Australie 2024 met Dennis van Adelaide naar Cairns

Verslag 1

Ook dit jaar brengen we de Hollandse wintermaanden door in het warme Australië, deze keer reizen we van Adelaide naar Cairns, samen met Dennis voor wie het de laatste trip naar Down Under wordt. Tijdens onze reizen afgelopen jaar speelde steeds de gezondheidstoestand van mijn ouders een belangrijke rol, maar helaas is mijn vader, nog geen vier maanden na mijn moeder (overleden 25 juli 2023) inmiddels ook gestorven op 18 november. Ze hebben de mooie leeftijd van 92 en 93 jaar bereikt en er resten ons niets dan prachtige herinneringen aan hen.

Gistermorgen (zaterdag 13 januari) heeft Marcel ons weggebracht naar Schiphol, we moesten al vroeg op want het toestel van Singapore Airlines vertrok om 10.25 uur en je moet nu eenmaal altijd al uren van te voren aanwezig zijn. Maar alles verliep heel vlotjes en om elf uur zaten we al aan een (plastic) glas champagne met wat nootjes erbij, een mooi begin van de reis.

De eerste vliegtrip van ruim twaalf uur verliep rustig en rond zes uur plaatselijke tijd (elf uur ’s avonds in Holland) zijn we geland in Singapore waar het, met dertig graden, vochtig warm is. Thuis had Wim al een (dag)kamer geregeld in het Crowne Plaza hotel dat grenst aan Changi Airport en hiervandaan kijken we uit op het zwembad en de luchthaven.

We duiken al vrij snel  het bed in (al is die van Dennis wel een beetje te kort !) en presteren het om tien uur aaneengesloten te slapen.

Rond half één ’s nachts beginnen we, na een vertraging van een uur, uitgerust aan het laatste stuk van de vliegtrip en komen rond negen uur ’s morgens aan in Adelaide (Weer zit er een tijdsverschil in van twee en een half uur, het is hier nu negen en een half uur later dan in Nederland !).  Een uurtje later zitten onze koffers in een taxi die ons naar U-store-it in Londsdale brengt waar onze camper en auto negen maanden gestald stonden. Ze hebben een beurt gehad dus we hopen zonder problemen drie maanden rond te trekken door Australië. Natuurlijk moet er de eerste dag van alles geregeld worden: een telefoonkaart, heel veel levensmiddelen en ook de jerrycans moeten weer met water gevuld worden. Tegen half vijf komen we aan bij onze eerste overnachtingsplek: Pink Gum Campground in het Onkaparinga River N.P. (zo’n vijfenveertig kilometer van Adelaide) waar we van te voren al een plek geboekt hadden.

Nu wordt het tijd om de koffers uit te pakken en alles weer op orde te brengen in onze “huisjes”.

En terwijl wij bij vierendertig graden de eerste kangoeroes rond zien hippen blijkt het in Nederland te sneeuwen !

Tegen negenen slaat, zoals iedere keer de eerste dag,  ineens de vermoeidheid toe en we liggen dan ook heel vroeg op bed !!

Verslag 2

Na een onrustige nacht zijn we vanmorgen al vroeg wakker, toch zoeken we tijdens het ontbijt de schaduw op want de zon is meteen heel krachtig.

Wanneer we de kampplaats weer verlaten rijden we lange tijd door de mooie wijnsteek McLaren Vale, waar veel lekkere wijnen vandaan komen.

We nemen een afslag naar de kust en komen uit bij een prachtig strand waar we alle drie het koele zeewater ingaan en er vervolgens geruime tijd verblijven tot dat er een frisse wind opkomt.

Op weg naar onze volgende overnachtingsplaats zien we een bord met: “Nan Hai Pu Tuo Temple of Australia” en natuurlijk zijn we benieuwd wat dit inhoudt. Bij aankomst zien we een gigantische Boeddha en de fundamenten van een groot tempelcomplex dat eigenlijk al in 2011 klaar had moeten zijn, of het ooit zo ver komt zal nog blijken !

Via een prachtige heuvelachtige weg rijden we verder zuidwaarts naar Deep Creek N.P. en ondertussen begint het koeler te worden en zien we wolken en flarden mist voorbij trekken.

Eenmaal aangekomen bij Trig Campground zetten we meteen de zijkanten van de luifel op en kunnen we al snel een vest aantrekken en later zelfs de lange broek, wat een verschil met vanmorgen ! 

We doen ons eerste potje Carcassonne wat ik grandioos win !!

Twee keer over zien we een vos voorbij lopen, waardoor de  kangoeroes  op veilige afstand blijven en zich nu niet vertonen !

Verslag 3

Het heeft vannacht geregend en vanmorgen staat er een harde, koude zuidelijke wind. Het is slechts dertien graden, dat wordt dus de lange broek en enkele laagjes bovenkleding over elkaar aan ! In het Deep Creek N.P. waar we overnacht hebben, zijn diverse wandelroutes uitgezet en wij lopen vandaag de “Waterfall Hike”, een prachtige wandeling van drie en een halve kilometer over oneffen paden  met veel hoogteverschil en met als hoofddoel een schitterende waterval.

Tijdens het wandelen kunnen de vesten weer uit, want de zon komt gelukkig weer tevoorschijn.

Na twee uur zijn we terug bij de auto’s en gaan dan nog even naar het Talisker Conservation Park waar restanten te zien zijn van een oude mijn.

Dan wordt het tijd om naar Cape Jervis te rijden, want om drie uur varen we met een boot van Sealink naar Kangaroo Island en hier willen we acht dagen rond gaan trekken. We zijn er voor het laatst geweest in 2020 met Marcel, Marieke en de jongens, maar toen konden we maar een gedeelte van het eiland bekijken, omdat er een grote brand had gewoed.

Tijdens de ruim een uur durende overtocht gaat de boot bij windkracht vijf aardig heen en weer, maar gelukkig worden de beide mannen niet zeeziek !

Onze eerste overnachtingsplaats op het eiland:is Chapman River Campground (nr.6), een favoriete plek waar we al meerdere keren gestaan hebben en bij aankomst voelt het meteen weer heel vertrouwd.

We kunnen nog tot half acht van de zon genieten en daarna koelt het weer snel af. Morgen wordt het een relaxte dag, want we hebben dit prachtige plekje voor twee dagen geboekt !

Verslag 4

Zoals gezegd zijn de auto’s vandaag niet van de plek gekomen en hebben we het rustig aan gedaan, al heeft Wim wel regelmatig z’n vishengel uitgeworpen en in totaal dertig exemplaren gevangen !

Ook hebben we een wandeling langs de Chapman rivier gemaakt richting zee, waar we over een totaal verlaten strand liepen.

Vanaf een uitkijkpunt zie je de rivier die bij extreem veel regen uitmondt in zee, maar nu te weinig water bevat en er voor zorgt dat je door kunt lopen over het strand naar de andere kant van de Chapman River.

Het weer is helaas nog niet wat we gewend zijn in Australië, de wind is vrij koud en ook laat de zon zich niet veel zien, maar er is beter weer op komst.

Kangaroo Island is honderd vijfenvijftig kilometer lang en vijfenvijftig kilometer breed en meer dan één derde van het eiland is Nationaal Park, de komende dagen gaan we het gebied uitgebreid bekijken, voor Dennis is alles nieuw !!

Verslag 5

We hebben een leuke, gevarieerde dag gehad vandaag. We zijn eerst naar de oostelijkste punt van het eiland gereden waar de oudste vuurtoren van Australië staat: Cape Willoughby Lighthouse, gebouwd in 1852 en die toen al vier duizend dollar kostte, wat een gigantisch bedrag was !

De golven beuken er tegen de ruige kust en een grote groep ibissen nestelt zich in het hoge gras.

Onze volgende stop is bij Baudin Beach waar we grillige rotsen zien bij een beschutte baai.

Ook het kleine plaatsje Sapphiretown ligt heel mooi genesteld tussen de Pelican Lagoon en de Eastern Cove en hier liggen dan ook veel boten aangemeerd.

Al vrij snel komen we daarna bij de prachtige Pennington Bay en hier rollen de hoge golven uit op het strand en spatten uiteen tegen de aparte rotsen.

Dan zijn Dennis en ik even heel actief en klimmen de vijf honderd treden op naar het mooie uitkijkpunt Prospect Hill, Wim is hier (samen met mij) al een paar keer geweest en blijft beneden wachten.

In het plaatsje American River kopen we een dozijn oesters die daar gekweekt worden en zien er enkele pelikanen.

Na nog een stop bij Red Banks rijden we naar de enige bierbrouwerij op het eiland vlakbij Kingscote waar we een bierproeverij houden en tevens een heerlijke pizza eten.

Op weg naar onze volgende overnachtingsplaats: Discovery Lagoon campground komen we nog langs een mooi zoutmeer, wat ons doet denken aan de sneeuw die nu in Holland volop aanwezig is !

Op de kampplaats doen we (ik voornamelijk !) ons tegoed aan de heerlijke oesters met een lekker wijntje erbij en tot laat in de avond zitten we buiten in de korte broek nagenietend van de mooie dag ! 

Verslag 6

We zijn vanmorgen (zaterdag 20 januari) eerst naar Kingscote gereden, het enige dorp op het eiland waar meerdere winkels zijn en hier hebben we onze voorraden zo aangevuld dat we voldoende levensmiddelen hebben voor de resterende dagen op Kangaroo Island.

(“Silo-art” in Kingscote)

Natuurlijk ligt de plaats aan het water en onder de lange pier, waar veel vanaf gevist wordt,  rust een zeehond in de schaduw, al is hij haast niet te zien.

Ook zijn er weer veel pelikanen aanwezig.

We rijden richting de “Bay of Shoals”, een prachtige beschutte baai, waar we bij de gelijknamige wijngaard een proeverij doen van vier verschillende soorten wijn, afkomstig van het eiland.

Nadien eten we, in een nabij gelegen park, de net gekochte garnalen al moeten deze nog wel even gepeld worden. 

We vervolgen onze trip via Emu bay, waar we een stuk over het harde strand rijden, om uiteindelijk door te gaan naar Stokes Bay, om daar te overnachten.

Wanneer we er tegen half vier aankomen kunnen we gelukkig nog een redelijk plekje vinden op de vrij volle kampplaats.

Deze ligt dan ook bij het mooiste strand van het eiland waar je via een heel aparte route, langs allemaal rotsen, pas kunt komen, het wordt dan ook de “hidden beach” genoemd.

We presteren het om met twee parasols, een strandtas en een stoel door de smalle doorgang te komen, waarna we enige uren op het strand en in het koele zeewater doorbrengen.

Dan begint het weer te waaien en keren we terug naar onze onderkomens waar het ook ineens heel winderig is. We plaatsen de zijkanten in een hoekvorm aan de luifel om zo redelijk beschut te kunnen zitten en te genieten van de uitgebreide maaltijd die Wim heeft bereid. …….ik denk dat we een stormachtige nacht tegemoet gaan ! 

Verslag 7

We hebben onze eerste koala gespot deze reis, Dennis zag hem vanmorgen in de boom boven onze kampplaats, natuurlijk was hij vast in slaap, al deed hij even z’n kop omhoog toen Wim de camper startte.

Even later zien we een zwarte slang rustig over de weg glijden, ook deze wordt vastgelegd op camera.

Vandaag bekijken we de noordkant van het eiland en stoppen als eerste bij King George beach, waar heel aparte oranje rotsen te zien zijn.

Bij Snelling beach rijden we het strand op, al is deze nu helemaal stil en verlaten.

Dan gaan we naar Western River Cove beach waar je langs de rivier naar zee kunt lopen.

Al vrij vroeg rijden we door naar, de noordwestelijk gelegen, Harveys Return campsite, behorend bij Ravine des Casoars Wilderness Protection Area. De weg ernaartoe is vrij slecht en lijkt het meest op een wasbord.

In tegenstelling tot gisteren is deze kampplaats zo goed als verlaten, waarschijnlijk omdat deze heel afgelegen ligt en de weg zo hobbelig is !

We maken er een relaxte middag van met een boek en een potje Carcassonne, maar er is ook tijd voor wat klusjes.

Tegen vieren lopen we een stukje van een “hike” naar zee, maar halverwege moet je ineens steil naar beneden over rotsen klimmend, daar hebben we nu geen zin in.

We genieten nog een tijdje van de zon tot deze ondergaat en het vest weer aankan, want de avonden blijven nog steeds aan de frisse kant !

Verslag 8

Acht kilometer vanaf onze overnachtingsplaats (Harveys Return) bevindt zich Cape Borda lighthouse, een vuurtoren die rond 1928 bevoorraad werd met paard en wagen vanaf Harveys Return.

Tegenwoordig is de vuurtoren niet meer bemand, de enige bewoners die wij zien zijn twee kangoeroes die op zoek zijn naar water !

De weg naar de vuurtoren is, net als het laatste stuk naar de kampplaats, gigantisch slecht en tijdens het rijden horen Wim en ik gelijktijdig ineens een vreemd gerammel. Meteen moeten we weer terugdenken  aan twee jaar terug toen de vering brak bij Karijini N.P. met als gevolg dat we bijna een week op een camping hebben gestaan voor alles gerepareerd was ! Gelukkig blijkt het nu minder ernstig en is het de bull-bar waarvan één van de steunen gebroken is, terwijl deze net vorige week opnieuw gelast waren bij de garage.

We rijden zuidwaarts naar de bekendste toeristische plekken van Kangaroo Island: Remarkable Rocks en Admirals Arch. In 2020 is er een gigantische brand geweest op het eiland en is de westkust grotendeels verbrand, gelukkig is het weer aardig hersteld, al zie je nog wel restanten van deze catastrofe.

Er staat vandaag weer een harde wind en we worden haast weggeblazen bij de prachtige, grillige rotsen maar het blijft mooi om te zien.

Bij Admirals Arch zijn ze helaas met reconstructiewerkzaamheden bezig en is het uitzicht minder mooi dan normaal, wel zien we diverse zeehonden op de rotsen rusten.

We rijden naar Western K.I. caravan park, tegenwoordig behorend bij de “discovery parks” keten, om onze huisjes neer te zetten. Bij de receptie zie ik een bekend gezicht, deze vrouw (Margaret) heb ik twee jaar geleden in Broome gezien, ook bij een discovery park, waar we zes dagen gestaan hebben omdat de airco van Dennis’ auto kapot was. (Ja, die trip hebben we heel wat reparaties gehad aan onze auto’s !!)  Margaret, met Nederlandse roots,  herkend ons ook en haar man (Chris) weet zelfs nog dat we onze camper altijd ergens stallen en dan weer naar Holland vliegen ! Wanneer Wim vraagt of ze iemand weten om de bull-bar te repareren biedt Chris spontaan aan om dat te doen, en een half uurtje later is deze weer gelast, zonder dat hij er een cent voor wil hebben.

