kliffen: Stevns Klint. Bij Store Heddinge zijn we een vuurtoren ingeklommen (vijfennegentig treden !) en zagen daar dat we nog iets noordelijker moesten zijn om de witte  rotsen te zien.

We kwamen uit bij Mandehoved, een mooi (Unesco) natuurgebied waar we veel vogelaars zagen én de kliffen.

Richting Koge staat in Vallo een mooi slot met een gracht eromheen uit de Renaissancetijd,

nadat we deze van buiten bezichtigd hebben gaan we op zoek naar een camperplek en vinden deze tussen Kobe en Kopenhagen bij het Mosede Fort, een verdedigingswerk uit de Eerste Wereldoorlog.

Net nadat we het fort bekeken hebben begint het te spetteren en nu zitten we gezellig in de camper met het getik van de regen op het dak !

Verslag 4

De temperatuur ligt vandaag rond de dertien graden en er staat een harde wind, ook valt er af en toe een flinke bui regen, maar dit weerhoudt ons er niet van om dingen te ondernemen. We rijden eerst naar Frederikssund waar een vikingdorp moet zijn. Helaas stelt het nu niet veel voor en is het vooral interessant wanneer er festiviteiten zijn in de zomer.

We gaan door naar Hillerod, hier staat een prachtig kasteel aan een meer: het Frederiksborg Slot, waar we met een bootje naartoe varen.

Het kasteel is nu een museum en heeft zo’n tachtig kamers die luxueus zijn ingericht en allemaal prachtige versierde plafond hebben.

Er is ook een inpandige kerk (Slotskirken) waar in het verleden (1671-1840) Deense vorsten gekroond werden. Vandaag zingt er een gemengd koor begeleid door een orkest wat werkelijk schitterend klinkt.

Pas ruim na vieren verlaten we het kasteel en wandelen terug naar de camper.

Zo’n vijftien kilometer verderop vinden we (weer) een gratis camperplek bij Fredensborg (wat lijken die namen toch op elkaar !) en ook hier bevindt zich een kasteel dat we morgen gaan bekijken !

Verslag 5

We konden vanmorgen zo vanuit onze camper via het “schapenpaadje” naar het kasteel wandelen, één van de belangrijkste residenties van het Deense koningshuis waar vaak belangrijke gasten vanuit de hele wereld komen.

Ik heb nog een verouderde reisgids waarin stond dat Fredensborg Slot elke dag te bezoeken is, maar in de huidige tijd moet je van te voren boeken en is het kasteel alleen in juli en augustus voor publiek open. We hebben dus door de prachtige tuinen gewandeld waar zeventig sculpturen van vissers en boeren te zien zijn en wanneer we tegen elven terug zijn bij de camper hebben we al vier en een halve kilometer afgelegd.

We rijden naar Gilleleje, de noordelijkste stad van Seeland en één van de oudste Deense vissersplaatsen, waar nog volop vis verhandeld wordt. 

Via Hornbaek, met z’n mooie stranden, gaan we naar Helsingor waar we om kwart over één overvaren naar de Zweedse plaats Helsingborg.

Weer zien we een kasteel: Kronborg Slot, dat aan de haven staat en goed te zien is vanaf de boot.

Net als bij de overtocht van Duitsland  naar Denemarken worden we totaal niet gecontroleerd op paspoort of goederen ! Eenmaal in Zweden rijden we naar het schiereiland Kullen met z’n leuke vissersdorpjes en kleine haventjes. Na een korte stop bij het plaatsje Arild zetten we even later, tegen drieën, ons huisje neer bij de haven van Svanshalls, waar we daarna uren in het zonnetje zitten.

Het is vandaag prachtig weer dus daar willen we wel volop van genieten !

Wanneer Wim met een gieter bezig is water bij te vullen in de camper loop ik naar een dichtbij gelegen natuurreservaat “Stenbrott”, een prachtig stukje natuur.

Pas tegen half acht verhuizen we naar binnen waar Wim weer een heerlijke maaltijd klaarmaakt en we vanuit ons raam zo op de baai “Kälderviken” uitkijken !

Verslag 6

Nadat we vanmorgen nog geruime tijd op ons mooie plekje aan het water gebleven zijn rijden we via de plaats Laholm naar Simlängsdalen waar je de Danska Fall kunt bekijken.

We maken hier een prachtige wandeling van een uur door mooie bossen, langs de snelstromende Assman rivier en natuurlijk naar de waterval die bruin kleurt door de vele regen die er gevallen is.

We hebben onze TomTom ingesteld op “snelwegen vermijden” en rijden de hele tijd over slingerende, smalle wegen langs akkervelden, dan weer door dichte bossen of langs een meer, maar altijd is het dunbevolkt gebied. Voorbij Falkenberg stoppen we nog even bij het haventje van Glommen en rijden dan door naar een camperplek in Ledsgard, waar we zelfs gebruik kunnen maken van een douche !

Tot bijna acht uur zitten we buiten in het zonnetje waarna we naar binnen verhuizen en ’s avonds natuurlijk weer een spelletje Carcassonne doen !

Verslag 7

We hebben vandaag veel regen gehad, iets wat de laatste tijd in Nederland ook veelvuldig voorkomt, net als de vrij lage temperaturen ! Nadat we enkele uren gereden hebben passeren we rond de middag Göteborg en na een flinke onweersbui met hagel gaan we, in het iets noordelijker gelegen Kungälv, toch nog wat bezichtigen, namelijk Bohus Fästning, de ruïne van een fort oorspronkelijk uit 1308. 

Er is heel wat gevochten rond dit kasteel door de Denen, Noren en Zweden, maar het is nooit veroverd en sinds 1658 in Zweedse handen.

Nadien rijden we nog een half uurtje en vinden een prachtig plekje aan de zuidkant van het meer Anten, waar we nog eventjes buiten zitten tot het weer begint te regenen. Maar ook vanuit de camper hebben we een heel mooi uitzicht op het meer !

Verslag 8

Helaas staat er vanmorgen weer een harde, koude wind en is het slechts tien graden. Als de temperatuur tien graden hoger was geweest waren we nog wel een dagje op dit idyllische plekje gebleven, dit heeft nu weinig zin. Even later begint het zelfs te regenen en dit doet het een groot deel van de dag. Gelukkig hebben we daar geen last van wanneer we aan het eind van de morgen in Trollhattan het SAAB museum bezoeken. Hier staan zo’n honderd en twintig auto’s opgesteld, de oudste dateert uit 1947.

We zien nog meer moois vandaag: aan de westkant van het grote Vänern-meer ligt een waterrijk gebied waar het Dalslandkanaal doorheen loopt en met een hoogteverschil van vijfenveertig meter zijn er negentien sluizen in dit kanaal aangelegd. Bij de plaats Häverud wordt een kloof met een negen meter hoge waterval overbrugd door vier sluizen en een lang stalen aquaduct (dat met 33.000 klinknagels aan elkaar zit !) gevolgd door nog een sluis, een vernuftig stukje vakwerk ontworpen door Nils Ericsson in 1860.

We hebben hier ruim een uur staan kijken hoe enkele kanoërs door de sluizen steeds een stuk hoger kwamen om uiteindelijk via het aquaduct hun weg te vervolgen, al die tijd hadden we gelukkig droog weer.

Iets voorbij Bengtsfors stoppen we tegen half vijf op een kleine parkeerplaats met uitzicht op een weide en hier brengen we de nacht door. We hebben nog even de stoelen buiten gezet, maar dit was helaas van korte duur, weer was de regen spelbreker ! 

Verslag 9

We zijn vanmorgen eerst naar het openluchtmuseum(pje) Gammelgärden in Bengtsfors gegaan, helaas kan je alleen op afspraak de huisjes van binnen bekijken dus blijft het voor ons bij de buitenkant van de gebouwen.

Onze volgende stop is rond de middag bij Borgvik waar een oude gieterij (operationeel van 1600-1925) te zien is, een belangrijk monument uit een voorbij industrieel tijdperk !

We leggen weer heel wat kilometers af in noordelijke richting, steeds door heuvelachtig gebied, langs vele meren, leuke huisjes en dichte bossen. Overal staan lupinen in het wild  en met het zonnetje erbij is het prachtig rijden.

Geruime tijd volgen we het langgerekte Fryken-meer en rond vieren stoppen we aan de noordelijke punt bij Oleby waar we onze camper aan de waterkant neerzetten.

Dit keer zitten we ruim twee uur buiten, Wim doet zelfs z’n korte broek aan en weer is het ons gelukt een mooie, gratis overnachtingsplek te vinden waar we helemaal alleen staan !

Verslag 10

De laatste nachten wordt het niet meer donker, de zon gaat wel onder maar hij blijft vlakbij de horizon waardoor het slechts schemerachtig wordt. Over enkele dagen, wanneer we nog noordelijker zijn, blijft het gewoon dag en nacht licht !

We rijden vanmorgen ruim honderd en vijftig kilometer voor we bij de plaats Mora zijn, maar voor die tijd hebben we al boodschappen gedaan (bij de Lidl), water bijgevuld, de tank vol diesel gegooid en wat gegeten.

Acht kilometer ten zuidenoosten van Mora ligt het plaatsje Nusnäs en hier wordt het nationale symbool van Zweden, het Dala-paard gemaakt. Het houten paard, oorspronkelijk een 19de-eeuws stuk speelgoed, wordt gesneden en kleurrijk beschilderd.

Wij bekijken de werkplaats en de vele paardjes, die in diverse maten voor veel geld verkocht worden, maar hoeven dit niet thuis op de schoorsteenmantel te hebben staan ! 

Dichtbij ligt een oude traditionele kerkboot uit de elfde eeuw, deze werd gebruikt voor uitstapjes naar de kerk of voor roeiwedstrijden en er konden tachtig mensen in zitten.

Via kleine dorpjes gaan we verder richting Sveg, maar stoppen bij Helvetsfjallet, waar we terechtkomen na een vijftien kilometer lange rit over onverharde weg en een wandeling door het bos, maar de waterval is schitterend. We zien weer heel wat natuurgeweld  in de vorm van woest water naar beneden vallen.

Nadien rijden we nog een half uurtje en eindigen tegen vijven bij een prachtige, afgelegen plek langs een meer (Dalarnas Län) vlakbij Noppikoski.

Wim gooit er nog even z’n hengel uit, maar komt al snel terug omdat het frisser wordt en maakt vervolgens een kampvuurtje waar we lange tijd bij zitten, pas tegen achten verhuizen we naar binnen !

Verslag 11

Net als gisteren hebben we vandaag de gehele tijd over de E45 gereden, een goede tweebaansweg die van noord naar zuid door Zweden loopt. Hij brengt je door dorpjes, langs bosgebied en de vele meren die het land rijk is. Er rijden opvallend veel campers en auto’s met caravan over de weg in beide richtingen, Zweden is blijkbaar een favoriet vakantieland. We hebben vandaag ruim twee honderd vijf en zeventig kilometer afgelegd en zijn alleen gestopt bij Älvros om de mooie kerk met apart staande klokkentoren te bekijken.

Wim wilde graag op tijd stoppen om de voetbalwedstrijd Nederland – Polen te zien, de eerste in de reeks van de  Europese Kampioenschappen. We staan nu op het schiereiland Frösön (weer met uitzicht op een meer), vlakbij Östersund en zitten ondertussen op dezelfde hoogte als Trondheim.

In de pauze van de wedstrijd hebben we contact met onze kinderen in Holland, het is Vaderdag vandaag, en ook zij kijken naar het voetbal, zelfs helemaal in het oranje gekleed !

Het wordt uiteindelijk 2 – 1 voor Nederland. We hebben vandaag prachtig weer, al valt er af en toe een buitje, maar we kunnen weer lange tijd buiten zitten, zelfs in korte broek !

Verslag 12

Nadat we vanmorgen buiten ontbeten hebben (voor het eerst deze reis) verlaten we het schiereiland Frösön en rijden terug naar Östersund waar we een kijkje nemen bij Jamtli, een soort openlucht museum waar je vrij kunt rondwandelen.

Na een uurtje hebben we alles wel bekeken en rijden, weer over de E45, naar Strömsund. Hiervandaan begint de “Wilderness Road” (Vildmarksvagen in het Zweeds), een weg die alleen in de zomer helemaal geopend is en drie honderd zeventig kilometer lang is. In 2017, toen we met Dennis naar de Noordkaap gereden zijn, hebben we deze route ook genomen en vonden hem zo indrukwekkend dat we de rit nog een keer gaan maken.

We stoppen al vrij snel voor de lunch, natuurlijk aan een meertje en tegen half vier zetten we onze camper op een schitterend plekje bij Gubbhögens natuurcamping, precies op dezelfde plaats als zeven jaar geleden !

Wim maakt een kampvuurtje en tot zeven uur zitten we buiten te genieten van het uitzicht en herinneringen op te halen !!

Verslag 13

De afgelopen twee nachten hebben we, behalve de gewone ramen, ook de dakluiken geblindeerd, anders valt het niet mee om in slaap te vallen met het heldere licht ! Ook hebben we de laatste dagen te maken met vervelende muggen, maar gelukkig is er een flinke voorraad insectenspray aanwezig in de camper !

Vanmorgen zijn we verder gegaan met de Wilderness Road en komen, na een rit van vijfentwintig kilometer over een onverharde weg (waar een camper voor ons niet harder dan vijfendertig  kilometer per uur durfde te rijden !) uit bij de prachtige, wilde Hällingsfället.

Nadat we deze waterval van alle kanten bekeken hebben rijden we door richting Stora Bläsjon, waar we helaas te maken krijgen met een flinke plensbui van ruim een  uur. Gelukkig klaart het weer op en gaan we verder naar het voormalige Samidorp Ankarede met z’n mooie witte kerkje en aparte onderkomens.

Dan rijden we bergopwaarts naar het Stekenjokk plateau, gelegen op  876 meter hoogte en zien rondom ons nog resten van sneeuw.  Inmiddels bevinden we ons in Lapland.

Tegen vijven eindigen we bij Fatmomakke waar ook een oud Samidorp te zien is. Wij zetten echter onze camper op een prachtige plek neer en hebben voor vandaag genoeg bekeken. We genieten nog een tijdje van de zon en drinken een heerlijke wijn (gekregen van Roel en Janna voor mijn verjaardag) om te proosten op onze trouwdag, het is vandaag vierenveertig jaar geleden dat we elkaar ons jawoord gaven !!

Tot zeven uur zitten we buiten, dan begint het weer te regenen en dat blijft het de hele avond doen. Ook vanavond zorgen we weer dat alles geblindeerd is, maar pas ná ons dagelijkse potje Carcassonne, wat we zonder verlichting kunnen spelen !

Verslag 14

Toen we vanmorgen wakker werden tikte de regen nog steeds op het dak, zelfs nog iets harder dan gisteren, we zijn dan ook niet vroeg opgestaan. Buiten ziet alles er grauw uit en de temperatuur blijft steken bij tien graden. Op de kampplaats zijn totaal geen voorzieningen en er is een heel slechte internetverbinding dus vertrekken we en leggen het laatste stuk af van de Vildmarksvägen naar Vilhelmina. Tijdens deze ruim honderd kilometer lange rit stoppen we alleen bij de prachtige Trappstegsforsen, al zijn er nog meer mooie stroomversnellingen en watervallen te zien onderweg, maar met regen is alles natuurlijk veel minder mooi !

Tegen de middag arriveren we bij Kölgardens Stugby & Camping in Lövliden, waar het al aardig vol staat met campers. Na twee weken wordt het tijd voor de was en op de camping zijn wasmachines en drogers, ook gebruiken we natuurlijk de douches.

We vermaken ons binnen met een spelletje en hebben hier zelfs Wifi ! Tegen de avond komt de zon nog even tevoorschijn maar er staat een harde, koude wind, helaas geen weer om buiten te zitten !

Verslag 15

Ook vandaag hebben we nog te maken met onstabiel weer: er valt regelmatig een bui en het wordt niet warmer dan twaalf graden, maar de vooruitzichten zijn beter ! We gaan weer verder over de E45 en rijden via Storuman naar Arvidsjaur.

Vlak voor die plaats zien we ineens drie rendieren de weg over steken en even later grazen er enkele aan de kant van de weg.

In Arvidsjaur, gelegen in Centraal-Lapland, bekijken we Lappstaden, een voormalig Sami-kerkdorp waar nog tachtig hutten staan uit de achttiende eeuw.

We hebben inmiddels ruim twee honderd vijftig kilometer afgelegd en zetten de camper neer aan het Arvidsjaursjön om hier te overnachten. Weer hebben we een prachtig uitzicht vanuit ons huisje, helaas is buiten zitten nog geen optie !

Verslag 16

We werden vanmorgen wakker met een zonnetje en deze heeft vandaag flink z’n best gedaan, het werd zelfs even achttien graden.

We rijden in oostelijke richting naar de Storforsen, het machtigste, ongetemde stuk water van Europa in de Piteälven-rivier waar het twee en tachtig meter daalt over een afstand van vijf kilometer met hoeveelheden van achthonderd kubieke meter per seconde.

We wandelen een stuk langs dit natuurgeweld over een houten pad, net als vele anderen.

De meeste Zweden hebben vandaag vrij, het is 21 juni, Midzomer, de dag dat de zon het langst aan de hemel staat en de nacht het kortst is (zonnewende). Overal wordt gebarbecued en zijn families bij elkaar, sommige vrouwen hebben een traditionele bloemenkrans in hun haar.

Vanwege het mooie weer besluiten we vroeg te stoppen en rond de middag zetten we onze camper aan dezelfde snelstromende rivier enkele kilometers stroomopwaarts.

We zitten lange tijd buiten, al moeten we af en toe even binnen schuilen voor een regenbui, ook maakt Wim weer een kampvuurtje.

Natuurlijk moeten we wel op tijd eten en het verslag klaar hebben, want om negen uur begint de voetbalwedstrijd Nederland tegen Frankrijk en die willen we wel zien !

Verslag 17

Na een ontbijt buiten in de zon verlaten we ons mooie plekje aan de snelstromende rivier en rijden richting Jokkmokk.

Iets voor die plaats passeren we de poolcirkel en vanaf hier gaat de zon de komende tijd niet meer onder. We stoppen er even bij een parkeerplaats waar een groot (beklad en beplakt !) bord staan met “Polcirkeln” erop, maar verder zijn er geen aanwijzigen dat we over de “magische grens” zijn gegaan.

In Jokkmokk bekijken we het Ajtte Suenskt fjäll-och Samemuseum, hier wordt alles over de Sami en de Zweedse pioniers vertoond.

Wanneer we aan een meertje zitten te lunchen komen er ineens twee rendieren aanlopen, ze zijn totaal niet schuw.

Eenmaal weer op weg naar de volgende plaats: Gällivare loopt er zelfs een hele kudde rendieren op de weg, recht op ons af, prachtig om te zien.

Ook hebben we de eerste eland gespot, deze stond aan de kant in de berm en rende snel weg.

Zo’n twintig kilometer voorbij Gällivare stoppen we, slechts enkele meters van de hoofdweg vandaan, en staan weer op een prachtig plekje aan een meer (Moskojärvi).

Wim heeft er een tijdje gevist en zeven vissen gevangen, voorns en baars.

Aan de waterkant koelt het snel af en ook vinden de muggen ons erg lekker, dus verhuizen we naar binnen en kijken vandaar uit over het mooie meer !

Verslag 18

Gisteravond heb ik om elf en twaalf uur vanaf dezelfde plek een foto gemaakt: de zon gaat naar het oosten maar blijft op gelijke hoogte boven de horizon !

We hebben vandaag niet ver gereden, we komen al aardig in de buurt van de Lofoten en daar is het de komende dagen slecht weer, dus doen we het even rustig aan. We gaan naar de plaats Jukkasjärvi, zeventien kilometer ten oosten van Kiruna waar sinds 1990 elk jaar van december tot april een Icehotel wordt gebouwd van ijsblokken uit de dichtbij gelegen Torne River.

Kunstenaars van over de hele wereld komen hier aparte ijssculpturen bouwen in “hotelkamers” waar je in kunt overnachten onder een rendiervacht, wél met dikke kleding aan want het blijft er min vijf graden ! Ook nu zijn die kamers nog helemaal origineel te zien en met een warme jas aan hebben we dit Icehotel bekeken, een hele belevenis !

Je kunt er een drankje nemen in een glas van ijs al moet je die, zonder handschoenen,  niet te lang vasthouden. 

Nadien rijden we nog even naar de oudste kapel van Lapland (1607) in dezelfde plaats, maar er is net een kerkdienst aan de gang dus we hebben alleen de buitenkant gezien.

We zetten onze camper neer in een bos vlakbij een riviertje waar Wim nog een tijdje gaat vissen.

Helaas is het, na de zonnige start vanmorgen, bewolkt al is het nog wel achttien graden en droog. Ook blijft het natuurlijk weer de hele nacht gewoon helemaal licht en moeten we alle ramen weer verduisteren om goed te kunnen slapen !

Verslag 19

Er was nog een tweede reden waarom we gisteren niet ver zijn gereden: we wilden in de buurt van Kiruna blijven, een redelijk grote stad met diverse autogarages ! De laatste dagen maakt onze camper namelijk een raar bonkerig geluid wanneer we een bocht om gaan of over ongelijk terrein rijden en dat zint ons natuurlijk niet.

Wim had al een vermoeden dat het te maken had met de schokbrekers en dit blijkt inderdaad het geval, één van de twee lekt olie.

We zijn vanmorgen bij diverse garagebedrijven langs geweest, helaas is het nu vakantietijd (bedrijven zijn zo maar acht weken dicht !) en natuurlijk heeft niemand tijd ! Toch vinden we weer een kleine garage waarvan de eigenaar een stukje met de camper rijdt en daarna de moeite neemt om op internet te zoeken naar de schokbrekers behorende bij de Opel Campo, maar deze zijn helaas niet meer te leveren in Zweden.

Gelukkig hebben wij in Holland Erik de Bont (en zijn vrouw Esther), eigenaars van een autobedrijf die hart hebben voor hun vak (en hun klanten !) en ons al vaker uit de problemen hebben geholpen: Erik heeft meteen twee schokbrekers besteld, deze komen morgenvroeg bij hem binnen waarna ze met een spoedverzending naar Zweden komen op het adres van Bilhälsan, het garagebedrijf in Kiruna, waarvan de eigenaar bereid is de schokbrekers te vervangen. Helaas duurt het wel vier dagen voor deze helemaal in het noorden van Zweden zijn, dus heel misschien hebben we geluk en kunnen ze vrijdag nog gemonteerd worden, anders zal het maandag worden en dan zijn we een hele week verder !

In Kiruna hebben we voor meerdere dagen boodschappen gedaan en zijn daarna teruggereden naar onze laatste overnachtingsplaats, zo’n twaalf kilometer verwijderd van de garage. Deze (gratis) plek is echt niet verkeerd: we kijken uit op het water  waar Wim ook in kan vissen, hebben de hele dag zon, dichtbij is een toilet en kunnen daar onze vuilnis kwijt én er zijn allerlei wandelwegen in de omgeving. Dus aankomende week wordt een heel relaxte met veel lezen, vissen, wandelen en spelletjes doen !!

Verslag 20

Het is inmiddels vrijdagavond 28 juni en we staan ondertussen al vijf dagen op dezelfde plek, twaalf kilometer verwijderd van Kiruna, wachtend op de nieuwe schokbrekers. Vanmorgen hebben we contact gehad met het vervoersbedrijf DPD en het blijkt dat het pakket inmiddels via Denemarken gisteravond laat in Zweden is aangekomen. Dit depot bevindt zich in de buurt van Göteborg en ligt hier dertien honderd kilometer vandaan dus pas volgende week kunnen we de schokbrekers in Kiruna verwachten. Wij hebben nu écht “vakantie”: we lezen, doen een spelletje, wandelen een stukje en houden lange “happy hours”.

We boffen met het weer en kunnen de hele dag buiten verblijven, al gaat daar morgen verandering in komen en wordt er regen verwacht. We zullen binnenkort wel naar de stad moeten om wat levensmiddelen te kopen en we hebben  maar een tank van zeventig liter water , waar we al zeven dagen mee doen ! Hiermee moeten we ons wassen (ook onze haren), afwassen, koffie maken én we gebruiken het als drinkwater, ook ieder zo’n twee liter per dag. Omdat ik nu zeeën van tijd heb en het de laatste dagen zo’n prachtig weer is, vandaag zelfs zesentwintig graden, heb ik met helder water uit de rivier, de was gedaan en deze is nu zo droog.

We zijn het niet gewend om zo lang op één plaats te staan, toch vermaken we ons wel, maar hopelijk kunnen we volgende week onze reis weer voortzetten !!

Verslag 21

De onderdelen zijn nog steeds niet bij de garage aangekomen en inmiddels is het dinsdagavond 2 juli ! We kunnen het pakket volgen via een app.: vrijdagavond waren de schokbrekers in Lulea, drie honderd kilometer verwijderd van Kiruna, maar in het weekend wordt er niet gereden en ook is de garage gesloten, dus onze hoop was dat maandag in de loop van de morgen het pakket wel aan zou komen.

Gistermorgen zijn we naar het autobedrijf Bilhälsan gegaan, maar de eigenaar had helaas nog niets ontvangen. We hebben daar onze watervoorraad aangevuld, waar we dus ruim elf dagen mee gedaan hebben (!!) en zijn vervolgens naar een supermarkt gereden want ook onze levensmiddelen waren helemaal op !  Daarna zat er niets anders op dan terug te rijden naar Jukkasjärvi waar we weer op dezelfde prachtige plek aan het water zijn gaan staan, ook nu boffen we met het weer en kunnen lange tijd buiten zitten.

Gistermiddag hebben we gebeld met de bezorgdienst, hier heet het Post Nord, en deze wist te vertellen dat het pakket aangekomen was in Kiruna en dat we voor zes uur en anders de volgende morgen een mail zouden krijgen met de keus: ophalen of laten bezorgen. De mail kwam pas vanmorgen na achten binnen, wij hebben meteen de eigenaar van Bilhälsan gebeld, maar helaas, zijn telefoon werkt niet goed en na tien pogingen hebben we de mail aan hem doorgestuurd en zijn een tijdje later naar hem toe gereden. Daar wachtte ons een gefrustreerde garage-eigenaar: het blijkt dat het depot van Post Nord alleen ’s morgens van acht tot negen bereikbaar is, dus hij was net te laat, en nu wordt het pakket pas morgen bij hem aangeleverd, hoe laat is nog niet bekend !!! Ook wij raken ondertussen aardig gefrustreerd, we wachten nu al negen dagen op de schokbrekers !

Omdat we nu toch in Kiruna zijn en het regenachtig weer is, besluiten we een drie uur durende toer te boeken naar de LKAB ijzerertsmijn in deze plaats. Het blijkt een geliefd uitstapje te zijn, want de rondleidingen van elf en één uur zijn helemaal volgeboekt, wél kunnen we mee om drie uur. Met een volle bus gaan we naar de grootste ondergrondse ijzererts mijn ter wereld en rijden zelfs geruime tijd door brede tunnels tot op een diepte van ruim vijf honderd meter.

In totaal is er een gangenstelsel van vijf honderd kilometer onder de grond !

Hier krijgen we uitgebreide uitleg over het hele delvingsproces en ook hoe goed ze bezig zijn met “vergroening”, het CO2 centraal maken en de automatisering, zelfs de treinen zijn onbemand en elektrisch.

Inmiddels wordt er gedolven op een diepte van 1365 meter. De mijn ligt onder de stad en door de vele jaren van delving, al honderd en dertig jaar lang, begint een gedeelte van Kiruna langzaam te verzakken. Hele stadswijken worden afgebroken of huizen in z’n geheel verplaatst, allemaal in goed overleg met de bevolking en met een ruime vergoeding, de meeste mensen in Kiruna leven immers van en werken voor de mijnbouw !

Het werd een heel interessante middag en wanneer we pas na zessen terug zijn bij de camper blijven we gewoon staan op de grote parkeerplaats in het nieuwe centrum van de stad, waar meerdere campers staan. Meteen gaat de I-pad aan, want Nederland moet voetballen tegen Roemenië in de achtste finales en deze wedstrijd winnen ze glansrijk met 3 – 0.  We staan hier maar enkele honderden meters af van het autobedrijf dus hopelijk krijgen we morgenvroeg een telefoontje dat de schokbrekers eindelijk op de plaats van bestemming zijn !!

Verslag 22

We zijn eindelijk weer onderweg al duurde het tot vier uur voor we bij de garage wegreden. Pas aan het eind van de morgen kregen we bericht via de app. van Postnord dat het pakket tussen tien en twee geleverd zou worden, dus we hebben snel wat gegeten en zijn toen naar de garage gereden. We kwamen gelijk met de eigenaar aan, die net terug was van middagpauze. Meteen toen we daar waren  kregen we bericht (van Postnord) dat het pakket bezorgd was, maar niemand had iets gezien, ook de medewerkers niet die gewoon aan het werk waren. Dus moesten we weer bellen met het hoofdkantoor, waar je wel honderd wachtenden voor je hebt (!) en die adviseerden ons naar het depot te rijden in Kiruna, dat pas om twee uur open gaat. Daar hebben we een beetje stennis gemaakt en gevraagd of ze de bezorger wilden bellen en deze bevestigde dat ze het pakket wel had afgeleverd, waarna ze op vakantie is gegaan !  Vanaf het depot bellen we met de garagehouder  en deze gaat opnieuw zoeken ! Het komt er op neer dat de schokbrekers in een klein doosje zaten en dat de bezorgster deze  áchter de brievenbus in de struiken gedeponeerd heeft.

Tegen drieën konden ze dan eindelijk de nieuwe schokbrekers inbouwen wat met een uurtje klaar was, iets waar we negen dagen op hebben moeten wachten ! 

Daarna hebben we nog zo’n zeventig kilometer afgelegd richting Narvik en staan nu op een parkeerplek met uitzicht op de besneeuwde bergen, ………we are on the road again !!

Verslag 23

We worden wakker met zonnig weer en dat blijft het haast de gehele dag, de temperatuur komt zelfs in de buurt van de twintig graden ! Al vrij snel rijden we vanmorgen het Nationale Park van Abisko in waar je allerlei wandelingen kunt maken. Het bekendst is de Albisko canyon, waar grote waterstromen vanaf de bergen door een smalle kloof vallen en  zo een snelstromende rivier vormen.

We volgen deze geruime tijd en lopen daarna naar een nagemaakt sami-dorp waar je kunt zien hoe deze mensen vroeger leefden tezamen met hun rendieren.

Tegen enen gaan we de grens over naar Noorwegen, we hadden een controle verwacht op alcoholische waren, maar er is niemand te zien en je rijdt zo verder over de E 10.

Wel verandert het landschap: de bergen worden hoger, er ligt sneeuw langs de weg en er zijn massieve granieten heuvels te midden van waterpartijen, anders dan de meren in Zweden.

We rijden richting de Lofoten en een stukje voor de brug naar het eiland Hinnoya stoppen we en zetten de camper aan het water  van Steinslandsstraumen neer.

Lange tijd genieten we van de zon en Wim probeert nog een vis te vangen, wat helaas niet lukt.

Tegen achten verhuizen we naar binnen, de wind is fris en buiten koken is geen optie. Het uitzicht is hiervandaan ook prachtig, we zijn echt blij dat we weer verder Scandinavië kunnen gaan ontdekken !!

(Het scharnier van een kastdeurtje was afgebroken, gelukkig kon mijn handige man dit zelf repareren !)

Verslag 24

Vanmorgen zijn we de duizend en zeven meter lange “Tjeldsundbrua”, de brug die we gisteren al van een afstand bekeken hebben, opgereden waarvan de torens zesenzeventig meter boven de waterspiegel reiken en er al staat vanaf 1967.

We hebben nu het vaste land van Noorwegen verlaten en gaan de Vesterälen en de Lofoten verkennen en starten op het grootste drukst bevolkte eiland Hinnoya. Via Harstad, waar we er helaas niet aan ontkomen om even over tolwegen te rijden, bekijken we het eiland  rijdend over smalle wegen waar we zelfs een prachtig bruin rendier spotten.

Bij Revnes gaan we met een veerpont de Gullesfjorden over naar Flesnes en vervolgens richting Sortland.

Al die tijd lijkt het wel of we in één groot Nationaal Park rijden: de natuur is hier zo mooi ! Overal zijn hoge bergen, inhammen met water en eilandjes. Helaas is er veel bewolking anders was het nog mooier geweest.

Eenmaal in Sortland bevinden we ons op het eiland Langoya waar we nu nog verblijven. We staan op een prachtige plek aan de Vesterälsveien aan het einde van de Eidsfjorden, bij schiereilandje Rekoya waar we natuurlijk ook nog even heenlopen. Bij eb blijft er hier niet veel water meer over en komt het zeewier boven.

In de loop van de middag komt de zon meer tevoorschijn en weer kunnen we lange tijd buiten doorbrengen, ook dit keer hebben we een prachtige overnachtingsplek gevonden !

Verslag 25

Het weer is helemaal omgeslagen: was het gisteren nog twintig graden, vandaag (6 juli) blijft de temperatuur steken bij dertien graden en ook regent het de hele dag. Toch gaan we weer op pad, vorige week hebben we genoeg tijd op één plek doorgebracht, ook is ons brood op en moeten we even langs een supermarkt. Die vinden we in Malnes en daarvandaan rijden we door naar het vissersplaatsje Nykväg, gelegen aan het open water van de Atlantische Oceaan.

Onderweg passeren we een steengroeve waar volop gewerkt wordt.

We gaan nog iets verder naar het gehucht Hovden, het lijkt wel naar het eind van de wereld.

Hier zien we allemaal lege rekken waar normaal kabeljauw aan gedroogd wordt.

We keren om en stoppen tegen enen op een mooi plekje, weer aan de Vesterälsveien (820) met uitzicht op de Ännfjorden, nog steeds op het eiland Langoya.

We vermaken ons met lezen en een spelletje Carcassonne en vanavond om negen uur zitten we samen voor onze I-pad om de kwart finale EK voetbal te zien van Nederland tegen Turkije !!

Verslag 26

(Nederland heeft gisteravond met 2 – 1 gewonnen van Turkije en zit nu in de halve finale !)

Pas rond tienen vanmorgen stopte het eindelijk met regenen en nog lange tijd hingen er mistwolken tussen de bergen van het vele vocht.

We gaan het eiland Langoya verder verkennen en rijden via Myre naar het gehucht Sto vanwaar walvissafari’s worden georganiseerd, om vervolgens over een slechte, onverharde weg naar het oude vissersdorp Nyksund te gaan.

Hier zien we voor het eerst gedroogde kabeljauw hangen, iets wat op de Lofoten veel voorkomt.

Ineens komt de zon tevoorschijn waardoor alles veel mooier lijkt.

Via een prachtige route langs de Eidsfjorden gaan we op zoek naar een plek om te overnachten en deze vinden we vlakbij het plaatsje Vik op een oneffen stuk drassig terrein waar allemaal schapen rondlopen en natuurlijk met uitzicht op het water.

De korte broek gaat aan en we zitten tot ruim half negen buiten, ook  het avondeten nuttigen we in de zon, dat hadden we vanmorgen écht niet verwacht !!   

Verslag 27

We hebben vandaag niet ver gereden, wel zijn we aan het “eiland-hoppen” geweest: Langoya hebben we nu achter ons gelaten en via een hoge brug kwamen we op het kleine eiland Hadseloya waar we vanaf de vissersplaats Melbu met de veerboot naar Fiskebol, gelegen op Austvägoya, overgevaren zijn.

Helaas was de pont van half één net vertrokken en moesten we tot twee uur wachten voor de volgende vertrok.

Na een klein half uur kwamen we dan eindelijk op de “officiële” Lofoten aan en hebben de Vesterälen verlaten. Helaas is het de hele dag al slecht weer met slechts twaalf graden, dus we stoppen al vrij vroeg. We willen zo wie zo niet te laat op een plekje staan: het is hier erg druk met camperaars die allemaal ergens willen overnachten, maar gelukkig vinden we elke dag weer een leuke plaats met uitzicht op een fjord !

Verslag 28

‘Het is nog steeds koud, guur weer maar het is in ieder geval de meeste tijd droog. Voor de komende dagen wordt er gelukkig beter weer voorspeld met wat zon ! We rijden weer over diverse afgelegen weggetjes op de Lofoten en af en toe bevinden we ons even op de E 10, de drukke hoofdweg die vanaf het vaste land tot het uiterste puntje in het westen, de plaats Ä, loopt.

Tijdens de lunch gooit Wim z’n hengel nog even uit, ik bekijk het wel van uit de camper !

In Borg bezoeken we het Lofotr Vikingmuseet waar een nagebouwde woonstede van een Vikinghoofdman uit de periode 500 – 900 te bekijken is en binnen oude ambachten worden gedemonstreerd.

Ook ontbreken replica’s van Vikingschepen natuurlijk niet.

Tegen half vijf hebben we weer een leuk plekje, dit keer aan een meertje (Holddalsvatnet) in de buurt van het Vikingmuseum, maar wél ver genoeg weg van de drukke E 10 !!

Verslag 29

We hebben een prachtige dag gehad: we zijn begonnen met een ritje naar Unnstad waar we komen na enkele prachtige vergezichten en twee smalle tunnels waar je elkaar nauwelijks kunt passeren.

Het blijkt een typisch surfplaatsje te zijn waar fanatiekelingen zich uitleven op hun plank op de golven van de Atlantische Oceaan en dat bij twaalf graden !

Natuurlijk moeten we dezelfde weg weer terug, zoals we de laatste dagen al zo vaak hebben gedaan, maar je komt zo wel op de leukste plekjes.

Het vissersplaatsje Ballstad, dat we daarna bezoeken, valt een beetje tegen, maar Nusfjord is echt een juweeltje.

Je kunt hier overnachten in een “rorbu”, roodgeverfde vissershuisjes die we al meerdere keren gezien hebben onderweg.

We bekijken hier een film over de kabeljauwvangst die verwerkt wordt tot stokvis (vis die aan een stok hangt). Het blijkt dat deze gedroogd wordt tussen januari en april, vandaar dat we alleen maar lege rekken zien, de weinige gedroogde kabeljauw die we zien hangen is voor de toeristen !

Nadat we er wat gegeten hebben rijden we door naar het einde van de eilandengroep bij het dorpje Ä.

(Een vrachtauto vol met gedroogde vissenkoppen !)

Helaas is het gigantisch druk onderweg, bij het bekendste plaatsje van de Lofoten: Reine is het file rijden en heb ik alleen vanuit de auto foto’s kunnen maken.

We boffen vandaag met het weer, in de loop van de dag komt de zon steeds meer tevoorschijn en krijgen we een stralend blauwe lucht, nu zien we de Lofoten zoals je ze altijd op de foto’s ziet !

Vanwege de drukte valt het niet mee om een leuk overnachtingsplekje te vinden, het is al na vijven voor we de camper vlakbij een brug neerzetten bij Ramberg aan de Noorse zee, weer met een prachtig uitzicht.

Wim kan hier eindelijk goed vissen en vangt vijf kabeljauws.

Tot bijna negen uur zitten we buiten, dan verhuizen we natuurlijk naar binnen om de halve finale van het voetbal te kijken: Nederland tegen Engeland……maar  helaas, ze kunnen naar huis: Engeland maakt in de negentigste minuut het winnende doelpunt (2 – 1) !

(Wij kwamen als eerste aan op dit mooie plekje aan, inmiddels staan we met z’n achten !!)

(Maar wij hebben het mooiste uitzicht vanuit onze camper, deze foto is gemaakt om twaalf uur ’s nachts !)

Verslag 30

Afgelopen nacht rond enen werd het ineens druk bij onze camper: de zon was weer tevoorschijn gekomen van achter de wolken en iedereen wilde dit vereeuwigen. Hij bleef een stukje boven de horizon hangen en schoof langzaam in oostelijke richting, prachtig om te zien.

De meeste toeristen die de Lofoten bezoeken leggen deze in één richting af: van Narvik naar Moskenes of andersom. Vanaf Moskenes kun je met de veerboot in vier uur tijd naar Bodo varen, dit alles scheelt je veel tijd en brandstof. Wij gaan, net als zeven jaar geleden toen we hier met Dennis waren, weer helemaal terug naar Narvik al nemen we natuurlijk wel een andere route als op de heenweg.

Vanmorgen was er van het prachtige weer van gisteren niets meer over, we hebben weer te maken met bewolking en nattigheid. Omdat ik nodig naar de kapper moet rijden we naar Leknes, één van de grotere plaatsen op de Lofoten, waar zich wel acht kapsalons bevinden. We zijn ze allemaal afgeweest maar iedereen is druk en voor de aankomende weken helemaal volgeboekt, helaas. (Wim heeft al voorgesteld mij te knippen….lijkt me geen goed idee !!!) We hadden meer geluk met het vinden van een garage: één van de dimlichten van de camper was uitgevallen (in Scandinavië moet je overdag ook met het licht aan rijden !) en Wim had niet de goede reservelamp bij zich, maar dit was binnen vijf minuten gefikst door een monteur bij een benzinestation.

Nadien rijden we een mooie route langs de zuidkant via Stamsund, Valberg en Malnes.

Wanneer we de richting van Henningsvaer op gaan krijgen we weer te maken met gigantische drukte op de weg en overal staan campers geparkeerd op smalle stroken land om te overnachten. We bekijken Henningsvaer op de “Chinese wijze” en rijden een ronde met de camera in de hand, waarna we weer snel wegrijden, we vonden de plaats niet eens bijzonder !

Dan wordt het weer zoeken naar een plekje voor de nacht al maakt het nou niet zoveel uit, buiten zitten is nu toch niet lekker. We komen weer uit op het eiland Gimsoya waar we enkele dagen terug ook al gereden hebben, voor nu is het prima, morgen zien we wel verder, hopelijk met beter weer !!

Verslag 31

Vanaf onze overnachtingsplek gaan we terug naar de E 10 om vervolgens in de richting van Svolvaer te rijden, de grootste plaats van de Lofoten. Wanneer we in het winkelcentrum lopen voor wat boodschappen komen we langs een kapper die zowaar enkele uren later tijd heeft om mij te kortwieken. Om die tijd te overbruggen bezoeken we “Magic Ice”, een gebouw waar bij min acht graden allerlei ijssculpturen, het gehele jaar door, te bekijken zijn, ook krijgen we een drankje in een glas van ijs.

Wij vonden het IJshotel in Zweden indrukwekkender, maar dit was  ook leuk om te zien ! We hebben nog tijd over en nuttigen buiten, met uitzicht op de haven, heerlijke garnalen.

Nadat mijn haar in model geknipt is door een Oekraïense vrouw die in Noorwegen een nieuw bestaan probeert op te bouwen, rijden we nog een stukje over de E 10 en stoppen tegen half vier op een mooie plek bij de Sloverfjorden waar Wim weer z’n hengel uitwerpt. Dit keer vangt hij een kabeljauw van flinke omvang die in de koelkast beland om later opgegeten te worden.

We zitten een paar uur buiten maar het kwik komt niet boven de twaalf graden, ook laat de zon zich niet zien, dus verhuizen we toch maar weer naar binnen. Ook in Holland is het weer niet zo best, lezen we, veel regen met zelfs overstromingen in Limburg en lage temperaturen, het weer is duidelijk van slag !!

Verslag 32

We moesten vanmorgen nog zo’n veertig kilometer rijden voor we aankwamen bij een voor ons heel bijzondere plek: zeven jaar terug hebben Wim en Dennis hier in één dag tijd honderd drie en zeventig vissen gevangen !! Natuurlijk wilden we hier weer naartoe en gelukkig was het plekje vrij en staan we weer vlakbij Digermulen aan de Noorse Zee met uitzicht op het eilandje Brakoya en zo’n beetje in het midden van de Lofoten. Het is aan een doodlopende weg en er komt maar heel weinig verkeer langs.

Bij aankomst laat de zon zich eerst voorzichtig zien maar komt steeds meer te voorschijn wat resulteert in een strakblauwe lucht en een prachtig panorama.

De korte broek kan aan en de zon heeft behoorlijke kracht ook al is het “slechts” zeventien graden.

Het is echt genieten hier met rondom ons bergen waar nog restanten van sneeuw op liggen en vóór ons volop water waar regelmatig een boot voorbij komt varen.

Zelfs de bekende Hurtigruten, een Noors cruiseschip, zien we vandaag voor het eerst al is het op grote afstand.

Wim gaat natuurlijk regelmatig vissen en vangt er totaal drie en twintig, waarvan enkele flink aan de maat.

’s Avonds gaat de barbecue aan gevolgd door een kampvuur en tot bedtijd zitten we buiten,  morgen blijven we gewoon nog een dagje hier staan !

Verslag 33

Het blijft lang fris vanmorgen, pas tegen half twaalf, de tijd dat we gisteren aankwamen, komt de zon boven de bergen uit en wordt het gelijk warm.

Wel waait er een koude wind over het water, Wim heeft vandaag dan ook niet zo lang gevist en slechts vier vissen gevangen.

Behalve vis zwemt er nog meer in zee: Wim zag twee dolfijntjes voorbij komen en ook zitten er heel grote kwallen in het water met tentakels van enkele meters lang !

Bij de camper is het wel prima toeven dus luieren we met een boek en doen een spelletje.

Tegen de avond heeft Wim twee van de vele gevangen vissen gerookt en deze smaakten prima.

Om tien uur verdwijnt de zon weer achter de bergen en koelt het snel af dus verhuizen we weer naar binnen!

Verslag 34

Vanaf ons prachtige plekje rijden we vanmorgen eerst naar het vlakbij gelegen Digermulen om ons afval te lozen en water bij te vullen.

Vervolgens gaan we in noordelijke richting om weer op de E 10 uit te komen.

Deze volgen we zo’n honderd en vijftig kilometer richting Narvik, maar stoppen voor die tijd bij Liland dichtbij de plaats Evenes. Het is namelijk schitterend weer, twee en twintig graden met volop zon, dus daar willen we wel van genieten. We staan nu op een hoge uitstekende punt met aan drie kanten water van de Ofotfjorden. 

Er zijn hier restanten van bunkers en er staat een apart monument.

Wim gaat natuurlijk een tijdje vissen en ’s avonds gaat de barbecue aan gevolgd door een kampvuurtje.

Het is onze laatste dag op de Lofoten, morgen gaan we weer naar het vaste land van Noorwegen !

Verslag 35

We hebben vandaag een flinke afstand afgelegd, ruim twee honderd dertig kilometer, grotendeels over de mooie E 6 die voornamelijk langs water van diverse fjorden gaat. Hard rijden is er niet bij want je hebt constant met bochtige wegen te maken.

Wim vindt onderweg een klavertje vier, zou deze echt geluk brengen ?

Diverse keren gaan we over een hoge brug en bij Skarberget stopt de weg en moeten we met een veerboot naar Bognes, we hadden geluk: de pont lag klaar om te vertrekken en we konden nog net, met de vijfentwintig minuten durende tocht, mee 

Weer kronkelt de weg verder met grote hoogteverschillen, langs hoge bergmassieven en kleine meren.

Tegen vieren stoppen we bij zo’n meertje (Ajdejavrre) in de buurt van het plaatsje Horndal en zetten onze stoelen buiten om te relaxen.

Wim gooit z’n hengel nog wel even uit maar vangt helaas niks. In tegenstelling tot de plek van gisteren, waar regelmatig mensen de bunkers bekeken of gingen vissen, is er hier verder niemand en gaan we een zeer rustige nacht tegemoet !

Verslag 36

We hebben een heel aparte dag gehad: na een rustige start met ontbijt in de zon rijden we eerst over smalle, afgelegen wegen tot we weer bij de E 6 uitkomen.

Regelmatig gaan we door een tunnel of over een hoge brug.

Bij Fauske  gaan we richting Bodo maar bij de plaats Loding buigen we af naar de Kystriksveien, de prachtige kustroute (17) van honderden kilometers lang die eindigt in de buurt van Trondheim.

Al vrij snel stoppen we bij Saltstraumen één van de krachtigste getijdenstromen ter wereld waar het water met een snelheid van ruim tien meter per seconde door een drie kilometer lange, honderd vijftig meter brede zee-engte wordt geperst, elke zes uur verandert het van richting.

Wij hebben het geluk dat het water net op z’n snelst is en zien verschillende speedboten met toeristen over het water scheren.

Nadat we weer een tijdje onderweg zijn willen we toch op zoek naar een mooi plekje, het is schitterend weer, zesentwintig graden, daar willen we wel van genieten. Het valt echter niet mee om iets te vinden en we komen uit bij een Fjordcamp (Kjellingstraumen), een kampplaats met één wasmachine en één droger.

Het is alweer weken geleden dat ik gewassen heb dus dit werd hoog tijd ! Natuurlijk ben ik niet de enige met een grote zak vol vuile was en het duurt tot middernacht voor alles weer schoon en droog is.

Maar het blijkt een heel aparte camping te zijn met een gastheer die iedereen uitnodigt om te komen eten ! Rond zeven uur zitten we met een tiental gasten, voornamelijk Duitsers, aan heerlijke versgevangen vis (door de Duitsers !) klaargemaakt op een kampvuur, met salade, pasta en rijst !

Ali, de kampeigenaar, loopt rond in een smoking en is vandaag jarig, maar blijkbaar zorgt hij élke avond voor een vismaaltijd voor zijn gasten.

Wij zitten uren te kletsen met een groep Duitsers (kan ik die taal weer eens ophalen !) en gaan pas tegen elven terug naar de camper, daarna moeten we nog anderhalf uur wachten voor ik al mijn was weer droog terug heb !

Verslag 37

Het is vandaag (donderdag 18 juli) zo’n tien graden kouder dan gisteren, ook is het helaas helemaal bewolkt en volgt er later zelfs regen. Nadat we goed gebruik hebben gemaakt van alle faciliteiten van de leuke kampplaats, onder andere weer eens heerlijk gedoucht, rijden we verder over de mooie kustweg no. 17.

Regelmatig gaan we door een lange tunnel maar ook moeten we twee keer met een veerpont mee omdat er geen andere mogelijkheid is. Rond het middaguur staan we in een lange rij te wachten op de boot bij Foroya om ons in een kwartiertje naar Ägskardet  te brengen, eenmaal aan boord gaan we niet eens de auto uit, zo kort is de overtocht.

Twintig kilometer verderop wordt het een ander verhaal: bij Jektvika staat een gigantische rij campers, auto’s met caravan, bussen en gewone auto’s allemaal te wachten op de overtocht naar Kilboghamn, een trip van ruim een uur. De zes lange rijen asfalt waarop de auto’s kunnen wachten tot ze mee kunnen met de pont staan helemaal vol en ook op de weg ernaartoe staat een lange file..

We zijn er rond half twee en zien drie keer over een volle veerboot vertrekken voor wij eindelijk om kwart over zes mee kunnen !  We zien verschillende mensen die gisteren ook op de camping stonden, waarmee we een praatje maken, iedereen baalt natuurlijk dat het zolang duurt. We pakken maar een kop koffie en hebben onze E-reader, zo komen we de tijd wel door.

Eenmaal overgevaren rijden we nog geen tien kilometer voor we een plekje hebben om te overnachten, we staan weer aan het water maar hebben nu geen mooi uitzicht door de dichte bewolking. Het is tijd om te eten en met het getik van de regen op het dak doen we straks nog gezellig een spelletje !

Verslag 38

De camper is gisteren niet van z’n plek geweest: Wim had last van buikgriep en heeft de hele dag óf op het toilet gezeten óf op bed gelegen. Nu was het de hele dag grauw weer dus rijden was niet zo mooi geweest, maar ziek zijn is nooit leuk. Wat wél leuk was: ’s avonds kwamen er opeens drie prachtige rendieren langs lopen, voor ik de camper uit was met mijn fototoestel waren ze natuurlijk al een eindje weg, maar ik heb ze mooi op de plaat staan !

Vandaag voelt Wim zich gelukkig iets beter en wil weer gaan rijden, al heeft hij nog niets gegeten, alleen gedronken.

We vervolgen de prachtige, afwisselende kustweg en moeten drie keer met een veerpont overvaren.

De eerste keer komen we net na twaalven aan bij Nesna, de boot ligt er om naar Levang te varen, maar op de borden staat dat de eerste afvaart pas na half drie is.

We pakken onze stoelen en gaan aan de haven zitten, het is prachtig weer. Ineens komt er beweging in de rij wachtende campers en kunnen we voor half twee al overvaren, dat was dus snel de stoelen opruimen !

De tweede trip is van Tjotta naar Forvik en tot onze verbazing kunnen we zo de pont oprijden en is deze maar voor een klein gedeelte gevuld. Deze keer zitten we bijna een uur op het achterdek van de boot en varen we tussen diverse eilandjes door, echt schitterend.

Omdat het maar zestien kilometer rijden is naar de derde veerboot besluiten we deze vandaag ook nog te nemen, helaas staat er bij Anddalsvägen wél een file en kunnen we niet in één keer mee.

Pas tegen zevenen komen we aan bij Horn, na een korte overvaart van achttien minuten waarbij we de auto niet eens uitgeweest zijn. Dan wordt het zoeken naar een plekje voor de nacht, deze vinden we net voor de plaats Berg, natuurlijk aan het water. Al met al hebben we vandaag ruim twee honderd kilometer gereden en nog anderhalf uur gevaren. Wim heeft inmiddels enkele rijstwafels op en meerdere koppen thee en natuurlijk allerlei medicijnen, hopelijk voelt hij zich morgen weer een stuk beter !

Verslag 39

We zijn nog steeds bezig met de Kystriksveien, de mooie kustroute die loopt van Bodo naar Steinkjer en zes honderd vijftig kilometer lang is. Vanmorgen moesten we nog één keer open water over van Vennesund naar Holm maar de pont van tien over elf zat helemaal vol dus moesten we een uurtje wachten. Weer hebben we de tijd buiten doorgebracht want het is prachtig weer met zevenentwintig graden.

Ook op de veerboot konden we op het dek verblijven al stond er wel een windkracht vijf en waaiden we haast weg.

Toen we op de Lofoten en Vesterälen waren moesten we steeds gelijk betalen wanneer we met een pont over gingen, meestal ongerekend zo’n acht euro. Nu we over de kustroute gaan wordt de auto steeds gescand en kunnen we zo doorrijden, we zullen dus straks thuis wel de rekening krijgen, net als van de stukjes tolweg die we gereden hebben.

Evenals de afgelopen dagen is de route weer heel afwisselend al worden de bergen op het laatst minder hoog.

We staan nu aan het eind van de Lyngenfjorden bij de plaats Sjoäsen en zijn nog vijftig kilometer verwijderd van Steinkjer waar we morgen dus zeker langs zullen komen. We hebben de laatste weken, sinds we in Noorwegen zijn, totaal geen last meer van muggen, iets wat je zo snel vergeet wanneer ze er niet meer zijn, hopelijk blijft dit zo !

Verslag 40

Toen we gisteren op onze overnachtingsplaats aankwamen was het eb, er zaten diverse meters grasveld en een bodem vol keien tussen onze camper en het water van de fjord. Natuurlijk hebben we gekeken hoe hoog het water bij vloed kon komen, maar we bleven dan nog altijd enkele meters van de waterrand af.  Vannacht om één uur was het hoogtij en deze bleek twintig centimeter hoger dan de dag ervoor, we hoorden het water zachtjes klotsen en het kwam slechts enkele centimeters van de wielen van de camper vandaan ! Ook al was het zeewater nog hoger gekomen, we stonden er veilig, maar het was wel een vreemd idee dat we bijna in het water stonden, het blijft een fascinerend iets: eb en vloed ! De dag begon vanmorgen zonnig met ruim twintig graden maar in de loop van de dag werd het bewolkt, later gevolgd door regen. We hebben ’s middags de lange broek en dichte schoenen maar weer aangedaan want het kwik zakte naar vijftien graden. Iets ten zuiden van Trondheim bevindt zich het Trondelag Folkemuseum Sverresborg waar zo’n zestig gebouwen uit de omgeving, maar dan uit de 18de en 19de eeuw te zien zijn.

We lopen daar met regenjas aan rond en kunnen diverse huizen van binnen bekijken.

Na anderhalf uur zijn we doorweekt, ook is Wim nog niet helemaal hersteld en snel moe, dus verlaten we het Openluchtmuseum en rijden nog een uurtje tot we stoppen bij een onverharde plek iets ten noorden van Soknedal aan de snelstromende  rivier de Sokna.

We zien het water vanuit de camper en kunnen het goed horen stromen, maar hebben hier geen last van eb en vloed. Nu maar hopen dat door de vele regen de rivier niet buiten z’n oevers treedt !!

Verslag 41

Na een dag en nacht met veel regen is het water naast onze camper veranderd in een snelstromende, kolkende rivier en zo zien we er vandaag wel meer.

Nog steeds is het druilerig weer en slechts twaalf graden. We rijden via Oppdal richting Sunndalsera en komen door het prachtige Sunndal met aan beide kanten hoge bergen waar allemaal watervallen te zien zijn, helaas sommigen verscholen in de laaghangende bewolking.

Ook de huizen zien er hier heel mooi uit en zouden zeker niet misstaan in het openluchtmuseum waar we gisteren waren, maar door de constante regen lukt het niet ze vanuit de rijdende auto op de foto te zetten.

Tegen vieren stoppen we, na honderd zeventig kilometer rijden, bij de plaats Eidsväg en kijken vanuit de camper op twee fjorden: Eresfjord en Langfjord en ook hier zijn weer watervallen.

Na al die mooie dagen is het wel weer wennen dat we steeds binnen moeten huizen, maar dat gaat vast wel weer veranderen !

Verslag 42

We zijn vanmorgen via een prachtige route langs de Eresfjord naar de Mardalsfossen gereden, de waterval met de grootste ononderbroken valhoogte (297 meter) in Noord-Europa.

De wandeling ernaartoe is zo’n twee en een halve kilometer en op de heenweg gaat de weg aardig omhoog, voor Wim een hele uitdaging want hij is een heleboel conditie kwijtgeraakt tijdens de buikgriep.

Maar zoals altijd geeft hij niet op en komen we samen aan bij de prachtige waterval die, deze tijd van het jaar, op z’n volst is.

Pas tegen tweeën zijn we terug bij de camper en gaan dan via een mooie bergpas met hoogteverschillen van 10 procent richting Ändalsnes.

Inmiddels komt de zon langzaam tevoorschijn en tegen de tijd dat we aankomen bij Isfjorden, de plek waar we willen overnachten, schijnt deze volop en kunnen we in korte broek en hemdje buiten zitten.

Weer kijken we uit op een fjord (Romsdalsfjord) al staan we dit keer met meerdere camperaars langs het water. Wim kookt buiten en pas tegen half tien verhuizen we naar binnen, dat hadden we gisteren niet kunnen bedenken !

Verslag 43

We zijn de dag gestart met ontbijt in de zon terwijl we uitkeken op de bergen en water van de fjord, om vervolgens ruim honderd kilometer te rijden naar Alesund, gelegen op een soort schiereiland.

Het centrum van deze stad is in 1904 verwoest door een grote brand en daarna, in drie jaar tijd, weer herbouwd in art-nouveaustijl waardoor het een heel uniek karakter heeft.

We hebben hier een uurtje rondgewandeld en zijn daarna  naar een volgend punt gereden (weer honderd kilometer verderop) waar ik graag heen wilde: het eiland Runde.

Op de kliffen van dit kleine eiland nestelen een miljoen zeevogels waaronder zo’n honderd duizend papegaaiduikers en deze mooie vogels heb ik nog nooit in het echt gezien ! We zijn niet de enigen die deze dieren willen spotten, want op de enige camping op het eiland (én de plek waarvandaan je naar de klif kunt lopen) staat het vol met campers, ook vele uit Holland.

De papegaaiduikers komen pas tegen schemertijd aan land (overdag vliegen ze boven zee) dus tegen achten gaan we op weg, een wandeling van zo’n veertig minuten omhoog om uit te komen bij de klif.

Het blijkt een behoorlijk zware klim te zijn, de trip van gisteren naar de waterval was een “makkie” hierbij vergeleken. Maar eenmaal boven wordt onze inspanning ruimschoots beloond, we zien honderden papegaaiduikers, echt koddige vogels om te zien.

Inmiddels is er van het mooie weer niets meer over en is het zacht gaan regenen wat niemand er echter van weerhoudt om lange tijd naar de dieren te kijken en deze natuurlijk volop te fotograferen, vaak met heel grote camera’s.

Daarna volgt nog een lange weg terug naar beneden wat echt een aanslag op de knieën is, morgen zullen we wel flink spierpijn hebben ! Pas na tienen zijn we terug, in totaal hebben we vandaag ruim tien kilometer gelopen, …….we kunnen het nog !!

Verslag 44

Toen we gisteren vanaf de receptie op de camping naar onze plek wilden rijden startte de auto niet, de accu was helemaal leeg. Het bleek dat de V-snaar van de dynamo slipte waardoor de accu niet genoeg opgeladen werd. Met de “jumpstarter”, die we altijd bij ons hebben, kregen we de auto weer op gang en ook vanmorgen hebben we deze weer gebruikt. De campingeigenaar gaf ons het adres van een garagebedrijf in de buurt maar bij aankomst bleek deze met vakantie, net als diverse andere autobedrijven die we vanmorgen aangedaan hebben. Tegen de middag komen we uit bij een caravandealer in de plaats Volda en daar is een monteur aanwezig die de V-snaar weer strak monteert.

We besluiten niet verder te reizen na de afgelopen  “vermoeiende dagen” en vinden een prachtige plek aan de Orstafjorden. We staan op een soort pier en terwijl Wim de pootjes nog aan het uitdraaien was kwam er al een andere camper aan die hier ook had willen staan, we waren dus net op tijd.

We kunnen geruime tijd buiten verblijven, wel valt er geregeld een bui en is het rond de zestien graden.

We hebben weer tijd voor onze E-reader en natuurlijk een potje Carcassonne, ook kijken we ’s avonds naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen.

Wanneer we daarna nog een spelletje doen moet de lamp weer aan, net als de afgelopen dagen. We zijn inmiddels zover zuidwaarts dat de zon weer helemaal ondergaat, al is dit slechts voor enkele uren en blinderen we nog altijd de dakluiken !

Verslag 45

Nadat we vanmorgen in Volda bij een supermarkt onze voorraden hebben aangevuld rijden we via diverse tunnels naar Hellesylt en nemen hier de veerboot naar Geiranger.

We hebben geluk: de pont ligt klaar voor vertrek, er is genoeg plaats en binnen vijf minuten varen we al.

Deze cruise van ruim een uur brengt je door de bekende vijftien kilometer lange Geirangerfjord (Een UNESCO World Heritage plaats) met z’n hoge bergen en vele watervallen, waarvan de “zeven zusters” en Friaren, aan de overzijde van de fjord, de bekendste zijn.

Het is echt genieten aan boord van het schip en we boffen met het droge weer, er was namelijk regen voorspeld. 

De boottrip eindigt bij Geiranger, een erg toeristische plaats, maar dat kan ook niet anders want elke dag komen hier grote cruiseschepen aan met duizenden mensen.

Ook nu ligt er een gigantisch schip voor anker: Mein Schiff 7, pas dit jaar in de vaart met een lengte van drie honderd zestien meter en zesendertig meter breed. Er zijn zestien dekken waarvan er tien zijn voor de circa zevenentwintig honderd passagiers die verzorgd worden door duizend medewerkers. De bouwkosten van dit schip: vijf honderd miljoen euro, allemaal te vinden op internet !

Eenmaal van boord willen we hier eigenlijk nog wel even blijven, we hebben al drie keer op dezelfde camping gestaan (Geirangerfjorden Feriesenter) maar toen we daar vandaag langs voeren zag deze er vol uit. Toch rijden we er heen en weer hebben we geluk: er is net een camper vertrokken die pal aan het water stond, dus daar staan wij nu !

We hebben meteen voor twee nachten geboekt, dit is écht de enige plek in Noorwegen waar we nu voor de vierde keer staan ! We kunnen nog een tijdje buiten zitten en de vele boten die passeren bekijken en tegen half zeven vaart “Mein Schiff 7” voorbij, want de cruiseschepen blijven ’s nachts nooit in de haven liggen !

Morgen hebben we de hele dag de tijd om “bootjes te kijken” !!

Verslag 46

Ook vandaag ligt er weer een mooi cruiseschip in de Geirangerfjord, dit keer van Italiaanse makelij en een stukje kleiner dan het schip dat hier gisteren lag. Er kunnen “slechts” zes honderd negentig passagiers aan boord verblijven en met ruim vier honderd bemanningsleden worden deze dus prima verzorgd.

Er is weer genoeg te zien op het water en regelmatig wordt de verrekijker tevoorschijn gehaald.

’s Middags komt de Hurtigruten ook nog langs, maar deze boot, tegenwoordig elektrisch aangedreven (Hybrid Powered), vaart na een uurtje weer weg.

Wim pakt z’n hengel weer eens maar verspeeld alleen twee blinkertjes, gevangen wordt er niet, net als bij vele anderen.

Het is vandaag bewolkt en met een koude wind en slechts zestien graden voelt het waterkoud aan. Toch hebben we de meeste tijd buiten bij de camper doorgebracht in de prachtige natuurlijke omgeving omringd door hoge bergen !

Verslag 47

Terwijl we vanmorgen buiten zaten te ontbijten kwam er weer zo’n joekel aanvaren, dit cruiseschip (Costa Diadema) is al tien jaar in gebruik en kan vier en een half duizend passagiers vervoeren verspreid over negen deks.

Wanneer we later vanaf een hoog punt op de plaats Geiranger en de fjord kijken lijkt het schip veel minder imposant.

We volgen de prachtige Geirangervegen met z’n vele haarspeldbochten tot aan Grotli en nemen vandaar de pas Gamle Strynefjellsvegen, een weg die niet geschikt is voor caravans en grote combinaties.

Inmiddels zien we her en der sneeuw liggen, al zagen we zeven jaar geleden, toen we hier voor het laatst waren veel meer besneeuwde bergen en dreven er toen nog ijsschotsen in het water.

We bevinden ons op zo’n duizend meter hoogte en de temperatuur is gezakt naar tien graden. Het is prachtig rijden en we zien overal watervallen en snelstromende beekjes.

Vanaf Videseter dalen we langzaam af richting Stryn, maar voor die tijd stoppen wij bij het kleine plaatsje Hjelle, gelegen aan het Strynevatnet, een langgerekt meer omgeven door hoge bergen.

De zon is namelijk steeds meer tevoorschijn gekomen en met het afdalen steeg de temperatuur al snel naar ruim twintig graden, daar willen we wel van profiteren.

We staan nu op een schitterende plek pal aan het meer met uitzicht op de restanten van enkele gletsjers en we kunnen  buiten zitten tot de zon om kwart over negen  achter de bergen verdwijnt, waarna het meteen flink afkoelt !

Verslag 48

Vandaag bevinden we ons de hele dag vlakbij of ín Jostedalsbreen National Park, de grootste gletsjer op het Europese vasteland.

Via Stryn en Loen zijn we eerst langs Lovatnet gereden, een groot meer met ijskoud water dat van de gletsjer afkomt. De drukke weg erlangs, eindigend bij de Kjenndalsbreen, wordt steeds smaller en de grote campers en bussen moeten echt gebruik maken van de uitsparingen in het wegdek om elkaar te kunnen passeren.

Na zo’n twintig kilometer eindigt de weg en kun je alleen nog een stukje wandelen, maar de gletsjer blijft op grote afstand, wel zien we veel prachtige watervallen.

We moeten dezelfde weg terug en rijden daarna naar Olden waar een groot cruiseschip aan de kade ligt en het zwart ziet van de passagiers die even “de benen strekken” ! 

Weer nemen we een afslag naar een uitloper van de Jostedalsbreen, dit keer de bekende Briksdalsbreen waar het nog veel drukker is met vooral bussen en andere touringcars.

Vanaf de volle parkeerplaats aan het eind van de weg is het nog een flink stuk lopen voor de gletsjer überhaupt te zien is, dus besluiten we om te keren en een plekje voor de nacht te gaan zoeken.  We staan nu op een picknickplaats aan de Oldevatnet en kijken uit op de prachtige Briksdalsbreen gletsjer, die vanaf hier veel beter te zien is !! 

Verslag 49

Ook vandaag bevinden we ons steeds in de buurt van Jostedalsbreen National Park, niet verwonderlijk want het park heeft een grootte van ruim dertien honderd vierkante kilometer, waarvan zo’n acht honderd km2  bestaat uit gletsjerijs.

Via Olden, Byrkjelo en Skei en door vele lange tunnels, sommige meer dan acht kilometer, komen we uit bij Boyabreen, weer een uitloper van de Jostedalsbreen.  Hier is nog wat ijs op ooghoogte maar beduidend minder dan zeven jaar gelegen, toen we hier ook waren.

Iets verderop staat het Norsk Bremuseum (Noors gletsjermuseum), waar een prachtige natuurfilm te zien is (die we twee keer bekijken) op een groot panoramascherm waardoor je je bovenop een gletsjer waant. Ook is er van alles betreffende de klimaatsverandering te zien.

