3 maanden Australië
januari februari en maart 2012 hebben wij met een 4 wiel aangedreven campertje door zuid-oost Australië getrokken. van Adelaide tot Brisbane.
in totaal 8700 kilometer afgelegd en op 74 verschillende kampplaatsen gestaan, meestal in nationale parken vrij in de natuur.
lees hieronder het totale verslag van dag tot dag inclusief vele foto’s
reacties kunnen gestuurd worden naar: wblits@Hotmail.com
Verslag 1
Nadat we, om medische redenen, een week later vertrokken zijn dan gepland, gaan we nu, beiden gezond, vol goede moed en met ontzettend veel zin, beginnen aan onze 7de trip naar Australië.
We zaten dinsdag (10 januari) al in het vliegtuig, toen we te horen kregen dat er een paar reizigers niet mee gingen en dat hun bagage uit het vliegtuig gehaald moest worden. Of dit iets te maken had met de hash-hond, die ons aan het besnuffelen was vlak voor de gate, weet ik niet, maar het kostte ons ruim een uur. Ook vertelde de captain dat er een technisch mankement was aan het vliegtuig, dat nagekeken moest worden. Al met al kwamen we ruim anderhalf uur later dan gepland (we zouden er om 6.35 uur zijn) in Hongkong aan. Daar aangekomen werden we, samen met verschillende andere Hollanders, met een bus naar het Royal View hotel in de stad gebracht (wat een half uur rijden was), waar we een dagkamer hadden geboekt. Helaas waren onze kamers nog niet klaar (!!) en moesten we tot 10 uur (Hongkong tijd) wachten, voor we eindelijk konden gaan slapen.
Om half vijf stond de shuttlebus alweer klaar om ons terug te brengen, dus erg lang was onze “nachtrust” niet, maar toch voelden we ons redelijk uitgerust. In HongKong was het nogal druilerig weer en we hebben daarom nauwelijks foto’s gemaakt. Het tweede gedeelte van de vliegreis hebben we nog een beetje gedommeld, maar echt slapen doe je niet. We hebben een film gekeken en yatzhee op de computer gespeeld (wat overigens een verslavend spelletje is !) en donderdagmorgen om half zeven kwamen we dan eindelijk aan in Adelaide. Met een taxi zijn we naar de Apollo-dealer gereden waar onze camper klaar zou staan. Jammer genoeg waren ze hem nog druk aan het schoonmaken (volgens mij hadden ze daar een week de tijd voor !!) dus ook hier moesten we weer wachten.
We hebben alles goed bekeken en diverse dingen achtergelaten, zoals een waterkoker en een broodrooster (op kampeerplaatsen in Nationale Parken hebben ze geen stroom) en extra handdoeken en lakens gevraagd. De stoelen, die we gratis konden krijgen, waren te licht voor Wim, dus die zoeken we zelf uit (ze worden zowaar achteraf vergoed door Apollo !). Tegen half elf konden we vertrekken en Wim was vrij snel gewend aan de auto, hij heeft maar drie keer de ruitenwissers gebruikt i.p.v. de richtingaanwijzer ! (In Australië rijden ze namelijk links en zit het stuur aan de rechterkant). Nu konden we eindelijk beginnen aan onze waslijst met boodschappen: stoelen, parasol, gaslamp, bijl (om hout te kloven voor een kampvuur), gereedschap, visspullen, enz. enz. Daarna zijn we naar Telstra gegaan, waar we voor de laptop een abonnement van drie maanden hebben laten installeren. Ondertussen was het al vier uur ’s middags en hadden we na het ontbijt van vijf uur in het vliegtuig niets meer gegeten. Ook begonnen we ondertussen aardig moe te worden. We hadden inmiddels al minstens zes verschillende winkels gehad en al aardig wat rondgecrosst door Adelaide. Bij een sushibar hebben we snel wat gegeten en zijn toen doorgegaan naar een supermarkt voor de levensmiddelen, want ook die moeten natuurlijk allemaal aangeschaft worden. We hadden trouwens geluk met het weer, het was ongeveer 24 graden, dus een mooie temperatuur om te wennen. Ook zijn we blij dat we onze TomTom mee hebben genomen, deze werkt hier ook feilloos. Tegen half zeven hadden we alles bij elkaar en konden we naar een camping gaan. Eigenlijk wilden we in een N.Park gaan staan, maar omdat we alles nog in moesten richten hebben we een “gewone” camping opgezocht, waar ’s avonds verlichting is. Via de prachtige Adelaide Hills, waar we het moois nu niet van zagen, zijn we naar camping Queen Victoria Jubilee gereden, een simpele camping waar we vier jaar terug ook een nacht gestaan hebben. Tegen half negen werd het donker en tot tien uur ’s avonds zijn we bezig geweest om de camper in te richten naar onze zin en om alle spullen een plek te geven. Toen waren we ook heelemaaal op !! Na een wijntje zijn we ons bed ingedoken en waren binnen vijf minuten vertrokken, dit keer naar dromenland !
Verslag 2
Om vijf uur vanmorgen waren we allebei alweer wakker, misschien door het gelach van de kookaburra’s (een prachtige blauw/witte vogel ), maar we hebben ons maar omgedraaid en zijn verder gaan slapen en werden daarna pas weer om negen uur wakker !! Na een heerlijke douche (een voordeel van een “echte” camping) en een lekker ontbijtje hebben we de laatste dingen een vaste plek gegeven.
Wim had gisteravond ontdekt dat de camper vrij zwaar stuurde en vanmorgen zag hij dat de olie voor de stuurbekrachtiging bijna op was, dus moesten we eerst op pad naar een werkplaats. In Williamstown, waar we ook geslapen hebben, was een garage. De monteur ontdekte dat de olie niet alleen op was, maar dat de auto ook olie lekte bij het linker wiel.
Wim heeft “Apollo” opgebeld en een uur later kregen we te horen dat er maandag een andere camper voor ons klaar staat in Adelaide. We hebben afgesproken dat we pas volgende week zaterdag de camper omruilen, want anders loopt ons hele schema in het honderd. De aankomende week vullen we de auto wel zelf bij met olie ! Het is inmiddels al half twee en we rijden richting de Barossa Valley, welke bekend staat om zijn druiven en wijnproeverijen. We houden het vandaag bij één wijnhuis, namelijk die van Peter Lehman, een van de betere wijnmakerijen van de Barossa. De wijn smaakt prima en we eten er gelijk een hapje.
Daarna gaan we noordelijk de binnenlanden in en komen uit bij Burra Creek Gorge Campground. Hier staan we vrij in de natuur tussen mooie dikke bomen, bij een riviertje en de gahla’s, prachtige grijs/roze papegaaien, vliegen in het rond.
De enige luxe die we hier hebben is een bush-toilet. Ook maken we helaas kennis met de vliegen en wat mieren, maar dat hoort er nu eenmaal bij.
Het was trouwens vandaag echt “vrijdag de dertiende”: eerst bleef ik vanmorgen met mijn lievelingsblouse achter de deurknop hangen, wat een flinke scheur opleverde (Ik heb hem redelijk kunnen maken !) Toen kregen we te horen dat onze camper olie lekte en vanavond wilde Wim het tosti-ijzer gebruiken en deze brak zomaar af. (Maar Wim is handig en heeft hem kunnen repareren). Nu moet het maar over zijn met de pech !!
Verslag 3
We hebben vanmorgen eerst nog een tijdje genoten van ons mooie plekje.
Een groep gahla’s vloog schreeuwend over, de kookaburra lachtte weer volop, in de verte hopten een paar kangoeroes voorbij en vannacht hebben we zelfs twee possums gespot, in de boom vlakbij onze camper. Dat is pas kamperen !
In de loop van de morgen zijn we naar Burra gereden, een oud kopermijnstadje. De enorme groeve staat vol water en enkele gerestaureerde gebouwen zijn te bezichtigen.
De “dugouts”, woonholen, van de mijnwerkers zijn nog te zien aan de oevers van de Burra Creek, waar rond 1850 meer dan 1500 mijnwerkers woonden.
Ook een vroegere gevangenis en een paar oude mijngangen zijn interessant. Het stadje zelf lijkt wel een openlucht museum.
Tegen tweeën rijden we naar een nieuwe kampplaats genaamd Redbanks Conservation Park, 17 kilometer rijden vanaf Burra. We hebben net alles staan, wanneer Wim zegt de auto niet echt meer te vertrouwen, hij moet alweer olie bijvullen. We nemen de planning door en besluiten niet naar de Flinders Ranges te gaan, dit Nationaal Park is hier zo’n 300 kilometer vandaan en ligt erg afgelegen, als er dan iets gebeurd ben je erg moeilijk te bereiken. Als alternatief gaan we naar Mount Remarkable N.P. wat dichter bij de bewoonde wereld ligt. En we gaan niet morgen, maar pakken gelijk alles weer in en rijden de 175 kilometer vandaag nog !
Tegen zessen komen we aan en vinden een prachtige plek bij Mombray Creek Campground onder grote “red gum trees”. We moeten echt een beetje in de schaduw staan, want het was vandaag rond de dertig graden.
Er staan nog een paar caravans en tenten, maar dat is niet verwonderlijk, want het is weekend en nog schoolvakantie. We hebben gelijk voor twee nachten betaald en morgen gaan we de omgeving verkennen. Wim heeft gebeld met “Apollo” en we ruilen nu dinsdag de camper al om. De “nieuwe” camper wordt maandag ingeleverd bij de dealer, dus dan hebben ze mooi de tijd om hem te reinigen voor wij hem meenemen. Hopelijk krijgen we er dan één zonder mankementen, want naast de lekke stuurbekrachtiging doet ook de handrem het niet goed, zit de trap los en werkt de autosleutel niet op afstand ! Het mag de pret niet drukken, wij genieten toch wel !
Verslag 4
We hebben vandaag een heel relaxte dag gehad. Vanmorgen hebben we een korte wandeling gemaakt door het N.P. langs rotsen, aparte bomen en over heuvels,
in de verte zagen we zelfs het water van de Spencer Gulf.
Onderweg zagen we enkele kangoeroes in de schaduw zitten
en eenmaal terug bij onze kampplaats zagen we verschillende emoes langskomen.
Ook een grote goanna en diverse kookaburra’s hebben we weer op de foto gezet.
Voor het eerst in de vakantie hebben we Carcassonne en Triominos gespeeld en ook onze leesboeken zijn weer tevoorschijn gekomen. Ondertussen hebben we onze camper nog een keer verhuisd, een werkje van enkele minuten, omdat we pal in de zon stonden.
Maar waar je ook staat, de omgeving is schitterend. Het was knap warm vandaag: 32 graden in de schaduw en de lucht is strak blauw, dus echt een dag om het kalm aan te doen !
Verslag 5
We zijn vanmorgen eerst naar de ranger gereden om een parkpas aan te schaffen. Met deze pas kunnen we twee maanden in alle N.P. van Zuid Australië gaan staan zonder entree of campinggeld te betalen. Zaterdag waren we net te laat en was het kantoortje bij Mount Remarkable al gesloten. De kosten van de pas zijn 65 dollar en de ranger was zo vriendelijk het geld van de afgelopen nachten ( 43,= dollar ) gelijk te verrekenen.
Daarna zijn we doorgereden naar Telowie Gorge C.P. waar we drie kwartier gewandeld hebben. Het was inmiddels tien uur en ruim dertig graden, maar we hadden de wandeling niet willen missen.
Tussen de middag hebben we op een parkeerplaats in de schaduw gegeten en het viel op, dat door de warme föhnwind, ons brood gelijk uitdroogde !
Ons volgende punt was Bungaree Station, een merinoschapenfarm uit 1841. Het bleek echter dat je alleen met een audiogids zelf rond kon lopen, maar het trok ons niet om bij 35 graden anderhalf uur naar zo’n kastje te luisteren buiten in de hitte. De schapen waren trouwens niet eens in de buurt !
Dan maar gelijk door naar Clare Valley, een belangrijke wijnproducerende streek. Als eerste hebben we bij Jim Berry Wines, die al vier generaties wijn maakt, diverse wijntjes geproefd.
Daarna zijn we naar Sevenhil Cellars gereden, de oudste wijngaard van de omgeving. De wijnmakerij wordt gedreven door jezuïeten en naast een kerk is er een mooie wijnkelder te bezichtigen.
Als laatste zijn we bij Skilogalee Wines naar binnen gegaan.
Daar zagen we dat er diverse mensen buiten op de veranda zaten, vanwaar je een schitterend uitzicht had over de wijngaard. Even later zaten ook wij daar met een wijntje en gelijk een heerlijke maaltijd. Nu hoeft Wim vanavond niet meer te koken !
(Niet alleen wij, ook de auto lust een slokje !)
We hadden geen zin meer om verder te rijden en zijn op “Clare Caravan Park” gaan staan. Het is inmiddels half acht en nog altijd is het ruim 35 graden, dat gaat een warm nachtje worden !!
Verslag 6
Zoals je in Europa de Tour de France kent, hebben ze hier Tour Down Under. Deze fietstocht duurt twee weken en gaat vandaag (dinsdag de 17de januari) van de Barossa Valley naar de Clare Valley.
Onderweg komen we door leuke versierde dorpjes vol ballonnen, linten en zelfs hele “aangeklede” fietsen. We rijden eerst nog een tijdje door de mooie wijnstreek vol frisgroene druivenranken, maar langzaamaan gaat het weer over in het dorre, droge landschap, zo kenmerkend voor deze tijd van het jaar.
Je ziet de vele schapen amper op het land lopen, ze hebben precies dezelfde kleur als de verdorde grond. Behalve met die arme schapen heb ik ook meelij met de fietsers, want de temperatuur loopt vandaag snel in de richting van de veertig graden, de Australiërs zijn dit nog wel gewend, maar voor de rijders uit Europa is het echt afzien.
Ook de meeste rivieren staan droog en tot eind april is er een “total fire ban”, dus voorlopig geen kampvuurtje voor ons !
Om kwart over tien komen we aan bij Apollo, daar zijn ze druk bezig onze “nieuwe” camper te reinigen. Het blijkt dat hij ’s morgens nog naar de garage is geweest, om helemaal nagekeken te worden, niet verkeerd !! De campers worden vlakbij elkaar gereden en dan wordt het tijd om alles over te huizen, een hele klus en dat bij veertig graden !!