Omdat we de afgelopen twee jaar blijkbaar zes keer overnacht hebben bij een discovery park, krijgen we een gratis tweede overnachting, dus morgen staan we hier ook.

Nu we toch op een “echte” camping staan draai ik maar een wasje en ook kunnen we weer douchen, iets wat niet mogelijk is in de meeste Nationale Parken. De plek waar we nu staan is echt niet verkeerd: er zit weer een koala vlakbij in een boom, de galah’s vliegen rond en de wallabies hippen om de camper.

Morgen is een speciale dag want dan viert Dennis voor de derde keer z’n verjaardag in Australië !

Terwijl we bezig zijn met het verslag horen we ineens geritsel, het blijkt een brutale possum te zijn die bij Dennis de tent in wilde sluipen en even later de auto inklom !

Verslag 9

Net op de dag dat Dennis verjaart naar achtendertig hebben we te maken met extreem heet weer, het is vandaag rond de veertig graden. We gaan dan ook al vroeg op pad en zijn rond tienen bij Seal Bay Conservation Center waar de op twee na grootste zeeleeuwen kolonie van Australië huist. Ze komen hier het hele jaar door , vaak na een driedaagse jacht op vis, om uit te rusten in de beschutte baai. Ook hun jongen worden hier geboren en doen er hun eerste zwempogingen.

We zien tientallen zeeleeuwen lui op het strand liggen en jonkies dollen in zee, een prachtig gezicht.

Nadat we alles uitgebreid bekeken hebben rijden we terug richting de kampplaats om onderweg te stoppen bij Kelly Hill Caves, waar we een uurtje moeten wachten voor de volgende rondleiding begint.

Maar het is het wachten waard: de druipsteengrotten hebben heel aparte stalactieten, er wordt met een lichtshow een mooi verhaal verteld én het is er zo’n achttien graden, heerlijk verkoelend dus !

Nadien rijden we nog even naar het vlakbij gelegen Hanson Bay waar Wim en Dennis het koude water trotseren, ik kom niet verder dan tot mijn knieën in het zeewater.

Dan wordt het tijd om naar de camping te gaan waar we eerst schaduw creëren voor we aan de taart en champagne beginnen en natuurlijk mag een spelletje Carcassonne niet ontbreken, iets wat we alle drie graag doen.

Ook heeft Wim een privédouche gemaakt zodat we regelmatig even af kunnen koelen.

Tegen vijven bellen Marcel, Marieke en de jongens om Dennis te feliciteren en ook komen er veel app-jes en mails binnen met felicitaties. Vanwege het hete weer eten we pas laat: heerlijke steaks met frietjes en groenten en langzaamaan keert de temperatuur terug naar normaal.

Ook komt het “wildlife” weer tevoorschijn, al zit Dennis niet te wachten op nog een possum in z’n auto !!  

Verslag 10

Dennis heeft afgelopen nacht bezoek gehad, helaas voor hem niet van een leuke jongedame, maar weer van een brutale possum, die urenlang in de afdekhoes van de tent gelegen heeft. Vanmorgen vonden we er een tiental keuteltjes van het dier !  (Er stonden nog diverse nieuwe app-jes en mailtjes met felicitaties op de telefoon toen we vanmorgen wakker werden, allemaal hartelijk dank daarvoor !) Nadat onze gasfles gevuld is en we getankt hebben verlaten we de kampplaats en rijden in oostelijke richting, we stoppen bij Vivonne Bay, een prachtige baai waar we in 2020 nog gekampeerd hebben met Marcel, Marieke en de kids.

We rijden door naar Little Sahara, hier leven Dennis en ik ons uit door op de hoge, witte duinen te klimmen en er vervolgens weer af te rennen.

Daarna gaan we naar het laatste stukje van het eiland dat we nog niet gezien hebben: d’Estrees Bay waar we, met uitzicht op zee, lunchen. 

Tegen half drie arriveren we op Seafront Holiday Park in Penneshaw, onze laatste overnachtingsplek op Kangaroo Island. Hiervandaan is het vijf minuten rijden naar de boot waarmee we morgen overvaren naar het vaste land van Australië.

We maken nog een wandeling over de “Scupture Trail”, waarna het weer tijd is voor een spelletje.

We hebben een heerlijke tijd gehad op het eiland en enorm geboft met het weer !

(Vakantie is wel vermoeiend !!)

Verslag 11

Het was vanmorgen een drukte van jewelste bij de bootterminal, er lag namelijk een groot cruiseschip van Princess Cruises in zee voor anker en urenlang werden gasten vanaf het schip met pendelbootjes naar de wal gebracht om vervolgens met een bus een rondrit over het eiland te maken.

Wij zijn met de ferry van half elf overgevaren en een uurtje later arriveren we bij Cape Jervis vanwaar we verder rijden naar Victor Harbour.

Helaas begint het bij aankomst te regenen en dit gaat door tot zeven uur ’s avonds. We brengen dan ook enkele uren door in een overdekt winkelcentrum om onze voorraden aan te vullen en gelijk wat te eten.

Via Goolwa rijden we vervolgens naar Frank Potts Reserve bij Langhorne Creek, een wijngebied, om te overnachten.

Bij aankomst weet ik meteen: hier zijn we eerder geweest en na het even opgezocht te hebben blijkt het, op de dag af, precies twaalf jaar geleden te zijn dat we hier ook overnacht hebben nadat we op Kangaroo Island rondgetoerd hadden. We moeten echt zoeken naar een plekje zonder plassen, alles is drassig en zelf blijven we natuurlijk ook niet droog wanneer we alles opbouwen.

Maar we kunnen (en moeten wel, want in de camper is geen ruimte !) onder de luifel weer een spelletje doen en het eten bereiden. Wel liggen we waarschijnlijk vroeg op bed, want alles is vochtig en kil !!

Verslag 12

Het is gelukkig weer opgeklaard al staat er een harde, koude, zuidelijke wind en is het rond de eenentwintig graden. We rijden langs Lake Alexandrina en gaan bij Wellington met de pont de rivier de Murray over, die weer aardig hoog staat.

Na Meningie gaan we verder in zuidelijke richting en komen bij Coorong National Park, waar een reeks prachtige lagunen gescheiden wordt van de oceaan door een honderd vijfenveertig kilometer lange duinstrook. We passeren diverse zoutmeren waarvan sommige roze aandoen  en stoppen bij Jacks Point waar je uitkijkt op een eiland waar pelikanen broeden, helaas te ver weg om goed te kunnen zien.

Wel zien we tientallen pelikanen boven ons rondcirkelen.

Nadat we de onverharde “loop road” vol kuilen hebben gereden nemen we even later weer een afslag  naar “42 mile crossing camp” waar we een beschutte plek vinden om te overnachten.

Het is vandaag “Australian Day”, een vrije dag voor de meeste mensen en het is dan ook vrij druk op de kampplaats met jongeren, die nu een extra lang weekend hebben !

(Zouden hier wombats leven ?)

In de loop van de middag lopen we naar de kust, een wandeling van anderhalve kilometer waarbij we over de duinen heen moeten klauteren en eindigen bij een ruwe zee met witte koppen op de golven.

Het zand is erg mul, toch wagen enkele auto’s zich op het strand, al is het alleen maar voor de “fun”!.

Nadat we teruggewandeld zijn blijkt dat we vandaag toch tien duizend stappen hebben gezet, dan hebben we wel een wijntje verdiend !!

Verslag 13

De route die we vandaag gereden hebben is haast hetzelfde als die we vorig jaar met Cas en Anja afgelegd hebben. We rijden nog een stuk door de Coorong, zien vervolgens “the Granites”, enkele granieten stenen die in zee liggen en in Kingston staat nog altijd de grote kreeft waarmee je op de foto kunt !

Daarna rijden we naar Robe en zien daar voor het eerst de Obelisk die al in 1855 gebouwd is en dienst doet als een soort vuurtoren.

De klif waarop hij staat brokkelt langzaam af en je kunt er niet meer direct bijkomen, maar de omgeving is erg mooi.

Ik zie er, sinds lange tijd, een echidna, een soort grote egel met een spitse snuit die gek is op mieren.

Daarna gaan we op zoek naar een overnachtingsplek, wat vanwege de harde, koude wind niet meevalt. We passeren zelfs de plek waar we met Cas en Anja overnacht hebben (Nora Creina roadstop), waar je haast weggeblazen wordt en ook Lake George is geen optie.

We eindigen bij Southend Tourist Park Bush Camp, een beschutte plek achter de duinen waar nog net een plekje voor ons vrij is. We lopen nog even naar zee, maar deze ziet er nu niet aantrekkelijk uit.

De lange broeken en dikke vesten gaan weer aan, maar ook met minder weer vermaken we ons prima !

Verslag 14

We hebben een leuke, afwisselende dag gehad: om tien uur waren we al in het Canunda National Park bij Southend waar we langs de “Rainbow Rocks” van Cape Buffon liepen, prachtige grillige rotsen die uit zee omhoog steken.

Daarna rijden we naar de plaats Millicent en brengen daar bijna twee uur door in het National Trust museum waar het vol staat met oude koetsen, machinerieën en andere historische attributen. 

Bij het Blue Lake in Mount Gambier houden we middagpauze,

waarna we de vlakbij gelegen gigantische Umpherston sinkhole bekijken, oorspronkelijk een grot waarvan het plafond is ingestort en waar nu een prachtige tuin in ligt, ook wel “the Sunken Garden” genoemd.

Tegen drieën gaan we de grens over van South Australia naar Victoria en moeten de klok een half uur vooruit zetten (het tijdsverschil met Holland is nu tien uur !). We nemen nog een keer een afslag naar de kust om bij Cape Bridgewater de “Petrified Forrest” te bekijken: de rotsen lijken op versteende bomen, ontstaan door erosie.

Ook slaan de golven hier wild tegen de kust.

Tegen half zes arriveren we bij Sawpit Campground, een gratis overnachtingsplek in het bos waar al diverse kampeerders staan, allen met een kampvuurtje aan.

Dat is het mooie van de staat Victoria, in tegenstelling tot de staat South-Australia waar het tot eind april verboden is open vuur te maken , mag je hier gewoon een vuurtje stoken, dus ook wij zitten vanavond rond het kampvuur !!

Verslag 15

We waren vanmorgen nog maar net vertrokken van de kampplaats toen we een koala op de weg zagen zitten. Hij wandelde rustig richting een boom en klom erin, ons steeds in de gaten houdend, prachtig om te zien !

We rijden vandaag slechts vijftig kilometer naar Mount Eccles N.P., tegenwoordig Budj Bim geheten. Hier bevindt zich een kratermeer en overal zie je lava liggen. We bekijken een “lava doorgang” Natural Bridge genoemd en een lavagrot waar het donker en vochtig is.

Je kunt rondom het meer lopen maar wij houden het nu alleen bij het uitkijkpunt over het water en zien daar, op korte afstand, een slapende koala in een boom zitten.

(Oeps, hier ging het bijna mis, Wim had deze grote kei niet gezien !)

Je kunt kamperen in het park en omdat we gisteren een vol programma hadden en pas laat bij de kampplaats aankwamen besluiten we het vandaag rustig aan te doen en zetten al vroeg onze onderkomens op een open plek in het bos neer. We hebben nu tijd voor wat klusjes: onze stoelen beginnen door te zakken en Wim is, samen met mij, enkele uren bezig om touw te spannen onder de zitting, waarna ze weer prima dienst doen.

Natuurlijk komt Carcassonne weer tevoorschijn en ook hebben we alle drie een mooi boek waarvan we, in de zon zittend met een wijntje, genieten. Na een uitgebreide maaltijd gaat vanavond het kampvuur weer aan ………… what a life, but somebody has to live it !!

Verslag 16

Terwijl we gisteravond bij het kampvuur zaten hoorden we wat ritselen en even later kwam er een possum tevoorschijn die geruime tijd in de buurt van ons kamp bleef.

Ook zagen we een kangoeroe, hoorden we het gegrom van een koala en enkele kookaburra’s waren druk bezig te communiceren met lachende klanken. Zo horen we het graag, al die dierengeluiden in de natuur ! Vanmorgen zijn we eerst naar Byaduk gereden waar vier grotten te bekijken zijn die inmiddels meer op sinkholes lijken !

Je moet uitkijken waar je loopt en er niet invallen want je komt er moeilijk weer uit, mocht je nog niets gebroken hebben !

Bij de plaats Hamilton vullen we onze brandstof en voorraad weer aan en daarna gaan we verder in noordelijke richting,

onze bestemming vandaag is Rocklands Reservoir, een plek waar we nog nooit geweest zijn. We rijden geruime tijd over slingerende zandpaden in bosachtig gebied tot we ineens een grillig meer zien met bomen erin.

Er is helemaal niemand in de buurt en we zetten onze auto’s vlakbij het water en bouwen meteen de luifel met extra zonnescherm op, want het is inmiddels dertig graden geworden. Dennis zoekt verkoeling in het water en ook ik ga nog even “pootje baden”.

Net als bij onze vorige overnachtingsplek ligt er overal hout bij vuurplaatsen, Dennis heeft deze verzameld en later in stukken gekloofd, voorlopig hebben we hout genoeg !

Begin van de avond is Wim nog een tijdje bezig met de bull-bar die nu aan de andere kant los getrild is.

Tot ruim negen uur blijft het licht, wel koelt het snel af en hebben we het kampvuur echt weer nodig !

Verslag 17

Het was vanmorgen ruim vijftien kilometer rijden vanaf onze kampplaats (Henry’s Camp) voor we weer op een doorgaande weg uitkwamen, al die tijd zien we geen mens.

Wél zagen we een tiental kangoeroes, twee herten en enkele emoes die bij een grote kudde schapen staan, helaas liepen ze snel weg toen we langzaam langsreden.

Ook heeft Wim een jonge kangoeroe geholpen die met z’n poot vast zat in het prikkeldraad, zijn moeder hipte zenuwachtig om haar jong heen, maar verdween toen we stopten om het dier te redden.

Bij Cherrypool zijn we even gestopt om ons afval te lozen, waarna we doorrijden naar de noordkant van  Grampians N.P., een geliefd park met bergen, kliffen, grotten en rotswanden dat al vier honderd miljoen jaar geleden ontstaan is door bewegingen van de aardkorst. Ook zijn er diverse watervallen te bekijken, wij starten rond de middag met een wandeling naar de Beehive Falls, waar helaas maar heel weinig water valt.

Daarna rijden we naar onze eerste overnachtingsplek in het park: Troopers Creek Campground, een kleine kampplaats met uitzicht op een hoge rotswand.

De temperatuur is weer aardig opgelopen dus blijven we in de schaduw. Tegen de avond gaat, voor het eerst deze reis, de barbecue aan.