Nadien rijden we richting Gaupne, want hiervandaan kun je ook naar het Nationale Park maar dan vanaf een andere kant, echter voor die tijd stoppen we bij een rustige weg aan de Lustrafjord om te overnachten.

Het is inmiddels vier uur en je moet niet te laat op zoek gaan naar een plekje want het is nu hoogseizoen en er zijn heel veel mensen onderweg ! Toch lukt het ons weer een prachtige, gratis plaats te vinden met uitzicht op het water en de bergen !!

Verslag 50

Vanaf onze overnachtingsplaats bij Gaupne is het ongeveer veertig kilometer rijden voor we bij de laatste uitloper van de Jostedalsbreen komen die we willen bekijken: de Nigardsbreen.

We rijden de gehele tijd langs een snelstromende rivier met ijskoud gletsjerwater en gigantische hoge bergen steken de lucht in..

Bij aankomst blijkt dat we niet de enigen zijn die de gletsjer willen zien, de parkeerplaats staat helemaal vol, zelfs met bussen. Veel toeristen hebben ijzers voor onder de schoenen en een pikhouweel bij zich om, vergezeld van een gids,  het ijs op te gaan, maar eerst moet er een flink eind gewandeld worden voor je er bent. Wij starten met een boottochtje waardoor we minder ver hoeven te lopen al blijkt dat het toch nog twee en een halve kilometer is voor we echt bij de ijsmassa zijn.

De wandeling gaat over rotsblokken, trappetjes en een brug maar is prachtig om te doen, ook blijkt onze conditie nog redelijk goed.

Het eindpunt is prachtig, je ziet grotten, grote spleten en het blauw van het ijs.

Pas tegen half twee zijn we terug bij de camper en gaan dan dezelfde weg terug naar Gaupne en dan door naar Sogndal, waar we bij een supermarkt volop inslaan want alles is op !

Inmiddels is het ruim na vieren en prachtig zonnig weer, tijd om weer een plekje te zoeken en niet veel later staan we aan de Norafjord met uitzicht op Sogndal. We kunnen heerlijk in de zon zitten, net zoals we de dag gestart zijn,  en ’s avonds gaat de barbecue aan, …..weer was het een prachtige dag !

Verslag 51

Het is vandaag (vrijdag 2 augustus) prachtig weer, al hadden wij de pech dat de zon lang achter de bergen bleef zodat we binnen ontbeten hebben. We gaan richting de stad Bergen maar dat is nog ruim twee honderd en twintig kilometer verwijderd van Sogndalsfjora, waar we nu zijn en je kunt hier in Noorwegen niet snel van A naar B met al die slingerende, smalle wegen.

Nadat we even gestopt zijn bij de Kvinnefossen gaan we met de veerboot de Sognefjord over van Hella naar Vängsness om vervolgens een stop te maken bij Vik.

Hier staat de oude staafkerk van Hopperstad die al gebouwd is in 1130.

Een “stavkirke” is helemaal van hout gemaakt al kan deze wel op een stenen fundering staan. Van de duizend staafkerken die er gebouwd zijn tussen 1130 en 1350 zijn er nu nog achtentwintig over en deze vormen de unieke Noorse bijdrage aan het culturele werelderfgoed.

Nadien volgen we een prachtige bergpas naar Voss en komen op ruim negen honderd meter hoogte waar we de sneeuw nog kunnen aanraken al is er niet veel meer van over.

We weten natuurlijk al dat we vandaag niet in Bergen aankomen en normaal gesproken zoek ik dan in de App. “park4night” een plaats op om te overnachten, maar helaas heeft deze site nu kuren dus moeten we zelf op zoek naar een mooi plekje. Dit valt nog niet mee, zeker omdat we richting een grote stad gaan, maar toch is het gelukt: tegen vijven vinden we een kleine plek aan de Samnangerfjord iets noordelijk van het plaatsje Haga.

Het lijkt hier net of we op een balkon zitten boven het water.

We kunnen nog lange tijd van de zon genieten en Wim kookt weer buiten, morgen rijden we de laatste vijfenveertig kilometer naar Bergen !

Verslag 52

Het is de hele dag bewolkt, maar koud is het niet dus kunnen we buiten ontbijten op ons “balkon” ! Vervolgens rijden we richting Bergen waar we pas rond de middag een plekje hebben gevonden voor de camper bij de terminal van cruiseschepen. We wandelen naar de bekende handelshaven Bryggen met z’n  oude houten huizen die vroeger dienst deden als pakhuizen voor vis en visproducten.

Je kunt er nu over de koppen lopen, zo druk is het er met toeristen, net als wij !

Nadat we wat gegeten hebben op de vismarkt (Fisketorget) begint de lucht helemaal te betrekken (Bergen staat bekend als de Noorse stad met de meeste regen !) en heeft het weinig zin meer om met de kabelspoorbaan (Floyfjellet) omhoog te gaan voor een mooi uitzicht over de stad.

Binnen twee uur zijn we terug bij de camper en rijden een heel stuk over dezelfde route  als dat we gekomen zijn, maar het was leuk om Bergen na vele jaren weer eens te zien.

We vervolgen onze weg via Nordheimsund richting Brimnes, maar stoppen voor die tijd bij een prachtige parkeerplaats (Steinstoberget Rasteplass) aan de Hardangerfjorden waar we natuurlijk weer met zicht op het water gaan staan.

Wim gaat nog een tijdje vissen en we zitten tot achten buiten, de zon heeft zicht vandaag weliswaar niet laten zien, maar toch was het prima weer !

Verslag 53

We werden vanmorgen vroeg wakker van het harde gekletter van regen op het dak en toen we tegen elven wegreden van onze overnachtingsplek regende het nog steeds. De ruitenwissers hebben de gehele tijd dat we langs de Hardangerfjord rijden volop aangestaan tot we uit een twaalf kilometer lange tunnel komen, waar zelfs een verlichte rotonde aanwezig is, en het opeens droog is (en blijft !).

Via een lange brug komen we in Brimnes en vervolgens in Eidfjord waar een cruiseschip voor anker ligt.

We rijden nog een stuk over sterk oplopende kronkelende wegen en tunnels vol bochten voor we uitkomen bij de Vöringsfossen, een indrukwekkende waterval die honderd twee en tachtig meter naar beneden stort.

Tegenwoordig kun je via een metalen brug over de waterval lopen en is deze van alle kanten goed te bekijken.

Nadat we er vlakbij geluncht hebben rijden we naar het Norsk Natursenter in Hardanger waar we (weer) een prachtige panoramafilm zien, dit keer over de natuur van de Hardangervidda.

Ook zijn er diverse opgezette dieren en veel informatie over het veranderende klimaat.

Nadien rijden we nog een stukje maar stoppen al vrij vroeg op een oude weg langs een tunnel met uitzicht op de Eidfjord. Ook kijken we op een mooie, kleine waterval en hóren deze bovendien erg goed.

Dat wordt vannacht lekker slapen met weer het geluid van vallend water, al is het dit keer niet van de regen !

Verslag 54

De hele dag hebben we over de toeristische weg nr. 13 gereden die de ene keer gewoon tweebaans is, maar even later zo smal dat je elkaar niet kunt passeren.

Ook kan je binnen een uur langs een fjord rijden, tientallen watervallen, waaronder de prachtige Lätefoss, zien en even later op negen honderd meter hoogte zitten en uitkijken op een bergmeer met restanten van sneeuw aan de kant.

Noorwegen blijft een schitterend land met een heel afwisselend landschap.

We gaan via Brimnes en Odda naar Sand en hebben vandaag twee honderd en tien kilometer afgelegd.

We staan nu vlak voor Nesvik waar we morgen met de veerpont over gaan naar Hjelmeland en dan door naar Stavanger. We hebben nog een week de tijd om naar Sellingen te rijden, waar we de reünie hebben met onze gezellige kampeervrienden en als er geen gekke dingen gebeuren moet dit zeker lukken !

Verslag 55

Na een boottrip, een stuk rijden, een tolweg en enkele lange tunnels komen we tegen de middag aan bij Stavanger, de op twee na grootste plaats van Noorwegen. We kunnen de camper in het centrum aan de kade parkeren en wandelen hiervandaan eerst naar de Valbergtärnet, de brandwachttoren uit 1852.

Hier omheen zijn enkele “fleurige” winkelstraten, maar wij komen natuurlijk vooral voor het oude gedeelte van de stad: Gamle Stavanger met z’n witte, houten huisjes en smalle keienstraatjes.

Er is vanzelfsprekend van alles te bekijken in Stavanger, maar wij zijn na anderhalf uur weer vertrokken en rijden langzaamaan richting Kristiansand, al verlaten we bij Helleland de drukke E 39 en gaan over op de rustigere Sirdalsveien.

We komen weer langs mooie hoge bergen, snelstromende rivieren en bergmeertjes. Tegen half vijf stoppen we bij zo’n meer: Bjornestadvatnet en parkeren daar onze camper voor onze laatste nacht in Noorwegen. Morgen moeten we nog ruim honderd vijftig kilometer rijden naar Kristiansand en varen daarvandaan om half vijf in ruim drie uur tijd naar Hirtshals in Denemarken, het land waar we precies twee maanden geleden onze trip begonnen.

En ook de laatste overnachtingsplek in Noorwegen is weer prachtig !!

Verslag 56

De laatste dag in Noorwegen hebben we helaas slecht weer met veel regen, jammer, want de route op zich is erg mooi en afwisselend, maar dit komt nu niet tot z’n recht. We hebben ruim de tijd voor we met de boot overvaren en stoppen onderweg voor de lunch.

Wanneer we tegen kwart over twee  in Kristiansand aankomen staat er al een flinke rij te wachten voor de overtocht, wel is het dan eindelijk droog weer en komt zelfs de zon nog even tevoorschijn.

Twee uur later rijden we de veerboot van Color Line op en gaan al snel het schip verkennen. Er zijn enkele winkeltjes, vooral de taxfree afdeling is weer erg in trek, en ook is er voldoende mogelijkheid om de inwendige mens te versterken. Wij kiezen voor een all-in buffet dat werkelijk voortreffelijk is en waar we de gehele vaartijd kunnen verblijven.

Tegen kwart voor acht komen we aan in Denemarken (Hirtshals) en rijden dan nog slechts vijf kilometer naar een parkeerplek in een bos waar al enkele campers staan. Ook hier is het helaas weer regenachtig, maar voor morgen is er beter weer voorspeld !

Verslag 57

En dan opeens zijn de bergen weg en rijden we door glooiend landschap met enkele boerderijen, veel landbouwgrond en wat veeteelt, …..het is weer even wennen ! We gaan richting de oostkust van Noord-Jutland en stoppen bij het stadje Saeby dat net zijn vijf honderd jarig bestaan viert.

Het oude centrum kent verschillende vakwerkhuizen en ook is er een museum gevestigd in een 17de-eeuws huis wat we bekijken.

Nadat we geluncht hebben met uitzicht op het water rijden we naar het Voergärd Slot, vlakbij de plaats Flauenskjold, een mooi renaissance kasteel, waar we helaas net te laat zijn om de rondleiding van drie uur mee te maken en daarom alleen de buitenkant van het stijlvolle gebouw kunnen bekijken.

Het is zonnig weer dus besluiten we een plaats voor de nacht te zoeken en komen uit bij een mooi plekje aan het ondiepe Kattegat in de buurt van Norre Sorä waar we enkele uren genieten van de zon.

Tegen zevenen verhuizen we naar binnen, maar Wim heeft de camper natuurlijk weer zo neergezet dat we  van binnen uit een prachtig uitzicht hebben over het water !

Verslag 58

Vannacht begon het te regenen en niet zo’n klein beetje, ook ging de wind aanwakkeren en werd uiteindelijk een windkracht zes, we lagen gewoon te schudden in ons bed. Vanmorgen was het voor het eerst niet zo handig dat onze koelkast (een prima “Engel”, net zoals we in Australië hebben) vóór in de cabine staat, ik was al nat voordat ik daar alle ontbijtspullen uitgehaald had, zelfs met regencape aan.

Wanneer het heel even droog is ruimen we snel alles op en draait Wim de pootjes in, het heeft weinig zin hier te blijven staan. We rijden bijna twee honderd kilometer om tegen tweeën uit te komen bij de plaats Ebeltoft, waar een prachtig 19de-eeuws zeilschip: Fregatten Jylland in de haven ligt.

Je kunt dit schip van alle kanten binnen en buiten bekijken en is met z’n ruim honderd meter lengte een imposant fregat.

Het heeft meer dan veertig kanonnen aan boord en in vroeger tijden bestond de bemanning uit vier honderd dertig personen.

Gelukkig is het net droog geworden en we nemen ruim de tijd om de Jylland te bewonderen.

Nadien lopen we nog even de ruim zevenhonderd jaar oude binnenstad in waar het kleinste raadshuis van Denemarken staat en ook hier bevinden zich weer veel vakwerkhuizen.

Slechts vier kilometer van de stad, aan de oostkant van het schiereiland zetten we onze camper pal aan zee bij Boeslum, waar het inmiddels lekker zonnig weer is en we nog lange tijd buiten kunnen zitten, dit hadden we vanmorgen echt niet kunnen bedenken !

Verslag 59

Vandaag hebben we twee honderd vijfentwintig kilometer afgelegd, hoofdzakelijk zuidelijk, al zijn we later afgeweken in oostelijke richting naar het eiland Funen. Op dit één na grootste eiland van Denemarken staat zo’n beetje in het midden het Egeskov Slot, een schitterend kasteel uit de 16de-eeuw en één van de bekendste bezienswaardigheden van het land.

Behalve het bekijken van dit prachtige slot kun je rondwandelen door enkele mooi aangelegde tuinen, zijn er voor kinderen allerlei activiteiten en speelterreinen, maar staan er ook  diverse gebouwen met oude voertuigen wat Wim natuurlijk heel interessant vindt.

Er staat zelfs een voorloper van de huidige campers !

We brengen er dan ook enkele uren door en staan verbaasd over het grote aantal oldtimers, brandweerauto’s, motoren en andere curiosa.

Tegen half vijf verlaten we het drukke park en rijden nog een half uurtje om uit te komen bij het zuiden van het eiland tussen de plaatsen Svendborg en Faaborg pal aan het water van de “kleine Belt”, waar diverse surfers actief zijn. Nog steeds waait het flink en staan de witte koppen op de golven.

Later verzetten we onze camper zodat we wat meer beschut staan, we hebben geen behoefte om weer een nacht te schudden in ons bed vanwege stormachtige wind !  

Verslag 60

Als meisje van een jaar of tien heb ik, samen met mijn ouders en zusjes, enkele zomervakanties doorgebracht op een camping bij Faaborg op het eiland Funen, dus vanmorgen zijn we naar dit dorp gereden om te kijken of er nog herinneringen boven komen uit die tijd. Toevallig rijden we langs Faaborg Miniby, het dorp nabootst in miniatuur, op een schaal van één op tien, maar dan uit het jaar 1890.

De honderd twintig  huisjes zijn er pas in 2009 door vele vrijwilligers neergezet, dus ik kan dit niet in mijn kinderjaren gezien hebben.

Wandelend door de vele smalle kasseien straatjes van Faaborg zien we dat het een schilderachtig dorp is met veel vakwerkhuizen, maar herkenning blijft uit.

Later rijden we nog naar een camping in de buurt, maar het is vijfenvijftig jaar geleden, dus kampplaatsen zijn helemaal veranderd in al die jaren, toch vond ik het leuk hier weer even terug te zijn.

We gaan naar Bojden waar we met een veerboot in vijftig minuten tijd overvaren naar Fynshav op het eilandje Als, al moeten we wel twee uur wachten op de pont en kunnen we pas om drie uur mee.

Eenmaal daar rijden we nog een klein stukje richting Nordborg waar we weer een plekje vinden in een bos en tevens aan het water van de Kleine Belt.

Helaas staat er nog steeds een harde, koude wind waardoor we rond zes uur al in de camper zitten, wel met mooi uitzicht op de zee. Voor de komende dagen is er heet, benauwd weer voorspeld ruim boven de dertig graden en zullen we misschien met weemoed terugdenken aan het koele weer wat we nu hebben !!

Verslag 61

Via een lange brug verlaten we het eilandje Als en komen op Zuid-Jutland waar we rond de middag het plaatsje Tonder bekijken. We wandelen door de hoofdstraat en zien diverse oude gebouwen met fraaie voordeuren en aparte puntgevels.

Het is het laatste wat we bezichtigen van Scandinavië want even later gaan we de grens met Duitsland over. We moeten nog zo’n vier honderd en vijftig kilometer afleggen voor we in Sellingen zijn en we besluiten om de kortste route te nemen via Glückstadt in plaats van allemaal snelwegen, die ook nog eens honderd kilometer meer op de teller aangeven. Helaas krijgen we bij Glückstadt, waar we de rivier de Elbe over moeten, te maken met een lange file en duurt het twee uur voor we eindelijk met de veerpont meekunnen.

Inmiddels is de temperatuur aardig opgelopen en is het knap warm in de auto, we doen zelfs de airco aan.

Pas tegen half acht zijn we in Wischhafen en moeten dan nog steeds een paar honderd kilometer afleggen voor we bij Roel en Janna zijn, dus rijden we  nog een stukje door. We staan nu bij het gehucht Neubachenbruch met uitzicht op een weiland (wel wat anders dan we gewend zijn !) en konden nog heel even genieten van de laatste zonnestralen, waarna we toch weer in de camper belanden, want het koelt snel af. 

Vanavond doen we voor het laatst deze trip ons favoriete spel Carcassonne en hebben dan in totaal één en zeventig potjes gespeeld, helaas staat Wim tien punten voor en kan ik hem dus duidelijk niet meer verslaan !!

Laatste verslag 62

We hebben onze prachtige reis door Scandinavië afgesloten met een heel gezellige reünie in Sellingen, al hebben we deze laatste dagen wel heel wisselend weer gehad.

Dinsdag was het met vierendertig graden erg broeierig warm en net nadat we buiten heerlijke pizza’s hadden gegeten barstte het onweer los met de bijhorende verkoelende regen.

Woensdag kregen we tijdens een fietstocht een flinke plensbui over ons heen en het bleef maar doorregenen zodat we ’s middags  mooi de tijd hadden om de film van onze groepsreis vorig jaar door de Balkan (gemaakt door Wim) te bekijken.

Ook ’s avonds, terwijl we genoten (van de generale repetitie) van een leuke misdaad komedie  in het openluchttheater, bleef het niet droog en zaten we met de paraplu op in regenkleding naar de voorstelling te kijken.

Gelukkig is het vandaag de hele dag droog gebleven, zowel tijdens de fietstocht (waar we net als gisteren bijna veertig kilometer afgelegd hebben), als met de barbecue, en konden we tot laat in de avond buiten zitten, zelfs het kampvuur ging aan.

We hebben ondertussen alweer plannen gemaakt voor de volgende groepsreis en willen dan richting Bretagne afreizen, mits iedereen volgend jaar nog in goede gezondheid verkeert. Morgenvroeg vertrekt ieder weer naar huis en zit onze reis van ruim tien weken erop. We hebben deze trip tien duizend kilometer afgelegd en bijna altijd op mooie, gratis plekjes overnacht. We weten nu al dat we zeker weer terugkeren naar het prachtige, veelzijdige Scandinavië !!   

Australie 2024 met Dennis van Adelaide naar Cairns

Verslag 1

Ook dit jaar brengen we de Hollandse wintermaanden door in het warme Australië, deze keer reizen we van Adelaide naar Cairns, samen met Dennis voor wie het de laatste trip naar Down Under wordt. Tijdens onze reizen afgelopen jaar speelde steeds de gezondheidstoestand van mijn ouders een belangrijke rol, maar helaas is mijn vader, nog geen vier maanden na mijn moeder (overleden 25 juli 2023) inmiddels ook gestorven op 18 november. Ze hebben de mooie leeftijd van 92 en 93 jaar bereikt en er resten ons niets dan prachtige herinneringen aan hen.

Gistermorgen (zaterdag 13 januari) heeft Marcel ons weggebracht naar Schiphol, we moesten al vroeg op want het toestel van Singapore Airlines vertrok om 10.25 uur en je moet nu eenmaal altijd al uren van te voren aanwezig zijn. Maar alles verliep heel vlotjes en om elf uur zaten we al aan een (plastic) glas champagne met wat nootjes erbij, een mooi begin van de reis.

De eerste vliegtrip van ruim twaalf uur verliep rustig en rond zes uur plaatselijke tijd (elf uur ’s avonds in Holland) zijn we geland in Singapore waar het, met dertig graden, vochtig warm is. Thuis had Wim al een (dag)kamer geregeld in het Crowne Plaza hotel dat grenst aan Changi Airport en hiervandaan kijken we uit op het zwembad en de luchthaven.

We duiken al vrij snel  het bed in (al is die van Dennis wel een beetje te kort !) en presteren het om tien uur aaneengesloten te slapen.

Rond half één ’s nachts beginnen we, na een vertraging van een uur, uitgerust aan het laatste stuk van de vliegtrip en komen rond negen uur ’s morgens aan in Adelaide (Weer zit er een tijdsverschil in van twee en een half uur, het is hier nu negen en een half uur later dan in Nederland !).  Een uurtje later zitten onze koffers in een taxi die ons naar U-store-it in Londsdale brengt waar onze camper en auto negen maanden gestald stonden. Ze hebben een beurt gehad dus we hopen zonder problemen drie maanden rond te trekken door Australië. Natuurlijk moet er de eerste dag van alles geregeld worden: een telefoonkaart, heel veel levensmiddelen en ook de jerrycans moeten weer met water gevuld worden. Tegen half vijf komen we aan bij onze eerste overnachtingsplek: Pink Gum Campground in het Onkaparinga River N.P. (zo’n vijfenveertig kilometer van Adelaide) waar we van te voren al een plek geboekt hadden.

Nu wordt het tijd om de koffers uit te pakken en alles weer op orde te brengen in onze “huisjes”.

En terwijl wij bij vierendertig graden de eerste kangoeroes rond zien hippen blijkt het in Nederland te sneeuwen !

Tegen negenen slaat, zoals iedere keer de eerste dag,  ineens de vermoeidheid toe en we liggen dan ook heel vroeg op bed !!

Verslag 2

Na een onrustige nacht zijn we vanmorgen al vroeg wakker, toch zoeken we tijdens het ontbijt de schaduw op want de zon is meteen heel krachtig.

Wanneer we de kampplaats weer verlaten rijden we lange tijd door de mooie wijnsteek McLaren Vale, waar veel lekkere wijnen vandaan komen.

We nemen een afslag naar de kust en komen uit bij een prachtig strand waar we alle drie het koele zeewater ingaan en er vervolgens geruime tijd verblijven tot dat er een frisse wind opkomt.

Op weg naar onze volgende overnachtingsplaats zien we een bord met: “Nan Hai Pu Tuo Temple of Australia” en natuurlijk zijn we benieuwd wat dit inhoudt. Bij aankomst zien we een gigantische Boeddha en de fundamenten van een groot tempelcomplex dat eigenlijk al in 2011 klaar had moeten zijn, of het ooit zo ver komt zal nog blijken !

Via een prachtige heuvelachtige weg rijden we verder zuidwaarts naar Deep Creek N.P. en ondertussen begint het koeler te worden en zien we wolken en flarden mist voorbij trekken.

Eenmaal aangekomen bij Trig Campground zetten we meteen de zijkanten van de luifel op en kunnen we al snel een vest aantrekken en later zelfs de lange broek, wat een verschil met vanmorgen ! 

We doen ons eerste potje Carcassonne wat ik grandioos win !!

Twee keer over zien we een vos voorbij lopen, waardoor de  kangoeroes  op veilige afstand blijven en zich nu niet vertonen !

Verslag 3

Het heeft vannacht geregend en vanmorgen staat er een harde, koude zuidelijke wind. Het is slechts dertien graden, dat wordt dus de lange broek en enkele laagjes bovenkleding over elkaar aan ! In het Deep Creek N.P. waar we overnacht hebben, zijn diverse wandelroutes uitgezet en wij lopen vandaag de “Waterfall Hike”, een prachtige wandeling van drie en een halve kilometer over oneffen paden  met veel hoogteverschil en met als hoofddoel een schitterende waterval.

Tijdens het wandelen kunnen de vesten weer uit, want de zon komt gelukkig weer tevoorschijn.

Na twee uur zijn we terug bij de auto’s en gaan dan nog even naar het Talisker Conservation Park waar restanten te zien zijn van een oude mijn.

Dan wordt het tijd om naar Cape Jervis te rijden, want om drie uur varen we met een boot van Sealink naar Kangaroo Island en hier willen we acht dagen rond gaan trekken. We zijn er voor het laatst geweest in 2020 met Marcel, Marieke en de jongens, maar toen konden we maar een gedeelte van het eiland bekijken, omdat er een grote brand had gewoed.

Tijdens de ruim een uur durende overtocht gaat de boot bij windkracht vijf aardig heen en weer, maar gelukkig worden de beide mannen niet zeeziek !

Onze eerste overnachtingsplaats op het eiland:is Chapman River Campground (nr.6), een favoriete plek waar we al meerdere keren gestaan hebben en bij aankomst voelt het meteen weer heel vertrouwd.

We kunnen nog tot half acht van de zon genieten en daarna koelt het weer snel af. Morgen wordt het een relaxte dag, want we hebben dit prachtige plekje voor twee dagen geboekt !

Verslag 4

Zoals gezegd zijn de auto’s vandaag niet van de plek gekomen en hebben we het rustig aan gedaan, al heeft Wim wel regelmatig z’n vishengel uitgeworpen en in totaal dertig exemplaren gevangen !

Ook hebben we een wandeling langs de Chapman rivier gemaakt richting zee, waar we over een totaal verlaten strand liepen.

Vanaf een uitkijkpunt zie je de rivier die bij extreem veel regen uitmondt in zee, maar nu te weinig water bevat en er voor zorgt dat je door kunt lopen over het strand naar de andere kant van de Chapman River.

Het weer is helaas nog niet wat we gewend zijn in Australië, de wind is vrij koud en ook laat de zon zich niet veel zien, maar er is beter weer op komst.

Kangaroo Island is honderd vijfenvijftig kilometer lang en vijfenvijftig kilometer breed en meer dan één derde van het eiland is Nationaal Park, de komende dagen gaan we het gebied uitgebreid bekijken, voor Dennis is alles nieuw !!

Verslag 5

We hebben een leuke, gevarieerde dag gehad vandaag. We zijn eerst naar de oostelijkste punt van het eiland gereden waar de oudste vuurtoren van Australië staat: Cape Willoughby Lighthouse, gebouwd in 1852 en die toen al vier duizend dollar kostte, wat een gigantisch bedrag was !

De golven beuken er tegen de ruige kust en een grote groep ibissen nestelt zich in het hoge gras.

Onze volgende stop is bij Baudin Beach waar we grillige rotsen zien bij een beschutte baai.

Ook het kleine plaatsje Sapphiretown ligt heel mooi genesteld tussen de Pelican Lagoon en de Eastern Cove en hier liggen dan ook veel boten aangemeerd.

Al vrij snel komen we daarna bij de prachtige Pennington Bay en hier rollen de hoge golven uit op het strand en spatten uiteen tegen de aparte rotsen.

Dan zijn Dennis en ik even heel actief en klimmen de vijf honderd treden op naar het mooie uitkijkpunt Prospect Hill, Wim is hier (samen met mij) al een paar keer geweest en blijft beneden wachten.

In het plaatsje American River kopen we een dozijn oesters die daar gekweekt worden en zien er enkele pelikanen.

Na nog een stop bij Red Banks rijden we naar de enige bierbrouwerij op het eiland vlakbij Kingscote waar we een bierproeverij houden en tevens een heerlijke pizza eten.

Op weg naar onze volgende overnachtingsplaats: Discovery Lagoon campground komen we nog langs een mooi zoutmeer, wat ons doet denken aan de sneeuw die nu in Holland volop aanwezig is !

Op de kampplaats doen we (ik voornamelijk !) ons tegoed aan de heerlijke oesters met een lekker wijntje erbij en tot laat in de avond zitten we buiten in de korte broek nagenietend van de mooie dag ! 

Verslag 6

We zijn vanmorgen (zaterdag 20 januari) eerst naar Kingscote gereden, het enige dorp op het eiland waar meerdere winkels zijn en hier hebben we onze voorraden zo aangevuld dat we voldoende levensmiddelen hebben voor de resterende dagen op Kangaroo Island.

(“Silo-art” in Kingscote)

Natuurlijk ligt de plaats aan het water en onder de lange pier, waar veel vanaf gevist wordt,  rust een zeehond in de schaduw, al is hij haast niet te zien.

Ook zijn er weer veel pelikanen aanwezig.

We rijden richting de “Bay of Shoals”, een prachtige beschutte baai, waar we bij de gelijknamige wijngaard een proeverij doen van vier verschillende soorten wijn, afkomstig van het eiland.

Nadien eten we, in een nabij gelegen park, de net gekochte garnalen al moeten deze nog wel even gepeld worden. 

We vervolgen onze trip via Emu bay, waar we een stuk over het harde strand rijden, om uiteindelijk door te gaan naar Stokes Bay, om daar te overnachten.

Wanneer we er tegen half vier aankomen kunnen we gelukkig nog een redelijk plekje vinden op de vrij volle kampplaats.

Deze ligt dan ook bij het mooiste strand van het eiland waar je via een heel aparte route, langs allemaal rotsen, pas kunt komen, het wordt dan ook de “hidden beach” genoemd.

We presteren het om met twee parasols, een strandtas en een stoel door de smalle doorgang te komen, waarna we enige uren op het strand en in het koele zeewater doorbrengen.

Dan begint het weer te waaien en keren we terug naar onze onderkomens waar het ook ineens heel winderig is. We plaatsen de zijkanten in een hoekvorm aan de luifel om zo redelijk beschut te kunnen zitten en te genieten van de uitgebreide maaltijd die Wim heeft bereid. …….ik denk dat we een stormachtige nacht tegemoet gaan ! 

Verslag 7

We hebben onze eerste koala gespot deze reis, Dennis zag hem vanmorgen in de boom boven onze kampplaats, natuurlijk was hij vast in slaap, al deed hij even z’n kop omhoog toen Wim de camper startte.

Even later zien we een zwarte slang rustig over de weg glijden, ook deze wordt vastgelegd op camera.

Vandaag bekijken we de noordkant van het eiland en stoppen als eerste bij King George beach, waar heel aparte oranje rotsen te zien zijn.

Bij Snelling beach rijden we het strand op, al is deze nu helemaal stil en verlaten.

Dan gaan we naar Western River Cove beach waar je langs de rivier naar zee kunt lopen.

Al vrij vroeg rijden we door naar, de noordwestelijk gelegen, Harveys Return campsite, behorend bij Ravine des Casoars Wilderness Protection Area. De weg ernaartoe is vrij slecht en lijkt het meest op een wasbord.

In tegenstelling tot gisteren is deze kampplaats zo goed als verlaten, waarschijnlijk omdat deze heel afgelegen ligt en de weg zo hobbelig is !

We maken er een relaxte middag van met een boek en een potje Carcassonne, maar er is ook tijd voor wat klusjes.

Tegen vieren lopen we een stukje van een “hike” naar zee, maar halverwege moet je ineens steil naar beneden over rotsen klimmend, daar hebben we nu geen zin in.

We genieten nog een tijdje van de zon tot deze ondergaat en het vest weer aankan, want de avonden blijven nog steeds aan de frisse kant !

Verslag 8

Acht kilometer vanaf onze overnachtingsplaats (Harveys Return) bevindt zich Cape Borda lighthouse, een vuurtoren die rond 1928 bevoorraad werd met paard en wagen vanaf Harveys Return.

Tegenwoordig is de vuurtoren niet meer bemand, de enige bewoners die wij zien zijn twee kangoeroes die op zoek zijn naar water !

De weg naar de vuurtoren is, net als het laatste stuk naar de kampplaats, gigantisch slecht en tijdens het rijden horen Wim en ik gelijktijdig ineens een vreemd gerammel. Meteen moeten we weer terugdenken  aan twee jaar terug toen de vering brak bij Karijini N.P. met als gevolg dat we bijna een week op een camping hebben gestaan voor alles gerepareerd was ! Gelukkig blijkt het nu minder ernstig en is het de bull-bar waarvan één van de steunen gebroken is, terwijl deze net vorige week opnieuw gelast waren bij de garage.

We rijden zuidwaarts naar de bekendste toeristische plekken van Kangaroo Island: Remarkable Rocks en Admirals Arch. In 2020 is er een gigantische brand geweest op het eiland en is de westkust grotendeels verbrand, gelukkig is het weer aardig hersteld, al zie je nog wel restanten van deze catastrofe.

Er staat vandaag weer een harde wind en we worden haast weggeblazen bij de prachtige, grillige rotsen maar het blijft mooi om te zien.

Bij Admirals Arch zijn ze helaas met reconstructiewerkzaamheden bezig en is het uitzicht minder mooi dan normaal, wel zien we diverse zeehonden op de rotsen rusten.

We rijden naar Western K.I. caravan park, tegenwoordig behorend bij de “discovery parks” keten, om onze huisjes neer te zetten. Bij de receptie zie ik een bekend gezicht, deze vrouw (Margaret) heb ik twee jaar geleden in Broome gezien, ook bij een discovery park, waar we zes dagen gestaan hebben omdat de airco van Dennis’ auto kapot was. (Ja, die trip hebben we heel wat reparaties gehad aan onze auto’s !!)  Margaret, met Nederlandse roots,  herkend ons ook en haar man (Chris) weet zelfs nog dat we onze camper altijd ergens stallen en dan weer naar Holland vliegen ! Wanneer Wim vraagt of ze iemand weten om de bull-bar te repareren biedt Chris spontaan aan om dat te doen, en een half uurtje later is deze weer gelast, zonder dat hij er een cent voor wil hebben.

Omdat we de afgelopen twee jaar blijkbaar zes keer overnacht hebben bij een discovery park, krijgen we een gratis tweede overnachting, dus morgen staan we hier ook.

Nu we toch op een “echte” camping staan draai ik maar een wasje en ook kunnen we weer douchen, iets wat niet mogelijk is in de meeste Nationale Parken. De plek waar we nu staan is echt niet verkeerd: er zit weer een koala vlakbij in een boom, de galah’s vliegen rond en de wallabies hippen om de camper.

Morgen is een speciale dag want dan viert Dennis voor de derde keer z’n verjaardag in Australië !

Terwijl we bezig zijn met het verslag horen we ineens geritsel, het blijkt een brutale possum te zijn die bij Dennis de tent in wilde sluipen en even later de auto inklom !

Verslag 9

Net op de dag dat Dennis verjaart naar achtendertig hebben we te maken met extreem heet weer, het is vandaag rond de veertig graden. We gaan dan ook al vroeg op pad en zijn rond tienen bij Seal Bay Conservation Center waar de op twee na grootste zeeleeuwen kolonie van Australië huist. Ze komen hier het hele jaar door , vaak na een driedaagse jacht op vis, om uit te rusten in de beschutte baai. Ook hun jongen worden hier geboren en doen er hun eerste zwempogingen.

We zien tientallen zeeleeuwen lui op het strand liggen en jonkies dollen in zee, een prachtig gezicht.

Nadat we alles uitgebreid bekeken hebben rijden we terug richting de kampplaats om onderweg te stoppen bij Kelly Hill Caves, waar we een uurtje moeten wachten voor de volgende rondleiding begint.

Maar het is het wachten waard: de druipsteengrotten hebben heel aparte stalactieten, er wordt met een lichtshow een mooi verhaal verteld én het is er zo’n achttien graden, heerlijk verkoelend dus !

Nadien rijden we nog even naar het vlakbij gelegen Hanson Bay waar Wim en Dennis het koude water trotseren, ik kom niet verder dan tot mijn knieën in het zeewater.

Dan wordt het tijd om naar de camping te gaan waar we eerst schaduw creëren voor we aan de taart en champagne beginnen en natuurlijk mag een spelletje Carcassonne niet ontbreken, iets wat we alle drie graag doen.

Ook heeft Wim een privédouche gemaakt zodat we regelmatig even af kunnen koelen.

Tegen vijven bellen Marcel, Marieke en de jongens om Dennis te feliciteren en ook komen er veel app-jes en mails binnen met felicitaties. Vanwege het hete weer eten we pas laat: heerlijke steaks met frietjes en groenten en langzaamaan keert de temperatuur terug naar normaal.

Ook komt het “wildlife” weer tevoorschijn, al zit Dennis niet te wachten op nog een possum in z’n auto !!  

Verslag 10

Dennis heeft afgelopen nacht bezoek gehad, helaas voor hem niet van een leuke jongedame, maar weer van een brutale possum, die urenlang in de afdekhoes van de tent gelegen heeft. Vanmorgen vonden we er een tiental keuteltjes van het dier !  (Er stonden nog diverse nieuwe app-jes en mailtjes met felicitaties op de telefoon toen we vanmorgen wakker werden, allemaal hartelijk dank daarvoor !) Nadat onze gasfles gevuld is en we getankt hebben verlaten we de kampplaats en rijden in oostelijke richting, we stoppen bij Vivonne Bay, een prachtige baai waar we in 2020 nog gekampeerd hebben met Marcel, Marieke en de kids.

We rijden door naar Little Sahara, hier leven Dennis en ik ons uit door op de hoge, witte duinen te klimmen en er vervolgens weer af te rennen.

Daarna gaan we naar het laatste stukje van het eiland dat we nog niet gezien hebben: d’Estrees Bay waar we, met uitzicht op zee, lunchen. 

Tegen half drie arriveren we op Seafront Holiday Park in Penneshaw, onze laatste overnachtingsplek op Kangaroo Island. Hiervandaan is het vijf minuten rijden naar de boot waarmee we morgen overvaren naar het vaste land van Australië.

We maken nog een wandeling over de “Scupture Trail”, waarna het weer tijd is voor een spelletje.

We hebben een heerlijke tijd gehad op het eiland en enorm geboft met het weer !

(Vakantie is wel vermoeiend !!)

Verslag 11

Het was vanmorgen een drukte van jewelste bij de bootterminal, er lag namelijk een groot cruiseschip van Princess Cruises in zee voor anker en urenlang werden gasten vanaf het schip met pendelbootjes naar de wal gebracht om vervolgens met een bus een rondrit over het eiland te maken.

Wij zijn met de ferry van half elf overgevaren en een uurtje later arriveren we bij Cape Jervis vanwaar we verder rijden naar Victor Harbour.

Helaas begint het bij aankomst te regenen en dit gaat door tot zeven uur ’s avonds. We brengen dan ook enkele uren door in een overdekt winkelcentrum om onze voorraden aan te vullen en gelijk wat te eten.

Via Goolwa rijden we vervolgens naar Frank Potts Reserve bij Langhorne Creek, een wijngebied, om te overnachten.

Bij aankomst weet ik meteen: hier zijn we eerder geweest en na het even opgezocht te hebben blijkt het, op de dag af, precies twaalf jaar geleden te zijn dat we hier ook overnacht hebben nadat we op Kangaroo Island rondgetoerd hadden. We moeten echt zoeken naar een plekje zonder plassen, alles is drassig en zelf blijven we natuurlijk ook niet droog wanneer we alles opbouwen.

Maar we kunnen (en moeten wel, want in de camper is geen ruimte !) onder de luifel weer een spelletje doen en het eten bereiden. Wel liggen we waarschijnlijk vroeg op bed, want alles is vochtig en kil !!

Verslag 12

Het is gelukkig weer opgeklaard al staat er een harde, koude, zuidelijke wind en is het rond de eenentwintig graden. We rijden langs Lake Alexandrina en gaan bij Wellington met de pont de rivier de Murray over, die weer aardig hoog staat.

Na Meningie gaan we verder in zuidelijke richting en komen bij Coorong National Park, waar een reeks prachtige lagunen gescheiden wordt van de oceaan door een honderd vijfenveertig kilometer lange duinstrook. We passeren diverse zoutmeren waarvan sommige roze aandoen  en stoppen bij Jacks Point waar je uitkijkt op een eiland waar pelikanen broeden, helaas te ver weg om goed te kunnen zien.

Wel zien we tientallen pelikanen boven ons rondcirkelen.

Nadat we de onverharde “loop road” vol kuilen hebben gereden nemen we even later weer een afslag  naar “42 mile crossing camp” waar we een beschutte plek vinden om te overnachten.

Het is vandaag “Australian Day”, een vrije dag voor de meeste mensen en het is dan ook vrij druk op de kampplaats met jongeren, die nu een extra lang weekend hebben !

(Zouden hier wombats leven ?)

In de loop van de middag lopen we naar de kust, een wandeling van anderhalve kilometer waarbij we over de duinen heen moeten klauteren en eindigen bij een ruwe zee met witte koppen op de golven.

Het zand is erg mul, toch wagen enkele auto’s zich op het strand, al is het alleen maar voor de “fun”!.

Nadat we teruggewandeld zijn blijkt dat we vandaag toch tien duizend stappen hebben gezet, dan hebben we wel een wijntje verdiend !!

Verslag 13

De route die we vandaag gereden hebben is haast hetzelfde als die we vorig jaar met Cas en Anja afgelegd hebben. We rijden nog een stuk door de Coorong, zien vervolgens “the Granites”, enkele granieten stenen die in zee liggen en in Kingston staat nog altijd de grote kreeft waarmee je op de foto kunt !

Daarna rijden we naar Robe en zien daar voor het eerst de Obelisk die al in 1855 gebouwd is en dienst doet als een soort vuurtoren.

De klif waarop hij staat brokkelt langzaam af en je kunt er niet meer direct bijkomen, maar de omgeving is erg mooi.

Ik zie er, sinds lange tijd, een echidna, een soort grote egel met een spitse snuit die gek is op mieren.

Daarna gaan we op zoek naar een overnachtingsplek, wat vanwege de harde, koude wind niet meevalt. We passeren zelfs de plek waar we met Cas en Anja overnacht hebben (Nora Creina roadstop), waar je haast weggeblazen wordt en ook Lake George is geen optie.

We eindigen bij Southend Tourist Park Bush Camp, een beschutte plek achter de duinen waar nog net een plekje voor ons vrij is. We lopen nog even naar zee, maar deze ziet er nu niet aantrekkelijk uit.

De lange broeken en dikke vesten gaan weer aan, maar ook met minder weer vermaken we ons prima !

Verslag 14

We hebben een leuke, afwisselende dag gehad: om tien uur waren we al in het Canunda National Park bij Southend waar we langs de “Rainbow Rocks” van Cape Buffon liepen, prachtige grillige rotsen die uit zee omhoog steken.

Daarna rijden we naar de plaats Millicent en brengen daar bijna twee uur door in het National Trust museum waar het vol staat met oude koetsen, machinerieën en andere historische attributen. 

Bij het Blue Lake in Mount Gambier houden we middagpauze,

waarna we de vlakbij gelegen gigantische Umpherston sinkhole bekijken, oorspronkelijk een grot waarvan het plafond is ingestort en waar nu een prachtige tuin in ligt, ook wel “the Sunken Garden” genoemd.

Tegen drieën gaan we de grens over van South Australia naar Victoria en moeten de klok een half uur vooruit zetten (het tijdsverschil met Holland is nu tien uur !). We nemen nog een keer een afslag naar de kust om bij Cape Bridgewater de “Petrified Forrest” te bekijken: de rotsen lijken op versteende bomen, ontstaan door erosie.

Ook slaan de golven hier wild tegen de kust.

Tegen half zes arriveren we bij Sawpit Campground, een gratis overnachtingsplek in het bos waar al diverse kampeerders staan, allen met een kampvuurtje aan.

Dat is het mooie van de staat Victoria, in tegenstelling tot de staat South-Australia waar het tot eind april verboden is open vuur te maken , mag je hier gewoon een vuurtje stoken, dus ook wij zitten vanavond rond het kampvuur !!

Verslag 15

We waren vanmorgen nog maar net vertrokken van de kampplaats toen we een koala op de weg zagen zitten. Hij wandelde rustig richting een boom en klom erin, ons steeds in de gaten houdend, prachtig om te zien !

We rijden vandaag slechts vijftig kilometer naar Mount Eccles N.P., tegenwoordig Budj Bim geheten. Hier bevindt zich een kratermeer en overal zie je lava liggen. We bekijken een “lava doorgang” Natural Bridge genoemd en een lavagrot waar het donker en vochtig is.

Je kunt rondom het meer lopen maar wij houden het nu alleen bij het uitkijkpunt over het water en zien daar, op korte afstand, een slapende koala in een boom zitten.

(Oeps, hier ging het bijna mis, Wim had deze grote kei niet gezien !)

Je kunt kamperen in het park en omdat we gisteren een vol programma hadden en pas laat bij de kampplaats aankwamen besluiten we het vandaag rustig aan te doen en zetten al vroeg onze onderkomens op een open plek in het bos neer. We hebben nu tijd voor wat klusjes: onze stoelen beginnen door te zakken en Wim is, samen met mij, enkele uren bezig om touw te spannen onder de zitting, waarna ze weer prima dienst doen.

Natuurlijk komt Carcassonne weer tevoorschijn en ook hebben we alle drie een mooi boek waarvan we, in de zon zittend met een wijntje, genieten. Na een uitgebreide maaltijd gaat vanavond het kampvuur weer aan ………… what a life, but somebody has to live it !!

Verslag 16

Terwijl we gisteravond bij het kampvuur zaten hoorden we wat ritselen en even later kwam er een possum tevoorschijn die geruime tijd in de buurt van ons kamp bleef.

Ook zagen we een kangoeroe, hoorden we het gegrom van een koala en enkele kookaburra’s waren druk bezig te communiceren met lachende klanken. Zo horen we het graag, al die dierengeluiden in de natuur ! Vanmorgen zijn we eerst naar Byaduk gereden waar vier grotten te bekijken zijn die inmiddels meer op sinkholes lijken !

Je moet uitkijken waar je loopt en er niet invallen want je komt er moeilijk weer uit, mocht je nog niets gebroken hebben !

Bij de plaats Hamilton vullen we onze brandstof en voorraad weer aan en daarna gaan we verder in noordelijke richting,

onze bestemming vandaag is Rocklands Reservoir, een plek waar we nog nooit geweest zijn. We rijden geruime tijd over slingerende zandpaden in bosachtig gebied tot we ineens een grillig meer zien met bomen erin.

Er is helemaal niemand in de buurt en we zetten onze auto’s vlakbij het water en bouwen meteen de luifel met extra zonnescherm op, want het is inmiddels dertig graden geworden. Dennis zoekt verkoeling in het water en ook ik ga nog even “pootje baden”.

Net als bij onze vorige overnachtingsplek ligt er overal hout bij vuurplaatsen, Dennis heeft deze verzameld en later in stukken gekloofd, voorlopig hebben we hout genoeg !

Begin van de avond is Wim nog een tijdje bezig met de bull-bar die nu aan de andere kant los getrild is.

Tot ruim negen uur blijft het licht, wel koelt het snel af en hebben we het kampvuur echt weer nodig !

Verslag 17

Het was vanmorgen ruim vijftien kilometer rijden vanaf onze kampplaats (Henry’s Camp) voor we weer op een doorgaande weg uitkwamen, al die tijd zien we geen mens.

Wél zagen we een tiental kangoeroes, twee herten en enkele emoes die bij een grote kudde schapen staan, helaas liepen ze snel weg toen we langzaam langsreden.

Ook heeft Wim een jonge kangoeroe geholpen die met z’n poot vast zat in het prikkeldraad, zijn moeder hipte zenuwachtig om haar jong heen, maar verdween toen we stopten om het dier te redden.

Bij Cherrypool zijn we even gestopt om ons afval te lozen, waarna we doorrijden naar de noordkant van  Grampians N.P., een geliefd park met bergen, kliffen, grotten en rotswanden dat al vier honderd miljoen jaar geleden ontstaan is door bewegingen van de aardkorst. Ook zijn er diverse watervallen te bekijken, wij starten rond de middag met een wandeling naar de Beehive Falls, waar helaas maar heel weinig water valt.

Daarna rijden we naar onze eerste overnachtingsplek in het park: Troopers Creek Campground, een kleine kampplaats met uitzicht op een hoge rotswand.

De temperatuur is weer aardig opgelopen dus blijven we in de schaduw. Tegen de avond gaat, voor het eerst deze reis, de barbecue aan.

Na afloop gaat er hout in de bak en warmen we ons weer bij het vuur, want de avonden en nachten blijven koel !!

Verslag 18

Vandaag (donderdag 1 februari) hebben we weer een stuk van Grampians National Park bekeken.

We beginnen bij Heatherlie Quarry, een plek waar vanaf 1860 soms wel honderd mannen werkzaam waren om op primitieve wijze freestone (een soort zandsteen) uit de rotsen van Mount Difficult te bikken.

Deze blokken werden gebruikt voor belangrijke gebouwen in onder andere Melbourne.

Tot 1930 werd hier regelmatig gewerkt en in 1941 is alles opgeheven, het werd te duur en geld was nodig voor de Tweede Wereldoorlog.

Onze volgende stop is bij Splitters Falls, een voor ons onbekende waterval,waar we naartoe lopen. Net als gisteren valt er hier weinig water, maar de wandeling ernaartoe is erg mooi.

Ook de “Grand Canyon” pakken we nog even mee met z’n prachtige rotspartijen.

In Halls Gap, de enige plaats in het park, houden we middagpauze te midden van een stel grote kaketoes waarvan er één nog een grote flats achterlaat op Wims rug !

Er staat nog een wandeling op het programma: vanaf Reids Lookout kun je naar the Balconies lopen, een prachtig punt op zevenhonderd zestig meter hoogte.

Dan wordt het tijd (we hebben inmiddels ruim elf duizend vijfhonderd stappen afgelegd !) om naar onze kampplaats: Smiths Mill te gaan, waar we rond vieren aankomen.

We hebben weer een leuk plekje midden in de natuur en de eerste kangoeroes hippen er alweer rond.

Het bevalt ons hier altijd prima, the Grampians is één van onze favoriete National Parks !!

Verslag 19

Gisteravond hebben we weer uren rond het vuur gezeten met boven ons een heldere sterrenhemel !

Vanmorgen zijn we gestart bij de Mackenzie Falls, het bekendste punt van het park en slechts een kilometer verwijderd van onze overnachtingsplek.

We zijn hier al diverse keren geweest maar dit keer lopen we voor het eerst door naar de Fish Falls die anderhalve kilometer verderop te zien is. De wandeling is prima te doen bij een temperatuur van rond de twintig graden en de waterval is werkelijk schitterend.

Het is vrij rustig in het Nationale Park en onderweg komen we dan ook niemand tegen, bij de “falls” kunnen we uitgebreid foto’s maken zonder anderen erop en genieten van het prachtige panorama.

Wél moeten we daarna het hele stuk terug lopen en de twee honderd zestig treden omhoog voor we bij de auto’s zijn, inmiddels met een natte rug !

We rijden een stuk over onverharde weg naar een volgende waterval: Burrong Falls.

Helaas komen we er na een korte, maar veel klauterende, wandeling achter dat hier haast geen water valt.

Via veel slingerwegen komen we rond twee uur uit bij Lake Bellfield waar Dennis, na de lunch, geruime tijd doorbrengt in het water.

Pas rond vieren komen we aan bij onze laatste kampplaats in the Grampians: Jimmy Creek waar weer “werk aan de winkel” is ! De zolen van de wandelschoenen laten los dus die moeten geplakt worden en ook willen de mannen gekortwiekt worden !

Daarna is er nog ruim voldoende tijd voor een spelletje en natuurlijk gaat na het eten het kampvuur weer aan !! 

Verslag 20

We zagen gisteravond een possum in de boom zitten wat inhoudt dat we alle vuilnis en vuile vaat op moeten ruimen anders is het de volgende morgen een puinhoop !

Vanmorgen hebben we the Grampians weer verlaten en zijn naar de zuidkust gereden.

Onderweg stoppen we bij Ti Tree Lake Reserve Mortlake waar we het laatste verslag verzenden en de mails ophalen, in het Nationale Park is de verbinding nu eenmaal heel slecht.

We komen uit bij Peterborough waar “the Great Ocean Road”, één van de mooiste autoroutes ter wereld, voor ons begint. Wij hebben deze weg al verschillende keren gereden maar willen dat Dennis hem ook te zien krijgt. Vandaag bekijken we twee punten: Bay of Islands en Bay of Martyrs, waarvan de eerste duidelijk het mooiste is.

In Peterborough gaan we naar het Great Ocean Tourist Park, ik heb namelijk aardig wat vuile was en op een camping zijn wasmachines én douches, ook wel weer lekker om gebruik van te maken !

Omdat we “special member” zijn krijgen we weer 10 procent korting én een gratis zak ijs (Margaret op Kangaroo Island zei ons dat we daar echt om moesten vragen, iedere keer wanneer we bij een G-Day park aankomen !) We blijven kruidenier en “op de kleintjes letten” ! Ik ben dus wel enkele uren bezig met de was en Dennis geeft z’n auto een poetsbeurt, verder hebben we weer eens tijd voor een mooi boek.

Morgen gaan we een groot gedeelte van de prachtige kustweg bekijken !

Verslag 21

Het was vandaag het ideale weer om de hoogtepunten van the Great Ocean Road te bekijken: blauwe lucht, een verkoelende wind met wilde golven die tegen de rotsen slaan. We beginnen bij “the Grotto”, tot nu toe onze favoriet en het is er dan ook vrij druk.

Ook bij de London Bridge staan veel auto’s op de parkeerplaats, het is immers zondag wat extra kijkers trekt.

Wanneer we daarna een onverharde, voor ons  niet bekende, weg inslaan komen we uit bij een prachtig punt: Sparkes Gully, waar verder niemand te bekennen is. We kunnen een eind lopen over een uitstulping en zien dan van alle kanten prachtige rotsen, kloven en grotten.

Daarna volgen nog Bakers Oven, Mutton Bird Island, Razorback, Loch Ard Gorge en de bekende Twelve Apostles, waar zelfs bussen vol mensen op afkomen.

Rond enen hebben we alle aparte kliffen gezien en rijden we vervolgens door boslandschap tot we een afslag nemen naar Aire River West in het Great Otway N.P. waar we de komende twee dagen verblijven.

We zijn hier al drie keer eerder geweest omdat er koala’s huizen en ook dit maal worden we niet teleurgesteld, er zitten twee koala’s op slechts enkele meters van onze kampplaats.

Ze zijn zelfs wakker en rennen op een gegeven moment achter elkaar aan, schitterend om te zien ! 

Morgen wordt het een stuk minder warm, maar we zullen ons hier zeker niet vervelen !

Verslag 22

Vannacht draaide de wind waardoor de luifel en tent flink klapperden en ook valt er af en toe een bui. Gelukkig is het vanmorgen weer droog, maar wel een stuk koeler, ideaal weer om naar de zee te wandelen.

Het is ruim een half uur lopen langs de Aire rivier voor we op het strand uitkomen waar de golven weer hoog oprijzen.

Aan het begin van de middag zijn we terug, natuurlijk gaan we even kijken bij de koala’s die beiden diep in slaap zijn.

De middag verloopt rustig met een spelletje en de E-reader, al moeten we soms de schaduw opzoeken en regent het even later weer korte tijd! We zijn weer helemaal uitgerust om morgen verder  te gaan over de Great Ocean Road !

Verslag 23

Vandaag bekijken we het tweede gedeelte van the Great Ocean Road en al snel stoppen we bij “Maits Rest Forest” waar we een wandeling maken in de “Cool Temperate Rainforest” en fris is het er inderdaad.

We lopen onder hoge varens en eeuwen oude bomen en smalle beekjes slingeren door het bos.

Wanneer we verder rijden zien we ineens achter de heuvels de blauwe zee weer en net voor Apollo Bay bij Marengo Beach  stoppen we om, met behulp van de verrekijker, zeehonden te spotten die daar op een eiland leven.

Er zijn weer veel toeristen op de weg en bij de plaatsen Apollo Bay en Lorne is het gigantisch druk en rijden we snel verder. Ze veroorzaken nog wel een gevaarlijke situatie door midden op de weg stil te gaan staan wanneer ze een koala zien, hoog in een boom ! Nu komt het stuk weg dat slingerend vlak langs de oceaan loopt, eigenlijk moet je de route van oost naar west rijden, maar dit keer gaan we in oostelijke richting !

Bij Aireys Inlet stoppen we nog een keer voor een korte wandeling naar zee met uitzicht op Split Point Lighthouse, waarna we landinwaarts gaan.

Via onverharde, soms slechte, wegen komen we rond vieren aan bij Tanners Road Bend Campground en waarschijnlijk omdat deze plek gratis is, is het er al aardig druk wanneer we arriveren. Natuurlijk vinden we toch weer een leuk plekje en kunnen zelfs nog een tijd in de zon zitten.

’s Avonds gaat de barbecue aan en vervolgens hebben we de warmte van het vuur weer nodig, want elke avond zakt de temperatuur naar ongeveer dertien graden !

Verslag 24

Vandaag (woensdag 7 februari) zijn we richting Melbourne gereden, want morgen gaan we voor vijf dagen naar mijn zus en zwager in Palm Cove en vliegen we naar Cairns. We hebben de TomTom steeds op “kortste route” staan en komen hierdoor vanmorgen door allerlei bewoonde gebieden met het ene huis nog luxer dan het andere. Er wordt volop gebouwd, alleen staan de huizen, meestal slechts één verdieping hoog, erg dicht op elkaar, terwijl er zoveel ruimte is in Australië ! Om toch nog iets van de natuur te zien gaan we naar Organ Pipes N.P. waar aparte rotsen te zien zijn met behalve de rechte “orgelpijpen” ook de “Rosette Rock” en de “Tessellated Pavement”, waar basaltrotsen een vreemde bodem vormen.

We overnachten bij Treetops Camp, waar we vaker gestaan hebben als laatste plek voor we naar huis vlogen, en beginnen vast aan de voorbereidingen voor de vliegreis.

We nemen namelijk alleen handbagage mee dus is het nog even kijken wat wel en niet meekan. In Palm Cove is het rond de twee en dertig graden en erg vochtig dus we hebben alleen luchtige kleding nodig, dat scheelt in het gewicht ! Hiér kan vanavond de lange broek en het dikke vest aan, want het koelt af naar tien graden en we mogen helaas geen kampvuur maken !

Verslag 25

Omdat we pas om half vijf naar Cairns vlogen hebben we eerst uren doorgebracht in een prachtig park Woodsland, dat vlakbij de luchthaven van Melbourne ligt.

We konden er in de schaduw zitten maar hebben ook een wandeling gemaakt naar een oude “homestead”. Overal zagen we kangoeroes, voornamelijk luierend in de schaduw van een boom.

Om kwart voor drie zijn we met de auto’s naar een parkeerplek, behorend bij de luchthaven, gereden waar ze de komende vijf dagen blijven staan. Dit gaf nog wat problemen: we hadden alles thuis al gereserveerd maar kregen een “update” en konden daardoor heel dichtbij het vliegveld parkeren, dit bleek echter een overdekte stalling waar onze camper te hoog voor is. Daar stonden we dan voor de poort en konden geen kant op. Gelukkig waren ze daar heel behulpzaam en heeft iemand ons er omheen geloodst en naar de oorspronkelijke parkeerplaats gebracht  en waren we nog ruim voor de vertrektijd in de luchthaven.

Tegen zevenen kwamen we aan in Cairns, waar het weer een uur vroeger is als in Melbourne, maar al wel bijna donker was. Daar werden we met een busje naar een autoverhuurbedrijf gebracht waar een mooie rode Kia Haval voor ons klaarstond, waarmee we naar Clary en Rob gereden zijn. Zij hebben sinds anderhalf jaar een nieuw huis wat we nog niet gezien hadden, dus het was even zoeken in Palm Cove. Het weerzien was allerhartelijkst en hun huis is prachtig en heel groot.

We hebben tot laat in de avond buiten in de patio gezeten onder een ventilator, want het blijft lang warm. De temperatuur is hier te vergelijken met Curaçao: overdag rond de twee en dertig en ’s nachts zo’n vijf en twintig graden.

Morgen maak ik wel foto’s van het huis en de omgeving !

Verslag 26

Het huis van Clary en Rob staat vlakbij de zee en vanmorgen zijn we daar via de mangroves naartoe gelopen. Enkele weken terug is er een cycloon met heel veel regen geweest, die grote delen van het strand heeft weggespoeld wat nog altijd goed te zien is.

We rijden naar Cairns om alvast de stalling voor onze camper te regelen en ook hebben we een bedrijf gevonden dat straks de Nissan, waar Dennis in rijdt, wil kopen aan het eind van onze reis. De reden dat we nu ook in Cairns zijn is dat Clary en Rob, wanneer wij hier eindigen, al een maand in Amerika zijn en we ze dus anders niet zouden zien. We lopen nog even langs de lagoon en bekijken daarna de omgeving van Palm Cove, waar volop gebouwd wordt.

Na de lunch gaan we het zwembad van Clary en Rob  in, al begint het helaas te regenen, maar nat word je toch wel.

De rest van de dag brengen we gezellig kletsend door met een hapje en een drankje gevolgd door een maaltijd met mosselen……..en weer wordt het ongemerkt laat voor we naar bed gaan !

Verslag 27

Vanmorgen zijn we met z’n drieën via een slingerende weg door het tropische regenwoud naar the Barron Gorge N.P. gereden, waar we een wandeling naar de Barron Falls hebben gemaakt.

Het water valt met klaar geweld naar beneden, prachtig om te zien. De weg omhoog was af en toe slechts één-baans vanwege schade en afgebrokkelde weggedeelten en ook het treintje, Kuranda Scenic Railway, dat van Cairns zevenendertig kilometer aflegt naar Kuranda, rijdt op het moment niet.

Wél zien we in de verte de cabines van de Skyrail door het regenwoud langs komen.

We rijden verder naar Kuranda, ook behorend bij de National Heritage List en bezoeken de “Kuranda Original Rainforest Markets”, waar naast allerlei Aboriginal artikelen ook sieraden van opaal en veel producten van leer verkocht worden. Het is er gezellig druk en heel kleurrijk.

We zitten net weer in de auto wanneer het begint te regenen en wanneer we later in Palm Cove aankomen blijkt het door flink geplensd te hebben, wij hadden dus echt geluk ! Vanavond hebben we een barbecue met enkele vrienden van Rob en Clary, dat wordt vast weer heel gezellig !

Verslag 28

We hebben vandaag met z’n vijven een “rondje” Atherton Tablelands gedaan, een gebied dat zo’n duizend meter boven zeespiegel ligt. Eerst rijden we weer, net als gisteren, richting Kuranda en dan via Mareeba naar Tolga waar we een korte stop maken bij een oorlogsmonument waar in de Tweede Wereldoorlog een groot hospitaal stond om gewonde militairen te verzorgen.

Helaas stelt het niet zo veel voor en rijden we door naar Herberton Historic Village, waar ik enkele oude gebouwen op de foto zet.

Bij Millaa Millaa Falls stopt net een  prachtige motor waar ik ook even op mag zitten en nadat we de prachtige waterval bekeken hebben gaan we verder naar de vijfhonderd jaar oude  Curtain Tree bij Yungaburra, overigens een leuk oud plaatsje. 

Om drie uur hebben we afgesproken met Joe Valla, een vriend van Clary en Rob die een prachtig huis heeft aan Lake Tinaroo en gek is op oude auto’s. Na een heel gezellig uurtje rijden we weer langzaam richting Palm Cove via de Gillies Highway, een vijftig kilometer lange slingerweg dwars door het regenwoud die ons weer terugbrengt op zeeniveau.

Thuis koelt Dennis nog even af in het zwembad en maken we er een rustige avond van. Weer is het de hele dag droog geweest  met een temperatuur van ruim dertig graden !

Verslag 29

Vandaag (maandag 12 februari) is het alweer de laatste volle dag dat we bij Clary en Rob zijn en gezamenlijk rijden we dit keer in noordelijke richting langs de kust. Viel er in Palm Cove in vier dagen tijd zo’n twee meter regen, hier ging het er nog veel heftiger aan toe: zowel de wegen als vele huizen stonden helemaal onder water, vooral door het vele water wat van de bergen kwam. Bij Ellis Beach stoppen we even bij het Oceanfront Holiday Park waar we over twee maanden de laatste twee dagen doorbrengen. Veel palmbomen hebben de harde wind, het hoge water en de vele regen niet overleefd en liggen nog op het strand dat overigens ook voor een groot deel weg is.

We gaan verder via de Captain Cook Highway en stoppen regelmatig om de gevolgen van de cycloon te bekijken.

Bij Mossman Gorge, onderdeel van het Daintree N.P., maken we, na een korte busrit, een wandeling door de rainforest en langs de met kristalhelder water stromende rivier.

Overal liggen grote granieten keien in het water en menigeen neemt hier even een verkoelende duik. Het is er ontzettend heet en vochtig (normaal voor een regenwoud !) en we zijn allemaal nat bezweet, bij Wim beslaat zelfs zijn bril, maar de wandeling is zeker de moeite waard.

Na nog een stop bij Wonga Beach rijden we door naar Daintree Village, het noordelijkste punt waar je, op dit moment, kunt komen.

Het was de bedoeling hier een hapje te eten maar alles is er gesloten dus rijden we alvast terug richting Palm Cove en hebben een late lunch in Port Douglas, met uitzicht op het water van het Great Barrier Reef.

Natuurlijk gaan we ook nog naar het prachtige uitkijkpunt: Flagstaff Hill Lookout waar je zicht hebt op de Four Mile Beach. Helaas is hier ook veel schade en van het strand is niet veel over.

Tegen vijven zijn we weer thuis en na een verfrissende douche gaan we uit eten bij een restaurant waar we lopend heen kunnen, weer blijft het de hele avond vochtig warm……dat wordt nog wennen morgenavond wanneer we weer in Melbourne zijn !! 

Verslag 30

Na de gezellige dagen bij Clary en Rob verliep de terugtocht toch iets anders dan gepland: rond negenen hebben we afscheid van ze genomen en zijn richting Cairns gereden om de auto in te leveren, waarna we met een busje naar de luchthaven werden gebracht waar we ruim op tijd aankwamen.

Iets voor twaalven zijn we opgestegen voor een vlucht van drie uurtjes en, met het uur tijdsverschil, zouden we zo kwart over vier aankomen in Melbourne, waarna we eerst uitgebreid boodschappen zouden doen en dan richting Mornington Peninsula wilden rijden. Een half uur voor de landing kwam de captain met de mededeling dat er een vreemde lucht hing boven Melbourne en dat hij tijdelijk af zou wijken om de situatie af te wachten.

Na een uurtje rondcirkelen kwam de volgende mededeling: de luchthaven van Melbourne is voorlopig afgesloten vanwege hevige onweersbuien, hagel en harde windstoten, er werden zo’n zes honderd vliegtuigen omgeleid naar andere luchthavens en onze bestemming wordt Adelaide.

Daar kwamen we zo rond half zes aan en we moesten in het vliegtuig blijven terwijl deze volgetankt werd. Het duurde allemaal toch wat langer dus kwam de mededeling dat er een nieuwe crew zou komen en wij allemaal van boord moesten met alle handbagage. We hadden alleen pas ontbijt op dus nu konden we in ieder geval wat eten op de luchthaven.

Na een uurtje mochten we weer aan boord en rond negenen landden we eindelijk in Melbourne. Nadat de bus ons naar onze voertuigen op “lang parkeren” heeft gebracht dient het volgende probleem zich aan: de slagboom wil niet open want de tijd is ruim overschreden, we moeten ieder 72,00 dollar betalen om eruit te kunnen wat we natuurlijk niet doen, maar na tien minuten onderhandelen bij zo’n “kastje” en het blokkeren van twee slagbomen, mogen we toch de luchthaven verlaten. Nu moeten we nog een overnachtingplek vinden: de campings zijn allang gesloten en de dichtstbijzijnde “vrije kampplek” is nog vijfendertig kilometer rijden, natuurlijk in het donker. Omdat ze overal met de wegen bezig zijn, vooral in de avonduren, en er veel omleidingen zijn komen we eindelijk pas na elven aan bij Williamstown, een voorstadje van Melbourne, waar op de parkeerplaats vlak aan zee al een tiental busjes en  auto’s met daktent staan. We duiken gelijk ons bed in maar omdat er nog steeds een flinke wind waait gaat de camper aardig heen en weer en liggen we te schudden onder ons dekbed, wat een dag ………welterusten !!

Verslag 31

We hebben toch nog redelijk geslapen en worden uitgerust wakker, wel is het zo’n twintig graden koeler (vandaag is het slechts achttien graden !) dan dat het gisteren in Melbourne was, vandaar die hevige onweersbuien met hagel !

Nadat we nog even naar zee gewandeld zijn vertrekken we uit het leuke plaatsje Williamstown. Weer moeten we dwars door het centrum van Melbourne voor we af kunnen zakken naar het schiereiland Mornington, waar we eerst bij een Coles langsgaan om alsnog onze voorraden aan te vullen, want dat was gister natuurlijk niet meer gelukt.

Rond enen stoppen we voor lunch bij het kustplaatsje Dromana waar kilometers lang allemaal gekleurde strandhuisjes staan aan de beschutte Philip baai.