Na twee uur zijn we klaar en tevreden met ons nieuwe “huis”, deze is een stuk jonger en ziet er veel beter uit. Het enige wat ons niet bevalt is de luifel, dit is een nieuw systeem, maar veel kleiner dan dat we gewend zijn, dus met felle zon hebben we veel minder schaduw en met regen moeten we naar binnen verhuizen. Ook is hij vrij laag en stoot Wim z’n hoofd eraan, maar we zien wel, hier is toch niets aan te veranderen.
We doen nog wat boodschappen en tegen kwart voor drie verlaten we Adelaide en rijden naar het zuiden.
Het is inmiddels helemaal bewolkt en broeierig warm.
Na anderhalf uur komen we aan bij Rapid Bay, een prachtige kampplaats pal aan zee. Er zijn verschillende mensen aan het zwemmen en ook wordt er volop gevist, vooral op een pier, een eind verderop. Wij gaan eerst een even lekker relaxen, ook wordt het tijd voor een biertje !!
Tegen de avond komt de wind opzetten, maar nu vanuit het zuiden, ook wordt het wat frisser. Om tien uur liggen we al op bed, waar we af en toe liggen te schudden van de harde wind !
Verslag 7
Nadat we vanmorgen zo’n 15 kilometer hadden gereden kwamen we aan bij Cape Jervis, het vertrekpunt van de veerpont naar Kangaroo Island. Het is geen goedkope overvaart, want je bent 375 dollar kwijt voor een retour. Nu hadden we gisteren van een Duits echtpaar, dat net terugkwam van het eiland, gehoord dat je moest vragen naar een “combinatieticket” en dit bleek inderdaad een stuk voordeliger: je boekt dan één overnachting bij een camping en dan ineens kost de retourticket 273 dollar, ra, ra, hoe kan dit !
We zijn met de pont van tien uur overgevaren, met vrij bewolkt weer en 24 graden.
We zagen ’s morgens al dat er witte koppen op de golven zaten, dus Wim had alvast een reistabletje ingenomen. De boot ging aardig heen en weer, maar om kwart voor elf stonden we veilig op Kangaroo Island, waar we ruim een week zullen blijven. Het eiland is 155 kilometer lang, 55 kilometer breed en heeft 4.400 inwoners ! Vanaf de aankomstplaats Penneshaw zijn we naar het uiterste oosten van het eiland gereden naar het Lashmar Conservation Park.
We vonden er een mooie stek aan de Chapman River genaamd Antechamber Bay East.
Hier wilden we tussen de middag wat eten en Wim heeft er gelijk z’n hengel uitgegooid. De plek bevalt ons echter zo goed dat we besluiten hier te overnachten. Er is hier verder niets, zelfs geen toilet, maar dat maakt niet uit. Wim vangt de ene vis na de andere en aan het eind van de middag heeft hij 35 breams gevangen (en allemaal weer teruggezet in de rivier).
Ik heb ondertussen mooi de tijd om de planning voor de komende dagen te maken Het is inmiddels prachtig weer geworden en we hebben echt de luifel nodig, ook de parasol (we hebben gelukkig een heel stevig exemplaar gekocht) moet opgezet worden, de zon heeft ontzettend veel kracht. Tegen de avond koelt het echter weer snel af en moeten we zelfs de lange broek weer aan, maar we zitten wel lekker buiten, iets wat in Nederland nu niet aangenaam is !
Verslag 8
We hadden vannacht een wolkeloze hemel met duizenden sterren, die je vooral goed kon zien omdat er nergens licht brandde in de omgeving.
Als eerste zijn we vanmorgen naar het meest oostelijke punt gereden waar de oudste vuurtoren van Zuid Australië staat (Cape Willoughby Lighthouse),
je hebt er een mooi uitzicht op zee en het vaste land van Australië. Vervolgens hebben we de weg dwars door de Dudley Peninsula genomen en kwamen uit bij het Pelican Lagoon C.P. waar we geen pelikaan gezien hebben, wel is het een prachtig natuurgebied.
Daarna hebben we een zuidelijk strand opgezocht, genaamd Pennington Bay, waar de golven tegen de rotsen sloegen.
Iets verderop vind je Prospect Hill, het hoogste punt en tevens smalste stuk van het eiland, waar je komt door 512 treden te beklimmen. Het uitzicht is magnifiek !
We volgen verder de kustlijn langs de noordkant en komen via American River en Nepean Bay uit bij Kingscote, de grootste plaats op K.I. Net erboven ligt een beschutte baai genaamd Bay of Shoals en daar vonden we een schitterend plekje.
We hebben er uren doorgebracht kijkend naar de vogels en de zee.
Tegen vijven zijn we teruggereden naar Kingscote waar elke dag de pelikanen gevoerd worden. Er zaten wel zestig van die grote vogels te wachten, een prachtig gezicht. Ze vechten gewoon om het eten en slokken de vissen is z’n geheel naar binnen.
Nadien zijn we teruggereden naar onze mooie stek en daar blijven we vannacht staan. Het wordt langzaam vloed, maar we staan hoog genoeg, wel moeten de lange broeken en vesten weer aan, maar dat is geen probleem !
Verslag 9
Vandaag hebben we de noordkant van Kangaroo Island bekeken. De omgeving is erg afwisselend, heuvelachtig, mooie baaien, wijngaarden en droge meertjes.
Onze eerste stop was bij Stokes Bay, waar je via smalle paadjes tussen de rotsen door op het strand komt.
We hebben er heerlijk over het strand gewandeld en zijn daarna verder gegaan naar de volgende baai, genaamd King George Beach. Hier kwamen net enkele duikers het water uit, die in de baai gedoken hadden.
Op het strand was nergens schaduw dus zijn we doorgereden naar Snelly Beach, hier was haast niemand, maar het was rond enen en de zon is helaas te fel om op het strand te lopen.
We hebben in de schaduw geluncht en zijn vervolgens naar Western River Cove Camp gereden, waar we een plek met prachtig uitzicht hebben gevonden.
Onderweg zagen we opeens een koala op de weg zitten, die snel wegrende toen de auto stopte.
Even later zag Wim, tijdens het rijden, er één in een boom zitten, is het geen schatje (ik bedoel de koala !!).
Vanaf onze nieuwe kampplaats zien we onder een grote boom een hele groep kangoeroes zitten.
Gisteren hadden we één kleine kangoeroe (wallebie) rond zien hoppen, maar verder helaas alleen maar dode kangoeroes op de weg zien liggen, dus we zijn blij nu enkele levenden te zien. Langs de kampplaats loopt een rivier die uitkomt in zee en via een brug kun je naar zee lopen. We hebben ook enkele uren aan het strand doorgebracht, Wim heeft voor het eerst in zee gevist en één flathead gevangen.
Helaas staat er nog steeds veel wind en zodra de zon weg is koelt het erg af. We verhuizen vanavond voor het eerst naar binnen !
Verslag 10
We hebben vannacht slecht geslapen: de wind wakkerde ’s avonds steeds harder aan en omdat we op een hoog plat stuk stonden, met de volle lengte in de wind, stond de camper flink te schudden. ’s Nachts om half twee zijn we ons bed uitgegaan en heeft Wim de camper verreden, achter een toiletgebouwtje, zodat we een beetje beschutting hadden. Zelfs daar konden we de wind nog goed voelen !
We hebben de noordelijke kant van het eiland verlaten en zijn richting zuid-west gereden.
Eerst naar Hanson Bay Sanctuary, waar je kangoeroes en koala’s kunt spotten. We hebben er negen kunnen vinden, de meeste diep in slaap, hoog in de boom.
De koala’s die we gisteren in het wild zagen waren dichterbij. Het westelijk gedeelte van Kangaroo Island is één groot Nationaal Park genaamd Flinders Chase N.P. Helemaal zuidelijk leven de Nieuw-Zeelandse zeehonden in het wilde water van de Weirs Cove.
Vanaf Admirals Arch, een prachtige natuurlijke “brug” kun je ze bekijken. Even verderop vind je op een grote granieten rots heel aparte stenen, genaamd Remarkable Rocks, ook hier hebben we weer heel wat foto’s gemaakt.
Daarna rijden helemaal naar het westelijkste punt, waar de mooie baai West Bay ligt, er is ook een kampplaats, maar deze vinden we niet zo bijzonder. We rijden terug naar Snake Lagoon, waar je ook mag kamperen. Hier staan we als enigen in het bos, naast een drooggevallen meertje, heerlijk rustig. Er is nog steeds veel wind, maar hier merk je er weinig van, ik weet zeker dat we vannacht heerlijk zullen slapen !
Verslag 11
We hebben weer een gevarieerde dag gehad. Als eerste hebben we een wandeling gemaakt vanaf de kampplaats, genaamd Snake Lagoon Hike, welke zo’n anderhalf uur duurde.
Via een bospad kwamen we bij een rotsachtig riviertje, waar haast geen water in stond.
Na nog een kwartiertje kwam de zee in zicht, we hadden er echter niet aan gedacht zwemkleding en een handdoek mee te nemen, dus zijn we weer terug gewandeld.
De temperatuur was inmiddels aardig opgelopen en de wind, die gisteren nog vrij hard was, is bijna weg, zweten dus !! Terug bij de camper hebben we heerlijk in de schaduw gezeten om bij te komen. Daarna hebben we het N.P. verlaten en zijn naar Hanson Bay gereden, een zo goed als verlaten baai, waar je de wind wel weer voelde. Hier hebben we wat gegeten en genoten van het uitzicht.
Vervolgens stond Kelly Hill Caves, een druipsteengrot, op het programma ! We hebben eerst nog een wandeling gemaakt door het bos boven de grotten waarna we afgedaald zijn in de “cave”.
Dit was echt niet de mooiste grot die we gezien hebben, maar toch is het altijd weer fascinerend om te zien, bovendien was het heerlijk koel onder de grond !!
Het werd tijd om een kampplaats op te zoeken en het was de bedoeling om bij Vivonne Bay te gaan staan. Daar aangekomen bleken het plekken zonder schaduw te zijn en bovendien waren er behoorlijk wat andere gasten. Achter een duin was een rivier die uitkwam in zee, maar deze kon je vanaf de camping niet zien.
We hebben de camper weer gestart en zijn verder gereden. We staan nu aan de d’Estrees Bay, pal aan zee, in het Cape Gantheaume C.P.
Wat zo vreemd is op Kangaroo Island, we kunnen wel onze mails verzenden, maar we hebben geen telefoonverbinding. Toch willen we morgen naar Holland bellen, want dan wordt Dennis 26 jaar ! We moeten dus heel vroeg opstaan en ruim veertig kilometer rijden, om bij een openbare telefooncel te komen ! Ook dat is Australië !!
Verslag 12
We hadden vannacht weer een sterrenrijke hemel en met het vloed worden hoorden we het kabbelen van de zee, het water kwam tot op een paar meter afstand van onze camper. Vanmorgen was het weer eb en het zeewier, dat dik opgestapeld op het strand ligt, was nat en stonk behoorlijk, tijd om weer te vertrekken !
Het is vandaag 23 januari en Dennis is jarig ! Het is bij ons de gewoonte ’s nachts om twaalf uur te bellen, dus moesten we om half tien ergens vandaan telefoneren. Zoals ik al schreef heb je lang niet overal verbinding, wel in Kingscote, dus daar zijn we eerst naartoe gereden. We hebben wel twintig minuten gekletst en daarna hebben we gelijk boodschappen gedaan, want onze voorraad was aardig geslonken. Ook winkels zijn er maar weinig op Kangaroo Island. Vanaf het stadje was het ruim vijftig kilometer rijden naar Seal Bay, een strand vol Australische zeeleeuwen. We zijn eerst nog even wezen kijken bij Little Sahara, dit zijn prachtige zandduinen, waar je met een sleetje vanaf kunt glijden.
De temperatuur was echter inmiddels al tegen de veertig graden opgelopen, dus met vijf minuten waren we er weer weg. Ook de zeeleeuwen hadden last van de warmte, de meeste zwommen in het water of lagen lui op het strand.
Vervolgens hebben we weer een flink stuk gereden en zijn gestopt bij Pennington Bay, een prachtig strand, waar we een paar uur vertoefd hebben, pootje badend en lui lezend onder de parasol.
We zijn daarna weer helemaal naar de oostkust gegaan en staan weer aan dezelfde rivier als de dag van aankomst op het eiland, alleen nu hebben we een schaduwrijk plaatsje opgezocht. Al met al hebben we vandaag zo’n 225 kilometer afgelegd ! Het is inmiddels bijna tien uur ’s avonds en het is nog altijd ruim 25 graden, vanavond hoeven we dus géén vest en lange broek aan !!
Verslag 13
We zijn vanmorgen tot half twaalf op ons mooie plekje blijven staan, door de bomen was er genoeg schaduw. Wim heeft nog een tijdje gevist en weer had hij twaalf keer een bream aan de haak.
Daarna zijn we naar Penneshaw gereden, waar we nog een boeking hadden staan bij K.I. Shores Caravan Park. Ik had zakken vol vuile was en hier hebben ze een wasmachine, waar ik gratis gebruik van mocht maken.
Ook een douche was lang geleden en een welkome afwisseling na al het primitieve wassen. ’s Middags zijn we naar het strand gelopen, dat je vanaf de camping kunt zien. De baai is erg beschut en ondiep, waardoor het water een prima temperatuur had. Voor het eerst deze vakantie hebben we echt gezwommen, tot nu toe vonden we het water steeds te fris.
Ook kunnen we vanaf de kampplaats de veerpont van SeaLink zien, welke elk uur overvaart naar het vaste land. Dit was tot 1930 wel anders, toen ging er eens in de drie maanden een boot naar het eiland, om de vuurtorenwachter en z’n gezin te voorzien van levensmiddelen en andere benodigdheden. Nu is het een echt vakantie-eiland geworden, wat niet verwonderlijk is met zo’n afwisselende natuur.