Na afloop gaat er hout in de bak en warmen we ons weer bij het vuur, want de avonden en nachten blijven koel !!

Verslag 18

Vandaag (donderdag 1 februari) hebben we weer een stuk van Grampians National Park bekeken.

We beginnen bij Heatherlie Quarry, een plek waar vanaf 1860 soms wel honderd mannen werkzaam waren om op primitieve wijze freestone (een soort zandsteen) uit de rotsen van Mount Difficult te bikken.

Deze blokken werden gebruikt voor belangrijke gebouwen in onder andere Melbourne.

Tot 1930 werd hier regelmatig gewerkt en in 1941 is alles opgeheven, het werd te duur en geld was nodig voor de Tweede Wereldoorlog.

Onze volgende stop is bij Splitters Falls, een voor ons onbekende waterval,waar we naartoe lopen. Net als gisteren valt er hier weinig water, maar de wandeling ernaartoe is erg mooi.

Ook de “Grand Canyon” pakken we nog even mee met z’n prachtige rotspartijen.

In Halls Gap, de enige plaats in het park, houden we middagpauze te midden van een stel grote kaketoes waarvan er één nog een grote flats achterlaat op Wims rug !

Er staat nog een wandeling op het programma: vanaf Reids Lookout kun je naar the Balconies lopen, een prachtig punt op zevenhonderd zestig meter hoogte.

Dan wordt het tijd (we hebben inmiddels ruim elf duizend vijfhonderd stappen afgelegd !) om naar onze kampplaats: Smiths Mill te gaan, waar we rond vieren aankomen.

We hebben weer een leuk plekje midden in de natuur en de eerste kangoeroes hippen er alweer rond.

Het bevalt ons hier altijd prima, the Grampians is één van onze favoriete National Parks !!

Verslag 19

Gisteravond hebben we weer uren rond het vuur gezeten met boven ons een heldere sterrenhemel !

Vanmorgen zijn we gestart bij de Mackenzie Falls, het bekendste punt van het park en slechts een kilometer verwijderd van onze overnachtingsplek.

We zijn hier al diverse keren geweest maar dit keer lopen we voor het eerst door naar de Fish Falls die anderhalve kilometer verderop te zien is. De wandeling is prima te doen bij een temperatuur van rond de twintig graden en de waterval is werkelijk schitterend.

Het is vrij rustig in het Nationale Park en onderweg komen we dan ook niemand tegen, bij de “falls” kunnen we uitgebreid foto’s maken zonder anderen erop en genieten van het prachtige panorama.

Wél moeten we daarna het hele stuk terug lopen en de twee honderd zestig treden omhoog voor we bij de auto’s zijn, inmiddels met een natte rug !

We rijden een stuk over onverharde weg naar een volgende waterval: Burrong Falls.

Helaas komen we er na een korte, maar veel klauterende, wandeling achter dat hier haast geen water valt.

Via veel slingerwegen komen we rond twee uur uit bij Lake Bellfield waar Dennis, na de lunch, geruime tijd doorbrengt in het water.

Pas rond vieren komen we aan bij onze laatste kampplaats in the Grampians: Jimmy Creek waar weer “werk aan de winkel” is ! De zolen van de wandelschoenen laten los dus die moeten geplakt worden en ook willen de mannen gekortwiekt worden !

Daarna is er nog ruim voldoende tijd voor een spelletje en natuurlijk gaat na het eten het kampvuur weer aan !! 

Verslag 20

We zagen gisteravond een possum in de boom zitten wat inhoudt dat we alle vuilnis en vuile vaat op moeten ruimen anders is het de volgende morgen een puinhoop !

Vanmorgen hebben we the Grampians weer verlaten en zijn naar de zuidkust gereden.

Onderweg stoppen we bij Ti Tree Lake Reserve Mortlake waar we het laatste verslag verzenden en de mails ophalen, in het Nationale Park is de verbinding nu eenmaal heel slecht.

We komen uit bij Peterborough waar “the Great Ocean Road”, één van de mooiste autoroutes ter wereld, voor ons begint. Wij hebben deze weg al verschillende keren gereden maar willen dat Dennis hem ook te zien krijgt. Vandaag bekijken we twee punten: Bay of Islands en Bay of Martyrs, waarvan de eerste duidelijk het mooiste is.

In Peterborough gaan we naar het Great Ocean Tourist Park, ik heb namelijk aardig wat vuile was en op een camping zijn wasmachines én douches, ook wel weer lekker om gebruik van te maken !

Omdat we “special member” zijn krijgen we weer 10 procent korting én een gratis zak ijs (Margaret op Kangaroo Island zei ons dat we daar echt om moesten vragen, iedere keer wanneer we bij een G-Day park aankomen !) We blijven kruidenier en “op de kleintjes letten” ! Ik ben dus wel enkele uren bezig met de was en Dennis geeft z’n auto een poetsbeurt, verder hebben we weer eens tijd voor een mooi boek.

Morgen gaan we een groot gedeelte van de prachtige kustweg bekijken !

Verslag 21

Het was vandaag het ideale weer om de hoogtepunten van the Great Ocean Road te bekijken: blauwe lucht, een verkoelende wind met wilde golven die tegen de rotsen slaan. We beginnen bij “the Grotto”, tot nu toe onze favoriet en het is er dan ook vrij druk.

Ook bij de London Bridge staan veel auto’s op de parkeerplaats, het is immers zondag wat extra kijkers trekt.

Wanneer we daarna een onverharde, voor ons  niet bekende, weg inslaan komen we uit bij een prachtig punt: Sparkes Gully, waar verder niemand te bekennen is. We kunnen een eind lopen over een uitstulping en zien dan van alle kanten prachtige rotsen, kloven en grotten.

Daarna volgen nog Bakers Oven, Mutton Bird Island, Razorback, Loch Ard Gorge en de bekende Twelve Apostles, waar zelfs bussen vol mensen op afkomen.

Rond enen hebben we alle aparte kliffen gezien en rijden we vervolgens door boslandschap tot we een afslag nemen naar Aire River West in het Great Otway N.P. waar we de komende twee dagen verblijven.

We zijn hier al drie keer eerder geweest omdat er koala’s huizen en ook dit maal worden we niet teleurgesteld, er zitten twee koala’s op slechts enkele meters van onze kampplaats.

Ze zijn zelfs wakker en rennen op een gegeven moment achter elkaar aan, schitterend om te zien ! 

Morgen wordt het een stuk minder warm, maar we zullen ons hier zeker niet vervelen !

Verslag 22

Vannacht draaide de wind waardoor de luifel en tent flink klapperden en ook valt er af en toe een bui. Gelukkig is het vanmorgen weer droog, maar wel een stuk koeler, ideaal weer om naar de zee te wandelen.

Het is ruim een half uur lopen langs de Aire rivier voor we op het strand uitkomen waar de golven weer hoog oprijzen.

Aan het begin van de middag zijn we terug, natuurlijk gaan we even kijken bij de koala’s die beiden diep in slaap zijn.

De middag verloopt rustig met een spelletje en de E-reader, al moeten we soms de schaduw opzoeken en regent het even later weer korte tijd! We zijn weer helemaal uitgerust om morgen verder  te gaan over de Great Ocean Road !

Verslag 23

Vandaag bekijken we het tweede gedeelte van the Great Ocean Road en al snel stoppen we bij “Maits Rest Forest” waar we een wandeling maken in de “Cool Temperate Rainforest” en fris is het er inderdaad.

We lopen onder hoge varens en eeuwen oude bomen en smalle beekjes slingeren door het bos.

Wanneer we verder rijden zien we ineens achter de heuvels de blauwe zee weer en net voor Apollo Bay bij Marengo Beach  stoppen we om, met behulp van de verrekijker, zeehonden te spotten die daar op een eiland leven.

Er zijn weer veel toeristen op de weg en bij de plaatsen Apollo Bay en Lorne is het gigantisch druk en rijden we snel verder. Ze veroorzaken nog wel een gevaarlijke situatie door midden op de weg stil te gaan staan wanneer ze een koala zien, hoog in een boom ! Nu komt het stuk weg dat slingerend vlak langs de oceaan loopt, eigenlijk moet je de route van oost naar west rijden, maar dit keer gaan we in oostelijke richting !

Bij Aireys Inlet stoppen we nog een keer voor een korte wandeling naar zee met uitzicht op Split Point Lighthouse, waarna we landinwaarts gaan.

Via onverharde, soms slechte, wegen komen we rond vieren aan bij Tanners Road Bend Campground en waarschijnlijk omdat deze plek gratis is, is het er al aardig druk wanneer we arriveren. Natuurlijk vinden we toch weer een leuk plekje en kunnen zelfs nog een tijd in de zon zitten.

’s Avonds gaat de barbecue aan en vervolgens hebben we de warmte van het vuur weer nodig, want elke avond zakt de temperatuur naar ongeveer dertien graden !

Verslag 24

Vandaag (woensdag 7 februari) zijn we richting Melbourne gereden, want morgen gaan we voor vijf dagen naar mijn zus en zwager in Palm Cove en vliegen we naar Cairns. We hebben de TomTom steeds op “kortste route” staan en komen hierdoor vanmorgen door allerlei bewoonde gebieden met het ene huis nog luxer dan het andere. Er wordt volop gebouwd, alleen staan de huizen, meestal slechts één verdieping hoog, erg dicht op elkaar, terwijl er zoveel ruimte is in Australië ! Om toch nog iets van de natuur te zien gaan we naar Organ Pipes N.P. waar aparte rotsen te zien zijn met behalve de rechte “orgelpijpen” ook de “Rosette Rock” en de “Tessellated Pavement”, waar basaltrotsen een vreemde bodem vormen.

We overnachten bij Treetops Camp, waar we vaker gestaan hebben als laatste plek voor we naar huis vlogen, en beginnen vast aan de voorbereidingen voor de vliegreis.

We nemen namelijk alleen handbagage mee dus is het nog even kijken wat wel en niet meekan. In Palm Cove is het rond de twee en dertig graden en erg vochtig dus we hebben alleen luchtige kleding nodig, dat scheelt in het gewicht ! Hiér kan vanavond de lange broek en het dikke vest aan, want het koelt af naar tien graden en we mogen helaas geen kampvuur maken !

Verslag 25

Omdat we pas om half vijf naar Cairns vlogen hebben we eerst uren doorgebracht in een prachtig park Woodsland, dat vlakbij de luchthaven van Melbourne ligt.

We konden er in de schaduw zitten maar hebben ook een wandeling gemaakt naar een oude “homestead”. Overal zagen we kangoeroes, voornamelijk luierend in de schaduw van een boom.

Om kwart voor drie zijn we met de auto’s naar een parkeerplek, behorend bij de luchthaven, gereden waar ze de komende vijf dagen blijven staan. Dit gaf nog wat problemen: we hadden alles thuis al gereserveerd maar kregen een “update” en konden daardoor heel dichtbij het vliegveld parkeren, dit bleek echter een overdekte stalling waar onze camper te hoog voor is. Daar stonden we dan voor de poort en konden geen kant op. Gelukkig waren ze daar heel behulpzaam en heeft iemand ons er omheen geloodst en naar de oorspronkelijke parkeerplaats gebracht  en waren we nog ruim voor de vertrektijd in de luchthaven.

Tegen zevenen kwamen we aan in Cairns, waar het weer een uur vroeger is als in Melbourne, maar al wel bijna donker was. Daar werden we met een busje naar een autoverhuurbedrijf gebracht waar een mooie rode Kia Haval voor ons klaarstond, waarmee we naar Clary en Rob gereden zijn. Zij hebben sinds anderhalf jaar een nieuw huis wat we nog niet gezien hadden, dus het was even zoeken in Palm Cove. Het weerzien was allerhartelijkst en hun huis is prachtig en heel groot.

We hebben tot laat in de avond buiten in de patio gezeten onder een ventilator, want het blijft lang warm. De temperatuur is hier te vergelijken met Curaçao: overdag rond de twee en dertig en ’s nachts zo’n vijf en twintig graden.

Morgen maak ik wel foto’s van het huis en de omgeving !

Verslag 26

Het huis van Clary en Rob staat vlakbij de zee en vanmorgen zijn we daar via de mangroves naartoe gelopen. Enkele weken terug is er een cycloon met heel veel regen geweest, die grote delen van het strand heeft weggespoeld wat nog altijd goed te zien is.

We rijden naar Cairns om alvast de stalling voor onze camper te regelen en ook hebben we een bedrijf gevonden dat straks de Nissan, waar Dennis in rijdt, wil kopen aan het eind van onze reis. De reden dat we nu ook in Cairns zijn is dat Clary en Rob, wanneer wij hier eindigen, al een maand in Amerika zijn en we ze dus anders niet zouden zien. We lopen nog even langs de lagoon en bekijken daarna de omgeving van Palm Cove, waar volop gebouwd wordt.

Na de lunch gaan we het zwembad van Clary en Rob  in, al begint het helaas te regenen, maar nat word je toch wel.

De rest van de dag brengen we gezellig kletsend door met een hapje en een drankje gevolgd door een maaltijd met mosselen……..en weer wordt het ongemerkt laat voor we naar bed gaan !

Verslag 27

Vanmorgen zijn we met z’n drieën via een slingerende weg door het tropische regenwoud naar the Barron Gorge N.P. gereden, waar we een wandeling naar de Barron Falls hebben gemaakt.

Het water valt met klaar geweld naar beneden, prachtig om te zien. De weg omhoog was af en toe slechts één-baans vanwege schade en afgebrokkelde weggedeelten en ook het treintje, Kuranda Scenic Railway, dat van Cairns zevenendertig kilometer aflegt naar Kuranda, rijdt op het moment niet.

Wél zien we in de verte de cabines van de Skyrail door het regenwoud langs komen.

We rijden verder naar Kuranda, ook behorend bij de National Heritage List en bezoeken de “Kuranda Original Rainforest Markets”, waar naast allerlei Aboriginal artikelen ook sieraden van opaal en veel producten van leer verkocht worden. Het is er gezellig druk en heel kleurrijk.

We zitten net weer in de auto wanneer het begint te regenen en wanneer we later in Palm Cove aankomen blijkt het door flink geplensd te hebben, wij hadden dus echt geluk ! Vanavond hebben we een barbecue met enkele vrienden van Rob en Clary, dat wordt vast weer heel gezellig !

Verslag 28

We hebben vandaag met z’n vijven een “rondje” Atherton Tablelands gedaan, een gebied dat zo’n duizend meter boven zeespiegel ligt. Eerst rijden we weer, net als gisteren, richting Kuranda en dan via Mareeba naar Tolga waar we een korte stop maken bij een oorlogsmonument waar in de Tweede Wereldoorlog een groot hospitaal stond om gewonde militairen te verzorgen.

Helaas stelt het niet zo veel voor en rijden we door naar Herberton Historic Village, waar ik enkele oude gebouwen op de foto zet.