Daarna rijden we helemaal naar de punt van het schiereiland en komen uit bij Point Nepean N.P., hier nemen we de shuttlebus die je naar de bunkers, tunnels en forten brengt waarvan sommige al stammen uit 1882.

Helaas begint alles steeds verder de eroderen waardoor gebouwen niet langer toegankelijk zijn, zoals het mooie Engine House.

Er is nog een ander gedeelte in het Nationale Park wat erg interessant is: the Quarantine Station gelegen in een afgelegen vallei in het noorden. Hier werden immigranten opgevangen die per boot aankwamen in Port Philip. Vaak hadden ze ziektes bij zich dus werden ze eerst gedesinfecteerd,  hun kleding gereinigd of verbrand,  waarna ze in quarantaine gingen of voor herstel naar een hospitaal.

Vanaf 1852 is het hele complex een eeuw in gebruik geweest voor de vele immigranten, vervolgens deed het dienst van 1952 tot 1998 als school voor militairen. Veel gebouwen zijn nog in takt en de ovens waarin de kleding verbrand werd zijn nog steeds te bekijken.

Nadat we alles gezien hebben rijden we naar de zuidkant van het schiereiland en komen rond half zes aan bij Point Leo Beach Reserve, waar we een heel mooi plaatsje krijgen met uitzicht op zee. 

De wind is grotendeels gaan liggen dus slapen we vanavond in met het geluid van  de zachtjes rollende golven op het strand !

(“Wildlife” op de kampplaats !)

Verslag 32

Nadat we vanmorgen nog geruime tijd van ons mooie plekje hebben genoten rijden we naar Arthurs Seat, een hoog punt op het schiereiland waar je met een kabelbaan naartoe kunt, iets wat we vorige keer (2020) met Marcel, Marieke en de jongens hebben gedaan.

We hebben echter een flinke rit voor de boeg dus verlaten we de peninsula en gaan richting Lake Eildon. Tot nu toe hadden we nog niets gemerkt van de schade die de storm van twee dagen terug heeft aangericht, maar nu zien we overal afgeknapte bomen, kapotte elektriciteitskabels en veel takken op de weg over een heel groot gebied.

De route is prachtig en heel gevarieerd: door de Danderong en Yarra Ranges en over de slingerende Maroondah highway.

Tegen vieren komen we aan bij Big River Camp, een ruime kampplaats aan een zijrivier van Lake Eildon. We hebben inmiddels zo’n twee honderd vijftig kilometer afgelegd over veelal smalle, bochtige wegen, genoeg voor vandaag en tijd voor een spelletje ! Vanavond maken we ons tiende kampvuur, want ook hier zijn de avonden koel !

Verslag 33

Lake Eildon N.P. is een grillig gevormd meer in de “Central Highlands” van Victoria ruim honderd kilometer ten noordoosten van Melbourne. Het water wordt vooral gebruikt voor recreatieve doeleinden en er zijn ontzettend veel kampplaatsen rond het meer.

We moesten vanmorgen nog vijfenzestig kilometer rijden voor we op ons huidige plekje aankwamen gelegen aan de “delatite arm reserve”, een soort schiereiland binnenin het meer. We hebben een prachtig plaatsje aan het water (Taylors) en kunnen zowel in de zon als in de schaduw zitten, wat wel fijn is bij zo’n dertig graden !

Dennis is al regelmatig het meer in geweest dat prima van temperatuur is en heeft het water ook gebruikt om z’n auto van al het stof te ontdoen.

Prachtige parkieten vliegen rond en er lag op diverse plekken achtergelaten hout voor een kampvuur, wat Dennis weer gekloofd heeft.

Het bevalt ons hier zo goed dat we besloten hebben morgen ook te blijven staan, we hebben de laatste dagen flinke afstanden afgelegd dus een dagje rust is zeer welkom !

Verslag 34

Vrijdagavond kwamen er verschillende auto’s met aanhanger het kampterrein oprijden, Australiërs gaan graag in het weekend kamperen, maar de meesten reden weer verder want je gaat nooit dicht bij elkaar staan. Bovendien zijn er bij Lake Eildon zoveel plekken aan het water waar je vrij kunt gaan staan. We hebben er een luie dag van gemaakt, lekker aan het kabbelende water van het meer.

Af en toe kwam er een bootje of een jetski voorbij en ’s avonds haalde een man, in overleg, z’n jetski vlak bij ons uit het water. Dennis ging regelmatig afkoelen in het meer en natuurlijk hadden we tijd voor een spelletje en ’s avonds een kampvuur.

We gaan vandaag, weer helemaal uitgerust, verder en stoppen eerst bij Mansfield om ons afval van drie dagen te lozen en tevens onze jerrycans met water aan te vullen.

Tegen de middag komen we aan bij Cheshunt in het Alpine N.P. waar we een wandeling maken naar de Paradise Falls. een prachtige waterval, met helaas weinig water,  die langs een halfronde overhangende muur naar beneden valt.

Het lijkt net een douche waar je onder kunt staan en verschillende families zoeken dan ook verkoeling in de poeltjes waar het water neerkomt.

We rijden verder naar Edi Cutting Camping Ground waar we rond tweeën aankomen. Hier vinden we een mooie plek aan de King River waar Dennis en ik verkoeling zoeken in het heldere, stromende water. 

Zelfs om half zeven, na een potje Carcassonne plonzen we er nog een keer in want de temperatuur is nog steeds boven de dertig graden. Er moet ook nog even “gewerkt worden”, want we hadden weer een flink stuk hout gevonden dat nog gekloofd moest en zoveel hout opleverde dat het niet eens in de zak past… …..en zo zitten we al vroeg bij het kampvuur en voor de vierde dag op rij op een gratis plekje, zoals er zoveel zijn in Australië !

Verslag 35

Dennis wilde nog een keer de plek zien waar Ned Kelly, een heel beroemde struikrover uit de 19de-eeuw die een soort Robin Hood was, gearresteerd werd door de politie. Dus rijden we naar Glenrowan waar een groot ijzeren standbeeld van de “held” staat en allerlei winkeltjes met souvenirs te koop zijn.

Natuurlijk bezoeken we het Ned Kelly museum waar een replica van zijn ouderlijk huis te zien is en ook vele foto’s en enkele originele wapens uit die tijd.

Nadien gaan we naar de stad Wangaratta om weer levensmiddelen te halen voor de komende week, waarna we doorrijden naar de Murray River, met ruim vijf en twintig honderd kilometer de langste rivier van Australië. Ook stroomt deze door drie verschillende staten: New South Wales, Victoria en South Australia waar hij eindigt in de oceaan.

We hebben al heel wat keren gekampeerd aan deze rivier op verschillende plaatsen en ook nu willen we er enkele dagen doorbrengen. We vinden een mooi plekje aan het water (Stantons Bend in de buurt van Corowa) en natuurlijk gaan we er ook in voor verkoeling, want weer stijgt de temperatuur vandaag ruim boven de dertig graden !

Verslag 36

Het bleef gisteravond zolang warm dat we er geen behoefte aan hadden om een kampvuur te maken. Toch hebben we goed geslapen onder een laken, met alle ramen open en alleen de hordeur dicht ! Aan de Murray mag je gratis kamperen maar er zijn totaal geen voorzieningen: je moet je afval meenemen, er is geen drinkwater en ook geen toilet, dus moeten we, voor het eerst deze reis, een gat graven om onze behoefte in te doen ! We zijn natuurlijk niet de enigen die hier staan, op gepaste afstand zijn er meerdere kampeerders en onze buren verblijven hier zelfs een maand, zij hebben dan ook een eigen douche en toilet meegebracht. Vanmorgen zagen we onze buurman met z’n bootje aan komen varen met twee grote vissen aan boord, het zijn Murray Cod’s, een goed eetbare vis die veel voorkomt in de rivier.

Bij navraag blijkt dat hij elke dag gaat vissen en dat ze iedere dag gefileerde Murray Cod eten !

(Ze stonden erop dat ik met zo’n grote vis op de foto ging !)

Wat ook typisch iets voor de Murray is zijn de vele krijsende kaketoes die hier rondvliegen, soms zelfs oorverdovend.

Vorig jaar stond de rivier vele meters hoger waardoor huizen onder water kwamen te staan, ook slibt er dan veel grond weg en kunnen bomen zomaar in het water vallen. Dennis en ik zijn vandaag weer enkele keren het water in geweest, wel met sandalen aan want de grond is heel modderig en je weet nooit wat voor takken er onder de oppervlakte liggen.

(Ook wij hebben een douche bij ons !)

Vanavond gaat toch het vuur weer aan, al is het maar voor de gezelligheid !

Verslag 37

We zaten gisteravond nog geen uur bij het kampvuur toen het begon te onweren gevolgd door regen. Even was het wel lekker om nat te worden, maar we zijn toch maar de camper ingegaan en lagen zodoende al vroeg op bed. Vanmorgen hebben we alles ingepakt om weer naar een ander plekje aan de Murray te rijden. Onderweg stoppen we in het dorpje Rutherglen waar we weer afval lozen en water bijtanken. Dit alles is mogelijk bij een herdenkingsplaats van de Eerste en Tweede Wereldoorlog waar ook toiletten en een speelplaats aanwezig zijn, iets wat je in bijna iedere plaats in Australië kunt vinden.

Het valt niet mee een leuke plek aan de rivier te vinden, zo wie zo is de weg ernaartoe al een hele uitdaging met grote kuilen en groeven in de onverharde weg, maar we willen natuurlijk wel pal aan het water staan en er makkelijk in kunnen komen om af te koelen.

We hadden eindelijk een leuk plekje gevonden: Police Paddocks en alles opgebouwd, toen we erachter kwamen dat er wel veel stroming in het water zit. Dennis is er natuurlijk wel in geweest (slechts één keer), maar ik durf het niet aan, we gebruiken de plantenspuit en douche maar voor verkoeling.

’s Avonds gaat de barbecue aan en vervolgens gaat de “fik erin” !

Morgen trekken we verder en gaan we weer wat actiever worden, voor zover mogelijk bij de huidige temperaturen van ruim boven de dertig graden !

Verslag 38

Het is tot nu toe de heetste dag deze reis (het kwik komt boven de zesendertig graden !), toch zijn we heel actief geweest. We rijden eerst naar Bandiana waar een militair museum is, deze is echter gevestigd op een militaire basis en dus moeten we ons eerst legitimeren voor we het terrein op mogen.

Het museum is veel groter dan verwacht: er zijn honderden kostuums te bewonderen, maar ook veel legervoertuigen, wapens, foto’s en filmmateriaal.

Zo komen we er ook achter dat de vrouwen in Australië al heel wat jaren actief zijn in het leger, eerst voornamelijk als verpleegster, later ook als militair.

We brengen er uren door, helaas is er geen airco in het gebouw en is het er broeierig warm. Na de lunch gaan we naar de slechts tien kilometer verderop gelegen “Bonegilla Migrant Experience”, hier werden migranten gehuisvest die na de Tweede Wereldoorlog uit Europa naar Australië kwamen in de hoop hier een nieuw leven op te bouwen. 

Alleen “Block 19 Bonegilla” is nog over van de vierentwintig blokken met barakken die er ooit waren en deze is tegenwoordig een “National Heritage Place”.

Tegen drieën zijn we alle drie oververhit na het rondwandelen over het terrein en rijden we nog slechts enkele kilometers naar Ludlow Reserve, een gratis kampplaats aan Lake Hume, waar we al vrij snel het water ingaan voor verkoeling.

We vinden een prachtige plek aan het meer, waar al tientallen andere kampeerders staan, maar ons uitzicht is schitterend !

Wim is nog een tijdje bezig mijn oude sandalen te repareren, waarmee ik het water inga, de zolen hangen helemaal los wat niet prettig is met zwemmen !

Van Clary krijgen we een app-je dat er een “total fire ban” is in Victoria (de staat waar wij nu zijn), wat inhoudt dat er geen kampvuur of barbecue aan mag, vanwege de hitte met kans op bosbranden. (Maar goed dat we gisteren ons bbq-vlees al opgemaakt hebben !) Ook blijkt het elke dag te regenen in Palm Cove, wat hebben wij dan geboft toen we daar waren en slechts af en toe een buitje kregen  !!

Verslag 39

Vannacht om twaalf uur was het nog steeds dertig graden dus hebben we onze verkoelende dekens maar over ons heen gelegd. Deze speciale dunne doeken nemen water op waardoor je huid lekker koel aanvoelt en zo konden we toch in slaap komen. Tegen vieren begon het ineens te onweren en te regenen maar vanmorgen liep de temperatuur meteen weer flink op. We rijden vandaag een heel afwisselende route en zien allerlei dieren onderweg. Eerst volgen we nog een tijdje het grillige Lake Hume waar enkele pelikanen en een groep ibissen bij het water zitten.

Dan gaan we zuidwaarts over een onverharde weg die normaal waarschijnlijk alleen door de locals gebruikt wordt.

We passeren diverse boerderijen met veeteelt, maar zien ook een kangoeroe, een emoe en een slang, waar Wim per ongeluk overheen rijdt, oeps !

In het kleine, oude  plaatsje Mitta Mitta bekijken we enkele huisjes en gaan vandaar slingerend door het Alpine N.P. waar we ons op het hoogste punt dertien honderd tachtig meter boven zeespiegel bevinden.

Natuurlijk is de temperatuur inmiddels flink gezakt en wanneer we rond half drie aankomen bij Big River Camp, nog steeds op acht honderd meter hoogte, kunnen we al snel warmere kleding aantrekken.

We staan aan de Mitta Mitta rivier, maar nu gebruiken we deze niet om af te koelen maar het heldere water is prima voor een wasje. 

Sinds lange tijd worden de zijkanten van de luifel weer vastgemaakt en al vroeg zitten we bij het kampvuur om warm te blijven, inmiddels met lange broek en vest aan ! Wat een verschil met gisteren, in vierentwintig uur scheelt het wel vijfentwintig graden !!

(Weer vinden we achtergelaten hout dat alleen nog even gekloofd moet worden !)

Verslag 40

Het koelde vannacht af naar elf graden dus nu hadden we ons dekbed weer hard nodig. Vanmorgen worden we wakker met een strakblauwe lucht en kunnen we in het zonnetje ontbijten, het lijkt wel op het Hollandse voorjaar. We gaan de resterende veertig kilometer verder over de Omeo Highway: een smalle tweebaansweg door het Alpine N.P. vol met scherpe bochten en langs een snelstromende rivier. Het is weekend  en er is blijkbaar een toertocht van snelle auto’s aan de gang in tegenovergestelde richting waardoor Wim en Dennis extra goed op moeten letten, want af en toe scheuren de Porsches ons voorbij.

Ook tientallen scooters en motoren vinden het bochtenwerk hier erg interessant !

In het leuke plaatsje Omeo zijn ze bezig met een mountain bike project wat extra onder de aandacht gebracht wordt door tientallen opgeleukte fietsen.

We rijden nog zo’n vijfentwintig kilometer verder naar de Victoria Falls, blijkbaar een vrij onbekende waterval waar je via een smalle, bochtige onverharde weg naartoe kunt rijden, maar de rit is toch echt de moeite waard.

Er is een prachtige picknickplek in de buurt en nadat we daar geluncht hebben rijden we, weer via Omeo, zuidelijk over de Great Alpine Road tot we tegen vieren stoppen bij een gratis overnachtingsplek aan de Tambo River, nog zo’n veertig kilometer verwijderd van de kust. 

We staan hier weer helemaal alleen, hebben de beschikking over een toilet en kijken uit over de rivier, alleen viel het niet mee om de auto’s waterpas te krijgen, want het loopt hier nogal schuin af ! Tot ruim zeven uur genieten we van de warmte van de zon, daarna gaan de lange broek en het vest weer aan en natuurlijk straks ook weer het kampvuur !!

Verslag 41

Via de plaatsen Brutchen en Bairnsdale rijden we naar het, aan alle kanten door water omgeven, Paynesville waar we onze auto’s parkeren. Met de pont varen we binnen enkele minuten naar Raymond Island, een eiland van slechts zes bij twee kilometer, waar behalve zo’n vijf honderd inwoners ook twee honderd koala’s leven.

We wandelen er een uurtje rond steeds omhoog kijkend op zoek naar zo’n “knuffelbeertje” in de boom en zien er uiteindelijk zes, één zelfs met een jong op haar rug, maar we spotten ook nog andere dieren.

Het is zondag (25 februari) en zodoende is het druk op het water met zeilboten, jetski’s en motorboten.

Nadat we er geluncht hebben rijden we naar een prachtige afgelegen plek (Waddy Point) behorend bij de “Gippsland Lakes” zo’n twintig kilometer van Paynesville, waar we pal aan het water staan met helemaal niemand in de buurt.

Dennis gaat natuurlijk weer enkele keren het water in, maar is ook actief met het klein maken van gevonden hout.

Regelmatig komen er zwarte zwanen voorbij zwemmen of vliegen en ook enkele motorbootjes varen langs op weg naar de haven.

Tegen de avond begint het harder te waaien en draaien we de camper een slag, ook gebruiken we onze zijluifels weer en zo kunnen we prima uit de wind zitten en zelfs een kampvuur maken.

Maar het mooist is het heerlijke geluid van de golven die zachtjes op de kant slaan op slechts enkele meters afstand !

Verslag 42

We hadden een vreemd dagje vandaag: de start was prima met het prachtige uitzicht op het meer waar weer tientallen zwarte zwanen verbleven. Na het ontbijt zijn we naar Bairnsdale gereden, een grote plaats met veel voorzieningen, waar we een laundry (wasserette) opzoeken, want we hebben niet veel schoon goed meer ! Tijdens het wachten ben ik nog langs enkele kapsalons gelopen in de hoop dat ze tijd hadden om mij te  knippen, maar helaas, voorlopig houd ik m’n “wilde haren” ! Wanneer na ruim een uur alle was weer schoon en droog is en we weg willen rijden krijgt Wim ineens problemen met de auto: het koppelingspedaal komt niet ver genoeg omhoog waardoor de koppelingsplaten gaan slippen en stinken, gelukkig blijft het bij één keer, wél heb ik al enkele keren eerder een soort rubberlucht geroken, dus we worden ongerust en willen toch even bij een garage langs. Nadat we eerst nog boodschappen voor de komende vijf dagen hebben gedaan rijden we naar een Toyota-garage, maar natuurlijk hebben ze geen tijd. We krijgen enkele adressen van mecaniciens die misschien minder druk zijn, maar helaas, iedereen zit de eerste weken volgeboekt. Bij een vierde garage, een knaap die net voor zichzelf begonnen is, hebben we geluk, hij rijdt een stukje met de auto, controleert diverse punten en er blijkt lucht te zitten in het oliecircuit van de koppelingscilinder welke hij doorblaast, gelukkig is er geen sprake van een lekkage. Nadat hij nog wat advies heeft gegeven wenst hij ons een fijne vakantie en wil dan absoluut geen geld hebben voor zijn werkzaamheden !! Dan dient een volgend probleem zich aan: onze telefoon heeft geen internetverbinding meer en die hebben we toch echt voor diverse dingen nodig. Wim kijkt allerlei programma’s na, maar na een half uur besluiten we toch maar te gaan rijden, we zijn nog steeds in Bairnsdale. We zijn nog maar net de stad uit of we zijn weer on-line, blijkbaar stonden we op een verkeerd punt of had Telstra problemen.

Er stond nog van alles op het programma voor vandaag,

(dit is in het Nyerimilang Heritage Park)

onder andere een stop bij de vissersplaats Lakes Entrance en nadat we daar de smalle open verbinding van de “Gippsland Lakes” met de zee hebben bekeken rijden we toch nog, via Orbost en Marlo,  naar onze volgende overnachtingsplek: Banksia Bluff in het Cape Conran Coastal Park, waar we pas tegen de avond aankomen.

We vinden een plek vanwaar we niet alleen uitkijken op de oceaan, maar deze ook duidelijk kunnen horen, wat een kracht hebben de golven ! Omdat we veel later dan gepland aangekomen zijn en nog niets van de omgeving hebben gezien blijven we hier gewoon een extra dag staan  !

Verslag 43

Banksia Bluff Campground is een vrij grote kampplaats met honderd vijfendertig plekken verspreid over een groot gebied langs de kust van Cape Conran. Er is genoeg schaduw en je staat niet te dicht op elkaar, een prima plek om te relaxen.

Er lopen enkele goanna’s rond die aardig aan de maat zijn.

Het is vandaag rond de vijfentwintig graden met een strakblauwe lucht, wel komt er een frisse wind uit zee. Wanneer we een lange strandwandeling maken kijken we uit op “Straat Bass”, de zee tussen Tasmanië en het vaste land van Australië.

Natuurlijk hebben we weer tijd voor een spelletje en zitten we uren met de E-reader in de hand, ieder met een spannend boek.

In de loop van de dag draait de wind en morgen komt deze uit het noorden en wordt het ineens twee en dertig graden, dan zullen we met weemoed terugdenken aan de verfrissende wind die we nu hebben !

(Dennis kookt vandaag en bereidt een Griekse maaltijd !)

Verslag 44

We hebben vandaag (woensdag 28 februari) twee honderd twintig kilometer afgelegd en zijn inmiddels in het zuidoosten aangekomen, ook bevinden we ons nu in de staat New South Wales. Natuurlijk hebben we weer diverse stops gemaakt onderweg: als eerste hebben we een korte wandeling gemaakt door de rainforest bij Bemm river, waar we eigenlijk over een hangbrug zouden lopen, maar deze was te gevaarlijk geworden, dus moesten we terug.

Bij de Genoa Falls, behorend bij het Croajingolong N.P., viel helaas weinig water al was de omgeving schitterend.

De derde stop was bij Eden Boyd waar we naar het Davidson Whaling Station zijn gelopen, een beschutte baai (Twofold Bay) waar in het verleden orka’s ervoor zorgden dat walvissen hier naartoe zwommen, waarna ze door de Davidson familie gedood en vervolgens in stukken verwerkt werden vanwege de olie.

Ook de Boyd Tower staat op het programma, omgeven door rode rotsen, als  uitkijkpunt over de baai.

Bij de rustige Quarantine Baai houden we lunchpauze en wanneer we daarna op weg zijn naar een uitkijkpunt in de plaats Eden komen we langs een kapsalon waar ze direct tijd hebben om mij te knippen !

We gaan nog even langs de haven en rijden dan naar het Broadwater State Forest waar we  willen overnachten midden in het bos.

We zijn de eersten die hier tegen vijven arriveren, maar in de loop van de avond komen er diverse andere auto’s aanrijden die ook een plekje zoeken voor de nacht, geen probleem er is hier plek genoeg !

Verslag 45

We hebben vanmorgen eerst nog wat punten van het Ben Boyd N.P. bekeken en starten met een wandeling naar de Pinnacles, welke totaal niet te vergelijken zijn met de prachtige Pinnacles bij Cervantes in West-Australië.

Het volgende punt waar we naartoe lopen is Haycock Point en dit is zeker de moeite waard om heen te wandelen.

De streek hier is bekend vanwege zijn oesterteelt en nadat we bij Broadwater een dozijn van deze  schaaldieren hebben gekocht rijden we naar Pambula beach waar we lunchpauze houden.

Helaas is het vandaag grotendeels bewolkt en lokt het nu niet om te gaan zwemmen in de mooie baai, dus rijden we via Merimbula en Tahtra door naar onze overnachtingsplek:  Picnic Point in het Mimosa Rocks N.P.  die we al voor twee dagen van te voren gereserveerd hebben.

Wanneer we daar tegen drieën aankomen zien we een vrijwel identieke camper als de onze staan waarvan Walter en Yvonne de eigenaars zijn ! Acht jaar geleden kregen we een mail van hen: ze wilden naar Australië en daar een camper kopen en of wij ze wat informatie konden geven…. Na diverse mails over en weer hebben we ze uitgenodigd bij ons op de camping, toen nog de Gouden Ham en heel wat tips gegeven waarvan ze er diverse hebben gebruikt. Nu acht jaar later zijn we voor het eerst tegelijkertijd in Down Under dus hadden we afgesproken elkaar bij Picnic Point te ontmoeten.

Het wordt een heel gezellige middag en avond vol anekdotes en ervaringen………….. en morgen hebben we nog een hele dag samen om bij te praten en tips uit te wisselen !

Verslag 46

We hebben gisteravond nog uren met z’n vijven bij het kampvuur gezeten, voor we het wisten was het half één, dat gebeurt ons niet vaak in Australië !

Na een gezamenlijke ochtendkoffie gaan we ieder onze eigen gang: de mannen worden weer eens gekortwiekt, we maken een wandeling langs zee en natuurlijk gaat Dennis het water in.

Walter en Yvonne hebben een drone waarmee ze de kampplaats van bovenaf kunnen filmen en fotograferen, leuk om een keer mee te maken !

Natuurlijk houden we ook weer samen “happy hour” en nog steeds hebben we gespreksstof in overvloed ! 

Ook vanavond zitten we bij elkaar rond het vuur met waarschijnlijk weer het gezelschap van de brutale possum die gisteravond zelfs  op onze camper en luifel zat en bij Wim op schoot wilde springen !

Het werd weer een heel gezellige avond, maar helaas liet de possum zich nu niet zien !

Morgenvroeg gaan we ieder weer een verschillende richting op: Yvonne en Walter reizen over enkele dagen naar Tasmanië en wij trekken verder naar het noorden !

Verslag 47

We kijken terug op een leuke tijd samen met Walter en Yvonne en met de belofte dat we elkaar in Nederland weer opzoeken, nemen we vanmorgen afscheid.

Een uurtje later verlaten wij ook de kampplaats Picnic Point en gaan via een onverharde binnenweg richting Bega, de plaats waar de meeste Australische kaas vandaan komt. We bezoeken daar eerst diverse winkels voor we tegen enen naar Bega Cheese Heritage Centre gaan waar je natuurlijk kaas kunt proeven en kopen, maar waar ook een leuk klein museum gevestigd is.

Nadat we er buiten geluncht hebben (heerlijke garnalen !) rijden we naar de plaats Cooma, zo’n honderd en twintig kilometer landinwaarts.

Het eerste stuk weg is het flink stijgen tot we op een hoogte van duizend meter boven zeespiegel uitkomen, waarna het vrij vlak blijft, we bevinden ons nu op de “Great Dividing Range”. Weer volgt er een prachtige onverharde, slingerende weg (dit komt omdat onze TomTom op “kortste route” staat !) tot we tegen vijven uitkomen bij Lake Eucumbene, gelegen op elf honderd en tachtig meter hoogte !

Hier nemen we een plek op het Rainbow Pines Tourist Caravan Park, met uitzicht op het meer. We genieten nog een tijdje van de zon met een wijntje en een stukje Bega-kaas en face timen met Holland, want Marcel is vandaag jarig en natuurlijk willen we hem wel persoonlijk feliciteren.

Sinds lange tijd kunnen we weer gebruik maken van een echte douche en het gebouw is zelfs verwarmd, want het koelt hier snel af: vannacht zakt te temperatuur naar acht graden, een heel verschil met afgelopen nacht toen het kwik bleef steken bij twintig graden !!

Verslag 48

Na een koude nacht konden we vanmorgen toch weer ontbijten onder een strakblauwe hemel mét zon.

De eerste uren rijden we over de Snowy Mountains Highway en stoppen op veertien honderd meter hoogte bij Kiandra, een verlaten goudstadje uit 1860, waar slechts het rechtsgebouw overeind is blijven staan terwijl er in de hoogtij dagen tien duizend mensen leefden.

Vlakbij de plaats ligt een meertje: Three Mile Dam, waar we eigenlijk afgelopen nacht zouden staan, dus wilden we hier toch nog even gaan kijken. We zijn blij dat we gisteren niet doorgereden zijn want we zouden pas rond zevenen aangekomen zijn en het was moeilijk te vinden. 

We gaan door naar de Yarrangobilly Caves, gelegen in het Kosciuszko National Park en wandelen daar naar de South Glory Cave waar je gewoon zelf doorheen mag lopen.

Na nog een korte stop bij Talbingo zetten we onze “huisjes” rond drieën neer aan het Blowering Reservoir bij Yachting Point, ook behorend bij het Kosciuszko N.P..

Inmiddels zijn we afgedaald naar zo’n vier honderd meter boven zeespiegel en is de temperatuur weer tegen de dertig graden.

We relaxen de rest van de middag in de schaduw, al is Dennis nog wel actief met het kloven van (alweer) gevonden hout en loopt hij daarna  het hele eind naar het meer, dat  vrij warm is en niet echt voor verkoeling zorgt.

Tegen de avond gaat de barbecue aan en volgt er later een kampvuur, maar we bellen ook weer met Holland, want morgen worden Stijn en Ruben acht jaar en dit vieren ze vandaag (zondag 3 maart) al, maandag moeten ze natuurlijk gewoon weer naar school !

Verslag 49

Nadat we bij Tumut onze brandstof weer aangevuld hebben rijden we door naar Gundagai, deze plaats heeft al heel wat keren te maken gehad met heel hoog water, zelfs de oude treinrails waren erop aangepast.

We bekijken het oude station (1886) en stoppen even later nog een keer bij een roadhouse om met een “Big Koala” op de foto te gaan.

We rijden een stukje snelweg om vervolgens weer heuvel op heuvel af te gaan over binnenwegen, wanneer de camper ineens inhoudt en geen kracht meer heeft, ook begint er een controlelampje te branden We zetten de auto aan de kant van de weg om het na tien minuten nog eens te proberen, het gaat een tijdje goed maar dan komen we weer haast een heuvel niet op. Dit zelfde euvel hebben we twee jaar terug ook gehad, we hebben toen een half uurtje stil gestaan, de accu losgekoppeld, waarna het probleem verholpen was. Dit proberen we nu ook, we houden gewoon lunchpauze en vervolgens hebben we, weer op weg, totaal geen last meer gehad !!

In Harden staat een oude silo die helemaal beschilderd is, iets wat blijkbaar een nieuwe trend is in Australië.

Via de plaats Young rijden we naar Weddin Mountains N.P., een afgelegen park waar we helemaal niemand tegen komen.

We bekijken er eerst “Seaton’s Farm Historic Site” waar een boerengezin zo’n tachtig jaar geleden woonde.

Het is ruim dertig graden dus vervolgens gaan we naar de kampplaats: Ben Halls Camp waar we, naast enkele kangoeroe families, de enige kampeerders zijn. In de schaduw doen we ons favoriete spel Carcassonne en dit keer volgt er na de maaltijd geen kampvuur, want dat is hier niet toegestaan.

Het blijft lang warm en omdat er geen kunstlicht in de buurt is hebben we boven ons een prachtige, heldere sterrenhemel waar we in hemdje en korte broek uren naar zitten te kijken !

Verslag 50

Vanmorgen, na het ontbijt, hebben we eerst een wandeling gemaakt vanaf de kampplaats naar Ben Halls Cave, een open grot waar in het verleden vrijbuiters, zoals Ben Hall, schuilden.

Na een half uurtje zijn we terug, pakken alles in en rijden naar Glenfell waar weer enkele silo’s prachtig beschilderd zijn, ook is hier weer een oud treinstation te bekijken.

Vlakbij de plaats Forbes staat een “Big Goanna”, helemaal van metaal gemaakt, een waar kunstwerk !

In dezelfde plaats staat ook het McFeeters Motor Museum waar zo’n zestig auto’s uitgestald staan, grotendeels in privébezit !  Natuurlijk hebben we deze ook uitgebreid bekeken.

Nadat we in Parkes geluncht hebben moeten we nog zo’n honderd en vijftig kilometer rijden voor we tegen half vijf, via Peak Hill en Dubbo aankomen bij Redbank Reserve, een kampplek aan de Macquarie River dichtbij Rawsonville, waar we weer helemaal alleen staan !

We hebben gelukkig totaal geen problemen meer gehad met de auto ! Ook vandaag liep de temperatuur weer op tot ruim boven de dertig graden en vanavond koelt het niet verder af dan twee en twintig graden, maar we klagen niet, we kunnen weer heerlijk tot bedtijd buiten zitten zonder vest of lange broek met boven ons duizenden schitterende sterren !

Verslag 51

We hebben een hete dag achter de rug: vanmorgen konden we al gelijk in de schaduw ontbijten en de temperatuur liep snel op naar boven de dertig graden. Via Gilgandra rijden we naar Tooraweenah, waar enkele huisjes staan van een eeuw geleden, ook kijken we hier al op de aparte bergen van Warrumbungle N.P..

Rond half één zijn we bij het informatiecentrum van het Nationale Park waar we een kampplaats boeken en vragen naar diverse wandelroutes in het park.

Nadat we een korte wandeling door de Burbie Canyon hebben gemaakt zoeken we onze overnachtingsplek bij Camp Blackman op.

Gelukkig staat er een aardig windje maar met vijfendertig graden doe je het toch rustig aan. Op de kampplaats zijn zelfs douches dus nemen we alle drie een koude douche, al zijn we alweer verhit voor we terug zijn bij de camper ! We kijken uit op diverse bergtoppen met namen als “Breadknife”, “Bluf Mountain” en “Split Rock” waar je naartoe kunt lopen maar dat is met dit hete weer geen optie.

We vermaken ons wel met Carcassonne en een mooi boek en pas tegen achten ’s avonds eten we een simpele maaltijd van kip met wortelen, eigenlijk hebben we alleen maar dorst !!

Verslag 52

Vanaf Whitegum Lookout heb je een prachtig uitzicht over de vallei en de toppen van het vulkanische Nationale Park Warrumbungle, dat een waar paradijs is voor echte hikers, wij zijn meer van de kortere wandelingen en houden het bij het uitkijkpunt.

(Ook hier kennen ze eiken-processie-rupsen !)

Via Coonabarabran en Narrabri rijden we honderd en vijftig kilometer naar het volgende Nationale Park: Mount Kaputar waar we via een slingerweg uitkomen op veertien honderd meter hoogte.

Weer kijken we uit over vreemd gevormde bergen die zo’n twintig miljoen jaar geleden ontstaan zijn door een vulkanische uitbarsting, maar nu kamperen we dus een stuk hoger waardoor het iets aangenamer is van temperatuur.

Net als gisteren zijn er op de kampplaats (Dawsons Springs) warme douches aanwezig die we zeker weer gaan gebruiken. Natuurlijk hoppen er weer kangoeroes rond maar ook zien we enkele geiten rondlopen, dat hebben we nog niet eerder meegemaakt !

Verslag 53

We zijn vanmorgen eerst nog iets hoger gegaan naar vijftien honderd en tien meter en bevinden ons dan op de top van Mount Kaputar, hier hebben we drie honderd zestig graden uitzicht over New South Wales.

Daarna moeten we eerst weer twintig kilometer terug over smalle, slingerende wegen waarbij we niet verder komen dan de tweede versnelling en dan nog regelmatig moeten bijremmen !

Voorbij Narrabri nemen we weer een prachtige toeristische route richting Bingara en stoppen halverwege bij Sawn Rocks waar de “organ pipes” prachtig te zien zijn.

Er volgt nog een stop bij een “Ancient Geological Glacial Area”, een soort brede kloof die miljoenen jaren terug al gevormd is met grote rotsblokken waar nu een bescheiden riviertje door stroomt.

Het is inmiddels weer twee en dertig graden met volop zon, dus lang houden we het niet uit op dit open veld.

Tegen vieren komen we aan bij onze gratis overnachtingsplek aan de  Gwydir River (Sunnyside Riverside Camps), vlakbij Bingara. We vinden een plekje in de schaduw en natuurlijk gaat Dennis het water in.

We hebben weer ander “wildlife”, er lopen twee stieren rond maar gelukkig zijn ze niet agressief !!

Verslag 54

We hadden voor vandaag eigenlijk een rustdag op het programma staan, maar we vinden de plek waar we staan niet mooi genoeg dus rijden we een stuk langs de Gwydir River, over nogal slechte wegen, op zoek naar een betere plaats, maar helaas zijn de weinige leuke plekjes al bezet, het is natuurlijk ook weekend !

We rijden door naar Lake Copeton, een stuwmeer (op z’n diepste punt honderd meter !)  dat er voor zorgt dat de Gwydir rivier het hele jaar door voldoende water heeft zodat het land van de boeren niet verdroogt.

Aan het grillig gevormde meer liggen twee overnachtingsplekken: Northern Foreshores Copeton Dam, een camping waar je via Inverell naartoe moet rijden en die bij aankomst volgeboekt blijkt te zijn én na nog vijftig kilometer verder rijden de gratis plek: Copeton Dam Eastern Foreshore. Hier vinden we een prachtig plekje pal aan het meer met niemand om ons heen !!

We zien de stuwwand hiervandaan liggen, hemelsbreed op nog geen negen kilometer afstand, maar moesten wel tachtig kilometer rijden om hier te komen ! Behalve om in te zwemmen gebruiken we het water om wat kleding te wassen en ook worden beide auto’s van al het stof en vuil ontdaan.

Voor het eerst deze reis zien we een zonsondergang al is het niet onbewolkt vandaag !

Ook kunnen en mógen we weer eens een kampvuur maken en hout hebben we nog ruim voldoende !!

Verslag 55

De streek waar we ons nu bevinden staat bekend om zijn vele saffieren die hier in de bodem zitten. Het was de bedoeling dat wij ook weer een dagje naar deze glinsterende stenen zouden gaan zoeken, maar bij het informatiecentrum in Inverell kregen we te horen dat je tegenwoordig je eigen uitrusting moet hebben om aan het werk te gaan. In het verleden hebben we het drie keer gedaan: een dag lang zand met grind scheppen, zand zeven, onder dompelen in water en daarna zoeken naar kleine glinsteringen, misschien wel waardevolle saffieren, de laatste keer was zes jaar terug, samen met Dennis. Twee keer zijn we naar Billabong Blue geweest, waar we heel leuke herinneringen aan hebben en hier laten we het dan ook bij !

We bekijken”Inverell Pioneer Village”, een openluchtmuseum uit eind negentiende eeuw, maar we hebben mooiere gezien.

Daarna brengen we ook nog ruim een uur door in het National Transport Museum, waar meer dan tweehonderd en vijftig oude auto’s te bewonderen zijn, naast vele motoren en oude fietsen.

Tegen tweeën  komen we aan bij Joseph Wills Park, een gratis overnachtingsplek bij de plaats Elsmore en niet alleen met toilet en vuilcontainers, maar ook in een prachtige omgeving ! We kunnen de camper in de schaduw kwijt en hebben zelfs gras onder onze voeten, het is ons weer gelukt een leuk plekje te vinden !!

Verslag 56

(Dennis dacht gisteravond wildlife te zien, het bleek een poes te zijn !)

Vanmorgen, op weg naar Glen Innes, begon de auto weer in te houden, net als enkele weken terug. We moesten wel stoppen en na zo’n tien minuten konden we weer verder rijden. In Glen Innes zijn we naar een garage gegaan, maar zij konden de auto niet doormeten, er was geen historie, omdat Wim  de accu weer ontkoppeld had om het controlelampje uit te laten gaan. We bekijken de Australian Standing Stones, in 1992 als monument opgericht voor alle Keltische kolonisten die hier als sinds 1852 aanwezig zijn.

We zijn zo’n vijfenveertig kilometer verder richting Grafton wanneer de auto weer kuren vertoont, we besluiten om te keren en naar dezelfde garage terug te gaan. Nu kunnen ze wél zien wat er aan de hand is: in de motor blijft af en toe een asje hangen door wat vuil dat eraan zit. Herstellen duurt een hele dag en natuurlijk zit de garage de hele week volgeboekt, maar het is niet schadelijk om door te rijden.

We gaan dus gewoon verder met de reis en hopelijk doet het probleem zich niet te vaak voor, dan laten we het herstellen aan het eind van de trip ! (Wim werd vanmorgen rond tienen ook nog staande gehouden door de politie: het bleek alcoholcontrole en natuurlijk konden we, na de proef, gewoon doorrijden !!)

We gaan naar Gibraltar Range N.P. met rotsen van wel twaalf honderd meter hoog, waar we naar de prachtige Boundary Falls wandelen.

Na nog een mooi uitkijkpunt rijden we door naar het naastgelegen Washpool N.P. met op ruim acht honderd meter hoogte Bellbird Campground waar we onze auto’s neerzetten in het bosachtige gebied.

(Het viel niet mee om waterpas te staan !!)

We hebben hier beschikking over een toilet en een overdekte ruimte met barbecue.

Ook mag hier weer vuur gestookt worden, er ligt zelfs hout klaar om te gebruiken, iets wat we nu zeker nog hebben, want het koelt hier snel af !!

(Deze possum was wel erg brutaal en dook zo de vuilniszak in !)

Verslag 57

Voor we vanmorgen weer afgezakt zijn naar normale hoogte via de slingerende, mooie Gwydir Highway, wordt er eerst nog even wat hout gekloofd, zodat we aanmaakhoutjes hebben voor ons volgende kampvuur. 

In Grafton kopen we weer voor vijf dagen levensmiddelen en rijden daarna door een heel aparte straat: Fig Tree Avenue, waar ook werkelijk gigantische bomen staan.

Dan gaan we richting de kust naar Yuraygir N.P. waar diverse kampplaatsen bij horen. Het was de bedoeling op Boorkoom Campground te gaan staan, maar deze kleine kampplaats is helemaal volgeboekt, dus wijken we uit naar Illaroo, waar we vaker gestaan hebben.

Ook hier zijn nog maar enkele plekken vrij en deze kijken niet uit op zee. Wél kunnen we de branding goed horen en is onze plaats echt niet verkeerd met voldoende schaduw.

We maken een strandwandeling maar helaas is het zeewater niet al te schoon, dit komt door de vele regen van de afgelopen tijd waardoor vervuild water  van boerenbedrijven afgevoerd wordt naar zee. Dennis besluit dan ook om niet te gaan zwemmen en neemt wel een koude douche.

Afgelopen nacht stonden we in de koele “rainforest” en was alles vochtig, nu krijgen we de klamme zeelucht over ons heen en ziet alles een klein beetje mistig, maar we mogen hier kampvuur maken waardoor de lucht weer droger aanvoelt !

Morgen rijden we vijftien kilometer terug naar Boorkoom Campground, want dan zijn er wél twee plaatsen vrij met uitzicht op zee en die hebben we al gereserveerd !!

Verslag 58

De dag begint bewolkt met zelfs een spatje regen, dat zijn we niet gewend. Rond tienen breken we op en nog voor elven hebben we alles al weer opgebouwd bij de volgende overnachtingsplek: Boorkoom Campground.

Het is vloed en de zee beukt tegen de hoge rotsen aan, er is geen strand te zien. Er loopt een pad hoog langs de zee en we wandelen een uurtje afwisselend door bos en dan weer met uitzicht op de zwarte rotsen tot we bij een mooi strandje komen.

We keren om, het is inmiddels weer rond de dertig graden en met die vochtige warmte hebben we alle drie een natte rug !

Bij eb wandelen we nog een stuk langs zee over de rotsen en van enkele locals horen we dat het water sinds een week erg troebel is.

Dennis gaat toch de zee in al loopt het strand maar langzaam af, dus zwemmen lukt niet echt.

Tegen de avond wordt het fris met wind uit zee, we zetten de zijstukken weer op en kunnen zo beschut zittend eten en later weer een kampvuurtje maken !

Verslag 59

We hebben weer een warme dag gehad met ruim dertig graden, om half negen moesten we zelfs al in de schaduw ontbijten, in de zon was het niet uit te houden. We trekken weer verder en stoppen onderweg bij de plaats Maclean waar bij een begraafplaats, hoe sinister is dat, enkele bomen staan vol grote vleermuizen, honderden bij elkaar.

Daarna zijn we lange tijd onderweg naar onze volgende kampplaats: Black Rocks in het Bundjalung N.P.. Er is blijkbaar een nieuwe snelweg aangelegd die onze TomTom niet kent waardoor hij steeds de weg kwijt is en zelfs “Maps Me” stuurt ons  naar een doodlopende weg zodat we weer helemaal terug moeten. Maar tegen tweeën komen we, na een zestien kilometer lange onverharde weg  vol kuilen, aan bij Black Rocks al vallen de plaatsen ons erg tegen na wat we allemaal al gehad hebben. We kunnen wel in de schaduw zitten, maar veel uitzicht hebben we niet.

Na de lunch wandelen we naar Jerusalem Creek, een prachtige rivier behorend bij het park, waar we allemaal het water ingaan, maar echt verkoelend is het helaas niet.

Nadat we ons afgedoucht hebben bij de camper relaxen we met een spelletje en de E-reader en pas tegen de avond lopen we naar zee, die vanaf onze plek goed te horen is.

Het strand doet zijn naam eer aan want overal zie je zwarte rotsen in allerlei vormen afsteken tegen het lichte zand, mooi om te zien.

Vanavond maken we ons achtentwintigste kampvuur, al is deze meer voor de gezelligheid dan voor de warmte, om acht uur is het nog vijfentwintig graden !! En zoals haast iedere avond hebben we boven ons een prachtige heldere sterrenhemel !

Verslag 60

Het weer is helemaal omgeslagen, het begon vanmorgen al met bewolking en een harde wind al was het toen nog totaal niet koud. Nadat we de zestien kilometer slechte weg nogmaals afgelegd hebben krijgen we weer te maken met de nieuwe snelweg, waar geen op- en afritten zijn, pas in Ballina kunnen we eraf.

Hier staat een “Big Prawn” vlakbij een Bunnings (een groot warenhuis zoals bij ons de Gamma of de   Praxis !), waar we een nieuwe gasbus kopen, onze oude mocht, na tien jaar, niet meer gevuld worden. Ze vúllen echter niet dus moeten we naar een BCF (een soort kampeer- en hengelsportzaak), ook hebben we drank, water en brandstof nodig, dus we zijn wel even bezig in Ballina ! Nadat we een grote zak garnalen gekocht hebben willen we deze in een park bij de Richmond rivier opeten, maar daar worden we weggeblazen door de harde wind.

We komen uit bij een voetbalveld waar we onze stoelen en tafel neerzetten onder een overkapping, want inmiddels is het ook gaan regenen.

De planning voor vandaag: enkele wandelingen maken, heeft nu geen enkel nut. We rijden naar het drukke Byron Bay, dat tevens de meest oostelijke plaats is van Australië, om naar de vuurtoren te gaan, maar weer is de regen spelbreker.

Alleen wanneer we bij de Wategos Beach zijn, waar druk gesurft wordt, laat de zon zich één minuutje zien.

We gaan door naar onze overnachtingsplaats: Mullumbimby Showground  waar we rond vieren aankomen en zowaar een mooie plek met gras krijgen.

Helaas blijft het niet lang droog en zetten we de zijstukken aan de luifel om comfortabel te kunnen zitten, ook kunnen later de vesten weer aan.

We hebben nu al twee maanden prachtig weer gehad, dus we mogen niet klagen, bovendien is dat getik op het dak wel gezellig !!

Verslag 61

Na een nacht met veel regen is het vanmorgen weer helemaal opgeklaard al is het nog wel bewolkt. We rijden een prachtige route door bergachtig, bosrijk gebied, afgewisseld met weiden en rainforest. We stoppen in Murwillimbah waar een uitgebreide “zaterdagmarkt” is, iets wat je in heel Australië tegenkomt. Er zijn diverse eetkraampjes, zelfs één met Hollandse poffertjes, maar vooral standjes met zelfgemaakte kleding en sieraden, ook kun je er fruit of plantjes kopen en er heerst een gezellig, ongedwongen sfeertje !

In het kleine plaatsje Chillingham bekijken we een waterval waarna we richting Springbrook N.P. rijden.

Tegen half één passeren we de grens met de staat Queensland waar we de rest van onze trip door zullen brengen en we kunnen meteen de klok een uur terug zetten (het tijdsverschil met Nederland is nu weer negen uur !) 

In het Nationale Park wandelen we naar de Natural Bridge, een prachtige waterval die uitkomt in een open grot.

(Dit is een carpet python, een niet giftige slang !)

Op weg naar een ander gedeelte van Springbrook N.P. krijgt onze camper weer kuren wanneer we een lange helling van zeventien procent op moeten, maar nadat we even stil gestaan hebben met de motor uit, kunnen we, zonder problemen,  weer verder omhoog. We lunchen bij “the Settlement” een kampplaats waar we ook willen overnachten, maar deze is, met slechts tien plaatsen, volgeboekt. We rijden ruim twintig kilometer terug, nu naar beneden, en komen uit bij Numinbah Valley Bush Camping waar we een plekje vinden aan een riviertje (Nerang River) waar ook in gezwommen kan worden, iets wat Dennis natuurlijk ook doet !

We mogen hier ook weer kampvuur maken dus kunnen we nog wat hout opmaken, we hebben immers genoeg ! Morgen rijden we weer terug naar Springbrook N.P. want we hebben er nog lang niet alles gezien en dan kunnen we wél overnachten bij the Settlement, want het drukke weekend is dan weer voorbij !

Verslag 62

Zoals gezegd  zijn we vanmorgen teruggereden naar Springbrook N.P. en gelukkig houdt de auto zich nu prima en komen we zonder problemen boven. We bekijken eerst de Purling Brook Falls van boven af gezien, de lange wandeling met veel traptreden naar de bodem van de waterval laten we achterwege.

Dit doen we wel bij de Twin Falls waar we na een prachtige tocht zelfs achter de dubbele waterval langs lopen.

Helaas blijkt de naam “rainforest” echt te kloppen want we krijgen een paar keer een flinke regenbui, ook wanneer we naar de “Best of all Lookouts” lopen: we zien daar dus helemaal niets, alleen maar mist van de vele regen.

We rijden weer naar the Settlement Camping, de enige kampplaats in het Nationale Park, waar nu de meest plaatsen erg modderig zijn. Weer blijken echter alle plekken al geboekt te zijn, zelfs tot en met dinsdag, dus moeten we weer op zoek naar een alternatief. Die vinden we vijftien kilometer verderop bij “Polly’s Rainforest Escape”, een leuke plek bij een restaurant met uitzicht op de Nerang Creek en gelegen aan de uitlopers van de Springbrook Mountain Ranges.

Het is rond half twee dus we besluiten hier gelijk een hapje te eten wat van prima kwaliteit blijkt te zijn.

We hebben een zee van ruimte want we zijn de enigen die hier overnachten. Tegen de avond komt er ineens heel vreemd “wildlife”aanlopen: een groot varken. Hij loopt om de camper heen en snuffelt even en verdwijnt dan weer. Ik ben benieuwd wat er nog meer langs komt vanavond !!

Verslag 63

Het heeft de hele nacht flink geregend en vanmorgen voelde alles klammig aan, maar het is weer droog en dat blijft het de hele dag. Op slechts zeven kilometer afstand van onze overnachtingsplaats bevindt zich het Gold Coast War Museum bij Mudgeeraba en om kwart over negen lopen we daar al rond te struinen. Er zijn enkele vliegtuigen en militaire wagens te bekijken, maar er is ook ontzettend veel informatie over diverse oorlogen, voor Dennis natuurlijk heel interessant !

We rijden na de bezichtiging even naar Burleigh Heads, één van de grote plaatsen aan de Gold Coast, maar hebben het al snel bekeken, veel te druk hier !

Zo’n vijftig kilometer noordelijk stoppen we bij Beenleigh Rum Distillery, waar we een proeverij doen van vijf verschillende soorten rum.

Het blijkt ’s werelds beste rum te zijn, maar is toch vrij onbekend en alleen in Australië verkrijgbaar.

Natuurlijk nemen we van de lekkerste soort: Beenleigh Dubbel Cask Rum een flesje mee om later nog een keer na te genieten. Dan wordt het tijd om een camping op te zoeken want ik heb ontzettend veel vuile was, we komen uit bij Galaxy caravan park waar ook een zwembad bij is waar we alle drie in afkoelen, want het is weer twee en dertig graden en erg benauwd.

Ik prop drie wasmachines vol en heb daarna heel wat waslijnen nodig en ook de droger wordt gebruikt, maar alles is weer schoon, we kunnen weer enkele weken vooruit !

We hebben een ruime kampplaats alleen ligt deze helaas dichtbij een drukke snelweg, dit zijn we niet meer gewend, meestal horen we alleen maar vogelgeluiden of het geruis van de zee !

Verslag 64

Na een onrustige nacht door het vele verkeerslawaai verlaten we vanmorgen al vrij vroeg de camping.

Een tijdje rijden we nog over drukke vierbaanswegen richting Brisbane, maar daarna zwenken we af naar Ipswich en vervolgens richting Lake Wivenhoe, het grootste meer in zuid oost Queensland, waar we rond twaalven aankomen bij Camping Wivenhoe oftewel Captain Logan Camp. Meteen bij aankomst besluiten we hier twee dagen te blijven, het is zo’n prachtige plek, daar willen we volop van genieten.

(We waren in de buurt van Brisbane omdat we Jerry en Denise, Australische vrienden die we acht jaar terug ontmoet hebben tijdens een trip rond Alice Springs, wilden opzoeken. Helaas waren zij ook onderweg met hun caravan en konden we elkaar nu niet ontmoeten, misschien volgend jaar !)

Tientallen kangoeroes hippen rond, sommige met een jong in hun buidel en ook zien we pelikanen, galah’s en kookaburra’s. Er is net een zeilkamp voor de jeugd aan de gang, die verblijven op de kampplaats dus er is van alles te zien.

Dennis gaat enkele keren het water in, Wim en ik luieren met een mooi boek en genieten van het schitterende uitzicht.

Na een mooie zonsondergang gaat het kampvuur aan, het was weer een prachtige dag !!

Verslag 65

Het is vandaag nog een beetje warmer dan gisteren en zelfs de kangoeroes laten zich nu nauwelijks zien, alleen lui in de schaduw of drinkend aan de waterkant.

Ook wij zoeken de verkoeling van het water of van de douche die Wim weer opgebouwd heeft. Natuurlijk doen we weer een spelletje en lezen we veel, maar er is hier ook genoeg te zien !

Tegen de avond gaat de barbecue aan gevolgd door een kampvuurtje, morgen trekken we weer verder, anders worden we veel te lui !!

Verslag 66

We begonnen vanmorgen nog met stralend warm weer en moesten zelfs in de schaduw ontbijten, maar tegen de tijd dat we van de kampplaats vertrekken is het helemaal bewolkt.

We rijden lange tijd langs het grillig gevormde meer, dat niet alleen voor recreatieve doeleinden gebruikt wordt maar tevens een waterreservoir is voor een groot deel van Queensland.

Via Kilcoy gaan we richting de “Glasshouse Mountains”, maar ondertussen begint het te regenen en komen de aparte bergen totaal niet tot hun recht.

Ook wandelen rondom de rotsen heeft nu weinig zin, dus rijden we door naar Landsborough waar we op camping: Ingenia Holidays gaan staan.

Hiervandaan zijn we slechts enkele kilometers verwijderd van “Australia Zoo”, een soort dierentuin, opgezet door Crododile Hunter Steve Irwin,  die in september 2006 overleden is. Voor vandaag had het geen zin meer om hierheen te gaan, dus morgenvroeg staan we om negen uur (!) bij de entree van het park, nu maar hopen dat we dan beter weer hebben !

Verslag 67

We hebben vandaag zes en een half uur doorgebracht in Australia Zoo, het door Steve en Terri Irwin opgezette wildlife park met voornamelijk Australische dieren, maar ook met door uitsterving bedreigde dieren zoals de olifanten uit Sumatra, de neushoorns en de tijger.

Het is een prachtig park vol tropische bomen en planten en met veel ruimte voor de vele dieren. We zien onder andere de Tasmaanse duivel, veel koala’s (die we zelfs mogen aanraken), diverse soorten slangen, meerkatten, krokodillen, allerlei vogels, schildpadden, wombats en natuurlijk kangoeroes.

Het was niet koud vandaag, drieëntwintig graden,  maar regelmatig viel er motregen en hadden we de paraplu nodig.

De show met de krokodillen valt een beetje tegen (veel geklets), maar het voederen van de olifanten is erg leuk om te zien, ook zie je bij de vele verzorgers duidelijk hun liefde voor de dieren.

Het blijkt dat we ruim veertien kilometer lopend afgelegd hebben in het park dus toen we rond half vier weer bij de auto’s aankwamen hadden we niet veel puf meer om ver te rijden en zijn we twaalf kilometer verderop gestopt bij Jowarra Park Rest Area, een gratis parkeerplek met toilet waar het, bij aankomst, al redelijk vol staan met busjes, auto’s en campertjes, maar we staan hier prima en we zullen vanavond toch wel vroeg op bed liggen !!

Verslag 68

(Overal is “wildlife” te vinden, al is het maar op het toilet !)

Toen we vanmorgen wakker werden zagen we dat op het parkeerterrein, waar we afgelopen nacht geslapen hebben, minstens vijftig auto’s met daktent, busjes en allerlei andere voertuigen heel dicht bij elkaar stonden en de eersten waren zelfs alweer vertrokken ! Voor een keertje is zo’n plek best oké, maar we hebben toch al heel wat betere gratis staanplaatsen gehad, deze trip !! We rijden naar Caloundra, het is weer tijd om onze voorraden aan te vullen  en vervolgens gaan we noordwaarts richting Gympie, waar we rond enen stoppen bij Billabong Breeze in Goomboorian. Net ervoor hebben we getankt in dezelfde plaats en zagen daar een gigantische cactus staan, volgens de eigenaars de grootste van Australië !

In de bomen op de kampplaats moeten koala’s leven, we hebben nog even gezocht, maar er geen één gevonden…. we hebben er gisteren al heel wat gezien !

Het is vandaag bewolkt en broeierig en tegen de avond begint het te regenen, we moeten echt wennen aan dit weertype, we vonden het zo gewoon om tot bedtijd in korte broek en hemdje buiten te zitten met een heldere hemel boven ons !

Verslag 69

Bij Tin Can Bay worden elke morgen om acht uur dolfijnen gevoerd, maar aangezien wij daar dertig kilometer rijden vandaan zaten én acht uur wel erg vroeg is, kwamen we tegen kwart over negen bij de baai aan, in de hoop nog enkele van deze mooie dieren te zien.

Van een vriendelijke verzorgster kreeg ik te horen dat de groep dolfijnen, bestaande uit acht waarvan twee jongen, slechts twintig minuten daar verbleef en vervolgens weer verder zwom nadat ze voldoende vis ophebben, ….dolfijnen zijn écht slimme dieren ! (We hebben niet eens foto’s gemaakt bij de baai, want het is vanmorgen druilerig weer en alles doet nu treurig aan.) We rijden verder naar Rainbow Beach waar je het strand op kunt rijden om prachtige, gekleurde duinen te bekijken. Helaas is het vloed en kom je het strand niet op, ook zijn er bijna geen strandgasten met dit weer, alleen zien we enkele jetski’s van een reddingsteam die aan het oefenen zijn op het water.

Nu volgt een lange rit naar Maryborough en onderweg zien we veel water langs de kant en zelfs op de weg, het heeft hier veel geregend de laatste tijd.

In Maryborough,  gelegen aan de Mary River en al gesticht in 1843, staan veel mooie, oude gebouwen.

Ook is hier de schrijfster P.L. Travers geboren, die Mary Poppins gecreëerd heeft. We bezoeken een museum: Story Bank, gevestigd in het geboortehuis van de schrijfster, dat vroeger dienst deed als  bankgebouw. Hier is van alles te zien over Mary Poppins, al vinden we het wel een vreemd museum en zijn we er binnen een half uur uitgekeken.

(Zelfs de stoplichten zijn aangepast !)

In het park bij de rivier is een gezellig “samen zijn” aan de gang met muziek en allerlei kraampjes.

We rijden nog een eindje verder tot aan Hervey Bay waar we op Torquay Beachfront Tourist Park gaan staan, werkelijk pal aan zee gelegen.

We gaan nog even “pootje baden” en Dennis plonst er natuurlijk weer helemaal in, waarna we een tijdlang luieren met uitzicht op zee.

Later trekken we ons terug onder de luifel, waar de losse zijkanten weer aan vastgemaakt zijn, want het blijft natuurlijk niet droog en zo kunnen we toch behaaglijk buiten zitten.

En zo dicht bij zee kunnen we het mooie geluid van de rollende golven tegen de kust goed horen !!

Verslag 70

Het heeft zo’n beetje de hele dag geregend en ook is het nog maar eenentwintig graden, toch weerhoudt dat ons er niet van om van alles te ondernemen. We starten in Howard waar je Bamboo land kunt bezoeken, eigenlijk een groot tuincentrum met een heel park eromheen met allerlei soorten grote planten en heel veel bamboe.

Je kunt er prachtig wandelen en het is echt heel mooi aangelegd.

Vervolgens rijden we via Childers naar Gin Gin, in beide plaatsen bevindt zich een “historical village”, maar geen van tweeën stelt veel voor.

Dan gaan we verder naar Kolonga waar we de afslag nemen naar Kalpowar en hier merken we pas wat veel regen doet. De zestig kilometer lange weg is onverhard, heuvelachtig met veel bochten en natuurlijk modderig door de vele neerslag van de afgelopen dagen.

We doen er twee uur over voor we in Kalpowar zijn en af en toe slippen we  of rijden door poeltjes, de auto’s zien er dan ook niet uit aan het eind van de rit.

Alles zit onder de modder en we proberen de camper zo goed mogelijk schoon te maken, want hier moeten we wel in en omheen leven. We parkeren onze auto’s bij “Behind the Pines”, een groot grasveld waar een klein toiletgebouw bij hoort en door middel van een donatie mag je hier overnachten.

We zijn de enigen die hier staan en nadat de camper weer een beetje toonbaar is wordt de luifel met zijwanden weer opgebouwd, zodat we redelijk beschut zitten voor de wind en de regen. We vermaken ons weer met een spelletje en een mooi boek en al die tijd tikt de regen op het dak !!

Verslag 71

Er was voor vandaag slecht weer voorspeld, maar we hebben maar enkele keren een beetje motregen gehad, dus dat viel erg mee. Wél is het heel benauwd, de temperatuur is alweer opgelopen naar bijna dertig graden en met al dat vocht in de lucht is het zweten !!

We gaan vanmorgen eerst op zoek naar de Kalpowar tunnels, waar in het verleden treinen doorheen reden, maar om er te komen moeten we eerst weer over onverharde, modderige wegen rijden, zodat de auto’s wéér erg vies worden.

Eenmaal aangekomen wandelen we door vier tunnels, soms met de zaklamp aan, waardoor we ook de vlinders spotten die er leven, waarna we teruglopen naar de auto’s.

Vervolgens rijden we naar Monto waar ook weer een Historical Centre is en gaan daarna door  naar Cania Gorge N.P..

\Hier boeken we twee nachten bij Cania Gorge Tourist Retreat, een leuke kampplaats tegen het Nationale Park aan gelegen, vanwaar je diverse wandelingen kunt maken.

Omdat ik veel vochtige handdoeken en kleding heb gebruik ik daar eerst een wasmachine en vervolgens een droger. Ook moet er weer een heleboel modder van de camper geschraapt worden !

We maken alvast één (heel) korte wandeling naar “Big Foot” en koelen vervolgens af in het zwembad(je) van de camping.

Tegen vieren worden hier dagelijks parkieten gevoerd en ze komen dan ook in grote getale op de vaste plek af, erg leuk om te zien.

Tegen de avond gaat de barbecue weer eens aan en ook mogen we hier een kampvuur maken, het bevalt ons hier prima !

Verslag 72

Vanaf de kampplaats kun je lopend naar een parkeerplaats vanwaar allerlei wandelingen starten, je hebt dan al wel ruim een kilometer afgelegd. Dus rond tienen vanmorgen zijn we begonnen aan een lange wandeling met als doel: Dripping Rock en vervolgens the Overhang.

Tegen de tijd dat we bij de parkeerplaats aankomen hebben we alle drie al een natte rug, zo vochtig en benauwd is het. 

Maar de trip is mooi en afwisselend en we plakken er zelfs nog een volgende wandeling aanvast naar de Dragon Cave.

Tegen de tijd dat we terug zijn op de camping, drie uur later, hebben we bijna elf kilometer afgelegd en zijn onze kleren doorweekt dus zoeken we eerst verkoeling in het zwembad. Weer gebruik ik de wasmachine en de droger want de lucht is zo vochtig dat ik de kleding en handdoeken anders nooit droog krijg.

Na de middag begint het ook nog te regenen en dit blijft zo tot we gaan slapen. Gelukkig kunnen we goed buiten zitten en heeft dat getik op de luifel ook wel wat, maar een kampvuur zit er vanavond niet in !!

Verslag 73

(We krijgen vanmorgen al vroeg bezoek !)

Na een hele nacht met veel regen was het vanmorgen nog steeds druilerig weer dus besluiten we verder te trekken, we hadden nog enkele wandelingen kunnen maken, maar daar zien we nu van af. We rijden nog even naar de Cania Dam, maar dit stuwmeertje is niet echt geschikt om in te zwemmen, meer om met een bootje op te varen.

Daarna volgt een lange rit richting Rockhampton, maar in Biloela bezoeken we eerst een wasstraat om de auto’s van al de modder, opgedaan tijdens de lange gravelrit enkele dagen terug, te ontdoen.

We zijn nog maar net zo’n twintig kilometer weer op weg wanneer we door een diepe modderplas rijden, die niet van te voren aangekondigd wordt, waardoor vooral de camper tot op het dak weer vol bruine spetters zit, dat wordt dus weer poetsen ! Daarna houden we maar meteen lunchpauze uitkijkend op enkele oude voertuigen.

Wanneer we tegen half vier bij het infocentrum in Rockhampton, dé stad waar runderen verhandeld worden,  binnenstappen om te vragen wanneer er een rodeo is, krijgen we te horen dat hier drie dagen lang een festival is met oude raceauto’s en dat het gigantisch druk wordt, wegwezen dus ! We rijden ruim vijfentwintig kilometer door naar “Take-A-Break Bush Camp” in Nankin, een simpele kampplaats waar we uitkijken op een meertje.

Helaas begint het ook hier ’s avonds weer te regenen !

Verslag 74

We hebben vanmorgen een anderhalf uur durende rondleiding gehad bij Koorana Crocodile Farm, al geopend in 1981 als de eerste commerciële krokodillen “boerderij” in Queensland. Toentertijd werden in het wild levende krokodillen gevangen, die een gevaar vormden voor de mensen en kregen bij de farm een nieuwe leefplek in plaats van dood geschoten te worden. Zo hebben ze zo’n honderd krokodillen gered en gebruikt om er jonkies mee fokken, zodat ze niet met uitsterven bedreigd worden. 

We krijgen uitgebreid uitleg over het broedproces en zien zelfs een jonkie uit het ei komen, iets wat echt niet bij elke toer gebeurt. 

Natuurlijk worden ze gevoerd tijdens de rondleiding en springen ze omhoog, ook is er gelegenheid een jonge “krok” vast te houden, wat Dennis ook doet. 

Na afloop eten we in het restaurant een maaltijd met krokodillenvlees, een beetje een combinatie van kip en varkensvlees maar dan wat steviger, het smaakt prima !

We gaan naar de Capricorn Coast waar vandaag een stevige wind staat, wel is het de hele dag zo goed als droog.

Het is Goede Vrijdag, wat betekent dat iedereen vrij is, met aansluitend de Paasdagen, het is dan ook overal flink druk. Wij komen op een camping terecht (Capricorn Yeppoon Holiday Park) waar nog net een plekje vrij is, maar natuurlijk lang niet zo mooi als dat we gewend zijn.  Wél kan Dennis hier afkoelen in het zwembad, kunnen we douchen en is er “livemuziek”.

Het was eigenlijk de bedoeling morgen te gaan snorkelen bij Great Keppel Island, maar met het onstabiele weer en de harde wind zien we er vanaf, de mannen zijn nogal gauw zeeziek en zien de boottocht nu niet zitten ! Voor de komende dagen zal het wel zoeken worden naar een overnachtingsplaats, maar hopelijk vinden we dan een  plek meer in de natuur !

Verslag 75

Na een onrustige nacht vol harde windvlagen en enkele regenbuien is het vanmorgen gelukkig weer opgeklaard al loopt de temperatuur weer snel op naar rond de dertig graden. Op weg naar een supermarkt in Yeppoon rijden we langs Wreckpoint Lookout waar net een paraglider wil opstijgen. Het is mooi om te zien, maar hij houdt het nog geen tien minuten vol met de harde wind die uit zee komt.

Na een bezoek aan Coles rijden we richting Byfield N.P., een prachtig heuvelachtig, bosrijk gebied waar enkele riviertjes doorheen stromen.

We stoppen bij Upper Stoney Creek, een leuke kampplaats aan de gelijknamige rivier waar hele gezinnen zich in het  stromende, ondiepe water vermaken.

Helaas zijn de veertien plekken van de campsite allemaal volgeboekt wat te verwachten was in het Paasweekend. Zo’n twintig kilometer verderop is nog wel een plek vrij bij Water Park Creek in het Byfield State Forest, dus hier zetten we onze “huisjes” neer.

Er stroomt hier ook een riviertje maar deze is niet geschikt om in te zwemmen, maar onze plek is in ieder geval tien keer beter die van afgelopen nacht: veel goedkoper, we staan weer in de natuur én we mogen hier een kampvuur maken, wat we ook zeker gaan doen !!

Verslag 76

Gisteravond hebben we nog tot over elven gezellig bij het kampvuur gezeten met boven ons een heldere hemel vol sterren.