We hebben ook voor het eerst stroom deze vakantie en een prima internetverbinding, dus alles wordt opgeladen en alle mails weer gecheckt. We hebben vandaag niet veel gereden, maar in de week dat we hier waren hebben we toch ruim 800 kilometer afgelegd. Morgen verlaten we Kangaroo Island weer en gaan verder reizen richting het oosten, elke dag is weer anders, vol avontuur !
Verslag 14
Vannacht begon het bewolkt te worden en vanmorgen was de lucht helemaal grijs. Er staat een koude harde wind, ideaal weer om over te varen ! Tegen tienen zien we de veerpont aankomen en verlaten we de camping. Aan boord blijven we buiten op het achterdek zitten, waar we de hele reis gezellig zitten te kletsen met een moeder en dochter uit Holland, die ook gelijk met ons op de heenweg op de boot zaten. Terwijl we flink heen en weer schommelen en het zeewater helemaal over het dak spoelt hebben we het over het cruiseschip dat een paar weken terug gekapseisd is voor de Toscaanse kust, erg toepasselijk ! De boot doet er een kwartier langer over als vorige week, wat niet verwonderlijk is, maar we komen veilig aan. Daarna rijden we naar het leuke plaatsje Strathalbyn, dat in 1839 gesticht is door Schotse immigranten, wat goed te zien is aan de architectuur van de gebouwen.
We doen er uitgebreid boodschappen voor de komende dagen en vervolgen onze weg door Langhorne Creek, één van de oudste wijnstreken van Australië. We proeven geen wijn bij de “cellar door”, maar gaan naar onze slaapplaats voor vannacht: Frank Potts Reserve, een grote parkeerplaats onder de bomen, met uitzicht op de wijngaarden, waar je gratis mag kamperen.
Als we aankomen is het er nog rustig, maar in de loop van de avond komen er steeds meer tenten, caravans en busjes te staan. Morgen is het namelijk Australian Day en dan heeft iedereen vrij en Australiërs zijn nou eenmaal gek op kamperen.
Verslag 15
Gisteren (26 januari) was het dus Australia Day, de geboortedag van de Natie (in 1901), we hebben er echter weinig van gemerkt. Af en toe kwam er een auto voorbij met een nationale vlag eraan, maar verder reden we alleen door slaperige plaatsjes, waar de winkeltjes gesloten waren. We zijn naar Ngarkat Conservation Park gereden, waar we een plaatsje vonden op Pertendi Hut Campground. Er was helemaal niemand en dat bleef zo de hele dag, wat niet zo verwonderlijk was, want het was stik heet, tegen de veertig graden. We vonden echter een prima plek onder hoge bomen en we hadden geen zin om nog ruim 250 kilometer te rijden naar een volgend N.P. (We hadden er al ruim 250 km. opzitten.) en hebben gewoon heel relaxed gedaan de hele middag.
Het is een mooi park, maar meer geschikt om in de herfst of in het voorjaar naar toe te gaan. Het zou er vol “wildlife”zitten, maar we hebben geen enkel dier gezien, niet eens een klein kangoeroetje. Vanwege de droogte en het brandgevaar waren zelfs de “tracks”, die heel zanderig zijn, in het park gesloten.
Tegen achten toen de zon bijna onder was, hebben we een wandeling gemaakt in de omgeving, toen koelde het tenminste een beetje af en ’s nachts helemaal. We zitten namelijk in de buurt van het ” big desert wilderness park”, met een woestijnklimaat.
Thuis had ik een hele planning gemaakt voor alle dagen, zodat we, na drie maanden, op tijd in Brisbane aankomen, maar je weet natuurlijk niet van te voren hoe het weer zal zijn en hoe alle parken eruit zien. We zouden hier nog een dag blijven en dan naar “the little desert” gaan, een soortgelijk park, maar daar is het nu veel te warm voor !
Vanmorgen hebben we Zuid Australië verlaten en zijn nu in de staat Victoria aangekomen. Via Bordertown, Nhill (waar ik nog een boom vol kaketoes en gahla’s zag)
en Horsham, waar we bij “green lake” (wat eerder bruin leek !) tussen de middag geluncht hebben,
zijn we naar Grampians Nationaal Park gereden. Dit park heeft in 2006 een felle brand gehad en afgelopen jaar een flinke overstroming meegemaakt, de meeste wegen zijn echter weer toegankelijk. Het is een erg populair park wat goed te merken is, want vooral de grote kampplaatsen zijn bomvol met gezinnen. Vanwege de Nationale feestdag hebben ze nog een laatste lang weekend voor de scholen weer beginnen en het is nog steeds prachtig weer, dus iedereen geniet nog even ! We kwamen tegen vieren aan in het park en hebben voor twee nachten geboekt. We staan nu op kampplaats Plantation, waar het gelukkig lekker rustig is. Nu maar hopen dat er vanavond wel weer wat “wildlife” te zien is !!
Verslag 16
Inderdaad, gister tegen de avond kwam de natuur tot leven: de kookaberra’s lachten voluit, de kangoeroes hipten weer rond en Wim heeft zelfs een vos gespot.
Zoekplaatje:
de kangoeroe heeft de vos al lang in de smiezen !
Wim zag hem pas zodra hij de foto maakte.
De avond was zwoel en voor het eerst hebben we onder slechts een laken geslapen.
Vanmorgen zijn we begonnen aan het verkennen van het park en hebben de “toeristische route” genomen. Eerst naar de Boroka Lookout, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over een paar meren, de bergen en de Halls Gap vallei.
Toen door naar Reed Lookout, waar je, na een wandeling van een kilometer, de beroemde “Balconies” op de foto kunt zetten en tevens een mooi uitzicht hebt over de Victoria Valley.
(Hier leek het even of ik in Noorwegen was !)
Maar daarna komt het mooiste: de MacKenzie Falls. Het is wel een stukje lopen en je moet aardig wat traptreden op en af, maar het is zeker de moeite waard. We hebben de watervallen van boven- en onderaf bekeken en waren verbaasd dat er nog zoveel water in het droge Australië is.
Vervolgens zijn we noordwaarts gegaan, via onverharde wegen, op zoek naar een nieuwe kampplaats. We kwamen uit bij Stapylton campground, waar we vroeger ook al eens gestaan hebben, alleen je kent het niet meer terug, alles is vernieuwd, vanwege de brand- en waterschade. Net als op onze vorige slaapplaats is hier een “douche”, een open ruimte met wanden van golfplaten, waar een emmer in hangt met een douchekop eronder. Je moet de emmer natuurlijk wel eerst zelf vullen met regenwater, maar na een warme dag is zo’n douche heel verfrissend !
We staan nu onder een grote boom om een beetje schaduw te hebben en de kaketoes en kraaien zitten boven ons, dat kan nog een mooi orkest worden !
Verslag 17
Gisteravond begon het helemaal te betrekken en was het ontzettend benauwd, maar er is geen druppel regen gevallen. Toen we tegen half elf naar bed gingen was het nog éénendertig graden !!
Vanmorgen was de lucht weer strak blauw en begon het al snel warm te worden. Er zat een kangoeroe met z’n jong vlak naast onze camper, altijd weer een mooi begin van de dag.
We zijn vandaag gestart (na het gebruikelijke ritueel van wassen, eten en opruimen), nadat we zo’n tien kilometer hadden gereden naar het vertrekpunt, met een prachtige wandeltrack, genaamd Hollow Mountain. Het was echt klimmen geblazen over allerlei rotsen en door spleten, maar het was schitterend en ook best vermoeiend, vooral als het tegen de veertig graden loopt ! We waren weer goed ingevet, hadden water bij ons, zonnebrillen en een hoed op, want zonder deze dingen kun je echt niet gaan wandelen !
We hebben ruim twee uur over de tocht gedaan en hebben er gelijk nog een wandeling aan vast geknoopt, naar een Aboriginal cultural site, genaamd Gulgurn Manja Shelter. Hier zijn nog tekeningen te vinden van de aboriginals, die hier vroeger geleefd hebben.
Toen vonden we het genoeg en zijn weer gaan rijden.
Eerst naar Lake Wartook en daarna naar de dichtbijgelegen kampplaats Smiths Mill, die nu zo goed als verlaten is. Ook hier maken we weer gebruik van de “bush-douche”, iets wat je echt leert waarderen ! Vooral als je, zoals Wim, eerst nog even hout gaat hakken, want we willen vanavond ons eerste kampvuur maken !
Verslag 18
We hadden gister een perfecte avond: een mooi kampvuur met een koel briesje erbij, een verademing vergeleken bij de afgelopen avonden.
Net toen we naar bed wilden gaan begon het te regenen en dat deed het vanmorgen nog. We hebben buiten ontbeten onder het kleine luifeltje en alles, zowel binnen als buiten, was vochtig.
Weg plannen voor mooie wandelingen, als het regent kun je niet veel. Maar gelukkig, tegen elf werd het droog. Het bleek trouwens al half twaalf te zijn, toen we de grens van Zuid-Australië naar Victoria over gingen, hadden we de klok een half uur vooruit moeten zetten. We leefden dus al drie dagen met een verkeerde tijd !! (Who cares !) We zijn eerst naar Halls Gap gereden om de mails van de afgelopen dagen te verzenden, in het park is een slecht bereik dus we hadden geen telefoon en geen internetverbinding, lekker rustig ! Daarna hebben we toch nog een wandeling gemaakt naar de Silverband Falls.
Daar kun je nog zien wat de overstroming van januari 2011 heeft aangericht, in twee dagen tijd viel er 30 centimeter regen en dat had een verwoestende uitwerking, de schade is nog niet allemaal hersteld.
Nu het weer wat rustiger is in het park (de schoolvakantie is voorbij !), hippen de kangoeroes weer vrolijk rond, je zou ze haast onder de auto krijgen, ook de koekaberra’s laten zich weer zien.
We zijn naar het zuiden van het Grampians N.P. gereden en staan nu op Jimmy Creek Campground. We hebben een ruime plaats, Wim heeft alweer een berg hout klaar liggen, nu is het te hopen dat het niet te hard waait vanavond, dan kunnen we weer zo’n mooi kampvuur maken. Tot nu toe gaat de wind behoorlijk te keer, er is ander weer op komst, morgen koelt het af naar 16 graden !!!
Verslag 19
We hebben gisteravond een kampvuur gehad, maar we zaten er wel bij met twee truien en de lange broek aan. Ook motregende het, dus het was lang niet zo relaxed als de avond ervoor.
Er stond een bak met water klaar voor het geval dat er windstoten zouden komen, maar dat viel erg mee. Nu hadden we echt de warmte van het vuur nodig ! Vanmorgen was het maar twaalf graden, brrr. (in Holland min vijf !!), toch deed Wim gewoon de korte broek weer aan ! We zijn eerst naar de plaats Hamilton gegaan, om onze voorraden aan te vullen, wat hard nodig was ! Daarna hebben we de Byaduk Caves bekeken in het Mount Napier State Park. Er waren vier lavagrotten, waarvan je in de eerste mocht afdalen, wat we natuurlijk gedaan hebben, echt de moeite waard !
Vijfentwintig kilometer zuidelijker ligt Mount Eccles N.P. waar ook lavagrotten moeten zijn. Er staan hier veel manna gumtrees, het favoriete voedsel van de koala’s. We staan er nu op Lake Surprise Campground en blijven hier morgen ook.
Het vulkanische meer hebben we al vluchtig gezien en ook hebben we al een stijve nek van het zoeken naar koala’s, maar we hebben er nog geen één gespot. We mogen wéér een kampvuur maken, de favoriete bezigheid van Wim, het hout ligt al klaar en bij een temperatuur van rond de vijftien graden is het goed toeven bij zo’n warm vuur !!
Terwijl ik aan het schrijven was heeft Wim een wandeling gemaakt en al drie koala’s gezien, dat belooft wat voor morgen !!
Verslag 20
Gisteravond kregen we bezoek van een stelletje possums, deze beesten zijn ook totaal niet bang. Eén was er zelfs zo brutaal dat hij onze bakplaat schoonlikte. (We hebben hem vanmorgen toch nog maar even goed afgewassen !)
Vanmorgen was het eerst weer miezerig weer, maar gelukkig klaarde het later op. We hebben de tunnel-cave bekeken, een gigantische grot, ontstaan door een lavastroom.
Daarna zijn we helemaal rond gelopen over de rand van de krater,
onderweg zagen we koala’s, zelfs twee op één grote tak.
Als ze met elkaar communiceren zijn het net brullende beren. Leuk trouwens dat ze wakker waren, want deze dieren slapen twintig uur per etmaal ! Ook krijsende kaketoes en mooie papegaaien kwamen voorbij vliegen.
’s Middags hebben we de binnenkant van krater, die nu gevuld is met water, bekeken, ook weer een prachtige wandeling.
Verder hebben we geluierd en spelletjes gedaan, vanavond gaat het kampvuur weer aan, wat echt heerlijk is, want ’s avonds daalt de temperatuur naar 14 graden !
Verslag 21
We hadden gisteravond de vuile vaat vast klaargezet en inderdaad tegen half tien, toen het helemaal donker was, kwamen de pannenlikkers weer tevoorschijn. Er waren maar twee possums dit keer, maar ze bleven de hele tijd bij onze camper rondhangen. Deze dieren komen pas tot leven als het donker is, overdag slapen ze in holle bomen of grotten. (Nagevraagd bij de ranger !)
Vanmorgen hebben we de laatste mooie bezienswaardigheid van het park bekeken: the Natural Bridge. Ook dit is weer een soort grot waar de lava doorheen gestroomd is, alleen kun je hier doorheen lopen en zit er een uitgang aan de andere kant !
Mount Eccles N.P. is ons prima bevallen, we ontdekten dat er zelfs een echte douche was, waar we, na ruim een week behelpen met een wasbakje en een bush shower, heerlijk van genoten hebben !
Ook zien we, na ruim een week, de kust weer. We gaan eerst zuidelijk naar Port Fairy en vandaar in oostelijke richting de beroemde “Great Ocean Road” rijden. Deze weg loopt vlak langs de kust en regelmatig zijn er mooie look outs, we stoppen zo’n keer of tien en elke keer moet je weer een eindje lopen voor je iets moois aanschouwd. We zien the London Bridge, waar in 1990 al een stuk van ingestort is,
the Arch, de bekende twelve Apostles, maar wij vinden the Grotto toch het mooiste.