Bij Millaa Millaa Falls stopt net een  prachtige motor waar ik ook even op mag zitten en nadat we de prachtige waterval bekeken hebben gaan we verder naar de vijfhonderd jaar oude  Curtain Tree bij Yungaburra, overigens een leuk oud plaatsje. 

Om drie uur hebben we afgesproken met Joe Valla, een vriend van Clary en Rob die een prachtig huis heeft aan Lake Tinaroo en gek is op oude auto’s. Na een heel gezellig uurtje rijden we weer langzaam richting Palm Cove via de Gillies Highway, een vijftig kilometer lange slingerweg dwars door het regenwoud die ons weer terugbrengt op zeeniveau.

Thuis koelt Dennis nog even af in het zwembad en maken we er een rustige avond van. Weer is het de hele dag droog geweest  met een temperatuur van ruim dertig graden !

Verslag 29

Vandaag (maandag 12 februari) is het alweer de laatste volle dag dat we bij Clary en Rob zijn en gezamenlijk rijden we dit keer in noordelijke richting langs de kust. Viel er in Palm Cove in vier dagen tijd zo’n twee meter regen, hier ging het er nog veel heftiger aan toe: zowel de wegen als vele huizen stonden helemaal onder water, vooral door het vele water wat van de bergen kwam. Bij Ellis Beach stoppen we even bij het Oceanfront Holiday Park waar we over twee maanden de laatste twee dagen doorbrengen. Veel palmbomen hebben de harde wind, het hoge water en de vele regen niet overleefd en liggen nog op het strand dat overigens ook voor een groot deel weg is.

We gaan verder via de Captain Cook Highway en stoppen regelmatig om de gevolgen van de cycloon te bekijken.

Bij Mossman Gorge, onderdeel van het Daintree N.P., maken we, na een korte busrit, een wandeling door de rainforest en langs de met kristalhelder water stromende rivier.

Overal liggen grote granieten keien in het water en menigeen neemt hier even een verkoelende duik. Het is er ontzettend heet en vochtig (normaal voor een regenwoud !) en we zijn allemaal nat bezweet, bij Wim beslaat zelfs zijn bril, maar de wandeling is zeker de moeite waard.

Na nog een stop bij Wonga Beach rijden we door naar Daintree Village, het noordelijkste punt waar je, op dit moment, kunt komen.

Het was de bedoeling hier een hapje te eten maar alles is er gesloten dus rijden we alvast terug richting Palm Cove en hebben een late lunch in Port Douglas, met uitzicht op het water van het Great Barrier Reef.

Natuurlijk gaan we ook nog naar het prachtige uitkijkpunt: Flagstaff Hill Lookout waar je zicht hebt op de Four Mile Beach. Helaas is hier ook veel schade en van het strand is niet veel over.

Tegen vijven zijn we weer thuis en na een verfrissende douche gaan we uit eten bij een restaurant waar we lopend heen kunnen, weer blijft het de hele avond vochtig warm……dat wordt nog wennen morgenavond wanneer we weer in Melbourne zijn !! 

Verslag 30

Na de gezellige dagen bij Clary en Rob verliep de terugtocht toch iets anders dan gepland: rond negenen hebben we afscheid van ze genomen en zijn richting Cairns gereden om de auto in te leveren, waarna we met een busje naar de luchthaven werden gebracht waar we ruim op tijd aankwamen.

Iets voor twaalven zijn we opgestegen voor een vlucht van drie uurtjes en, met het uur tijdsverschil, zouden we zo kwart over vier aankomen in Melbourne, waarna we eerst uitgebreid boodschappen zouden doen en dan richting Mornington Peninsula wilden rijden. Een half uur voor de landing kwam de captain met de mededeling dat er een vreemde lucht hing boven Melbourne en dat hij tijdelijk af zou wijken om de situatie af te wachten.

Na een uurtje rondcirkelen kwam de volgende mededeling: de luchthaven van Melbourne is voorlopig afgesloten vanwege hevige onweersbuien, hagel en harde windstoten, er werden zo’n zes honderd vliegtuigen omgeleid naar andere luchthavens en onze bestemming wordt Adelaide.

Daar kwamen we zo rond half zes aan en we moesten in het vliegtuig blijven terwijl deze volgetankt werd. Het duurde allemaal toch wat langer dus kwam de mededeling dat er een nieuwe crew zou komen en wij allemaal van boord moesten met alle handbagage. We hadden alleen pas ontbijt op dus nu konden we in ieder geval wat eten op de luchthaven.

Na een uurtje mochten we weer aan boord en rond negenen landden we eindelijk in Melbourne. Nadat de bus ons naar onze voertuigen op “lang parkeren” heeft gebracht dient het volgende probleem zich aan: de slagboom wil niet open want de tijd is ruim overschreden, we moeten ieder 72,00 dollar betalen om eruit te kunnen wat we natuurlijk niet doen, maar na tien minuten onderhandelen bij zo’n “kastje” en het blokkeren van twee slagbomen, mogen we toch de luchthaven verlaten. Nu moeten we nog een overnachtingplek vinden: de campings zijn allang gesloten en de dichtstbijzijnde “vrije kampplek” is nog vijfendertig kilometer rijden, natuurlijk in het donker. Omdat ze overal met de wegen bezig zijn, vooral in de avonduren, en er veel omleidingen zijn komen we eindelijk pas na elven aan bij Williamstown, een voorstadje van Melbourne, waar op de parkeerplaats vlak aan zee al een tiental busjes en  auto’s met daktent staan. We duiken gelijk ons bed in maar omdat er nog steeds een flinke wind waait gaat de camper aardig heen en weer en liggen we te schudden onder ons dekbed, wat een dag ………welterusten !!

Verslag 31

We hebben toch nog redelijk geslapen en worden uitgerust wakker, wel is het zo’n twintig graden koeler (vandaag is het slechts achttien graden !) dan dat het gisteren in Melbourne was, vandaar die hevige onweersbuien met hagel !

Nadat we nog even naar zee gewandeld zijn vertrekken we uit het leuke plaatsje Williamstown. Weer moeten we dwars door het centrum van Melbourne voor we af kunnen zakken naar het schiereiland Mornington, waar we eerst bij een Coles langsgaan om alsnog onze voorraden aan te vullen, want dat was gister natuurlijk niet meer gelukt.

Rond enen stoppen we voor lunch bij het kustplaatsje Dromana waar kilometers lang allemaal gekleurde strandhuisjes staan aan de beschutte Philip baai.

Daarna rijden we helemaal naar de punt van het schiereiland en komen uit bij Point Nepean N.P., hier nemen we de shuttlebus die je naar de bunkers, tunnels en forten brengt waarvan sommige al stammen uit 1882.

Helaas begint alles steeds verder de eroderen waardoor gebouwen niet langer toegankelijk zijn, zoals het mooie Engine House.

Er is nog een ander gedeelte in het Nationale Park wat erg interessant is: the Quarantine Station gelegen in een afgelegen vallei in het noorden. Hier werden immigranten opgevangen die per boot aankwamen in Port Philip. Vaak hadden ze ziektes bij zich dus werden ze eerst gedesinfecteerd,  hun kleding gereinigd of verbrand,  waarna ze in quarantaine gingen of voor herstel naar een hospitaal.

Vanaf 1852 is het hele complex een eeuw in gebruik geweest voor de vele immigranten, vervolgens deed het dienst van 1952 tot 1998 als school voor militairen. Veel gebouwen zijn nog in takt en de ovens waarin de kleding verbrand werd zijn nog steeds te bekijken.

Nadat we alles gezien hebben rijden we naar de zuidkant van het schiereiland en komen rond half zes aan bij Point Leo Beach Reserve, waar we een heel mooi plaatsje krijgen met uitzicht op zee. 

De wind is grotendeels gaan liggen dus slapen we vanavond in met het geluid van  de zachtjes rollende golven op het strand !

(“Wildlife” op de kampplaats !)

Verslag 32

Nadat we vanmorgen nog geruime tijd van ons mooie plekje hebben genoten rijden we naar Arthurs Seat, een hoog punt op het schiereiland waar je met een kabelbaan naartoe kunt, iets wat we vorige keer (2020) met Marcel, Marieke en de jongens hebben gedaan.

We hebben echter een flinke rit voor de boeg dus verlaten we de peninsula en gaan richting Lake Eildon. Tot nu toe hadden we nog niets gemerkt van de schade die de storm van twee dagen terug heeft aangericht, maar nu zien we overal afgeknapte bomen, kapotte elektriciteitskabels en veel takken op de weg over een heel groot gebied.

De route is prachtig en heel gevarieerd: door de Danderong en Yarra Ranges en over de slingerende Maroondah highway.

Tegen vieren komen we aan bij Big River Camp, een ruime kampplaats aan een zijrivier van Lake Eildon. We hebben inmiddels zo’n twee honderd vijftig kilometer afgelegd over veelal smalle, bochtige wegen, genoeg voor vandaag en tijd voor een spelletje ! Vanavond maken we ons tiende kampvuur, want ook hier zijn de avonden koel !

Verslag 33

Lake Eildon N.P. is een grillig gevormd meer in de “Central Highlands” van Victoria ruim honderd kilometer ten noordoosten van Melbourne. Het water wordt vooral gebruikt voor recreatieve doeleinden en er zijn ontzettend veel kampplaatsen rond het meer.

We moesten vanmorgen nog vijfenzestig kilometer rijden voor we op ons huidige plekje aankwamen gelegen aan de “delatite arm reserve”, een soort schiereiland binnenin het meer. We hebben een prachtig plaatsje aan het water (Taylors) en kunnen zowel in de zon als in de schaduw zitten, wat wel fijn is bij zo’n dertig graden !

Dennis is al regelmatig het meer in geweest dat prima van temperatuur is en heeft het water ook gebruikt om z’n auto van al het stof te ontdoen.

Prachtige parkieten vliegen rond en er lag op diverse plekken achtergelaten hout voor een kampvuur, wat Dennis weer gekloofd heeft.

Het bevalt ons hier zo goed dat we besloten hebben morgen ook te blijven staan, we hebben de laatste dagen flinke afstanden afgelegd dus een dagje rust is zeer welkom !

Verslag 34

Vrijdagavond kwamen er verschillende auto’s met aanhanger het kampterrein oprijden, Australiërs gaan graag in het weekend kamperen, maar de meesten reden weer verder want je gaat nooit dicht bij elkaar staan. Bovendien zijn er bij Lake Eildon zoveel plekken aan het water waar je vrij kunt gaan staan. We hebben er een luie dag van gemaakt, lekker aan het kabbelende water van het meer.

Af en toe kwam er een bootje of een jetski voorbij en ’s avonds haalde een man, in overleg, z’n jetski vlak bij ons uit het water. Dennis ging regelmatig afkoelen in het meer en natuurlijk hadden we tijd voor een spelletje en ’s avonds een kampvuur.

We gaan vandaag, weer helemaal uitgerust, verder en stoppen eerst bij Mansfield om ons afval van drie dagen te lozen en tevens onze jerrycans met water aan te vullen.

Tegen de middag komen we aan bij Cheshunt in het Alpine N.P. waar we een wandeling maken naar de Paradise Falls. een prachtige waterval, met helaas weinig water,  die langs een halfronde overhangende muur naar beneden valt.

Het lijkt net een douche waar je onder kunt staan en verschillende families zoeken dan ook verkoeling in de poeltjes waar het water neerkomt.

We rijden verder naar Edi Cutting Camping Ground waar we rond tweeën aankomen. Hier vinden we een mooie plek aan de King River waar Dennis en ik verkoeling zoeken in het heldere, stromende water. 

Zelfs om half zeven, na een potje Carcassonne plonzen we er nog een keer in want de temperatuur is nog steeds boven de dertig graden. Er moet ook nog even “gewerkt worden”, want we hadden weer een flink stuk hout gevonden dat nog gekloofd moest en zoveel hout opleverde dat het niet eens in de zak past… …..en zo zitten we al vroeg bij het kampvuur en voor de vierde dag op rij op een gratis plekje, zoals er zoveel zijn in Australië !

Verslag 35

Dennis wilde nog een keer de plek zien waar Ned Kelly, een heel beroemde struikrover uit de 19de-eeuw die een soort Robin Hood was, gearresteerd werd door de politie. Dus rijden we naar Glenrowan waar een groot ijzeren standbeeld van de “held” staat en allerlei winkeltjes met souvenirs te koop zijn.

Natuurlijk bezoeken we het Ned Kelly museum waar een replica van zijn ouderlijk huis te zien is en ook vele foto’s en enkele originele wapens uit die tijd.

Nadien gaan we naar de stad Wangaratta om weer levensmiddelen te halen voor de komende week, waarna we doorrijden naar de Murray River, met ruim vijf en twintig honderd kilometer de langste rivier van Australië. Ook stroomt deze door drie verschillende staten: New South Wales, Victoria en South Australia waar hij eindigt in de oceaan.

We hebben al heel wat keren gekampeerd aan deze rivier op verschillende plaatsen en ook nu willen we er enkele dagen doorbrengen. We vinden een mooi plekje aan het water (Stantons Bend in de buurt van Corowa) en natuurlijk gaan we er ook in voor verkoeling, want weer stijgt de temperatuur vandaag ruim boven de dertig graden !

Verslag 36

Het bleef gisteravond zolang warm dat we er geen behoefte aan hadden om een kampvuur te maken. Toch hebben we goed geslapen onder een laken, met alle ramen open en alleen de hordeur dicht ! Aan de Murray mag je gratis kamperen maar er zijn totaal geen voorzieningen: je moet je afval meenemen, er is geen drinkwater en ook geen toilet, dus moeten we, voor het eerst deze reis, een gat graven om onze behoefte in te doen ! We zijn natuurlijk niet de enigen die hier staan, op gepaste afstand zijn er meerdere kampeerders en onze buren verblijven hier zelfs een maand, zij hebben dan ook een eigen douche en toilet meegebracht. Vanmorgen zagen we onze buurman met z’n bootje aan komen varen met twee grote vissen aan boord, het zijn Murray Cod’s, een goed eetbare vis die veel voorkomt in de rivier.

Bij navraag blijkt dat hij elke dag gaat vissen en dat ze iedere dag gefileerde Murray Cod eten !

(Ze stonden erop dat ik met zo’n grote vis op de foto ging !)

Wat ook typisch iets voor de Murray is zijn de vele krijsende kaketoes die hier rondvliegen, soms zelfs oorverdovend.

Vorig jaar stond de rivier vele meters hoger waardoor huizen onder water kwamen te staan, ook slibt er dan veel grond weg en kunnen bomen zomaar in het water vallen. Dennis en ik zijn vandaag weer enkele keren het water in geweest, wel met sandalen aan want de grond is heel modderig en je weet nooit wat voor takken er onder de oppervlakte liggen.