’s Nachts begon het echter te regenen en dat deed het vanmorgen nog, alles is weer één grote blubberzooi ! Gelukkig is het tegen de tijd dat we ontbijten weer droog, we verorberen een extra gekookt ei én enkele chocolade eitjes, het is immers Pasen !

Wanneer we de kampplek verlaten en weer langs de rivier rijden zien we dat er nu mensen in het water zijn, ook bij Red Rock, een kampplaats iets verderop, wordt gezwommen ondanks de borden dat er krokodillen kunnen zitten. We rijden weer terug naar de hoofdweg en wanneer we daar aankomen zien we dat we maar dertien kilometer verwijderd zijn van Rockhampton, waar we drie dagen terug even waren. Zo duurt het nog wel even voor we in Cairns zijn !! Aan het eind van de morgen houden we halt bij Capricorn Caves waar we de “Cathedral Cave” toer van twaalf uur nemen.

We hoeven hier niet af te dalen en ook zien we geen stalactieten, het blijkt hier om een aantal grotten boven de grond te gaan waar we doorheen lopen en leuke uitleg over krijgen.

We komen uit bij een grot (Cathedral Cave) waar regelmatig huwelijken voltrokken worden, we horen de prachtige akoestiek wanneer er het mooie muzieknummer “Halleluja” wordt afgespeeld  en hebben zo toch nog een beetje het “paasgevoel” !

Na de lunch gaan we kilometers maken en rijden door tot Carmilla Beach waar we tegen half vijf aankomen.

Natuurlijk is het hier helemaal vol met kampeerders, maar we vinden toch nog een plekje om te gaan staan. We houden “happy hour” met uitzicht op zee tot het rond zessen plotseling volop begint te druppen en we ons terug moeten trekken onder onze luifel.

In de loop van de avond gaat het ineens hard waaien dus een kampvuur zit er nu niet in, maar met een spelletje vermaken we ons ook prima !

Verslag 77

Het is Tweede Paasdag, wat inhoudt dat voor de meeste mensen het lange weekend ten einde is en ze weer richting huis gaan. We lopen rond over de kampplaats en zien dat ook hier bij Carmilla Beach overal druk wordt ingepakt en dat er mooie plekjes vrijkomen. Wij hebben onze spulletjes ingepakt en tegen half twaalf staan we op een nieuwe prachtige plek met uitzicht op zee.

Wim en ik maken een wandeling over het strand en door het ondiepe water waar het soms ineens heel modderig is !

Omdat we nog elf dagen hebben om in Cairns te komen besluiten we hier twee dagen te blijven staan: het is zo’n idyllische plek, er komt een verkoelend windje uit zee, we hebben genoeg eten en drinken voor de komende dagen in huis en het weer is stabieler geworden, er is geen drup regen gevallen vandaag  ! 

Verslag 78

Gisteravond ging de wind ineens liggen en konden we een kampvuurtje maken, we hebben uren bij de vlammen gezeten met boven ons een hemel vol fonkelende sterren !

(Om half zeven vanmorgen ben ik gauw naar buiten gelopen om de opkomende zon te vereeuwigen !)

We hebben er een luie dag van gemaakt: veel gelezen en twee potjes Carcassonne gedaan, de mannen nog even gekortwiekt en vervolgens de haren gewassen en tegen half vijf nog een korte strandwandeling gemaakt, waar we wéér wegzakken in de blub !

We genieten van het prachtige uitzicht op zee en van de prima temperatuur met verkoelende wind erbij, echt een heerlijke relaxte dag !!

Verslag 79

Gisteravond kwam er een busje aanrijden op zoek naar een plek dichtbij zee, helaas kwam deze vast te zitten in het zachte zand. We hebben onze schep nog meegegeven maar dat was niet afdoende. Vanmorgen zagen we pas hoe scheef ze de hele nacht gestaan hebben. Gelukkig was er op de kampplaats iemand met een sterke wagen die ze eruit getrokken heeft, dit zal ze geen tweede keer gebeuren !

We rijden verder in noordelijke richting en stoppen bij ” Sarina Sugar Shed” waar je een rondleiding kunt krijgen door de suikerrietfabriek en allerlei producten kunt proeven. Helaas duurt het nog wel even voor de volgende toer begint en ondertussen zien we op een film al hoe het hele proces werkt, dus slaan we de rondleiding maar over.

We horen daar een bekend geluid, het blijkt dat hier ook bomen vol met vleermuizen zijn, net zoals we enkele weken terug gezien en gehoord hebben !

In de plaats Hay Point rijden we naar een “viewing platform”, hiervandaan zien we één van de grootste havens ter wereld vanwaar kolen geëxporteerd worden. Met treinen vol komen de kolen hier aan om vervolgens verscheept te worden naar allerlei plekken over de aardbol.

Daarna  gaan we naar Mackay waar we tegen etenstijd aankomen bij Bluewater Lagoon, een prachtig buiten zwembad waar je gratis in mag. We combineren onze lunchpauze met een verfrissende duik in de pool,

waarna we op weg gaan naar onze volgende overnachtingsplek: Jarravale bij de plaats Marian.

Behalve kamperen kun je hier allerlei dieren bekijken, waarvan er sommige ook loslopen. We zien onder andere alpaca’s, emoes, geitjes en varkens.

(Deze kaketoe is al vijftig jaar oud !)

We staan rondom tussen de suikerrietvelden en hebben gelukkig schaduw van een grote boom, want het is natuurlijk weer knap benauwd en de zon doet ook aardig z’n best. Vanavond horen we niet het geruis van de golven, zoals de afgelopen dagen, maar het geluid van krekels en kikkers !

Verslag 80

We zijn vanmorgen eerst naar Cape Hillsborough N.P. gereden waar we een mooie wandeling over het strand en vervolgens naar Twin Beaches lookout hebben gemaakt.

Een eindje verderop ligt de plaats Seaforth waar een net in zee ligt zodat je veilig kunt zwemmen zonder last te hebben van kwalletjes of krokodillen. Helaas is het momenteel verboden er gebruik van te maken, iets wat bij eb ook weinig zin heeft.

We rijden verder naar Yalboroo waar we rond enen aankomen. Hier bevindt zich een prachtige plek om veilig te zwemmen in een rivier, iets wat we dan ook alle drie doen.

Nadat we genoeg afgekoeld zijn gaan we naar Proserpine om onze voorraden aan te vullen, waarna we doorrijden naar Lake Proserpine waar we tegen half vijf aankomen.

Hier staan we nu aan het meer en hebben zowaar weer een zonsondergang !

Verslag 81

(Ons vijfendertigste kampvuur !)

Vanmorgen werden we wakker met gespetter, harde wind en veel bewolking, maar al snel klaart het op en wordt het weer heel benauwd, het beste kan je nu in de auto zitten en kilometers maken ! We rijden richting Bowen en houden af en toe halt om de kust te bekijken, onder andere bij Flagstaff Hill.

Tegen enen arriveren we bij Funny Dunny Park, een simpele kampplek bij Wunjunga, maar om er te komen rijden we door een prachtig moerassig natuurgebied waar veel vogels huizen.

Na de lunch lopen we nog even naar zee waar het nu eb is en broeierig warm, dus trekken we ons terug in de schaduw van de camper met een boek en een spelletje.

Tegen de avond kloven de mannen (gekocht !) hout zodat we weer een vuurtje kunnen stoken, dit keer is het om de insecten te weren, want het krioelt er hier van !!  

Verslag 82

(De naam van de kampplaats is vernoemd naar het grappige toiletgebouwtje !)

Omdat rondom Funny Dunny moeras is zijn er veel midgies en muggetjes aanwezig, vanmorgen zagen we dat we onder de rode bultjes zitten die flink jeuken, tijd om verder te trekken !! Weer komen we langs het mooie natuurgebied waar allerlei vogels leven.

We rijden weer door in noordelijke richting, een korte stop makend bij Home Hill waar een beeld van twee suikerrietsnijders staat (Hand Cane Cutters !) en een Aboriginal.

Ook in de plaats Ayr is een “Big Thing” te zien namelijk een grote slang.

We gaan verder naar Townsville waar we rond de middag aankomen, net als drie dagen terug houden we lunchpauze bij een zwembad (Riverway Lagoons) al is het water niet echt verkoelend.

We kwamen hier bij toeval terecht omdat we schildpadjes wilden zien die in de Ross River zwemmen.

Daarna rijden we door naar Balgal Beach Camp Ground, een gratis plek aan zee waar we al diverse keren gestaan hebben. We kunnen onze auto’s kwijt op een schaduwrijke plek die we ook echt nodig hebben, want het is gigantisch warm met een hoge luchtvochtigheid, maar dat kun je verwachten rond deze tijd in Queensland !

We doen een spelletje, bekijken de omgeving en zitten lange tijd aan het strand waar nog een beetje wind uit zee komt.

Helaas blijken ook hier enkele midgies te zitten dus komen er nog meer bultjes bij !!

Verslag 83

Het kwik bleef vannacht steken bij zevenentwintig graden zodat we zelfs zonder laken over ons heen geslapen hebben. Ik had goed gespoten met insectenspray maar toch zitten we vanmorgen vol met nieuwe bultjes van de midgies (ze komen blijkbaar overal doorheen !), die ontzettend jeuken. Omdat we nog maar twee honderd vijftig  kilometer van Cairns af zitten blijven we hier nog een dagje staan,we vliegen pas vrijdag naar huis. We staan hier goed: je kunt de zee in (er is een net dat je beschermd tegen krokodillen en kwalletjes), er is een koude douche, een toilet, drinkwater, vuilnisbakken, een barbecue en de omgeving is mooi. Dennis gaat al vroeg met vloed de zee in voordat het water zich terugtrekt, ook is er gelukkig een verkoelend windje.

Ik doe een wasje en enkele klusjes en verder  maken we er een rustige zondag van.

Tegen de avond maken we gebruik van de barbecue, iets wat je overal in Australië gratis kunt doen.

Helaas valt vanavond de wind weer weg waardoor het erg benauwd wordt: we gaan weer een broeierige nacht tegemoet !!

Verslag 84

Na, zoals verwacht, weer een klamme nacht verlaten we Balgal Beach om verder richting onze eindbestemming te gaan. We mogen trouwens niet klagen over het weer, want we hebben nu al dagen geen regen meer gehad, terwijl hier de afgelopen maanden gigantisch veel water gevallen is. We zien al geruime tijd veel suikerrietvelden, maar nu ook bananenplantages, mangobomen en velden vol ananas.

We stoppen  bij een uitkijkpunt vanwaar je Hinchinbrook Island kunt zien, dit eiland is alleen lopend of zwemmend te verkennen, auto’s komen hier niet.

Tegen elven is het alweer rond de dertig graden dus zijn we blij dat we in de buurt van Cardwell  zijn waar je kunt zwemmen in Attie Creek.

We verblijven een half uurtje in de verkoelende pool waarna we weer opgefrist verder kunnen.

We lunchen aan het strand bij South Mission Beach en rijden dan door naar onze volgende overnachtingsplaats: Bingil Bay, een prachtige kampplaats pal aan zee waar Wim en ik al vaker geweest zijn.

Er zijn maar acht plekken om op te staan en gelukkig zijn er nog enkele vrij en kunnen we hier twee nachten blijven.

We lopen via het strand naar een klein riviertje dat uitkomt in zee en voor de tweede keer vandaag dompelen we ons onder in het verkoelende water, al kun je hier niet zwemmen, daar is het te ondiep voor.

Weer horen we het geluid van de rollende golven tegen het strand, dat gaan we straks wel missen wanneer we in Holland terug zijn ! 

Verslag 85

Op het prachtige plekje waar we nu staan is veel schaduw, ideaal om alvast wat schoonmaakwerkzaamheden te doen. Het komt er op neer dat we alle drie uren aan het poetsen zijn: de auto waar Dennis al die tijd in gereden heeft wordt morgen (hopelijk) verkocht dus die moet er wel schoon uit zien.

De camper zit onder de dode insecten en andere viezigheid en ook de gordijntjes konden wel een wasbeurt gebruiken.

Pas tegen de middag stoppen we met reinigen, al is Dennis tussendoor al wel de zee in geweest !

We zoeken verkoeling in het stromende riviertje en onder de koude douche,waarna het weer tijd is voor een spelletje Carcassonne. Natuurlijk hebben we ook oog voor de schitterende omgeving en beseffen we dat we ontzettend boffen met het prachtige weer: al weken hebben we geen vest meer aangehad en is het eerder te heet dan te koud.

Wel zijn door dit weer de insecten extra actief, maar zolang we ons goed insprayen hebben we weinig last, we hebben echter al zoveel bultjes dat er ook haast geen plek meer is voor nieuwe !!

Verslag 86

Een nadeel is, wanneer je op een kampplaats staat die volledig in de schaduw ligt, dat de zonnepanelen hun werk niet kunnen doen, het was vanmorgen dan ook de eerste keer in tien jaar tijd dat onze koelkast in de camper ermee stopte vanwege een lege accu ! Gelukkig start deze gelijk weer op zodra we gaan rijden en dat was toch de bedoeling: we gaan eerst naar Etty Bay waar je óók kunt kamperen aan het strand.

Daar aangekomen zijn we blij dat we twee nachten op Bingil Bay gestaan hebben, de kampplaats Etty Bay, zoals wij deze in herinnering hadden, is erg veranderd en we hadden daar pal in de zon gestaan (wél ideaal voor de zonnepanelen !) De plek is vooral bekend omdat hier casuaries rondlopen en net voor we weer willen vertrekken komt er één heel rustig aangewandeld, duidelijk gewend aan mensen.

Voorbij Innisfail (Babinda) stoppen we bij een rivier waar diverse keren zoutwater krokodillen in het wild gespot zijn, helaas (of misschien ook niet !) is er nu geen te ontdekken.

In Gordonvale zien we ineens een “carwash” en nadat we daar onze auto’s helemaal schoongespoeld en droog gepoetst hebben rijden we door naar Cairns waar we de Nissan X-trail willen verkopen.

We starten bij Cairns Car Brokers waar we twee maanden terug langs zijn geweest toen we bij Clary en Rob waren. Ze bekijken de auto maar vinden deze niet goed genoeg om te kopen, wél krijgen we enkele andere adressen waar ze misschien interesse hebben. De tweede opkoper heeft net veertig auto’s gekocht en zit helemaal vol (als we hem niet kwijtraken wil hij hem voor vijf honderd dollar wel overnemen !), maar bij Car & 4WD Centre zijn ze ineens zo enthousiast dat ze onze auto gegarandeerd kopen voor een prijs tussen de drie en een half duizend en vijf duizend dollar, het exacte bedrag horen we overmorgen wanneer we de auto inleveren !

Na dit goede bericht rijden we nog even langs de stalling (Big Blue Self Storage) waar onze camper de aankomende maanden zal staan. Hier tegenover is een garage (Northern Mechanical) en daar maken we een afspraak voor onderhoud aan onze camper, zodat we volgend jaar weer zonder problemen kunnen starten aan onze achttiende reis door Australië. Pas tegen half vijf komen we aan bij Ellis Beach Oceanfront Holiday Park, hier hadden we in Holland al een plek geboekt voor de laatste twee dagen van onze trip.

We staan ook echt pal aan zee en zitten, nadat we afgekoeld zijn in het zwembad, niet veel later met onze voeten in het zand te genieten van het uitzicht.

Er komt een verkoelende wind uit zee en met het geluid van de rollende golven weet ik zeker dat we heerlijk zullen slapen !

Verslag 87

(Vanmorgen rond zes uur !)

We hadden vandaag ideaal weer voor onze schoonmaakwerkzaamheden: het is droog, de zon schijnt volop en er waait een stevige wind uit zee. De handdoeken en het beddengoed zijn in no time droog en alle bakken en kastjes zijn nagekeken en schoongemaakt. Wim had de buitendouche weer opgebouwd en de mannen gaan er regelmatig even onderstaan, ze zijn dan ook aardig verkleurd vandaag !

We laten diverse kookattributen achter bij de kampkeuken en ook maken we de schoonmakers blij met allerlei kampeerspullen, de auto van Dennis moet leeg en we kunnen niet alles mee naar huis nemen ! Tegen half twee zijn de koffers gepakt en is de auto gestript, nu nog even genieten voor we weer naar huis gaan. Wim begint al vroeg met de bereiding van de avondmaaltijd zodat we bij licht kunnen eten met uitzicht op zee, wél moet hij goed rekening houden met de harde wind.

Voor morgen is er ook nog prima weer voorspeld, maar daarna komt er een lange periode met veel regen, zoals ze hier dit jaar al heel veel gehad hebben, wat hebben wij toch ontzettend geboft !!

Verslag 88

Onze mooie reis door Australië zit er weer op. We zijn nog tot half één op de camping gebleven en hadden zo mooi de tijd om de laatste klusjes te doen, zoals de jerrycans en de koelkast leeg en schoonmaken. Er staat veel minder wind dan gisteren waardoor het goed heet is en we alle drie nog even een koude douche nemen voor we gaan. In Smithfield leveren we de camper af waarna we doorrijden naar Cairns voor de verkoop van de auto. Alles verloopt voorspoedig en we beuren vier duizend dollar voor de Nissan, waarna we naar de luchthaven worden gebracht.

Nu wordt het zitten, wachten, vliegen, overstappen in Singapore en door naar Amsterdam waar we morgenvroeg rond zeven uur Nederlandse tijd hopen aan te komen.

We hebben deze trip ruim tien duizend kilometer gereden en weer veel nieuwe dingen gezien, maar ook oude plekjes herontdekt. Zes en dertig keer hebben we rond het kampvuur gezeten en de meeste tijd was het weer zonnig en warm. Voor Dennis was het de laatste keer in Australië, maar in totaal heeft hij hier een jaar rondgetrokken. Wim en ik komen volgend jaar januari gewoon weer terug, het blijft ons favoriete land om te reizen, er blijft nog genoeg nieuws te bekijken !

2023 Met 4 campers door de Balkan

Verslag 1

We gaan weer op reis met onze vrienden Cas en Anja, Roel en Janna én Jan en José. Het laatste koppel hebben we al een jaar niet gezien en we kijken er naar uit ze weer te ontmoeten. Met de andere twee stellen hebben we in juli nog enkele gezellige dagen doorgebracht bij ’t Mun in Appeltern.

We zijn zelfs op de fiets naar Grave en Cuijk gereden om wat van de Nijmeegse-vierdaagse mee te krijgen en zagen daar duizenden wandelaars die veertig of vijftig kilometer per dag afleggen: wat een prestatie en wat een enorm leuke sfeer heerst er rond dit evenement !

Oorspronkelijk zouden we een trip door Slovenië gaan maken, maar vanwege hevige regen en aardverschuivingen daar enkele weken terug, gaan we nu diverse andere Balkan landen doorkruisen, al zien we nog wel een gedeelte van Slovenië. We hebben er zin in en het wordt zeker weten weer een heel leuke tijd !

Vanmorgen (dinsdag 29 augustus) zijn we rond elven vertrokken uit Dodewaard om tegen half drie aan te komen in Warstein (zu Hause im Waldpark), waar de anderen al gearriveerd zijn. Het weerzien is weer als vanouds en de stemming zit er gelijk goed in.

Tot zeven uur zitten we buiten te borrelen, daarna wordt het te fris en duikt ieder z’n eigen camper in, ….we gaan weer heel gezellige weken tegemoet met onze vrienden !!

Verslag 2

We zijn natuurlijk niet zonder reden naar Warstein in Sauerland gereden: 2,5 kilometer ten zuiden van de plaats bevindt zich de Warsteiner Brauerei, al opgericht in 1753 en inmiddels behorend tot de top-40 van grootste brouwerijen in de wereld met een jaarlijkse productie van 4,56 miljoen hectoliter bier.

We hebben hier vanmorgen eerst een film bekeken, waarna we met een bus over het terrein en door de fabriek gereden zijn, waar we uitleg kregen over het hele bierproces.

Nadien konden we nog diverse biertjes proeven, waardoor we besloten om nog een nacht op dezelfde plaats te blijven kamperen.

(Een heel apart heren toilet, drank inname zonder statiegeld  !)

Jan heeft een nieuwe elektrische step, die iedereen wel even wil uitproberen !

Tegen de avond wandelen we gezamenlijk, met inmiddels regenachtig weer, naar het vlakbij gelegen restaurant Plückers Hoff, waar ze  prima eten serveren en waar we met z’n allen warm en droog kunnen zitten !

Het weer is een beetje instabiel en het koelt vannacht af naar negen graden, maar de voorspellingen zijn goed, over enkele dagen lopen we weer in hemdje en  korte broek !

Verslag 3

We hebben vandaag drie honderd negentig kilometer af te leggen voor we bij onze volgende overnachtingsplek zijn, maar we willen natuurlijk nog wel wat zien onderweg. We zetten de TomTom op “snelwegen vermijden” en rijden zo naar de mooie plaats Hann-Münden, waar meer dan zevenhonderd oude vakwerkhuizen staan. Hier komen we rond het middaguur aan en lopend verkennen we de oude binnenstad met z’n prachtige Rathaus.

Nadien nemen we toch de snelweg want anders komen we wel erg laat op de plek van bestemming: Grimma (iets voorbij Leipzig) aan.

Rond “happy hour” parkeren we onze camper op een soort parkeerplaats (Caravanplatz Grimma) en even later komen ook de anderen aan, waarna we tot half acht buiten in het zonnetje kunnen zitten, ondertussen de planning van morgen doornemend. Het gaat weer net als tijdens voorgaande reizen: heel ongedwongen en erg gezellig !

Verslag 4

Op de route naar Praag, dat we morgen gaan bezichtigen, ligt de stad Dresden, die in februari 1945 bijna totaal verwoest werd door geallieerde bommenwerpers. Ook volgde er nog een overstroming in 2002, waarna opnieuw gepoogd werd de historische binnenstad in zijn oude staat terug te brengen. Zo’n vijftien jaar terug zijn we in Dresden geweest, dus tijd voor een hernieuwde kennismaking.

We zien de Frauenkirche, de Sächsische Staatsoper en we wilden de Zwinger bekijken, die we vorige keer gemist hadden.

Deze wordt echter gerestaureerd en is van binnen één grote bouwput. Toch kan je nog wel zien hoe mooi het hoort te zijn.

(Wie zet er nu z’n fiets voor zo’n mooie fontein: Cas en Anja !?!?!?!)

Wij hebben de stad natuurlijk binnen twee uur bekeken en rijden daarna via allerlei binnenwegen naar de volgende kampplaats. Zodra we de grens met Tsjechië over zijn ziet alles er wat armoediger uit: de huizen kunnen wel een lik verf gebruiken en in de wegen zitten gaten waar je echt omheen moet rijden.

Na een koffiestop onderweg komen we tegen half zes aan bij Triocamp dichtbij Praag, waar we mooi bij elkaar kunnen staan. Er zit een restaurant bij de kampplaats dus er wordt weer niet gekookt vanavond !

Verslag 5

We hebben vandaag Praag, de hoofdstad van Tsjechië, bekeken gebruik makend van het openbaar vervoer. Dit is hier prima geregeld: er is een breed netwerk van bussen, trams en metro’s, bovendien is het voor personen boven de vijfenzestig gratis.

Rond elven stonden we op het Plein Oude Stad (Staromestské nâmêsti) met rondom ons vele historische gebouwen.

Wij waren niet de enigen, het is er gigantisch druk: het is weekend en nog schoolvakantie, maar waarschijnlijk zijn er altijd wel veel toeristen in Praag.

Nadat we er diverse kerken, gebouwen en natuurlijk het stadshuis Oude Stad met z’n astronomische klok (van buiten) hebben bekeken, steken we de rivier Moldau over om de bekende Burcht met z’n paleis, klooster en drie kerken te bewonderen.

Het is een gigantisch complex met een wirwar van straatjes die allemaal schuin lopen.

Ook kijk je vanaf hier prachtig op de lager gelegen stad.

Natuurlijk moet er ook voor de inwendige mens gezorgd worden en we strijken neer bij een gezellig Italiaans restaurantje waar vanzelfsprekend de “pivo” niet mag ontbreken.

(De hoorntjes voor het ijs worden ter plekke handgemaakt !)

Wanneer we nadien weer helemaal beneden zijn bij de rivier gaan we deze over via de beroemde Karelsbrug, het bekendste monument van Praag, gebouwd in 1357 voor Karel IV.

Er staan allerlei beelden op de brug en het uitzicht op de Moldau is er prachtig.

Natuurlijk kun je er over de koppen lopen en barst het er van de portrettekenaars en souvenirverkopers.

Nadat we nog even één van de vele kerken binnengelopen zijn gaan we op zoek naar de tram met het juiste nummer, dat ons terug brengt richting de kampplaats.

Na nog een rit met de bus komen we tegen vijven weer uit vlakbij onze camping waar we allemaal een luie stoel opzoeken en nog lange tijd van de zon genieten. Tegen zevenen gaan we bij elkaar zitten want Jan gaat patat bakken voor de groep. Natuurlijk loopt dit uit en zitten we nog tot donker gezellig bij elkaar, …we raken nooit uitgepraat !!

Verslag 6

Vandaag (zondag 3 september) hebben we een reisdag, namelijk van Praag naar Wenen. Omdat wij geen tolvignet hebben van zowel Tsjechië als van Oostenrijk gaan we helemaal over secundaire wegen en duurt het wat langer voor je op de plaats van bestemming bent, wél is het veel mooier rijden en daar gaat het ons om ! We komen door leuke dorpjes, langs mooie meertjes en slingeren door het heuvelachtige landschap van Tsjechië.

Net na de middag gaat we de grens over naar Oostenrijk maar voor die tijd hebben we onze tank volgegooid, want de diesel is hier zo’n dertig cent (1,52 euro) voordeliger dan in Nederland en Duitsland. (In Oostenrijk betaal je 1,75 voor een liter diesel !).

Het oosten van Oostenrijk is helaas vrij vlak, pas vlak voor Wenen rijden we door het Wienerwald en wordt het heuvelachtiger. Tegen vijven hebben we drie honderd veertig kilometer afgelegd en komen we aan op camping Wien, geen al te luxe kampplaats maar wel dicht bij de stad. We hebben veel uren in de auto doorgebracht dus ga ik, samen met Cas en Anja badmintonnen, het gaat er best fanatiek aan toe !

Tegen zessen is iedereen gearriveerd en zitten we geruime tijd samen om de planning van morgen door te nemen, tot een regenbui roet in het eten gooit en ieder verdwijnt in z’n eigen camper !

Verslag 7

We hebben vandaag fietsend de hoogtepunten van Wenen bekeken, een ideale manier om de stad te zien want de bezienswaardigheden liggen wel een eindje uit elkaar en openbaar vervoer is hier minder goed geregeld dan in Praag.

We zijn begonnen bij Belvedere, het zomerverblijf van prins Eugenius van Savoye, waar we alleen de buitenkant en de tuinen  met z’n vele fonteinen hebben bekeken.

Nadat we langs het Heldendenkmal der Roten Armee zijn gereden komen we bij het Stadtpark waar het vaak gefotografeerde  vergulde standbeeld staat van de koning van de wals: Johann Strauss Junior.

Dan fietsen we naar de Kathedraal in het hart van Wenen: Stephansdom met z’n opvallende mozaïekdak en de honderd zevenendertig meter hoge gotische torenspits, het beroemdste herkenningspunt van de hoofdstad.

Hier zien we ook de eerste paardenkoetsen (Fiakers) waarvan we er later nog tientallen zien.

Tussen de middag eten we een broodje en Roel en Janna proberen de Weense Sachertorte, een machtig lekker gebakje.

Ook Mozart heeft zijn eigen park vlakbij het Hofburg-complex.

Ondertussen hebben we al zoveel mooie gebouwen gezien dat het haast te veel wordt. We rijden een stukje buiten het centrum naar het excentrieke Hundertwasser-Haus, dit is een blok met gemeentewoningen uit 1985 van de kunstenaar Friedensreich Hundertwasser, die elementen uit Moorse moskeeën gecombineerd heeft met kenmerken van Spaanse dorpen en Venetiaanse paleizen.

Ook het winkelcentrum ertegenover is erg interessant.

Als laatste fietsen we naar Schloss Schönbrunn, maar zien dit vanaf de Gloriette, een op de heuvel gebouwde zuilengalerij.

Ondertussen is het al tegen zessen en gaan we richting de camping, maar onderweg maken we nog een stop bij een leuk restaurant want we willen natuurlijk nog wel een originele Wiener schnitzel eten.

Deze smaakt uitstekend en met volle magen rijden we de laatste kilometers naar onze campers en hebben dan in totaal  twee en veertig kilometer fietsend afgelegd !

Verslag 8

Vandaag was echt een reisdag: omdat het programma aangepast is vanwege de overstromingen in Slovenië met als gevolg campings die gesloten zijn, rijden we van Wenen helemaal naar Zagreb. Een afstand van zo’n drie honderd zestig kilometer waarbij we ook nog eens de secundaire wegen nemen om tolwegen te vermijden !

We hadden ons dus allemaal een beetje verkeken op de afstand en de tijd en komen pas na ruim zeven uur rijden vermoeid aan op Camp Zagreb. Ook zijn we op één dag in vier verschillende landen geweest met ieder z’n eigen regels. Bij de ene moet je overdag verplicht dimlicht aan hebben, in het volgende land kan deze weer uit. Ook reden wij ineens in Hongarije en moesten we daar het reflecterende rood-wit gestreepte bord weer achterop plaatsen, omdat de fietsen meer dan veertig centimeter uitsteken ! Behalve in Oostenrijk en Hongarije rijden we ook nog een klein stukje door Slovenië voor we de grens over gaan naar Kroatië via de rivier Mura waar je nog kunt zien dat het water veel hoger is geweest door de vele regen.

Maar tegen zevenen zitten we allemaal weer bij elkaar met een hapje en een drankje om de belevenissen van vandaag en de planning van morgen door te nemen. En hoogstwaarschijnlijk ligt iedereen vanavond vroeg op bed !!

Verslag 9

Na de vermoeiende dag van gisteren doen we het vanmorgen kalm aan, toch gaan we aan het eind van de ochtend weer gezamenlijk op pad, want nu we in Zagreb zijn, willen we wel wat van de hoofdstad van Kroatië zien. Met de fiets rijden we naar het busstation om vandaar met bus en tram naar het centrum te gaan.

Zagreb bestaat uit twee gedeeltes: de bovenstad (Gornji Grad) en de benedenstad (Donji Grad), wij beperken ons tot het oude gedeelte, de bovenstad. Daar aangekomen zien we veel gebouwen ingepakt of met hekken eromheen, ook zijn er veel restauratiewerkzaamheden aan de gang. Het blijkt dat er op 22 maart 2020 een aardbeving is geweest van 6 op de schaal van Richter, waardoor veel gebouwen instabiel zijn en niet meer bezocht mogen worden. Toch zien we nog wel leuke, aparte dingen zoals de kleurvolle groentemarkt, de vishal en overal prachtige bronzen beelden.

We wandelen door de ondergrondse Gric tunnel, die in de Tweede Wereldoorlog dienst deed als schuilkelder en nu verschillende punten in de stad verbindt. 

We eten een hapje met uitzicht op de antieke kabeltram uit 1888 waarmee we later omhoog gaan.

We komen dan  uit bij de St. Marcus parochiekerk met op het dak het wapen van Kroatië, ook hier zijn ze bezig met restauraties.

Heel apart is de Stone Gate, een kapel met bankjes voor gelovigen waar je doorheen kunt lopen met op de muren allemaal grafstenen. 

Als laatste wandelen we door het leuke straatje Radiceva met z’n aparte winkeltjes en terrasjes.

Tegen vijven zijn we terug op de camping en zoeken daar de schaduw op want de temperatuur ligt vandaag rond de achtentwintig graden, maar ook in Holland zijn er tropische temperaturen en worden er records gebroken !

Verslag 10

Vandaag rijden we van Zagreb naar Jajce in Bosnië-Herzegovina, toch weer een afstand van een kleine drie honderd kilometer. Eerst is het landschap nog vlak, maar al snel wordt het heuvelachtig en hoe dichter we bij de grens komen hoe meer bergachtig, maar ook armoediger het wordt. Veel huizen zijn half afgebouwd of verlaten tijdens de oorlog eind twintigste eeuw. Bij de grensovergang krijgen we zowaar weer een stempel in ons paspoort, maar hoeven we gelukkig niet onze camper open te maken om te laten zien wat er in de koelkast zit (wat wel aangegeven stond bij de grens) !

Dan volgt een mooie rit door de bergen, soms over onverharde of slechte wegen, maar merendeels door kleine dorpjes waar het hout voor de komende winter al verzameld wordt.

Vanaf Banja Luka rijden we langs de rivier de “Vrbas”, soms op ooghoogte met steile rotswanden langs de weg en even later weer diep beneden ons.

Onderweg zien we nog een prachtige kerk vol bladgoud voor we het laatste stuk rijden naar de kampplaats Autocamp Plivsko Jazero.

Vlakbij de camping liggen in de Pliva rivier prachtige watermolentjes, die in het verleden gebruikt werden om met waterkracht tarwe of maïs tot meel te malen, nu zijn ze gerestaureerd en zijn alleen nog een toeristische attractie.

Tegen half zes is de hele groep weer gearriveerd en nodigen we ze uit voor een tajine-maaltijd, door Wim bereid. Dit resulteert in een uren durend gezellig samenzijn tot het te fris wordt en ieder verhuist naar z’n eigen huisje !

Verslag 11

Vanmorgen hebben we fietsend de omgeving van de stad Jajce verkend en deze is verbazingwekkend mooi.

Rondom zitten we in de bergen en overal zijn watervalletjes en meertjes.

Het water van de rivier Pliva stort bij de waterval zo’n twintig meter naar beneden en wanneer je dichtbij staat blijf je echt niet droog.

Op het hoogste punt van Jajce staat een middeleeuwse burcht (1391) waar je alleen klauterend naartoe kan, maar hier is het vandaag te warm voor.

We gaan nog een keer langs de watermolentjes, die gisteren alleen Wim en ik gezien hebben, de anderen kwamen via een andere kant bij de kampplaats aan.

In enkele huisjes kun je de oude molenstenen nog zien waarmee de tarwe en mais gemalen werd.

’s Middags relaxen we op de camping, maar tegen de avond pakken we onze fietsen nog een keer want je moet hier in de streek goed forel kunnen eten en vlakbij bevindt zich een prima restaurant gelegen aan een meertje !

Nadien zitten we nog tot kwart voor tienen bijeen op de camping, dan wordt het echt te fris en verhuist ieder naar z’n eigen huisje !

Verslag 12

Vandaag reizen we van Jajce naar Sarajevo, binnendoor zo’n honderd tachtig kilometer. De rit is prachtig en gaat grotendeels door de bergen.

Gisteren kregen we een tip van een Hollander op de camping dat er in de plaats Visoko dertig duizend jaar oude piramides gevonden zijn waar je, door middel van tunnels, naartoe kunt wandelen, ook zou de lucht binnen heilzaam zijn ! We stellen de Tomtom in en komen via een smal weggetje uit bij grote parkeerplaatsen waar het heel druk is met voornamelijk mensen uit Bosnië-Herzegovina.

Voor tien euro per persoon gaan we met een gids mee de tunnels in waar het zo’n twaalf graden is en krijgen we uitleg over de speciale lucht en aparte keramische stenen die elektromagnetisch zijn.

Wanneer we onze handen erboven houden kun je de energie voelen….dus niet !!

Je mag niet langer dan vijftig minuten in de tunnels blijven en kunt dan, als je wilt, na enkele uren én opnieuw betalen, weer terugkeren voor de heilzame lucht ! Wij zijn echter meer geïnteresseerd in de piramide zelf en moeten daarvoor nog drie kilometer verder rijden over een heel smalle, kronkelende weg waar we toevallig Jan en José met hun camper tegenkomen.

Ook Cas en Anja zijn op zoek naar de piramide maar uiteindelijk hebben we alleen een foto van een affiche van deze puntige berg !

Maar wél is de gehele groep over de kronkelige weggetjes en door de smalle straatjes in dorpjes gereden met als resultaat dat Roel en Janna hun bumper eraf hebben liggen en uren bezig zijn deze te laten repareren en dat op zaterdagmiddag ! 

De tip van die Hollander hadden we beter niet op kunnen volgen !!

Pas tegen half zeven arriveren Roel en Janna op de camping en is hun camper provisorisch gemaakt.

Na de gezamenlijke maaltijd zitten we met z’n allen nog uren bij elkaar, maar tegen tienen wordt het toch echt te koud en verhuizen we naar binnen !

Verslag 13

Onze reis door de Balkan heeft Cas helemaal uitgezocht en op papier gezet en ook de trip van vandaag: het bezichtigen van Sarajevo, heeft hij geregeld.

Na een korte wandeling komen we bij de metro die ons naar het centrum van de stad brengt,

hiervandaan nemen we eerst de kabelbaan om van bovenaf Sarajevo te bekijken, we bevinden ons dan op ruim elf honderd meter hoogte.

Eenmaal weer beneden struinen we rond in het oude Turks aandoende centrum met z’n klinkerstraatjes, moskeeën en kerken én natuurlijk de vele kleine winkeltjes !

We proeven er Cevapcici: brood gevuld met gegrilde vleesworstjes en stukjes rauwe ui en slenteren daarna door de smalle winkelstraten.

Na nog een biertje, erg lekker bij de dertig graden die we vandaag hebben, wandelen we langs het eeuwige vuur.

Deze is speciaal voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de oorlog van Sarajevo van 1992-1996. Bij de laatste zijn elf duizend inwoners van de stad omgekomen. Tijdens de Balkanoorlog zijn er totaal twee honderd duizend mensen uit Bosnië-Herzegovina vermoord en we zien dan ook overal veel oorlogsgraven onderweg.

Ook vanavond gaan we weer met z’n allen uit eten, de prijzen zijn hier heel redelijk  en niemand heeft zin om te koken !!

Verslag 14

We zijn vanmorgen eerst met z’n allen naar het dichtbij gelegen Tunnelmuseum gereden, ook wel de “Tunnel of Hope” genoemd. 

Tijdens de Balkanoorlog waren het vliegveld van Sarajevo en de stad door de troepen van het Joegoslavische leger volledig van de buitenwereld afgesloten. In 1993 is in vier maanden tijd een acht honderd meter lange tunnel, vijf meter onder het vliegveld door, gegraven om zo voedsel, wapens en medicijnen de stad in te smokkelen en gewonden daar weer uit.

Dagelijks gingen er gemiddeld vier duizend mensen door de tunnel en deze heeft het leven van drie honderd duizend mensen gered. …..Heel indrukwekkend om te bekijken.

Vervolgens zijn we na vijftig kilometer weer gestopt bij een restaurantje aan de rivier Neretva, waar we samen met Janna, Roel, Anja en Cas koffie met zoete baklava genuttigd hebben.

Iets verderop bij het dorp Jablanica staan aan de rivier diverse restaurants waar ze lam aan het spit klaarmaken, het is overal gigantisch druk, blijkbaar is het een geliefd gerecht !

Daarna volgt nog een mooie rit dwars door de bergen met als einddoel Autocamp Blagaj, waar we een mooie plek in de schaduw krijgen, wat heerlijk is met een temperatuur van ruim dertig graden ! 

We hebben nog nooit zo’n kampplaats meegemaakt: bij aankomst krijgen we een fles wijn en nadat we alle acht gearriveerd zijn serveren ze ons een “welkomstdrankje” met daarbij een schaal vol vers fruit en voor ieder een stuk baklava.

Dit consumeren we pal aan het water en nadien bestellen we nog een maaltijd met een wijntje en weer verbazen we ons erover dat we zo weinig hoeven af te rekenen……….morgenavond zitten we weer aan de rivier te dineren ! 

(We zien een ijsvogeltje op een tak en lange tijd proberen we deze te fotograferen, wat niet meevalt !)

Verslag 15

Vanmorgen zijn we met twee taxi’s vanaf de camping naar Mostar gereden en om tien uur stonden we al in het centrum van de stad.

Het bekendst is hier natuurlijk de “Stari Most” de oude brug uit 1566, een meesterwerk van barokke Ottomaanse architectuur. Helaas is deze, tijdens de Balkan-oorlog, in november 1993 verwoest. Inmiddels is deze hersteld onder toeziend oog van Unesco, want sinds 2005 is het historische gedeelte van de stad tot Werelderfgoed verklaard.

De “Stari Most” staat sindsdien symbool voor de eenheid van het land. Wél wordt de stad sinds 1995 door de rivier de Neretva verdeeld in een Kroatisch deel in het westen en een moslim deel in het oosten. Er zijn dan ook twee busstations, twee ziekenhuizen, twee schoolsystemen, alles is dubbel ! Wij starten aan de Kroatische kant en lopen daar naar de rivier vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de brug.

Aan de oostkant wemelt het van de koperslagers en natuurlijk staan hier moskeeën.

Ondanks het warme weer is het goed druk in Mostar en tegen de middag kun je over de koppen lopen. Het is dorstig weer dus strijken we neer op een smal terrasje voor we met de taxi’s terugkeren naar de kampplaats.

Hier zitten we uren in de schaduw aan het water, de beste plek met dit hete weer.

Ik draai ondertussen een wasje en de wasmachine blijkt gratis te zijn, net als het drankje wat we aan het water nuttigen. Ze zijn wel erg vrijgevig op de camping, dus kopen we enkele flessen prima locale wijn en eten we nog een keer met z’n allen in het open restaurant aan het water, dat zijn we haast wel aan ze verplicht !!

Verslag 16

Op nog geen drie kilometer afstand van de camping ligt het zeshonderd jaar oude mystieke Derwisj klooster Tekija bij de bron van de rivier Buna en we zijn dan ook al vroeg op deze prachtige plek voor de hordes toeristen arriveren.

We bekijken het klooster binnen met aangepaste kleding en wandelen rond  het prachtige complex.

Nadien rijden we naar het vijftig kilometer verderop gelegen Ljubuski waar de prachtige waterval Kravica te bewonderen is.

Ook hier komen weer veel mensen op af om een duik te nemen in het verkoelende water of om gewoon uren te bakken in de zon !

Nadat we hier geruime tijd rondgewandeld en geklauterd hebben rijden we even later richting Kroatië, waar we dit keer heel snel de grens over zijn.

Via een prachtige bergroute komen we bij Plocé uit bij de Adriatische Zee en volgen dan lange tijd de kustweg tot we rond vieren aankomen bij  Autocamp Ory in de plaats Dugi Rat.

We hebben geluk dat er nog net vier plaatsen beschikbaar zijn op de vrij kleine kampplaats, die wél vlak bij zee ligt. Roel en Janna zijn net voor ons gearriveerd en alle vier gaan we het heldere zeewater in, waarna we lekker op de kade pal aan het water gaan zitten.

Later voegen Jan en José zich bij ons en tegen zessen komen ook Anja en Cas aan die gelijk het water in plonsen.

Nadat we gewoon zelf gekookt hebben komen we ’s avonds weer bij elkaar en zitten nog uren gezellig buiten !

Verslag 17

Vanmorgen werden we wakker van het getik van de regen op het dak, dát is lang geleden ! Gelukkig is het tegen tienen weer droog en komt ook de zon weer tevoorschijn. We rijden verder door Kroatië in noordelijke richting langs de Dalmatische kust en passeren al snel de stad Split, die ons niet kan bekoren. Een stukje verderop ligt de prachtige stad Trogir, welke op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat. Wij hebben deze echter al twee keer uitgebreid bekeken en willen nu doorrijden naar Primosten, vroeger een eiland maar nu verbonden met het vasteland.

Al van verre zie je het volgebouwde eilandje liggen en even later nuttigen we onze broodmaaltijd pal aan het water met uitzicht op Primosten.

Eenmaal op het eiland valt deze ons erg tegen, zeker in vergelijking met Trogir, het is meer een vakantieoord vanwaar je de omgeving gaat bekijken. 

(Wij noemen ons de Mamma Mia groep, die kennen ze hier ook al !)

Toch wandelen we helemaal rond en bekijken het kerkje midden op het eiland waarna we onze TomTom instellen op de volgende overnachtingsplaats: camping Kozarica waar we helaas niet zo mooi dicht bij de zee staan als gisteren.

We maken er natuurlijk toch een gezellige, lange avond van met z’n allen:  Anja verzorgt het eten en heeft forellen gebakken, dit alles met frietjes en salade…… wat hebben we het toch slecht !!

Verslag 18

De reden dat we op camping Kozarica in Pakostane zijn gaan staan was omdat we vandaag (vrijdag 15 september) een boottocht naar de Kornati eilanden zouden maken, welke samen een Nationaal Park vormen. De boot was echter helemaal vol waardoor de tocht geen doorgang kon vinden, iets wat Wim, als enige,  helemaal niet erg vond want hij is snel zeeziek. We besloten gisteravond, toen we tot bijna middennacht buiten zaten met heerlijk weer, om vandaag alvast een stuk door te rijden naar een mooie plek aan zee: camping Paklenica in Starigrad, zodat we daar konden zwemmen. Onderweg konden we dan de drie duizend jaar oude stad Zadar bezoeken. Toen we vanmorgen wakker werden was het bewolkt en later begon het te regenen, we zijn nog naar Zadar gereden, maar konden er geen parkeerplek vinden en met regen is een stad niet echt mooi. Cas, Anja, Roel en Janna hebben de regen wel getrotseerd dus de foto’s van het oude centrum zijn van Anja.

Via “whats app” hebben we gezamenlijk beslist dat een plek aan zee nu geen zin heeft en dat we beter door kunnen rijden naar de volgende overnachtingsplaats: Big Bear Plitvice Nature Resort, vlakbij de Plitvice Meren.

(Overal staan kraampjes waar je kaas en honing kunt kopen !)

We volgen een mooie route door de bergen, met helaas veel regen onderweg, en bij aankomst op de kampplaats is het nog maar achttien graden, wat een verschil met gisteren en wat zijn wij blij dat we niet meekonden op de boot !!

(’s Avonds komen we nog even bij elkaar om de route voor morgen door te nemen !)

Verslag 19

Het grootste deel van de dag hebben we doorgebracht in het Nationaal Park Plitvice  met haar watervallen, grotten en smaragdgroene meren, behorend tot het werelderfgoed van Unesco. We zijn met onze campers naar het park gereden en daarvandaan met een soort shuttlebus naar het hoogste punt gegaan vanwaar we langzaam naar beneden zijn gelopen langs in totaal zestien meren, die met elkaar verbonden zijn door smalle stroompjes en watervalletjes.

Halverwege zijn we met een boot over één van de grotere meren gevaren om vandaar verder te wandelen naar een prachtige hoge waterval.

We wandelen heel wat af over houten vlonders en bospaadjes en de route is heel afwisselend.

Pas rond vieren zijn we, na vijftien kilometer wandelen,  terug bij de camper en rijden dan weer naar de kampplaats van afgelopen nacht. Dit keer zitten we nog een tijdje met z’n allen buiten maar tegen de avond koelt het toch af, we bevinden ons dan ook op zevenhonderd vijftig meter hoogte.

Er is een goed restaurant bij de camping waar we naartoe verhuizen en enkele uren doorbrengen en pas tegen half tien gaat ieder z’n eigen camper weer in, waar we geen moeite zullen hebben met slapen, na zo’n vermoeiende dag !

Verslag 20

Vandaag hebben we weer een “reisdag” en wel van de Plitvice meren in Kroatië naar Postojna in Slovenië. De rit van zo’n twee honderd kilometer is heel afwisselend: door de bergen, langs de kust en weer eindigend in het binnenland. Onderweg krijgen we ineens in de verte de kust te zien waar de zon prachtig schijnt op enkele eilanden !

Na een flinke afdaling met vele “serpentina’s” (haarspeldbochten) komen we uit bij de kustplaats Senj waar een Middeleeuwse vesting op een nabijgelegen heuvel uitzicht biedt op de haven en naderende schepen.

Nadat we deze bekeken hebben volgt een prachtige rit langs de Adriatische kust tot we bij Rijeka weer het binnenland ingaan en even later bij Rupa de grenspost van Slovenië passeren.

Tegen vieren zetten we onze camper naast die van Roel en Janna op de camperparkeerplaats vlakbij de beroemde “grotten van Postonja” en iets later voegen ook Jan en José zich bij ons. Cas en Anja zijn rond zessen de hekkensluiters en dan zijn we weer compleet !

De komende tijd gaan we doorbrengen in Slovenië, waar we oorspronkelijk de hele rondreis zouden maken, nu blijft het bij de westkant !

Verslag 21

Vanaf de camperplek zijn we vanmorgen naar de grotten van Postonja gelopen, waarvoor we gisteren al online tickets hadden gekocht voor de rondleiding van tien uur.

De grotten Postojnska jama maken deel uit van het langste ondergrondse grottenstelsel van het land met meer dan twintig kilometer aan zalen en gangen en worden gezien als de meest indrukwekkende bezienswaardigheid van Slovenië, ze behoren zelfs tot één van de mooiste ter wereld. De grotten werden in 1819 geopend voor publiek en trekken jaarlijks zo’n half miljoen bezoekers. We rijden met een treintje twee kilometer de grotten in en wanen ons haast in een sprookjeswereld wanneer we door de spectaculair verlichte zalen rijden.

Daarna volgt een wandeling door diverse grotten, de een nog mooier dan de andere vol met hangende stalactieten en stalagmieten in diverse kleuren van wit tot okerkleurig.

De Postojnska jama zijn ook bekend vanwege de blinde grottenolm die in het rivierwater van de grotten leeft, het is een zeldzaam klein beestje dat lijkt op een witte salamander.

Nadat we weer teruggereden zijn met het treintje gaan we met onze campers naar het op vijftien minuten afstand gelegen kasteel van Predjama, een fort dat halverwege een heuvel is uitgehakt in een enorme grot. Al eeuwenlang “hangt” de burcht dramatisch en onverslaanbaar tegen de steile rotswand.

We gaan met “self-guided audio tour” door het hele zestiende-eeuwse kasteel waarvan sommige rotswanden groen uitgeslagen zijn van het vocht.

Ook staan we versteld van de vele verdiepingen en verschillende ruimtes, zoals een eetzaal, een kapel, een wapenkamer en een kapelaanskamer.

Hier brengen we weer ruim anderhalf uur door en pas tegen tweeën gaan we op weg naar onze volgende overnachtingsplek: camping Adria in Ankaran aan zee gelegen.

Er is ook een zwembad aanwezig waar Cas natuurlijk weer een duik in neemt.

We blijven hier twee nachten staan dus morgen wordt er, sinds lange tijd, niet met de campers gereden !

Verslag 22

Vandaag hebben we onze fietsen weer eens gepakt en willen we naar Piran rijden, één van de drie havenplaatsen van Slovenië aan de golf van Triëste. De weg is aardig heuvelachtig en we hebben onze versnellingen dan ook echt nodig.

Onderweg stoppen we bij de kustplaats Koper waar Cas, José, Wim en ik de toren beklimmen (twee honderd en vier treden) en vanwaar we een mooi uitzicht over de omgeving hebben.

Ook het plaatsje Isola heeft een haven vol pleziervaartuigen en ziet er vanuit de verte leuk uit.

We zijn om half elf vertrokken van de camping en tegen half twee zijn we nog niet in Piran, de plaats wordt niet eens aangegeven op de borden ! Bij Portoroz zoeken we een restaurantje op waar we een heerlijke visschotel nuttigen, ook kan Janna hier haar fiets opladen, want door alle hoogteverschillen is de batterij al aardig leeg.

Dan is het nog zo’n vier kilometer rijden voor we ineens bij Piran zijn, een authentiek mediterraan plaatsje met middeleeuwse architectuur en mooie pleintjes.

We lopen en fietsen er een uurtje rond maar moeten ook de hele weg nog terug en bovendien is het zo’n zes en twintig graden en willen we op de kampplaats nog even het zwembad in, niemand heeft zwemkleding bij zich anders waren we de zee wel ingegaan.

Wanneer we om zes uur, na ruim drie en vijftig kilometer fietsen, terug zijn is het zwembad helaas nét gesloten dus moeten we het met een verfrissende douche doen.

Later worden Wim en ik door Cas en Anja uitgenodigd om mee te eten, Anja had teveel gekookt, gezellig en heel lekker ! Al met al hebben we weer een heel leuke. afwisselende dag gehad !

Verslag 23

Voor vandaag staan de paarden uit Lipica op het programma. Lipica is een klein plaatsje in Slovenië dat vooral bekend is door de Lipizaner hofstoeterij. Hier worden (witte) warmbloedpaarden gefokt en getraind  die oorspronkelijk uit Oostenrijk komen. Eenmaal aangekomen bij de bezienswaardigheid blijkt het allemaal erg commercieel te zijn en moet je achttien euro per persoon betalen om alleen de stallen te mogen bekijken. Er is helaas geen training of voorstelling te zien dus besluiten we om alleen wat rond te kijken en geen gebruik te maken van de rondleiding.

We hadden gehoopt de paarden in actie te zien, maar helaas,dit zijn alleen foto’s ervan !

Nadien rijden we richting de Vipava-vallei waar volop druiven geteeld worden, ze zijn zelfs al bezig met de oogst.

Via het hooggelegen plaatsje Stanjel rijden we naar onze overnachtingsplek Saksida Wine en Camping Resort in Dornberk waar we een plekje vinden met uitzicht op de druivenranken.

Het is de laatste dag dat we met z’n allen bij elkaar zijn want morgen vertrekken Jan en José richting huis. We houden uitgebreid “happy hour” met een wijnproeverij en Cas wordt in het zonnetje gezet voor al het werk dat hij gedaan heeft voor deze reis.

Wim zorgt voor een lekker voorgerecht in de vorm van garnalen in een lekker sausje en daarna is het de beurt aan Janna en Jan: ze gaan pannenkoeken bakken.

Ondertussen wordt de afwas gedaan en maak ik vast het verslag want het zal wel een latertje worden !!

Verslag 24

Nadat we Jan en José uitgezwaaid hebben gaan ook wij weer verder, de route voor vandaag is maar vijf en zeventig kilometer maar onderweg is er van alles te zien.

Onze eerste stop is bij Smartno, één van de mooiste plaatsjes in de regio Goriska brda,  met rondom allemaal wijngaarden.

Iets verderop staat een uitkijktoren die we natuurlijk inklimmen, het uitzicht is prachtig, net “Sloveens Toscane”.

Ook het plaatsje Kanal is een bezoek waard: vanaf de brug wordt er gesprongen in de rivier Soça die er langs stroomt.

Deze honderd achtendertig kilometer lange rivier die ook door Italië stroomt en eindigt in de Adriatische Zee is erg populair in Slovenië. Wij volgen hem lange tijd, zien hem de ene keer tussen de hoge rotsen en even later met een grote stuw, onze camping: Kamp Koren in Kobarid ligt er ook aan.

Helaas krijgen we vandaag met enkele flinke buien te maken, maar zodra het weer droog is maken Wim en ik samen met Cas een wandeling naar de waterval Slap Kozjak via een heel gevarieerde route.

Onderweg zien we enkele rafters, grotten en zelfs een prachtige salamander.

De vijftien meter hoge waterval is werkelijk prachtig om te zien en we zijn dan ook blij dat we, ondanks het mindere weer, de trip gemaakt hebben.

We zijn net terug op de camping wanneer het weer begint te plenzen, Wim was net bezig met het bereiden van een maaltijd in de tajine voor de hele groep, …..gelukkig is de luifel van Roel en Janna groot genoeg om met z’n zessen onder te zitten ! 

Verslag 25

Voor vandaag stond er een “rustdag” op het programma en uitgerust zijn we zeker, het heeft bijna de gehele dag geregend dus hebben we veel gelezen, geluierd of een spelletje gedaan. Wat zijn we blij dat we gisteren al die mooie tocht naar de waterval hebben gemaakt, dit was nu niet mogelijk, de meeste tijd kwam de regen met bakken uit de lucht, soms met onweer erbij.

Vanmorgen hebben we nog een poging gewaagd om naar het dorpje  Kobarid te lopen, maar halverwege zijn we, inmiddels kletsnat, toch maar omgekeerd.

Vanavond hebben we gezamenlijk gegeten in het restaurantje bij de kampplaats,  het eten was niet echt bijzonder, maar gezellig was het natuurlijk wel. Tijdens de maaltijd kregen we bericht van Jan en José dat ze, zonder problemen én vrij snel,  thuis aangekomen zijn.

Hopelijk is het morgen weer opgeklaard, want het is jammer om Slovenië met regenachtig weer te bekijken ! 

Verslag 26

Na de vele regen van gisteren en vannacht is het vanmorgen gelukkig droog en kunnen we weer buiten ontbijten. Gister hadden we een zwembad voor de deur en moesten we naar binnen verhuizen. Voor vandaag (zaterdag 23 september) staat er een mooie rit door de bergen op het programma van zo’n honderd kilometer waarbij we ook nog een stukje door Italië rijden. Al vrij snel stoppen we bij een brug om het eronder snelstromende water te bekijken en zien dan in de verte een grote waterval.

Hier willen we meer van weten dus wandelen Wim en ik naar een uitkijkpunt vanwaar we Slap Boka in z’n volle pracht kunnen aanschouwen.

Eenmaal terug bij de camper zijn we nat bezweet en trekken wat luchtigers aan, de temperatuur is toch weer rond de twintig graden. We gaan verder over de Predilpas van ruim elf honderd meter hoogte, waar we onderweg een apart monument zien staan: een stenen piramide met een bronzen beeld van een stervende leeuw ervoor.

Deze is opgedragen aan een groep Oostenrijkse soldaten die tijdens de Napoleontische oorlogen dapper het fort boven het monument verdedigden. We klauteren ophoog om de restanten van dit fort te bekijken en ook hier zien we in de verte weer een waterval.

Later rijden we langs een prachtig meer, Lake Predil.

Nadat we net voor Kranjska Gora lunchpauze hebben gehouden beginnen we aan een volgende pas: Vrsic-pas, welke op het hoogste punt zelfs 1611 meter is. We slingeren heel wat af over smalle, ongelijke weggetjes met soms wel veertien procent stijging, maar het is prachtig rijden met mooie uitzichten.

We stoppen bij een Russische kapel gebouwd in 1917 door Russische gevangenen ter nagedachtenis aan hun medesoldaten (ruim honderd) die onder een lawine bedolven zijn.

Op het hoogste punt draaien we om want we overnachten op een camperplaats in Kranjska Gora, waar we rond half vijf aankomen.

Net ervoor rijden we nog langs een prachtig meer, Jezero Jasna, waar veel mensen aan het wandelen zijn.

We bevinden ons nog altijd op ruim acht honderd meter hoogte en het koelt dan ook snel af waardoor we de avond in de camper doorbrengen !

Verslag 27

De dag begon vandaag wat anders dan gepland: Janna kwam vertellen dat Roel last had van ménière waardoor hij niet in staat was om te rijden. Hun plan was om op de camperplaats te blijven staan tot hij zich beter voelde en dan langzaam richting huis te rijden, wat zou betekenen dat we daar afscheid van elkaar zouden nemen. We hadden al snel een andere optie verzonnen: Wim bestuurt de camper van Roel en Janna  en  ik kruip achter het stuur van onze camper om zo rechtstreeks naar Bled, onze volgende overnachtingsplek, te rijden. Daar kan Roel dan rustig bijkomen en zijn we toch bij elkaar mocht er iets gebeuren.

De rit was slechts veertig kilometer en alles verliep prima, al kreeg ik wel te maken met enkele haarspeldbochten en tegenliggers bij een wegversmalling ! Eenmaal aangekomen op camping Bled zijn we toch al snel weer vertrokken, samen met Cas en Anja gaan we nog een stuk van de originele route volgen naar het meer van Bohinj, een prachtig bergmeer met helder water gelegen tussen steile bergwanden.

Ook is er natuurlijk weer een waterval in de buurt: Slap Savica, al is het wel twintig minuten klimmen bergopwaarts via traptreden voor je deze  prachtige waterval door een bergspleet tevoorschijn ziet komen vanwaar deze  achtenzeventig meter naar beneden valt.

Eenmaal weer bij de campers besluiten we terug te rijden naar de kampplaats, het is vandaag somber, herfstachtig weer en slechts dertien graden, voor morgen is er beter weer voorspeld en gaan we Bled en omgeving wel bekijken. Met Roel gaat het inmiddels gelukkig weer een stuk beter en tegen de avond verhuizen we naar zijn camper, waar een heerlijke maaltijd voor ons klaarstaat en er weer een heel gezellige avond volgt. Janna had enkele dagen terug al gezegd dat ze voor ons zou koken …………..zijn wij even blij dat we nog met z’n zessen bij elkaar zijn !!!

Verslag 28

Vandaag is het de laatste dag van onze gezamenlijke reis door de Balkan en we hebben er een prachtige dag van gemaakt.

We starten met een fietsrondje om het meer van Bled, een fotogenieke plek met een klein eilandje waar een zeventiende-eeuwse kerk op staat én, haast tegen de bergen aangeplakt, een kasteel op een honderd dertig meter hoge rots, werkelijk een schitterend totaal plaatje wat heel vaak gefotografeerd wordt !!

Nadien rijden we naar de Vintgar-kloof waar we na zo’n zeven kilometer fietsen, met flink wat hoogteverschil, aankomen. Dan begint een prachtige wandeling van ruim anderhalve kilometer over een houten wandelbrug langs steile rotswanden, watervallen en stroomversnellingen.

Vanwege de vele regen enkele dagen terug is het water erg woest en hoog.

In het verleden kon je dezelfde weg weer terug lopen, maar tegenwoordig is het “eenrichtingsverkeer” en loopt de route verder via een bospad dat vrij steil omhoog gaat en vervolgens langs een smal bergpaadje vanwaar je heel mooi over het dal en op de bergen kijkt.

We zijn uren bezig met deze wandeling en maken tegen tweeën een stop bij een leuk restaurantje, waarna we het laatste stuk afleggen om vervolgens met de fiets weer naar de camping te rijden, waar we pas tegen vijven aankomen.

We rijden nog even langs het meer om enkele foto’s te maken, nu met prachtig, zonnig weer erbij !

Omdat het de laatste avond is met z’n zessen, morgen beginnen Roel en Janna aan de terugweg naar Sellingen, gaan we nog een keer uit eten.

Cas, Anja, Wim en ik gaan nog ongeveer een week met z’n vieren verder, maar rijden wel langzaam in de richting van Nederland !

Verslag 29

Na precies vier weken rondreizen zwaaien we nu Roel en Janna uit, wat hebben we samen een leuke, gezellige tijd gehad ! Zeker weten komt er weer een reünie en hopelijk volgt er ook nog een gezamenlijke mooie reis, de tijd zal het leren. Wij pakken onze fietsen en gaan nog een keer richting het 1,45 km2 grote meer van Bled waar speciale boten, Pletna’s geheten, liggen die je naar het eilandje Blejski otok varen. Wij kunnen al snel mee met zo’n platte houten boot die lijkt op een Venetiaanse gondel, alleen de gondelier gebruikt hier twee peddels.

Na een kwartiertje komen we aan op het eilandje waar je via een brede, hoge trap uitkomt bij de Maria Hemelvaartkerk uit de 9de eeuw.

(Wat zou er achter die deuren zitten !)

We bekijken de omgeving en wandelen het eilandje rond en gaan een uurtje later weer met een Pletna terug naar de vaste wal. Het is natuurlijk allemaal heel toeristisch maar leuk om een keer mee te maken.

Daarna maken we onze campers klaar om verder te trekken en via een heel mooie route vol bochten, heel smalle wegen en veel hoogteverschillen komen we rond half drie aan bij Kamp Siber in de plaats Tolmin, waar we een ruime plaats vinden met zowel schaduw als zon.

Het is vierentwintig graden met volop zonneschijn, iets wat we de laatste dagen een beetje gemist hebben  en we besluiten hier twee nachten te blijven, al gaan we morgen natuurlijk wel wat ondernemen !

Verslag 30

De reden dat we bij de plaats Tolmin staan is dat hier ook een prachtige kloof moet zijn waar je doorheen kunt wandelen.

Nadat we vanmorgen eerst rustig aan ontbeten hebben pakken we onze fietsen weer en rijden naar de “Tolminska korita”, gebruik makend van smalle fietspaden met grote hoogteverschillen waardoor we al verhit zijn voor we aan de trip beginnen.

Het is vandaag “toeristendag” en mogen daarom gratis naar de gorge, al merk je niet dat het daardoor extra druk is. In tegenstelling tot de kloof bij Bled, die we eergisteren gelopen hebben, moet je hier veel trappen op en af, Anja is daarom op de camping gebleven. De kloof behoort tot het (enige Sloveense) Nationaal Park Triglav en ligt in de Julische Alpen.

Er loopt een cirkelvormige route langs wilde rivierbeddingen, over bruggetjes, langs smalle spleten en speciale rotsen.

Aan het eind van de wandeling bevinden we ons op de “”Duivelsbrug” vanwaar we vanaf grote hoogte op de Tolminska rivier kijken.

Het was echt een spectaculaire wandeling en zeker de moeite waard.

Nadat we teruggefietst zijn naar de kampplaats maken we er een rustige middag en avond van, het is nog steeds prachtig weer, alleen zijn er af en toe rukwinden waardoor het helaas niet mogelijk is om ons favoriete spel Carcassonne te spelen ! 

Verslag 31

Tolmin ligt een eindje zuidelijker dan Bled en daarom rijden we vandaag een stuk route die we vijf dagen terug ook gereden hebben, alleen was het toen veel minder mooi weer.

We komen weer langs Kobarid en Slap Boka, waar nu veel minder water naar beneden valt en even later zien we de stervende leeuw liggen bij de stenen piramide met erboven de ruïne waar we rondgewandeld hebben. De Predil-pas blijft schitterend om te rijden en ook Lake Predil ziet er weer prachtig uit. 

Dit keer stoppen we bij een supermarkt in de plaats Tarvisio in Italië om een voorraadje Branca Menta te kopen, een alcoholisch drankje dat bijna alleen in Italië te koop is en prima smaakt na een Bourgondische maaltijd !

Vanaf hier nemen we een nieuwe route richting Oostenrijk, natuurlijk over binnenwegen en via Villach komen we tegen half twee aan bij de Ossiacher See op Ideal Camping Lampele waar we een prachtige plek kiezen pal aan het water.

Cas gaat, als enige van ons vieren, zwemmen in het verkoelende water en ook pakken Anja en Cas later de fietsen om een stuk langs het meer te rijden. Wim en ik genieten van het mooie weer en prachtige uitzicht én kunnen nu wel een spelletje Carcassonne doen.

Na een uitgebreid borreluurtje met z’n vieren moeten we tegen de avond toch weer naar binnen verhuizen, helaas koelt het ook hier weer snel af  en is het om half acht al helemaal donker ! 

Verslag 32

We hebben vandaag honderd vijfentachtig kilometer door Oostenrijk gereden in noordelijke richting en de tocht was werkelijk prachtig.

Regelmatig reden we over een bergpas waarvan de mooiste duidelijk de Sölkpass was, die 1790 meter als hoogste punt had. 

Tegen drieën komen we bijna gelijktijdig met Cas en Anja aan bij camperplek Obertraun vlakbij Hallstatt en een kwartiertje later fietsen we al naar het stadje, één van de mooiste bestemmingen in de Salzkammergut.

De steile wanden van het Dachstein-massief vormen een prachtige achtergrond voor het plaatsje en de naastgelegen Hallstättersee. De huizen staan zo dicht op elkaar gepakt dat ze vaak alleen via de meerkant bereikbaar zijn terwijl de oude straatjes bovenlangs lopen.

Het is gigantisch druk in het stadje met toeristen uit veel verschillende landen, maar vooral uit Azië. Op een rotsformatie boven de stad staat de Pfarrkirche uit de vijftiende eeuw en op het kerkhof rond de kerk staat het Beinhaus, een kapel waar vreemde voorwerpen zijn opgeslagen.

In dit vroegere lijkenhuisje liggen nu zo’n twaalf honderd menselijke schedels, beschilderd met bloemmotieven en veelal met inscriptie van naam, datum en doodsoorzaak van de overledene. Door ruimtegebrek op het kerkhof werden ongeveer tien jaar na de begrafenis, als een lichaam was vergaan, de resten naar de kapel overgebracht, zodat men weer nieuwe kisten kon begraven.

We bekijken het stadje uitvoerig en fietsen dan, nadat we er gegeten hebben, terug naar de camperplaats waar we de laatste avond samen doorbrengen.

Morgenvroeg bekijken we gezamenlijk de Salzwelten, dat net als het stadje behoort tot het werelderfgoed van Unesco, waarna we ieder in eigen tempo richting huis rijden !  

Laatste verslag 33

Gisteravond hebben we tot twaalf uur gezellig “Mexican Train” gespeeld bij ons in de camper en vanmorgen stonden we alweer voor negenen met onze fietsen klaar om naar Hallstatt te rijden.

We hadden van te voren al online kaarten besteld voor Salzwelten en om half tien beginnen we met een tochtje in de speciale kabelbaan die ons vijf honderd meter hoog brengt naar een prachtig uitkijkpunt vanwaar je, normaal gesproken, mooi op de Hallstättersee kijkt, alleen heeft het vannacht flink geregend en is het nu bewolkt boven het water.