Voorbij het plaatsje Princetown gaat de weg ineens landinwaarts, waar ze over gaat in beboste heuvels met kronkelende wegen. Wij eindigen vandaag in het Great Otway N.P. op Aire River West Campground.
Via een oude houten brug gaan we de rivier over en hier staan we voor het eerst op een open grasveld en weer mag je, sinds we in de staat Victoria zijn is dit geen enkel probleem, een kampvuur maken. Ook zagen we weer twee koala’s in een boom zitten, druk etend van hun geliefde bladeren en allerlei aparte vogels. We zijn lang de enigen niet hier, maar dat is logisch, want het is een gratis kampeerplaats. Geen probleem, we kwamen pas tegen vijven aan en genieten nog even na in het zonnetje van deze prachtige dag !
Verslag 22
We hebben vannacht onrustig geslapen: een eindje verderop op het kampterrein hadden ze blijkbaar een feestje en daarbij hadden ze de muziek nogal hard staan. Dit ging door tot twee uur, terwijl er toch overal duidelijk staat dat je na tien uur ’s avonds rustig moet zijn en rekening moet houden met andere kampeerders ! Om vier uur ’s morgens gingen de eerste vissers alweer op pad, ook met het nodige kabaal en om zeven uur kwam er een grote vrachtwagen hout lossen, pal naast onze kamper !! Ook goeiemorgen !! Ik kon de koala’s vanochtend niet meer vinden, die vonden het ook te veel herrie !!
We hebben vanmorgen, nadat we weer over die mooie houten brug waren gehobbeld,
de great ocean road verder gevolgd. Eerst reden we door regenwoud met mooie varens, prachtige heuvels en leuke slingerwegen, maar al snel kwam de zee weer in zicht. Dit keer reden we langs toeristische plaatsen, zoals Apollo Bay, met z’n mooie stranden, al lag er nogal wat zeewier aan de kant.
De autoweg (tweebaans) slingert steeds pal langs de zee, wat heel mooi rijden is.
Ineens zagen we een bord: Sheoak Falls Carpark, dus daar zijn we gestopt en hebben een mooie wandeling gemaakt met als eindpunt een prachtig plaatje !!
Daarna zijn we doorgereden naar Lorne, waar een weg vrij stijl omhoog gaat naar de Erskine Falls, ook deze waterval levert mooie foto’s op.
Via een binnenweg zijn we naar Big Hill Campground gegaan, weer gelegen in het Great Otway N.P. De kampplaats ligt 425 meter boven zeespiegel, dus ik ben benieuwd of het erg afkoelt vannacht. Ook is de hele open ruimte in het bos (met hoge bomen) erg scheef, wij staan zelf op houten klossen, maar honderd procent recht staan we nog niet !
Ik heb het interieur van de camper vandaag op de foto gezet, zowel op de manier zoals wij er steeds in leven, als wanneer je het bed opklapt en meer ruimte hebt met slecht weer. Ik hoop dat het een beetje duidelijk is. Het is niet groot, maar we hebben een goed bed, een prima koelkast en zelfs een kraantje met wasbakje binnen.
Er is geen toilet, natuurlijk geen douche en ook een verwarming zit er niet in, wel een airco, maar dan moet je wel stroom hebben. Bij heet weer gaan alle ritsen open en waait het (als er wind is natuurlijk !) lekker door. Wij kunnen ons hier prima in redden, we leven toch de meeste tijd buiten en koken daar ook. Alleen het moet niet gaan regenen, want dan hebben we een probleem en dat is helaas wel voorspeld voor over een paar dagen !!
Verslag 23
Het verbaasde me dat er helemaal geen papegaaien op ons kampeerterrein te zien waren, we hadden er gisteren onder het rijden naar de waterval zoveel voorbij zien vliegen en ook vanmorgen, terwijl we de berg afreden naar Lorne, schoten er weer diverse gekleurde vogels voor onze camper langs. Het is gezellig druk in de badplaats, waarschijnlijk omdat het weekend is. Aan het strand zijn ze net bezig met een bootrace, waar ze roeiend tegen de branding in moeten, een echte Australische sport.
Wij rijden het laatste stuk van de “Great Ocean Road”, die in het totaal 250 kilometer lang is. Het is ontzettend druk onderweg, allemaal in de tegengestelde richting, op weg naar het strand. ( Het is net Holland met heet weer, maar daar is het nu ’s nachts min 17 graden !!!). Onderweg stoppen we bij Point Addis, een mooi uitkijkpunt, ook hier is het weer erg druk , vooral met surfers !
We eten een boterham aan het strand bij Point Lonsdale en gaan dan via Queenscliff, een oude badplaats met mooie huizen (en veel old-timers !!)
de Port Phillip Bay over. Deze baai is de natuurlijke haven van Melbourne en regelmatig zien we vrachtschepen naar open zee varen. Het is maar een korte afstand die we met de veerpont moeten overbruggen, maar het scheelt uren rijden !
Er is weinig wind vandaag en de temperatuur ligt ruim boven de dertig graden. Als we in Sorrento aankomen met de boot, blijkt dat het lastig wordt om een kampplaats te vinden, de Australiërs zijn nog massaal aan het recreëren. We rijden ergens een camping op (Sorrento Foreshore Reserve), pal aan zee en tegen de avond komt er een ranger langs en moeten we dertig dollar (!!) betalen, hij matst ons nog, want eigenlijk is het veertig dollar. Deze prijzen zijn we echt niet gewend, meestal staan we voor niks of we betalen vijf tot tien dollar. Wel zijn er douches en er is een wasmachine, die we dus beiden gebruiken.
Om vijf uur gaan we nog een uurtje naar het strand, de beschutte baai is erg ondiep, dus verder dan “pootje baaien” kom je niet ! Maar met een klein beetje wind en wat zon is het er erg lekker.
Gisteravond hadden we nog twee truien en de lange broek aan, nu zitten we nog heerlijk in korte broek en hemdje en het is al ruim na negenen, wat een verschil met Holland !!
Verslag 24
We hebben vannacht heerlijk geslapen bij het geluid van de rollende golven tegen het strand, een paar meter bij ons vandaan. Het bleef lang warm en ook de nacht was zwoel, maar langzamerhand kwam er meer wind opzetten, vanmorgen sloegen de golven tegen de kust van Mornington Penninsula (waar onze camping aan ligt), het schiereiland ten zuidoosten van Melbourne.
Al snel liep de temperatuur weer op naar de 36 graden ! In het vlakbij gelegen Mornington P. N.P. zijn we naar een look out geklommen en ook daarvandaan kon je zien dat de wind vanuit het westen kwam. In Port Phillip Bay zag je de witte koppen op de golven, waar wij gister nog met gladde zee en met dolfijnen voor en naast de veerboot zwemmend (helaas niet op foto !) overgevaren waren. We zijn daarom naar de andere kant van het schiereiland gereden en kwamen uit bij Shoreham Foreshore Reserve, waar een vriendelijke kampbaas ons vertelde dat we niet hoefden te betalen omdat we “travellers” zijn (scheelt weer dertig dollar !).
We vinden een prachtige plek met uitzicht op zee, maar vinden het eerst nog te warm om te gaan zwemmen of te vissen.
Helaas komt er steeds meer bewolking en de wind wakkert ook hier aan, ruim een uur later zitten we in de regen en hebben we de camper al verhuisd omdat we pal in de wind staan ! Het is inmiddels half vijf, de temperatuur is gezakt naar vijftien graden en het onweert, we zitten binnen in de camper, de regen komt met bakken uit de hemel, ook dit is Australië !!
Verslag 25
Gelukkig werd het gisteravond weer droog en konden we gewoon buiten koken en eten. We zijn zelfs nog naar het strand gegaan en Wim heeft nog even gevist, alleen werd het al schemerig en kwam de vloed snel opzetten. We konden ’s avonds wel weer heerlijk genieten van het geluid van de rollende golven !
Vanmorgen scheen de zon weer volop en ook de wind was bijna weg.
De kampbaas zei gisteren dat we zo lang konden blijven als we wilden, dus zijn we eerst lekker naar het strand gegaan. Op het water was het druk met surfers, die op de mooie golven hun kunsten vertoonden.
Wim had z’n hengel weer meegenomen, ik m’n boek en fototoestel en zo hebben we de morgen doorgebracht.
Nadat we tussen de middag tosti’s gegeten hadden, waar de vogels nog ruzie maakten om de korstjes, hebben we alles weer ingepakt en zijn zo’n 200 kilometer noordwaarts gereden.
Melbourne hebben we, letterlijk en figuurlijk, links laten liggen. Via de Dandenong Ranges, een prachtig heuvelachtig gebied vol bossen, afgewisseld met leuke dorpjes, waar de beroemde stoomtrein Puffing Billy elke dag heen en weer rijdt, zijn we door het Yarra Ranges N.P. gereden.
(Over dit spoor rijdt het rode stoomtreintje, die moet je er maar bijdenken !)
Via Healesville en Fernshaw, waar heel hoge bomen en mooie varens je gezichtsveld beheersen,
kwamen we bij Maryville. Daar hebben we de Steavonsonfalls bekeken en toen werd het tijd om onze kampplaats op te zoeken, het was al zes uur !
In het Cathedral Range State Park hebben een mooi plekje gevonden op Cooks Mill Campground. Hier mogen we weer een kampvuur maken, wat alweer zo’n vijf dagen geleden is. In de korte tijd dat we hier zijn hebben we al kangoeroes, kookaberra;s en diverse papegaaien gezien.
We gaan nu eerst lekker genieten van het warme vuur, morgen gaan we de omgeving wel verkennen !
(Om half elf ’s avonds was het nog maar tien graden !)
Verslag 26
Cathedral Range State Park is in februari 2009 voor 95 procent afgebrand, gelukkig heeft de natuur zich grotendeels hersteld, maar toch zie je nog zwarte boomstammen en kale stukken grond, waar hele bossen zijn omgezaagd. Ook zijn er maar een paar paden overgebleven waar je wandelen kunt, waarvan we er vanmorgen één gelopen hebben. De kampeerplaats lag vlak naast Little River en daar loopt ook de wandelroute langs.
Helaas zien we de kangoeroes niet meer terug en ook vliegen er nog maar een paar papegaaien voorbij, die ik niet op tijd op de foto krijg !! Na de ochtendwandeling verlaten we het park weer en rijden door naar de plaats Alexandra, waar we informatie vragen over Lake Eildon N.P. Het meer dient als afwateringsreservoir voor vijf grote rivieren en ligt op 285 meter boven de zeespiegel, het heeft een zeer grillige vorm en vooral ’s zomers is het één reusachtige recreatieplas.
We vinden een plek op Lakeside Campground en nemen ’s middags onze stoelen mee naar het water, waar Wim gaat vissen.
Het uitzicht is prachtig en ook in de omgeving is genoeg te zien: de kangoeroes hippen rond en verder zijn er veel soorten vogels.
(Deze watervogel heeft geen vis in z’n bek, maar een stuk plastic, wat vast zit. Helaas !)
Tegen de avond zagen we opeens een kangoeroe met z’n jong in de buidel, altijd weer prachtig om te zien !
Overdag staat er veel wind, maar gelukkig gaat deze ’s avonds liggen. Wel koelt het snel af en vinden we het jammer dat je hier geen kampvuur kunt maken, morgen zoeken we weer een andere kampspot, maar dan één met “fireplace”!
Verslag 27
We hebben vandaag maar 25 kilometer gereden en zijn alleen verhuisd naar een andere kampeerplaats in het Lake Eildon N.P., genaamd Jerusalem Creek.
We staan nu veel dichter op het meer, alleen kun je hier niet vissen vanwege de bomen in het water.
Toch is dit plekje veel mooier: ruimer, zonniger en we kunnen hier een kampvuur maken.
Ook is hier verder helemaal niemand, zelfs geen kangoeroes, maar die hebben we gisteren al genoeg gezien. We maken er een luie dag van met lezen en spelletjes doen !
Het weer is veel beter dan aangegeven, ruim boven de dertig graden, maar totaal niet benauwd. Hopelijk hebben ze het voor morgen ook mis, want dan is er veel regen voorspeld !!
Verslag 28
Gisteravond hadden we een heldere hemel met veel sterren en een volle maan, waardoor het ’s nachts flink afkoelde, vanmorgen was het maar tien graden, fris hoor !
Lake Eildon is een zeer geliefd meer, waar ook diverse havens aan liggen. De boten hier zijn complete huizen met een vlakke bodem om makkelijk aan te kunnen leggen.
We hebben vandaag 130 kilometer gereden om op een andere plek aan het Eildon meer te komen, terwijl het hemelsbreed vanaf de vorige plek nog geen vijftien kilometer was.
We kwamen weer door de plaats Alexandra en hebben daar een electra-winkel met een Telstra verkooppunt opgezocht. We kregen namelijk gister een melding op onze laptop dat over vier dagen “iets” van ons Telstra-modum verlopen was en wij hadden een abonnement voor drie maanden gekocht ! Er was gelukkig niets aan de hand, het bleek zelfs dat we nog heel veel giga-bites over hadden en als je het omrekent kunnen we elke dag 100 mega-bites verbruiken. We zouden dus elke dag de Telegraaf kunnen lezen, filmpjes kunnen kijken, foto’s kunnen versturen en ontvangen, enz.,enz. en dat voor zo’n 150 euro in drie maanden !!
Tegen enen kwamen we aan op “Blue Gum Flat” in Delatite Arm Reserve, vrij vertaald een dooie arm van Lake Eildon. Het is een mooie ruime kampplaats waar hout genoeg ligt om een kampvuur van te maken.
(Heel vaak ligt er bij een vuurbak nog hout van vorige kampeerders, wat dan alleen nog gekloofd of gehakt moet worden, iets wat Wim leuk vindt om te doen !).
We staan weer vlak aan het meer en dit keer staan de bomen niet in de weg in het water, zodat Wim z’n hengels goed uit kan werpen, wel is het erg ondiep. Hij vangt, voor het eerst sinds dagen, weer een vis, een baars, die echter terug gaat het meer in ! (Deze zijn niet te eten !)