(Ook wij hebben een douche bij ons !)

Vanavond gaat toch het vuur weer aan, al is het maar voor de gezelligheid !

Verslag 37

We zaten gisteravond nog geen uur bij het kampvuur toen het begon te onweren gevolgd door regen. Even was het wel lekker om nat te worden, maar we zijn toch maar de camper ingegaan en lagen zodoende al vroeg op bed. Vanmorgen hebben we alles ingepakt om weer naar een ander plekje aan de Murray te rijden. Onderweg stoppen we in het dorpje Rutherglen waar we weer afval lozen en water bijtanken. Dit alles is mogelijk bij een herdenkingsplaats van de Eerste en Tweede Wereldoorlog waar ook toiletten en een speelplaats aanwezig zijn, iets wat je in bijna iedere plaats in Australië kunt vinden.

Het valt niet mee een leuke plek aan de rivier te vinden, zo wie zo is de weg ernaartoe al een hele uitdaging met grote kuilen en groeven in de onverharde weg, maar we willen natuurlijk wel pal aan het water staan en er makkelijk in kunnen komen om af te koelen.

We hadden eindelijk een leuk plekje gevonden: Police Paddocks en alles opgebouwd, toen we erachter kwamen dat er wel veel stroming in het water zit. Dennis is er natuurlijk wel in geweest (slechts één keer), maar ik durf het niet aan, we gebruiken de plantenspuit en douche maar voor verkoeling.

’s Avonds gaat de barbecue aan en vervolgens gaat de “fik erin” !

Morgen trekken we verder en gaan we weer wat actiever worden, voor zover mogelijk bij de huidige temperaturen van ruim boven de dertig graden !

Verslag 38

Het is tot nu toe de heetste dag deze reis (het kwik komt boven de zesendertig graden !), toch zijn we heel actief geweest. We rijden eerst naar Bandiana waar een militair museum is, deze is echter gevestigd op een militaire basis en dus moeten we ons eerst legitimeren voor we het terrein op mogen.

Het museum is veel groter dan verwacht: er zijn honderden kostuums te bewonderen, maar ook veel legervoertuigen, wapens, foto’s en filmmateriaal.

Zo komen we er ook achter dat de vrouwen in Australië al heel wat jaren actief zijn in het leger, eerst voornamelijk als verpleegster, later ook als militair.

We brengen er uren door, helaas is er geen airco in het gebouw en is het er broeierig warm. Na de lunch gaan we naar de slechts tien kilometer verderop gelegen “Bonegilla Migrant Experience”, hier werden migranten gehuisvest die na de Tweede Wereldoorlog uit Europa naar Australië kwamen in de hoop hier een nieuw leven op te bouwen. 

Alleen “Block 19 Bonegilla” is nog over van de vierentwintig blokken met barakken die er ooit waren en deze is tegenwoordig een “National Heritage Place”.

Tegen drieën zijn we alle drie oververhit na het rondwandelen over het terrein en rijden we nog slechts enkele kilometers naar Ludlow Reserve, een gratis kampplaats aan Lake Hume, waar we al vrij snel het water ingaan voor verkoeling.

We vinden een prachtige plek aan het meer, waar al tientallen andere kampeerders staan, maar ons uitzicht is schitterend !

Wim is nog een tijdje bezig mijn oude sandalen te repareren, waarmee ik het water inga, de zolen hangen helemaal los wat niet prettig is met zwemmen !

Van Clary krijgen we een app-je dat er een “total fire ban” is in Victoria (de staat waar wij nu zijn), wat inhoudt dat er geen kampvuur of barbecue aan mag, vanwege de hitte met kans op bosbranden. (Maar goed dat we gisteren ons bbq-vlees al opgemaakt hebben !) Ook blijkt het elke dag te regenen in Palm Cove, wat hebben wij dan geboft toen we daar waren en slechts af en toe een buitje kregen  !!

Verslag 39

Vannacht om twaalf uur was het nog steeds dertig graden dus hebben we onze verkoelende dekens maar over ons heen gelegd. Deze speciale dunne doeken nemen water op waardoor je huid lekker koel aanvoelt en zo konden we toch in slaap komen. Tegen vieren begon het ineens te onweren en te regenen maar vanmorgen liep de temperatuur meteen weer flink op. We rijden vandaag een heel afwisselende route en zien allerlei dieren onderweg. Eerst volgen we nog een tijdje het grillige Lake Hume waar enkele pelikanen en een groep ibissen bij het water zitten.

Dan gaan we zuidwaarts over een onverharde weg die normaal waarschijnlijk alleen door de locals gebruikt wordt.

We passeren diverse boerderijen met veeteelt, maar zien ook een kangoeroe, een emoe en een slang, waar Wim per ongeluk overheen rijdt, oeps !

In het kleine, oude  plaatsje Mitta Mitta bekijken we enkele huisjes en gaan vandaar slingerend door het Alpine N.P. waar we ons op het hoogste punt dertien honderd tachtig meter boven zeespiegel bevinden.

Natuurlijk is de temperatuur inmiddels flink gezakt en wanneer we rond half drie aankomen bij Big River Camp, nog steeds op acht honderd meter hoogte, kunnen we al snel warmere kleding aantrekken.

We staan aan de Mitta Mitta rivier, maar nu gebruiken we deze niet om af te koelen maar het heldere water is prima voor een wasje. 

Sinds lange tijd worden de zijkanten van de luifel weer vastgemaakt en al vroeg zitten we bij het kampvuur om warm te blijven, inmiddels met lange broek en vest aan ! Wat een verschil met gisteren, in vierentwintig uur scheelt het wel vijfentwintig graden !!

(Weer vinden we achtergelaten hout dat alleen nog even gekloofd moet worden !)

Verslag 40

Het koelde vannacht af naar elf graden dus nu hadden we ons dekbed weer hard nodig. Vanmorgen worden we wakker met een strakblauwe lucht en kunnen we in het zonnetje ontbijten, het lijkt wel op het Hollandse voorjaar. We gaan de resterende veertig kilometer verder over de Omeo Highway: een smalle tweebaansweg door het Alpine N.P. vol met scherpe bochten en langs een snelstromende rivier. Het is weekend  en er is blijkbaar een toertocht van snelle auto’s aan de gang in tegenovergestelde richting waardoor Wim en Dennis extra goed op moeten letten, want af en toe scheuren de Porsches ons voorbij.

Ook tientallen scooters en motoren vinden het bochtenwerk hier erg interessant !

In het leuke plaatsje Omeo zijn ze bezig met een mountain bike project wat extra onder de aandacht gebracht wordt door tientallen opgeleukte fietsen.

We rijden nog zo’n vijfentwintig kilometer verder naar de Victoria Falls, blijkbaar een vrij onbekende waterval waar je via een smalle, bochtige onverharde weg naartoe kunt rijden, maar de rit is toch echt de moeite waard.

Er is een prachtige picknickplek in de buurt en nadat we daar geluncht hebben rijden we, weer via Omeo, zuidelijk over de Great Alpine Road tot we tegen vieren stoppen bij een gratis overnachtingsplek aan de Tambo River, nog zo’n veertig kilometer verwijderd van de kust. 

We staan hier weer helemaal alleen, hebben de beschikking over een toilet en kijken uit over de rivier, alleen viel het niet mee om de auto’s waterpas te krijgen, want het loopt hier nogal schuin af ! Tot ruim zeven uur genieten we van de warmte van de zon, daarna gaan de lange broek en het vest weer aan en natuurlijk straks ook weer het kampvuur !!

Verslag 41

Via de plaatsen Brutchen en Bairnsdale rijden we naar het, aan alle kanten door water omgeven, Paynesville waar we onze auto’s parkeren. Met de pont varen we binnen enkele minuten naar Raymond Island, een eiland van slechts zes bij twee kilometer, waar behalve zo’n vijf honderd inwoners ook twee honderd koala’s leven.

We wandelen er een uurtje rond steeds omhoog kijkend op zoek naar zo’n “knuffelbeertje” in de boom en zien er uiteindelijk zes, één zelfs met een jong op haar rug, maar we spotten ook nog andere dieren.

Het is zondag (25 februari) en zodoende is het druk op het water met zeilboten, jetski’s en motorboten.

Nadat we er geluncht hebben rijden we naar een prachtige afgelegen plek (Waddy Point) behorend bij de “Gippsland Lakes” zo’n twintig kilometer van Paynesville, waar we pal aan het water staan met helemaal niemand in de buurt.

Dennis gaat natuurlijk weer enkele keren het water in, maar is ook actief met het klein maken van gevonden hout.

Regelmatig komen er zwarte zwanen voorbij zwemmen of vliegen en ook enkele motorbootjes varen langs op weg naar de haven.

Tegen de avond begint het harder te waaien en draaien we de camper een slag, ook gebruiken we onze zijluifels weer en zo kunnen we prima uit de wind zitten en zelfs een kampvuur maken.

Maar het mooist is het heerlijke geluid van de golven die zachtjes op de kant slaan op slechts enkele meters afstand !

Verslag 42

We hadden een vreemd dagje vandaag: de start was prima met het prachtige uitzicht op het meer waar weer tientallen zwarte zwanen verbleven. Na het ontbijt zijn we naar Bairnsdale gereden, een grote plaats met veel voorzieningen, waar we een laundry (wasserette) opzoeken, want we hebben niet veel schoon goed meer ! Tijdens het wachten ben ik nog langs enkele kapsalons gelopen in de hoop dat ze tijd hadden om mij te  knippen, maar helaas, voorlopig houd ik m’n “wilde haren” ! Wanneer na ruim een uur alle was weer schoon en droog is en we weg willen rijden krijgt Wim ineens problemen met de auto: het koppelingspedaal komt niet ver genoeg omhoog waardoor de koppelingsplaten gaan slippen en stinken, gelukkig blijft het bij één keer, wél heb ik al enkele keren eerder een soort rubberlucht geroken, dus we worden ongerust en willen toch even bij een garage langs. Nadat we eerst nog boodschappen voor de komende vijf dagen hebben gedaan rijden we naar een Toyota-garage, maar natuurlijk hebben ze geen tijd. We krijgen enkele adressen van mecaniciens die misschien minder druk zijn, maar helaas, iedereen zit de eerste weken volgeboekt. Bij een vierde garage, een knaap die net voor zichzelf begonnen is, hebben we geluk, hij rijdt een stukje met de auto, controleert diverse punten en er blijkt lucht te zitten in het oliecircuit van de koppelingscilinder welke hij doorblaast, gelukkig is er geen sprake van een lekkage. Nadat hij nog wat advies heeft gegeven wenst hij ons een fijne vakantie en wil dan absoluut geen geld hebben voor zijn werkzaamheden !! Dan dient een volgend probleem zich aan: onze telefoon heeft geen internetverbinding meer en die hebben we toch echt voor diverse dingen nodig. Wim kijkt allerlei programma’s na, maar na een half uur besluiten we toch maar te gaan rijden, we zijn nog steeds in Bairnsdale. We zijn nog maar net de stad uit of we zijn weer on-line, blijkbaar stonden we op een verkeerd punt of had Telstra problemen.

Er stond nog van alles op het programma voor vandaag,

(dit is in het Nyerimilang Heritage Park)

onder andere een stop bij de vissersplaats Lakes Entrance en nadat we daar de smalle open verbinding van de “Gippsland Lakes” met de zee hebben bekeken rijden we toch nog, via Orbost en Marlo,  naar onze volgende overnachtingsplek: Banksia Bluff in het Cape Conran Coastal Park, waar we pas tegen de avond aankomen.

We vinden een plek vanwaar we niet alleen uitkijken op de oceaan, maar deze ook duidelijk kunnen horen, wat een kracht hebben de golven ! Omdat we veel later dan gepland aangekomen zijn en nog niets van de omgeving hebben gezien blijven we hier gewoon een extra dag staan  !

Verslag 43

Banksia Bluff Campground is een vrij grote kampplaats met honderd vijfendertig plekken verspreid over een groot gebied langs de kust van Cape Conran. Er is genoeg schaduw en je staat niet te dicht op elkaar, een prima plek om te relaxen.

Er lopen enkele goanna’s rond die aardig aan de maat zijn.

Het is vandaag rond de vijfentwintig graden met een strakblauwe lucht, wel komt er een frisse wind uit zee. Wanneer we een lange strandwandeling maken kijken we uit op “Straat Bass”, de zee tussen Tasmanië en het vaste land van Australië.

Natuurlijk hebben we weer tijd voor een spelletje en zitten we uren met de E-reader in de hand, ieder met een spannend boek.

In de loop van de dag draait de wind en morgen komt deze uit het noorden en wordt het ineens twee en dertig graden, dan zullen we met weemoed terugdenken aan de verfrissende wind die we nu hebben !

(Dennis kookt vandaag en bereidt een Griekse maaltijd !)

Verslag 44

We hebben vandaag (woensdag 28 februari) twee honderd twintig kilometer afgelegd en zijn inmiddels in het zuidoosten aangekomen, ook bevinden we ons nu in de staat New South Wales. Natuurlijk hebben we weer diverse stops gemaakt onderweg: als eerste hebben we een korte wandeling gemaakt door de rainforest bij Bemm river, waar we eigenlijk over een hangbrug zouden lopen, maar deze was te gevaarlijk geworden, dus moesten we terug.

Bij de Genoa Falls, behorend bij het Croajingolong N.P., viel helaas weinig water al was de omgeving schitterend.

De derde stop was bij Eden Boyd waar we naar het Davidson Whaling Station zijn gelopen, een beschutte baai (Twofold Bay) waar in het verleden orka’s ervoor zorgden dat walvissen hier naartoe zwommen, waarna ze door de Davidson familie gedood en vervolgens in stukken verwerkt werden vanwege de olie.

Ook de Boyd Tower staat op het programma, omgeven door rode rotsen, als  uitkijkpunt over de baai.

Bij de rustige Quarantine Baai houden we lunchpauze en wanneer we daarna op weg zijn naar een uitkijkpunt in de plaats Eden komen we langs een kapsalon waar ze direct tijd hebben om mij te knippen !

We gaan nog even langs de haven en rijden dan naar het Broadwater State Forest waar we  willen overnachten midden in het bos.

We zijn de eersten die hier tegen vijven arriveren, maar in de loop van de avond komen er diverse andere auto’s aanrijden die ook een plekje zoeken voor de nacht, geen probleem er is hier plek genoeg !

Verslag 45

We hebben vanmorgen eerst nog wat punten van het Ben Boyd N.P. bekeken en starten met een wandeling naar de Pinnacles, welke totaal niet te vergelijken zijn met de prachtige Pinnacles bij Cervantes in West-Australië.

Het volgende punt waar we naartoe lopen is Haycock Point en dit is zeker de moeite waard om heen te wandelen.