We zijn blij dat we gisteren het stadje Hallstatt al uitgebreid bekeken hebben. In de mijnen is de grond ongelijk en is het slechts acht graden dus hebben we wandelschoenen en warme kleding aan. Hier overheen moeten we nog witte pakken aantrekken ter bescherming, we zien er prachtig uit !! 

Het is flink klimmen voor je bij de ingang van de oudste zoutmijn ter wereld bent (al drie duizend jaar v. Chr. werd er hier zout gewonnen en daarna naar de Oostzee en het Middellandse Zee gebied vervoerd), eenmaal daar lopen we door tunnels, roetsjen van houten  glijbanen en zien enkele films met uitleg over het hele zoutproces.

Met een treintje verlaten we na anderhalf uur de grotten waarna we weer afdalen met de kabellift en na een fietsritje van enkele kilometers komen we rond half één weer aan bij onze campers.

Na de lunch nemen we afscheid van Cas en Anja en gaan we aan de lange rit van bijna duizend kilometer naar huis beginnen. (Gisteravond kregen we bericht dat Roel en Janna inmiddels ook goed thuis aangekomen zijn.) Eerst rijden we nog volop tussen de hoge bergen, maar eenmaal in Duitsland wordt het snel vlakker. We rijden door tot half zeven en stoppen in de plaats Allersberg, morgen moeten we nog zo’n zes honderd kilometer afleggen en hopen tegen de avond thuis te zijn.

We kijken terug op een schitterende reis: wat hebben we weer veel gezien en meegemaakt, maar bovenal was het met z’n achten weer heel gezellig !

2023 vakantie in Nederland

Verslag 1

Ook dit jaar (2023) gaan we weer samen met Dennis op pad, deze keer stond een trip naar Engeland en Ierland met onze campers op het programma en gistermorgen (dinsdag 16 mei) zijn we dan ook vertrokken richting Hoek van Holland om vandaar met Stena Line over te varen naar Harwich. Net voor de veerpont hadden we even een “plaspauze” en daarna wilde onze camper niet meer starten. Bij een garage in de buurt kwamen we erachter dat de dynamo (die de accu moet opladen) niet meer werkte en nadat onze accu daar door middel van een snellader na ruim een uur weer vol was zijn we teruggekeerd richting huis.

Inmiddels hadden we contact gehad met onze garage Erik de Bont in Maasbommel en daar werd zelfs al een nieuwe dynamo besteld, zodat we zo snel mogelijk weer op pad kunnen. We zijn doorgereden naar de, vlakbij de garage gelegen, camperplaats ’t Mun om te overnachten,

vanmorgen konden we de camper al afleveren voor reparatie, waarna we naar huis zijn gegaan.

We gingen dit keer al met gemengde gevoelens op reis want mijn moeder (92 jaar) glijdt steeds verder af en heeft waarschijnlijk niet lang meer te leven, haar lichaam is op.

Zondag zijn we er nog geweest en had ze weer een opleving waarna we besloten toch op reis te gaan, maar op weg naar de pont kwamen er weer verontruste appjes binnen dat het slechter ging. Het heeft zo moeten zijn, we blijven nu gewoon in Nederland ! 

Vandaag, in de loop van de middag kregen we een telefoontje dat de camper weer gemaakt was (Dankjewel Erik en Esther voor de snelle service !) en nu staan we weer bij ’t Mun in Appeltern.

Hier verblijven we enkele dagen om te fietsen, te vissen en te relaxen, waarna we rond gaan toeren in de buurt van Arnhem, zodat we bij mijn ouders in het verzorgingstehuis langs kunnen gaan en indien nodig snel ter plaatse zijn.

Engeland en Ierland gaan we later wel een keer bekijken !

Verslag 2

De afgelopen drie dagen hebben we doorgebracht bij de camperplaats ’t Mun gelegen vlakbij de Gouden Ham aan de Maas. Toen we er net aankwamen was het nog vrij fris, maar al snel klimt de temperatuur op naar de twintig graden. Donderdag hebben de mannen gevist in de forellenvijver vlakbij onze overnachtingsplaats en er vijf naar boven weten te halen, die nog in de koelkast liggen om verorberd te worden. 

Vrijdag werd een “fietsdag” rond de  Gouden Ham met heel veel herkenning want we hebben hier bijna twintig jaar de weekenden doorgebracht met de caravan en zeilboot.

We hebben een tussenstop gehouden in het Brabantse Oijen bij een bierbrouwerij waarna we weer met de pont terug gevaren zijn over de Maas.

Ook vandaag hebben we onze fietsen weer gepakt om, via een grote omweg, in Druten boodschappen te doen.

Onderweg komen we onverwachts langs een prachtig middeleeuws kasteel gelegen in Hernen, waar we natuurlijk meer van willen zien.

We vermaken ons er enkele uren en zijn pas tegen half vijf terug bij de campers, weer hebben we een heel mooie dag gehad in het gebied tussen Maas en Waal.

Na een lekkere barbecue verhuizen we weer naar binnen, want de avonden zijn nog fris, het is immers pas half mei. Morgen trekken we verder richting Drempt, maar natuurlijk maken we eerst een tussenstop in Arnhem bij verzorgingstehuis Vreedenhoff om bij mijn ouders op bezoek te gaan !   

Verslag 3

Vanaf Appeltern kwamen we tegen elven aan bij mijn ouders, ze waren redelijk goed te pas en samen hebben we hun trouwfoto album door zitten kijken, waar ze nog heel veel namen van de aanwezigen kenden.

Met een fijn gevoel zijn we weer vertrokken om tegen de middag aan te komen bij Boerencamping Remmelink aan de rand van Drempt, een gezellige kampplaats waar we een prima plek krijgen met uitzicht op enkele schapen.

’s Middags pakken we de fiets om naar de, vlakbij gelegen, Wijnboerderij ’t Heekenbroek te rijden, waar we op hun prachtige terras een wijnproeverij houden met lekkere tapas erbij.

Ook kopen we daar (voor twee euro !) twee fietstassen vol hardhout, want op de camping mogen we kampvuur maken.

(Wim moet het nog wel even klein maken, maar dat vindt hij altijd leuk om te doen.) ’s Avonds zitten we meerdere uren buiten genietend van een mooi warm vuurtje.

Vanmorgen, na een ontbijt buiten in de zon, zijn we weer met onze fietsen op pad gegaan en dit keer hebben we ruim veertig kilometer afgelegd. De rit gaat richting Dieren, waar ik geboren en getogen ben en via de pont vanaf Olburgen rijden we “oud-Dieren” binnen.

Natuurlijk is er in al die jaren veel veranderd maar gelukkig is er ook nog heel veel herkenning.

Toevallig spreken we in de Kruisstraat, waarin geboren ben, een aangetrouwde nicht, Marlies, die een naaiatelier heeft in het oude pand van mijn ouders en haar schoonouders. (Mijn vader had samen met zijn broer een woninginrichting in oud-Dieren en de “schuur” is het enige wat daar nog aan herinnerd, de rest is afgebroken.)

We gaan de IJssel nog een keer over en rijden dan verder naar Bronkhorst, een stadje dat slechts zestig panden en negentig inwoners telt.

Inmiddels beginnen er enkele wolken aan de verder prachtige blauwe lucht te verschijnen en tegen de tijd dat we terug zijn op de camping is het weer helemaal omgeslagen, we zijn net voor de grote onweersbui terug en brengen enkele uren in de camper door met het getik van de regen op het dak. Tegen zessen is de zon weer volop aanwezig en kunnen we toch weer buiten eten. Zelfs een kampvuurtje volgt, ….ook al zijn we dan niet in Engeland, we vermaken ons toch wel !

Verslag 4

Na de onweersbui van gisteren is het een stuk afgekoeld, maar het is droog en met een lange broek, vest en jas aan is het buiten fietsend goed vol te houden. We gaan naar het mooie Hanzestadje Doesburg dat op slechts zes kilometer afstand van de kampplaats ligt.

Daar aangekomen bezoeken we eerst de beroemde Doesburgse Mosterd- en Azijnfabriek, een leuk klein museum waar we uitleg krijgen over de bereiding van mosterd.

Natuurlijk willen we daarna ook de mosterdsoep proeven die overal in het knusse stadje te koop is. We strijken neer bij Stadsbierhuys de Waag (1478), de oudste horecagelegenheid van Nederland om twee variaties van de soep te proberen.

Nadien wandelen we naar museum de Roode Tooren waar we veel leren over het vroegere Doesburg.

Nadat we in het stadje meteen voor enkele dagen boodschappen hebben gedaan fietsen we terug om daarna op de camping lekker in de, inmiddels tevoorschijn gekomen,  zon te kunnen zitten. Met stukjes kaas en twee soorten Doesburgsche mosterd én een lekker wijntje zitten we heerlijk beschut voor onze camper.

Natuurlijk mag een spelletje Carcassonne niet ontbreken en pas tegen achten beginnen we aan de, door Dennis bereide, avondmaaltijd, nog steeds in de zon !!

Verslag 5

Op de boerencamping staan we op een plek die eigenlijk voor tenten bedoeld is, zonder stroom, maar omdat wij helemaal “zelfvoorzienend” zijn met onze zonnepanelen is dit geen enkel probleem. Wél is het fijn dat we onze elektrische fietsen in de schuur op kunnen laden en vanmorgen zijn we dan ook met een volle accu gestart aan een trip van bijna zestig kilometer. Weer nemen we een andere route al komen we wel weer door het kleinste stadje van Nederland: Bronkhorst, waar we de veerpont nemen over de IJssel om uit te komen in Brummen.

Vandaar rijden we via het mooie, groene Cortenoever richting Zutphen met regelmatig uitzicht op de rivier.

In  deze “Torenstad” ben ik zes jaar naar de middenbare school geweest op het Baudartius College en ik hoopte hier veel punten van herkenning te zien.

Blijkbaar was ik in die tijd toch meer geïnteresseerd in mijn vrienden dan dat ik op de omgeving lette, want echt veel kan ik me er niet van  herinneren. Achter de school bevindt zich een prachtige vijver waar we vroeger in de schoolpauzes veel zaten en in de binnenstad herken ik een paar “kroegjes”,

ook fiets ik zo naar de grote kerk St.-Walburgis, waar we aan het eind van het schooljaar naartoe gingen.

Nu pas zie ik de vele mooie oude gebouwen, al vonden we de andere Hanzestad: Doesburg, waar we gisteren waren, toch mooier.

Op de terugweg naar de kampplaats komen we weer langs veel boeren bedrijven, maar ook door bossen en langs de rivier. Het was een zeer afwisselende, mooie fietstocht, alleen liet de zon zich helaas slechts sporadisch zien !

Verslag 6

Toen we gisteren terug kwamen van de fietstrip hadden we alle drie zadelpijn, gelukkig is dit vanmorgen weer over, want we willen nog een keer met onze rijwielen op pad, we houden onze eigen    “fietsvierdaagse” ! Dit keer gaan we in zuidelijke richting naar ‘s-Heerenberg waar het prachtige kasteel Huis Bergh staat. Onderweg komen we langs het mooie Laag Keppel gelegen aan de Oude IJssel en rijden we door prachtige bossen waar het geluid van de vogels de overhand heeft. 

We hebben de versnellingen en elektrische ondersteuning vandaag echt nodig, want de wegen zijn nogal heuvelachtig, ook rijden we onverwachts nog een stukje door Duits gebied in de buurt van Elten.

Eenmaal in het kasteel krijgen we een rondleiding in de toren en zien we de wapenkamer, verder kun je Huis Bergh op eigen gelegenheid bekijken.

Er is een gigantische collectie van religieuze schilderijen en andere kunstvoorwerpen, allemaal verzameld door de textielmagnaat J.H. van Heek.

Nadat we via weer een andere route teruggekeerd zijn op de camping kunnen we nog enkele uren genieten van de verwarmende zon.

Zodra deze weg is maken we ons laatste hout op en zitten nog geruime tijd bij een lekker kampvuurtje.

Morgen vertrekken we van de kampplaats, het Pinksterweekend staat voor de deur en we hebben besloten om deze door te brengen op de camping aan de Linge in Tiel, waar we al enkele jaren met onze caravan staan. Het is gekkenwerk om nu ergens met de campers op een overvolle camping te gaan staan terwijl onze caravan leeg staat. Na het lange weekend trekken we wel weer verder, al gaan we natuurlijk ook voor en na die tijd bij mijn ouders langs.

We hebben de afgelopen dagen genoten van de verrassend mooie, veelzijdige Achterhoek ! 

Verslag 7

We bevinden ons inmiddels alweer ruim drie dagen op de camping “Aan de Linge” en zijn eigenlijk de afgelopen dagen aardig lui geweest. We hebben alleen enkele keren de fietsen gebruikt om boodschappen te doen en verder genoten van het mooie weer, de kampplaats en de gezelligheid van de andere gasten.

Het hele kampterrein stond vol met campers, caravans en tenten van gezinnen waarvan de kinderen meededen aan de Nederlandse Kampioenschappen BMX-en (fietswedstrijd) die vlakbij de camping gehouden werd. De jeugd sprong regelmatig de Linge in en ook Dennis er even in geweest, maar hij schrok toch wel van de temperatuur van het water !

Voor we aankwamen zijn we natuurlijk bij mijn ouders op bezoek geweest:  mijn moeder gaat erg achteruit, mijn vader daarentegen ziet er goed uit maar heeft (gelukkig) geen besef van de situatie van zijn echtgenote.

Vandaag (29 mei, tweede Pinksterdag) zijn Marcel, Marieke, Stijn en Ruben op de camping geweest om alvast de verjaardag van Wim (die morgen 69 wordt) te vieren, morgen moeten de jongens weer naar school en begint voor iedereen het “gewone” leven weer.

We kijken terug op een heel gezellige dag. Het is de bedoeling nog tot donderdagmorgen hier te blijven en dan door te rijden naar huis, om vanaf vrijdag, indien alles met mijn moeder nog goed gaat, weer een ander mooi stukje Nederland te gaan bekijken !

Verslag 8

De dagen op de camping aan de Linge zijn voorbijgevlogen: het was prachtig weer en Wim en ik hebben beiden het laatste deel: Atlas van “de Zeven Zussen” gelezen, een prachtig einde van een schitterende serie van Lucinda Riley. Zelfs Dennis is eraan begonnen en heeft het eerste deel uit !

Natuurlijk zijn we uit eten geweest op Wim’s verjaardag, al viel het niet mee een restaurant te vinden dat open was na de Pinksteren. Donderdagmorgen (1 juni) zijn we weer op huis aan gegaan: ik had tijd voor de was, een uurtje sporten én, terwijl de mannen ’s avonds naar het koor waren, heb ik (voor één dag, in plaats van Marieke, omdat die verhinderd was) met Marcel en de jongens de avondvierdaagse in Herveld gelopen.

Vanmorgen zijn we weer wezen kijken hoe het met mijn ouders gaat, m’n moeder is aardig opgeknapt en was goed aanspreekbaar, beiden hebben heerlijk een flink stuk taart opgepeuzeld, fijn om te zien.

Nadien zijn we richting onze volgende kampplaats Lieren gereden, onderweg een stop makend bij de Loenense Waterval, al stelt deze niet veel voor. Toch is het de hoogste waterval van het land met een verval van vijftien meter !

Tegen tweeën komen we aan bij camping de Bosrand (die ik enkele dagen terug al gereserveerd had, want op de bonnefooi ergens heen gaan is niet meer aan te raden !), waar we vriendelijk ontvangen worden en een mooi plekje krijgen voor onze campers.

De kampplaats ziet er heel verzorgd en gezellig uit en we besluiten hier een weekje te blijven. We maken een planning voor de aankomende dagen en natuurlijk komt Carcassonne weer tevoorschijn.

Morgen pakken we onze fietsen weer om een mooie tocht in de omgeving te maken !

Verslag 9

We hebben vandaag een mooie fietsroute gereden volgens de bekende  “knooppunten” die door heel Nederland te volgen zijn.

(We zien zelfs een grote groep wallabies, waarvan er veel helemaal wit zijn, het lijkt wel of deze Australische dieren hier gefokt worden !)

We zijn in noordoostelijke richting gegaan om via Twello uit te komen in Deventer, waar net de zomerkermis aan de gang is, waardoor je de prachtige middeleeuwse gebouwen nu niet in al hun pracht kan zien.

Wél is het gezellig druk in de Hanzestad aan de IJssel, waar we via de spoor- en tevens fietsbrug ineens in Overijssel zijn.

We houden pauze aan de kade waarna we weer zuidelijk fietsen richting Bussloo.

Hier rijden we rond de mooie recreatieplas waar al verschillende gezinnen genieten van het mooie weer. Het is dat Dennis z’n zwemkleding niet bij zich heeft anders was hij het water zeker ingegaan.

Over smalle bospaadjes rijden we naar Klarenbeek waar we boodschappen inslaan voor de komende dagen en wanneer we tegen vijven terug zijn op de camping hebben we weer bijna zestig kilometer extra op de teller staan !

Verslag 10

We hebben de dag grotendeels doorgebracht op de camping, een gezellige plek waar een spoorlijn pal langsloopt. Deze wordt alleen gebruikt door de Veluwsche Stoomtrein, die een traject van zo’n tweeëntwintig kilometer aflegt tussen Apeldoorn en Dieren en al in 1887 is aangelegd. Alleen op zondag en enkele hoogtijdagen rijdt deze trein dus vanmiddag rond half één hoorden we ineens de schelle fluit van de locomotief en even later kwam de  schitterende oude stoomtrein langs rijden volgeladen met  zwaaiende mensen, om een uurtje later weer terug te keren naar het eindstation bij Apeldoorn.

Hij was nog maar net weer gepasseerd toen Marcel, Marieke en de jongens op de camping aankwamen, dit keer om mijn verjaardag te vieren, want morgen word ik (Marja) weer een jaartje ouder (64). Normaal gesproken zouden we ver weg geweest zijn en vieren we onze verjaardagen later, nu kunnen ze gezellig naar ons toekomen ergens in Nederland.

Het was vandaag prachtig, zonnig weer om buiten te zitten en te wandelen en we hebben ons allemaal dan ook prima vermaakt.

Tegen de avond zijn we naar een Pannenkoekrestaurant in Beekbergen gereden (wij drieën op de fiets  en de anderen met de auto) en zo hebben we weer een heel gezellige dag gehad ! 

Verslag 11

Ik heb een heel leuke verjaardag gehad: de hele dag door kreeg ik app-jes, mailtjes en telefoontjes met felicitaties en natuurlijk zijn we ook op pad geweest.

We zijn op de fiets  langs het Apeldoorn-Dierens Kanaal en door de bossen naar Paleis Het Loo in Apeldoorn gereden dat sinds 22 april dit jaar weer open is na een grote verbouwing.

We hebben eerst de stallen en het koetshuis met z’n verzameling oude voertuigen bekeken en zijn daarna doorgewandeld naar het 17e-eeuwse paleis waar nu ondergronds een modern museum gevestigd is waar je alles te weten komt over “De Oranjes”.

(Wat lijkt Willem-Alexander veel op zijn overgrootmoeder Wilhelmina !)

Maar het interessants zijn toch nog altijd de oude vertrekken van de Koninklijke Familie met al hun pracht en praal.

Vanaf het dakterras kijk je op de  symmetrische tuinen welke al ruim drie honderd jaar de uitstraling hebben die de eerste bewoners van het Paleis Het Loo, koning-stadhouder Willem de derde en Koningin Mary Stuart, voor ogen hadden.

Nadat we hier ook geruime tijd doorgebracht hebben strijken we nog even neer op een terrasje waarna we terugfietsen naar Beekbergen om uit te komen bij restaurant “bij Mark”, waar we heerlijk gegeten hebben. Tegen achten zijn we weer op de camping waar we nog lange tijd buiten kunnen zitten !

Verslag 12

Camping de Bosrand ligt midden op de Veluwe dus vandaag hebben we een prachtige fietstocht van bijna zestig kilometer door dit gebied gemaakt.

We komen weer langs de Loenense waterval, waar ook nog een kleinere variant te bekijken is, rijden door de Woeste Hoeve en  langs de militaire basis Deelen. Het bijbehorende museum is helaas alleen in het weekend open.

Ook fietsen we lange tijd, heuvel op en weer af, over de Posbank, behorende bij het Nationale Park de Veluwezoom.

Jammer genoeg is de heide nog niet in bloei maar wel zien we veel roze en wit vingerhoedskruid  én gele brem.

We spotten een hertje en later passeren we een grote groep Schotse Hooglanders op korte afstand.

Bij de Carolina Hoeve houden we geruime tijd pauze met een biertje en allerlei tapas (we zijn niet voor niets Levensgenieters !)

waarna we weer verder door de bossen fietsen over smalle paadjes die niet altijd verhard zijn.

Bij Beekbergen komen we onverwachts langs de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij waar we natuurlijk even halt houden om de mooie oude treinen te kunnen bewonderen.

Pas tegen zessen zijn we terug op de camping, weer hebben we een heerlijke dag gehad !

Verslag 13

Het is vanmorgen nog fris wanneer we vertrekken, maar we hoeven maar een half uurtje te fietsen voor we bij ons eindpunt Apelheul zijn. Vijf jaar terug zijn we hier voor het laatst geweest samen met mijn ouders, de kinder en kleinkinderen, maar toen hadden we meer belangstelling voor een paar andere “aapjes”: Stijn en Ruben.

Dit keer bekijken we alles uitgebreid, er zijn zo’n vijfendertig soorten apen in het park, met vaak de meest exotische namen, en ook nog diverse andere dieren.

Toch vind ik de mensapen het meest interessant, de gorilla en de orang-oetan en deze blijken ook heel slim te zijn.

In het nachtdierenverblijf zien we in het halfdonker een luiaard rustig hangend aan een tak en ook de capibara, een soort reuzencavia, wordt gespot.

In de vijf uur dat we er verblijven zien we tientallen verschillende apen en ik heb er heel wat op de foto gezet.

Het park is prachtig aangelegd en de dieren hebben alle ruimte.

Nadien rijden we terug naar de camping waar we nog een tijdje genieten van de zon voor we tegen half zeven weer onze fiets pakken om uit eten te gaan in Voorst. Op de eerste dag hier bij de Bosrand had Wim in het uitgebreide informatieboek van de camping al gezien dat zich in Voorst een “Ribhouse Texas”  bevindt al is het wel weer een half uur fietsen voor we daar zijn !

Het eten is er prima, ik heb zelfs enkele spare-ribs op, iets wat ik normaal nooit eet. Wanneer we tegen half tien terug rijden is het nog steeds helemaal licht en bij aankomst op de kampplaats blijkt dat we vandaag toch weer zo’n vijftig kilometer fietsend afgelegd hebben !           

Verslag 14

Gisteravond hebben we onze elektrische fietsen weer in de, vlakbij gelegen, schuur gezet waar ze opgeladen kunnen worden, een service waar we op de vorige camping in Drempt ook diverse keren gebruik van hebben gemaakt.  Vanmorgen (donderdag 8 juni) zijn we met volle accu’s in de E-bikes vertrokken voor een route van vijfenzestig kilometer, die rondom de Hoge Veluwe loopt.  Er zijn diverse kant en klare routes beschikbaar op de camping en dit is de derde en tevens laatste die we fietsen.

De tocht voert ons door allerlei bossen, langs Hoenderloo en Otterlo maar vooral het gedeelte door het gebied Planken Wambuis is erg mooi.

Onderweg zien we aardig wat campings en bungalowparken, de Veluwe is blijkbaar erg geliefd als vakantiegebied. Ook valt het ons op dat er overal veel wordt gesproeid: na een nat voorjaar heeft het nu al weken niet meer geregend en met veel wind en zon droogt de grond snel uit.

Via Schaarsbergen komen we tegen half vier weer terug bij de camping waar we de rest van de middag en avond relaxen, onze zitvlakken zijn een beetje beurs na al het fietsen en kunnen wel wat rust gebruiken ! We hebben hier de omgeving uitgebreid bekeken en enorm geboft met het weer.

Morgenvroeg verlaten we camping de Bosrand en gaan we weer enkele dagen “aan de Linge” staan, het wordt namelijk tropisch warm de aankomende tijd dus dan is een plek aan het water ideaal. Ook kan Dennis dan zaterdagavond naar een personeelsfeestje nu we zo dicht bij huis zijn, maar natuurlijk gaan we morgen eerst naar Vreedenhoff om te kijken hoe het nu met mijn ouders is !

Verslag 15

Het is inmiddels donderdag 15 juni, we zijn bijna een week op de camping Aan de Linge gebleven, waar het goed toeven was met het hete weer.

Diverse dagen kwam de temperatuur ruim boven de dertig graden uit, we zijn dan ook vrij lui geweest. Dennis is heel wat keren het water in gesprongen om af te koelen, Wim en ik pakten meestal even de plantenspuit ! De fiets werd alleen gebruikt voor een korte trip en ritjes naar de supermarkt.

Onze vrienden Gerrit en Hermien zijn nog een dagje op bezoek geweest en met alle buren op de kampplaats hebben we leuk contact, de tijd is omgevlogen.

Vanmorgen zijn we weer huiswaarts gekeerd:  ik ben een uurtje naar aerobic geweest, de was van twee weken is weer gedaan en de mannen zijn nu naar hun gezellige kooravond. Natuurlijk zijn we ook nog twee keer bij mijn ouders geweest, vandaag zelfs met onze oldtimer.

Mijn moeder brengt de meeste tijd op bed door en is erg moe, maar ze kent ons nog wel en vindt het leuk wanneer we er zijn. Mijn vader daarentegen leeft helemaal in het verleden en weet, helaas,  inmiddels niet meer wie we precies zijn, maar ik heb m’n ouders nog en we blijven ze bezoeken.

Na één nachtje thuis vertrekken we weer en gaan naar Cas en Anja, waarmee we begin dit jaar tien weken rondgetrokken hebben door Australië, ik weet zeker dat het daar weer heel gezellig gaat worden ! 

Verslag 16

We hebben een paar heel gezellige dagen gehad bij Cas en Anja in Veldhoven. Onze camper, waar we gewoon in sliepen, stond op hun oprit en Dennis had zijn matras uit z’n auto gehaald en heeft hierop in de garage geslapen, waar het redelijk koel was.

Beide dagen hebben we fietsend de omgeving bekeken en vooral door mooie natuurgebieden gereden zoals Vlasroot, Leenderbos en Meertjesven, namen waar we nog nooit van gehoord hadden.

Ook hebben we volop genoten van hun prachtige tuin waar ’s avonds de barbecue aanging gevolgd door een kampvuurtje.

Natuurlijk hebben Wim en Cas weer samen geklust, dit keer aan de fietsen en alles doet het weer perfect.

Na onze tweede fietstrip hadden we bijna honderd kilometer extra op de teller staan en ’s avonds wordt dan ook de auto gepakt om naar een “all you can eat”-restaurant in Eindhoven te rijden, waar we diverse uren doorbrengen.

Later op de avond kijken we, met volle buiken, buiten in de tuin de film van onze trip door Australië en worden er weer heel wat herinneringen opgehaald. 

Vanmorgen (zondag 18 juni: Vaderdag en onze 43ste trouwdag) zijn we rond het middaguur weer vertrokken uit Veldhoven richting Best, waar het oorlogsmuseum Bevrijdende Vleugels te bezoeken is.

Het bevindt zich op het terrein waar op 17 september 1944 luchtlandingen plaatsvonden tijdens de Operatie Market Garden en in verschillende hallen worden de bezetting, de onderdrukking en de uiteindelijke bevrijding uitvoerig belicht door middel van foto’s, diorama’s, voertuigen en vliegtuigen.

We kunnen een Dakota van binnen bekijken en ook mogen we alle drie met een simulator een vliegtuig besturen, wat veel moeilijker is dan gedacht.

Tegen vieren rijden we naar Boerderij-Camping “de Kommer” gelegen aan de rand van Loon op Zand. Hier gaan we de komende dagen doorbrengen en de omgeving verkennen en natuurlijk gebruiken we hierbij onze fietsen weer !

Verslag 17

Het is nog steeds prachtig weer en omdat we ’s morgens al meteen in de zon zitten zijn we eerst een tijdje bezig geweest om schaduw te creëren.

Nadien zijn we fietsend op pad gegaan naar het Nationale Park Loonse en Drunense Duinen. Iets voor de plaats Loon op Zand staat een mooi wit kasteel waarvan de eerste muren al dateren uit de veertiende eeuw.

Zodra we in het Nationale Park zijn zien we een grote kudde schapen en even later rijden we langs een mooi vennetje dat in de crisisjaren 1929-1940 gegraven is door werklozen en nu nog altijd in de winter dienst doet als (Kaatsheuvelse) IJsbaan.

In de omgeving worden veel asperges gekweekt en bij een winkeltje nemen wij dan ook, waarschijnlijk voor het laatst dit jaar, nog een keer dit “witte goud” mee.

Vlakbij Cromvoirt en Vught ligt “de IJzeren Man”, een recreatieplas, genoemd naar de stoombaggermolen die hem groef, waar het zelfs op maandag vrij druk is vanwege het mooie weer.

Onze tocht van vandaag is zo’n veertig kilometer en onderweg zien we veel manèges, ook bij onze kampplaats zijn diverse stallen met paarden.

Pas tegen vijven zijn we terug op de camping waar we nu gelukkig in de schaduw kunnen zitten en natuurlijk komt ons favoriete spel Carcassonne weer tevoorschijn. Wim kookt uitgebreid en maakt een heerlijke wokschotel met asperges, zoete aardappels en varkenshaas, ik bof maar met zo’n kok !!

Verslag 18

Heel dicht bij onze kampplaats bevindt zich recreatiestrand “Het Blauwe Meer” en omdat het vandaag zo benauwend warm is willen we daar even gaan kijken, we hebben zelfs onze zwemkleding meegenomen. Er ligt wel een snelweg tussen, dus je kunt er niet rechtstreeks naartoe, maar na een kwartiertje fietsen staan we bij een prachtig strand dat helaas in particuliere handen is: er worden vaak besloten feestjes gegeven en pas vanaf 15 juli is het voor iedereen geopend, maar dan moet er wel zes euro per persoon betaald worden.

We maken maar een tochtje in de omgeving en staan ineens voor het hotel behorend bij de Efteling.

Ook fietsen we langs het pretpark waar mensen  in de zinderende hitte staan te wachten tot ze van de stalen achtbaan Python gebruik mogen maken om enkele keren over de kop te gaan, mij niet gezien ! Via het mooie Nationale Park waar we gisteren ook waren gaan we terug naar de camping want er wordt slecht weer voorspeld (code oranje), maar ook hier is het natuurlijk erg benauwd. We zijn halverwege een spelletje Carcassonne, zittend in de schaduw, wanneer het noodweer losbarst: ineens begint het heel hard te waaien en te stormen en de tafel is binnen een tel kletsnat, ook alle kaartjes van ons spel !

Rondom ons wordt het één waterballet en lopen we te soppen in onze sandalen. Na enige tijd is het even droog maar de bui komt nog twee keer, in mindere mate, terug.

Ik heb binnen alle kaarten gedroogd en later doen we gewoon weer onder de luifel een nieuw spelletje Carcassonne, ook hadden we ineens wel heel dichtbij een poeltje om in af te koelen !!

Verslag 19

Het heeft gisteren tot middernacht geplensd, wat wel een lekker geluid was op de luifel, maar al die tijd konden we gewoon buiten zitten want koud was het totaal niet. Vanmorgen scheen de zon weer volop alleen is het nu gelukkig minder benauwd.

Natuurlijk worden de fietsen weer gebruikt en onze bestemming is Kamp Vught waar we via een mooie route door onder andere Udenhout terecht komen.

Nationaal Monument Kamp Vught is een voormalig concentratiekamp waar tussen januari 1943 en begin september 1944  ruim 31.000 mensen voor kortere of langere tijd gevangen hebben gezeten. Naast duizenden Joden zaten er politieke gevangenen, verzetsstrijders, Sinti en Roma (zigeuners), Jehova’s getuigen, criminelen, homoseksuelen en zwervers. Voor de Joden was Kamp Vught een doorgangskamp, de meeste Joden werden gedeporteerd naar het Drentse Westerbork en vandaar naar de Duitse vernietigingskampen in Polen. In totaal verloren 749 mensen in Concentratiekamp Vught het leven.

We hebben er diverse uren doorgebracht, er is een introductiefilm, via audio krijg je allemaal verhalen van overlevenden te horen en ook kun je oude barakken, het Crematorium, de wachttorens en het kindergedenkteken bekijken. Het was een echt werkkamp dus kinderen waren alleen maar lastig en werden daarom gedeporteerd !

Het is allemaal zeer indrukwekkend, helaas is er nog niet veel veranderd en woedt er nog steeds oorlog, zelfs in Europa !

Op de terugweg komen we langs het Nationaal Militair Museum waar, vanwege het 275 jarig bestaan van de Genietroepen, een expositie over bruggenbouwers te zien is. We wandelen over het buitenterrein en maken nog wat foto’s maar zitten eigenlijk nog vol emoties over wat we allemaal gezien en gehoord hebben in Kamp Vught.

Even later passeren we de recreatieplas de IJzeren Man en hier houden we pauze in de schaduw met uitzicht op het meer.

Later neemt Dennis zelfs nog een duik in het heldere water, Wim en ik houden het bij “pootje baden”.

Daarna hebben we nog een flinke afstand af te leggen en weer fietsen we door de Loonse en Drunense Duinen, we hebben alle fietspaden van het Park inmiddels wel gehad.

Ook nu hebben we weer zo’n vijfenveertig kilometer fietsend afgelegd !

Verslag 20

Gisteren zijn we de camping niet afgeweest, het heeft bijna de hele dag geregend en flink ook ! De boeren zullen wel blij zijn na ruim een maand droogte, maar in Valkenburg, waar de straten en terrassen blank stonden, komen de nare herinneringen weer boven van twee jaar geleden toen daar alles overstroomd was, gelukkig is het dit keer minder erg !

Zo’n vijftien kilometer van de kampplaats bevindt zich Safaripark Beekse Bergen en omdat het al heel lang geleden is dat we daar geweest zijn fietsen we er vanmorgen, met zonnig weer, naartoe.

Daar aangekomen gaan we eerst op bootsafari en zien diverse neushoorns, kamelen en enkele jakken, maar vooral veel ooievaars die  er hun nest met jongen hebben.

Je kunt met de auto door het park rijden (maar wij zijn op de fiets !) of lopend het hele gebied verkennen en zó zie je eigenlijk het meest. Er is net een roofvogelshow aan de gang wanneer we met de boot aanleggen en zien daar gieren, arenden en prachtige kraanvogels.

Natuurlijk bevinden zich in het park allerlei soorten apen, maar ook leeuwen, nijlpaarden en verschillende herten zijn er te bekijken.

Het is vandaag gezellig druk: we zien grote groepen kinderen die schoolreisje hebben en ook veel jonge gezinnen.  We verblijven lange tijd bij de tientallen bavianen die allerlei capriolen uithalen en waar duidelijk zichtbaar is wie de leider is.

De zebra’s, gnoes en giraffen ontbreken ook niet en zelfs de olifant en de wilde hond worden gespot.

Toch zien we deze dieren veel liever echt in het wild !!

Verslag 21

We zijn vanmorgen verhuisd naar een volgende camping, maar wel met een grote omweg. Het was namelijk alweer een week geleden dat we mijn ouders bezocht hadden, dus zijn we eerst naar het verzorgingstehuis in Arnhem gegaan. We kwamen mijn vader tegen op de gang, hij herkende ons meteen en was blij ons te zien. Samen zijn we naar mijn moeder gelopen en ook zij begon gelijk te lachen toen ze ons zag.

We zijn een uurtje gebleven en toen naar camping de Bloksberg bij Gennep gereden, gelegen in de kop van Limburg. Deze kampplaats heeft een natuurbad van vijf hectare dat ook nog eens uitgeroepen is tot het helderste en schoonste water van Nederland. Helaas mag Dennis met zijn auto niet bij ons op de plaats staan en heeft hij een plekje achteraf (nr. 38), maar hij hoeft er alleen maar te slapen en kan er op de fiets naartoe.

Wij staan de eerste nacht in de buurt van de kantine (nr. 6) en verhuizen morgen naar een prachtige plek met uitzicht op het water (nr. 1), waar we tot donderdagmorgen verblijven.

We hebben de camping al helemaal rondgewandeld en zijn zelfs alle drie het water in geweest, want de temperatuur loopt weer aardig op.

Morgen wordt het tweeëndertig graden en ik weet zeker dat we dan diverse keren een duik in het heldere, verkoelende water zullen nemen ! 

Verslag 22

Gisteren (zondag 25 juni) konden we tegen de middag terecht op ons nieuwe, mooie plekje met uitzicht op het meer en nadat we alles, binnen een half uurtje, weer opgebouwd hadden zijn we gauw het water ingegaan om af te koelen, want het is inmiddels drieëndertig graden in de schaduw , één van de warmste dagen tot nu toe dit jaar ! 

De hele middag lopen we regelmatig even naar het meer om te zwemmen waarna we weer onder de extra lange luifel gaan zitten, waar we het goed uit kunnen houden ! 

Tot ruim na middennacht verblijven we buiten, we kunnen zelfs een kaartspelletje doen want er is totaal geen wind !  Na een warme nacht is het vanmorgen toch een stukje afgekoeld naar zo’n vierentwintig graden, prima fietsweer !

We rijden weer een prachtige route en komen door dorpjes waar we nog nooit van gehoord hebben (Ven-Zelderheide !) en rijden zelfs een stukje door Duitsland bij Reichswald. Nadat we langs de Sint Jansberg zijn gereden komen we uit bij Plasmolen.

(Dennis heeft een lifter !)

Hier bekijken we de Mookerplas en de Zevenbergen, waar we jaren terug met onze zeilboot een paar dagen gelegen hebben.

Op de terugweg komen we langs Vesting ’t Genneperhuis, een historische plek die al rond 900 na Chr. is opgericht en lange tijd een verdedigingspost is geweest. Nu restten nog enkele ruines en een uitkijkpunt over de Maas.

Nadat we in het leuke plaatsje Gennep boodschappen hebben gedaan keren we terug naar de camping, waar het na het drukke weekend nu heel rustig is.

Dennis en ik gaan nog een keer zwemmen en ’s avonds gaat de barbecue aan en etend kijken we weer uit op het prachtige meer !

Verslag 23

Het is nog steeds mooi en droog weer dus gaan we nog een keer fietsend op pad: via Heijen rijden we zuidwaarts naar Afferden waar we met de pont de Maas oversteken.

Hier zien we een zelfgebouwde woonwagen staan met een tractor ervoor en we maken nog even een praatje met de trotse eigenaar.

Iets noordelijker ligt het sluis- en stuwcomplex Sambeek, één van de zeven Maasstuwen die ervoor zorgen dat de Maas bevaarbaar blijft. We blijven een tijdje staan kijken naar de drie sluizen waar vrachtschepen en pleziervaart zo’n drie meter zakken of stijgen, altijd weer interessant om te zien.

Via Boxmeer, een vrij grote stad waar net een Kermis opgebouwd staat zodat je het mooie van de plaats niet meer ziet, fietsen we naar Beugen en Helbroek.

 ( In dit gebied waren vroeger veel varkenshouderijen, inmiddels zijn deze bedrijven opgeheven,

dit is ” ’t Lèste Vèrke” )

Hier bevindt zich een prachtig natuurgebied : de Vilt waar we door middel van fietsknooppunten doorheen rijden.

Bij Gennep steken we de Maas weer over via een lange brug en zien in het centrum van de stad een oude locomotief staan (gerestaureerd Pruisisch model uit 1924), het enige wat over is van het “Duits Lijntje”: grensstation Gennep dat tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest is en daarna nooit meer opgebouwd is.

Voorlopig was dit onze laatste fietstrip, inmiddels hebben we ruim acht en een half honderd kilometer fietsend afgelegd de afgelopen weken, maar voor morgen is er veel regen voorspeld (we zullen dan wel veel spelletjes doen onder de luifel !) en overmorgen gaan we naar huis. Dennis heeft nog bijna twee weken vakantie maar de weersvooruitzichten zijn niet zo gunstig: de komende week gaat het elke dag regenen……… het kan echter zo maar zijn dat we binnenkort toch weer op pad gaan !!

Verslag 24

We zijn een week thuis geweest waarin het regelmatig heeft geregend en zelfs de krachtigste zomerstorm in Nederland ooit gemeten voorkwam. De schade door de vele omgewaaide bomen wordt geschat op tientallen miljoenen euro’s ! We hadden deze dagen mooi de tijd voor allerlei afspraken en ook is de camper helemaal in de was gezet.

Maar nadat de mannen gisteravond met het koor een heel leuk optreden hebben gehad in verzorgingstehuis het Vrijthof in Tiel zijn we vanmorgen weer met onze auto’s vertrokken richting de Achterhoek, waar we net na de middag aankomen bij camping de Vlierhof in Eibergen. We hebben er een mooi plekje aan het water alleen slaapt Dennis dit keer in een tentje omdat auto’s niet toegestaan zijn op de kampplaats.

Voor de komende dagen is er erg warm weer voorspeld dus gaan we ’s middags gelijk op pad om nog iets te bekijken, namelijk het Achterhoekse Openluchtmuseum Erve Kots, waar we via een audiotour uitleg krijgen hoe de Saksische boer vroeger leefde en werkte.

We zien een “Los Hoes”: een huis zonder kamers waarin mensen en dieren samen leven in één grote open ruimte, Boerderij Kots, een bakhuis, een oliemolen, een zagerij en nog veel meer.

Het is allemaal heel leerzaam en erg mooi opgezet !

We wandelen er enkele uren rond en strijken dan neer op een terrasje behorende bij Erve Kots waar we een heerlijke pannenkoek eten, natuurlijk met een biertje erbij.

Wanneer we tegen de avond terug zijn op de camping is het er nog goed warm en gaat Dennis meteen het water in.

En weer kunnen we de hele avond buiten zitten, iets wat deze vakantie heel vaak mogelijk is !

Verslag 25

Het was gisteren (zaterdag 8 juli) met drieëndertig graden de, tot nu toe, heetste dag van het jaar en we zijn dan ook de camping niet afgeweest. Met zo’n prachtig meertje voor de deur kun je geen betere plek hebben om te verblijven !

We zijn heel wat keren het water ingedoken voor verkoeling en hebben verder weinig ondernomen.

Vanmorgen hebben we onze fietsen weer gepakt om wat van de omgeving te bekijken: vlakbij Eibergen bevindt zich de Mallumse Molen, een al vanaf 1424 bestaande watermolen die er, na restauratie, nog steeds prachtig bijstaat. Samen met het tegenover liggende Muldershuis en een schuur staan deze drie gebouwen op de lijst van rijksmonumenten.

We vervolgen onze weg richting de plaats Neede waar we een “rondje Neede” rijden en zo langs allerlei leuke plekjes komen.

We willen echter niet te lang onderweg zijn want er wordt hevig onweer voorspeld met code oranje !

Eenmaal terug op de camping plonzen we eerst het water in want het is flink benauwd en weer ruim boven de dertig graden !

Pas tegen zessen komt de langverwachte regen al valt het heel erg mee en zitten we binnen een half uur alweer buiten. Het is in ieder geval wél lekker opgefrist al wordt het morgen gewoon weer vijfentwintig graden !

Verslag 26

Het weer  is helemaal opgeklaard: het benauwde is weg, een prima temperatuur om de fiets te pakken. We rijden een stuk van de “Flamingoroute” die gedeeltelijk door Duitsland gaat en beginnen hiermee in de plaats Eibergen dat onderdeel is van de gemeente Berkelland.

De rivier de Berkel stroomt in het oosten het land binnen en mondt in Zutphen in de IJssel uit en net als gisteren zien we deze rivier vandaag diverse keren meanderend door het fraaie landschap gaan.

We passeren vele rogge- en maïsvelden, waarvan de laatste al bijna op manshoogte zijn.

In Rekken komen we langs de Piepermolen uit 1796, genoemd naar de laatste molenaar die hier beroepsmatig werkte, in 1970 is deze grondig gerestaureerd en weer maalvaardig gemaakt.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 7-4.jpg

En dan ineens staan we bij het natuurreservaat Zwillbrocker Venn en zien we in de verte de meest noordelijke flamingo kolonie van Europa in het water staan. Nu baal ik dat ik mijn fototoestel op de camping heb laten liggen, met de telefoon kan je prima foto’s maken, maar niet goed inzoomen !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 8-3.jpg

De route blijft afwisselend en nadat we een tijdje over smalle bospaadjes hebben gereden moeten we noodgedwongen stoppen vanwege een omgevallen boom, waarschijnlijk veroorzaakt door de storm van gisteren.

Nadat we onze fietsen er één voor één overheen getild hebben komen we even later uit bij het Haaksbergerveen, een prachtig natuurgebied met hoogveen en diverse vennetjes, ook staat de heide al een beetje in bloei.

We komen nog een keer langs de Mallumse Molen en wanneer we tegen vieren terug zijn op de camping hebben we vijfenzestig kilometer afgelegd en alle drie een “zere kont”!

Voorlopig was dit ook de laatste fietstocht want morgen gaan we weer naar huis: voor Dennis zit de vakantie er dan op, al hebben we nog wel enkele leuke trips in het vooruitzicht ! We hebben weer genoten van de gemoedelijke Achterhoek waar iedereen je gedag zegt en alles nét iets langzamer lijkt te gaan !

Verslag 27

Omdat we nu toch in de buurt van Winterswijk verblijven zijn we vanmorgen, nadat we de camping verlaten hebben, eerst naar Obelink Vrijetijdsmarkt gereden waar ze alles op het gebied van kampeer- en outdoorartikelen hebben. Ons gasstel begint raar te doen en ook hebben we nog wat andere kleine dingen nodig. Ze claimen de grootste van Europa te zijn en de zaak is inderdaad enorm groot en erg uitgebreid, het is er dan ook gigantisch druk. Voor je het weet kom je met veel meer thuis dan de bedoeling is, Dennis koopt er bijvoorbeeld nieuwe sandalen en wij een tafeltje bij het nieuwe gasstel !

Nadien rijden we naar Ruurlo waar in de bosrijke omgeving van de Achterhoek het rijksmonument kasteel Ruurlo (1326) ligt, omringd door een mooie Engelse landschapstuin.

Tegenwoordig is er een museum in gevestigd met werken van grootmeester Carel Willink (1900-1983), de opstelling van zijn schilderijen toont de ontwikkeling van een zoekende  kunstenaar die zich later weet te ontplooien als de nooit geëvenaarde schilder, die ontzettend gedetailleerd werk levert.

(Wat een perfectie !)

Ook zijn er prachtige creaties te zien van modeontwerpster Fong Leng, speciaal gemaakt voor Mathilde Willink, zijn derde en veel jongere vrouw.

Nadat we nog een rondje om het prachtige kasteel gelopen hebben gaan we huiswaarts waar we tegen vijven aankomen. Het is nog steeds prima weer, zo rond de dertig graden. Wat hebben we geboft al die weken, ik denk dat we slechts één dag regen hebben gehad en dat in Nederland ! We zijn de komende dagen thuis, maar in het weekend staan we weer vier dagen op vakantiepark de Krakeling in Zeist, waar we een ware familiereünie hebben, ik zie zelfs mijn oudste zus weer na drie en een half jaar….. wordt vervolgd.   

Verslag 28

Het is weekend (zaterdag 15 juli), Dennis heeft alweer volop gewerkt maar voor de laatste keer gaan we samen met onze campers op pad naar vakantiepark de Krakeling, waar morgen een ware familiereünie plaats vindt. Tegen half twaalf komen we aan en nadat we alles opgebouwd hebben en “een bakkie leut” gedaan hebben met m’n zus, zwager en zijn moeder, die hier samen al bijna twee weken verblijven, pakken we onze fietsen om naar Soesterberg te rijden waar het Nationaal Militair Museum staat.

Hier komen verleden, heden en toekomst van de Nederlandse krijgsmacht tot leven door middel van verhalen, activiteiten en actuele exposities.

Ook zijn er volop tanks, vliegtuigen en ander materiaal te zien en mogen we zelfs meerijden in een militaire wagen.

De F-16 wordt uitgebreid belicht, het vormt dan ook het belangrijkste deel van de slagkracht van de Koninklijke Luchtmacht.

Tegen vijven verlaten we het museum want er komt een heel donkere lucht opzetten en we willen wel voor de regen losbarst op de camping zijn. Achteraf valt het allemaal erg mee en blijft het bij een regenbui en enkele windstoten, wel is het een stuk afgekoeld.

De afgelopen week zijn we, samen met mijn zus Margriet, twee keer bij onze ouders geweest: ze gaan beiden hard achteruit en herkennen ons niet meer.

Mijn oudste zus Clary, die ik morgen na drie en een half jaar weer zie, heeft ze vandaag bezocht en schrok hoe erg ze achteruit gegaan zijn sinds de laatste keer dat zij ze zag, vorig jaar september. Ze worden gelukkig de hele dag goed in de gaten gehouden door het verzorgend personeel en we krijgen regelmatig berichten over hun toestand, maar het blijft allemaal erg zorgelijk. Doordat we niet naar Engeland en Ierland zijn gegaan hebben we ze in ieder geval de afgelopen maanden heel wat keren kunnen bezoeken !

Verslag 29

We hebben gisteren een heel gezellige dag gehad met de hele familie, al misten we natuurlijk onze ouders en hebben we veel over hen gesproken.

Ook leek het net of ik mijn oudste zus en zwager pas geleden nog gezien had, het was meteen weer zo vertrouwd, wat ook komt door al het whats-appen wat we samen doen.

We hebben echt geboft met het weer, behalve een paar spatjes is het de hele dag droog geweest en rond de tweeëntwintig graden.

Vanmorgen zijn we met z’n drieën weer fietsend op pad gegaan en hebben ruim zeventig kilometer afgelegd. De route was heel afwisselend net als het weer: af en toe scheen de zon maar we zijn helaas ook verschillende keren nat geregend, al reden we vaak onder de  bomen die toch een heleboel water opvangen. We zijn eerst naar de piramide van Austerlitz gereden die zich op slechts enkele kilometers van de camping bevindt. Het monument bestaat uit een met gras beklede piramidevormige zandheuvel van 40 bij 40 meter met een stenen obelisk erop, de totale hoogte is 33 meter. Hij is in 1804 gebouwd door soldaten van Napoleon op een van de hoogste punten van de Utrechtse Heuvelrug.

Even later rijden we over de oude landingsbaan van vliegbasis Soesterberg en komen we weer langs het Militair Museum dat we zaterdag bezocht hebben.

Ook fietsen we door de Soesterduinen waar nog enkele oude bunkers liggen.

Ik wilde graag Paleis Soestdijk bekijken, dat op de route ligt, maar helaas staat deze helemaal in de steigers en is er nu niets van te zien.

Wel staan er veel mooie, oude huizen rond de Utrechtse Heuvelrug en passeren we Kasteel Groeneveld.

Ook Zeist heeft een kasteel,  het zeventiende-eeuwse Slot Zeist met het Broeder- en Zusterplein, deze doet tegenwoordig dienst als trouwlocatie en er worden  muziek- en theatervoorstellingen georganiseerd.

Pas tegen half zes zijn we terug op de camping met fietsen die onder de modder zitten van alle natte bospaadjes waar we over gereden hebben, maar met een spuitende waterslang krijgen we ze weer mooi schoon.

We doen vanavond heel makkelijk met het eten: er staat (iedere maandagavond) een pannenkoekenkraam op de kampplaats en met z’n zessen eten we daar ieder enkele heerlijke pannenkoeken met appel, kaas en spek !

Morgen maken we er een luie dag van en keren tegen de avond terug naar huis, dan zit de vakantie van Dennis er toch écht op !!

Inmiddels is mijn moeder 25 juli overleden en op 1 augustus, na een mooie, persoonlijke uitvaartplechtigheid, gecremeerd.

Australië 2023 met Cas en Anja

11000 kilometer gereden in 10 weken tijd lees hieronder ons verslag met 2000 foto’s

Verslag 1

Alhoewel we pas twee maanden geleden terug zijn gekomen uit Australië van een schitterende trip door de binnenlanden en langs de westkust, reizen we nu weer af naar Down Under om, samen met Cas en Anja, de zuidkust van dit fascinerende land te gaan onderzoeken. In tien weken tijd reizen we van Perth naar Adelaide, onderweg van alles bekijkend.

Gistermorgen (maandag 16 januari) zijn we vanuit Düsseldorf vertrokken en zijn via Dubai met de Emirates naar Perth gevlogen, waar we tegen vijven ’s middags (17 januari) aankomen. (Het is hier zeven uur later dan in Holland !)

Nadat we even enkele boodschappen hebben gehaald rijden we naar Banksia Tourist Park, waar we vorige keer de laatste dagen van de reis gestaan hebben en toen al gereserveerd hadden voor vandaag.

Ruim na negenen zijn onze koffers allemaal uitgepakt en hebben de meeste spullen een plek gekregen, voor vandaag is het genoeg geweest !

We nemen nog een biertje en duiken dan ons bed in, morgen ruimen we de laatste dingen wel op !

Verslag 2

De eerste nacht in Australië verloopt meteen stormachtig, we liggen regelmatig te schudden in ons bed. Deze onbestendige wind noemt men hier: Fremantle Doktor, ik heb geen idee waarom. Toen wij in 2015 onze huidige camper in Perth kochten hadden wij de luifel uitgezet zonder lijnen eraan, ’s nachts is deze helemaal over de camper gewaaid en waren de stokken gebroken (Wim heeft het gelukkig kunnen repa-reren !). Sindsdien gebruiken we altijd scheerlijnen, de daktent waar Cas en Anja in slapen was ook helemaal verankerd, wat ook zeker nodig was. Toch hebben we alle vier haast niet geslapen vanwege de harde windstoten en het klapperen van het tentdoek. Om half zes stonden we alweer naast ons bed en later hebben we buiten ontbeten, al vlogen de mokken en borden af en toe van de tafel !

Nadat we voor vier dagen levensmiddelen hebben gekocht én een topper voor in de daktent, zodat Cas en Anja iets zachter liggen, rijden we zo’n zeventig kilometer noordelijk naar Yanchep N.P., waar Anja eindelijk koala’s ziet, ook al zitten ze wel hoog in de boom. (De vorige trip heeft ze er geen één gezien, wat ze erg jammer vond !) In het park leven veel soorten vogels en de kangoeroes hippen er vrolijk rond.

We verblijven hier vannacht en tegen vijven gebruiken we de barbecue van de kampplaats om zo uit de wind, met uitzicht op een groep kangoeroes, te kunnen eten.

Anja en Cas gaan nog een keer naar de koala’s in de hoop dat er één wakker is (deze dieren slapen zo’n twintig uur per dag !) en ze hebben geluk, enkele zijn zelfs van de eucalyptusbladeren aan het eten.

Vanavond liggen we vroeg op bed, even slaap inhalen van de afgelopen dagen ! (als de wind het toelaat !)

Verslag 3

Het was vannacht bijna windstil en we hebben dan ook allemaal uitgebreid de slaap ingehaald van de afgelopen dagen.  Tijdens het ontbijt hippen de kangoeroes nog vrolijk rond, maar zodra het warmer wordt verdwijnen ze naar schaduwrijkere gebieden. Wij trekken ook weer verder en gaan eerst naar de kustplaats Lancelin met z’n prima surfgolven en natuurlijk de witte duinen waar je het stuifzand op ziet waaien.

Ook wij  klimmen een duin op om er later weer af te rennen, je wordt weer helemaal kind !

Vervolgens  rijden we naar Namburg N.P., bekend van de Pinnacles: bizarre kalkstenen zuilen.

Je kunt hier een zes kilometer lange rit door het park maken en Anja en Cas rijden voorop, wij hebben het al vijf keer eerder gezien. Cas zit achter het stuur zodat Anja kan filmen en foto’s maken en niet elke keer hoeft uit te stappen, het is vandaag bijna veertig graden, dus de airco staat nu wel aan. Helaas gaat er iets mis bij een parkeerplek: Cas rijdt per ongeluk achteruit en komt (gelukkig vrij zachtjes) tegen onze camper aan, met als gevolg een aardige deuk ! Nu  heeft de Nissan aan twee kanten een “kusje” gehad, tijdens de vorige trip ging Wim met achteruit rijden tegen de voorkant aan !

Nadien gaan we naar het vlakbij gelegen Cervantes waar we heerlijk afkoelen in zee. (In Nederland is het nu rond het vriespunt en ligt er sneeuw !)

Dan wordt het tijd om een overnachtingsplek te zoeken, we rijden weer een stukje landinwaarts en komen uit bij Namburg Station Stay, een alternatieve kampplaats, die tevens boerderij is met landbouw en veeteelt.

We zien er schapen, koeien, emoes, paarden en een alpaca.

Weer staat er een stevige wind, die we nu goed kunnen gebruiken, want om zeven uur ’s avonds is het nog ruim dertig graden !

Verslag 4

We hebben vandaag weer iets heel anders gedaan: na honderd vijf en zeventig kilometer rijden komen we aan bij de benedictijner missiepost New Norcia, waar we ruim op tijd zijn voor de twee uur durende rondtoer die start om elf uur.  

De post werd in 1846 gesticht door de Spaanse monnik dom Rosendo Salvado en zijn missie was de Aboriginals te bekeren, hun Europese landbouw te leren en te redden van vervolging. De zachte aanpak van het klooster werkte goed bij de locale Yued bevolking en leverde in de 19e eeuw een harmonieus landbouwdorp op. De graanmolen die in 1879 openging draait nog steeds, het is de oudste werkende molen in West Australië.

De unieke mix van Byzantijnse, gotische en klassiek Spaanse bouwkunst is een exotisch contrast met de tarwevelden en het Australische struikgewas rondom New Norcia.

Veel kinderen, zowel Aboriginals als Australische, zijn hier groot gebracht met lezen, schrijven, rekenen en religie, en daarnaast mochten ze een vak leren. Rond de eeuwwisseling verschoof de nadruk naar het onderwijs van Europese kinderen waar de ouders voor moesten betalen.

Er wonen nog steeds zes monniken in het klooster en deze is daarom niet toegankelijk voor publiek. Wel zien we de Abbey Church, de graanmolen, twee colleges en het prachtige museum.

Rond half drie verlaten we de prachtige plek weer en rijden nog ruim honderd dertig kilometer richting Kalgoorlie. De temperatuur ligt weer rond de veertig graden dus in de auto is het goed toeven met de airco aan. Tegen vieren stoppen we bij het plaatsje Meckering, waar in 1968 een aardbeving heeft plaatsgevonden met een kracht van 6.9.

We mogen hier gratis staan aan de rand van het tegenwoordig welvarende, slaperige dorpje !

Verslag 5

Gisteravond hebben we voor het eerst deze reis het leuke spel Mexican Train gespeeld, toen we tegen middernacht klaar waren was het nog steeds negenentwintig graden !

Vanmorgen hebben we bijna drie honderd kilometer afgelegd en tegen enen komen we aan bij Karalee Rocks, in vroeger tijden (rond 1890) een plek waar water opgevangen werd in een reservoir bestemd voor stoomtreinen richting de goudvelden.

Je kunt nog altijd zien hoe regenwater via granieten rotsen en stenen muurtjes uitkwam bij een metalen aquaduct en zo terecht komt in een natuurlijk meer waar zo’n vijftig miljoen liter water opgeslagen kon worden, heel interessant. Helaas gaat het bij Anja mis wanneer ze een vrij steile wand op wil lopen: ze glijdt uit en heeft meteen bebloede knieën, toch gaat ze daarna mee om de omgeving te bekijken.

We besluiten om niet verder te reizen maar hier te overnachten, waardoor we een heel relaxte middag hebben.

Wim en ik doen een spelletje Carcassonne en later houden we uitgebreid happy hour.

Pas tegen half acht zitten we aan de avondmaaltijd, helemaal tevreden met hoe onze reis tot nu toe verloopt !

Verslag 6

Na honderd vijftig kilometer rijden komen we in de loop van de morgen aan in Kalgoorlie-Boulder, waar in 1893 voor het eerst goud gevonden werd door de Ier Paddy Hannan, waarna het gebied al gauw overspoeld werd door goudzoekers.

En in tegenstelling tot andere gebieden waar goudvelden snel uitgeput raakten, bevindt zich hier tegenwoordig de op één na grootste open mijn van de wereld (alleen in China is een nog grotere !) waar jaarlijks 600.000 tot 800.000 ounces goud geproduceerd wordt. We gaan eerst naar het informatiecentrum waar we, naast de bezienswaardigheden die ik zelf al had gevonden, enkele leuke tips krijgen.

Nadat we het oude centrum te voet hebben bekeken, rijden we naar de “super pit” goudmijn die 3,8 kilometer lang is en 1.35 km. breed en zo’n 500 meter diep.

Het geheel is dan ook erg indrukwekkend: je ziet gigantische vrachtwagens die meer op dinky toys lijken maar wel ruim 200 ton erts per keer vervoeren.

Nadat we de “canyon” uitgebreid bekeken hebben gaan we verder naar “Bush Two-up” gelegen aan de rand van de stad. Hier zien we, in een soort golfplaatamfitheater een uitbundig gokspel waarbij gewed wordt over twee opgegooide munten. Dit gaat gepaard met grof geld en we kijken onze ogen uit hoe honderden dollars steeds wisselen van eigenaar.

Vervolgens rijden we naar Hammond Park, de tweede tip van het infocentrum, waar we een verlate lunch gebruiken en daarnaast ook emoes, kangoeroes, parkieten en pauwen zien.

Nadat we bij Mount Charlotte Lookout het reservoir van negen miljoen liter water gezien hebben en tevens de pijpleidingen die vijf honderd zestig kilometer hebben afgelegd van Mundaring Weir bij Perth tot Kalgoorlie, wordt het tijd om naar onze overnachtingsplaats: Lake Douglas te rijden, waar we rond half vijf aankomen.

Weer staan we voor noppes op een prachtige plek in de bush met slechts op ruime afstand enkele andere kampeerders.

Tot bedtijd zitten we buiten in onze korte broek en hemdje met boven ons een prachtige, heldere sterrenhemel !

Verslag 7

Vandaag is Dennis zevenendertig jaar geworden, we hebben dit vorige week al gevierd, maar hebben hem vanmorgen om zeven uur (in Nederland twaalf uur ’s nachts) gebeld om te feliciteren.

We hebben de hele dag doorgebracht in Kalgoorlie: eerst zijn we nog een keer naar de Super Pit gegaan waar meer activiteit is dan gisteren.

Vervolgens hebben we de Boulder Town Hall bekeken, dat in 2008 zijn honderdjarig bestaan vierde en waar tegenwoordig een klein oorlogsmuseum in zit.

Je kunt er echter ook een oude theaterzaal en een vergaderruimte bewonderen die de tand des tijds goed doorstaan hebben, tevens staan er in dezelfde straat (Burt street) meerdere gebouwen uit de 19e eeuw.

Natuurlijk gaan we ook naar het Museum of the Goldfields waar we terug gaan in de tijd van de “goldrush” en vanuit de toren een mooi uitzicht hebben over de stad.

Na de lunch rijden we naar Hannans North Tourist Mine waar we de gigantische grote trucks zien die de brokken erts uit de Super Pit halen.

Ook hier zijn weer allerlei oude gebouwen te bekijken en zelfs het spel two-up wordt uitgelegd.

Anja en ik houden om de beurt een stukje puur goud in onze hand dat een waarde heeft van 2766,00 dollar !!

Er is ook een mooie Chinese tuin bij waar we kort rondlopen maar het is vandaag weer bijna veertig graden dus we zoeken zoveel mogelijk schaduw op.

(Zelfs de haren worden nog natgemaakt voor verkoeling !).

Nadat we onze voorraden levensmiddelen, water en brandstof weer aangevuld hebben, rijden we naar de plek waar we afgelopen nacht ook stonden.

Helaas is er nu haast geen wind en blijft het lang warm, we hebben vannacht geen dekbed nodig !

Verslag 8

Vanaf onze kampplaats zijn we vanmorgen eerst naar Coolgardie gereden, de “Mother of the Goldfields”, waar in 1892 goud werd gevonden en daarna zorgde voor de grootste volksverhuizing naar West- Australië. Tijdens het hoogtepunt van de goudkoorts in 1897 woonden er vijfentwintig duizend mensen en waren er vijf honderd mijncompagnies in Coolgardie. Tegenwoordig is het meer een spookstad met verschillende, in zeer slechte staat verkerende, oude gebouwen.

We bekijken er een oude mijn (Lindsay Pit) waar nu geen activiteit meer is,

wandelen door het “Ben Prior” openluchtmuseum, wat weinig voorstelt en bekijken het oude treinstation dat niet meer in gebruik is.

Bij het informatiecentrum is wél een mooi museum waar we geruime tijd doorbrengen.

Daarna verlaten we de voormalige goudstad en rijden naar het ruim vijftig kilometer zuidelijk geleden Burra Rock, waar in het verleden water opgeslagen werd voor de goudvelden.

Nadat we hier opgeklommen en rondgewandeld hebben rijden we verder naar Cave Hill, één van de grootste en hoogste granieten plaatsen in de omgeving met prachtige open grotten. Ook hier maken we weer een wandeling terwijl de temperatuur oploopt naar de veertig graden !

Wanneer we na een uur terug komen bij de auto’s zijn we dan ook oververhit. Het is inmiddels rond drieën en we kunnen óf hier de rest van de dag blijven zitten en overnachten óf verder rijden met de airco aan !!  We besluiten nog zo’n negentig kilometer verder te rijden in de veronderstelling daar na ruim een uur aan te komen. Het blijkt echter dat we eerst een “track” van veertig kilometer af moeten leggen waar we ruim twee  uur over doen.

De weg is regelmatig gigantisch slecht met diepe gleuven waar we niet doorheen kunnen en zodoende om moeten rijden, ook weten Cas en Anja nu wat een “wasbord” is !! 

Vanaf het moment dat we Coolgardie verlaten hebben zijn we geen mens meer tegen gekomen, iets wat in Holland onvoorstelbaar is.

Pas tegen half zeven arriveren we op onze  overnachtingsplaats bij Lake Johnston gelegen aan een drooggevallen zoutmeer.

Het waait hier flink en meteen denken we terug aan slechts een week geleden toen we aankwamen in Australië en begonnen met een stormachtige wind !  Wat hebben we sindsdien al veel gezien en beleefd, we genieten alle vier volop !! 

Verslag 9

Omdat we gisteren nog enkele uren doorgereden hebben, zijn we vandaag  veel vroeger dan gepland bij onze eindbestemming: Wave Rock. Onderweg zijn we nog gestopt bij een onverwacht, prachtige plek: Breakaways, gelijknamig aan een plek vlakbij Coober Pedy, waar we onze vorige trip nog geweest zijn.

En er zijn gelijkenissen, ook hier zie je rotsen in prachtige verschillende tinten van bijna wit tot okerkleurig.

Na de lunch, waar we net als de afgelopen dagen weer veel last hebben van vliegen, rijden we naar de meest opmerkelijke rotsformatie van de streek.

Uit een blootliggende aardlaag die duizenden jaren lang is geërodeerd, is een grote granieten golf van vijftien meter hoog ontstaan met rode en grijze strepen veroorzaakt door de regen. 

Nadat we Wave Rock van alle kanten bekeken hebben en ook nog enkele andere rotsformaties, rijden we nog zo’n veertig kilometer naar onze volgende overnachtingsplaats McCann Rock waar we tegen half vijf aankomen.

Op deze gratis plek is een toilet, mogen we de barbecue gebruiken en kunnen we zelfs de afwas doen in een overdekte ruimte.

Wat zijn er toch veel leuke, mooie plekken in Australië waar je zo mag kamperen !

Verslag 10

Na twee honderd kilometer rijden richting de westkust komen we rond de middag aan bij het stadje York, al gesticht in 1831. Tijdens de goudkoorts was dit de laatste plaats waar men gereedschappen en andere spullen kon kopen voor men naar Coolgardie ging.

Er staan nog diverse oude, goed onderhouden gebouwen en in één ervan huist het York Motor Museum met een van de grootste collecties oude auto’s en andere vervoersmiddelen van Australië.

We brengen geruime tijd door in dit werkelijk prachtige museum en rijden daarna slechts een klein stukje verder naar de Suspension Bridge in Avon Park waar we lunchen en natuurlijk de hangbrug, die oorspronkelijk stamt uit 1888, oplopen.

Daarna is het nog ruim honderd en twintig kilometer rijden voor we aankomen bij Coogee Discovery Parks, een camping pal aan zee vlakbij Fremantle. We hebben echt geluk dat er nog een plekje vrij is want het is vandaag (26 januari) Australia Day, een Nationale feestdag waarop de meeste mensen vrij hebben en er gelijk een lang weekend van maken.

We gaan pootje baden in het zeewater dat een prima temperatuur heeft en wandelen heerlijk langs het strand waar een verkoelende wind waait.

Tegen half acht willen we de zon in de zee zien zakken, maar helaas zit er net een wolk voor, morgen hebben we weer een kans, want we blijven hier drie nachten staan !