Het is nog steeds prima weer, ’s middags moet je de schaduw opzoeken en je kunt tot een uur of zeven in hemdje en korte broek blijven zitten, daarna wordt het tijd om het hout aan te steken ! Dit is de laatste dag bij Lake Eildon, we hebben hier echt geluierd, geen wandeling gemaakt, dus het wordt tijd dat we weer wat actiever worden !!
Verslag 29
Het mooie van in de natuur kamperen is dat je ’s morgens wakker wordt van het gefluit van de vogels, sommige geluiden zijn hetzelfde als bij ons, maar de meeste “gevleugelde vrienden” komen in Holland niet voor. Als er dan tijdens je ontbijt een groepje gekleurde papegaaien over komt vliegen, die in een boom vlakbij de verse blaadjes gaan opeten, kan je morgen niet meer stuk !!
Het enige wat minder plezierig is, zijn de vliegen die om je oren zoemen en niet willen wijken, ook al zwaai je nog zo vriendelijk naar ze !! (de Australische groet: vliegen verjagen !!)
We hebben vanmorgen een prachtige tocht gemaakt door de bergen en heuvels van de uitlopers van de Great Dividing Range.
Ons doel was “Paradise Falls”, een waterval in het uiterste noordwesten van Alpine N.P. Het stond erg slecht aangegeven en was ook totaal niet toeristisch, wat het des te mooier maakt. Na elf kilometer onverharde, smalle wegen kwamen we uit bij een kleine parkeerplaats, met toilet, zowaar ! (En met toiletpapier, heel gebruikelijk in Australië !)
Na een prachtige wandeling zagen we dan eindelijk de waterval, tenminste, als je een “piesstraaltje”zo noemen mag ! Het maakte niet uit, de berg waar het water vanaf kwam was schitterend !!
Hierna zijn we, na weken, weer op een caravan park gaan staan in het kleine plaatsje Moyhu. Het is een kleine, nette camping waar we de enige gasten zijn. Ik moest namelijk hoognodig kleding wassen en het bed kon wel een verschoning gebruiken. Ook wordt alles even opgeladen, het water weer bijgevuld en de camper krijgt van binnen en buiten een grote beurt (het sopwater is rood-bruin !!) Zelf spoelen we ons natuurlijk ook even af onder de douche (geen bruin water !!), voorlopig kunnen we er weer tegen. Het is erg broeierig weer en net als gisteravond flitst het af en toe en hoor je het in de verte donderen, dat kan nog gezellig worden !!
Verslag 30
Ik had gisteren net m’n was droog toen de lang verwachte onweersbui losbarstte. Gelukkig was er een overdekte ruimte, waar we onze tafel en stoelen neer konden zetten. Onder ons kleine luifeltje waren we gegarandeerd kletsnat geregend. Er was nog een nieuwe campinggast bijgekomen: een Zwitser van onze leeftijd, die op zijn eigen motor twee jaar ging rondtrekken. Hij was gestart in Nieuw-Zeeland, waar hij eerst een cursus Engels had gevolgd. Ik vond het erg moedig om dit helemaal alleen te doen !
Vanmorgen hebben we eerst de plaats Glenrowan bezocht, beroemd om de arrestatie van Ned Kelly, de beroemdste struikrover van Australië, die in 1880 hier na een schietpartij gevangengenomen werd. Hij was twee jaar op de vlucht geweest en inmiddels uitgegroeid tot een soort “Robin Hood”. Er staat een groot ijzeren standbeeld van hem in het stadje, er is een museum en ook is er een heel aparte voorstelling te zien, waarbij je van de ene scène naar de andere loopt. (Een beetje Euro-Disney achtig). We hebben dit allemaal bekeken en vonden het heel interessant !
Daarna hebben we de dichtstbijzijnde grote stad opgezocht, Wangaratta, waar een “Coles” supermarkt is. Dit vinden we de fijnste winkel, waar we altijd voor een dag of vijf tegelijk alle boodschappen doen.
In Milawa, gelegen in de King Valley, hebben we een paar wijnmakerijen bezocht en tevens een kaasfabriek. Er liggen weer een paar flesjes mousserende wijn en diverse soorten kaas in de camper !!
In Beechworth, één van de best bewaard gebleven goudzoekersstadjes van de staat, staan veel oude granieten gebouwen uit half de 19de eeuw.
We hebben er wat foto’s gemaakt en zijn toen doorgereden, want we hadden nog zo’n honderd kilometer af te leggen naar onze kampplaats. Onderweg hebben we lange tijd langs Lake Hume gereden, een stuwmeer waar gewaterskied wordt, maar waar ook veel dooie bomen in het water staan.
We kwamen pas tegen half zeven aan op “Burrowye West Rest Area” (Kennedys Reserve) en zaten gelijk vast in de modder, het had er namelijk net geregend. Na veel heen en weer manoeuvreren kreeg Wim de auto gelukkig weer los !!
We staan nu, weer helemaal alleen, op een plek aan de “Murray river”, met een prachtig uitzicht. Wim heeft nog even z’n hengel uitgegooid, maar het wordt al gauw schemerig, tijd om de maaltijd klaar te gaan maken en misschien straks voor een kampvuur !
Tijdens het eten begon het zachtjes te regenen en dat heeft het met tussenpozen de hele avond gedaan. Vanonder onze kleine luifel hebben we toch genoten van de warmte en het licht van het vuur !
Verslag 31
We zijn vanmorgen tot een uur of tien op ons stekje gebleven, Wim heeft nog een poosje gevist en kreeg zelfs een schildpadje aan de haak (die zichzelf gelukkig weer los wist te krijgen !).
Daarna werd het er toch echt te warm, we stonden pal in de zon, bovendien stonden we erg ongelijk en had ik voor die morgen genoeg “steps” gedaan. (Het trapje zat namelijk wel 75 cm. boven de grond !) We hebben maar een klein stukje gereden vandaag, ongeveer dertig kilometer, naar de volgende kampeerplaats: Jingellic Reserve. Deze plek ligt weer aan de Murray River, maar is totaal verschillend van de vorige. Er staan hier diverse caravans en auto’s, er wordt gezwommen in de rivier. Je kunt hier douchen en naar de toilet bij een hotelletje, dat net boven de kampplaats ligt. Omdat het zondag is, zit daar het terras regelmatig vol met gasten. Lang niet zo rustig als vanmorgen, dus ! Toch staan we hier prima, weer met uitzicht op de rivier.
Toen we de brug overreden bij de kampplaats kwamen we in New South Wales, een andere deelstaat van Australië. We hebben nog een stukje langs het water gewandeld en wat opvalt is dat de wortels van de grote bomen boven de grond uitkomen, waardoor ze (de bomen) na verloop van tijd afbreken en in de rivier terecht komen. Er liggen ontzettend veel dooie bomen en takken in het water, wij zouden er dan ook niet gauw gaan zwemmen !
Het weer is gelukkig nog steeds goed, soms komen er een paar wolken over, maar de temperatuur ligt steeds boven de dertig graden. We hebben de camper lekker onder een (gezonde !) grote boom staan en zelf zoeken we ook de schaduw op !
Hoe is het aan de andere kant van de wereld:
In Amsterdam is gisteravond voor het eerst, sinds vijftien jaar, weer een grote schaatswedstrijd op de Keizersgracht gehouden.
Er is lange tijd sprake geweest van de zestiende “Elf-stedentocht”, welke dan deze zondag gehouden zou worden, helaas was het ijs net niet dik genoeg en morgen gaat het dooien !
In Europa zijn al 600 mensen omgekomen door de vrieskou !
We leven in zulke totaal andere weersomstandigheden, dat je haast niet kunt geloven dat er thuis elke morgen gestrooid en autoruiten schoongekrabd moeten worden !
Als we begin april terugkomen in Holland zullen we onze tassen vol met zon en warmte mee terugnemen !!
Verslag 32
Gisteravond hadden we weer een heel heldere hemel met duizenden sterren en zittend bij het vuur was het weer een prima avond.
Er liep een possum over de lange tak van een boom, maar verder liet hij zich niet zien. De kookaburra’s lachten weer en vanmorgen vlogen de papegaaien in al hun pracht over de camper.
Na een verkwikkende douche en een ontbijt in het zonnetje zijn we weer vijftig kilometer verder gereden langs de rivier.
Dan weer aan de kant van Victoria, dan weer in N.S.Wales, het water vormt de scheiding.
We kwamen uit bij Towong Reserve, weer bij een brug en er staan genoeg grote bomen voor schaduw.
Wim heeft weer gevist, maar ook nu geen enkele keer een stootje gehad, terwijl hij het met verschillende soorten aas probeert. Maar ook zonder iets te vangen is het altijd weer mooi aan de waterkant.
Vandaag is de laatste dag aan de Murray River, morgen trekken we de bergen over en gaan langzaamaan richting de oostkust. De laatste dagen zijn we, voor ons doen, erg lui geweest: hebben veel gelezen en spelletjes gedaan, maar ook dit bevalt ons goed ! Straks gaat mijn “chefkok” weer een heerlijke maaltijd bereiden op de bakplaat van onze “buitenkeuken” en daarna gaat het kampvuur weer aan !
Verslag 33
We hebben weer een prachtige afwisselende dag gehad: we zijn begonnen met een tocht door de Snowy Mountains in het Kosciuszko N.P. met mooie stuwmeren en slingerende wegen door de bossen.
Helaas staan er veel dode bomen in de Snowy Mountains, veroorzaakt door een grote brand in 2003, die zelfs tot in Canberra reikte en daar 500 huizen in de as legde en twee mensen doodde. In het hoogste plaatsje van Australië, Cabramurra (een piepklein dorpje) hebben we, sinds vier jaar, onze eerste “hamburger with a lot” gegeten, een broodje hamburger van zo’n tien centimeter hoog met werkelijk van alles erop, daar hadden we de rest van de dag genoeg aan !
Vijftig kilometer verderop ligt Yarrangobilly Caves, waar we een “self-guides tour” door de grotten gemaakt hebben. Er waren wat stalactieten, maar die hebben we wel mooier gezien, het bijzondere was echter dat we op eigen gelegenheid door zo’n grot mochten wandelen.
Je kon er ook nog een wandeling maken langs een rivier die uitkwam bij een bron waar ze een zwembad van gemaakt hadden, het water had een constante temperatuur van 27 graden.
We kregen leuke informatie bij de grotten over het Kosciuszko N.P. : na een tocht van 25 kilometer over onverharde wegen, soms met kuilen vol water, want het had net flink geplensd (zie de donkere lucht onderweg !),
kwamen we uit bij “Blue Water Holes”, waar je ook vrij mag kamperen. Op de weg hierheen zagen we enkele “brumbies”, dit zijn wilde paarden, die alleen in deze streek voorkomen.
Eenmaal op onze stek zagen we diverse kangoeroes, lui liggend of hoppend over de heuvels.
Het is hier prachtig: in de verte zie je rotsen met water, waar we morgen een kijkje gaan nemen en we zitten rondom in de groene heuvels.
Tegen de avond koelt het snel af en wordt het erg vochtig, wat niet verwonderlijk is, want we zitten op ruim 1200 meter hoogte. Langzaamaan gaan alle wolken weg en later op de avond zitten we weer te staren naar een sterrenrijke hemel, bij het kampvuur, wat we nu ook echt nodig hebben bij 8 graden ! Ook zitten er tientallen kangoeroes vlakbij ons.
Net voor we naar bed gaan zien we tegelijkertijd een heldere vallende ster, een mooie afsluiting van Valentijnsdag !!
Verslag 34
Vannacht was het erg koud, zeker onder de vijf graden, maar met alle luiken dicht geritst en onder het dekbed hebben wij het totaal niet koud gehad ! Vanmorgen was het eerst erg mistig, maar tegen negenen had de zon alweer voldoende kracht en kon de korte broek met T-shirt weer aan. We hebben een prachtige wandeling gemaakt van tweeëneenhalf uur, over rivieren, langs creeks, we hebben caves gezien en gorges.
Ook is het voor het eerst gelukt om een slang op de foto te krijgen, we hadden er al drie keer eerder één gezien, maar ze schoten altijd net weg voor we ze op de plaat konden zetten, deze lag lui in de zon en zag ons niet aankomen !
Tegen enen waren we weer terug, regelmatig is de hemel donker gekleurd en hoor je in de verte gedonder, maar er is totaal geen regen gevallen, gelukkig maar !
Tot vijf uur is het vrij rustig in de natuur, dan komen de kangoeroes weer tot leven en binnen tien minuten zat er een hele groep om ons heen. Het blijft prachtig om te zien, de jonkies drinken nog bij hun moeder en proberen nog af en toe in de buidel te kruipen. De “jeugd”stoeit samen en “pappa” houdt een waakzaam oog over zijn familie !
Het koelt weer snel af en het hout voor het kampvuur ligt alweer klaar. We vonden het jammer deze schitterende plek, waar we helemaal alleen in de ongerepte natuur staan, te verlaten en blijven dus nog een tweede nacht hier !
Verslag 35
Bijna drie kilometer van onze mooie kampplaats Blue Waterholes ligt Coolamine Homestead, waar je oude huizen vindt van rond 1885. In die tijd woonden er twee gezinnen, die er ruim 25 jaar gehuisvest zijn geweest. De gebouwen zijn gerestaureerd maar je krijgt een goede indruk van hun leefomstandigheden. In die tijd werden de wanden bekleed met oude kranten, wat we ook al in het huis van Ned Kelly gezien hadden.
Na de bezichtiging zijn we de ruim twintig kilometer door het N.P. teruggereden naar de Snowy Mountains Highway en weer zagen we onderweg “brumbies”, dit keer zelfs met veulens erbij.
Na een stukje snelweg te hebben gehad zijn we afgeslagen bij Landers Falls Lookout, waar we eerst 5 kilometer 4WD moesten rijden en daarna nog een wandeling van anderhalve kilometer om een waterval te zien.
Tijdens de wandeling begon het te donderen en op de terugweg kregen we een flinke regenbui over ons, dus we kwamen kletsnat bij onze camper terug. Toen moesten we de vijf kilometer nog terug naar de highway, maar nu met plassen water en gladde wegen, alles ging gelukkig goed !