De streek hier is bekend vanwege zijn oesterteelt en nadat we bij Broadwater een dozijn van deze  schaaldieren hebben gekocht rijden we naar Pambula beach waar we lunchpauze houden.

Helaas is het vandaag grotendeels bewolkt en lokt het nu niet om te gaan zwemmen in de mooie baai, dus rijden we via Merimbula en Tahtra door naar onze overnachtingsplek:  Picnic Point in het Mimosa Rocks N.P.  die we al voor twee dagen van te voren gereserveerd hebben.

Wanneer we daar tegen drieën aankomen zien we een vrijwel identieke camper als de onze staan waarvan Walter en Yvonne de eigenaars zijn ! Acht jaar geleden kregen we een mail van hen: ze wilden naar Australië en daar een camper kopen en of wij ze wat informatie konden geven…. Na diverse mails over en weer hebben we ze uitgenodigd bij ons op de camping, toen nog de Gouden Ham en heel wat tips gegeven waarvan ze er diverse hebben gebruikt. Nu acht jaar later zijn we voor het eerst tegelijkertijd in Down Under dus hadden we afgesproken elkaar bij Picnic Point te ontmoeten.

Het wordt een heel gezellige middag en avond vol anekdotes en ervaringen………….. en morgen hebben we nog een hele dag samen om bij te praten en tips uit te wisselen !

Verslag 46

We hebben gisteravond nog uren met z’n vijven bij het kampvuur gezeten, voor we het wisten was het half één, dat gebeurt ons niet vaak in Australië !

Na een gezamenlijke ochtendkoffie gaan we ieder onze eigen gang: de mannen worden weer eens gekortwiekt, we maken een wandeling langs zee en natuurlijk gaat Dennis het water in.

Walter en Yvonne hebben een drone waarmee ze de kampplaats van bovenaf kunnen filmen en fotograferen, leuk om een keer mee te maken !

Natuurlijk houden we ook weer samen “happy hour” en nog steeds hebben we gespreksstof in overvloed ! 

Ook vanavond zitten we bij elkaar rond het vuur met waarschijnlijk weer het gezelschap van de brutale possum die gisteravond zelfs  op onze camper en luifel zat en bij Wim op schoot wilde springen !

Het werd weer een heel gezellige avond, maar helaas liet de possum zich nu niet zien !

Morgenvroeg gaan we ieder weer een verschillende richting op: Yvonne en Walter reizen over enkele dagen naar Tasmanië en wij trekken verder naar het noorden !

Verslag 47

We kijken terug op een leuke tijd samen met Walter en Yvonne en met de belofte dat we elkaar in Nederland weer opzoeken, nemen we vanmorgen afscheid.

Een uurtje later verlaten wij ook de kampplaats Picnic Point en gaan via een onverharde binnenweg richting Bega, de plaats waar de meeste Australische kaas vandaan komt. We bezoeken daar eerst diverse winkels voor we tegen enen naar Bega Cheese Heritage Centre gaan waar je natuurlijk kaas kunt proeven en kopen, maar waar ook een leuk klein museum gevestigd is.

Nadat we er buiten geluncht hebben (heerlijke garnalen !) rijden we naar de plaats Cooma, zo’n honderd en twintig kilometer landinwaarts.

Het eerste stuk weg is het flink stijgen tot we op een hoogte van duizend meter boven zeespiegel uitkomen, waarna het vrij vlak blijft, we bevinden ons nu op de “Great Dividing Range”. Weer volgt er een prachtige onverharde, slingerende weg (dit komt omdat onze TomTom op “kortste route” staat !) tot we tegen vijven uitkomen bij Lake Eucumbene, gelegen op elf honderd en tachtig meter hoogte !

Hier nemen we een plek op het Rainbow Pines Tourist Caravan Park, met uitzicht op het meer. We genieten nog een tijdje van de zon met een wijntje en een stukje Bega-kaas en face timen met Holland, want Marcel is vandaag jarig en natuurlijk willen we hem wel persoonlijk feliciteren.

Sinds lange tijd kunnen we weer gebruik maken van een echte douche en het gebouw is zelfs verwarmd, want het koelt hier snel af: vannacht zakt te temperatuur naar acht graden, een heel verschil met afgelopen nacht toen het kwik bleef steken bij twintig graden !!

Verslag 48

Na een koude nacht konden we vanmorgen toch weer ontbijten onder een strakblauwe hemel mét zon.

De eerste uren rijden we over de Snowy Mountains Highway en stoppen op veertien honderd meter hoogte bij Kiandra, een verlaten goudstadje uit 1860, waar slechts het rechtsgebouw overeind is blijven staan terwijl er in de hoogtij dagen tien duizend mensen leefden.

Vlakbij de plaats ligt een meertje: Three Mile Dam, waar we eigenlijk afgelopen nacht zouden staan, dus wilden we hier toch nog even gaan kijken. We zijn blij dat we gisteren niet doorgereden zijn want we zouden pas rond zevenen aangekomen zijn en het was moeilijk te vinden. 

We gaan door naar de Yarrangobilly Caves, gelegen in het Kosciuszko National Park en wandelen daar naar de South Glory Cave waar je gewoon zelf doorheen mag lopen.

Na nog een korte stop bij Talbingo zetten we onze “huisjes” rond drieën neer aan het Blowering Reservoir bij Yachting Point, ook behorend bij het Kosciuszko N.P..

Inmiddels zijn we afgedaald naar zo’n vier honderd meter boven zeespiegel en is de temperatuur weer tegen de dertig graden.

We relaxen de rest van de middag in de schaduw, al is Dennis nog wel actief met het kloven van (alweer) gevonden hout en loopt hij daarna  het hele eind naar het meer, dat  vrij warm is en niet echt voor verkoeling zorgt.

Tegen de avond gaat de barbecue aan en volgt er later een kampvuur, maar we bellen ook weer met Holland, want morgen worden Stijn en Ruben acht jaar en dit vieren ze vandaag (zondag 3 maart) al, maandag moeten ze natuurlijk gewoon weer naar school !

Verslag 49

Nadat we bij Tumut onze brandstof weer aangevuld hebben rijden we door naar Gundagai, deze plaats heeft al heel wat keren te maken gehad met heel hoog water, zelfs de oude treinrails waren erop aangepast.

We bekijken het oude station (1886) en stoppen even later nog een keer bij een roadhouse om met een “Big Koala” op de foto te gaan.

We rijden een stukje snelweg om vervolgens weer heuvel op heuvel af te gaan over binnenwegen, wanneer de camper ineens inhoudt en geen kracht meer heeft, ook begint er een controlelampje te branden We zetten de auto aan de kant van de weg om het na tien minuten nog eens te proberen, het gaat een tijdje goed maar dan komen we weer haast een heuvel niet op. Dit zelfde euvel hebben we twee jaar terug ook gehad, we hebben toen een half uurtje stil gestaan, de accu losgekoppeld, waarna het probleem verholpen was. Dit proberen we nu ook, we houden gewoon lunchpauze en vervolgens hebben we, weer op weg, totaal geen last meer gehad !!

In Harden staat een oude silo die helemaal beschilderd is, iets wat blijkbaar een nieuwe trend is in Australië.

Via de plaats Young rijden we naar Weddin Mountains N.P., een afgelegen park waar we helemaal niemand tegen komen.

We bekijken er eerst “Seaton’s Farm Historic Site” waar een boerengezin zo’n tachtig jaar geleden woonde.

Het is ruim dertig graden dus vervolgens gaan we naar de kampplaats: Ben Halls Camp waar we, naast enkele kangoeroe families, de enige kampeerders zijn. In de schaduw doen we ons favoriete spel Carcassonne en dit keer volgt er na de maaltijd geen kampvuur, want dat is hier niet toegestaan.

Het blijft lang warm en omdat er geen kunstlicht in de buurt is hebben we boven ons een prachtige, heldere sterrenhemel waar we in hemdje en korte broek uren naar zitten te kijken !

Verslag 50

Vanmorgen, na het ontbijt, hebben we eerst een wandeling gemaakt vanaf de kampplaats naar Ben Halls Cave, een open grot waar in het verleden vrijbuiters, zoals Ben Hall, schuilden.

Na een half uurtje zijn we terug, pakken alles in en rijden naar Glenfell waar weer enkele silo’s prachtig beschilderd zijn, ook is hier weer een oud treinstation te bekijken.

Vlakbij de plaats Forbes staat een “Big Goanna”, helemaal van metaal gemaakt, een waar kunstwerk !

In dezelfde plaats staat ook het McFeeters Motor Museum waar zo’n zestig auto’s uitgestald staan, grotendeels in privébezit !  Natuurlijk hebben we deze ook uitgebreid bekeken.

Nadat we in Parkes geluncht hebben moeten we nog zo’n honderd en vijftig kilometer rijden voor we tegen half vijf, via Peak Hill en Dubbo aankomen bij Redbank Reserve, een kampplek aan de Macquarie River dichtbij Rawsonville, waar we weer helemaal alleen staan !

We hebben gelukkig totaal geen problemen meer gehad met de auto ! Ook vandaag liep de temperatuur weer op tot ruim boven de dertig graden en vanavond koelt het niet verder af dan twee en twintig graden, maar we klagen niet, we kunnen weer heerlijk tot bedtijd buiten zitten zonder vest of lange broek met boven ons duizenden schitterende sterren !

Verslag 51

We hebben een hete dag achter de rug: vanmorgen konden we al gelijk in de schaduw ontbijten en de temperatuur liep snel op naar boven de dertig graden. Via Gilgandra rijden we naar Tooraweenah, waar enkele huisjes staan van een eeuw geleden, ook kijken we hier al op de aparte bergen van Warrumbungle N.P..

Rond half één zijn we bij het informatiecentrum van het Nationale Park waar we een kampplaats boeken en vragen naar diverse wandelroutes in het park.

Nadat we een korte wandeling door de Burbie Canyon hebben gemaakt zoeken we onze overnachtingsplek bij Camp Blackman op.

Gelukkig staat er een aardig windje maar met vijfendertig graden doe je het toch rustig aan. Op de kampplaats zijn zelfs douches dus nemen we alle drie een koude douche, al zijn we alweer verhit voor we terug zijn bij de camper ! We kijken uit op diverse bergtoppen met namen als “Breadknife”, “Bluf Mountain” en “Split Rock” waar je naartoe kunt lopen maar dat is met dit hete weer geen optie.

We vermaken ons wel met Carcassonne en een mooi boek en pas tegen achten ’s avonds eten we een simpele maaltijd van kip met wortelen, eigenlijk hebben we alleen maar dorst !!

Verslag 52

Vanaf Whitegum Lookout heb je een prachtig uitzicht over de vallei en de toppen van het vulkanische Nationale Park Warrumbungle, dat een waar paradijs is voor echte hikers, wij zijn meer van de kortere wandelingen en houden het bij het uitkijkpunt.

(Ook hier kennen ze eiken-processie-rupsen !)

Via Coonabarabran en Narrabri rijden we honderd en vijftig kilometer naar het volgende Nationale Park: Mount Kaputar waar we via een slingerweg uitkomen op veertien honderd meter hoogte.

Weer kijken we uit over vreemd gevormde bergen die zo’n twintig miljoen jaar geleden ontstaan zijn door een vulkanische uitbarsting, maar nu kamperen we dus een stuk hoger waardoor het iets aangenamer is van temperatuur.

Net als gisteren zijn er op de kampplaats (Dawsons Springs) warme douches aanwezig die we zeker weer gaan gebruiken. Natuurlijk hoppen er weer kangoeroes rond maar ook zien we enkele geiten rondlopen, dat hebben we nog niet eerder meegemaakt !

Verslag 53

We zijn vanmorgen eerst nog iets hoger gegaan naar vijftien honderd en tien meter en bevinden ons dan op de top van Mount Kaputar, hier hebben we drie honderd zestig graden uitzicht over New South Wales.

Daarna moeten we eerst weer twintig kilometer terug over smalle, slingerende wegen waarbij we niet verder komen dan de tweede versnelling en dan nog regelmatig moeten bijremmen !

Voorbij Narrabri nemen we weer een prachtige toeristische route richting Bingara en stoppen halverwege bij Sawn Rocks waar de “organ pipes” prachtig te zien zijn.

Er volgt nog een stop bij een “Ancient Geological Glacial Area”, een soort brede kloof die miljoenen jaren terug al gevormd is met grote rotsblokken waar nu een bescheiden riviertje door stroomt.

Het is inmiddels weer twee en dertig graden met volop zon, dus lang houden we het niet uit op dit open veld.

Tegen vieren komen we aan bij onze gratis overnachtingsplek aan de  Gwydir River (Sunnyside Riverside Camps), vlakbij Bingara. We vinden een plekje in de schaduw en natuurlijk gaat Dennis het water in.

We hebben weer ander “wildlife”, er lopen twee stieren rond maar gelukkig zijn ze niet agressief !!

Verslag 54

We hadden voor vandaag eigenlijk een rustdag op het programma staan, maar we vinden de plek waar we staan niet mooi genoeg dus rijden we een stuk langs de Gwydir River, over nogal slechte wegen, op zoek naar een betere plaats, maar helaas zijn de weinige leuke plekjes al bezet, het is natuurlijk ook weekend !

We rijden door naar Lake Copeton, een stuwmeer (op z’n diepste punt honderd meter !)  dat er voor zorgt dat de Gwydir rivier het hele jaar door voldoende water heeft zodat het land van de boeren niet verdroogt.

Aan het grillig gevormde meer liggen twee overnachtingsplekken: Northern Foreshores Copeton Dam, een camping waar je via Inverell naartoe moet rijden en die bij aankomst volgeboekt blijkt te zijn én na nog vijftig kilometer verder rijden de gratis plek: Copeton Dam Eastern Foreshore. Hier vinden we een prachtig plekje pal aan het meer met niemand om ons heen !!

We zien de stuwwand hiervandaan liggen, hemelsbreed op nog geen negen kilometer afstand, maar moesten wel tachtig kilometer rijden om hier te komen ! Behalve om in te zwemmen gebruiken we het water om wat kleding te wassen en ook worden beide auto’s van al het stof en vuil ontdaan.

Voor het eerst deze reis zien we een zonsondergang al is het niet onbewolkt vandaag !

Ook kunnen en mógen we weer eens een kampvuur maken en hout hebben we nog ruim voldoende !!

Verslag 55

De streek waar we ons nu bevinden staat bekend om zijn vele saffieren die hier in de bodem zitten. Het was de bedoeling dat wij ook weer een dagje naar deze glinsterende stenen zouden gaan zoeken, maar bij het informatiecentrum in Inverell kregen we te horen dat je tegenwoordig je eigen uitrusting moet hebben om aan het werk te gaan. In het verleden hebben we het drie keer gedaan: een dag lang zand met grind scheppen, zand zeven, onder dompelen in water en daarna zoeken naar kleine glinsteringen, misschien wel waardevolle saffieren, de laatste keer was zes jaar terug, samen met Dennis. Twee keer zijn we naar Billabong Blue geweest, waar we heel leuke herinneringen aan hebben en hier laten we het dan ook bij !