Verslag 11

Vandaag hebben we de tijd en de middelen om schoon te maken: de mannen geven de auto’s een beurt en Anja en ik ontfermen ons over de vuile was.

Rond de middag is alles weer schoon en nadat we een boterham gegeten hebben vertrekken we met de Nissan richting Fremantle om daar wat bezienswaardigheden te bekijken. We starten bij Round House (1830), het oudste gebouw van de stad wat vroeger dienst deed als gevangenis.

Precies om één uur wordt er een kanon afgevuurd wat een oorverdovende knal geeft, m’n oren tuten ervan ! 

Onder de gevangenis loopt een tunnel, in 1837 gegraven voor walvisvaarders, die zo hun vangst van de kade naar High Street brachten.

We lopen door naar het Maritime Museum waar we heel wat soorten boten bekijken, zelfs een grote onderzeeër.

Het interessants vinden we echter de Fremantle Markets waar echt van alles te koop is.

Tegen vijven zijn we terug op de camping, Cas neemt nog een duik in zee die best wel wild is en daarna is het tijd voor happy hour.

’s Avonds zien we een bandicoot, een op een rat lijkend dier, met een spitse snuit, die vooral in het donker actief is. Hij loopt onder de tafel door en zit bij onze voeten, maar toch valt het niet mee dit dier op de foto te krijgen !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-35-1024x562.jpg

Verslag 12

(Een bandicoot op de blauwe mat voor onze camper !)

Wim en ik zijn deze reis voor de zestiende keer in Australië en zeker vijf keer zijn we in de buurt van Perth geweest, maar nog nooit hebben we Rottnest Island bekeken, tot nu toe !

Vanmorgen zijn we vanaf de camping met een busje naar de haven van Fremantle gereden, waar in 1829 de eerste immigranten aankwamen vanuit Engeland, om tegen half tien met de boot van  Rottnest Express af te varen naar het eiland, waar we een half uur later arriveren.

We konden van te voren geen fietsen boeken, want alles was al verhuurd, maar op het eiland lukt het ons gelukkig wél, zodat we Rottnest Island fietsend kunnen verkennen.

Het blijkt een prachtig eiland te zijn al is het slechts elf kilometer lang en maximaal vier en een halve kilometer breed, het is heel afwisselend.

Het bekendst van het eiland zijn natuurlijk de quokka’s, een buideldier zo groot als een haas waar er zo’n tien duizend van rondhuppelen, we zijn nog maar net onderweg wanneer we de eerste al zien.

Ook zijn er veel schitterende baaien met turkoois water en witte stranden waar je kunt zwemmen of snorkelen, maar we zien ook verschillende inlandse zoutmeren en vuurtorens.

(Oeps, de ketting ligt eraf !)

Later, tijdens de fietstocht zien we meerdere quokka’s die totaal niet bang zijn voor ons.

Nadat we onze dorst gelest hebben op een terrasje bij Fays Bay rijden we het laatste stuk terug naar de Thomson Bay waar we de fietsen weer inleveren en even later aan boord gaan voor de terugtocht, die met windkracht zes vrij stormachtig verloopt.

(Anja merkt hier echter niets van !)

Tegen vijven zijn we terug aan vaste wal en een half uurtje later zitten we weer op de camping, nagenietend van een schitterende dag.

Zelfs de zon laat zich op z’n best zien wanneer deze tegen half acht ondergaat !!

Verslag 13

Vanmorgen hebben we de camping in Fremantle weer verlaten en nadat we kort gestopt zijn bij de Henderson Cliffs rijden we door naar Rockingham om de gasfles te laten vullen, brandstof te tanken en weer voor vijf dagen levensmiddelen in te slaan.

Daarna rijden we een stukje het binnenland in naar Serpentine Falls N.P. waar we eerst naar een picknickplaats gaan. Hier zien we enkele kangoeroes die bij de mensen staan om gevoerd te worden, iets wat verboden is en met diverse borden duidelijk aangegeven wordt: het is ongezond voor ze en ze kunnen agressief worden wanneer ze geen eten meer krijgen.

Ook zijn ze tam genoeg om geaaid te worden, wat Anja natuurlijk wil doen.

Na de lunch lopen we naar de waterval met z’n grote poel erbij waar we heerlijk afkoelen, het is namelijk weer rond de vijfendertig graden !

Nadien rijden we, helemaal opgefrist, verder naar Lake Clifton waar trombolites te zien zijn: ze lijken op rotsen maar zijn oude vormen van leven (zo’n twee duizend jaar oud) die energie produceren uit zonlicht.

Zolang ze onder zoet water staan overleven ze, iets wat met de opwarming van de aarde steeds moeilijker wordt.

Na nog een half uurtje rijden komen we rond half zes aan bij kampplaats Martins Tank in het Yalgorup N.P., waar we een prachtige plek vinden midden in het bos.

(Helaas had ik een kastje niet goed afgesloten !)

Af en toe horen we een kookaburra en ook schijnen hier possums te zitten, hopelijk krijgen we deze dieren vanavond te zien !

Verslag 14

We hebben gisteravond nog lange tijd met de zaklamp buiten gezeten om possums te spotten en hebben nog heel wat foto’s gemaakt !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 5-37-1024x768.jpg

Vanmorgen zaten we heerlijk in de schaduw te ontbijten toen er op nog geen twee meter afstand een grote “brown snake” langs kwam glijden.

Nadat we hem eerst vereeuwigd hebben pakken we voorzichtig onze tafel en stoelen op om een eindje verderop verder te eten.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 12-36-1024x768.jpg

Opeens schiet de slang vooruit om een lizzard te pakken, één schiet gauw een boom in, maar een iets kleinere is niet snel genoeg en wordt gepakt en verdoofd door de giftige slang. (Het is net of we naar een aflevering van National Geographic zitten te kijken, maar nu is het echt !)

De slang blijft actief en neemt nog een keer een spurt, we zijn blij dat we verhuisd zijn, maar van een afstand is het prachtig om te zien.

We verlaten onze mooie plek in het Yalgorup Nationale Park weer en rijden eerst naar “the Cut – Dolphin lookout” bij Bunbury, waar we verschillende dolfijnen spotten, sommigen zwemmen met een plezierbootje mee, want ze willen altijd “spelen”.

Daarna gaan we naar het Dolphin Discovery Centre bij de Koombana Bay in Bunbury, een vrij nieuw, goed informatief centrum waar we allerlei prachtige vissen, schildpadden en zeesterren kunnen zien. In de baai leven zo’n honderd “bottlenose” dolfijnen die regelmatig langs komen en waarmee je (tegen betaling) kunt zwemmen.

’s Middags vervolgen we onze weg langs de kust richting Busselton, bekend van zijn 1,8 kilometer lange houten pier (jetty), waarvan de bouw al begonnen is in 1865. Je kunt met een treintje naar het eind van de jetty waar een onderwater observatiepunt is.

Wij nemen alleen een duik in het heerlijke zeewater vlakbij de pier,

waarna we het laatste stukje afleggen naar onze volgende overnachtingsplaats: Adventist campground waar we vlakbij zee komen te staan. Het is een prima kampplek met slechts één vreemde regel: je mag hier geen alcohol gebruiken. Aangezien we allemaal wel van een wijntje houden, drinken we deze vandaag uit een limonadeglas met een stubbieholder  eromheen (een soort hoesje wat veel gebruikt wordt in Australië om je drankje koel te houden)  !

Verslag 15

We hebben het grootste deel van de dag doorgebracht op het schiereiland ten noorden van Dunsborough waar ook het Nationale Park Cape Naturaliste zich bevindt.

We zien de oude vuurtoren gebouwd in 1903 en diverse mooie baaien, onder andere het Aquarium.

Heel speciaal zijn de Canal Rocks waar het zeewater  tussen smalle rotsen door bruisend tevoorschijn komt, wat je vanaf een houten brug prima kunt bekijken.

Vlakbij is een leuk strandje waar we onze stoelen en parasols neerzetten, we gebruiken er onze lunch en nemen een duik in het vrij frisse water !

Vervolgens gaan we naar Wyadup Rocks Natural Spa en ook hier zie je weer de kracht van het water, wat een leuk effect geeft.

De golven hier in de omgeving zijn zeer geschikt om te surfen en nadat we dit bij Moses Rocks bekeken hebben rijden we naar Grace Town caravanpark waar we rond vieren aankomen.

Het waait vandaag behoorlijk hard dus we zetten schotten aan de luifel om uit de wind te kunnen zitten en fatsoenlijk te kunnen eten zonder dat er zand in waait !

Vandaag is het twee weken geleden dat we voet zetten op Australische bodem, wat hebben we in die tijd al veel gezien en gedaan !!

Verslag 16

Het was gisteravond weer dikke pret tijdens Mexican Train !

We bevinden ons momenteel in de regio van Margaret River gelegen in het zuidwestelijke puntje van Australië. Tegenwoordig is het vooral bekend vanwege de vele wijnmakerijen, de druipsteengrotten en de uitstekende surfstranden. Midden in het gebied bevindt zich de plaats Margaret River en de gelijknamige rivier stroomt er ook langs. Wij zijn vanmorgen op zoek gegaan naar de Kevill Road Waterfall die zich in de rivier moet bevinden, na lang zoeken komen we uit bij rotsen waar aan één kant nog water staat.

Van de aardige dame, die ons op de foto zet, horen we dat drie maanden terug het water volop over de rotsen stroomde en dat zelfs de parkeerplaats onder water stond ! 

We gaan verder naar de Old Settlement Historic Site aan de rand van de plaats Margaret River, hier kwamen in 1920 Britse immigranten aan waar ze geconfronteerd werden met de ontberingen van de hitte, het ongedierte en het stof. Toch hebben ze er een bestaan opgebouwd, waarvan nu nog enkele gebouwen te zien zijn.

Vervolgens rijden we naar Calgardup Cave, waar we op ons gemak zelf kunnen rondkijken in de prachtige grotten.

Natuurlijk moeten we wel diverse trappen op en af, en moeten we soms bukken om verder te kunnen lopen, maar het is zeker de moeite waard .

’s Middags bezoeken we één van de vele wijngaarden: Redgate, waar we enkele wijntjes proeven !

Daarna rijden we tussen de hoge bomen door van het Leeuwin-Naturaliste National Park naar Hamelin Bay, waar we in het holiday park twee overnachtingen boeken, we maken er morgen een luie dag van !

We gaan nog even naar zee, maar er staat weer, net als de afgelopen dagen, veel wind. Hopelijk kunnen we morgen wel wat tijd aan zee doorbrengen !

Verslag 17

Het is vandaag echt een klusjesdag: de mannen hadden eindelijk tijd om de deuk, zo goed als mogelijk, uit de auto te halen en de onderkant moest nog opnieuw vastgezet worden vanwege een akkevietje tijdens de vorige trip.

Ook een kastje sloot niet goed meer en de parasol zat los en vloog van de week haast de lucht in, allemaal werkjes die vandaag opgelost zijn. Anja en ik hadden tijd voor een wasje en wat schoonmaakwerkzaamheden en rond de middag was alles gefikst. Na de lunch zijn we naar het prachtige  witte strand gelopen met z’n grillige rotsen waar we vlak langs de waterlijn stingrays spotten: grote zwarte, platte vissen die helaas moeilijk te fotograferen zijn. 

Cas neemt natuurlijk weer een duik, wij houden het bij “pootje baden”.

Eenmaal terug bij onze onderkomens doen Wim en ik een spelletje terwijl Anja en Cas relaxen met een tijdschrift (met hun ogen dicht !).

Tegen de avond houden we een uigebreide barbecue, waarna we weer naar zee lopen voor een mooie zonsondergang, waarschijnlijk de laatste, want morgen gaan we verder naar de zuidkust.

Het was een heerlijke relaxte dag, we zijn helemaal uitgerust en gaan morgen weer op avontuur, want Australië heeft heel veel te bieden !

Verslag 18

De dag begon vanmorgen meteen goed (!): tijdens het verlaten van de camping reed Anja tegen een laagstaand paaltje aan wat een flinke deuk opleverde.

Gelukkig viel het achteraf mee en kon Cas de deuk er weer uitduwen, maar drie keer is scheepsrecht, nu is het wel genoeg !!

Onze eerste stop is bij Cosy Corner in de buurt van Hamelin Bay, waar Cas en ik helemaal naar beneden lopen, wat zeker de moeite waard blijkt te zijn. 

Vervolgens bekijken we de schitterende grot: Jewel Cave, waar Anja dit keer afhaakt want we moeten twee honderd vijftig traptreden naar beneden en natuurlijk later weer omhoog.

Nadat we onze voorraden weer aangevuld hebben in de plaats Augusta en op een prachtige plek aan zee gegeten hebben,

rijden we naar de uiterste zuidwestelijke punt bij Cape Leeuwin en natuurlijk staat daar een vuurtoren om de schepen te waarschuwen dat ze dicht bij land zijn.

Bij de Hardy Inlet, in de buurt van de zee, spotten we een groep pelikanen en later zien we daar een stingray zwemmen in het ondiepe water en dit keer krijgen we hem wél goed op de foto !

Dan wordt het tijd om een kampplaats te gaan zoeken en vandaag komen we weer  terecht in de “bush” bij Sue’s Bridge Campground behorend bij het Blackwood River National Park.

Hopelijk spotten we vanavond weer wildlife, de eerste vogel staat al op de foto !

(De mannen zijn samen weer bezig een heerlijke maaltijd te bereiden !)

Verslag 19

En ja hoor, bij het vallen van de duisternis begint het te ritselen in het bos en even later komen er enkele possums tevoorschijn !

Vanmorgen werden we wakker door een indringende rooklucht, waarschijnlijk was er ergens in de buurt een bosbrandje gaande, we zijn in ieder geval vrij vroeg vertrokken van de kampplaats, je zit toch niet echt rustig meer.

(Dit is Sue’s Bridge, geheel van hout !)

We gaan richting Pemberton waar we eerst de Beedelup Falls bekijken, al valt er nu niet veel water naar beneden.  Wél is het leuk om over de wiebelende “suspension bridge” te lopen, vanwaar je op de waterval kijkt.

Vanaf dezelfde  parkeerplaats maken we een vijftig minuten durende wandeling naar de “walk trough tree”, een pittige trip waarvan we bezweet terugkomen.

Na de middag wacht ons weer een hele uitdaging: we gaan de boom in ! De Dave Evans Bicentennial Tree in het Warren N.P., die in het verleden gebruikt werd  als brandweer uitkijkpost, is tegenwoordig een attractie waar je in kunt klimmen via grote ijzeren pinnen die in de boom geslagen zijn.

Op ruim twintig meter hoogte is een platform en daarvandaan kun je hoger de boom in tot vijfenzestig meter hoogte, wij gaan niet verder dan de eerste stop !

Daarna maken we een prachtige rondrit door het Warren Nationale Park met z’n hoge karri bomen, waarbij we wél flink wat stof  doen opwaaien.

Nadat we ook nog de Cascades in het Gloucester N.P. bekeken hebben gaan we naar de Big Brook Dam, een natuurlijk meer waarin we heerlijk afkoelen.

We wilden daar vlakbij overnachten, maar het is weekend en de kampplaats (Big Brook Arboretum) is helemaal vol dus komen we terecht bij Pemberton Caravan Park, zeker geen verkeerde plek, waar we aan de rand van het bos komen te staan.

Ook hier is er de mogelijkheid om te zwemmen in een meer, maar we waren al genoeg afgekoeld bij de Big Brook Dam.

De temperatuur liep vandaag op tot zesendertig graden en ’s avonds kunnen we nog lang buiten zitten in korte broek en hemdje !

Verslag 20

Vlakbij het leuke plaatsje Pemberton, waar de meeste huizen van hout zijn, bevindt zich nog een hoge boom waarin geklommen kan worden: Gloucester Tree. In tegenstelling tot de Dave Evans Bicentennial Tree is hier maar één platform op ruim vijftig meter hoogte. Jaren terug hebben Wim en ik allebei deze top bereikt, iets wat we nu echt niet meer durven. Het was nu trouwens ook niet mogelijk want de boom is gesloten vanwege reparatiewerkzaamheden !

Wij rijden verder naar Northcliffe waar we anderhalf uur doorbrengen in het “under story sculpture park” waar allerlei kunst te zien is, al moet er soms echt naar gezocht worden. 

Het mooist zijn de tientallen boomstammen waar gezichten in verwerkt zijn, al vindt Cas de billen van een liggende dame ook wel erg interessant !

De temperatuur loopt vandaag weer snel op, maar wanneer we richting de kust gaan naar Windy Harbour wordt deze snel aangenamer. Rond de plek, behorend bij d’Éntrecasteaux N.P., is van alles te bekijken, we zien onder andere de Cathedral Rock, de Salmon Beach met z’n hoge golven, maar het mooist is toch wel “the Window”, een heel grillig gat in de rotsen.

Ook zien we twee emoes, die snel wegrennen wanneer ze onze auto horen.

We overnachten op de campground van Windy Harbour, waar we de zijkanten van de tent opzetten omdat het ’s avonds snel afkoelt.

Er lopen verschillende kangoeroes op de kampplek, eentje heeft nog een jong bij zich dat bij onraad snel weer bij mamma in de buidel glipt.

Ook de kookaburra’s lachen weer volop en op de achtergrond is het geluid van de wilde zee duidelijk te horen …… weer hebben we een prima overnachtingsplaats !

(Anja maakt unieke opnamen van twee kookaburra’s die samen vechten om een slang !)

Verslag 21

Het grootste deel van de dag brengen we vandaag door in het bos: via Nortcliffe  rijden we naar Shannon N.P. waar we de “Great Forest Tree Drive” willen nemen, maar er blijkt een gedeelte afgesloten te zijn door werkzaamheden aan een brug. Wij denken een alternatieve route gevonden te hebben en volgen deze, niet veel gebruikte weg,  lange tijd totdat deze ook ophoudt, waardoor we weer helemaal terug moeten.

Ondertussen zien we wel veel hoge bomen, waarvan sommige meer dan drie honderd jaar oud zijn.

Nadat we pauze gehouden hebben bij de Shannon dam rijden we een rit van ruim twintig kilometer door de “forest” en nemen daarna een afslag naar het volgende Nationale Park: Mount Frankland, waar de Fernhook Falls te bekijken zijn. Inmiddels is het bijna drie uur en besluiten we om onze huisjes te parkeren op de bij het park behorende kampplaats en van daaruit naar de waterval te lopen.

Helaas “valt” er helemaal niets meer, wel is er een groot meer (Rowell’s Pool) maar deze ziet er niet aanlokkelijk uit om in te zwemmen.

Nadat we de omgeving verkend hebben en enkele mooie salamanders op de foto gezet hebben relaxen we de rest van de dag.

Wim en ik doen weer eens een spelletje Carcassonne en Cas en Anja bekijken de binnenkant van de ogen, reizen is best vermoeiend !!

(De grond is een beetje scheef vandaag, maar daar hebben we krukjes voor !)

Verslag 22

Vanmorgen werden we wakker met het zachte getik van de regen op het dak, maar tegen de tijd dat we opstonden was het alweer droog. Wel moesten we de tent en de luifel nat inpakken, maar voor één dagje is dat geen enkel probleem. Nadat we in de plaats Walpole bij de IGA onze voorraden aangevuld hebben gaan we eerst even kijken bij het vlakbij gelegen Coalmine Beach park, waar we eigenlijk zouden overnachten, het is er nu heel winderig en de mooie Normalup Inlet ziet er koud en verlaten uit.

We rijden de prachtige Walpole Tingle Drive met z’n gigantische hoge bomen en wandelen naar de Giant Tingle Tree, waar in het verleden zelfs een auto in geparkeerd stond.

De grote red tingle eucalyptus tree, die alleen rond Walpole voorkomt, is vijfenzeventig meter hoog en heeft een omvang van vierentwintig meter !

Een eindje verder tijdens de rondrit komen we langs Circular Pool, een plek vol granieten rotsen waar nog een klein stroompje water doorheen loopt.

Dan maken we een afslag naar de kust om de Conspicious Cliff te bekijken, maar zonder zon en met harde wind is het niet erg aanlokkelijk.

Nadat we nog een stuk van de Valley of the Giants hebben gereden, wat erg tegen valt en zeer toeristisch is, gaan we naar Parry Beach, een kampplaats aan zee waar zowaar de zon doorbreekt wanneer we daar aankomen.

Nadat we onze camper en tent op z’n plek hebben staan maken Wim en ik een strandwandeling en Cas gaat nog even de zee in.

Én we zien een heel mooi bord: we mogen een kampvuur maken !!

Dus na de maaltijd kunnen we eindelijk wat hout opmaken wat al weken in de auto ligt en nog over is van de vorige reis !

Verslag 23

We hebben de dag doorgebracht rondom het vredige plaatsje Denmark, vlakbij zee gelegen en met een prachtig binnenmeer: Wilson Inlet, ook zijn er veel wijngaarden en alternatieve bedrijfjes. Net rond tienen staan we bij “good food factory” een leuk plekje waar allerlei soorten toffees en sauzen worden gemaakt, die geproefd en natuurlijk gekocht kunnen worden.

Een eindje verderop bevindt zich Barthelomeus Meadery waar alles van honing gemaakt wordt en we de bijen bijna aan kunnen raken. We proeven daar een honingijsje en gaan er op zoek naar de bijenkoningin.

Dan buigen we af naar William Bay N.P. waar we bij de prachtige Greens Pool, een beschutte baai aan zee, over de granieten rotsen lopen.

Bij hetzelfde Nationale Park behoren ook de Elephant Rocks, de Madfisch Bay en de Waterfall Beach, waar we ook werkelijk een waterval ontdekken.

Weer richting Denmark stoppen we bij Farmhouse Cheese, hier kun je kaas en tegelijkertijd wijn proeven, wat we natuurlijk doen.

En nadat we nog een afslag naar de monding van Wilson Inlet hebben genomen en bij Lions lookout een schitterend uitzicht hebben over de baai, rijden we naar de Hay River om daar een leuk plekje te zoeken om te overnachten.

We hebben geluk en staan nu pal aan de rivier, Wim gooit er zijn hengel uit en Cas koelt af in het heldere water.

Er zijn hier totaal geen voorzieningen, maar dat is gelukkig voor alle vier geen enkel probleem !

Verslag 24

We zijn vanmorgen nog lange tijd op ons prachtige, gratis plekje aan de Hay rivier blijven staan. We stonden er als enigen, wat ons mooi de gelegenheid gaf om de haren van de mannen te fatsoeneren, al deed Anja met de schaar wel gevaarlijk !

Onze eerste stop onderweg in bij Cosy Corner, weer een mooie plek bij een baai tussen Denmark en Albany.

Daarna rijden we naar Torndirrup N.P. gelegen op een schiereiland waar we enkele prachtige natuurlijke fenomenen bekijken: the Gap en Natural Bridge. 

Ook een schitterende wandeling over granieten rotsen staat op het programma, waarna we lunchen bij de Frenchman Bay.

Dan wordt het tijd om het Historic Whaling Station in de Discovery Bay te bekijken, waar we de rest van de middag doorbrengen.

Vijfentwintig jaar lang zijn hier walvissen gevangen en gedood, vooral voor hun olie. Pas in 1978, na veel demonstraties van Greenpeace en omdat er ondertussen andere grondstoffen beschikbaar kwamen, is er een eind gekomen aan deze slachterij. We mogen rondlopen in en op het schip Cheynes IV, vanwaar op zee heel veel walvissen gedood zijn, zien skeletten van de whales, bekijken de plekken waar de walvissen geslacht werden en in de oude olietanks zijn nu films te zien over de walvisvaart.

Een kwartier voor sluitingstijd lopen we naar het bijbehorende wildlife park waar Cas en Anja weer een nieuw Australisch dier zien: de wombat, een op een beertje lijkende viervoeter die vooral ’s nachts actief is.

Dan gaan we naar het dichtbij gelegen Panaroma Holiday Park waar we weer een prachtige plek krijgen met uitzicht op zee.

Er zwemmen diverse pelikanen rond die uitgebreid gefotografeerd worden.

Al met al was het weer een fantastische, afwisselende dag !

Verslag 25

Gisteren kregen we van de kampeigenaar een tip over een mooi strandje in de buurt: Fischeries Beach dus daar zijn we vanmorgen eerst gaan kijken.

Het blijkt een verborgen juweeltje (hidden gem) en Cas wil er meteen gaan zwemmen.

We zouden eigenlijk boodschappen gaan doen en ik wil naar de kapper dus we besluiten dat Cas en Anja gewoon op het strand blijven en Wim en ik naar Albany rijden om de noodzakelijke dingen te doen.

Tegen tweeën zijn we terug met boodschappen voor vijf dagen en een bijgewerkt kapsel en kunnen we ook gaan genieten van het prachtige witte zandstrand met  kristalhelder zeewater. 

Nadat we er nog enkele uren doorgebracht hebben rijden we naar camping Panorama die we vanmorgen, op weg naar Albany, al bijgeboekt hebben. We houden uitgebreid happy hour en zijn helemaal uitgerust om morgen verder te gaan met de trip en weer nieuwe dingen te gaan beleven !

Verslag 26

In en rond Albany is van alles te bekijken, wij starten bij de waarheidsgetrouwe replica van de Brig Amity, die in 1826 de eerste kolonisten uit Sydney hierheen bracht.

We dalen af in het schip waar zo’n vijfenveertig mannen in een kleine ruimte, samen met allerlei dieren, ruim zes weken doorgebracht hebben met stormen op zee, weinig vers water en eenzijdig eten. 

Rondom het schip bevinden zich diverse gebouwen uit diezelfde tijd, onder andere een school en een gebouw waar nu een museum in gevestigd is waar ook heel interessante documentaire films van vroeger worden afgespeeld.

We gaan even terug naar de huidige tijd om wat kleding (en een hoed voor Cas !)  te kopen bij de KMart, waarna we doorrijden naar de Princess Royal Fortress, waar nog allerlei barrakken te zien zijn uit 1891.

Ook is er veel informatie over de eerste en tweede Wereldoorlog te vinden. Veel interessanter zijn echter de twee kanonnen die nog aanwezig zijn om de haven van Albany te beschermen.

Nadat we nog wat modernere wapens bekeken hebben en gestopt zijn bij enkele plekken aan zee, rijden we naar Yoorlarup Napier Creek Rest Area, waar we gratis kunnen overnachten.

Er staat vandaag een harde wind dus een kampplaats aan zee is nu geen optie.

De mannen zijn nog een tijdje bezig met de camper omdat de voorkant een beetje los zit, maar hiervoor hebben we gelukkig geen garage nodig !

Het koelt vanavond snel af, we hebben al gauw de lange broek aan en een dubbel vest, dat wordt vroeg naar bed vandaag !!

Verslag 27

Twintig kilometer van onze overnachtingsplaats bevindt zich het Porongurup N.P. waar je prachtige wandelingen kunt maken. Wij kiezen voor de populaire Castle Rock Granite Sky Walk, een ruim twee kilometer lange trip, categorie vier en vijf, die vrij steil omhoog gaat.

We zijn niet de enigen die op deze zonnige zondagmorgen (12 februari) de weg omhoog lopen, maar het is zeker de moeite waard.

Na ruim twee uur zijn we terug bij Anja, die bij de auto is gebleven, voor haar is de trip te zwaar. We rijden door naar het vijf kilometer verderop gelegen Porongurup Range Tourist Park, eigenlijk hoofdzakelijk omdat we nodig moeten wassen en hier wasmachines zijn.

Alleen hebben ze er weinig waslijnen zodat de mannen een heel netwerk van draden spannen zodat we alles op kunnen hangen. De kampeigenaar komt er zelfs een foto van maken, dit had hij nog nooit gezien !

Tegen de avond koelt het weer snel af en Wim kookt dan ook in de barbecueruimte waar we uit de wind kunnen zitten.

Later verhuizen we naar een binnenruimte om nog een spelletje Mexican Train te spelen !

Verslag 28

Nadat we vanmorgen een korte wandeling hebben gemaakt naar de Tree-in-the-Rock gaan we verder met  een rondrit in het Porongurup N.P. om de vele granieten rotsen van alle kanten te kunnen bekijken.

Daarna volgt een rit van ruim veertig kilometer landinwaarts naar Stirling Range N.P., een bergketen met pieken van meer dan duizend meter boven zeeniveau.

Ook hier maken we een rondrit over onverharde wegen, die helaas vaak op een wasbord lijken, maar de trip is er niet minder om.

Tegen half twee komen we aan bij Stirling Range Retreat waar je zowel kunt kamperen als een huisje kunt huren, maar het belangrijkste is wel …. ze hebben een heerlijk, groot, koel zwembad en aangezien de temperatuur vandaag ruim boven de dertig graden ligt is deze pool nu zeer welkom ! 

We brengen er enkele uren luierend en zwemmend door tot het weer aangenaam is bij onze onderkomens, waar we de rest van de dag en avond verblijven !

(Even dansen op nostalgische country muziek, hoe ouder, hoe gekker !)

Verslag 29

(Deze spin zat vanmorgen in de wasbak op de camping !)

Bluff Knoll, met z’n 1073 meter de hoogste top van Stirling Range N.P., is vanaf een mooi plateau goed te zien evenals de andere bergen behorend bij het park.

Nadat we deze langdurig bekeken hebben rijden we via Amelup, waar we onze tanks weer volgooien, over de Borden-Bremer Bay Road naar de kust om te eindigen bij Cape Riche Campground waar we tegen de middag aankomen en een plek vlakbij zee krijgen.

(Onderweg zien we een grote kudde schapen, ze hebben gelukkig wel water, maar het land is helemaal verdroogd !)

De middag wordt doorgebracht in de schaduw bij de camper en aan zee, waar Wim en Cas nog even voor verkoeling in gaan.

(Vlakbij de kampplaats staat een oude, historische schuur, die in de 19de eeuw gebruikt werd om wol op te slaan en later te verschepen.)

Bij aankomst viel het ons op dat de zandgrond erg zwart was, veroorzaakt door houtskool en, inderdaad, we mogen hier weer een kampvuur maken. Na de maaltijd gaat de vlam er dan ook in en wanneer we ’s nachts naar bed gaan zijn de rollende golven van de zee duidelijk hoorbaar, een heerlijk geluid om bij in slaap te vallen !

Anja heeft oudejaarsavond met een kampvuur, morgen wordt ze 70 jaar jong. proost !!!

Verslag 30

De vlaggetjes en ballonnen van zeventig jaar hingen al te wapperen in de wind toen Anja vanmorgen de tent uitkwam en natuurlijk werd ze toegezongen, een mooi begin van een speciale dag !

We blijven vandaag echter niet bij Cape Riche staan, vanwege de slechte internetverbinding daar, maar verhuizen naar Bremer Bay, dus pakken we onze spullen én vlaggetjes weer in om rond de middag te arriveren bij Bremer Bay Beaches Resort Tourist Park. We bekijken ons plekje even maar vertrekken meteen weer, want op de zeventigste verjaardag van Anja gaan we natuurlijk wel uit eten. Normaal doe je dit ’s avonds maar het enige restaurant hier ligt drie kilometer verderop en taxi’s kennen ze hier niet, dus besluiten we te lunchen in plaats van te dineren. We komen terecht bij een verrassende plek : the Historic Wellstead Museum met een leuk restaurant erbij.

Nadat we hier een prima vismaaltijd genuttigd hebben wandelen we door de verschillende ruimtes behorend bij het museum, waar we weer duidelijk merken dat we ouder worden, vanwege de herkenning van haast “antieke” spullen.

Er staan allerlei soorten voertuigen en gereedschappen, maar ook huishoudelijke artikelen en speelgoed.

Tegen half vier zijn we terug op de camping waar blijkt dat een band van de auto wel erg zacht is. Er zit een grote spijker in, die de mannen eruit halen waarna Wim er een soort stop induwt, voorlopig kunnen we weer rijden.

De vlaggetjes worden weer opgehangen en dan is het tijd voor champagne, die we heerlijk in het zonnetje opdrinken.

(Anja krijgt de hele dag door allerlei mailtjes, appjes en zelfs een telefoontje !)

Het blijkt dat we ook hier weer een kampvuur mogen maken, dus moet er eerst gekloofd worden, want gisteren is al ons hout, wat we nog hadden, opgebrand.  Gelukkig verkopen ze dit bij de receptie.

Tegen de avond maak ik, voor het eerst deze trip, tosti’s en natuurlijk moet er ook nog taart gegeten worden, we komen niets te kort hier !

We sluiten de dag af met een lekker warm vuurtje, hopelijk kijkt Anja terug op een heel speciale zeventigste verjaardag !!

Verslag 31

Het koelde gisteravond snel af naar dertien graden, dus een warm kampvuur was zeer welkom !

We hebben vanmorgen diverse punten en strandjes bekeken van Bremer Bay, dat vooral populair is vanwege het vissen, duiken en zonnen.

Je kunt hier ook een boottocht maken op zoek naar orka’s, iets wat wij dus echt niet gaan doen ! Bij de inlet zitten pelikanen te wachten tot er vissers komen om hun vangst schoon te maken.

Je snapt niet dat er bij zo’n gewilde, afgelegen plek als Bremer Bay maar één kleine supermarkt is waar heel weinig vlees en verse waar te krijgen is, we zullen het de aankomende dagen met macaroni en spaghetti moeten doen, wat natuurlijk ook geen probleem is ! We vervolgen onze reis richting Fitzgerald River N.P. en zodra we in het park zijn zien we volop prachtige struiken.

Ook een bobtail loopt over de weg en we willen wel z’n blauwe tong zien dus moeten we hem een beetje plagen !

Helaas is de weg naar onze kampplaats St. Mary’s Inlet niet al te best, tientallen kilometers rijden we over een vreselijk wasbord, alles trilt in en aan de camper, maar bij aankomst is dit snel vergeten: we zien weer een prachtig, verlaten strand en ook is er een mooie inlet.

Wim en ik maken een lange wandeling met de voeten in zee en Cas en Anja luieren heerlijk op het strand.

Ook bij de camper is het goed te houden, we doen weer eens een spelletje en hebben tijd voor een boek.

Tegen de avond krijgen we bezoek van een kangoeroe die totaal niet schuw is, we moeten dus zorgen dat we vannacht het afval goed opruimen, anders treffen we morgenvroeg een grote puinhoop aan !

Verslag 32

Wim heeft vanmorgen eerst wat lucht uit de banden laten lopen, zodat we iets soepeler over het slechte wegdek kunnen rijden.

We hebben heel wat kilometers onverhard op het programma staan, al blijkt later dat er een weg afgesloten is vanwege een brand, een week geleden.

We rijden nu via Raventhorpe en Hopetoun naar onze volgende overnachtingsplaats: Wonjarup Campground in het Fitzgerald River N.P., waar we tegen drieën aankomen.

Weer lukt het ons een leuk plekje te vinden met uitzicht op de Hamersley Inlet, het enige vervelende zijn hier de vele grote steekvliegen, we slaan onszelf regelmatig op de benen en armen !! Anja en Cas zien de eerste leguaan rondlopen, waarvan natuurlijk weer heel wat foto’s worden gemaakt.

Later zien we een slang voorbij schuiven, maar deze is te snel om te vereeuwigen. Na een mooie zonsondergang koelt het snel af en gaan de lange broeken en vesten weer aan.

We mogen hier geen kampvuur maken, maar we zitten natuurlijk wel de hele avond buiten !

Verslag 33

Sinds januari vorig jaar wonen mijn ouders (ondertussen allebei 92 jaar !) in een prima verzorgingstehuis bij Arnhem, waar ze het goed naar de zin hebben. Alleen de laatste paar maanden gaan ze achteruit: ze worden verward en vallen regelmatig, tot nu toe gelukkig zonder blijvende gevolgen. Normaal gesproken gaan we bijna elke week op bezoek, wat nu natuurlijk niet mogelijk is, waar ik me dan ook regelmatig schuldig over voel, maar onze reis met Cas en Anja was al vorig jaar september geboekt toen alles nog prima in orde was. Gelukkig worden we heel goed op de hoogte gehouden van alle “wel en wee” door mijn jongste zus Margriet en hopen we over zo’n zes weken weer gewoon bij ze binnen te kunnen komen lopen, maar elke keer als er weer een bericht binnenkomt schrik je een beetje en hoop je dat het positief nieuws is !

Vanmorgen hebben we eerst nog enkele plekken van het Fitzgerald River N.P. bekeken: Cave Point en Barrens Beach en weer komen we op plaatsen waar verder helemaal niemand is.

In Hopetoun hebben we weer internetverbinding en moeten we eerst een plaats boeken om op onze volgende overnachtingsplek te kunnen gaan staan, wat heel ingewikkeld is, waarschijnlijk blijkt het daarom, bij aankomst, zo rustig te zijn.

Wij hebben echter weer een prima plekje veroverd en staan pal aan zee bij Mason Bay waar we uren op het strand doorbrengen en lekker zwemmen in het heldere water.

Ook mogen we weer een kampvuurtje maken en we hebben voldoende hout, dus het wordt weer een avond met country muziek bij een warm vuurtje en daarna in slaap vallen met het geluid van de ruisende golven !!

Verslag 34

Gisteravond hebben we flink wat hout opgestookt, maar gelukkig hadden we pas nog een zak vol hardhout gekocht en deze is vanmorgen eerst in kleinere stukken gekloofd door de mannen.

(Een oude “rabbit proof fence !)

In tegenstelling tot het prachtige weer van gisteren laat de zon zich vandaag niet zien, ook waait er een flinke wind uit zee. Onze volgende kampplaats (Munglinup Beach), waar we in de loop van de morgen aankomen, is dan ook niet zo geschikt om te verblijven, want hier staan we weer pal aan zee. We rijden verder naar Stokes N.P. waar we heel beschut op Benwenerup Campground kunnen gaan staan.

Het is een mooi park met allerlei soorten struiken en veel verschillende vogels, die constant rondvliegen.

We wandelen naar Stokes Inlet met z’n aparte “paperbark trees” waar net enkele vissers actief zijn en zodoende pelikanen aantrekken die graag een hapje meepikken van het visafval.

’s Middags maken we er echte spelletjesronde van met Carcassonne, Mexican Train en Skipbo en alle vier winnen we een potje.

We mogen hier vanavond helaas geen kampvuur maken, dus bewaren we het hout maar voor een volgende gelegenheid !

Verslag 35

Terwijl we vanmorgen wegreden van de kampplaats zagen we tientallen kangoeroes, ver weg, maar ook dichterbij en zelfs voor de camper springend.

Toen we vorige week in Bremer Bay te maken kregen met een lekke band bij de Nissan zagen we dat die band aan één kant helemaal afgesleten was en dat deze aan vervanging toe is. Vandaag zijn we aangekomen in Esperance, de eerste plek vanaf Bremer Bay waar bedrijven zijn die banden vervangen. Pas bij de vierde zaak hadden ze de banden voor een Nissan (blijkbaar een heel speciaal soort dat weinig voorkomt !), maar deze hebben een iets grotere maat waardoor alle vier de banden vervangen moeten worden.

Tijdens onze vorige trip had Dennis een lekke band (in Fitzroy Crossing) en daar hebben ze toen een andere tweedehands opgelegd, vandaag kwamen we er achter dat deze een fractie groter was dan de andere drie en daardoor de band (die lek was) scheef afgesleten heeft. In ieder geval liggen er nu vier gloednieuwe banden onder de auto waar Anja en Cas in rijden en hopelijk kunnen we daar heel lang mee doen ! Ondertussen hebben we boodschappen gedaan en, voor het eerst deze trip, garnalen gekocht die we bij de Esplanade, onder een afdak, opeten.

 Het is vandaag onstuimig weer met af en toe een bui, wat nu niet zoveel uitmaakt voor de zaken die afgehandeld moeten worden. We rijden door naar Cape Le Grand N.P. waar we enkele dagen terug al een plek gereserveerd hebben bij Le Grand Beach Campground en ook hier krijgen we te maken met veel wind, maar we kunnen redelijk beschut staan.

Voor morgen wordt er veertig graden met veel zon voorspeld, iets wat we ons nu niet voor kunnen stellen, we wachten het af !!

Verslag 36

Het heeft vannacht flink geregend en geonweerd, ook stond er zo’n harde wind dat we ’s nachts de luifel nog afgebroken hebben. Maar vanmorgen scheen de zon meteen volop en ook liep de temperatuur snel op, zou de voorspelling van ruim veertig graden dan toch kloppen ! We bekijken verschillende punten in het Cape Le Grand N..P.: Frenchman Peak, Helfire Bay en Thistle Cove met z’n Whistling Rock waar je ook echt het geluid van de zee gereflecteerd hoort door de gebogen rots.

Dan gaan we verder naar Lucky Bay, het bekendste en mooiste plekje van het park, waar we met de auto’s zo het strand op rijden, om er daarna uren door te brengen.

Het kwik loopt snel op naar zevenenveertig graden in de schaduw en we zijn dan ook nog nooit zo vaak de zee in gedoken voor verkoeling als vandaag.

We kunnen onder de luifel in de schaduw zitten maar voelen de hete föhnwind zodra we naar het water lopen.

De mannen hebben nog een tijdje “gesurft” al viel dat niet mee !

Tegen half drie zijn we weer richting Le Grand Beach gereden om vandaar tweeëntwintig kilometer over het strand te rijden naar Wylie Beach, een veel mooiere en kortere route naar Esperance.

Onderweg stoppen we nog een keer om af te koelen in het heldere, verkwikkende water, voorlopig is dit de laatste keer, want morgen gaan we beginnen aan de twaalf honderd kilometer lange route over de Eyre Highway.

In Esperance maken we gebruik van openbare douches om al het zout af te spoelen en vervolgens rijden we nog zo’n negentig kilometer voor we aankomen bij Willoughby’s Spot, een stukje voor het gehucht Salmon Gums.

Ondertussen is het weer helemaal veranderd: donkere wolken pakken zich samen en regelmatig zien we een bliksemschicht. Het lijkt wel of de onweersbuien van drie kanten tegelijk komen en terwijl we noordelijk rijden richting Norseman blijft het onbestendige weer in de buurt.

We kunnen nog net droog onze spullen opzetten voor het onweer in alle hevigheid losbarst, er volgt zelfs een blikseminslag op nog geen twee meter afstand met tegelijkertijd een enorme knal, we schrikken ons kapot.

Gelukkig loopt het goed af en zitten we even later aan een wijntje na te genieten van deze prachtige, hete dag !

Verslag 37

We moesten vanmorgen alles nat inpakken, het heeft afgelopen nacht regelmatig geregend en ook het onweer kwam weer terug. Zelfs vanmorgen viel er nog een enkel buitje maar bij het ontbijt was het droog.

Na honderd kilometer rijden komen we in Norseman, de laatste plaats voor we aan de Eyre Highway, beter bekend als de “Nullarbor” beginnen, waar twaalf honderd kilometer lang geen enkel dorpje of afslag te zien is, alleen maar om de ruim honderd kilometer een roadhouse waar je kunt tanken, eten en naar het toilet kan. Wel zijn er wat dingen te bekijken onderweg: al vrij snel stoppen we bij Buldarra Rocks, waar diepe gaten in de rotsen zitten die de Aboriginals vroeger gebruikten als wateropslagplaats.

Ook stoppen we even bij een “old telegraph station” en even later bij het bord: 90 mile straight, waar Cas en ik het stuur over nemen, zodat Wim en Anja even de ogen dicht kunnen doen.

Maar voor die tijd hebben we getankt bij Balladonia Roadhouse en binnen een “hamburger with a lot” gegeten (een broodje met hierop hamburger, gebakken ei, ananas, sla, bietjes, tomaat, spek, ui en augurk), buiten was het inmiddels weer veertig graden dus niet aangenaam om daar te lunchen.

Natuurlijk zien we weer heel wat roadtrains die de lange afstand afleggen !

Tegen vieren stoppen we bij Caiguna Blowhole, een plek in de bush waar je kunt overnachten, en bouwen daar ons “kampje” weer op. Totaal hebben we vierhonderd zeventig kilometer gereden, nog ruim acht honderd dertig kilometer te gaan.

Weer begint het tegen de avond te regenen en zie je het flitsen, waarschijnlijk moeten we morgenvroeg alles weer nat inpakken !!

Verslag 38

(Dit is de blowhole waar de kampplaats naar genoemd is !)

We gaan weer verder over de “Nullarbor” waar het tegenwoordig aardig druk is: toen we zo’n twintig jaar terug voor het eerst hier overheen reden zagen we ongeveer om de tien minuten een auto of roadtrain voorbij komen, nu lijkt het op een gewone highway en zie je minstens elke minuut een voertuig rijden. Al vrij snel nemen we een afslag naar Murra-El-Evelyn Cave, zo’n tien kilometer westelijk van Cocklebiddy Roadhouse, waar je ineens een groot gat ziet in de verder vlakke omgeving, mooi om te zien.

Een eind verderop bij Madura kijken we uit op de oneindige vlakte van de werkelijke Nullarbor, wat “geen bomen” betekent.

Een klein stukje verder nemen we weer een afslag naar de Madura Caves, waar we na ruim tien kilometer rijden, en even zoeken, aankomen !

Het blijkt een prachtige grot te zijn waar we in kunnen lopen, ook is het er gelijk een stuk koeler.

Binnen bevinden zich diverse karkassen van kangoeroes die er duidelijk al lange tijd liggen.

Nadat we geluncht hebben (niet in de grot !) bij ruim vijfendertig graden gaan we weer door richting Eucla, waar de auto’s weer bijgetankt worden, de Nissan stond al op reserve, waarschijnlijk omdat de airco veel aangestaan heeft en daardoor veel meer verbruikt.

Bij Eucla kun je weer een zijweg nemen naar een oud telegraaf station, ook is hier een kampplaats bij.

Het is inmiddels ruim vier uur en vinden het lang genoeg voor vandaag, dus zetten we hier onze auto’s neer.

Weer staan we helemaal alleen, dit keer echter wel in de “bulldust” wat inhoudt dat onze voeten er niet al te schoon uitzien !!

Verslag 39

Net als de afgelopen dagen zijn er geen voorzieningen bij onze overnachtingsplaats, dus moeten we zelf een gat graven om onze “behoefte” te kunnen doen !

We zaten afgelopen nacht dicht bij de grens met Zuid Australië en zodra we daar zijn moeten we de klok tweeënhalf uur vooruit zetten, het tijdsverschil met Holland is nu negen en een half uur ! Ook is de ochtend al grotendeels voorbij zonder dat we veel gereden hebben. Natuurlijk gaan we op de foto met de grote kangoeroe, zoals iedereen die hier langs komt en ook het bord met alle afstanden erop staat weer op de plaat.

Daarna stoppen we enkele keren om de prachtige ruige kust te zien van de Great Australian Bight.

Twee kilometer landinwaarts van de highway bevindt zich een heel groot gat: Clay Dam Cave, zonder hek eromheen of een enkele waarschuwing, als je hier invalt kom je er niet levend uit !

Na een lang eind rijden draaien we nog een keer de snelweg af om een “wombat motel” te bekijken: er zitten een heleboel gangen onder de grond waar wombats leven, helaas zien we er nu geen één, omdat ze meestal ’s nachts actief zijn.

Na totaal ruim vier honderd kilometer rijden stoppen we tegen half zeven (vier uur oude tijd) bij een kampplek zestien kilometer voor Penong  om te overnachten.

Pas  rond negenen zitten we, na een laat happy hour, aan de avondmaaltijd, de nieuwe tijd is nog even wennen ! 

Verslag 40

We waren vanmorgen maar een half uurtje later wakker dan normaal en dat met twee en een half uur tijdsverschil ! In tegenstelling tot gisteren schijnt de zon meteen volop waardoor alles er vriendelijker uitziet.

Na tachtig kilometer rijden moeten we, net voor Ceduna, bij het quarantaine checkpoint onze koelkast openen voor controle, je mag namelijk geen groente of fruit mee de grens over nemen.

Wij vinden dit nog steeds een onzinnig iets maar hebben wel gezorgd dat alles voor dit punt opgegeten is.

In Ceduna doen we weer uitgebreid boodschappen en boeken daarna een plaats bij Ceduna Foreshore Caravan Park, waar we een prachtig plekje krijgen op GRAS, dat is lang geleden !

Ook  is het alweer twee weken terug dat we wasmachines gezien hebben en de auto’s kunnen wel een beurt gebruiken, zowel binnen als buiten.

We zijn dus allemaal uren bezig met poetsen en wassen en er gaan heel wat bakken met donker rood water in de afvoerput.

Natuurlijk benutten we ook de douches en de elektriciteit van de camping en Cas gaat nog even het verwarmde zwembad in ! Tegen de avond genieten we van een uitgebreide, door Wim gemaakte, visschotel en nadien zien we nog een mooie zonsondergang.

Het was een nuttige, aangename dag, we kunnen nu weer een tijdje primitief gaan kamperen !!

Verslag 41

Nadat we kort gestopt zijn bij de jetty van Smoky Bay rijden we verder naar Perlubie Beach, een plek waar we heel leuke herinneringen aan hebben en nog een keer willen gaan staan. Helaas is er wel wat veranderd: was het voorheen wie het eerst komt heeft de beste plek, nu moet je van te voren “online” reserveren en alles was al volgeboekt tot half maart. Wél is de rieten overkapping, die er al jaren staat, nu alleen bedoeld voor dagrecreatie dus daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt.

Het is eb als we tegen elven aankomen en we lopen eerst naar enkele grotten, uitgesleten door het water.

Wim en ik maken een lange wandeling door het ondiepe water naar een groep zandduinen, al staat er tegenwoordig dat je er niet meer op mag klimmen, wat we natuurlijk wel doen.

Na de lunch lopen Anja en Cas ook langs en door zee en al schelpen zoekend zijn ze verder gelopen dan dat ze erg in hadden, de weg terug is dan ook langer als verwacht.

Inmiddels begint het vloed te worden en rijden we de auto’s iets hogerop, het water loopt haast onder de overkapping.

Natuurlijk gaat Cas nog even zwemmen in het vrij warme zeewater.

Even later steekt de wind ineens op en besluiten we te vertrekken, we rijden zo’n twintig kilometer noordelijk om uit te komen bij Haslam Campground, een simpele plek mét toilet, dicht bij zee. En ook hier is weer een jetty !

Na het eten zijn we nog even sportief bezig, goed voor de spijsvertering !

Verslag 42

We hebben vandaag een leuke, afwisselende dag gehad. Als eerste zijn we op zoek gegaan naar de replica van een haai, die in 1990 in Streaky Bay gevangen is: vijf meter lang met een gewicht van ruim vijftien honderd kilo. We vinden deze namaak haai binnen bij het Shell pompstation !

Dan beginnen we aan de Cape Bauer rondrit die vrij saai start maar toch aardig spectaculair wordt bij de lookout en later bij de Whistling Rocks.

De Blowholes zijn blijkbaar te ver landinwaarts, daar komt al lange tijd geen zeewater meer door omhoog.

Daarna rijden we naar de Yanerbie Sandhills, prachtige, bijna witte, duinen waar je op kunt klimmen.

Ook Anja komt helemaal boven en is verrast door het uitzicht, het lijkt wel op de Sahara.

Na de lunch gaan we naar Point Labatt in het gelijknamige Conservation Park, waar je zeeleeuwen kunt spotten vanaf een platform en we zien er tientallen die we langdurig observeren, zowel met als zonder verrekijker.

Het was de bedoeling om aan een soort binnenmeer te overnachten, maar net als gisteren waait het zo hard dat we besluiten verder landinwaarts te gaan.

Onderweg stoppen we nog even bij Calca, een voormalig plaatsje, waar alleen nog een kerk en een onbewoond huis te zien zijn,

waarna we doorrijden naar Murphy’s Haystacks, heel aparte rotsen die zo omhoog lijken te steken uit het verder vlakke landschap.

Je mag hier ook kamperen, dus zetten we hier onze auto’s neer, waarna we de “hooibergen” uitgebreid bekijken en fotograferen.

Nadien genieten we nog lange tijd, in de zon, van deze prachtige dag !

Verslag 43

Vanaf Murphy’s Haystacks rijden we vanmorgen (28 februari) naar de pier van Venus Bay waar druk gevist wordt.

Er zijn net enkele vissers hun vangst aan het schoonmaken en natuurlijk komen daar weer heel wat pelikanen op af wetend dat ze zonder moeite hun maaltje binnen krijgen.

Ook de grillige kust rond de vissersplaats is prachtig om te zien en nadat we hier diverse keren gestopt zijn rijden we verder naar Talia waar alweer enkele natuurlijke pareltjes te aanschouwen zijn.

De Woolshed Cave trekt tegenwoordig aardig wat bezoekers maar bij the Tub zijn we de enigen die er rondwandelen.

’s Middags gaan we het binnenland in richting Gawler Ranges N.P. en omdat we de aankomende dagen alleen maar over onverharde wegen rijden laat Wim wat lucht uit de banden ontsnappen zodat we wat meer grip op de weg hebben.

Tegen vieren komen we aan bij Pildappa Rock, een grote granieten rots waar we op kunnen klimmen, al valt dat soms niet mee !

Er staat nog steeds een harde wind die vooral merkbaar is bovenop de rots, ook zorgen we ervoor dat we met de camper beschut kunnen zitten: overdag is het zo’n dertig graden, maar ’s avonds koelt het snel af naar rond de tien !

Helaas krijgen we hier ook weer te maken met vliegen en die zullen we de komende dagen wel veelvuldig zien !!

Verslag 44

We hebben de gehele dag doorgebracht in het Gawler Ranges N.P. en ook nu verblijven we er nog. Het is ontzettend rustig in het park, we hebben slechts twee andere auto’s gezien. Wél is er veel “wildlife”: regelmatig zien we een kangoeroe verbaasd opkijken en wegspringen en ook de emoes zijn in grote getale aanwezig. Een groep blijft zelfs voor de auto staan zo van: het is óns park !

(We zijn echt aan het game-driven vandaag !)

We starten met een wandeling naar de Organ Pipes, heel aparte rotsformaties die een beetje lijken op pijpen van een kerkorgel.

Daarna rijden we naar de Stone Dam, gebouwd begin 1900 door de eerste bewoners die wanhopig op zoek waren naar water en door middel van een dam probeerden regenwater op te vangen.

Ook stoppen we bij Old Paney, een gerestaureerd huis van de pioniers die hier schapen hielden. Zelfs de hokken van de honden, die de schapen bijeen moesten houden, zijn nog te bekijken.

Ondertussen genieten we van de schitterende omgeving terwijl we door  het park rijden.

Tegen drieën zijn we bij de Kolay Mirica Falls waar weer de aparte achthoekige rotsen te bewonderen zijn, het is hier echter al lange tijd droog dus er valt geen water langs de rotsen.

Dan gaan we naar Chillunie Campground waar we nu, weer als enigen, midden in de prachtige natuur staan.

Wat heeft Australië toch veel te bieden !

Verslag 45

Vandaag (2 maart) is Marcel, onze oudste zoon, veertig jaar geworden, helaas zijn we niet aanwezig bij deze mijlpaal. Gelukkig is hij het, net als Dennis, inmiddels wel gewend dat we vaak verjaardagen niet op de dag zelf vieren. Wél zorgen we er altijd voor dat we contact hebben op zo’n dag. Nu verblijven we al twee dagen in het binnenland zonder internet bereik (ook de laatste twee verslagen staan nog op de laptop, klaar voor verzending !) maar we hebben al een filmpje opgenomen en een berichtje klaarstaan, dus zodra er even internetverbinding is komt de felicitatie binnen. Aan de oostkant van het Gawler Ranges N.P. bevindt zich de “Paney Old Shearing Shed”, een plek waar vroeger de schapen geschoren werden en hier moet Telstra Reception zijn, maar helaas blijkt deze onvoldoende om iets te ontvangen of te versturen.

Nadat we de gerestaureerde schuur van binnen en buiten bekeken hebben verlaten we het Nationale Park, al blijven we wel in het gebied Gawler Ranges.

We rijden richting het zoutmeer Lake Gairdner een rit die enkele uren in beslag neemt. Onderweg zien we, behalve emoes en kangoeroes, ook schapen en bokken lopen.

We lunchen bij de Pondanna Ruïns, waar nog enkele restanten van huizen uit lang vervlogen tijden te zien zijn.

Nog een stukje noordelijker zien we in de verte de eerste zoutcontouren en eenmaal aangekomen bij de lookout, vlakbij Waltumba Camping Area, strekt zich voor ons een immense witte zoutvlakte uit.

Het lijkt net of je op ijs loopt wanneer je over het krakende zout wandelt, maar er zijn ook tijden dat het Gairdner Lake door regen verandert in een “gewoon” meer, zoals afgelopen winter.

We moeten een stukje terug rijden naar onze overnachtingsplaats Mount Ive Station, een nog actieve schapenfarm en tevens kampplaats, waar we internet hebben !!

Dus tegen half vijf (in Nederland zeven uur ’s morgens !) bellen we Marcel wakker om hem te feliciteren, het is ons toch weer gelukt !! 

Verslag 46

(Weer konden we vanmorgen starten met een ontbijt in de zon !)

Vlakbij de ingang van Mount Ive Station ligt een “submarine”, het is een natuurlijk geen echte, maar geinig om te zien.

We leggen nog zo’n honderd en twintig kilometer af over onverharde wegen richting Iron Knob, regelmatig over een “grid” rijdend, een rooster met omheining eraan vast dat het ene stuk grond met vee van de andere scheidt, zodat de dieren niet weglopen.

Onderweg zien we weer schapen en geiten die hard wegrennen als ze ons horen aankomen. Ook zien we, in the middle of nowhere, een vliegtuig van the Flying Doctors staan, zonder nederzettingen in de omgeving.

In Iron Knob, een plaatsje met zo’n honderd inwoners dat z’n glorie tijd gehad heeft, doet Wim, bij een verlaten pompstation, weer lucht in de banden, omdat we vanaf hier voorlopig weer over asfalt rijden.

Dan gaan we richting Port Augusta waar we bij de Royal Flying Doctor Service hopen op een rondleiding, maar helaas is deze sinds Coronatijd afgelast en nog niet opnieuw opgestart.

Bij de Water Tower Lookout in Port Augusta stoppen we voor de lunch waarna we de toren beklimmen voor een mooi uitzicht over de stad.

Dan is het tijd om onze voorraden weer aan te vullen: gas, water, brandstof en levensmiddelen en nadat we van alles voorzien zijn rijden we nog een klein stukje naar onze volgende overnachtingsplek Pichi Richi, vlakbij de plaats Quorn.

Het is al ruim vijf uur en nog altijd rond de dertig graden wanneer we daar aankomen, tijd voor een koud biertje !

Voor de komende dagen wordt er ook warm weer voorspeld, gelukkig houden we alle vier meer van heet dan van koud weer !!

Verslag 47

Het is vandaag zeven jaar geleden dat Wim en ik opa en oma werden van Stijn en Ruben. Toen ze vier werden hebben we dat met z’n allen gevierd in Australië op Kangaroo Island en met de verjaardag van vijf en zes jaar waren we allemaal gewoon thuis. Dit keer zitten we dus aan de andere kant van de wereld en moeten we het doen met felicitaties via een filmpje. Tegen de tijd dat zij wakker worden hebben wij geen internetbereik meer omdat we te ver afgelegen zitten. Wij starten de dag in Quorn bij het Flinders

Range visitor centre waar ze voor ons diverse kampplaatsen boeken in het Nationale Park. Tegenwoordig moet alles online, maar in het park heb je geen internetverbinding dus moet het voor die tijd al geregeld zijn, heel omslachtig allemaal.

Ook kun je hier het oude Pichi Richi treinstation bekijken waar tot 1956 de Ghan aankwam.

Richting Flinders Ranges stoppen we bij de Kanyaka waterhole en Death Rock en even later bij de ruïnes van de oude Kanyaka Homestead, allemaal heel interessant om te zien.

Nadat we bij Hawker in de schaduw geluncht hebben nemen we, na ruim twintig kilometer rijden, de mooie Moralana Scenic Drive richting het Nationale Park.

We overnachten bij Edeowie Campsite, een voormalige schapenfarm tegen de heuvels van Wilpina Pound aan gelegen. We bekijken hier de oude stallen en Anja probeert de schaapscheerderschaar uit bij Cas, die het als een “mak schaap” ondergaat !!

Nadat we ook hier ruïnes bekeken hebben rijden we naar onze kampsite (Glenora) vanwaar we een prachtig uitzicht hebben over de Flinders Ranges.

De temperatuur loopt vandaag op tot boven de vijfendertig graden dus zoeken we de schaduw op en helaas zijn er veel vervelende vliegen, die gelukkig verdwijnen zodra het donker wordt.

Ook ’s avonds koelt het maar langzaam af, maar omdat we hier een kampvuur mogen maken gaan er toch wat blokken hout in de bak, al is het maar voor de sfeer !

Verslag 48

Na een heel leuk verblijf bij Edeowie Station, waar we de enige kampeerders waren, gaan we nu het Nationale Park Ikara-Flinders Ranges in waar we eerst stoppen bij een mooi uitkijkpunt voor we beginnen aan de Branchina Gorge scenic drive: een twintig kilometer lange rit dwars door de bergen waar we regelmatig stilstaan om de schitterende omgeving in ons op te nemen.

Opeens zie ik een rock-wallabie springend op de rotsen, het is een prachtig dier met een lange staart waarvan de kleuren opgaan in de natuur.

Het blijken er zelfs twee te zijn, maar door de schutkleuren vallen ze haast niet op

Ook zien we onderweg nog een paar emoes en zelfs enkele schapen die het wel erg warm zullen hebben met hun dikke vacht.

Tegen de middag zijn we bij de Aroona Ruins, in de 19de-eeuw een schapenfarm, hier ontstaan vanwege een natuurlijke waterbron die hard nodig was om te kunnen bestaan.

Dan rijden we door naar onze overnachtingsplek: Koolamon, waar weer verder niemand staat. Het is inmiddels ruim vijfendertig graden dus we besluiten er een relaxte middag van te maken en alle vier zitten we met een spannend boek in de schaduw te lezen ! Wel is de wind erg wisselend vandaag: af en toe hebben we te maken met een ware zandstorm en even later is het windstil en komen de vliegen met bosjes op ons af!

Weer zitten we tot bedtijd in hemdje en korte broek buiten,we mogen hier geen kampvuur maken, dat is met deze draaiende winden en hoge temperatuur veel te gevaarlijk, maar die hebben we nu ook echt niet nodig !!

Verslag 49

Het onbestendige weer van gisteren is verleden tijd, vandaag hebben we geen rare hete windstoten uit allerlei richtingen vergezeld door opwaaiend zand en de temperatuur is terug naar een aangename zevenentwintig graden. We gaan eerst op weg naar de Wilkawillina Gorge en de weg ernaartoe en weer terug is interessanter dan de kloof waar we slechts een klein stukje in wandelen.

Er zitten heel slechte stukken weg tussen waar goede stuurmanskunst voor nodig is, iets wat Wim en Anja allebei goed kunnen.

Omdat het zo rustig is in het park zien we vrij veel emoes en kangoeroes die opschrikken wanneer ze ons horen aankomen.

Tegen de middag rijden we naar de Appeallina Ruins, hier zijn de restanten van een homestead uit 1856 te zien en ook spotten we hier een bobtail lizzard.

Bij de Stones Hill Lookout hebben we, behalve een mooi uitzicht, ook internetverbinding zodat we het verslag kunnen verzenden en alle mails en app-jes op kunnen halen. Zo ben ik weer op de hoogte van het welzijn van mijn ouders, waar het weer even wat minder mee ging, en zien we de foto’s van de verjaardag van de tweeling.

Nadien hebben we nog een lange mooie rit voor de boeg, de Bunyeroo Scenic Drive die weer heel afwisselend is.

Pas tegen vijven komen we aan bij Trezona Campground en zelfs daar blijven we actief: de mannen moeten weer gekortwiekt worden en daarna wordt onze buitendouche gebruikt om al het stof af te spoelen.

Ook moet er natuurlijk nog gekookt worden, gegeten, afgewassen en het verslag gemaakt en pas daarna kunnen we relaxen…… reizen is best vermoeiend !!!

Verslag 50

We zijn vandaag voor het laatst in het Ikara-Flinders Ranges N.P. zoals het tegenwoordig heet. De Aboriginals krijgen steeds meer invloed, wat we ook merken wanneer we de Sacred Canyon willen bekijken: in het verleden konden we daar zo naartoe rijden en vanaf de parkeerplaats heen wandelen, nu moet je elf (!!) kilometer lopen óf met een gids naar de plek waarvoor je vijfennegentig dollar per persoon betaalt ! Nou, zó bijzonder is die “heilige” plek van hun nu ook weer niet !

Wij gaan eerst naar de Wood Duck Dam, een meertje waar de dieren naartoe komen om te drinken en inderdaad zien we er enkele kangoeroes en emoes.

Vervolgens maken we enkele foto’s bij de Cazneaux Tree, een apart staande boom die in 1941 al gefotografeerd werd en waar een poëtische tekst bij hoort.

Rond de middag komen we aan bij het centrale deel van het park: Wilpena Pound met een visitor centre, een benzinestation, een winkeltje en luxe kampplaats. Hiervandaan kun je ook wandelen en met z’n drieën, Anja blijft bij de auto, maken we een ruim zeven kilometer lange wandeling naar een punt uitkijkend op Wilpena Pound, het hart van Flinders Ranges.

Na ruim twee uur lopen zijn we terug waarna we nog even stoppen bij een oude “homestead”. 

Vier dagen terug hadden we in Quorn onze overnachtingplaatsen al geboekt dus rijden we nog een keer een stuk van de prachtige Bunyeroo Scenic Drive om tegen vieren uit te komen bij Acraman Campground, weer een prachtige plek midden in de natuur. Nog steeds hebben we prima weer en zitten we tot bedtijd buiten, iets wat in Holland ondenkbaar is, daar sneeuwt het nu !

Verslag 51

Voor we, na drie dagen, het park verlaten maken we nog een prachtige rit door Flinders Range.

Onderweg zien we ineens enkele grote roofvogels die ik helaas niet helemaal scherp op de foto krijg !

We stoppen nog even bij de parkeerplaats van Arkoroo Rock, hier zijn Aboriginal tekeningen te zien, maar je moet eerst ruim een uur lopen voor je bij die rots bent. Wim maakt wel een foto van de afbeelding, die “kinderkrabbels” zijn geen lange wandeling waard (vinden wij !).

In Hawker vullen we onze water- en dieseltank weer waarna we richting Clare rijden. In het gehucht Cradock stoppen omdat Cas een nieuwe hoed nodig heeft, Anja vindt zijn rieten hoofddeksel niet mooi !

In Hammond, een soort “ghost town”, houden we middagpauze, al moeten we nu uit de wind gaan zitten, het is vandaag beduidend minder warm.

Via het leuke plaatsje Melrose rijden we naar Gladstone waar een oude gevangenis moet zijn, helaas is deze niet meer te bekijken en zien we alleen de buitenkant.

Daarna wordt het zoeken naar een overnachtingsplaats waar we uit de wind kunnen zitten én pinnen in de grond kunnen slaan om een soort “voortent” op te bouwen. Dit lukt bij het plaatsje Guinare waar je bij een voormalig sportveld kunt gaan staan. Er zijn hier toiletten, prullenbakken, drinkwater en zelfs douches, wat een service ! Sinds lange tijd gaan de lange broeken weer aan, maar we weten al dat het de komende dagen weer flink warmer gaat worden ! 

Verslag 52

Het was vandaag echt een “werkdag”: we zijn gestart bij de carwash in de plaats Clare waar beide auto’s een flinke wasbeurt krijgen. Je ziet het roodbruine zand vermengd met water als bruine modder langs de auto’s lopen, maar nadien zien ze er weer blinkend uit. Ook de binnenkant wordt onder handen genomen met een grote stofzuiger.

Nadat we weer voor vijf dagen levensmiddelen ingeslagen hebben gaan we naar een Discovery Park, voornamelijk vanwege de wasmachines want het is alweer bijna twee weken geleden dat we deze gebruikt hebben. Maar op de camping wordt er verder geklust:  de achterkant van de Nissan zit weer los en ook moeten er enkele krassen weggewerkt worden.

We zijn alle vier uren bezig met poetsen en pas tegen vijven hebben we tijd voor een hapje en een drankje !

Voor het eten staat vandaag vis op het programma en omdat alles net weer helemaal “zuiver” is gebruiken we de barbecue van de camping waar we enkele uren gezellig doorbrengen.

Inmiddels is het half tien en nog maar veertien graden en trekken we ons terug in onze “voortent”. De aankomende dagen gaat het trouwens moeilijk worden om een kampplaats te vinden, je hebt hier “Adelaide cup”, wat inhoudt dat iedereen op maandag vrij is en de Australiërs trekken er dan massaal op uit ! ………Maar er zal vast wel ergens een plekje zijn waar wij kunnen overnachten !

Verslag 53

De plaats Clare, waar we overnacht hebben ligt middenin een wijngebied: de Clare Valley, maar we hebben dit keer geen enkele wijnproeverij gedaan. Wél zijn we vanmorgen naar Sevenhill gereden waar zich de oudste wijngaard van de omgeving bevindt, al in 1851 opgezet door Oostenrijkse jezuïeten, in eerste instantie om miswijn te produceren, maar er wordt ook nog altijd prima tafelwijn gemaakt.