Vlakbij de plaats Talbingo hebben we weer een afslag genomen naar het Kosciuszko N.P. waar de Jounama Creek stroomt, daar hebben we een plekje pal aan de snelstromende rivier gevonden. Ook daar kregen we weer een onweersbui over ons heen, nu zaten we echter onder onze kleine luifel.
Na een half uurtje kwam de zon weer tevoorschijn en was het gelukkig ook een stuk minder benauwd. We maken vanavond voor de dertiende keer een kampvuur, maar hier koelt het niet zo hard af als bij onze laatste kampplaats, we staan nu “maar” op 450 meter hoogte !
Verslag 36
We hebben heerlijk geslapen bij het geruis van het snelstromende water, ook was het gelukkig een stuk minder koud.
Ik heb me vanmorgen zelfs gewassen in de rivier, wat heel “verfrissend” was !! (foto’s tegen betaling af te halen ….!) We hebben een wandeling gemaakt langs de “creek” tot we niet verder konden en zijn pas tegen twaalven vertrokken van onze kampplaats.
Daarna zijn we naar Tumut gereden, waar we sinds zes dagen weer boodschappen hebben gedaan, ook moest Wim een nieuwe molen voor z’n werphengel hebben, hadden we dringend vers water nodig en was het batterijtje van z’n horloge leeg. Na een paar uur was alles weer voor elkaar en zijn we weer zuidelijk gegaan naar een groot meer genaamd “Blowering Reservoir”, waar we op “the Pines Campground” staan met uitzicht op het water.
Ook vandaag begint het in de loop van de middag benauwd te worden en komt er weer een donkere lucht opzetten met onweer, dit komt allemaal van de oostkust af, waar het erg onstabiel weer is. Dit is ook de reden dat we nog steeds in het binnenland zijn, volgens m’n planning zouden we al aan zee zitten ! Gelukkig blijft het vandaag bij een paar druppels regen en kan Wim nog een tijdje z’n nieuwe molen uitproberen, hij heeft er één vis mee gevangen. Het is nu zeven uur ’s avonds en er komt weer een donkere lucht aan, dus of we vanavond een goed kampvuur zullen hebben is nog even afwachten !!
Verslag 37
Gisteravond barstte het onweer in alle hevigheid los, voor die tijd hadden we schitterende luchten met bliksemflitsen en vreemde wolken.
Helaas moesten we naar binnen verhuizen, want het begon hard te waaien en daarna flink te regenen. Pas tegen half tien was het weer droog en hebben we nog even buiten een potje Triominos gedaan. Het is weekend, dus is het vrij druk op de kampplaats, vooral met auto’s met boottrailers, het meer is echt geschikt om te waterskiën of om te vissen vanuit een boot.
Wij verlaten de plaats weer en rijden via de smalle tweebaans Snowy Mountains Highway (die in de winter alleen met sneeuwkettingen om de wielen te berijden is !) naar Lake Eucumbene zo’n honderd kilometer zuidelijk. Daar verblijven we tussen de middag een paar uur en Wim gooit er z’n hengels weer uit.
Het is er erg rustig, alleen lopen er merano-schapen rond, die nog flink in de wol zitten.
Als we weer op weg gaan rijden we door zo’n kudde schapen heen die net onderweg is naar een andere weide.
We gaan verder in zuidoostelijke richting via Cooma naar Bega en net voorbij het plaatsje Nimmitabel verlaten we de “Great Dividing Range”, de grote bergketen waar we de laatste dagen geweest zijn en zakken in snel tempo naar een duizend meter lager gebied, richting de oceaan. Ineens rijden we in een hele groene heuvelachtige streek, want er is hier de laatste tijd veel regen gevallen.
Net over vieren (honderdvijftig kilometer verder) komen we aan in Merimbula aan zee, waar we een parkpas voor NSW willen kopen, helaas is het kantoor al dicht en moeten we het maandag in Narooma proberen ! We reden nog vijftien kilometer noordelijk langs de kust en staan nu in het Bournda N.P. op Hobart Beach, de enige kampplaats in het park voor campers. We staan niet vlak aan zee, maar aan het Wallagoot Lake, waar ze druk aan het zeilen zijn.
We zoeken niet verder naar een plek dichter aan het water, het is inmiddels vijf uur en we hebben lang genoeg gereden, we mogen hier weer een kampvuur maken (wat gisteren niet meer lukte), de bell-birds, dit zijn kleine vogels die een heel schel geluid produceren, doen goed hun best en het is hoog tijd voor “happy hour”, morgen gaan we het Nationaal Park wel verder bekijken !!
Verslag 38
We zaten gisterenavond al een tijdje bij het kampvuur toen het weer begon te regenen. Wim heeft de parasol gepakt en zo hebben we toch de rest van de avond droog gezeten. Vanmorgen hing er een vochtige lucht over de hele streek, die maar langzaam wegging. Zelf zijn we ook heel relaxed begonnen vandaag, allebei hadden we een spannend boek en zolang het druilerig weer is kun je niet veel ondernemen ! Toen de zon er iets doorkwam hebben we de mooie Bournda Lagoon bekeken, die vlakbij de zee ligt.
Daarna zijn we naar Tathra gereden, waar op de oostelijke punt een historische werf ligt met een grote brede steiger, waar druk vanaf gevist werd.
Een paar vissers waren hun vangst aan het schoonmaken en het afval werd in zee gegooid, waar een dikke zeehond het rustig oppakte en verorberde. Hij zou zo naar het “Dolfinarium” kunnen, want hij vermaakte iedereen op de pier met z’n kunsten !
Er werd goed gevangen, dus Wim kreeg de kriebels en is ook gaan vissen, met succes ! Er liggen twee heerlijke vissen in de koelkast en hij had eigenlijk nog een derde gehad, maar die werd door een vogel ingepikt, met haak en al ! (Wim heeft nog een tijdje werk gehad om het beest van z’n haak te bevrijden !)
Tegen drieën zijn we pas verder gegaan naar onze bestemming: Mimosa Rocks N.P. , maar dertien kilometer boven Tathra. We hadden net een plekje vlak aan zee gevonden ( Gillards Beach ), toen het onweer losbarstte, weer bood de parasol uitkomst. We wisten dat het onstabiel weer was aan de oostkust, dus we maken er gewoon het beste van, koud is het niet en we zijn niet van suiker !!
Ook nu is de parasol weer in gebruik als grote paraplu: Wim heeft het natte hout toch aan het branden gekregen en terwijl ik aan het schrijven ben, zit hij te lezen bij het warme kampvuur !
Verslag 39
Na de regen van de afgelopen dagen is alles vochtig, dus toen de zon zich vanmorgen even liet zien, gingen alle handdoeken naar buiten om te drogen. Ook een dikke goanna (leguaan) genoot even van het zonnetje, lui tegen een grote boomtak !
We zijn met de camper naar een iets noordelijker gelegen carpark in het N.P. gereden en vandaar hebben we onze “ochtendwandeling” gemaakt naar Mimosa Rocks, een vulkanische rots genoemd naar een schip wat er in 1863 schipbreuk heeft geleden.
Een eindje verderop, boven de mooie plaats Bermagui ligt een aparte uitstulping in zee, die moet lijken op een kameel, genaamd “Camel Rock”, je hebt wel een beetje fantasie nodig om dit beest er in te zien, maar hij staat op de foto !
Daarna rijden we verder noordelijk waarbij we regelmatig over lagunes en inlets rijden. Ik zie daar, sinds weken, weer pelikanen op een eilandje zitten.
In Narooma willen we een parkpas kopen, maar, hoe is het mogelijk, de oude passen (2011) hadden ze voor het weekend retour gedaan en de nieuwe komen pas eind van de dag weer binnen. We moeten het nu proberen in de volgende grote plaats Batemans Bay !! Gelukkig hebben we de pas in Congo, onze volgende stop, niet nodig. In de meeste N.P.’s betaal je een entree fee van zo’n zeven dollar en je betaalt per persoon/per nacht. Door het kopen van een pas van 45,= dollar hoef je de entree fee niet meer te betalen, helaas wel het kampgeld, wat hier aan de oostkust vaak wel tien dollar per persoon is ! (Dit was in Zuid Australië beter geregeld, daar betaalde je niets meer, wanneer je een parkpas had en de laatste weken in het binnenland stonden we ook overal voor noppes !)
Congo ligt in het Eurobodalla N.P. met een mooie inlet naar zee. Het wordt net eb als wij arriveren en via het ondiepe, kristalheldere water van de rivier kom je op het strand. Wim heeft nog een tijdje gevist bij de langzaam leegstromende rivier, maar vangt er alleen acht kleine visjes, die gelijk terug gaan het water in.
Het is inmiddels half zes en helaas komt er vanuit zee weer een donkere lucht opzetten, er is weer regen voorspeld voor vanavond, maar als het goed is (!! ), krijgen we daarna enkele dagen prachtig zonnig weer !
Verslag 40
Het is gisteravond gelukkig droog gebleven, dus we hebben buiten spelletjes (Skipbo) gedaan bij het licht van de gaslamp. Je mag namelijk op Congo Point Campground geen kampvuur maken ! Het was een prachtige kampplaats, maar wel erg geciviliseerd: er lag een dorp op nog geen vijfhonderd meter afstand, de weg was geasfalteerd en de toiletgebouwen (net nieuw) bleven zelfs ’s nachts verlicht (! ), dat gebeurt normaal nooit in een Nationaal Park. Vanmorgen was het vloed toen we wakker werden en het zeewater stroomde de rivier in, weer genoten we van het mooie uitzicht !
Tegen tienen zijn we vertrokken richting Batemans Bay, via een mooie toeristische route. In de stad zijn we eerst naar een zaak gegaan die computers repareert, we hebben namelijk de laatste dagen problemen met onze laptop: hij knippert wanneer je hem openklapt en gisteravond hadden we de meeste tijd alleen maar strepen, we zijn bang dat de laptop de strijd opgeeft en dan kunnen we geen verslagen meer verzenden, mails ophalen, nieuws lezen en weersvoorspellingen bekijken ! Omdat er wel tijd in gaat zitten om zo’n computer uit elkaar te halen zijn we ondertussen andere dingen wezen doen: ik heb een bezoek aan de kapper gebracht, we hebben enkele boodschappen gedaan, lekker sushi’s gegeten en het informatiecentrum opgezocht om eindelijk een parkpas te kopen. De jongedame bij dit bureau wist ons te vertellen dat ze geen parkpassen mochten verkopen aan mensen met een gehuurde auto !! Dit was blijkbaar pas nieuw en aan ons nooit eerder vertelt ! Ze bekijken het maar met hun pas, we zijn nu gewoon “domme Hollanders” en gaan echt geen geld in de automaten (ook nieuw voor ons) stoppen zodra we een N.P. inrijden !! Na twee uur sleutelen was het probleem aan de computer verholpen en vijftig dollar armer waren wij de koning te rijk dat onze laptop het de rest van de vakantie gewoon doet !! Op naar de volgende kampeerplaats: Pretty Beach in het Murramarang N.P.
Hier zijn we vijf jaar terug ook geweest en we hadden er erg goede herinneringen aan: een mooie plek met uitzicht op zee, kangoeroes die rondhipten, er waren douches en zelfs een wasmachine. Nou, die laatste twee dingen waren er waarschijnlijk nog wel en er waren tientallen kangoeroes, maar de kampplaats was nu ergens achteraf in een bos en waar wij toen stonden kon je nu voor zeven dollar even een kijkje nemen !! Wegwezen dus !
Er waren nog twee andere kampplaatsen in hetzelfde N.P., via een prachtige onverharde weg vol kuilen door de bossen, kwamen we eerst bij Pebbly Beach, maar daar konden alleen tenten staan en daarna bij Depot Beach. Ook hier was de campground in de bossen zonder dat je de zee kon zien (en daar betaal je dan 27 dollar voor !) We zijn naar het strand gereden en hebben daar onze camper geparkeerd. Wim heeft er een paar uur heerlijk gevist en zeven vissen gevangen, ik heb er gewandeld, veel foto’s gemaakt, want het was een prachtige rustige baai en nog wat gelezen.
Tegen half zeven hebben we ons boeltje weer opgepakt en zijn naar de Princes Highway gereden, negen kilometer verderop en daar staan we nu, op een prachtige plek midden in het bos, zonder buren, we mogen kampvuur maken ( terwijl ik schrijf is Wim druk aan het hakken en kloven !) en het is nog gratis ook !! ( We blijven natuurlijk “Echte Zunige Hollanders” !!)
Verslag 41
We zaten gisteravond lekker bij het kampvuur toen we telefoon kregen van Marcel en Marieke, voor we er erg in hadden waren er al drie kwartier verstreken, zo gezellig was het en ook waren we weer helemaal op de hoogte van alle nieuwtjes uit Holland !
Vanmorgen zijn we weer een stukje noordelijker gereden en toen we door de stad Ulladulla kwamen zijn we toch nog even gestopt bij een informatiebureau. Een vriendelijke dame gaf ons het adres van een officieel N.P. kantoor een paar kilometer verderop en daar konden we, zonder problemen, een parkpas kopen !! Als adres was Holland voldoende en we hebben het nog even over de vakantie gehad, dus het was duidelijk dat we met een gehuurde auto op weg waren, geen bezwaar !! We rijden nu dus legaal door alle Nationale Parken wat toch een geruststellend gevoel is. Voor vandaag stond Jervis Bay op het programma, een grote natuurlijke baai van 21 hectare met prachtige stranden en kristal helder water, een geliefd vakantieoord. Aan de zuidelijke oever ligt Booderee N.P. waar we als eerste naar toe zijn gegaan. Veel verder zijn we ook niet gekomen, want het was prachtig weer en het strand lokte. Voor het eerst sinds weken hebben we gezwommen en langs het strand gewandeld in zwemkleding.
Ook heeft Wim nog gevist en hij kreeg een grote platte vis (een soort rog) aan de haak, die op het laatst de lijn doorbeet.
Pas tegen de avond zijn we vertrokken van het strand en zijn op kampplaats Green Patch, in het N.P. gaan staan. Daar waren gelukkig ook douches, zodat we het zoute water af konden spoelen. Het is inmiddels al half tien, we hebben hier al kangoeroes en possums gezien en zitten weer midden in de mooie natuur !