We bekijken”Inverell Pioneer Village”, een openluchtmuseum uit eind negentiende eeuw, maar we hebben mooiere gezien.

Daarna brengen we ook nog ruim een uur door in het National Transport Museum, waar meer dan tweehonderd en vijftig oude auto’s te bewonderen zijn, naast vele motoren en oude fietsen.

Tegen tweeën  komen we aan bij Joseph Wills Park, een gratis overnachtingsplek bij de plaats Elsmore en niet alleen met toilet en vuilcontainers, maar ook in een prachtige omgeving ! We kunnen de camper in de schaduw kwijt en hebben zelfs gras onder onze voeten, het is ons weer gelukt een leuk plekje te vinden !!

Verslag 56

(Dennis dacht gisteravond wildlife te zien, het bleek een poes te zijn !)

Vanmorgen, op weg naar Glen Innes, begon de auto weer in te houden, net als enkele weken terug. We moesten wel stoppen en na zo’n tien minuten konden we weer verder rijden. In Glen Innes zijn we naar een garage gegaan, maar zij konden de auto niet doormeten, er was geen historie, omdat Wim  de accu weer ontkoppeld had om het controlelampje uit te laten gaan. We bekijken de Australian Standing Stones, in 1992 als monument opgericht voor alle Keltische kolonisten die hier als sinds 1852 aanwezig zijn.

We zijn zo’n vijfenveertig kilometer verder richting Grafton wanneer de auto weer kuren vertoont, we besluiten om te keren en naar dezelfde garage terug te gaan. Nu kunnen ze wél zien wat er aan de hand is: in de motor blijft af en toe een asje hangen door wat vuil dat eraan zit. Herstellen duurt een hele dag en natuurlijk zit de garage de hele week volgeboekt, maar het is niet schadelijk om door te rijden.

We gaan dus gewoon verder met de reis en hopelijk doet het probleem zich niet te vaak voor, dan laten we het herstellen aan het eind van de trip ! (Wim werd vanmorgen rond tienen ook nog staande gehouden door de politie: het bleek alcoholcontrole en natuurlijk konden we, na de proef, gewoon doorrijden !!)

We gaan naar Gibraltar Range N.P. met rotsen van wel twaalf honderd meter hoog, waar we naar de prachtige Boundary Falls wandelen.

Na nog een mooi uitkijkpunt rijden we door naar het naastgelegen Washpool N.P. met op ruim acht honderd meter hoogte Bellbird Campground waar we onze auto’s neerzetten in het bosachtige gebied.

(Het viel niet mee om waterpas te staan !!)

We hebben hier beschikking over een toilet en een overdekte ruimte met barbecue.

Ook mag hier weer vuur gestookt worden, er ligt zelfs hout klaar om te gebruiken, iets wat we nu zeker nog hebben, want het koelt hier snel af !!

(Deze possum was wel erg brutaal en dook zo de vuilniszak in !)

Verslag 57

Voor we vanmorgen weer afgezakt zijn naar normale hoogte via de slingerende, mooie Gwydir Highway, wordt er eerst nog even wat hout gekloofd, zodat we aanmaakhoutjes hebben voor ons volgende kampvuur. 

In Grafton kopen we weer voor vijf dagen levensmiddelen en rijden daarna door een heel aparte straat: Fig Tree Avenue, waar ook werkelijk gigantische bomen staan.

Dan gaan we richting de kust naar Yuraygir N.P. waar diverse kampplaatsen bij horen. Het was de bedoeling op Boorkoom Campground te gaan staan, maar deze kleine kampplaats is helemaal volgeboekt, dus wijken we uit naar Illaroo, waar we vaker gestaan hebben.

Ook hier zijn nog maar enkele plekken vrij en deze kijken niet uit op zee. Wél kunnen we de branding goed horen en is onze plaats echt niet verkeerd met voldoende schaduw.

We maken een strandwandeling maar helaas is het zeewater niet al te schoon, dit komt door de vele regen van de afgelopen tijd waardoor vervuild water  van boerenbedrijven afgevoerd wordt naar zee. Dennis besluit dan ook om niet te gaan zwemmen en neemt wel een koude douche.

Afgelopen nacht stonden we in de koele “rainforest” en was alles vochtig, nu krijgen we de klamme zeelucht over ons heen en ziet alles een klein beetje mistig, maar we mogen hier kampvuur maken waardoor de lucht weer droger aanvoelt !

Morgen rijden we vijftien kilometer terug naar Boorkoom Campground, want dan zijn er wél twee plaatsen vrij met uitzicht op zee en die hebben we al gereserveerd !!

Verslag 58

De dag begint bewolkt met zelfs een spatje regen, dat zijn we niet gewend. Rond tienen breken we op en nog voor elven hebben we alles al weer opgebouwd bij de volgende overnachtingsplek: Boorkoom Campground.

Het is vloed en de zee beukt tegen de hoge rotsen aan, er is geen strand te zien. Er loopt een pad hoog langs de zee en we wandelen een uurtje afwisselend door bos en dan weer met uitzicht op de zwarte rotsen tot we bij een mooi strandje komen.

We keren om, het is inmiddels weer rond de dertig graden en met die vochtige warmte hebben we alle drie een natte rug !

Bij eb wandelen we nog een stuk langs zee over de rotsen en van enkele locals horen we dat het water sinds een week erg troebel is.

Dennis gaat toch de zee in al loopt het strand maar langzaam af, dus zwemmen lukt niet echt.

Tegen de avond wordt het fris met wind uit zee, we zetten de zijstukken weer op en kunnen zo beschut zittend eten en later weer een kampvuurtje maken !

Verslag 59

We hebben weer een warme dag gehad met ruim dertig graden, om half negen moesten we zelfs al in de schaduw ontbijten, in de zon was het niet uit te houden. We trekken weer verder en stoppen onderweg bij de plaats Maclean waar bij een begraafplaats, hoe sinister is dat, enkele bomen staan vol grote vleermuizen, honderden bij elkaar.

Daarna zijn we lange tijd onderweg naar onze volgende kampplaats: Black Rocks in het Bundjalung N.P.. Er is blijkbaar een nieuwe snelweg aangelegd die onze TomTom niet kent waardoor hij steeds de weg kwijt is en zelfs “Maps Me” stuurt ons  naar een doodlopende weg zodat we weer helemaal terug moeten. Maar tegen tweeën komen we, na een zestien kilometer lange onverharde weg  vol kuilen, aan bij Black Rocks al vallen de plaatsen ons erg tegen na wat we allemaal al gehad hebben. We kunnen wel in de schaduw zitten, maar veel uitzicht hebben we niet.

Na de lunch wandelen we naar Jerusalem Creek, een prachtige rivier behorend bij het park, waar we allemaal het water ingaan, maar echt verkoelend is het helaas niet.

Nadat we ons afgedoucht hebben bij de camper relaxen we met een spelletje en de E-reader en pas tegen de avond lopen we naar zee, die vanaf onze plek goed te horen is.

Het strand doet zijn naam eer aan want overal zie je zwarte rotsen in allerlei vormen afsteken tegen het lichte zand, mooi om te zien.

Vanavond maken we ons achtentwintigste kampvuur, al is deze meer voor de gezelligheid dan voor de warmte, om acht uur is het nog vijfentwintig graden !! En zoals haast iedere avond hebben we boven ons een prachtige heldere sterrenhemel !

Verslag 60

Het weer is helemaal omgeslagen, het begon vanmorgen al met bewolking en een harde wind al was het toen nog totaal niet koud. Nadat we de zestien kilometer slechte weg nogmaals afgelegd hebben krijgen we weer te maken met de nieuwe snelweg, waar geen op- en afritten zijn, pas in Ballina kunnen we eraf.

Hier staat een “Big Prawn” vlakbij een Bunnings (een groot warenhuis zoals bij ons de Gamma of de   Praxis !), waar we een nieuwe gasbus kopen, onze oude mocht, na tien jaar, niet meer gevuld worden. Ze vúllen echter niet dus moeten we naar een BCF (een soort kampeer- en hengelsportzaak), ook hebben we drank, water en brandstof nodig, dus we zijn wel even bezig in Ballina ! Nadat we een grote zak garnalen gekocht hebben willen we deze in een park bij de Richmond rivier opeten, maar daar worden we weggeblazen door de harde wind.

We komen uit bij een voetbalveld waar we onze stoelen en tafel neerzetten onder een overkapping, want inmiddels is het ook gaan regenen.

De planning voor vandaag: enkele wandelingen maken, heeft nu geen enkel nut. We rijden naar het drukke Byron Bay, dat tevens de meest oostelijke plaats is van Australië, om naar de vuurtoren te gaan, maar weer is de regen spelbreker.

Alleen wanneer we bij de Wategos Beach zijn, waar druk gesurft wordt, laat de zon zich één minuutje zien.

We gaan door naar onze overnachtingsplaats: Mullumbimby Showground  waar we rond vieren aankomen en zowaar een mooie plek met gras krijgen.

Helaas blijft het niet lang droog en zetten we de zijstukken aan de luifel om comfortabel te kunnen zitten, ook kunnen later de vesten weer aan.

We hebben nu al twee maanden prachtig weer gehad, dus we mogen niet klagen, bovendien is dat getik op het dak wel gezellig !!

Verslag 61

Na een nacht met veel regen is het vanmorgen weer helemaal opgeklaard al is het nog wel bewolkt. We rijden een prachtige route door bergachtig, bosrijk gebied, afgewisseld met weiden en rainforest. We stoppen in Murwillimbah waar een uitgebreide “zaterdagmarkt” is, iets wat je in heel Australië tegenkomt. Er zijn diverse eetkraampjes, zelfs één met Hollandse poffertjes, maar vooral standjes met zelfgemaakte kleding en sieraden, ook kun je er fruit of plantjes kopen en er heerst een gezellig, ongedwongen sfeertje !

In het kleine plaatsje Chillingham bekijken we een waterval waarna we richting Springbrook N.P. rijden.

Tegen half één passeren we de grens met de staat Queensland waar we de rest van onze trip door zullen brengen en we kunnen meteen de klok een uur terug zetten (het tijdsverschil met Nederland is nu weer negen uur !) 

In het Nationale Park wandelen we naar de Natural Bridge, een prachtige waterval die uitkomt in een open grot.

(Dit is een carpet python, een niet giftige slang !)

Op weg naar een ander gedeelte van Springbrook N.P. krijgt onze camper weer kuren wanneer we een lange helling van zeventien procent op moeten, maar nadat we even stil gestaan hebben met de motor uit, kunnen we, zonder problemen,  weer verder omhoog. We lunchen bij “the Settlement” een kampplaats waar we ook willen overnachten, maar deze is, met slechts tien plaatsen, volgeboekt. We rijden ruim twintig kilometer terug, nu naar beneden, en komen uit bij Numinbah Valley Bush Camping waar we een plekje vinden aan een riviertje (Nerang River) waar ook in gezwommen kan worden, iets wat Dennis natuurlijk ook doet !

We mogen hier ook weer kampvuur maken dus kunnen we nog wat hout opmaken, we hebben immers genoeg ! Morgen rijden we weer terug naar Springbrook N.P. want we hebben er nog lang niet alles gezien en dan kunnen we wél overnachten bij the Settlement, want het drukke weekend is dan weer voorbij !

Verslag 62

Zoals gezegd  zijn we vanmorgen teruggereden naar Springbrook N.P. en gelukkig houdt de auto zich nu prima en komen we zonder problemen boven. We bekijken eerst de Purling Brook Falls van boven af gezien, de lange wandeling met veel traptreden naar de bodem van de waterval laten we achterwege.

Dit doen we wel bij de Twin Falls waar we na een prachtige tocht zelfs achter de dubbele waterval langs lopen.

Helaas blijkt de naam “rainforest” echt te kloppen want we krijgen een paar keer een flinke regenbui, ook wanneer we naar de “Best of all Lookouts” lopen: we zien daar dus helemaal niets, alleen maar mist van de vele regen.

We rijden weer naar the Settlement Camping, de enige kampplaats in het Nationale Park, waar nu de meest plaatsen erg modderig zijn. Weer blijken echter alle plekken al geboekt te zijn, zelfs tot en met dinsdag, dus moeten we weer op zoek naar een alternatief. Die vinden we vijftien kilometer verderop bij “Polly’s Rainforest Escape”, een leuke plek bij een restaurant met uitzicht op de Nerang Creek en gelegen aan de uitlopers van de Springbrook Mountain Ranges.

Het is rond half twee dus we besluiten hier gelijk een hapje te eten wat van prima kwaliteit blijkt te zijn.

We hebben een zee van ruimte want we zijn de enigen die hier overnachten. Tegen de avond komt er ineens heel vreemd “wildlife”aanlopen: een groot varken. Hij loopt om de camper heen en snuffelt even en verdwijnt dan weer. Ik ben benieuwd wat er nog meer langs komt vanavond !!

Verslag 63

Het heeft de hele nacht flink geregend en vanmorgen voelde alles klammig aan, maar het is weer droog en dat blijft het de hele dag. Op slechts zeven kilometer afstand van onze overnachtingsplaats bevindt zich het Gold Coast War Museum bij Mudgeeraba en om kwart over negen lopen we daar al rond te struinen. Er zijn enkele vliegtuigen en militaire wagens te bekijken, maar er is ook ontzettend veel informatie over diverse oorlogen, voor Dennis natuurlijk heel interessant !

We rijden na de bezichtiging even naar Burleigh Heads, één van de grote plaatsen aan de Gold Coast, maar hebben het al snel bekeken, veel te druk hier !

Zo’n vijftig kilometer noordelijk stoppen we bij Beenleigh Rum Distillery, waar we een proeverij doen van vijf verschillende soorten rum.

Het blijkt ’s werelds beste rum te zijn, maar is toch vrij onbekend en alleen in Australië verkrijgbaar.

Natuurlijk nemen we van de lekkerste soort: Beenleigh Dubbel Cask Rum een flesje mee om later nog een keer na te genieten. Dan wordt het tijd om een camping op te zoeken want ik heb ontzettend veel vuile was, we komen uit bij Galaxy caravan park waar ook een zwembad bij is waar we alle drie in afkoelen, want het is weer twee en dertig graden en erg benauwd.

Ik prop drie wasmachines vol en heb daarna heel wat waslijnen nodig en ook de droger wordt gebruikt, maar alles is weer schoon, we kunnen weer enkele weken vooruit !

We hebben een ruime kampplaats alleen ligt deze helaas dichtbij een drukke snelweg, dit zijn we niet meer gewend, meestal horen we alleen maar vogelgeluiden of het geruis van de zee !