We mogen rondlopen door de wijngaarden met z’n grillige druivenstokken en er zijn enkele oude gebouwen te zien, vooral de St.Aloysius’ Church (1875) met z’n crypte, waar tweeënveertig jezuïeten hun laatste rustplaats hebben,  is heel bijzonder.

We rijden door naar het historische stadje Mintaro waar veel gebouwen getooid zijn met het leisteen dat meer dan honderd vijftig jaar lang in de streek gedolven werd. 

Dan gaan we verder  naar Burra, een plek waar in 1845 koper werd gevonden en vijf jaar later de grootste mijn van Australië ontstond. Het is nu een State Heritage Area en je kunt er een rondrit maken langs allemaal historische gebouwen en natuurlijk de groeve van de voormalige kopermijn bekijken.

Ook het oude treinstation is een bezoekje waard.

Dan rijden we naar onze overnachtingsplek, waar we niet te laat aan willen komen vanwege het lange vrije weekend. We vinden een prachtige plek bij Worlds End Reserve tussen heel grote, oude gumtrees.

Er stroomt een heel smal riviertje waardoor er veel vogels te zien zijn en we kunnen heerlijk in de schaduw van de bomen zitten.

In de loop van de middag komen er verschillende caravans en campers om te overnachten maar er is ruimte genoeg en ze komen niet bij ons in de buurt, hopelijk vinden we zaterdag en zondag ook zo’n mooie slaapplek !

(Wim heeft ons weer verrast met een heerlijke maaltijd, dit keer gevulde paprika  met kip !)

Verslag 54

Vanmorgen hebben we ons prachtige plekje bij Worlds End Reserve weer verlaten, eigenlijk hadden we nog een dag moeten blijven staan, zo mooi was het, maar we zijn nu eenmaal nieuwsgierig naar wat er nog meer te zien is ! Eerst rijden we naar Redbanks Conservation Park, het is er nu erg droog maar je kunt zien wat een kolkende rivier kan doen met de omgeving.

Dan gaan we naar Morgan een historisch plaatsje aan de Murray River, de langste rivier van Australië met een totale lengte van over de vijfentwintig honderd kilometer, stromend door drie staten: Victoria, New South Wales en South Australia.

Bij het informatiecentrum in Morgan krijgen we te horen dat de Murray ruim een maand lang buiten z’n oevers is getreden door de vele regen in Victoria en pas sinds drie weken is het water aan het zakken, waardoor veel kampeerplekken aan de rivier helaas nog steeds onbereikbaar zijn. We lunchen aan de Murray maar het ruikt er niet al te fris: er liggen diverse dooie vissen op de grond die nog niet opgeruimd zijn.

Het wordt echt  zoeken naar een overnachtingsplaats: we zien een plekje zonder schaduw mét stinkende vissen en bij een leuke stek waar net een scoutingskamp actief is, moeten we weer vertrekken omdat alles volgeboekt is.

Pas tegen half zes komen we, na twee keer met een (gratis) pont de rivier overgestoken te zijn, uit bij Tenbury Hunter Reserve, vlakbij de plaats Swan Reach.

Hier staan we nu op een gratis plek, pal aan de rivier, maar wel tussen andere kampeerders in, zonder voorzieningen en in de wind…….morgen gaan we toch weer op zoek naar een ander plekje !!

Verslag 55

We zijn vandaag (zondag 12 maart) verder langs de Murray gereden in zuidelijke richting. Onderweg zien we regelmatig de gevolgen van het hoge water: huizen die onder water hebben gestaan en waarvan de huisraad kapot buiten staat, nog stukken ondergelopen grond en zelfs boten die het wassende en weer dalende water niet hebben overleefd.

We voelen ons af en toe net “ramptoeristen”, maar we zijn tevens op zoek naar een plek waar we leuk aan de rivier kunnen staan.

Bij de plaats Mannum zien we, wanneer we de raderboot de “Murray Princess” op de foto zetten, dat er aan de overkant van de rivier gekampeerd wordt.

Dus nemen we nog maar een keer een veerpont en staan even later prachtig aan het water met uitzicht op de plaats Mannum. Eigenlijk is de kampplaats (Bolto Reserve) nog gesloten maar er staan al meerdere campers en tenten, alleen het toiletblok is nog niet te gebruiken !

Er is hier van alles te zien: er wordt volop gevist, de kaketoes vliegen in grote getale krijsend over of strijken neer in een grote boom en ook op het water komt van alles voorbij !

We kunnen lange tijd in de zon en uit de wind zitten en tegen de avond gaat, voor het eerst deze trip, de houtskoolbarbecue aan. Misschien gaat er later nog wel een stukje hout op, want het koelt wel weer af naar zo’n tien graden !

Verslag 56

(We hebben gisteravond, na de barbecuemaaltijd, nog lange tijd bij het kampvuur gezeten !)

We hadden gehoopt nog wat meer dagen aan de Murray door te kunnen brengen, maar het zuidelijkste stuk van de rivier heeft weinig plekken om te overnachten en is niet zo interessant. In het verleden hebben we al zoveel prachtige plaatsen gehad aan de Murray, maar deze waren allemaal veel noordelijker. We rijden naar Murray Bridge, daar aangekomen blijkt deze plaats weinig charme te hebben en besluiten we door te rijden naar Lake Alexandrina.

Onderweg stoppen we nog even bij het Port Milang Historic Railway Museum dat alleen van de buitenkant te bekijken is. 

Dan gaan we verder langs het meer richting Point Sturt waar je gratis kunt overnachten met uitzicht op het water, we hebben zelfs gras onder onze voeten !

Hier brengen we de middag door in het zonnetje, maar tegen de avond koelt het flink af. Helaas mogen we hier geen kampvuur maken, dus wordt het lange broek aan met twee vesten ! Omdat we ruim tien dagen ingelopen zijn op ons reisschema gaan we als “extraatje” naar Kangaroo Island, waar we waarschijnlijk morgen al aankomen !

Verslag 57

Vanmorgen zijn we eerst naar Goolwa gereden waar een oude “paddle steamer”  moet liggen, bij aankomst is de kade echter leeg en bij navraag blijkt de boot enkele maanden terug tegen de brug aangevaren te zijn en  nu ergens in een dok voor reparatie ligt.

We gaan verder naar Victor Harbor, waar we in 2020 ook geweest zijn, je kunt er met een paardentram naar Granite Island en ook vandaag loopt er weer een paard voor de oude tram volgeladen met toeristen.

Bij een Woolworths supermarkt slaan we uitgebreid boodschappen in voor Kangaroo Island, want daar is weinig te koop, waarna we de laatste zestig kilometer afleggen naar Cape Jervis vanwaar de boot vertrekt richting het eiland.

(Apart transport: een trein op een vrachtwagen !)

Daar aangekomen staat er een lange rij auto’s geparkeerd voor de overtocht en wacht ons een grote teleurstelling: de eerste acht dagen is de boot helemaal volgeboekt !! We zijn hier drie keer eerder geweest en konden altijd zo meevaren, nu staat ons niet anders te doen dan om te keren, Kangaroo Island kunnen we wel vergeten. We rijden naar de twintig kilometer verderop gelegen kampplaats Rapid Bay, waar het ook erg vol staat. Heel vreemd, het lange weekend en de schoolvakanties zijn voorbij, maar het blijft gewoon overal druk.

We staan aan zee en Cas gaat nog even het water in, Wim en ik maken een wandeling naar een grot, waarna ik een nieuwe planning maak voor de komende twee weken.

We zullen ons best vermaken, er is nog zoveel te zien in Australië !

Verslag 58

We hebben vandaag ruim twee honderd twintig kilometer afgelegd: eerst hebben we het schiereiland Fleurieu, vanwaar je naar Kangaroo Island gaat, verlaten en via Wellington, waar we nog een keer met een pont over de Murray gaan, zijn we richting Meningie gereden.

We passeren weer het grote Lake Alexandrina, waar we twee dagen terug aan gekampeerd hebben en stoppen onderweg bij een van de vele zoutmeren.

Dan rijden we naar Coorong N.P. , een smalle strook land met kleine meren, gescheiden van de Southern Ocean door zandduinen.

Bij Parnka Point (Pelican) Campground boeken we ter plekke een plaats en zetten daar onze “huisjes” neer, met uitzicht op het water.

We zien heel veel pelikanen overvliegen en horen duidelijk het ruisen van de zee, maar kunnen deze niet zien.

We relaxen met een mooi boek en doen weer eens een spelletje Carcassonne bij een prima temperatuur.

Wanneer de zon ondergaat kan gelijk de lange broek en het vest weer aan, niet alleen omdat het snel koeler wordt, maar er zitten hier veel vervelende midgees en muggen !

Verslag 59

We gaan de laatste twee weken van onze reis een beetje de trip volgen die we drie jaar terug met Marcel, Marieke en de jongens hebben gemaakt, maar dan in omgekeerde volgorde. Afgelopen nacht stonden we al op dezelfde plek en ook vandaag, wanneer we verder door de Coorong rijden stoppen we nog even bij een bekende overnachtingsplaats.

En terwijl ik een stuk het duin opklim zijn Wim en Cas bezig met onze camper: de bullbar piept en kraakt, maar met een paar ty-raps  is alles tijdelijk weer opgelost.

Wanneer we stoppen bij the Granites, enkele grote ronde stenen die in zee liggen, is het al net zo fris als vorige keer.

In Kingston stoppen we bij de Big Lobster, een zeventien meter hoge kreeft, en nadat we deze op de foto hebben gezet gaan we in het bijgelegen restaurant “fish and chips” eten, buiten is het nu niet zo aangenaam.

 In de verderop gelegen plaats Robe wilden we eigenlijk een stuk over het strand rijden, maar daar aangekomen bleek het water vrij hoog te staan en ook was het zand erg mul, daar wagen we ons echt niet aan.

Nadat we het plaatsje bekeken hebben rijden we nog een stukje verder naar Nora Creina Roadstop, waar we onze auto’s parkeren voor de nacht. Er staat een harde, koude wind, dus we bouwen meteen de luifel met zijkanten op zodat we toch comfortabel buiten kunnen zitten.

Er is hier geen toilet aanwezig dus Cas graaft alvast een gat voor de hele “familie” !

Voor het eerst doen we ’s middags een spelletje Mexican Train, die glansrijk door Anja wordt gewonnen, we vermaken ons nog steeds prima !

Verslag 60

We zagen gisteravond diverse holen vlakbij de camper en omdat het daar “wombat-gebied” is hoopten we er eindelijk één in het wild te zien.

We waren dan ook heel verbaasd dat we, nadat we wat geritsel hoorden, opeens op nog geen meter afstand een prachtige bruine vos zagen staan, die snel wegliep. Helaas hadden we geen van allen ons toestel paraat en is er slechts één onduidelijke foto van dit dier.

Vanmorgen is het gelukkig, in tegenstelling met het druilerige weer van gisteren, weer opgeklaard en gaan we een mooie zonnige dag tegemoet. We starten onze trip bij Cape Buffon, een schiereiland bij Southend, waar we uitkijken over een ruige kustlijn van kalk-zandsteen in diverse kleuren, ze worden dan ook “Rainbow Rocks” genoemd.

We gaan verder naar Mount Gambier, een stad gebouwd op een vulkaan, waar nu nog twee kratermeren te zien zijn. De bekendste  is Blue Lake, een meer van zeventig meter diep en een waterinhoud van 36.000 miljoen liter water, dat tussen november en maart op mysterieuze wijze diep blauw kleurt. De rest van het jaar is deze, net als Valley Lake, waar we onze lunch nuttigen, gewoon grijs.

We rijden verder naar Hells Hole, een meer met een diameter van vijfenveertig meter en vijfentwintig meter diep. Vanaf een platform is het nog bijna veertig meter tot de waterspiegel en het ziet er erg onheilspellend uit, toch is het meer populair bij grotduikers.

Ook het verderop gelegen Caroline Sinkhole is indrukwekkend om te zien, maar hier staat geen water in.

We vervolgen onze reis naar de kust, onderweg de grens met Victoria overstekend, waardoor we onze horloges een half uur vooruit moeten zetten. (Het tijdsverschil met thuis is nu tien uur !). Bij Portland maken we nog iets bijzonders mee: bij Point Danger huist de enige kolonie Gannets op het vaste land van Australië en drie keer per week kun je er een uurtje vlakbij komen wanneer de ranger een poort opent. Wij zien meer dan zes duizend (!) gannets, een soort zeemeeuw, bij elkaar zitten en rondvliegen, prachtig om te zien.

Dan wordt het tijd om naar een overnachtingsplek te gaan, dit wordt Sawpit, een gratis kampplaats in de Narrawong State Forest, waar we een Nederlands stel tegenkomen dat afgelopen nacht ook op dezelfde plek als wij stonden. Wim schenkt ze een Nederlands vlaggetje, ze vonden die van ons zo leuk ! (Hij werd meteen op hun auto bevestigd !)

We mogen hier kampvuur maken, dus waarschijnlijk wordt ons laatste hout vanavond opgestookt. Het was vandaag weer een heel gevarieerde dag, we hebben twee honderd tachtig kilometer afgelegd en veel nieuwe dingen gezien,…. en dat terwijl we nu voor de zestiende keer in Australië zijn !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-15-1024x768.jpg

Verslag 61

We zijn vanmorgen als eerste naar Tower Hill Wildlife Reserve gereden, een prachtige plek in de natuur, pal aan de Princess Highway, waar kangoeroes, emoes en koala’s in het wild leven.

We hadden koala’s alleen pas de tweede dag in Australië gespot in Yanchep N.P. en Anja wilde ze heel graag nog een keer zien.  Ze werd niet teleurgesteld want we hebben er zelfs zes gezien en deze wel honderd keer op de foto gezet !!

Ook liepen er emoes rond die knap brutaal waren, tijdens de lunch aten ze zelfs ons brood op.

Onze volgende stop is bij Flagstaff Hill Maritime Village in Warrnambool, een openluchtmuseum met als thema: de immigranten die hier per schip aankwamen om een nieuw leven op te bouwen. Ook hier maakt ons fototoestel overuren van alle historische gebouwen en boten.

Dan beginnen we aan de Great Ocean Road, een van de mooiste routes in Australië, met een totale lengte van tweehonderd drie en veertig kilometer, al is het eerste stuk niet echt interessant. Pas bij “Bay of Islands” komen we bij zee en zien we aparte rotsen uit het water steken.

Net voorbij Peterborough stoppen we bij onze favoriet “the Grotto”, waar je, na het afdalen richting zee, een prachtige doorkijk hebt.

Dan volgen al snel de London Bridge en the Arch (deze is tijdelijk niet te bekijken), twee heel bekende uitstulpingen in het water, maar helaas is inmiddels de zon verdwenen waardoor alles er minder mooi uitziet.

We stoppen nog een keer bij Gibsons Steps, in de hoop daarvandaan the Twelve Apostles te kunnen zien, op de parkeerplaats van de laatst genoemde was het namelijk abnormaal druk.

Nadat Cas en ik vijfentachtig treden naar beneden zijn gelopen en uitkomen op het strand zien we nog steeds geen Twelve Apostles, wel is het bijzonder om de hoge steile wand te zien waar langs we afgedaald zijn.

Daarna rijden we naar onze overnachtingsplek (Wreck Track Gravel Pit), die dit keer niet veel voorstelt, maar voor Anja kan de dag niet meer stuk: naast de koala’s heeft ze ook nog een schildpad en echidna (een soort egel) gespot !!

Verslag 62

We hoefden vandaag (zondag 19 maart) slechts veertig kilometer te rijden, want we hadden een plek geboekt bij Aire River West Camping, waar we drie jaar terug ook gestaan hebben. Toen leefden daar diverse koala’s, sommige konden we zelfs aanraken, maar natuurlijk verandert er wel wat in de jaren.

Het is er vrij druk  met jongeren die daar hun weekend doorgebracht hebben en ook zien grote stukken terrein er drassig uit. Wij hebben echter een prima plek in de buurt van de toiletten en….. met uitzicht op twee koala’s, al zitten ze wel heel erg verscholen tussen de takken van een boom.

Ook vliegen hier allerlei prachtige vogels rond dus Anja kan zich helemaal uitleven met haar fototoestel.

We hebben tijd voor wat klusjes: er moet onder andere hout gekloofd worden (wat we gisteren gekocht hebben) , Cas geeft de auto een wasbeurt en  de bedden worden verschoond.

Regelmatig lopen we rond op zoek naar herkenningspunten en “wildlife”, maar de meeste foto’s van vogels in dit verslag komen van Anja !

Voor het eerst deze reis kookt Cas en heeft Wim een keer een “rustdag” !

Vanavond kunnen we weer kampvuur maken met het nieuw gekloofde hout, ….dat we niet naar Kangaroo Island konden vinden we echt niet erg meer !

Tegen de avond worden de koala’s actief !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-13-1024x743.jpg

Verslag 63

We zijn weer verder gereden over de Great Ocean Road, waarvan het grootste gedeelte behoort bij Great Otway National Park. De route is heel afwisselend: je rijdt door de bossen en even later zie je de zee weer vlak naast je.

Al vrij snel maken we een stop bij Maits Rest Rainforest, waar we via houten vlonders een wandeling door het koele regenwoud maken en eeuwenoude bomen en prachtige varens zien staan.

Bij Marengo Beach hebben we de verrekijker nodig om zeehonden te spotten die op een vlakbij gelegen eiland verblijven, maar ook de wilde golven zijn prachtig om zien.

Bij Kennet River hebben we weer het geluk om van heel dichtbij een koala te zien die wakker is en druk aan het eten is van de eucalyptusblaadjes.

Ook leven daar grote kaketoes die gewoon poseren voor de camera !

Bij de populaire plaats Lorne komen we via een slingerweg uit bij de, drie honderd meter boven zeeniveau gelegen, Erskine Falls, waar we twee honderd dertig treden afdalen om bij de bodem van de waterval te komen.

Nadat we weer terug zijn bij de auto wordt het tijd om de laatste vijftig kilometer af te leggen naar Winchelsea, waar we gratis bij Barwon River Reserve mogen overnachten.

Er leven hier echter honderden kaketoes die ontzettend veel lawaai maken, ik ben benieuwd hoe laat ze ophouden met krijsen !!

(’s Avonds komt de brandweer een oefening houden op het kampterrein !)

Verslag 64

Vandaag hebben we het grootste gedeelte van de dag doorgebracht in Sovereign Hill, een levend museum over de tijd van de goudkoorts. In 1851 werd hier voor het eerst goud gevonden waarna er een groot aantal goudzoekers richting Ballarat kwamen. Zo ontstond er een stad met alles wat daarbij hoort: een hoefsmid, bakker, hotelhouder, kruidenier en ga zo maar door, wat nu allemaal te bekijken is.

Onze fototoestellen maken weer overuren om de mooie gebouwen en in stijl geklede personages te vereeuwigen.

We zien hoe goud omgesmolten wordt en gaan zelfs onder de grond een mijn in. Ook mogen we zelf naar goud zoeken in de rivier.

Voor Cas en Anja was alles natuurlijk nieuw, wij komen hier al voor de vierde keer maar vinden het nog steeds een prachtig park ! Pas rond vieren verlaten we Sovereign Hill, we moeten ook nog onze voorraden aanvullen: gas, water, brandstof en levensmiddelen. Nadien rijden we naar het plaatsje Smythesdale waar je in de “public garden” gratis kunt overnachten en vinden daar een prima plek om onze onderkomens neer te zetten, wél zijn we alle vier best moe en gaan vrij vroeg naar bed, we hebben dan ook ruim tien kilometer afgelegd in het park vandaag ! 

Verslag 65

We rijden vandaag naar het westen richting Adelaide, waar we over ruim een week het vliegtuig pakken naar huis, maar eerst bezoeken we nog een mooi National Park: Grampians. Voor we er tegen de middag aankomen zijn we nog even gestopt in Glenthompson waar een klein kerkje staat: de St. Peters Church, die van binnen heel apart beschilderd is.

Via Dunkeld  rijden we vanuit het zuiden het park in waar we meteen hoge bergen zien.

We gaan door naar Jimmy Creek Campground, die we gister al geboekt hadden en doen daar de rest van de dag, na de vermoeiende dag van gisteren, rustig aan.

(Wim klooft nog even enkele stukken hout die we op de kampplaats gevonden hebben !)

Er is weer tijd voor een spelletje en een leesboek en ook is hier een soort openlucht douche, waar we dankbaar gebruik van maken. (Je moet zelf verwarmd water bovenin de emmer gooien om te kunnen douchen !).

Al vroeg gaat het kampvuur aan en ook krijgen we eindelijk kookaburra’s te zien die niet meteen weer wegvliegen, zodat we ze goed kunnen fotograferen. 

(We hadden wat kaas neergelegd voor de kookaburra maar deze wordt door andere vogels opgegeten !)

Later eten we zelfs rond het verwarmende vuur ! Het is echt een relaxte middag en avond, maar morgen gaan we toch echt weer van alles ondernemen !!

Verslag 66

We zijn vandaag heel actief geweest: nadat we kort gestopt zijn bij Lake Belfield rijden we naar de parkplaats van Silverband Falls vanwaar het een kilometertje lopen is naar de waterval, die nu niet droog staat !

We gaan door naar Halls Gap, het enige dorpje in het park, waar we ons afval lozen en het verslag verzenden. Daarna rijden we naar Wonderland Carpark, hiervandaan beginnen diverse wandelingen, wij nemen de Grand Canyon, met aansluitend de Silent Street en de Pinnacle, een trip waar we drie en een half uur mee bezig zijn.

Het is constant klauteren over grote stenen, dan weer door een heel smalle kloof en ook beklimmen we enkele trappen, maar het is werkelijk een schitterende wandeling met als hoogste punt (715 meter) een  prachtige uitkijk over de Grampians.

Nadat we dezelfde weg van ruim twee kilometer terug gelopen zijn is het al half vier, tijd om onze kampplaats op te zoeken. In totaal hebben we dertien kilometer afgelegd vandaag ! (Al die tijd is Anja, met een mooi leesboek, bij de auto gebleven, voor haar waren deze wandelingen niet te doen.)

Vannacht staan we op Smiths Mill Campground, weer een plek midden in de natuur waar we meteen al een emoe en een kangoeroe spotten.

Weer maken we gebruik van de bush-shower, waarna we ons weer “fris en fruitig” voelen. Ook hier mag weer een kampvuur gemaakt worden, en met, zoals haast elke avond, een heldere sterrenhemel boven ons, genieten we van onze laatste week in Australië !!

Verslag 67

Vlakbij onze overnachtingsplaats bevindt zich de Mackenzie Falls, het meest bekende punt van de Grampians, dat iedereen wil zien.

We bekijken de waterval van boven via verschillende uitkijkpunten en daarna dalen Cas en ik af naar de onderkant, waar het erg rustig is vandaag.

De heenweg is een “makkie” maar weer terug naar boven met tweehonderd zestig treden is een aanslag op de knieën, wat ook de reden is dat Wim verstek laat gaan na de zware wandeling van gisteren. Nadien stoppen we nog bij twee uitkijkpunten (Reeds en Boroka) vanwaar we een goed uitzicht hebben over het park.

Dan rijden we via de onverharde Mount Zero Road naar Plantation Campground, waar we niet te laat aan willen komen omdat het én weekend is én de plek is gratis.

En inderdaad, in de loop van de middag wordt het goed druk op de kampplaats waar wij inmiddels een prima plek hebben met uitzicht op de bomen en enkele kangoeroes. 

Er mag hier weer gestookt worden, wat haast iedereen dan ook doet, wij doen gewoon mee en steken vanavond weer hout aan in onze handige vuurbak, …op de laatste avond in de Grampians !

Verslag 68

(We waren gisteravond vergeten de vuilniszak op te ruimen, dit is het gevolg !)

Voor we de Grampians weer verlaten bekijken we nog enkele interessante punten. Bij de Heatherlie Quarry, een Heritage Site, zien we de restanten van een steengroeve waar in de 19de en 20ste eeuw heel veel zandsteen in blokken gehouwen is.

Veel van deze stenen zijn nog altijd te zien als muren van belangrijke gebouwen in onder andere Melbourne. Er was ook een treinverbinding met de plaats Stawell, deze is in het begin van de Tweede Wereldoorlog opgeheven, de steengroeve was operationeel tot 1980.

We maken nog een tweede wandeling door het park naar Gulgurn Manja Shelter waar oude Aboriginal tekeningen te zien zijn, deze stellen niet zo veel voor maar de weg ernaartoe is mooi en ook de bergketen Mount Zero is prachtig.

Nadat we er nog geluncht hebben verlaten we Grampians N.P., we hebben hier drie mooie dagen doorgebracht. Bij Horsham doen we voor het laatst deze reis boodschappen en rijden dan door naar Jane Duff Highway Park, een prachtige (gratis) plek in de bush waar verder niemand staat en we weer een kampvuur mogen maken.

We sprokkelen een heleboel hout waardoor we er weer uren warm bij kunnen zitten, het is hier nu herfst en de avonden worden steeds frisser ! 

Verslag 69

Tijdens de rit richting Adelaide komen we onderweg regelmatig leuke, aparte dingen tegen. In het plaatsje Goroke zijn de graansilo’s prachtig beschilderd met een kookaburra, een galah en een magpie.

Iets verderop, bij het gehucht Bringalbert staan allemaal metalen sculptures in het weiland, onder andere de Australische struikrover Ned Kelly, die hier door velen gezien werd als een Robin Hood.

Bij Naracoorte Caves N.P. zijn diverse grotten te bekijken die behalve stalactieten ook fossielen bevatten, waardoor ze op de World Heritage List staan.

Omdat we al diverse druipsteengrotten bekeken hebben bij Margaret River, dalen we alleen af in de “Stick-Tomato” Cave, waar we zonder gids rond mogen wandelen.

Dan is het nog ruim veertig kilometer rijden naar ons volgende overnachtingsadres: Cockatoo Lake, een prachtige plek aan een meertje met aparte bomen eromheen.

Het zou vandaag gaan regenen dus we bouwen meteen ons “tentje” op, maar we hebben hier (gelukkig) nog geen drup gehad.

Inmiddels zijn we weer in de staat Zuid Australië (de klok moest weer een half uur teruggezet worden en het verschil met Holland is nu nog acht en een half uur, want daar is nu de zomertijd ingegaan !), helaas mogen we hier geen kampvuur meer maken, dus het mooie, grote vuur van gisteren was hoogstwaarschijnlijk onze laatste !

Verslag 70

Vannacht begon het te regenen en vanmorgen plenst het gewoon door, het wordt de eerste keer deze reis dat we alles kletsnat inpakken, maar we weten al dat vanmiddag de zon weer schijnt zodat alles weer kan drogen. We hebben vandaag (maandag 27 maart) ruim drie honderd kilometer afgelegd en zijn nu dichtbij Adelaide. Ook nu was er onderweg weer van alles te bekijken: in Coonalpyn zijn mooie mozaïeken van vogels te zien en ook zijn de graansilo’s weer prachtig beschilderd, dit keer met kinderen .

Bij Tailem Bend zijn we gestopt bij het oude treinstation waar in een bijgebouwtje alle dieren van Australië, hoofdzakelijk van metaal, uitgebeeld zijn.

We lunchen aan de Murray, die nog steeds niet helemaal op het oude niveau is, en natuurlijk vliegen er weer tientallen krijsende kaketoes rond.

Bij Mount Barker verlaten we de highway en gaan in het stadje shoppen bij de K Mart, waar we met tassen vol T-shirts en anders spullen de winkel weer verlaten. 

Daarna rijden we via prachtige heuvelachtige slingerwegen naar Pink Gum Campground, behorend bij Onkaparinga River National Park, een heel nieuwe kampplaats met open plekken in de mooie bossen rond Adelaide. Het was maar goed dat we gereserveerd hadden want alle elf plaatsen staan vol, hoofdzakelijk met Australiërs. We kunnen nog een tijdje in het zonnetje zitten voor deze achter de bomen verdwijnt en daarna horen we het ritselen en zien we weer een possum, die schuchter even tevoorschijn komt. Het is voor ons de laatste avond in de vrije natuur, morgen gaan we naar een camping waar wasmachines zijn en voldoende water zodat we alles schoon kunnen maken. Ook een echte douche is alweer een tijdje geleden, maar echt gemist hebben we deze niet !

Verslag 71

De kampplaats van afgelopen nacht lag ingesloten tussen de wijngaarden behorend bij McLaren Vale en omdat het  net oogsttijd is zagen we verschillende groepen arbeiders druk aan het werk om de trossen druiven te plukken.

Wij zijn eerst naar “U-Store-it” in Lonsdale gereden waar we onze camper en auto stallen totdat we deze volgend jaar januari weer ophalen voor een volgende reis. Het is de eerste keer dat we hier zijn dus we willen wel weten waar we terecht komen en er moeten allerlei gegevens ingevuld worden. Het ziet er allemaal professioneel uit, we zijn zelfs met een karretje naar de stallingsplek gereden ! Ook hebben we al een afspraak staan bij een vlakbij gelegen garage voor een onderhoudsbeurt begin januari 2024.

Dan wordt het tijd om de auto’s nog een keer te “zuiveren”, zowel van binnen als van buiten, al zijn ze lang niet zo vies als bij de vorige wasbeurt.

De laatste twee dagen van de reis brengen we door bij West Beach Parks, waar we drie jaar terug afscheid namen van Marcel, Marieke en de jongens (na een schitterende trip van zes weken) en de reis met Cas en Anja begonnen, maar door Corona vroegtijdig moesten beëindigen. ! We draaien vast enkele wasjes en er wordt volop gepoetst, want alles moet natuurlijk wel schoon achterblijven.

Aan het eind van de middag gaat Cas nog even de zee in en Wim en ik lopen door het, nog aangenaam van temperatuur zijnde, water.

Natuurlijk willen we de zon nog een keer in de zee zien zakken wat redelijk lukt, al is er wel wat bewolking, hopelijk verdwijnt deze morgen want we hebben wél droog weer nodig met pakken !

(De hele reis hebben Cas en Anja ’s avonds de afwas gedaan terwijl Wim en ik bezig waren met het     verslag !)

Laatste Verslag 72

Ook vandaag wordt er weer flink gewerkt: de beide auto’s worden in de was gezet en van binnen en buiten verder schoongemaakt. De laatste was wordt gedaan en de koffers zijn, voor zover mogelijk, gepakt.

’s Middags gaan we alle vier nog een tijdje badderen in het mooie zwembad, waarna we, voorlopig voor het laatst, met een mooi boek, genieten van de warme zonnestralen.

’s Avonds volgt nog een uitgebreide barbecue en dan zit het eten bereiden voor Wim er voorlopig op. (Hij kookt alleen tijdens het reizen, thuis kook ik !)

Morgenmiddag brengen we de auto’s naar de stalling vanwaar we met een taxibus naar de luchthaven gaan, waar dan het lange wachten begint. We vliegen vanaf Adelaide eerst naar Perth en dan naar Dubai en komen vrijdag in de loop van de middag aan in Düsseldorf. Onze schitterende reis zit erop, we hebben ontzettend veel gezien en beleefd, en het samen heel gezellig gehad. Totaal hebben we elf duizend kilometer afgelegd en zijn door drie verschillende staten gereisd. Nu wordt het weer tijd om de familie en vrienden op te zoeken al staat onze volgende reis, samen met Dennis naar Ierland, alweer in de planning !

(Zo blijft de auto tien maanden buiten staan !)

(Nog even de koffers wegen, gelukkig mogen ze dertig kilo per stuk wegen !)

(We houden happy hour op de luchthaven met het laatste beetje wijn, overgegoten in een flesje, en toast met brie ! )

(Wim zag een vleugel staan en moest er natuurlijk even op spelen, onder andere: tulpen uit Amsterdam !)

(We zien tijdens het instappen nog even de skyline van Adelaide, tot over tien maanden !!)

ruim 12000 km door midden en west Australië 2022 met Dennis

Verslag 1

Twee jaar terug hebben we vroegtijdig onze rondreis door Zuid-Australië, samen met Cas en Anja, af moeten breken vanwege de Coronapandemie, het hele continent ging op slot. Ook de trip, die we later dat jaar met Dennis zouden maken, verviel. Maar nu gaan we dan eindelijk weer naar Down Under, de tickets die we toen al gekocht hadden zijn nog geldig en hebben we, zonder bijkomende kosten, kunnen activeren. De campers die al die tijd in Adelaide gestald waren hebben een flinke onderhoudsbeurt gehad en staan schoon te wachten op onze komst.

Zondag 21 augustus (2022) brengt Marcel ons in de loop van de middag weg naar Düsseldorf vanwaar we via Dubai en Melbourne naar Adelaide vliegen.

Na ongeveer een uur in de rij te hebben gestaan zijn de koffers ingecheckt en bij de douanecontrole zijn we vrij snel klaar, heel anders dan de taferelen die zich op Schiphol afspelen: veel mensen missen hun vlucht en koffers blijven staan en zijn weken zoek !!

Om kwart over negen gaan we de lucht in om zes uur later in Dubai te landen, waar we vier uur tussentijd hebben voor we  aan de lange vlucht van dertien uur beginnen.

Eenmaal weer in de lucht word ik ineens heel misselijk en breng enkele uren door op het toilet, diverse keren overgevend. Het blijkt dat ik minstens zes uur niks gegeten had, het eetritme was helemaal verstoord. De bezorgde bemanning komt regelmatig vragen of ze iets kunnen doen maar na een aantal uren slaap en een lichte maaltijd ben ik gelukkig weer helemaal opgeknapt. Bij aankomst in Melbourne (inmiddels is het dinsdagmorgen vijf uur en acht uur later dan in Holland !) gaat er iets mis met de koffers van alle passagiers, pas na anderhalf komen deze over de lopende band tevoorschijn, waardoor we wel de aansluitende vlucht naar Adelaide missen en twee uur later dan gepland aankomen.

Het is hier winter en het is dan ook knap fris wanneer we met een taxi stoppen bij de stalling, waar we gelijk de campers al gedeeltelijk inrichten voor we op pad gaan om een telefoonkaart, een kar vol verse levensmiddelen en wat alcoholische dranken te kopen.

Dan begint de vermoeidheid parten te spelen en na zo’n tachtig kilometer rijden komen we tegen half vijf aan bij Parham Camping ground, een gratis kampplaats aan zee waar we de rest van onze spullen een plekje geven.

Wim maakt een heerlijke maaltijd klaar en nadat we ons eerste verslag af hebben duiken we tegen half negen , bij zes graden Celsius, ons bed in, wel onder een dik dekbed !!

Verslag 2

We hebben vannacht de klok rond geslapen en konden daarna uitgerust in de zon ontbijten. Toen we april 2020 Australië verlieten hadden we nog een grote voorraad levensmiddelen over: de pindakaas, jam en koffie smaken nog steeds prima, alleen de wijn was van mindere kwaliteit geworden (maar Dennis vindt deze nog goed genoeg om op te drinken !). We verlaten pas tegen twaalven de kampplaats, de eerste dag is er altijd van alles te regelen en ook zaten we met enkele probleempjes. We wilden de diesel die we nog in de jerrycans hadden zitten overhevelen in de tank, maar kregen de dop met geen mogelijkheid open. Ook hebben medewerkers bij de stallingsplek twee dagen terug onze camper-ruimte willen openen (waarom weten we niet) en daarbij het slot vernield. Deze gaat op een speciale manier open maar dat wisten zij natuurlijk niet. Ze hebben het slot er helemaal uitgehaald maar konden nergens een nieuwe krijgen, met als gevolg dat we nu een simpel plaatje voor het gat hebben zitten en slechts met een haakje de deur kunnen sluiten. De dop van de diesel is in Port Wakefield gerepareerd, alleen kan deze nu niet meer op slot. De deur is een groter probleem wat in de loop van de reis moeten worden opgelost. Onderweg komen we langs diverse “pink lakes”.

(….in Schotland zijn ze nog steeds op zoek, maar hij bevindt zich dus hier !!…)

en ook valt het op dat alles hier heel groen is, in tegenstelling tot Nederland waar het al tijden niet geregend heeft en alles er verdord uitziet.

Na onderweg nog een koffiestop draaien we tegen zessen een stukje voorbij Port Augusta van de weg af en staan nu op een leuk plekje zonder voorzieningen, maar waar we wel een kampvuur mogen maken…. en deze hebben we ’s avonds wél nodig !!

We hebben een heerlijke avond, het is lekker warm bij het vuur en boven ons zien we bij een heldere hemel miljoenen sterren !

Verslag 3

Vandaag hebben we vijf honderd kilometer afgelegd in noordelijke richting over de Stuart Highway, een smalle tweebaansweg zonder vluchtstrook waar je maximaal honderd tien kilometer per uur mag rijden.

Onderweg zien we regelmatig een road train langs komen, vaak met drie of vier aanhangers erachter en ook gaan er heel veel campers en caravans naar het zuiden, net zoals de overwinteraars in Europa die van Spanje terugkomen, maar dan in omgekeerde richting. Wij gaan echter de warmte tegemoet !! Bij de plaats Pimba tanken we de auto’s weer vol, de prijzen van de brandstof zijn wel een beetje duurder dan in de buurt van Adelaide: gister betaalden we één dollar tachtig voor een liter diesel, nu twee dollar vijfentwintig, maar omgerekend naar euro’s  is dit 1,57, nog altijd een stuk voordeliger dan in Holland.

In het begin is er onderweg van alles te zien, maar nadat we lunchpauze hebben gehouden bij het prachtige Lake Hart wordt de natuur minder interessant, de bomen verdwijnen en slechts lage struiken sieren het landschap. Bij deze picknickplaats maakt Dennis voor het eerst kennis met de vervelende vliegen die zo normaal zijn in de binnenlanden, hij is er niet echt blij mee !!

We hebben nog geen enkele hippende kangoeroe gezien, alleen maar tientallen levenloze langs de kant van de weg, al dan niet aangevreten door de vogels en insecten, wél zien we enkele emoes.

In de buurt van Coober Pedy, één van de meest bekende Outback-plaatsen van Australië, zien we de eerste  mijnen waar naar opalen gezocht wordt.

Net voor deze plaats zetten wij , tegen vijven, onze campers neer op een grote open vlakte waar al meerdere kampeerders staan.

Hier kunnen we namelijk weer een kampvuurtje maken, wat op een gewone camping niet mag, en de warmte van het vuur hebben we écht nodig want weer koelt het af naar zeven graden ! (We hadden nog een zak vol, inmiddels kurkdroog, hout in de camper staan wat nu prima van pas komt !)

Verslag 4

Nadat we vanmorgen op de ouderwetse manier onze haren gewassen hebben rijden we naar Coober Pedy, de plek waar zeventig procent van alle opalen op de wereld gedolven worden. (De eerste opaal werd bij toeval gevonden in 1915 terwijl men op zoek was naar water.)

We bekijken enkele mijnen waar we vrij rond mogen lopen en uitleg krijgen hoe in vroeger tijden deze mineraal gewonnen werd. Met behulp van een ultraviolette lamp zien we nog stukjes opaal in het gesteente zitten.

Omdat het hier ’s zomers wel vijftig graden kan worden en ’s winters af kan koelen naar nul, woont zo’n vijftig procent van de bevolking (totaal ongeveer zeventien honderd mensen met vijfenveertig verschillende nationaliteiten) onder de grond waar een constante temperatuur heerst van rond de twee en twintig graden.

Ook bekijken we enkele in oude mijngangen gevestigde kerken.

Overal rond Coober Pedy, wat “witte man in hol” betekent, zie je kegelvormige hopen aarde, waar gezocht is naar opaal.

In de hoofdstraat bevindt zich een galerij vol Aborigal-schilderijen waar tevens wees-kangoeroes opgevangen worden. De eigenaresse is zo vriendelijk ons een kangoeroejong te laten zien, Dennis mag het zelfs even vasthouden.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 25-21.jpg

We keren weer terug naar dezelfde overnachtingsplek als vannacht waar Wim uren bezig is de deur te repareren, wat zoals verwacht  helemaal goed komt, zodat deze weer normaal op slot kan en vliegen en ander ongedierte buitensluit, want ook dat was niet meer het geval. Tot nu toe valt het hier erg mee met de vliegen, waarschijnlijk is het nog niet warm genoeg !!

En weer zitten we uren bij het kampvuur met boven ons een heldere sterrenhemel

Verslag 5

Voordat we vandaag naar de “Breakaways” gaan rijden we eerst nog even Coober Pedy binnen om vuil te lozen, water en brandstof te tanken en hout te kopen, want ’s avonds koelt het nog steeds flink af en onze voorraad slinkt aardig ! Ruim dertig kilometer noordelijk bevinden zich de prachtige Breakaways: heuvels en rotsen in allerlei kleuren die uitsteken boven het vlakke landschap en “afgebroken zijn van de Stuart Range”.

Zes jaar terug verloren wij hier een wiel en stonden met een scheve camper te wachten tot we geholpen werden, dit keer rijden we relaxt én zelfs zonder vervelende vliegen over de afwisselende route waar we natuurlijk stoppen bij het kasteel, ook wel “zout en peper” genoemd (voor de Aboriginals zijn het twee zittende honden, een bruine en een witte !).

Ook bekijken we de “Dog Fence”, een twee meter hoog hek met een lengte van ruim vijf duizend kilometer dat door drie staten loopt en de schapen in het zuiden beschermd voor de dingo (wilde hond).

Verder ziet het landschap er erg vlak en verlaten uit, net alsof je op de maan bent, er zijn hier diverse films opgenomen vanwege deze kale vlakte.

Wij rijden bijna twee honderd kilometer richting Oodnadetta, een heel klein plaatsje behorend bij de beroemde “Oodnadetta track”, waarvan het eerste stuk nog geasfalteerd is, maar daarna overgaat in “dirtroad”. De gehele weg komen we slechts één road train tegen en twee auto’s ! Onderweg is er vrij weinig te zien, soms bij een droge rivierbedding zijn er enkele struiken met een paar koeien, maar verder is het vlak en onherbergzaam.

Tegen half vijf komen we aan in Oodnadetta waar we vooral geïnteresseerd zijn in het befaamde “Pink Roadhouse”. 

Nadat we hier even rondgekeken hebben rijden we het plaatsje weer uit om iets verderop te stoppen bij een prachtige plek in de heuvels, ver van de bewoonde wereld. Hier staan we veel liever dan in de plaats zelf, waar je ook nog moet betalen om “mannetje aan mannetje” te staan.

Nog even een weetje betreft de dieselprijzen: in Adelaide was het nog 1,79 de liter, vanmorgen tankten we voor 2,37 in Coober Pedy en in Oodnadetta is deze al gestegen naar 2,90 dollar de liter (!!), …… we slaan deze pomp maar even over !!

Morgen rijden we het twee honderd kilometer lange stuk van de “Oodnadetta Track” tot aan Marla !

Verslag 6

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-81.jpg

(Bij deze oude telefoonmast (Angle Pole) zijn we gisteren van de weg afgegaan richting onze overnachtingsplek.)

Nadat Wim en Dennis vanmorgen eerst het hout gekloofd hebben wat we gisteren gekocht hadden, beginnen we aan de “Oodnadetta Track” richting Marla. Weer zien we haast geen mensen tijdens de rit, wel diverse koeien en enkele emoes.

We stoppen onderweg bij een oude bron, waar nog steeds water in zit, en zouden meerdere interessante plekken bekijken, maar bij de eerstvolgende stop: Katleen Creek gaan we niet eens meer weg ! Het is zo’n prachtige oase in het verder vrij droge landschap dat we besluiten hier de rest van de dag door te brengen.

We hebben de laatste dagen grote afstanden afgelegd en een dagje “kalm aan” is ook wel lekker. Bij de plas zien we, behalve heel aparte bloemen, allerlei vogels, waaronder een reiger die regelmatig een visje of een insect uit het water opvist, en enkele krijsende galah’s.

(Een heerlijke tosti !)

Voor het eerst hebben we tijd voor een spelletje Carcassonne (zelfs twee) en ook komt de E-reader tevoorschijn.

De temperatuur loopt op naar negenentwintig graden en er waait een heerlijk verkoelend windje, waardoor de vliegen ons grotendeels met rust laten. Wim vindt enkele stammetjes en gaat, samen met Dennis, nog een keer aan het kloven, voorlopig hebben we weer voldoende hout !

Weer zitten we tot bedtijd buiten bij het kampvuur, genietend van de stilte !!

Verslag 7

We werden vanmorgen gewekt door vogelgeluiden die heel anders zijn dan in Holland. Het is winderig en tijdens het ontbijt ligt er een laagje rood zand over de koffie en de tafel, maar dat zullen we de komende dagen wel meer meemaken !

Door weersinvloeden is de Ootnadetta track soms onbegaanbaar, nu rijden we door droge rivierbeddingen en “floodways”, waar je nog restanten ziet van het hoge water.

Vanwege bandenbesparing rijden we met een gangetje van gemiddeld zeventig kilometer over de onverharde weg vol stenen en los zand om na ruim honderd twintig kilometer uit te komen bij de Stuart Highway waar de road trains en auto’s met caravan weer volop aanwezig zijn.

Dan volgt een lange rit in noordelijke richting waar we de grens naar de Northern Territory overgaan., je beseft  nu weer hoe groot Australië is wanneer je zomaar honderden kilometers aflegt met bijna hetzelfde uitzicht en slechts af en toe een tegenligger.

Tegen vijven stoppen we bij “Petermann Rest Stop”, we hebben dan vijf honderd kilometer afgelegd en zijn nog honderd en veertig kilometer verwijderd van Uluru (Ayers Rock).

Weer zijn we de enigen die hier overnachten  en met het vele hout wat we hebben maken we weer een mooi kampvuur, waarschijnlijk voorlopig de laatste !!

Verslag 8

(Dennis heeft gisteravond “wildlife” gespot !!)

Vlakbij onze overnachtingsplek bevindt zich de Mount Conner lookout en wanneer we daar ’s morgens rond negenen door het rode zand lopen aan de andere kant van de weg om een prachtig zoutmeer te bekijken, is het nog geen tien graden ! We bevinden ons dat ook in de “Red Centre” én het is hier nog winter !

Nadat we snel weer de auto ingegaan zijn rijden we ruim honderd kilometer om tegen tienen uit te komen bij Yulara (Ayers Rock Resort), waar we voor twee nachten een kampplaats boeken (wild kamperen is hier niet toegestaan !). Ze weten hier wel van prijzen: per auto, per nacht: vijfenveertig dollar en wanneer we daarna het Uluru-Kata Tjuta N.P. in willen betalen we nog eens achtendertig dollar per persoon, voor drie dagen. Nadat we snel de kampplaats (we staan, samen met vele anderen, op het “overflow” gedeelte) bekeken hebben, gewoon een open plek met een paar dixies en enkele grote generatoren die veel herrie maken, rijden we vijftig kilometer naar de Olga’s, (Kata Tjuta) wat voor de Aboriginals “veel hoofden” betekent.

Hier maken we een prachtige, afwisselende wandeling “valley of the winds” met een lengte van zeven en een halve kilometer.

Het is voor het eerst nadat Wim ziek is geweest dat hij zo’n lange trip maakt, maar het gaat hem prima af (en de achillespees doet weer wat hij moet doen) , in drie uur tijd zijn we weer terug bij onze campers.

Nadat we bij de kampplaats even gedoucht hebben rijden we weer het Nationale Park in om de zonsondergang bij Uluru te bekijken, het allerbekendste symbool van Australië, de reusachtige monoliet die hoog boven het vlakke woestijnlandschap uitsteekt.

We maken er een lekkere “happy hour” van en gaan pas rond zeven uur terug naar Yulara, waar we helaas geen kampvuur mogen maken ! Geef ons maar een plek in de vrije natuur !!!

Verslag 9

(Zonder kampvuur was het gisteravond heel koud en hadden we antivries nodig !)

Wanneer je Uluru van een afstand bekijkt lijkt het een gigantische rots, maar als je dichterbij komt blijkt deze allerlei inhammen en grotten te hebben.

Vandaag zijn we helemaal om de drie honderd vijftig meter hoge monoliet heengelopen, we hadden er zo’n drie en een half uur voor nodig om de elf kilometer over een vrij vlakke bodem af te leggen.

Het is ideaal wandelweer: rond de twintig graden met een zachte wind én we hebben totaal geen last van vliegen !

Regelmatig stoppen we om het steeds veranderende uitzicht te bewonderen.

Voor Wim was de rondwandeling om Uluru één van z’n streefdoelen na z’n reactieve artritis, het is hem met glans gelukt !

Sinds oktober 2019 is het verboden om de rots te beklimmen, je kunt nog wel steeds de sporen zien waar in de loop der jaren heel wat stappen gezet zijn.

Na afloop rijden we naar Yulara om voor negen dagen boodschappen te doen (!!), we hebben dan ook twee karren vol, voorlopig komen we niet meer in de buurt van een supermarkt !

Voor het eerst deze reis hebben we te maken met wat regen, om die reden hebben we twee dagen terug een flinke afstand afgelegd zodat we de Olga’s en Ayers Rock met droog weer konden bekijken, maar als het klopt, is het morgenmiddag alweer droog !

Verslag 10

Het heeft de hele nacht zachtjes geregend maar vanmorgen was het droog en weer helemaal opgeklaard en zo blijft het de gehele dag, het is dus erg meegevallen met de slechte weersvoorspellingen.

We nemen een kijkje bij de kamelen waarmee je een tochtje kunt maken, in vroeger tijden waren deze dieren het meest gebruikte vervoersmiddel.

Daarna rijden we nog een rondje om Uluru, vooral om te kijken of de regen nog sporen heeft achtergelaten, en verlaten dan het Nationale Park.

We zijn hier nu drie keer geweest: twintig jaar terug, samen met mijn ouders, zes jaar geleden met z’n tweeën toen we net opa en oma geworden waren én nu dus met Dennis ! Wij komen hier niet meer terug !

We moeten een flink stuk dezelfde weg terug rijden voor we afslaan richting Kings Canyon, zo komen we weer langs Mount Conner en het zoutmeer, we houden zelfs lunchpauze op dezelfde plek waar we drie nachten terug geslapen hebben.

Tegen vieren stoppen we, zo’n honderd kilometer voor Watarrka N.P. om in de bush te overnachten.

We doen weer een potje Carcassonne gelijkertijd genietend van de omgeving. ….. en ’s avonds kunnen we weer een kampvuur maken !!

Verslag 11

Na een koude nacht was vanmorgen alles kletsnat maar we hebben weer een heldere blauwe lucht boven ons en de zon doet z’n best om alles te verwarmen. We rijden de honderd kilometer naar Kings Canyon en nemen iets ervoor een afslag naar Katleen Springs, waar zich een constante waterbron bevindt en waar vroeger de runderen bijeen gedreven werden.

Na een korte wandeling naar de poel maken we een eindje verderop nog een tweede trip: de “creek walk” waar we ons middenin de canyon bevinden.

(Dit is een Spinifex Pigeon)

Tegen tweeën komen we aan bij de kampplaats behorend bij het Nationale Park, net als bij Uluru is het verboden om in de bush te overnachten. Terwijl Dennis een duik neemt in het koude zwembad  (waar hij snel weer uit is !) gebruik ik voor het eerst deze reis een wasmachine en Wim heeft tijd voor wat klusjes.

Binnen de tijd dat wij een spelletje Carcassonne doen  is de was al droog door de vrij harde wind die er vandaag waait.

Tegen zessen gaan we naar het “sunset viewing platform” waar je onder het genot van een drankje, de prachtige rode rotsen van de Kings Canyon kunt aanschouwen ondertussen genietend van mooie gitaarmuziek.

Het koelt weer snel af en we besluiten in het kamprestaurant te gaan eten (een traktatie van Dennis !), waar we enkele uren doorbrengen.

De gitarist is ook hierheen verhuisd en zingt mooie golden oldies, terwijl wij genieten van een lekker glaasje Australische Shiraz !!

Verslag 12

We hebben vandaag de zes kilometer lange “Rim Walk” gelopen, een prachtige route over de bovenrand van de Kings Canyon.

Je moet hiervoor eerst honderd meter omhoog klauteren, wat best intensief is, maar eenmaal boven begint het genieten van de schitterende wandeling.

Ook nu is het prima wandelweer: zo’n twintig graden met een aardig windje erbij, voor vliegen niet interessant !!

Regelmatig stoppen we bij een mooi punt en ook nemen we de extra routes naar een lookout en “the Garden of Eden”, zodat we totaal wel aan de tien kilometer komen voor we vier uur later terug zijn bij de auto.

In de kloof bevindt zich nog water dat ervoor zorgt dat er veel vegetatie is, we zien zelfs enkele palmbomen.

Het is echt vier uur lang puur genieten van het uitzicht, al voel je op het laatst je knieën wel, vooral bij het afdalen. Eenmaal terug op de kampplaats nemen we een warme douche en relaxen de rest van de dag. Natuurlijk koelt het ’s avonds weer snel af, zodat we na het eten weer verhuizen naar het warme onderkomen, met gezellige muziek, wat bij het resort hoort !!

Verslag 13

Het is vandaag bewolkt weer en de temperatuur komt niet boven de zeventien graden uit, een heel verschil met Holland waar het vandaag, zondag 4 september, nog negenentwintig graden is ! We trekken weer verder, via de Mereenie Loop Road, waarvoor we eerst een permit (vergunning) moeten kopen. Het is een avontuurlijke weg vol kuilen, spoorvorming en regelmatig een wasbordachtige ondergrond.

Bovendien begint het ook nog te regenen waardoor de auto’s er niet al te schoon meer uitzien.

Onderweg zien we wilde kamelen, – paarden (brumbies) en zelfs ezels.

Wanneer we na bijna tweehonderd kilometer rijden de afslag naar Palm Valley willen nemen ontdekken we dat het stuur van onze camper vreemd doet (de stuurbekrachtiging is overactief, met één vinger kun je het stuur zonder weerstand omgooien !), we durven het niet aan om nu een track te gaan rijden. In Hermannsburg informeren we naar een garage, maar moeten daarvoor naar Alice Springs, ruim honderd twintig kilometer verderop. Dus rijden we, zes dagen eerder dan gepland, naar Alice, want het euvel moet wel gerepareerd worden.

We staan nu op Temple Bar campingpark waar we de eerste wallabie spotten, ook vliegen er heel wat krijsende galah’s rond.

We zullen vanavond niet laat op bed liggen: het is koud en morgen willen we vroeg op pad naar een garage die ons hopelijk snel weer op weg helpt !

Verslag 14

Het koelde vannacht af naar drie graden dus het viel niet mee vanmorgen om onder het warme dekbed uit te komen. Toch zaten we tegen negenen al heerlijk in de zon te ontbijten en kon even later de korte broek aan.

Gisteren hadden we van de campingeigenaresse een adres gekregen van een garage en tegen tienen krijgen we daar te horen dat het hele stuurhuis vervangen moet worden, een duur geintje waar ook nog eens aardig wat tijd in gaat zitten. Gelukkig heeft de Duitse mecanicien later een tweedehandse versie gevonden waardoor we een paar duizend dollar goedkoper uit zijn. Het houdt wel in dat we vannacht niet in onze camper kunnen overnachten dus slapen we aankomende nacht met z’n drieën in de daktent van Dennis.

Omdat we de hele dag nog voor ons hebben gaan we met de auto eerst naar het oude telegraaf station (1872), één van de elf stations van de “Overland Telegraph Line” (van Adelaide naar Darwin en vandaar met een onderzeese lijn naar Singapore) die er voor zorgde dat berichten  binnen enkele uren de wereld over gingen.

We maken er een rondwandeling en daarna rijden we naar Simpsons Gap, een prachtige kloof in de MacDonnell Range, waar we enkele rock-wallabies,die nauwelijks opvallen tussen de stenen, zien.

Nadat we onze gasfles hebben laten vullen in Alice Springs en enkele boodschappen hebben gedaan rijden we terug naar de garage om een heleboel spullen uit de camper te halen die we nodig hebben voor de overnachting (en tevens van alles uit de auto halen om ruimte te maken !), waarna we terug gaan naar dezelfde kampplaats als afgelopen nacht.

Weer staan we aan de droge rivierbedding met uitzicht op de bergen, gelukkig met beter weer dan gisteren !

Verslag 15

Het was vreemd om met z’n drieën in de tent te slapen en ik heb dan ook een onrustige nacht gehad tussen de twee mannen in, maar het is gelukkig slechts voor één keer ! Pas ruim na tienen zijn we vanmorgen van de kampplaats weggegaan en na nog enkele winkels te hebben bezocht komen we rond elven aan bij de garage waar ze nog druk bezig zijn met de camper.

(Dit is het oude en het nieuwe stuurhuis.)

We zetten onze stoelen in de schaduw en vermaken ons met een mooi boek.

Op een gegeven moment ben ik maar brood gaan smeren, want het loopt al tegen tweeën en nog steeds is niet alles in orde. Tegen drieën is de camper, na enkele proefritjes, goedgekeurd en kunnen we, nadat we de rekening betaald hebben (!) weer op pad. We hadden gezamenlijk besloten om een korte tweedaagse trip te maken naar Trephina Gorge, zo’n tachtig kilometer van Alice Springs, om uit te proberen hoe de auto zich houdt. (Voor overmorgen hebben we een afspraak staan met een bedrijf dat de banden uitlijnt.) 

Onderweg stoppen we bij de mooie Emily Gap en even later bij, de minder interessante, Jessie Gap.

Tegen half vijf komen we aan bij de Trephina Gorge waar drie verschillende kampterreinen zijn, die allemaal, buiten onze verwachtingen,  zo goed als vol zijn. Het blijkt dat je “on line” moet boeken, maar we hebben hier totaal geen internet-bereik. We zien nog één vrij plekje en ik loop naar een man en vrouw toe, die al een leuke plaats hebben, met de vraag hoe het hier precies werkt. Heel toevallig blijken zij dubbel geboekt te hebben en is het enige vrije plekje dus ook écht vrij, zelfs voor drie nachten ! We bedanken ze later met een fles wijn waar ze heel content mee zijn. We staan nu dus op een prachtige plek aan de Trephina Creek met uitzicht op de kloof, die we morgen verder gaan verkennen !

Verslag 16

We hebben vandaag een heerlijke relaxte dag gehad in het Trephina Gorge Nature Park. Na een ontbijt met een prima temperatuur erbij lopen we vanaf de “Bluff campground” naar de kloof voor een  ruim een uur durende rondwandeling. Onderweg zien we dat er nog niet zo lang geleden een flinke brand heeft gewoed in het park, maar gelukkig is er nog genoeg moois te zien.

We lopen langs de bovenkant van de gorge en deze trip is weer heel anders dan de wandeling bij de Kings Canyon van enkele dagen geleden.

Eenmaal terug op de kampplaats is haast iedereen vertrokken dus kan ik mooi even de haren van de mannen kortwieken.

Ook hebben we tijd voor een spelletje en de E-reader, ondertussen regelmatig om ons heen kijkend naar de prachtige omgeving. We moeten ’s middags echt de schaduw opzoeken want het wordt zo’n dertig graden.

’s Avonds blijft het nog lang warm wat ons er niet van weerhoudt toch een mooi kampvuur te maken !

Verslag 17

Nadat we vanmorgen alles weer ingepakt hebben maken we nog een mooie wandeling (Panorama Loop Walk) in het Trephina Gorge Nature Park.

We klimmen nog een stuk hoger dan gisteren en kunnen helemaal rondom ons heen kijken.

Wel lopen we ook weer door stukken zwart geblakerde grond waar de brand flink huisgehouden heeft.

Nadat we nog een stop maken bij een prachtige, aparte boom en bij Corroboree Rock, komen we tegen de middag weer aan in Alice Springs.

We gaan nog een keer naar de garage (Auto Fix) die ons van de week zo goed geholpen heeft om een andere reparatie te plannen: de voor- en achtervering is namelijk helemaal op en ook moeten er twee banden vervangen worden. Het kost wel weer een “paar centen”, maar we willen nog jaren vooruit kunnen met de camper.

We spreken af voor maandagmorgen acht uur en nadat we de camper hebben laten uitlijnen (bij een ander bedrijf, wat al afgesproken was !) en nog wat boodschappen hebben gedaan verlaten we de stad weer om richting Ellery Creek te rijden, een rit van zo’n tachtig kilometer en gelegen in het West MacDonnel National Park. Het is de bedoeling hier te overnachten, maar net voor aankomst zien we dat je ook hier online moet reserveren en evenals de afgelopen twee dagen hebben we hier geen verbinding !

Nadat we de prachtige waterplek vluchtig bekeken hebben rijden we tien kilometer terug, waar we al een alternatieve mooie spot (Point Howard Lookout) gevonden hadden om te bivakkeren.

De plek is veel rustiger én gratis met een prachtig uitzicht over de bergen, wat wil je nog meer !!

Verslag 18

We hebben vanmorgen eerst heerlijk uitgeslapen, de komende drie dagen kunnen we het vrij rustig aandoen voor we maandagmorgen weer bij de garage moeten zijn. Net voor we willen vertrekken van ons mooie overnachtingsplekje zie ik een plas water onder de auto van Dennis liggen. Het blijkt dat zijn bijna volle jerrycan gelekt heeft en al het water is bij z’n reserveband terecht gekomen, waardoor we de hele achterkant uit moeten pakken.

Pas tegen half twaalf is alles droog, schoon en weer ingepakt en kunnen we weer op pad. We stoppen nog een keer bij Ellery Creek en terwijl Dennis z’n jerrycan daar weer vult wandelen Wim en ik nog een keer naar de mooie plas.

Vervolgens rijden we naar de Serpentine Gorge waar we na een kilometertje lopen uitkomen bij weer een prachtige kloof met water.

Je kunt hier ook naar een “lookout” klimmen, wat we natuurlijk doen, al gaat deze wel vrij steil ruim honderd meter omhoog, voor Dennis weer een hele overwinning met z’n (nog altijd aanwezige) hoogtevrees. 

Het was het klauteren wel waard, het uitzicht is schitterend !

Eenmaal terug bij de auto’s houden we lunchpauze en besluiten vandaag niet veel meer te doen.

Zo’n tien kilometer verderop is weer een mooie lookout (Neil Hargrave) waar je (gratis) mag overnachten dus hier installeren we ons !

(De grond is hier zo hard dat Wim de boormachine moet gebruiken om de pinnen in de grond te krijgen !)

Op deze hoge plek kun je met je mobiel verbinding maken via een aanwezige satellietschotel, wat aangegeven staat bij de afslag, waardoor er regelmatig mensen langs komen om even te telefoneren.  Wij kunnen op deze manier onze verslagen verzenden en mails ophalen.

Natuurlijk doen we weer een spelletje Carcassonne en houden we uitgebreid happy hour, het bevalt ons weer prima in Australië !!

Verslag 19

Zodra je een eindje van Alice Springs verwijderd bent heb je geen internetbereik meer, alleen op onze vorige overnachtingsplaats hadden we een beetje verbinding. Daar kwamen we erachter dat Queen Elisabeth donderdagavond ,op zesennegentig jarige leeftijd, overleden is. Ze had dit jaar net haar zeventig jarig jubileum als vorstin gevierd, een ongekende prestatie !

De zon laat zich vandaag (zaterdag 10 september) niet zien en af en toe valt er een spatje regen, toch weerhoudt ons dat er niet van om van alles te ondernemen. We starten bij Ochre Pits, een plek waar de grond allerlei kleuren vertoont met als belangrijkste de tint oker. Deze werd in vroeger tijden al gebruikt door de Aboriginals bij rituelen, feesten en als decoratie.

Een eindje verderop aan de Namatjira Drive, de weg die door de MacDonnel Ranges loopt, stoppen we bij de Ormiston Gorge, waar we weer een prachtige wandeling maken.

We kunnen niet helemaal de “loop” (rondwandeling) afmaken omdat het water nog te hoog staat, we zouden dan door het ijskoude water moeten zwemmen. Toch zien we dat, net als bij Ellery Creek, enkele mensen dit wél doen !

Wanneer we na twee uur terug zijn van de schitterende trip rijden we een klein stukje verder naar Glen Helen Gorge, waar we in het verleden gekampeerd hebben. De kampplaats ziet er nu erg vlak en ongezellig uit, wel herkennen we nog diverse plekken en natuurlijk lopen we naar de kloof die vol staat met water.

Daarna moeten we nog veertig minuten rijden voor we tegen drieën aankomen bij een “gravel-pit”, in de buurt van Gosse Bluff, een simpele plek in de bush waar je zo kunt gaan staan. Hier bouwen we onze tent en luifel weer op, waar meteen de zijkanten aan vastgemaakt worden, om ons te beschermen tegen de koude wind.

Nadat we heerlijke tosti’s ophebben doen we een spelletje en dan gaat al vrij snel het kampvuur aan (wat bij Glen Helen niet mocht !), het wordt weer een koude avond en dan hebben we de warmte hard nodig !

Verslag 20

Zeven kilometer vanaf de plek waar we overnacht hebben begint een onverharde weg naar Tnorala Conservation Reserve, ook wel Gosse Bluff genoemd.

Langzaamaan doemen hoge bergen op die samen een kraterwand vormen. Honderd twee en veertig miljoen jaar geleden is hier een komeet ingeslagen met een omvang van zes honderd meter, die een gat van twintig kilometer heeft gecreëerd. 

Nadat we eerst in het midden van de krater hebben gestaan met rondom ons de oprijzende bergen, beklimmen we een van deze punten waarna we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving.

Eenmaal terug op de doorgaande weg rijden we in oostelijke richting terug naar Alice Springs. Al vrij snel gaan we over de Tylerspas waar we bij een uitkijkpunt de Gosse Bluff in de verte nog een keer zien.

Onze volgende stop is bij Redbank Gorge, waar we eerst door een droge rivierbedding lopen en daarna over allerlei rotsen moeten klimmen om uiteindelijk de prachtige kloof te kunnen zien.

Deze is weer totaal anders dan de andere “gorges” die we de afgelopen dagen gezien hebben.

Tegen enen zijn we weer terug bij de auto’s en na een korte rit stoppen we bij Mount Sonder Lookout om te lunchen, ondertussen uitkijkend over de Finke River.

(In de outback is niet overal brandstof verkrijgbaar, maar we hebben gelukkig reserve bij ons !)

Daarna moeten we nog zo’n honderd en twintig kilometer afleggen voor we weer (voor de derde keer) bij Alice Springs Temple Bar Campingpark zijn, waar gelukkig nog een plekje vrij is.

We hebben afgesproken maandag om acht uur bij de garage te zijn, dus dat wordt vroeg opstaan morgen !!

Verslag 21

We hoefden vanmorgen echt niet bang te zijn dat we ons zouden verslapen, om zes uur begonnen de galah’s al volop te “communiceren” ! Onze kampplaats is nog twintig minuten rijden verwijderd van de garage, maar we waren er om acht uur, zoals afgesproken.  Het plaatsen van de nieuwe vering zou minstens vijf uur duren dus zijn we eerst naar een “laundromat” gegaan en zo’n twee uur later is al onze vuile was weer schoon en droog. `

Daarna hebben we vijftig kilometer over de Namatjira Drive gereden om even Standley Chasm (Angkerle Atwatye) te bekijken, een kloof met steile, dieprode rotswanden die in de middagzon  op z’n mooist zijn.

Wij waren helaas niet de enigen die rond dit tijdstip dit fenomeen op de foto wilden vastleggen. Eenmaal terug in Alice Springs was het inmiddels half twee en zijn we naar een sushi-bar gegaan waar de lekkere hapjes via een soort rails langs komen en je kunt pakken waar je zin in hebt.

Nadat we vervolgens nog een stop gemaakt hebben bij Anzac Hill, waar de vlaggen nu halfstok hangen vanwege het overlijden van Queen Elisabeth ll, en je een mooi overzicht hebt over de stad, rijden we naar de garage, waar ze nog steeds druk bezig zijn met onze camper. 

(Dit zijn de oude en nieuwe veringen !)

Pas tegen half vijf zijn ze helemaal klaar en kunnen we op pad om de nieuwe veringen uit te testen. We hadden toevallig gisteren al online geboekt voor een overnachting bij Rainbow Valley dus hebben we nog een rit van zo’n honderd kilometer, waarvan drieëntwintig kilometer gravel, voor de boeg.

Tegen kwart over zes komen we op onze overnachtingsplek aan, net op tijd om de ondergaande zon op de prachtige bergen te zien schijnen !

Daarna wordt het snel donker en zien we weer ontelbare sterren boven ons.  Er wordt niet meer gekookt vandaag, we zijn allemaal best moe en hebben vanmiddag al genoeg gegeten, we houden het bij een toastje en lekkere kaas, natuurlijk met een Australisch wijntje erbij !!

(Bij een vuurplaats lag nog een heleboel hout, terwijl er verder niemand op de kampplaats is, dus hebben wij vanavond een mooi kampvuur !)

Verslag 22

We hadden vanmorgen geen haast om terug te gaan naar de bewoonde wereld, na een laat ontbijt hebben we eerst nog een mooie wandeling gemaakt bij Rainbow Valley naar de Mushroom-rock (met een beetje fantasie kun je hier een champignon uithalen !).

Rond elven rijden we eerst weer de drieëntwintig kilometer off-road en het is wel heel duidelijk dat we nieuwe vering nodig hadden, de auto rijdt nu stukken beter !