Verslag 42
Vannacht werden we wakker van gerammel bij ons gasstel, we wisten gelijk dat het een possum was en inderdaad, vanmorgen zagen we de pootafdrukken overal staan: op tafel, in de koekenpan en op het gastoestel !
Ook een paar kookaburra’s lieten zich van dichtbij bewonderen, slechts een paar meter bij ons vandaan.
We hebben vandaag het Booderee N.P. (dat helemaal gerund wordt door Aboriginals) verder verkend, ik denk dat we alle wegen wel gehad hebben ! De baai zelf hebben we maar kort gezien, het was vloed en hier waren we gister al geweest. We zijn langs het St.Georges Basin (een groot meer) gereden naar de Sussex Inlet, een rivier die uitkomt in Wreck Bay.
We vonden een mooie stek bij “Lone Pine” aan de rivier, waar Wim een tijdje gevist heeft, maar het aas werd zo snel opgegeten door kleine visjes (stekelvisjes die zich opblazen), dat hij het niet leuk meer vond !
Daarna hebben we het Cape St.George Lighthouse bekeken, wat inmiddels gedeeltelijk gesloopt is, omdat het als lichtbaken niet goed functioneerde !
Tijdens onze wandeling ernaartoe zagen we een zwarte slang, die in een holle boom lag !
Ook bij Moes Rock, iets zuidelijker, hebben we weer mooie plaatjes kunnen schieten.
Tegen half vier hebben we het N.P. weer verlaten en zijn via Nowra naar Kangaroo Valley gereden. Onderweg passeerden we de Hampden Bridge, gebouwd in 1898, waar slechts één auto tegelijk overheen kon. We staan nu in Bendeela Reserve, een prachtige plaats bij een “bruine”rivier met uitzicht op de bergen.
We kwamen er tegen vijven aan en hebben, sinds dagen, weer eens uitgebreid “happy hour”gehouden met een prima mousserende wijn, kaas, oesters en olijven ! What a life, but somebody has to live is !!
Terwijl ik dit zit te schrijven zien we ineens drie wombats, deze dieren zie je haast nooit levend ! (we hadden er al twee langs de kant van de weg zien liggen en ooit, vijf jaar terug, hebben we er één levend gezien !!) Dat belooft nog wat voor vanavond …..
Verslag 43
We hebben gisteravond de wombats nog een tijdje geobserveerd, het waren er vier, de meeste tijd stonden ze rustig gras te eten en ze hadden duidelijk een vaste looprichting. Blijkbaar stond onze camper precies in die baan, want één wombat ging gewoon onder onze camper door en vannacht ging de camper ook een paar keer heen en weer. Wombats leven in grote holen, die ze zelf graven voor de hele familie en die soms generaties lang meegaan ! Naast gras zijn ze gek op paddestoelen en bladeren en ze leven, vooral als het warm is, net als kangoeroes, vooral ’s avonds en ’s nachts. We zijn echt blij deze dieren nu gezien te hebben, dit gebeurt niet vaak !
Het werd gisteravond erg vochtig en vanmorgen duurde het tot na negenen voor de mist was opgetrokken, toen werd het ook gelijk heet. Als eerste hebben we vandaag de Fitzroy Falls in Morton N.P. bekeken, het heeft veel geregend de laatste tijd dus de watervallen waren prachtig om te zien.
Je kunt er een hele wandeling maken in de bergen met steeds weer mooie vergezichten. Naast de grote Fitzroy Falls zijn er ook nog de Twinn Falls en “the Grotto”.
Daarna zijn we via een mooie route, waar we zelfs door het water moesten rijden, naar de Belmore Falls gegaan.
Daar zagen we tijdens de wandeling een echidna zitten, dit is een groot stekelvarken met een puntige snuit, ook deze dieren zijn altijd moeilijk op de foto te krijgen. (Het lijkt wel op de “big five” van Afrika !)
Nadien hebben we in Morton N.P. midden in de natuur gegeten. Wim had een paar visjes gebakken, die hij zelf gevangen had.
Vervolgens hebben we nog een waterval bekeken: de Carrington Falls in Budderoo N.P., ook deze was weer prachtig !
Als laatste hebben we het Minnamurra Rainforest Centre bezocht, waar je via een boardwalk door een stuk regenwoud loopt. De planten die hier in de vrije natuur groeien, zie je bij ons als kamerplant en dan ook nog een stuk kleiner ! Er staan gigantische bomen en ook lianen zie je overal hangen !
Al met al hebben we vandaag weer ontzettend veel moois gezien. Over de kampplaats ( Killalea State Park ) waar we daarna heen gingen, waren we minder te spreken. Volgens het boek had je hier uitzicht op zee, maar helaas, we staan tussen allemaal gezinnen (het is weer weekend) op een grasveld en de zee is hier tien minuten lopen vandaan ! Er waren nog maar twee plekken vrij, dus we hebben natuurlijk niet de mooiste en de plaats is nog duur ook: dertig dollar, maar er is verder niets in de buurt ! We komen dichter bij Sydney, dus het zal moeilijker worden om leuke, verlaten plekjes te vinden, maar we blijven zoeken !!
Verslag 44
Al vanaf het begin van onze vakantie hebben we problemen met één van de twee pitten van het gasstel, dat aan de buitenkant van de camper zit. Deze pit had het net helemaal opgegeven en de tweede begon ook vervelend te doen, dus, omdat we vandaag door Sydney kwamen en er alleen in de grote steden een Apollo dealer zit, zijn we daar nu naar toe gegaan. Het gasstel was niet te repareren, daarom moest er een nieuwe ingebouwd worden, wat wel wat tijd vergt.
We hebben ondertussen wat campers bekeken (alvast voor volgend jaar, wanneer we met Dennis naar Nieuw Zeeland gaan !) en heel wat vakantiegangers geobserveerd, die hun camper op kwamen halen of weer inleveren. Omdat we nu toch vlakbij het centrum van Sydney waren, zijn we naar de haven gereden waar we een prachtig uitzicht hadden over het operahuis en de brug, de twee belangrijkste kenmerken van de stad.
Er waren veel vaartuigen op het water: zeilboten, rondvaartboten, er was een groot cruiseschip en ook lagen er een paar marineschepen in de haven. We zagen een groep mensen over de boog van de brug lopen, een echte attractie van Sydney (m’n ouders hebben dit jaren terug ook gedaan) en de parken rondom de brug waren vol met mensen, genietend van het mooie weer !
Het was inmiddels vijf uur en we moesten nog boodschappen doen en honderd kilometer rijden naar onze volgende kampplaats ( Patonga Foreshore bij het Brisbane Water N.P.) Daar kwamen we pas tegen zevenen aan en zagen er meteen het bord “no-vacancy” staan ! Na een beetje rondkijken en een paar gesprekken hebben we een “noodplaats” gekregen, wat gelijk de mooiste plek van de camping was !! We kijken nu uit over het strand en de zee !!
Het is inmiddels negen uur, er waait een verfrissende wind vanuit zee en het is nog steeds vijfentwintig graden !!
Verslag 45
We waren vandaag heel lui en de camper is niet van z’n plek geweest. Wim heeft vanmorgen uren gevist aan het strand, waar we vanaf onze plek op uitkijken.
Ik heb een paar wasmachines volgepropt en omdat het weer bijna dertig graden is, droogde de was snel aan de lijnen.
Wel is er weinig zon vandaag, maar dat geeft niet; je hebt geen hoed en zonnebril nodig, al moet je je natuurlijk wel invetten ! Vanmiddag zijn we naar het vissersdorpje Palonga gelopen, wat hier vlakbij ligt.
Omdat het zondag (26 februari) is, zie je weer overal gezinnen en hele families op het strand of op een terras zitten, wat dat betreft lijken de Australiërs op de Italianen. Deze camping bevalt ons, in tegenstelling met die van gisteren, prima. Er staan vooral jonge gezinnen, waarvan de kinderen zich goed vermaken aan het strand of in de rivier. De iets oudere jeugd was gisteravond met een kampvuur aan het strand, maar je had er totaal geen hinder van.
Later op de dag hebben we diverse spelletjes gedaan, natuurlijk met een hapje en een drankje erbij en ondertussen loopt de camping helemaal leeg, het weekend is weer voorbij. De aankomende dagen hebben we weinig last van volle kampplaatsen !
Verslag 46
Als eerste zijn we vanmorgen, nadat we Palonga verlaten hadden, naar de Warrah Lookout gereden in Brisbane Water N.P. Hiervandaan zag je de camping, waar we de afgelopen twee nachten gestaan hebben, weer liggen in de Broken Bay. Ook de Hawkesbury River, een brede rivier waar we gister de zeilboten zagen varen, was nu beter te bekijken.
Via prachtige kronkelwegen langs mooie inlandse baaien kwamen we bij Putty Beach in het Bouddi N.P. Hier hebben we een tijdje aan het strand gezeten en zelfs in de kalme zee gezwommen, want de temperatuur loopt weer aardig op naar de dertig graden.
Daarna zijn we verder gegaan naar The Entrance, een plaats waar het zeewater via een smalle ingang rechtstreeks in verbinding staat met Tuggerah Lake. Bij het informatiecentrum heb ik een hele partij folders meegekregen, zodat we de eerste weken weer vooruit kunnen. Ons doel vandaag was The Pines Campground net onder Watagans N.P., wat we morgen willen gaan bekijken. In mijn grote Australische campingboek staan alle coördinaten van de plaatsen waar je kunt overnachten, alleen vandaag klopte het niet: de kampplaats moest wel midden in de bossen liggen, dat is correct, maar we hebben een vrij moeilijke track gereden om er te komen, terwijl het ook voor “gewone” auto’s met caravan mogelijk moest zijn ! Er zouden toiletten zijn, water, barbecues, picknick tafels en ook was het geschikt voor rolstoelhouders !! We staan nu dus midden in een bos, zonder duidelijke wegen, geen toilet of iets dergelijks en er is verder helemaal niemand ! Dit vinden we echter geen enkel probleem. We blijven hier nu gewoon staan, het hout voor een kampvuur ligt al klaar en morgen zoeken we de weg, terug naar de bewoonde wereld, wel weer op !!
Verslag 47
Het is vreemd, maar afgelopen nacht hebben we totaal geen “wildlife” gezien, alleen wat vogels zaten hoog boven ons in de bomen. Wel waren er genoeg soorten insecten, die knap irritant kunnen zijn ! Vanmorgen hebben we eerst de officiële kampplaats “The Pines” opgezocht, deze lag hemelsbreed 500 meter verderop, dus de coördinaten waren aardig fout ! Deze plek had wat meer open ruimten en een toiletgebouwtje, prullenbakken en kampvuurplaatsen. Echt geschikt voor rolstoelhouders was het zeker niet en ook had je een goede auto nodig om er te komen. Het hele park heeft trouwens erg slechte wegen met diepe groeven, waar je zelf je pad moet zoeken, plassen water of modderkuilen.
Onze camper ploegt overal doorheen, al zou ik niet graag chauffeur zijn, Wim wel, die geniet van zulke wegen ! Toch rijden er, op de betere wegen, wel grote trucks vol hout, die je beter kunt laten passeren.
Het hele Watagans N.P. is erg groen met vele soorten bomen en planten. Het regent hier regelmatig en bij een temperatuur van boven de dertig graden en vochtigheid van boven de vijftig voelt alles klammig aan (vooral na een flinke wandeling !). Bij Boarding House Dam hebben we een stukje langs de rivier gelopen,
ook hier was de grond drassig en Wim kreeg een bloedzuiger aan z’n teen. Dit was al de tweede, ook gisteravond had hij een dun piertje in z’n sandaal zitten dat even later veranderde in een dikke worm ! (Pas vanmorgen zag hij dat er bloed aan z’n voet zat.) Later hebben we dan ook onze dichte schoenen aangedaan.
Het park bevat ook grote rotspartijen waar je langs of overheen kunt lopen.
Bij Gap Creek vonden we een prachtige kampplaats, rondom in het groen.
Er lopen goanna’s rond, die wanneer ze zich niet veilig voelen, gauw een boom in klimmen, toch wandelen ze ook rustig onder de camper door ! (Ze hebben een heel aparte gespleten tong !)
We hadden onze camper net op een mooi recht stuk staan toen we allebei gebeten werden door een rode mier, we stonden blijkbaar op hun territorium. Wat een “krengen” zijn dat, hun beet lijkt op die van een wesp. Nadat we eerst een tijdje geluierd hadden zijn we een lange wandeling gaan maken, eerst langs de rotsen, waar we een oude legerjeep zagen liggen, die waarschijnlijk neergestort is.
Later hebben we geprobeerd om de Gap Creek Falls te zien,we waren er bijna, maar er lag een heel grote omgevallen boom in de weg. Je kon er alleen nog komen door naar beneden te roetsjen door vuile aarde ! Nou nee, we hebben al genoeg mooie watervallen gezien !
.
We waren knap bezweet toen we terug kwamen, maar wel voldaan van de mooie trip en we moeten een beetje in conditie blijven ! Voor vandaag zijn we weer actief genoeg geweest, we nemen een wijntje (een koude mousserende !), maken straks weer een vuurtje en genieten van het natuurschoon !
Verslag 48
Gisteravond werd de vochtigheid steeds hoger en dat resulteerde vanmorgen in motregen die, via de bladeren van de bomen, in grote druppels op ons dak viel. Er hing een hele damp over het park, dus je kon nu echt spreken van “rainforest” ! We zagen gister een wallaby en een possum, maar beiden waren erg schuw en verdwenen snel tussen de varens. Voor de possum hadden we nog onze vuile koekenpan klaargezet, maar deze zag er vanmorgen nog net zo vet uit als gisteravond !
We verlaten het Watagangs N.P. weer over wegen die, vanwege de regen, nog slechter zijn dan voorheen, maar we crossen er zonder moeite overheen. We rijden naar de Hunter Valley, waar al 180 jaar wijn geproduceerd wordt en waar zo’n kleine honderd verschillende wijnhuizen te bezoeken zijn. Ik heb een selectie gemaakt en we beginnen bij Peterson House, die bekend staat om z’n mousserende wijnen, een mooie start. Ernaast ligt een “chocolate shop” waar we een “zoete spies” door de vloeibare chocola laten draaien !