Verslag 64

Na een onrustige nacht door het vele verkeerslawaai verlaten we vanmorgen al vrij vroeg de camping.

Een tijdje rijden we nog over drukke vierbaanswegen richting Brisbane, maar daarna zwenken we af naar Ipswich en vervolgens richting Lake Wivenhoe, het grootste meer in zuid oost Queensland, waar we rond twaalven aankomen bij Camping Wivenhoe oftewel Captain Logan Camp. Meteen bij aankomst besluiten we hier twee dagen te blijven, het is zo’n prachtige plek, daar willen we volop van genieten.

(We waren in de buurt van Brisbane omdat we Jerry en Denise, Australische vrienden die we acht jaar terug ontmoet hebben tijdens een trip rond Alice Springs, wilden opzoeken. Helaas waren zij ook onderweg met hun caravan en konden we elkaar nu niet ontmoeten, misschien volgend jaar !)

Tientallen kangoeroes hippen rond, sommige met een jong in hun buidel en ook zien we pelikanen, galah’s en kookaburra’s. Er is net een zeilkamp voor de jeugd aan de gang, die verblijven op de kampplaats dus er is van alles te zien.

Dennis gaat enkele keren het water in, Wim en ik luieren met een mooi boek en genieten van het schitterende uitzicht.

Na een mooie zonsondergang gaat het kampvuur aan, het was weer een prachtige dag !!

Verslag 65

Het is vandaag nog een beetje warmer dan gisteren en zelfs de kangoeroes laten zich nu nauwelijks zien, alleen lui in de schaduw of drinkend aan de waterkant.

Ook wij zoeken de verkoeling van het water of van de douche die Wim weer opgebouwd heeft. Natuurlijk doen we weer een spelletje en lezen we veel, maar er is hier ook genoeg te zien !

Tegen de avond gaat de barbecue aan gevolgd door een kampvuurtje, morgen trekken we weer verder, anders worden we veel te lui !!

Verslag 66

We begonnen vanmorgen nog met stralend warm weer en moesten zelfs in de schaduw ontbijten, maar tegen de tijd dat we van de kampplaats vertrekken is het helemaal bewolkt.

We rijden lange tijd langs het grillig gevormde meer, dat niet alleen voor recreatieve doeleinden gebruikt wordt maar tevens een waterreservoir is voor een groot deel van Queensland.

Via Kilcoy gaan we richting de “Glasshouse Mountains”, maar ondertussen begint het te regenen en komen de aparte bergen totaal niet tot hun recht.

Ook wandelen rondom de rotsen heeft nu weinig zin, dus rijden we door naar Landsborough waar we op camping: Ingenia Holidays gaan staan.

Hiervandaan zijn we slechts enkele kilometers verwijderd van “Australia Zoo”, een soort dierentuin, opgezet door Crododile Hunter Steve Irwin,  die in september 2006 overleden is. Voor vandaag had het geen zin meer om hierheen te gaan, dus morgenvroeg staan we om negen uur (!) bij de entree van het park, nu maar hopen dat we dan beter weer hebben !

Verslag 67

We hebben vandaag zes en een half uur doorgebracht in Australia Zoo, het door Steve en Terri Irwin opgezette wildlife park met voornamelijk Australische dieren, maar ook met door uitsterving bedreigde dieren zoals de olifanten uit Sumatra, de neushoorns en de tijger.

Het is een prachtig park vol tropische bomen en planten en met veel ruimte voor de vele dieren. We zien onder andere de Tasmaanse duivel, veel koala’s (die we zelfs mogen aanraken), diverse soorten slangen, meerkatten, krokodillen, allerlei vogels, schildpadden, wombats en natuurlijk kangoeroes.

Het was niet koud vandaag, drieëntwintig graden,  maar regelmatig viel er motregen en hadden we de paraplu nodig.

De show met de krokodillen valt een beetje tegen (veel geklets), maar het voederen van de olifanten is erg leuk om te zien, ook zie je bij de vele verzorgers duidelijk hun liefde voor de dieren.

Het blijkt dat we ruim veertien kilometer lopend afgelegd hebben in het park dus toen we rond half vier weer bij de auto’s aankwamen hadden we niet veel puf meer om ver te rijden en zijn we twaalf kilometer verderop gestopt bij Jowarra Park Rest Area, een gratis parkeerplek met toilet waar het, bij aankomst, al redelijk vol staan met busjes, auto’s en campertjes, maar we staan hier prima en we zullen vanavond toch wel vroeg op bed liggen !!

Verslag 68

(Overal is “wildlife” te vinden, al is het maar op het toilet !)

Toen we vanmorgen wakker werden zagen we dat op het parkeerterrein, waar we afgelopen nacht geslapen hebben, minstens vijftig auto’s met daktent, busjes en allerlei andere voertuigen heel dicht bij elkaar stonden en de eersten waren zelfs alweer vertrokken ! Voor een keertje is zo’n plek best oké, maar we hebben toch al heel wat betere gratis staanplaatsen gehad, deze trip !! We rijden naar Caloundra, het is weer tijd om onze voorraden aan te vullen  en vervolgens gaan we noordwaarts richting Gympie, waar we rond enen stoppen bij Billabong Breeze in Goomboorian. Net ervoor hebben we getankt in dezelfde plaats en zagen daar een gigantische cactus staan, volgens de eigenaars de grootste van Australië !

In de bomen op de kampplaats moeten koala’s leven, we hebben nog even gezocht, maar er geen één gevonden…. we hebben er gisteren al heel wat gezien !

Het is vandaag bewolkt en broeierig en tegen de avond begint het te regenen, we moeten echt wennen aan dit weertype, we vonden het zo gewoon om tot bedtijd in korte broek en hemdje buiten te zitten met een heldere hemel boven ons !

Verslag 69

Bij Tin Can Bay worden elke morgen om acht uur dolfijnen gevoerd, maar aangezien wij daar dertig kilometer rijden vandaan zaten én acht uur wel erg vroeg is, kwamen we tegen kwart over negen bij de baai aan, in de hoop nog enkele van deze mooie dieren te zien.

Van een vriendelijke verzorgster kreeg ik te horen dat de groep dolfijnen, bestaande uit acht waarvan twee jongen, slechts twintig minuten daar verbleef en vervolgens weer verder zwom nadat ze voldoende vis ophebben, ….dolfijnen zijn écht slimme dieren ! (We hebben niet eens foto’s gemaakt bij de baai, want het is vanmorgen druilerig weer en alles doet nu treurig aan.) We rijden verder naar Rainbow Beach waar je het strand op kunt rijden om prachtige, gekleurde duinen te bekijken. Helaas is het vloed en kom je het strand niet op, ook zijn er bijna geen strandgasten met dit weer, alleen zien we enkele jetski’s van een reddingsteam die aan het oefenen zijn op het water.

Nu volgt een lange rit naar Maryborough en onderweg zien we veel water langs de kant en zelfs op de weg, het heeft hier veel geregend de laatste tijd.

In Maryborough,  gelegen aan de Mary River en al gesticht in 1843, staan veel mooie, oude gebouwen.

Ook is hier de schrijfster P.L. Travers geboren, die Mary Poppins gecreëerd heeft. We bezoeken een museum: Story Bank, gevestigd in het geboortehuis van de schrijfster, dat vroeger dienst deed als  bankgebouw. Hier is van alles te zien over Mary Poppins, al vinden we het wel een vreemd museum en zijn we er binnen een half uur uitgekeken.

(Zelfs de stoplichten zijn aangepast !)

In het park bij de rivier is een gezellig “samen zijn” aan de gang met muziek en allerlei kraampjes.

We rijden nog een eindje verder tot aan Hervey Bay waar we op Torquay Beachfront Tourist Park gaan staan, werkelijk pal aan zee gelegen.

We gaan nog even “pootje baden” en Dennis plonst er natuurlijk weer helemaal in, waarna we een tijdlang luieren met uitzicht op zee.

Later trekken we ons terug onder de luifel, waar de losse zijkanten weer aan vastgemaakt zijn, want het blijft natuurlijk niet droog en zo kunnen we toch behaaglijk buiten zitten.

En zo dicht bij zee kunnen we het mooie geluid van de rollende golven tegen de kust goed horen !!

Verslag 70

Het heeft zo’n beetje de hele dag geregend en ook is het nog maar eenentwintig graden, toch weerhoudt dat ons er niet van om van alles te ondernemen. We starten in Howard waar je Bamboo land kunt bezoeken, eigenlijk een groot tuincentrum met een heel park eromheen met allerlei soorten grote planten en heel veel bamboe.

Je kunt er prachtig wandelen en het is echt heel mooi aangelegd.

Vervolgens rijden we via Childers naar Gin Gin, in beide plaatsen bevindt zich een “historical village”, maar geen van tweeën stelt veel voor.

Dan gaan we verder naar Kolonga waar we de afslag nemen naar Kalpowar en hier merken we pas wat veel regen doet. De zestig kilometer lange weg is onverhard, heuvelachtig met veel bochten en natuurlijk modderig door de vele neerslag van de afgelopen dagen.

We doen er twee uur over voor we in Kalpowar zijn en af en toe slippen we  of rijden door poeltjes, de auto’s zien er dan ook niet uit aan het eind van de rit.

Alles zit onder de modder en we proberen de camper zo goed mogelijk schoon te maken, want hier moeten we wel in en omheen leven. We parkeren onze auto’s bij “Behind the Pines”, een groot grasveld waar een klein toiletgebouw bij hoort en door middel van een donatie mag je hier overnachten.

We zijn de enigen die hier staan en nadat de camper weer een beetje toonbaar is wordt de luifel met zijwanden weer opgebouwd, zodat we redelijk beschut zitten voor de wind en de regen. We vermaken ons weer met een spelletje en een mooi boek en al die tijd tikt de regen op het dak !!

Verslag 71

Er was voor vandaag slecht weer voorspeld, maar we hebben maar enkele keren een beetje motregen gehad, dus dat viel erg mee. Wél is het heel benauwd, de temperatuur is alweer opgelopen naar bijna dertig graden en met al dat vocht in de lucht is het zweten !!

We gaan vanmorgen eerst op zoek naar de Kalpowar tunnels, waar in het verleden treinen doorheen reden, maar om er te komen moeten we eerst weer over onverharde, modderige wegen rijden, zodat de auto’s wéér erg vies worden.

Eenmaal aangekomen wandelen we door vier tunnels, soms met de zaklamp aan, waardoor we ook de vlinders spotten die er leven, waarna we teruglopen naar de auto’s.

Vervolgens rijden we naar Monto waar ook weer een Historical Centre is en gaan daarna door  naar Cania Gorge N.P..

\Hier boeken we twee nachten bij Cania Gorge Tourist Retreat, een leuke kampplaats tegen het Nationale Park aan gelegen, vanwaar je diverse wandelingen kunt maken.

Omdat ik veel vochtige handdoeken en kleding heb gebruik ik daar eerst een wasmachine en vervolgens een droger. Ook moet er weer een heleboel modder van de camper geschraapt worden !

We maken alvast één (heel) korte wandeling naar “Big Foot” en koelen vervolgens af in het zwembad(je) van de camping.

Tegen vieren worden hier dagelijks parkieten gevoerd en ze komen dan ook in grote getale op de vaste plek af, erg leuk om te zien.

Tegen de avond gaat de barbecue weer eens aan en ook mogen we hier een kampvuur maken, het bevalt ons hier prima !

Verslag 72

Vanaf de kampplaats kun je lopend naar een parkeerplaats vanwaar allerlei wandelingen starten, je hebt dan al wel ruim een kilometer afgelegd. Dus rond tienen vanmorgen zijn we begonnen aan een lange wandeling met als doel: Dripping Rock en vervolgens the Overhang.

Tegen de tijd dat we bij de parkeerplaats aankomen hebben we alle drie al een natte rug, zo vochtig en benauwd is het. 

Maar de trip is mooi en afwisselend en we plakken er zelfs nog een volgende wandeling aanvast naar de Dragon Cave.

Tegen de tijd dat we terug zijn op de camping, drie uur later, hebben we bijna elf kilometer afgelegd en zijn onze kleren doorweekt dus zoeken we eerst verkoeling in het zwembad. Weer gebruik ik de wasmachine en de droger want de lucht is zo vochtig dat ik de kleding en handdoeken anders nooit droog krijg.

Na de middag begint het ook nog te regenen en dit blijft zo tot we gaan slapen. Gelukkig kunnen we goed buiten zitten en heeft dat getik op de luifel ook wel wat, maar een kampvuur zit er vanavond niet in !!

Verslag 73

(We krijgen vanmorgen al vroeg bezoek !)

Na een hele nacht met veel regen was het vanmorgen nog steeds druilerig weer dus besluiten we verder te trekken, we hadden nog enkele wandelingen kunnen maken, maar daar zien we nu van af. We rijden nog even naar de Cania Dam, maar dit stuwmeertje is niet echt geschikt om in te zwemmen, meer om met een bootje op te varen.

Daarna volgt een lange rit richting Rockhampton, maar in Biloela bezoeken we eerst een wasstraat om de auto’s van al de modder, opgedaan tijdens de lange gravelrit enkele dagen terug, te ontdoen.

We zijn nog maar net zo’n twintig kilometer weer op weg wanneer we door een diepe modderplas rijden, die niet van te voren aangekondigd wordt, waardoor vooral de camper tot op het dak weer vol bruine spetters zit, dat wordt dus weer poetsen ! Daarna houden we maar meteen lunchpauze uitkijkend op enkele oude voertuigen.

Wanneer we tegen half vier bij het infocentrum in Rockhampton, dé stad waar runderen verhandeld worden,  binnenstappen om te vragen wanneer er een rodeo is, krijgen we te horen dat hier drie dagen lang een festival is met oude raceauto’s en dat het gigantisch druk wordt, wegwezen dus ! We rijden ruim vijfentwintig kilometer door naar “Take-A-Break Bush Camp” in Nankin, een simpele kampplaats waar we uitkijken op een meertje.

Helaas begint het ook hier ’s avonds weer te regenen !

Verslag 74

We hebben vanmorgen een anderhalf uur durende rondleiding gehad bij Koorana Crocodile Farm, al geopend in 1981 als de eerste commerciële krokodillen “boerderij” in Queensland. Toentertijd werden in het wild levende krokodillen gevangen, die een gevaar vormden voor de mensen en kregen bij de farm een nieuwe leefplek in plaats van dood geschoten te worden. Zo hebben ze zo’n honderd krokodillen gered en gebruikt om er jonkies mee fokken, zodat ze niet met uitsterven bedreigd worden. 

We krijgen uitgebreid uitleg over het broedproces en zien zelfs een jonkie uit het ei komen, iets wat echt niet bij elke toer gebeurt.