Om half één zijn we weer bij de garage waar de bouten van de camper nog een keer aangedraaid worden en er naar de auto, waar Dennis in rijdt, wordt gekeken. Er blijkt een afdekplaat los te zitten en één wiel is aan vervanging toe, verder ziet alles er goed uit.

We gaan door naar de volgende garage, TyrePower, waar ze bij zowel de camper als bij de auto twee nieuwe banden plaatsen. Nu zijn beide voertuigen weer helemaal “up to date” en kunnen we met een gerust hart de rest van de reis (en de volgende, samen met Cas en Anja !) maken.

Dan is het tijd om de voorraden aan te vullen, want voorlopig komen we niet meer in grote steden. Nadat ook de tanks weer gevuld zijn met brandstof beginnen we aan de lange weg door de Tanami dessert, waarvan het eerste stuk nog verhard is.

Na zo’n honderd kilometer rijden stoppen we tegen half zes bij een parkeerplaats om te overnachten. Tijd voor een biertje, want het is sinds vandaag ineens vrij warm geworden, rond de dertig graden. Bij de garage zei iemand: Alice Springs heeft maar twee jaargetijden: winter en zomer, en deze is nu begonnen !!

Verslag 23

We hebben vanmorgen nog in de zon ontbeten maar eigenlijk was het al te warm, in de loop van de dag loopt de temperatuur op naar vijfendertig graden ! We tanken bij het zestig kilometer verderop gelegen Tilmouth Well Roadhouse en zijn blij dat we daar gisteren niet naartoe zijn doorgereden, ons plekje was veel mooier. Ruim honderd kilometer verderop, we rijden nog steeds op asfalt, stoppen we bij het Aboriginaldorp Yuendumu, waar we voor het laatst kunnen tanken tot we bij Halls Creek zijn.

We laten de banden een stukje leeglopen en gaan dan beginnen aan de “echte” Tanami Road., dwars door de woestijn. Het eerste stuk zijn ze druk bezig met de weg, ook hier komt asfalt, maar daarna wordt het stoffige gravel weg.

Tegen tweeën stoppen we om te lunchen bij Mount Doreen Ruins maar we vinden het plekje zo mooi dat we besluiten om hier te overnachten. De laatste dagen waren we steeds vrij laat op een kampplaats, nu genieten we van de prachtige omgeving en hebben tijd voor een spelletje en een leesboek.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 11-53.jpg

Wél zitten we constant in de schaduw en wordt de plantenspuit, om onszelf mee af te koelen, veelvuldig gebruikt ! Tegen de avond gaat voor het eerst de houtskoolbarbecue aan met heerlijke lamskoteletten erop, nu is het er perfect weer voor !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 19-30.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 20-30.jpg

Verslag 24

Vandaag hebben we het grootste gedeelte van de dag in de auto doorgebracht, al om negen uur zijn we gestart met de lange rit over de Tanami Road en ruim tien uur later zijn we zes honderd kilometer verder.

De weg is de ene keer vol spoorvorming, dan weer zanderig en even later vol met kleine steentjes, het blijft dus constant opletten geblazen.

Het is rond de vijfendertig graden maar we rijden met de ramen open want we moeten zorgen dat we genoeg diesel/benzine hebben tot aan Halls Creek en de airco vergt ook brandstof. We zien onderweg slechts enkele terreinwagens en vijf road trains, ook “wildlife” komen we niet tegen.

Wanneer we de grens naar West Australië overgaan kunnen we de klok anderhalf uur terug zetten, dat wordt even wennen de komende dagen.

Na zo’n vijf honderd kilometer worden de reservetanks met brandstof overgegoten in de auto’s, we hadden van te voren uitgerekend dat we genoeg bij ons hadden.

De laatste twintig kilometer, op weg naar Wolfe Creek Crater is de weg erg slecht, maar net voor het donker is komen we aan op de kampplaats waar we op de eerste vrije plek die we zien onze auto’s neerzetten, het was een lange, vermoeiende dag !!

Verslag 25

We waren vanmorgen al om half zes wakker terwijl we toch vrij laat naar bed waren gegaan. Maar de zon is al op en zorgt er voor dat het, later op de dag, zelfs acht en dertig graden wordt !!

Nadat we alles opgeruimd hebben gaan we naar de krater: drie honderd duizend jaar geleden is er een duizenden tonnen wegende meteoriet op de aarde neergestort waardoor er een achthonderd vijftig meter grote krater ontstaan is, Wolfe Creek Meteorite Crater ! We lopen over de kraterwand omhoog om de, na al die jaren, nog perfecte ronding van de inslag te bekijken.

(De ijsblokjes in de koelbox waren allang gesmolten !)

Dan beginnen we aan de laatste honderd vijfenveertig kilometer van de Tanami Road, langzaamaan komen we in meer geciviliseerd gebied en zien we kuddes koeien rondlopen.

Wanneer we de verharde weg richting Halls Creek oprijden staat er een bak waar je al je groente en fruit in kan deponeren (Quarantine Bin), dit is gebruikelijk in Australië wanneer je een staatsgrens over gaat om zo geen fruitvliegjes te verspreiden ! Wij vinden dit grote onzin, maar hadden toch voor de zekerheid onze voorraad verse levensmiddelen maar even verstopt, want we hebben geen zin in een bekeuring !

Eenmaal in Halls Creek gooien we de tanks weer vol brandstof en water en willen daarna bij het informatiecentrum twee parkpassen regelen waarmee we een jaar lang overal in West-Australië de Nationale Parken in kunnen en daar gratis mogen kamperen, maar dit blijkt niet zo simpel. Uiteindelijk is er bij het postkantoor iemand zo vriendelijk deze passen voor ons te bestellen en uit te printen, dus nu kunnen we ook volgend jaar met Cas en Anja overal in West-Australië terecht !

Wim doet weer wat extra lucht in de banden omdat we nu weer over verharde wegen gaan rijden en daarna verlaten we de plaats weer om naar een volgende overnachtingsplek te rijden.

Nadat we eerst nog een stop maken bij de aparte “China Wall”, waar Wim nog een huid vindt van een slang, rijden we door naar Palm Springs, waarvoor we toch weer vijf en dertig kilometer dirt road moeten rijden !

Het blijkt echter zeker de moeite waard te zijn, het plekje is een ware oase, zeker met deze hitte.

(In de camper is het bijna veertig graden !)

Verslag 26

Als we gisteren hadden geweten dat er vier kilometer verderop een nog mooiere kampplaats was (Sawpit Gorge) dan waren we nog even verder doorgereden. Toen we hier vanmorgen gingen kijken zagen we dat je er prima kunt zwemmen, wat bij Palm Springs niet echt geschikt was.

Toch blijven we niet hier, de eerste locals komen al aangereden (het is weekend, zaterdag 17 september) om af te koelen, dus het zal er wel druk worden. We zien hier de eerste grote kangoeroes die gauw wegspringen als ze ons waarnemen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 10-54.jpg

We rijden terug via Halls Creek, waar het weer opvalt dat het merendeel van de bevolking Aboriginal is, om honderd kilometer in noordelijke richting te gaan tot we bij de afslag komen naar de Bungle Bungle Range, oftewel het Purnululu National Park. Dan volgt er een spannende rit van vijftig kilometer (waar we ruim twee uur mee bezig zijn) over een vrij slechte weg waar we ook nog eens vijf keer door water heen moeten rijden, de mannen vinden dit wel “kicken” !

(De accu is zelfs helemaal los getrild !)

Bij het visitor centre moeten we ons melden om door te geven waar we willen overnachten en hier blijkt dat je met een jaarpas alleen toegang hebt tot de parken maar toch nog wel de kampplaats moet betalen ! We komen tegen tweeën aan bij Kurrajong waar we een plekje in de schaduw vinden. Met een temperatuur van rond de veertig graden (in de camper nog een beetje warmer !) doen we het de rest van de dag kalm aan. De ventilator komt te voorschijn (ook om de vliegen te verdrijven !) net als de verkoelende doeken en met een biertje erbij komen wij de dag wel door !!

Verslag 27

Vanwege de hitte bij de Bungles passen we ons “leefritme” aan: we lagen gisteren al om kwart over negen op bed (het was inmiddels afgekoeld naar tweeëntwintig graden) en toen we vanmorgen om vijf uur opstonden was het zeventien graden, maar we weten dat het in de middag oploopt naar de veertig graden ! We moeten eerst nog een stukje rijden voor we onze eerste wandeling kunnen maken maar vóór zevenen hebben we onze eerste stappen al gezet richting de “Mini Palms Gorge”, een trail van vier en een halve kilometer die we binnen twee uur afleggen.

Het is een interessante wandeling waar we regelmatig over rotsen moeten klimmen en uiteindelijk bij een kloof met palmbomen uitkomen.

Eenmaal terug rijden we verder noordelijk waar we de auto’s parkeren om een volgende trip te maken naar Echidna Chasm. Een werkelijk schitterende wandeling door een heel smalle kloof waar de zon, om half tien ’s morgens nog niet in schijnt !

Helaas mogen we bij een rots, uit veiligheidsoverwegingen niet verder en moeten we dezelfde weg weer terug.

Nadat we bij de Kungkalanayi lookout nog even gestopt zijn rijden we naar onze volgende overnachtingsplek: Walardi Campground waar we al voor twaalven aankomen.

Inmiddels is het al goed heet en zoeken we een plekje onder een boom, die vol zit met witte en zwarte kaketoes, zodat we wat natuurlijke schaduw hebben.

Daarna wordt het echt afzien: het is heet, er is haast geen wind en de vliegen zijn knap vervelend ! We gebruiken de ventilator, de plantenspuit en de verkoelende doeken weer tot het tegen de avond weer iets afkoelt en de vliegen gaan slapen.

Dan volgen nog enkele uren dat het heel aangenaam is buiten, maar ….. morgen willen we weer enkele wandelingen gaan maken en moeten we weer tegen vijven op, dus vroeg naar bed  !!!

Verslag 28

Na een onrustige nacht, waar het niet verder afkoelt dan vierentwintig graden, zijn we alle drie al om half vijf wakker. Voor zessen zijn we al op weg naar de eerste wandeling: the Domes, een groep rotsen in de vorm van bijenkorven, op sommige lagen bedekt met cyanobacteriën.

We lopen door, via de droge rivierbedding van de Piccaninny Creek, naar de gelijknamige lookout, weer een prachtig punt in het Purnululu National Park.

Daarna volgt een lange wandeling naar “the Window”, waar we al voor half negen aankomen. Ondertussen is het al goed heet en gaat het ene flesje water na het andere leeg !

De vierde en laatste wandeling is naar de Cathedral Gorge, een natuurlijk gevormd amfitheater, waar we genieten van weer zo’n schitterend fenomeen in het park.

Inmiddels zijn we vier uur verder en zijn we aardig “op” ! We besluiten om niet nog een nacht in the Bungles door te brengen, want het is inmiddels boven de veertig graden, maar om terug te rijden naar Halls Creek en vervolgens naar de prachtige overnachtingsplek Sawpit Gorge, waar we tegen half vijf aankomen.

We nemen alle drie een duik in het verkoelende water waardoor we meteen ook al het stof en vuil kwijt zijn!

Ook besluiten we om hier morgen te blijven staan en er een rustige dag van te maken ! Het is nu half negen ’s avonds en nog steeds  tweeëndertig graden, dat gaat weer een warm nachtje worden !!! 

(Dennis ziet eindelijk wildlife: een slang !)

Verslag 29

Nadat we vanmorgen iets langer dan de afgelopen dagen op bed gelegen hebben zijn we toch redelijk vroeg op. Omdat we nu volop water bij de hand hebben kan ik een wasje doen en ook krijgen de auto’s een flinke beurt !

(Wim is ondertussen alvast bezig afdekplaten voor de ramen te maken voor als de camper straks weer in de stalling gaat, de oude waren helemaal vergaan !)

Het is heerlijk dat we regelmatig het water in kunnen  om af te koelen want het kwik komt weer ruim boven de veertig graden,  natuurlijk is er ook tijd voor een spelletje.

Tegen het eind van de middag komen er twee locals (van origine Aboriginals) om hier even af te koelen, ze maken een praatje en willen van alles van ons weten. Ook laten ze ons zien hoe je bepaalde bladeren kunt gebruiken als zeep, heel interessant.

We hebben vandaag volop genoten van ons schitterende plekje, echt een “hidden secret” !!

Verslag 30

Het water in de creek staat zeker vijf centimeter lager dan gistermorgen en dit komt niet door het vele wassen en poetsen wat we gedaan hebben, maar vanwege het hete weer verdampt het gewoon ! Voor de reiger wordt het alleen maar makkelijker om z’n prooi te vangen, we zien hem verschillende visjes naar binnen werken.

De weg naar ons plekje was best ongelijk en hobbelig maar beide auto’s komen (met aanwijzingen van Wim !) zonder kleerscheuren weer boven !

Enkele dagen terug hadden we ontdekt dat onze airco het niet doet dus hadden we  voor vanmorgen een afspraak bij een garage in Halls Creek. Wanneer je de ventilator aandoet komt er allemaal geratel en troep uit, het blijkt haast een heel vogelnest te zijn dat zich daar verzameld had. Maar helaas bleek dit niet het euvel en konden ze ons niet verder helpen, ook een specialist in de buurt had vandaag geen tijd voor ons.

Wél ontdekten we, terwijl we daar stonden, dat Dennis een lekke band had, er bleek een grote scheur in te zitten en nu zit er een andere, tweedehands band op (ze hadden geen nieuwe vergelijkbare band op voorraad), wat een mazzel dat we net daar waren !

Omdat het nog vroeg is wanneer we, voor de laatste keer, Halls Creek verlaten willen we doorrijden naar Geiki Gorge om daar laat in de middag een boottocht te maken. Online reserveren lukt niet en wanneer ik het telefonisch probeer krijg ik te horen dat er grote brand woedt en dat de cruises allemaal gecanceld zijn. We besluiten een paar uurtjes door te rijden tot voorbij Fitzroy Crossing, onderweg een lunchstop makend bij Mary Pool rest area, een populaire halteplaats aan een droge rivierbedding waar het rond de middag al flink druk is met caravanners die er blijven overnachten. Het is inmiddels weer flink heet geworden, rond de veertig graden, en met de plantenspuit in de cabine en flink wat flesjes water leggen we enkele honderden kilometers af. Onderweg  zien we grote stukken verbrand gebied wat niet vreemd is met deze hoge temperaturen en met de hete föhnwind erbij ontstaat een brand snel !

In Fitzroy Crossing zoeken we weer een garage op voor de aircoreparatie en morgenvroeg heeft er iemand tijd voor ons ! We rijden naar het caravan park Fitzroy River Lodge, dat een zwembad heeft waar we dankbaar gebruik van maken, we zijn allemaal oververhit !

Hier zien we eindelijk kangoeroes rondhippen, al maken ze wel het hele grasveld kapot , iets waar  ze hier niet al te blij mee zijn.

Helaas staat ons weer een warme nacht te wachten en morgen wordt het weer veertig graden, die koude dagen rond Alice Springs waren toch zo gek nog niet !!

Verslag 31

We stonden vanmorgen stipt om zeven uur bij de garage, ze moesten zelfs alles nog opstarten, maar anderhalf uur later hadden wij weer een werkende airco en konden we verder met onze trip.

We hadden trouwens geluk dat ze open waren want veel bedrijven zijn vandaag (22 september) gesloten in verband met het overlijden van de queen, wat hier nu herdacht wordt. Vanaf Fitzroy Crossing  rijden we een stukje verharde weg en buigen dan af naar de Leopolds Downs Road die weer onverhard is. Het is een prachtige, afwisselende route met aparte bergen, boabtrees en ook moeten we weer door water heen.

Tegen half twaalf komen we aan bij Tunnel Creek (wat tegenwoordig Dimalurru National Park genoemd wordt) en gaan met de zaklamp in de aanslag en goede sandalen aan al klauterend de grot in waar het heerlijk koel is.

Daar lopen we zo’n kilometer, afwisselend over zand en door het water,  met boven ons vleermuizen en stalactieten.

We hoeven niet te zwemmen, het water komt net tot de rand van onze korte broeken.

Na een uur zijn we weer terug en komt buiten de hitte je weer tegemoet. We rijden nog zo’n veertig kilometer en stoppen dan bij Windjana Gorge  (Bandilngan N.P. voor de Aboriginals !), het is inmiddels twee uur en ruim veertig graden, te heet om nog iets te ondernemen. We zetten hier onze auto’s in de schaduw neer en doen het verder kalm aan,  morgenvroeg gaan we de wandeling bij de kloof wel maken !

(Even bijkomen onder de verkoelende doeken !)

Verslag 32

We zijn de morgen begonnen met een mooie wandeling bij Windjana Gorge waar we kangoeroes, vleermuizen en zoetwater krokodillen zien.

Echter is er nog een ander dier aanwezig: de sandfly en dit insect is ontzettend irritant. Elke keer wanneer ik stil sta om een foto te maken gaat zo’n beest op je zitten en steekt je, dus ik ben best vaak geprikt !!  Op de (betaalde) kampplaats zijn douches dus wanneer we, bezweet van de wandeling, terug zijn maken we hier dankbaar gebruik van voor we verder trekken. Na zo’n honderd en vijftig kilometer komen we aan in Derby waar we eerst op zoek gaan naar ….  een garage !! De airco in de auto waar Dennis in rijdt doet het namelijk ook heel slecht, in Fitzroy Crossing wilde we deze al laten repareren, maar daar hadden ze slechts tijd voor één auto (we kwamen immers zo maar tussendoor !). Hier (bij de garage) wordt geconstateerd dat de ventilator kapot is, deze is niet op voorraad en zelfs in Broome moet deze besteld worden. Het komt er op neer dat we over tien (!!!!) dagen in Broome geholpen kunnen worden, want het onderdeel moet helemaal uit Perth komen, toch hebben we hier maar ons akkoord voor gegeven, want met de hitte die we de komende tijd wel houden is rijden zonder airco geen optie.

Nadat we bij de werf in Derby, waar we sinds weken de zee weer zien, onze lunchpauze gehouden hebben bekijken we de oude gevangenis, waar Aboriginals (tussen 1906 en 1975) dagen en soms ook weken opgesloten zaten.

We gaan nog even langs bij een slijterij waar we weer, net als in Alice Springs en Halls Creek, onze identificatie moeten laten zien, in Derby is er zelfs een maximum van drie flessen wijn per persoon. Dit alles heeft te maken met de vele Aboriginals die hier wonen, zij kunnen slecht tegen alcohol, maar proberen het wel te pakken te krijgen ! Iets buiten de plaats bevindt zich de Baobab Prison Tree, een grote vijftien honderd jaar oude holle boom waar in vroeger tijden ook Aboriginals gevangen gehouden werden, al is hier niet echt bewijs van.

We rijden nog vijftig kilometer richting Broome en stoppen dan, tegen half vier, bij Willare Bridge Roadhouse, een onverwacht leuke kampplaats met een zwembad erbij.

We staan onder een grote watertoren, er waait een heerlijk windje en ’s avonds is er ook nog een lekkere barbecue waar we gebruik van maken. Morgen rijden we verder naar Broome waar we op zoek gaan naar een kampplaats voor de komende tijd , voor ons wordt het nu echt relaxen !!

Verslag 33

We bevinden ons nog niet in Broome maar zijn een dagje gebleven bij Willare Bridge Roadhouse: er is hier schaduw, een zwembad, wasmachines én we hebben nu niet zo’n haast om naar Broome te gaan, omdat we daar toch zo’n tien dagen moeten vertoeven. Nu zijn er slechtere plekken om te verblijven en morgen gaan we er beslist naartoe, maar nu had ik mooi tijd om de was te doen.

(Konden de mannen ondertussen de afwas doen !)

Ook Dennis is heel actief (met naald en draad), hij heeft een hoes om z’n autogordel gemaakt en zijn zwembroek “gerepareerd”, er zijn heel wat mannen die het hem niet nadoen !!

Er vliegen hier heel wat kaketoes rond en ook zien we kleurige parkieten en ibissen.

Regelmatig koelen we even af in het zwembad, maar ’s middags wordt het met ruim tweeënveertig graden te gortig en verhuizen naar binnen, in het Roadhouse is airconditioning en kun je gezellig zitten.

Later houden we buiten uitgebreid “happy hour” en natuurlijk komt Carcassonne tevoorschijn. Nu maar hopen dat we vanavond rustig kunnen slapen, want afgelopen nacht liep het waterreservoir over en hoorden we de hele tijd water stromen, zelfs tot onder onze camper, en omdat we niet wisten wat er aan de hand was (we dachten dat er een lek in zat !) , kwam dat een beetje beangstigend over !

Verslag 34

Nadat we vanmorgen honderd en zestig kilometer hebben afgelegd komen we rond half elf aan in Broome waar we meteen doorrijden naar Discovery Parks (voorheen Roeback Bay Caravan Park) , de enige camping die direct aan het water ligt. Hier vernemen we dat het de aankomende twee weken schoolvakantie is en dat het dus goed druk is !! Eerst krijgen we een heel zonnige plek toegewezen vanwaar je de zee niet eens kan zien, maar na wat onderhandelen staan we, alleen vandaag, pal aan het water op een plek waar we zeven jaar geleden ook stonden.

Morgen verhuizen we, weer voor één dag, na een iets minder mooie plek, waarna we de dagen erna een mooie schaduwrijke plaats krijgen. Nu genieten we in ieder geval van het meest mooie plekje van de camping en gaan de kampplaats dan ook niet meer af. Wél hadden we, voor aankomst, heerlijke garnalen gekocht die we, met een prachtig uitzicht erbij, al pellend verorberen.

Wim heeft weer een klusje: hij heeft vandaag Dennis’ auto een kusje gegeven toen deze met het achteruit rijden in een dooie hoek zat. Met wat buig en duw werk en een beetje blanke lak ziet alles er weer redelijk normaal uit ! 

Er is inmiddels ook een zwembad op de camping  en natuurlijk moet Dennis even uitproberen hoe de watertemperatuur is.

Aan de kust krijgen we nu te maken met vochtige warmte, heel anders dan de droge lucht van de afgelopen weken. Ook blijft het apart hoe groot het verschil hier is tussen eb en vloed, bij aankomst stond het water bijna tegen de kant en enkele uren later kun je hier haast “wadlopen”!

Langzaamaan wordt het nu weer vloed en hoor je de rollende golven, wat zullen wij heerlijk slapen bij dit prachtige geluid !!

Verslag 35

Vanmorgen rond half elf was het ons toegewezen (minder mooie) plekje nog steeds bezet, blijkbaar was er iets fout gegaan bij de receptie, daardoor krijgen wij een andere plaats ….. weer pal aan het water !! `

We besluiten om ook vandaag op de camping te blijven, het wordt achtendertig graden  en het is een “public holiday” (welke weet ik niet !) waardoor alles gesloten is. We gaan alle drie de zee in terwijl het vloed is en Dennis plonst ook nog enkele keren in het zwembad voor verkoeling.

Verder wordt het weer een dag voor spelletjes en een leesboek, al is Wim ook een hele tijd bezig met mijn fototoestel dat gisteravond de strijd heeft opgegeven. Helaas krijgt hij hem niet gerepareerd, dus morgen gaan we, naast enkele andere zaken die we moeten regelen, even langs een fotozaak !

Verslag 36

Na een paar relaxte dagen hebben we vandaag van alles geregeld en aangeschaft. We zijn gestart bij de fotozaak Harvey Norman waar bleek dat mijn fototoestel niet meer te repareren valt, de oorzaak: hoogstwaarschijnlijk zandkorreltjes ! Gelukkig verkopen ze er exact dezelfde camera als die ik had, de Lumix super zoom en ben ik nu in het bezit van een nieuwe, waar ik hopelijk weer jaren plezier van heb.

We rijden door naar de garage waar we pas volgende week een afspraak hebben, maar willen toch voor de zekerheid even de airco laten bekijken, inderdaad gaat het om een kapotte ventilator waar een nieuwe van besteld is en die, zoals te verwachten was, nog niet binnen is.

Nadat we onze gasfles hebben laten vullen rijden we naar Chinatown, een gezellige wijk in Broome vol toeristische winkeltjes maar vooral dé plaats waar alle parels verhandeld worden.

Broome is natuurlijk vooral bekend geworden doordat het de succesvolste parelduikersplaats van West-Australië is en vooral toen de duikers uit Azië kwamen (1880) groeide de plaats snel. Ik koop hier een nieuwe set oorbellen, omdat bij m’n oude de parels regelmatig loslaten van de sluiting en Wim ze dan weer moet plakken, en een prachtige hanger van parelmoer.

Ook koopt Dennis een horloge en schaffen we allebei nieuwe slippers en zwemkleding aan, het lijkt wel of alles deze reis kapot gaat en vervangen moet worden !

Nadat ik nog een bezoek aan de kapper heb gebracht rijden we naar Cable Beach, een prachtig zandstrand waar je met 4×4 auto op mag rijden.

We parkeren de auto’s vlakbij het water maar nog geen uur later moeten we al een flink eind wandelen om bij de zee te komen, er is een groot verschil tussen eb en vloed. Natuurlijk gaan we de zee in en maken we een strandwandeling en  blijven dan tot we de zon in de zee zien zakken, altijd weer een prachtig gezicht !

Ook zijn er weer genoeg toeristen die op een dromedaris langs de waterlijn lopen !

Het is donker voor we terug zijn op de camping en dan blijkt dat de toegewezen plek bezet is, echter de plaats waar we afgelopen nacht stonden is nog leeg, dus parkeren we hier onze auto’s. Morgen maar eens informeren waar we de komende nachten slapen !!

Verslag 37

Nadat we vanmorgen bij de receptie langs geweest zijn om de plekjes voor de komende dagen te regelen, rijden we naar Willie Creek Pearl Farm, alleen de rit ernaartoe is al een belevenis.

Vanwege het extra hoge tij op dit moment moeten we een omweg maken om bij dit geïsoleerde stukje paradijs te komen waar de mooiste parels gekweekt worden.

Onze volledig volgeboekte toer begint om kwart over tien met een uitleg over het bedrijf, waarna we een boottocht maken door de mangroves en over het prachtige heldere water van de kreek.

Ondertussen wordt het kweekproces van de parels verteld en zien we hoe de oesters in ijzeren rekken onder water verblijven waar ze bloot staan aan de getijden en het warme zeewater.

Weer aan wal wordt een ook gezorgd voor de inwendige mens met allerlei soorten drank, tropisch fruit, cake en heerlijke hartige damper.

Daarna gaan we naar een ruimte waar een oester “ontleed” wordt en van z’n gekweekte parel wordt ontdaan, het is allemaal erg interessant en wordt heel duidelijk uitgelegd.

Natuurlijk eindigt de rondleiding  in de verkoopruimte, maar ik ben gisteren al ontzettend verwend, dus daar zijn we zo weer weg.

Na weer een uurtje rijden door zand en over gravel komen we tegen half drie op de kampplaats aan, waar we dit keer op een plek volop in de zon komen te staan. Gelukkig is Wim altijd heel creatief en zitten we even later toch in de schaduw waar we enkele spelletjes Carcassonne doen, morgen verhuizen we weer naar een plek pal aan zee !  

Verslag 38

We zijn vanmorgen begonnen met een wandeling langs de ruige kustlijn van Broome waar we na een rit over een rode zandweg  terecht komen, het is nog eb en we zijn de enigen die er lopen (en een heleboel krabbetjes !).

Een eindje verderop heb je Gantheaume Point wat veel bekender is en ook daar, vlakbij de vuurtoren, zijn weer prachtige, grillige rotsen te vinden.

Ook kun je hier de (originele) pootafdrukken van een dinosaurus bekijken, al vind ik ze er veel te nieuw uitzien !

We zijn alle drie nat bezweet van de wandeling dus rijden we het strand op bij Gantheaume Point om een verfrissende duik te nemen, waarna we ons weer afspoelen met onze mobiele douche.

Daarna rijden we nog een keer naar de garage om te informeren of de ventilator van de airco al binnen is en dit blijkt gelukkig het geval. We kunnen de auto morgenvroeg brengen, maar ze garanderen niet dat ze er tijd voor hebben, dat risico lopen we dan maar.

Nadat we enkele boodschappen hebben gedaan willen we nog even een paar flesjes wijn halen, maar dat is hier niet zo simpel. Je mag drie flessen per persoon  kopen, als je je kunt legitimeren. Mijn rijbewijs ligt in de auto, maar die van Wim en Dennis zouden genoeg moeten zijn voor zes flessen, maar omdat ík toevallig de wijn van het schap pak wil de caissière ze niet afrekenen en moeten we ze laten staan ! Even later (nu heb ik mijn identiteitskaart wél bij me) proberen we het bij een andere slijterij: hier slaat de caissière per ongeluk een fles te veel aan (we hadden twee liters flessen en dan mag je geen derde !) en is daarna een half uur bezig dit weer terug te draaien. Het is dan ook al ruim half twee voor we terug zijn op de camping waar we nu gelukkig weer een mooi plekje pal aan het water hebben. Inmiddels is het vloed, staat het water vlakbij en komt er zelfs een grote catamaran op een paar meter afstand voorbij.

Na de lunch gaan we de zee in voor deze weer terug zakt, er zit op dit moment namelijk bijna tien meter hoogte verschil tussen de getijden !! 

Tegen vijven wandelen we over het strand naar een nieuwe pier vlakbij de camping vanwaar je nog net de zonsondergang kunt zien uitkijkend over een heel groot gebied wat nu weer droog staat.

Toevallig is er een avondmarkt waar kleding, kunst, eten en drinken wordt verkocht terwijl er door een duo mooie countrymuziek gespeeld wordt.  Het is er gezellig druk en we verblijven er geruime tijd, waarna we in het donker terug lopen naar de camping waar we, zoals gewoonlijk, de hele avond buiten verblijven !

Verslag 39

We waren vanmorgen om half zes alweer op want de auto van Dennis moet wel zo vroeg mogelijk bij de garage zijn zodat ze eraan kunnen werken wanneer ze tijd hebben. Terwijl ik op de kampplaats achterblijf rijden Wim en Dennis naar Reen Auto Electrics, want er passen maar twee personen in onze camper, wat wel betekent  dat we de hele dag op de camping moeten verblijven !

Het is vandaag gedeeltelijk bewolkt en erg broeierig dus we creëren extra schaduw en gaan voor verkoeling de zee in.

Voor het eerst gaat Wim vissen in de hoop een maaltje bij elkaar te scharrelen, wat helaas niet lukt !

Wanneer ze eind van de middag weer terug gaan naar de garage blijkt dat de auto gemaakt is en de airco zijn verkoelende werk weer doet ! Yes, dat scheelt ons weer vier dagen ! Laten we hopen dat dit de laatste keer is dat we een garage op moeten zoeken deze reis !!

Verslag 40

We hebben nog één nachtje bijgeboekt op de camping omdat we nog een paar dingen wilden zien.

Nadat we vanmorgen nog enkele klusjes hebben gedaan rijden we tegen de middag naar Chinatown om hier voor het laatst boodschappen te doen. Helaas is de oude openluchtbioscoop Sun Pictures, uit 1903, gesloten, deze gaat pas tegen de avond weer open !

Daarna gaan we naar het, vijftien kilometer buiten Broome gelegen, Malcolm Douglas Crocodile Park waar zo’n zeventig zoutwater krokodillen leven, waarvan er tien mannetjes zijn !

We krijgen uitleg over de dieren en bekijken het voeren van deze “salti’s” en ook van de kleinere, veel minder gevaarlijke zoetwater krokodillen, die we bij Windjana Gorge ook gezien hebben.

We mogen zelfs een jonkie vasthouden, wel met de bek dichtgetaped.

Nadat we hier anderhalf uur hebben rondgekeken rijden nog een keer naar Cable Beach, één van de mooiste stranden van Australië aan de Indische Oceaan, waar ook nu weer kamelen met hun “vracht” op de rug langs

komen lopen.

Het is vandaag iets minder warm, rond de dertig graden, en alleen Dennis gaat de zee in, wij vinden het te fris !

Ook zullen we vannacht geen ventilator nodig hebben en “gewoon” onder een laken kunnen slapen ! 

Verslag 41

Nadat we vanmorgen op de camping de auto’s ontdaan hebben van het zand en het zeewater van de rit over Cable Beach de avond ervoor, verlaten we Broome en rijden zo’n honderd veertig kilometer zuidwaarts.

Ruim voor de middag nemen we de onverharde afslag naar Barn Hill Station waar ik drie keer een hek moet openen (en weer sluiten) om op de kampplaats te komen, dit om ervoor te zorgen dat het vee niet wegloopt.

Het is een leuke, alternatieve plek waar we een mooi plaatsje krijgen met uitzicht op zee.

Na de lunch gaan we de omgeving verkennen en maken een mooie wandeling over het strand waar weer heel aparte rotsen te zien zijn.

Natuurlijk komt ’s middags ons favoriete spel weer op tafel en ben ik vandaag twee keer winnaar !

(Even wat bison kit tussen de zolen plakken, deze waren losgegaan in zee !)

Helaas is de zonsondergang niet spectaculair vanwege wat bewolking, maar de pizza’s die we later halen zijn wel erg goed en lekker.

Omdat ze hier heel speciale toiletten en douches hebben: van golfplaten zonder plafond, ben ik net nog even in het donker wezen douchen, want hoe vaak gebeurt het dat je tijdens je douche boven je de maan en honderden sterren ziet schijnen !

Verslag 42

We werden vanmorgen rond zes uur wakker van een regenbui met daarbij behorend een prachtige regenboog die we vanuit ons bed konden bekijken.

Nadat we ontbeten hebben met vers, warm brood, afkomstig van een bakkerij die bij Barn Hill Station hoort  (waar gisteren ook de pizza’s vandaan kwamen !) gaan we terug naar de Great Northern Highway, een tweebaansweg waar we regelmatig een road train tegenkomen en die verder vooral gebruikt wordt door campers en andere vakantievoertuigen.

We rijden vandaag zo’n drie honderd vijftig kilometer in zuidelijke richting en zien onderweg slechts één roadhouse: Sandfire, waar je kunt tanken, iets eten en naar het toilet kan.

We passeren geen enkele stad of dorp, alleen is er af en toe een onverharde afslag naar een afgelegen boerderij,  zoiets is in het dichtbevolkte Nederland ondenkbaar. Tegen half twee slaan we af naar Cape Keraudren Coastal Reserve, een mooie rotsachtige kaap met vele inhammen en leuke baaitjes waar gevist en gezwommen kan worden. We zetten onze auto’s neer op Cliff Camp waar het knap winderig is, maar je hebt er wel een mooi uitzicht over het water.

Wim en ik maken ’s middags een lange wandeling over de kaap en zien daar eindelijk weer eens kangoeroes in hun natuurlijke omgeving.

’s Avonds gaat de barbecue aan waarna er, sinds lange tijd, weer een kampvuurtje gemaakt wordt, al valt dit niet mee met de harde wind !

Verslag 43

Toen we vanmorgen bij eb een lange wandeling langs de kust maakten kwamen we erachter dat het niet zo eenvoudig is om in zee te komen, overal zijn scherpe rotsen, dus ook vissen wordt lastig.

Het blijft bij pootje baden en verder in de schaduw zitten onder de luifel, maar wél in de wind. Er zitten hier namelijk veel midgees, heel irritante piepkleine insecten die steken als een grote ! Mij hebben ze vannacht flink te pakken gehad, m’n hele nek zit vol kriebelende bultjes.

Morgenvroeg vertrekken we hier weer, we hebben het hele gebied bekeken en zijn klaar met die midgees !!

Verslag 44

We zitten alle drie vol met bultjes van die vervelende midges, maar Dennis spant de kroon, hij ziet er vanmorgen dan ook niet al te vrolijk uit !

Deze kust tot aan Exmouth staat er nou eenmaal om bekend en iedereen die naar Cape Keraudren komt gaat met jeukende ledematen weer weg. Voor we verder reizen nemen we nog even het hout mee, dat vertrekkende gasten achtergelaten hebben, daar kunnen wij weer enkele avonden van stoken.

We rijden de resterende honderd en vijftig kilometer naar Port Hedland , een stad met zo’n zestien duizend inwoners, een grote haven en veel industrie, vooral gericht op ijzer en zout.

Nadat we even gestopt zijn bij het Don Rhodes Mining Museum waar allerlei oude voertuigen te bekijken zijn, rijden we naar het winkelcentrum.

Ik stop twee wasmachines vol bij de Swiss Launderette en terwijl we bij de vlakbij gevestigde supermarkt Woolworths boodschappen doen wordt de was ondertussen schoon en droog. Tijdens het opvouwen wordt ik goed geholpen door de mannen !

Nadat we een boterham hebben gegeten aan de haven rijden we naar onze zestig kilometer verderop gelegen overnachtingsplaats: Indee Station, die bij aankomst helaas gesloten blijkt te zijn.

(Deze lange vrachtwagens, road trains, met vier aanhangers hebben een lengte van zestig meter !)

Via WikiCamps, een site die ik regelmatig raadpleeg, komen we, tegen vieren, vijftig kilometer verderop terecht bij een open plek achter een heuvel aan de Great Northern Highway, waar we uit het zicht staan en het lawaai van de vele road trains slechts gedemd horen! Hier staan we weer, zonder voorzieningen, zoals we in het begin van de reis ook regelmatig hebben gedaan.

Eerst zetten we de camper in de wind zodat we geen last van de vliegen hebben, later draait Wim deze een slag om juist uit de wind te kunnen zitten zodat we weer een kampvuur kunnen maken, ……helaas hebben de midges ons hier ook gevonden !

Verslag 45

Omdat we eindelijk weer eens in “the middle of nowhere” stonden, kon ik mooi vanmorgen de haren van de mannen fatsoeneren, vooral de baard van Dennis mocht wel een stukje korter !

Ook hebben we de schep weer nodig zodat je een kuiltje kunt graven om je “behoefte” in te doen.

We hebben nog nooit zoveel road trains gezien als de afgelopen twee dagen op weg naar Karijini N.P.  rijdend over de Great Northern Highway. Er zijn in deze omgeving veel mijnen zodat er veel vervoerd moet worden, sommige road trains hebben meer dan honderd wielen !

Tegen de middag komen we aan bij het Nationale Park waar we eerst naar het visitor centre gaan voor informatie én om een kampplaats te boeken. Het wordt gelukkig weer iets rustiger, de schoolvakanties lopen ten einde, zodat er weer plaatsen beschikbaar zijn. We krijgen een mooi plekje op Dales campground waar we drie nachten zullen verblijven.

Na de lunch rijden we naar de parkeerplaats vlakbij de Dales Gorge om de Fortescue Falls te bekijken en nadat we een aantal trappen zijn afgedaald komen we bij het meertje waar we een tijdje lekker zwemmen in het verkoelende water.

De rest van de middag verblijven we op ons plekje, waar Wim eerst weer een reparatie uit moet voeren aan de luifel, er gaat nogal eens wat kapot deze trip !

Na een spelletje Carcassonne wordt het tijd voor de avondmaaltijd waar Wim zich weer uitleeft in een heerlijke creatie van gevulde paprika’s en diverse soorten vlees. Ik bof maar met twee goede koks bij de hand !!

Verslag 46

We hebben vandaag een prachtige, aparte wandeling gemaakt in het Karijini N.P., maar voor we er aan konden beginnen moesten we eerst bijna vijftig kilometer rijden, grotendeels over een vrij slechte, onverharde weg. Het alternatief was de asfaltweg die veertig kilometer langer is, dus was de keus snel gemaakt.

Nadat we eerst bij de Oxer Lookout een overzicht krijgen over de Weano en de Hancock Gorge, lopen we naar de rand van de Hancock Gorge waar we afdalen in de kloof via ongelijke rotsen en later langs een ijzeren trap.

Eenmaal beneden begint de schitterende wandeling over platte, uitstekende stenen maar ook door helder, fris water.

Wim had eerst zijn wandelschoenen aan, voor extra stevigheid, maar op een gegeven moment kun je niet anders dan door het water en verruilt hij ze voor de sandalen die tegen water kunnen (teva’s), die Dennis en ik al meteen aangetrokken hadden. Toch houdt Wim het lang vol om over de rotsen te lopen terwijl ik ook een groot gedeelte, net als Dennis, zwemmend afleg.

De kloof wordt steeds smaller met aan het eind een klein meertje: de “Kermit Pool”, waar Dennis en ik nog even heerlijk afkoelen. (Wim heeft z’n zwembroek nog in de rugzak zitten die we een eind terug al achtergelaten hebben, maar heeft wél de filmcamera en z’n fototoestel bij zich !)

We moeten dezelfde weg weer helemaal terug maar zijn heel voldaan dat we deze hike (categorie vijf !) volbracht hebben !

Nadien gaan we nog even kijken bij de Joffre Falls, maar er valt hier geen water naar beneden !

(Dit gebeurt er wanneer een kastje niet goed dicht zit !)

Tegen tweeën zijn we weer terug bij het visitor centre dat vlakbij Dales campground ligt en waar we internetverbinding hebben zodat we het verslag van gister kunnen verzenden, ook boeken we voor morgen een “mijntoer” bij Tom Price. Nadat we ons afval gedropt hebben en onze douchebak weer helemaal gevuld is rijden we terug naar de kampplaats om de rest van de dag te relaxen !

Verslag 47

We moesten vanmorgen (zaterdag 8 oktober) eerst ruim honderd kilometer afleggen voor we in Tom Price waren om de mijntoer te doen, maar het was een prachtige route gedeeltelijk door het Karijini N.P. en langs diverse mijngebieden. Met een vrij volle bus rijden we naar één van de twaalf mijnen behorend tot de “Rio Tinto Iron Ore”, een mega mijncompagnie in de Pilbara streek die zo’n dertien procent van alle ijzererts wereldwijd  produceert. Hier wordt zeven dagen per week vierentwintig uur gewerkt om de ijzererts gewonnen, gebroken en schoongemaakt te krijgen, waarna het verscheept wordt over de hele wereld.

We zien een open mijn en rijden langs de gigantische machines die de diverse kwaliteiten van erts scheiden en vermalen, het is allemaal heel indrukwekkend.

Terug in Tom Price, een schone, kleine plaats met veel faciliteiten waar vooral mijnwerkers wonen, doen we enkele boodschappen, tanken water en brandstof en bekijken de enorme vrachtwagen die aan het begin van de plaats staat.

Na weer  ruim een uur rijden zijn we terug vlakbij Dales campground waar we eerst doorgaan naar de Fortescue Falls, waar we via een ontzettend lange trap en na een stukje verder lopen uitkomen bij de Fernpool, een prachtige natuurlijke zwemplek met een waterval.

Alle drie koelen we hier heerlijk af en moeten daarna de lange weg weer terug omhoog, onderweg nog enkele vleermuizen spottend.

Aangekomen bij onze auto’s loopt daar een dingo (wilde hond) waar al steeds voor gewaarschuwd is en die Wim en Dennis gisteravond ook al gespot hebben. Het vrij onschuldig ogende dier kan agressief worden en je moet ervoor zorgen dat er geen etenswaren of schoenen (!) ’s nachts buiten blijven, iets waar we dan ook altijd rekening mee houden !

Verslag 48

De temperatuur in het Karijini N.P. is prima: ’s nachts koelt het af naar zo’n zeventien graden, waardoor we heerlijk onder het dekbed slapen en ’s morgens is het nog lekker ontbijten in het zonnetje zonder dat het te heet is. Wel begint de temperatuur overdag steeds meer op te lopen, vandaag zelfs naar zevenendertig graden ! Ook van vliegen hebben we, tot nu toe, nog weinig hinder ondervonden en de midges zijn achtergebleven bij de vorige overnachtingsplaats. Vanmorgen hebben we weer een schitterende wandeling gemaakt, beginnend vlakbij de kampplaats. Weer moeten we dezelfde trappen af als gisteren toen we gingen zwemmen in de Fern Pool, maar nu lopen we langs het water van de Fortescue Falls en gaan dan door de kloof heen, de Dales Gorge Walk.

Dit keer hebben we onze wandelschoenen aan want we hoeven niet door water te lopen, al valt het soms niet mee om droge voeten te houden.

We zien onderweg een slang (King Brown) in het zonnetje liggen, die zich weinig van ons aantrekt.

(Er wordt gewaarschuwd dat er asbest in de stenen zit !)

Aan het eind van de kloof klimmen we omhoog en lopen terug over de rand (Rim walk) naar de auto’s. 

Dan volgt een rit van honderd kilometer naar de Hamersley Gorge gelegen aan de westkant van het Karijini N.P. waar we eigenlijk nog een keer wilden gaan zwemmen. Het is er echter zo druk dat we hier van afzien en, nadat we wat gegeten hebben, doorrijden naar de volgende overnachtingsplek: Millstream Chichester N.P. zo’n twee honderd kilometer verderop.

Helaas beginnen er dan problemen te komen met onze camper: het stuur staat ineens scheef (maar Wim kan wel gewoon sturen !) en het rammelt aan de onderkant van de auto. Het blijkt dat de nieuwe bladvering gedeeltelijk losgeschoten is, zodat we genoodzaakt zijn om heel rustig te rijden om verdere schade te voorkomen.

We doen er dan ook best lang over om bij Millstream te komen en dat bij de hete temperaturen van vandaag, we zijn dan ook blij dat de airco’s het weer doen ! Vlak voor de kampplaats stoppen we bij de “Deep Reach Pool” waar Dennis nog even een verfrissende duik neemt.

Pas tegen half zes zijn onze “huisjes” weer opgebouwd en hebben we tijd voor een verkoelend biertje !! Morgen moeten we nog honderd vijftig kilometer rijden voor we bij een stad komen waar een garage is, hopelijk komen we daar zonder verdere problemen aan !

Verslag 49

We hebben een heel aparte dag achter de rug: nadat we vanmorgen eerst nog rustig de “Millstream Homestead” bekeken hebben moeten we daarna toch nog de honderd vijftig kilometer afleggen naar de kust om daar bij een garage onze camper na te laten kijken. We wilden eigenlijk nog stoppen bij de Python Pool, ook een onderdeel van het Millstream N.P. maar hiervoor moeten we weer onverhard rijden terwijl er een kortere, verharde weg leidt naar Karratha. Ook zitten beide auto’s krap met de brandstof dus is de keuze snel gemaakt: rechtstreeks naar Karratha ! Weer rijden we door mijngebied en langs de spoorrails waar kilometers lange wagons, volgeladen met ijzererts en getrokken door drie locomotieven langzaam voorbij rijden.

Nadat we getankt hebben, beide auto’s stonden op reserve, vinden we een garage genaamd Hunter Mechanical. Wanneer we daar ons probleem voorleggen, bladvering die waarschijnlijk los zit, worden we in eerste instantie afgescheept en hebben ze pas eind van de dag tijd om er überhaupt naar te kijken. Maar voor het middaguur is er al gebeld met Alice Springs, waar de bladvering geplaatst is, is de camper gewogen (hij is dus twee honderd vijftig kilo te zwaar !) en weten we dat de vering gebroken is en vervangen moet worden !!  Het komt erop neer dat de leverancier uit Alice Springs nieuwe bladvering laat bezorgen en dat het verzekeringswerk wordt, inclusief het plaatsen ervan. Het kan alleen weer enkele dagen duren voor deze gearriveerd zijn dus wordt de reparatie ingeboekt voor donderdagmorgen zeven uur ! Nadat we bij een supermarkt onze voorraden weer aangevuld hebben en onze “mobiele zonnepanelen” achtergelaten hebben bij een bedrijf, want ook deze functioneren niet meer naar behoren (een los contact), rijden we ruim twintig kilometer naar een camping in Dampier, gelegen aan zee. Het is de bedoeling hier enkele dagen te gaan staan tot de materialen binnen zijn en de camper gerepareerd wordt, ondertussen de auto van Dennis gebruikend. Bij aankomst is er niemand aanwezig en ook zit het hek dicht. Toch zetten we onze auto’s er neer in de hoop dat er later iemand komt om de financiën mee te regelen. We zijn net aan het bellen met Cas (over vliegtickets), waarmee we begin volgend jaar, natuurlijk samen met Anja, een trip door Australië willen maken, wanneer de caretaker thuis komt en ons vertelt dat we moeten vertrekken want de kampplaats is, sinds vandaag, gesloten !  Onderhandelen helpt niet dus pakken we alles weer in en rijden naar een Discovery Parks in Karratha, waar we ruim na sluitingstijd aankomen. De camping blijkt helemaal volgeboekt, wat ik telefonisch te horen krijg, dus moeten we weer verder zoeken.

We staan nu op een open veld, vlakbij het Shell-station waar we vanmorgen getankt hebben en kunnen hier gratis overnachten, morgen verhuizen we naar het Discovery Park want dan hebben ze wél plek !

Verslag 50

We zijn vanmorgen tot tien uur blijven staan op ons plekje in de buurt van het tankstation, we hadden gelukkig nog genoeg schaduw van de camper, want in de zon was het al niet meer te houden ! Dan rijden we de acht kilometer naar de camping waar we ons installeren voor de komende dagen met een extra zonneluifel voor voldoende schaduw. We hebben hier kraanwater dus gaan we aan de schoonmaak: alles is roodbruin van het rijden in de binnenlanden en er gaan heel wat bakken roestbruin water in de afvalput.

Tegen de middag stoppen we met poetsen, het wordt te warm, morgen is er weer een dag. Gelukkig heeft de camping een prima zwembad met lekker fris water waar we enkele keren naartoe gaan voor verkoeling.

Verder doen we enkele spelletjes en hebben we weer eens tijd voor ons leesboek. Deze camping is heel wat beter dan die waar we gisteren weggestuurd werden, hier houden we het wel een paar dagen uit ! 

Verslag 51

We konden tegen het eind van de middag bellen voor de bevestiging dat we morgen om zeven uur bij de garage moeten zijn, helaas blijkt tijdens dit telefoontje dat de bladveringen nog steeds in Perth liggen, er is ergens iets misgegaan ! We mogen nu blij zijn als ze vrijdagmiddag rond twee uur arriveren, want dan kunnen ze er dezelfde dag nog ondergezet worden. Komt de levering pas rond half vijf aan dan wordt het maandag !!! We hebben bij de receptie maar een nachtje bijgeboekt met de optie dat het er nog meer worden, het is niet anders ! Ondertussen hebben we vandaag weer flink wat schoonmaakwerkzaamheden verricht, ik heb zelfs de gordijnen gewassen !!

Natuurlijk zijn we ook weer het verkoelende zwembad in geweest want de temperaturen schommelen nog steeds rond de vijfendertig graden ! Morgen gaan we met de auto van Dennis op pad, om wat van de omgeving te bekijken, onze camper komt niet meer van z’n plek, alleen om naar de garage te rijden !

Verslag 52

Nadat we vanmorgen onze zonnepanelen weer opgehaald hebben, er moest een nieuwe regulator in, rijden we richting Cleaverville, een plek aan zee tussen Wickham en Karratha waar we eigenlijk een paar dagen zouden gaan staan voor we hierheen kwamen.

Het is vloed wanneer we aankomen en er staat een harde wind, we vinden de plek eigenlijk niet zo bijzonder en ook schijnen hier veel midges te zitten, ……die kennen we al !!

We hadden heerlijke garnalen meegenomen en nuttigen dan ook hier ons middagmaal, waarna we teruggaan naar Karratha om nog even langs te gaan bij de garage.

De bladvering is nu in ieder geval onderweg en ze bellen ons morgen zodra deze binnen is, dus daar wachten we dan maar op. Een ander plekje dat ik nog wilde bekijken is Hearsons Cove, een baai vlakbij Dampier waar je goed kunt zwemmen. Daar aangekomen blijkt de wind ook hier voor flinke golven zorgen en is het niet echt aanlokkelijk om de zee in te gaan, dus keren we terug naar de camping, waar in ieder geval Dennis nog even het zwembad ingaat.

We doen weer een potje Carcassonne in de schaduw met een verkoelend biertje erbij en hopen dat morgen deze tijd de  problemen met de camper opgelost zijn en we verder kunnen met onze reis !!

Verslag 53

Gisteravond kwamen we erachter dat we voor het eerst, in al die jaren dat we in Australië rondtrekken, bestolen zijn. Onze verrekijker, die voor in de cabine van de camper lag, is weg. De nacht ervoor was er een ruzie op de camping waar wij wakker van werden en toen hoorden we iets over “stelen”, maar daar hadden we verder niet meer bij stilgestaan. ’s Morgens zagen we dat voor in de auto alles door elkaar lag maar nog hadden we niets in de gaten (we hadden die nacht voor het eerst vergeten de auto op slot te doen !) maar later zag Dennis dat de verrekijker dus weg was ! (We hebben het doorgegeven bij de receptie maar kunnen er verder niets mee !)

Vandaag was het wachten op een bericht van de garage en …..YES, om half twaalf kwam het verlossende telefoontje dat de materialen aangekomen waren ! We hebben snel alles opgeruimd, nog heel even afgekoeld in het zwembad en voor het middaguur stond de camper bij Hunter Mechanical.

Daarna werd het binnen bij de garage wachten tot alles klaar was: ik had brood gesmeerd en we hadden onze E-readers bij ons, dus we kwamen de tijd wel door.

Rond vieren was alles gefikst en kunnen we eindelijk weer op pad. We gaan niet ver meer, na zo’n twintig kilometer stoppen we bij Miaree Pool Rest Area, een verrassend leuke plek aan de Maitland River waar we een mooi plaatsje vinden pal aan het water.

We kunnen meteen onze nieuwe vering uittesten want de weg ernaartoe is nogal hobbelig en ongelijk !

Dennis plonst nog even het water in en we houden lang “happy hour”, blij dat die stressvolle dagen voorbij zijn. (Al die tijd was het afwachten of de bladvering wel zou arriveren en of de oude vering het niet zou begeven voor we bij de garage waren !)

We kunnen weer verder met onze trip, we zijn nog lang niet in Perth !!

Verslag 54

Het prachtige plekje waar we afgelopen nacht stonden is heel vogelrijk, we zien er onder andere ibissen, lepelaars en zwarte zwanen.

Toch trekken we na het ontbijt weer verder (je mag hier zo wie zo maar één nacht verblijven !), want we zijn op weg naar Cape Range N.P., een heel populaire plek aan zee waar je ruim van te voren moet reserveren. Wij hebben vier verschillende plaatsen besproken van maandag tot en met donderdag dus we hebben nog twee nachten te overbruggen.

Na ruim drie honderd kilometer rijden stoppen we rond de middag bij Barradale Rest Area, weer een plek aan een rivier (Yannarie River), maar deze is geheel droog gevallen. We zoeken er een plekje met schaduw van de bomen en creëren nog wat extra met een luifel, want ook vandaag ligt de temperatuur weer rond de vijfendertig graden. 

Het is weer tijd voor een spelletje, een boek en tegen de avond gaat de barbecue aan, waarna er weer eens hout op gaat, want ’s avonds koelt het gelukkig wel af naar zo’n zestien graden !

We boffen trouwens vreselijk met het weer aan deze kant van Australië, we hebben pas enkele keren een klein buitje gehad terwijl er in Sydney overstromingen zijn geweest en er nu in Victoria weer hele gebieden onder water staan !  

Verslag 55

Net als op de camping in Karratha werden we vanmorgen om half zes wakker van de krijsende galah’s en kaketoes, thuis zouden we ons nog diverse malen omdraaien in bed voor we eruit gaan, hier in West-Australië wordt het dan langzaamaan tijd om op te staan.

Ook wij hebben dit ritme al aardig te pakken al hadden we vandaag (zondag 16 oktober) niet zo’n haast om verder te trekken. We hoeven maar twee honderd kilometer af te leggen naar Exmouth en bij aankomst doen we eerst voor vier dagen boodschappen, vullen onze tanks weer met brandstof, gas en water, waarna we op zoek gaan naar een camping voor één nacht, want we kunnen pas morgenvroeg terecht in Cape Range Nationaal Park.

Dit valt nog niet mee, tenminste voor een redelijke prijs ! In deze streek mag je niet vrij kamperen en op een kampplaats niet met twee voertuigen bij elkaar staan waardoor wij dubbel tarief betalen. Bij de eerste camping hadden ze alleen plekken met stroom (die we niet nodig hebben) waardoor we over de honderd dollar kwijt zouden zijn, bij een tweede werd het negentig dollar zonder stroom en nu staan we bij Ningaloo Caravanpark voor zeventig dollar, nog veel te veel, zeker voor een plek pal aan de doorgaande weg en dan staan we ook nog niet eens bij elkaar ! Wél zit er een mooi zwembad bij waar Dennis natuurlijk weer ingaat.

Er staat een harde wind waardoor alles onder het zand zit, we zetten zelfs de zijkant van de luifel weer eens op voor beschutting, want het koelt hier ’s avonds flink af ! ’s Middags hebben we lange tijd “gefacetimed” met Marcel, Marieke en de jongens, heel fijn om iedereen weer eens te zien en te horen ! Morgen gaan we voor vier dagen naar Cape Range N.P., er is daar geen drinkwater, geen elektriciteit en ook geen internetverbinding, dus de aankomende dagen zijn we van de buitenwereld afgesloten !! 

Verslag 56

We hebben de laatste dagen te maken met extreem veel wind waardoor onze eerste dag bij Cape Range N.P. iets anders verloopt dan verwacht.

Tijdens het bekijken van de vuurtoren (Vlamingh Head lighthouse) waaien we al zowat weg en wanneer we bij “Lakeside” aankomen (vlakbij het visitor centre), waar je normaal prachtig kunt snorkelen, blijkt er te veel wind te zijn om de onderwaterwereld te verkennen.

(Hier hebben we nog even internetverbinding en Wim moet wat foto’s en nota’s opsturen naar de verzekering van de camper, misschien beuren we nog wat terug !)

Bij onze eerste kampplaats Tulki moeten we goed kijken hoe we de camper neerzetten om een beetje uit de wind en het stof te kunnen zitten. We maken er een lange strandwandeling en Dennis gaat natuurlijk het water in dat heel helder is en prima van temperatuur.

Koud is het totaal niet en we plaatsen zelfs de extra zonneluifel maar alles klappert en flappert van de rare windvlagen die ook nog eens uit verschillende richtingen komen.

Tegen de avond draaien we de camper andersom anders is het niet mogelijk om te koken, hopelijk gaat de wind morgen liggen !!

Verslag 57

De hele nacht blijft het hard waaien en vanmorgen voor zessen had Dennis z’n tent al afgebroken, hij was het geklapper helemaal zat ! We ontbijten voor de camper in de luwte van de wind want deze  is wéér gedraaid en tegen half negen is alles ingepakt en vertrekken we van de kampplaats. We rijden naar het, vlakbij gelegen, Turquoise Bay, een populaire snorkelplek waar we alle drie het water ingaan. Vanwege de harde wind kunnen we niet ver snorkelen, het water is aardig troebel en ook krijg je het regelmatig in je snorkel. We zien wel mooie vissen maar het koraal is helemaal niks !

Nadien rijden we een stukje noordelijk naar onze volgende overnachtingsplek: Mesa Camp waar we een prachtige plek hebben met uitzicht op de zee en een kleine lagoon, dit wordt echt een dagje genieten !

We zitten uren in de schaduw lezend en regelmatig kijkend over het water ! Tegen drieën gaan we naar zee waar Wim z’n hengels uitgooit en  we verkoeling zoeken in het water en … de wind valt ineens bijna weg, waardoor alles veel aangenamer wordt.

Rond vijven doen we weer een spelletje en in tegen stelling tot gisteren, toen de kaartjes en de pionnen gewoon wegwaaiden, blijft alles nu gewoon liggen. Tegen half zeven klimmen Wim en ik de duinen op om te genieten van een prachtige zonsondergang, wat een verschil met gisteren !!

Verslag 58

We zijn vanmorgen tot negen uur op ons mooie plekje blijven staan en nadat we bij het visitor centre voor Dennis een nieuwe duikbril hebben gekocht (bij de oude kreeg hij steeds water in de ogen !)  zijn we weer naar “lakeside” gereden, waar het nu prima weer is om te snorkelen.

Dit keer zien we allerlei soorten tropische vissen en ook is er mooi koraal, Wim en Dennis zien zelfs een grote schildpad, die rustig op de bodem ligt. Nu zijn we tenminste écht bij de Ningaloo Coast World Heritage Area dat sinds 2011 op de UNESCO lijst staan en de tegenhanger is van het Great Barrier Reef  aan de oostkant van Australië.

Nadat we een uurtje de onderwaterwereld bewonderd hebben wandelen we terug naar de auto’s en gaan eerst naar onze volgende kampplek: North Mandu, waar we middagpauze houden.

Daarna rijden we zuidelijk om alle kampplaatsen en strandjes te bekijken die bij Cape Range N.P. horen.

Osprey Bay is een prachtige kampplek waar we in het verleden (2015) gestaan hebben en waar Dennis nog even een duik neemt.

Bij Yardie Creek, de zuidelijkste punt  van het park, staan we verbaasd te kijken dat je hier zo door kunt rijden verder zuidelijk, jaren terug was hier een lagoon die je alleen bij eb over kon steken anders kwam je vast te zitten in de rivier !

Weer in noordelijke richting stoppen we bij Pilgramunna, tegenwoordig alleen een plek voor dagrecreatie maar voor jaren terug (2008) een prachtige kampplaats waar Wim heel wat vis gevangen heeft.

Ook vandaag heeft hij hier een uurtje gevist terwijl Dennis en ik geluierd hebben op het strand.

In de jaren is er veel veranderd in het park: je moet nu online je plaats bespreken (dit kan honderd tachtig dagen van te voren en omdat het hier zo populair is én goedkoop wordt er volop geboekt soms zonder er gebruik van te  maken !), ook zijn er nu op de kampplaatsen containers voor je afval (dit moest je altijd verzamelen en buiten het Nationale Park lozen !)  én in het noorden van het park is er internetverbinding ! Tegen half vijf zijn we terug bij North Mandu en nadat alles weer is opgebouwd doen we er een spelletje en houden “happy hour” !

Natuurlijk willen we ook de zon weer in de zee zien zakken wat altijd weer een prachtig gezicht is !

Verslag 59

Ons plekje bij North Mandu was niet echt bijzonder maar we hadden gisteren al gezien dat je met de camper bij de kampplaats Osprey Bay dichtbij zee kunt parkeren en om half tien waren we daar dan ook helemaal geïnstalleerd met parasol en stoelen.

Je kunt er zo via het zandstrand het water in en ook kun je hier prima snorkelen, er is niet zoveel koraal maar we zien tientallen grote vissen en weer enkele schildpadden.

Het is er gezellig druk maar zeker niet overvol en we brengen dan ook ruim zes uur door aan het strand, regelmatig het water ingaand.

Tegen vieren zijn we op onze laatste overnachtingsplek in het Cape Range N.P. bij Kurrajong, ook hiervandaan kun je de zee niet zien. In de schaduw en luwte van de wind, die weer op komt zetten, doen we een spelletje en net na de zonsondergang bouwen we een soort voortent op om beschermd te kunnen zitten bij de camper.

We hebben vier heerlijke dagen gehad in het park en diverse keren gesnorkeld in het prachtige Ningaloo Reef, alleen was de wind soms een spelbreker !

Verslag 60

Toen we vanmorgen op weg waren naar de uitgang van het Nationale Park zijn we nog even binnengewipt bij het Milyering Discovery Centre (visitor centre) om te vragen of er soms iemand geannuleerd had en heel toevallig hadden ze net doorgekregen dat er een koppel een dag eerder naar huis ging zodat er bij Osprey Bay, waar we gisteren uren doorgebracht hebben, een plekje vrij kwam. Het was de bedoeling om naar het vijftig kilometer verderop gelegen Exmouth te rijden voor wat levensmiddelen en daarna naar het vrijgekomen plekje te gaan, maar nadat we nog even bij het vlakbij gelegen vogel observatiepunt gestopt zijn, besluiten we om meteen om te keren, we hebben nog wel genoeg eten voor één dag, al is dan ook letterlijk alles op !

Bij de kampplaats aangekomen (toch weer dertig kilometer rijden, het is echt een langgerekt park) staan de kampbeheerders vreemd te kijken dat het plekje al zo snel weer bezet is, ze hadden het net pas doorgegeven.

Vanaf onze vijfde plaats in het park kijken we uit op zee waar het vandaag weer flink winderig is.

Wim gaat een tijdje vissen en ik maak een lange wandeling langs de zee waar het nu druk is met kite surfers, een prachtig gezicht.

Eigenlijk hadden we nog een keer willen snorkelen, maar door de harde wind lokt het zeewater nu niet. We vermaken ons verder met een spelletje en een boek en wandelen af en toe naar zee. Morgen moeten we toch écht naar Exmouth om onze voorraden aan te vullen, maar waarschijnlijk lopen we ook nog even binnen bij het visitor centre , misschien is er nog wel ergens een plekje vrij !!

Verslag 61

Vandaag hebben we minder succes bij het visitor centre: niemand heeft  geannuleerd dus er is geen plek meer vrij voor ons. We gaan Cape Range N.P. nu definitief verlaten en nadat we nog even gestopt zijn bij het Jurabi Turtle Centre rijden eerst naar Exmouth voor het aanvullen van de voorraden.

Er is hier maar één supermarkt in een omtrek van zo’n twee honderd kilometer  (in Nederland onvoorstel-baar !) en goedkoop is deze dan ook niet. Ook de brandstof is aan de prijs en zelfs voor drinkwater moeten we betalen.

Weer helemaal voorzien van alles rijden we richting Coral Bay, ook een toeristische plek aan het Ningaloo Reef waar het dan ook flink druk is. Het is hier echter geen Nationaal Park, er zijn alleen twee campings die vrij vol zijn. Toch kunnen we twee plekken naast elkaar krijgen (we mogen weer niet op één kampplaats gaan staan !) bij Ningaloo Coral Bay Bayview, helaas zonder uitzicht op zee.

We lopen er natuurlijk wel naartoe en terwijl Dennis de zee ingaat wandelen Wim en ik langs het prachtige strand waar het nu eb is.

Weer waait het vrij hard, wat normaal is voor deze tijd van het jaar, maar morgen willen we toch de onderwaterwereld hier gaan bekijken !

Verslag 62

Toen we gisteren net op de camping stonden hebben we gelijk nog een dagje bijgeboekt, zodat we vandaag (zondag 23 oktober) niet hoeven te verhuizen. Ook wel eens lekker een keer twee dagen op dezelfde plek zonder alles in te moeten pakken ! En omdat we op een camping staan moet er natuurlijk wél gebruik gemaakt worden van de wasmachines !! Voor het ontbijt staan er al twee te draaien met onze vuile was, al kan je hier alleen maar “koud” wassen, dus al te schoon zal het niet worden.

Later nemen we onze stoelen, parasol en snorkelspullen mee naar het water om daar enkele uren door te brengen. Het is afnemend tij wanneer we onze zwemvliezen aantrekken en met de duikbril op de zee in duiken waar we al snel veel koraal zien.

Helaas heeft deze een grauwe kleur, net of het afstervend is en ook zien we niet zoveel vissen.

Door de wind en de stroming is alles een beetje troebel en we blijven dan ook niet zo heel lang snorkelen. Dennis is een stukje afgedwaald en komt in paniek onze kant op, hij was bang niet terug te kunnen komen, iets wat Wim en ik jaren terug bij Cape Range meegemaakt hebben toen we in een “gap” terecht kwamen. Bij Dennis is hier echter geen sprake van, er stond alleen een lichte stroming en we hebben hem duidelijk uitgelegd wat je dan moet doen.

Desalniettemin is het voor alle drie de eerste en laatste keer dat we bij Coral Bay snorkelen, wél gaan we later nog een keer gewoon zwemmen in het verkoelende water.

Tegen drieën gaan we terug naar de kampplaats want de zon brandt aardig zonder dat je er erg in hebt en aan verbranden heb je niets ! Om zes uur wandelen we nog een keer naar de kust om een duin op te klimmen, vanwaar je een mooi uitzicht hebt, onderweg onze maaltijd voor vanavond bestellend: twee grote pizza’s en zes oesters (voor mij !), die we later bij de camper opeten.

En nog altijd hebben we prachtig weer, overdag ruim boven de dertig graden en ’s avonds afkoelend naar zo’n achttien graden Celsius !

Verslag 63

Naar aanleiding van de weersvoorspellingen voor de komende dagen: iets minder warm en veel wind, besluiten we om eerst een paar dagen het binnenland in te trekken naar Kennedy Range N.P. (Mundatharrda voor de Aboriginals) zo’n honderd zestig kilometer landinwaarts over de Carnarvon Mullewa Road.

De lunchpauze houden we bij Rocky Pool aan de Gascoyne River, een leuke plek waar ook gezwommen kan worden.

Bij Gascoyne Junction gaan we weer noordwaarts over gravel en tegen vieren komen we, na bijna vijfhonderd kilometer rijden, aan bij het Nationale Park met z’n hoge steile wanden. (Ook hier waait het trouwens flink hard !!)

We bouwen ons “kamp” op en verkennen de naaste omgeving, morgen trekken we onze wandelschoenen weer eens aan om een paar mooie tochten te lopen !!

Verslag 64