We proeven een paar wijntjes (er zit altijd maar een bodempje vol in zo’n glaasje !) bij Lindemans, die vooral veel wijn exporteert naar Europa
en daarna rijden we naar Robyn Drayton, waar de koele, witte port (met een schijfje citroen erin) erg goed smaakt. We nemen er een cheeseplatter bij en genieten daar op hun overdekte veranda van het mooie uitzicht.
Het was zonnig toen we aankwamen in de plaats Pokolbin (waar de meeste wijnhuizen staan), maar al snel wordt het bewolkt en tijdens het eten begint het flink te plenzen, voor ons geen probleem, wij zitten droog. Robyn heeft een leuk visitekaartje met daarop de tekst: Life’s too short to drink bad wine”, waar we het helemaal mee eens zijn ! Na het eten lopen we naar onze camper en allebei wilden we aan de verkeerde kant instappen ! (Dit was gewoon toeval en had niks met de wijntjes te maken !!) We gaan verder met de “proeverijen” en komen uit bij Pepper Tree Wines (2011 Hunter Valley Cellar Door of the year), waar ze een paar uitstekende witte wijnen hebben. Als laatste rijden we naar Vinden Estate Wines, de enige winery waar ze ’s middags een “wijntour” verzorgen. Dit was echter meer een wijnproeverij met slechts een korte rondleiding door hun wijnmakerij, maar het was leerzaam en erg gezellig. Daarna werd het tijd om een kampplaats op te zoeken, deze ligt vlakbij, in de vallei, want we gaan nu geen einden meer rijden. We staan nu in McNamara Park bij Broke, helaas is het weer gaan druppelen en nu hebben we geen overdekte veranda, maar moeten we het doen met onze kleine luifel !!
Verslag 49
We hebben gisteravond toch de hele tijd buiten gezeten, tijdens het eten was het gelukkig droog. Later die avond zal het er wel komisch uitgezien hebben: wij samen onder de kleine luifel met de tafel er half onderuit, een spelletje Triominos spelend in de stromende regen. Op het laatst gleden de stenen gewoon over de tafel en zelf waren we natuurlijk ook niet droog meer. Gelukkig scheen vanmorgen de zon weer !
Ten noorden van de Hunter Valley ligt het Barrington Tops N.P. (World Heritage Area en Wilderness Area !) met hoge toppen tot 1550 meter, waar ’s winters sneeuw ligt. De weg ernaartoe was erg heuvelachtig, groen en dunbevolkt met af en toe wat veeteelt bedrijven, prachtig om te rijden.
Ik had een alternatieve route uitgekozen om in het park te komen en blijkbaar hebben we ergens een afslag gemist, want de wegen, die al onverhard waren, werden steeds slechter met diepe kuilen vol water en grote groeven.
Zelfs de TomTom kende deze route niet en dat wil wat zeggen. Op een gegeven moment splitste de weg zich, rechts konden we niet verder want een hek met een groot slot versperde ons de toegang en links was de weg zo slecht dat we echt niet meer verder durfden.
Het was inmiddels kwart voor één en we hadden al uren gehobbeld en schuddend in de auto gezeten, met een gemiddelde snelheid van twintig kilometer per uur. Wim genoot volop, ik iets minder ! Moesten we nu de hele weg weer terug rijden ? Even daarvoor vonden we een afslag, waar we eerst door een rivier moesten rijden,
maar waar de weg iets beter leek, deze hebben we dus maar genomen en de TomTom kende deze route zowaar ook, toch was hij af en toe erg slecht: diverse boomstammen lagen half over de weg of hingen op drie meter hoogte, zodat we er net onderdoor konden. Het ergste was echter een rivier die we over moesten, waar de brug voor de helft verdwenen was: links was een gat van vier meter diep en rechts lagen wat boomstammen om overheen te rijden, maar het bleef riskant, we konden echter geen kant op.
Wim heeft alles eerst goed bekeken, ik heb het vanaf een afstand gefilmd en gelukkig kwam de camper er veilig overheen. Aan het eind van deze weg stond een bord 4WD track. Als ik dit van te voren gezien had waren we hier nooit gaan rijden !!
Tegen drieën kwamen we eindelijk op een punt waar ik ’s morgens al had willen zijn: Ladies Well, een prachtige pool in een snelstromende rivier waar je in kon zwemmen.
We hebben er alleen foto’s gemaakt en zijn toen weer verder gegaan met de avontuurlijke rit.
De camper zag er trouwens van binnen prachtig uit: alle kastjes waren open en de vloer lag bezaaid met levensmiddelen ! (Er was helemaal niets kapot !)
De kampplaats waar we wilden gaan staan was gesloten dus hebben we iets anders opgezocht: een camping met douche !! Het is ruim 35 graden en knap benauwd en na vier dagen is een verfrissende douche dan een zaligheid ! We staan op nu op Ferndale Camping Area, vijfentwintig kilometer boven Dungog, aan een rivier, we mogen er een kampvuur maken en er is vlakbij telefoonverbinding, iets wat voor ons nu belangrijk is, want morgen is Marcel jarig en dan moeten we wel kunnen bellen !
Verslag 50
We hebben gisteravond echt voor de gezelligheid bij het kampvuur gezeten, het bleef lang warm, dus daar hoefden we het niet voor te doen !
Het was bewolkt en om drie uur ’s nachts uitte dat zich in een plensbui, die, het is nu zes uur ’s avonds de volgende dag, nog steeds voortduurt. Wat verveelt dat snel, zeg !!
Vanmorgen (2 maart) om klokslag tien uur, Nederlandse tijd twaalf uur ’s nachts, hadden we Marcel en Marieke aan de telefoon, zoals ik al eerder schreef is het een traditie om op dat tijdstip te feliciteren met de verjaardag en Marcel is vandaag 29 jaar geworden ! We hebben een half uur gekletst en hij heeft z’n verjaardagscadeau uitgepakt, wat we altijd al van te voren klaar hebben liggen. Daarna werd het voor hun tijd om te gaan slapen en zijn wij verder gaan rijden. We hebben niet veel ondernomen vandaag, met regen doe je niet veel. Wat een verschil met gisteren: toen hadden we 35 graden en volop zon ! We hebben boodschappen gedaan in Gloucester voor de komende dagen en wat rondgetoerd, maar niets is mooi met laaghangende bewolking en op onverharde wegen moet je nu niet komen.
Tussen de middag heb ik gauw tosti’s gemaakt in een park met een overdekte picknickplaats
en tegen half vier hebben we maar een plekje opgezocht bij Copeland Reserve. Daar hebben we een flesje (nep) champagne opengemaakt om te toasten op de verjaardag van onze oudste zoon !
Het lijkt hier vandaag wel herfst !!
Aangezien er vandaag verder niet veel te vermelden valt, zal ik eens iets omschrijven wat onmisbaar is tijdens onze vakantie: een omvormer, die de twaalf volt van de (auto)accu omzet naar 220 volt.
We gebruiken dit apparaat, dat gewoon in de sigarettenaansteker-plug gaat, bijna dagelijks, omdat we verder nergens aan 220 komen (In N.P.’s is geen stroom !). De laptop wordt er mee opgeladen, evenals de batterijen van de foto- en filmcamera en ook past m’n föhn erop.
Ik zit dan ’s morgens voor in de auto mijn haren te drogen ! Zonder deze omvormer zouden we binnen twee dagen geen mails meer kunnen verzenden of ophalen en dat zou wel erg jammer zijn !
Verslag 51
We hebben gisteren binnen gegeten en binnen spelletjes gedaan, het was geen weer om nog een voet buiten de deur te zetten, het bleef maar regenen en dat deed het vanmorgen nog steeds !! We hadden daarom gewoon geen zin om op te staan en we kwamen dan ook pas om half negen ons bed uit ! Na het ontbijt, weer binnen, zijn we richting de kust gereden, het had geen zin meer om het Barrington Tops N.P. in te gaan, daar zijn alle wegen onverhard en vol met kuilen en na deze regen onbegaanbaar ! We rijden iets zuidelijk, omdat we naar Myall Lakes N.P. willen, een park met wetlands en diverse meren tegen de oceaan aan gelegen. Op de weg ernaartoe regent het nog steeds, maar zodra we op de plek van bestemming zijn: Little Lake (Neranie) Campground, wordt het droog en dat is het nu, half negen ’s avonds, nog steeds ! We vinden een mooie plek met uitzicht op het meer, waar boten rondvaren en gezwommen wordt.
We lezen, doen spelletjes en verkennen de omgeving. De natuur is hier erg mooi met oude paperbarktrees en mooie bloemen.
Er moeten hier ook dingo’s (wilde honden) zijn en Wim zet er één op de foto terwijl ik even weg ben !
We zien weer kangoeroes en de kookeberra’s zitten op nog geen meter afstand ons te bekijken ! Wat zijn wij blij dat het weer droog is !!
Verslag 52
We hadden vanmorgen gelijk prachtig weer en dat is de hele dag zo gebleven, wel waait er een harde wind vanuit zee. Als eerste zijn we naar Seal Rock gereden, maar vijftien kilometer van onze kampplaats verwijderd. Het is een uitstekende punt in zee met diverse mooie baaien en een vuurtoren.
We hebben er gewandeld en onderweg naar de toren kwamen we langs een blowhole, een gat in een rots waar water doorheen spuit.
Vanaf de vuurtoren had je een prachtig uitzicht over de rotsen, de zee en de duinen.
Het hele gebied is vol kleine en grotere meren, waarvan we er verschillende hebben bekeken,
we zien er o.a. zwarte zwanen en een dikke goanna.
Langzaam rijden we noordelijk en bij Green Point, een klein plaatsje aan het mooie Wallis Lake, stoppen we voor een eetpauze en zien er een hele groep pelikanen op een bootje !
We hadden voor vandaag nog geen geschikte slaapplaats kunnen vinden, maar tegen drieën zien we een bord met Wallamba River Holiday Park with Riverside places en hier staan we nu, inderdaad met uitzicht op het water ! Het is een mooie, verzorgde camping met een creek, die uitkomt in de rivier.
Wim gaat, sinds dagen, weer vissen en (het wordt saai om te vermelden) ik ben blij met de wasmachines op de camping, want vanwege het slechte weer had ik veel vochtige vuile was. Tijdens “happy hour” kwam er een “kaasdief” op visite, die totaal niet bang was.
Het is inmiddels negen uur en we zitten nog in korte broek en hemdje buiten, helaas weten we al dat het de komende dagen weer slecht gaan worden, dus genieten we nu nog maar even van het droge weer !
Verslag 53
De zon die we gisteren de hele dag volop zagen schijnen, laat vandaag verstek gaan. Het is zwaar bewolkt, maar gelukkig valt er maar af en toe een spatje uit. Nadat we in Taree een “Coles” bezocht hebben zijn we doorgereden naar het Crowdy Bay N.P., zo’n 45 kilometer zuidelijk van Port Macquarie. Dit park ligt grotendeels aan de Tasman Sea en heeft mooie stranden, aparte rotsen en diverse wandelroutes. We komen er net na de middag aan op Diamond Head Camping Area en nadat we wat hebben gegeten gaan we eerst het strand verkennen. Het is eb zodat we over de rotsen kunnen klauteren en naar de Split Rock kunnen lopen.
Daarna wandelen we nog naar de Mermaid Lookout, waar we onderweg diverse aparte bloemen zien en voor we het weten is het ruim vier uur.
Langzaamaan begint het te motregenen en trekken we ons terug met een boek onder de luifel. Er lopen goanna’s over het terrein en ook zijn er diverse kangoeroes, maar deze zijn duidelijk mensen gewend, wat we minder leuk vinden. We mogen hier ook weer een kampvuur maken en hebben voldoende hout klaarliggen, nu is het maar te hopen dat het weer dit ook toelaat !
Verslag 54
We hebben gisteravond nog buiten onder de luifel gegeten, maar daarna hebben we ons teruggetrokken in de camper. Het ging steeds harder regenen en van een kampvuur maken was geen sprake meer. Net voor we naar bed wilden gaan werd het droog en konden we de rollende golven tegen het strand weer horen.
Vanmorgen begon droog, maar tijdens onze wandeling (Diamond Head Loop Walk) van vijf kilometer begon het helaas weer te regenen. Ik had gelukkig een plastic zak voor m’n fototoestel bij me en een paraplu, Wim heeft een “regendouche” over zich heen gekregen (wat hij niet erg vond !) Toch was de trip mooi: we liepen over open vlaktes, door bossen en langs de kust.
Een heel apart punt in zee is de “Natural Arch”, een natuurlijke stenen brug waar het water doorheen stroomt.
Eenmaal terug op de kampplaats hebben we ons boeltje gepakt en zijn naar Kylies Beach Camping Area gereden, een paar kilometer verderop, ook in Crowdy Bay N.P. Deze plaats is veel rustiger, ook al omdat er minder faciliteiten zijn.
Inmiddels is het weer droog en even later komt zelfs de zon tevoorschijn.
We lopen naar zee, waar ook heel aparte rotsen te zien zijn
en daarna gaan we op zoek naar Kylies Hut, waar een Australische schrijfster (Kylie Tennant) elf jaar gewoond heeft.
We hebben even moeite om de goede weg te vinden, maar ook al loop je verkeerd, alle paden zijn mooi. Omdat het zo veel heeft geregend de laatste dagen is alles blubberig en staan er soms grote plassen op onze wandelroute.
Wim ontdekt in mijn knieholte een bloedzuiger, die zich lekker aan het voeden is en trekt hem snel los ! Als hij even later z’n schoenen uitdoet ontdekt hij er nog vier, één heeft hem zelfs te pakken gehad door de sok heen en deze zit onder het bloed ! Het zijn maar heel kleine diertjes, maar knap irritant, we hebben hier nog nooit eerder last van gehad.
Hier in de buurt moeten, behalve veel kangoeroes en aparte vogels, ook koala’s huizen. We hebben weer een stijve nek van het zoeken, maar helaas hebben we er vandaag geen kunnen ontdekken.
(Dit is nog een foto genomen enkele weken geleden, maar wel erg schattig !)
Het ziet er naar uit dat we een droge avond krijgen en Wim heeft het kampvuur al aan, wat dit keer niet mee viel, want al het aanmaakhout was gisteren kletsnat geregend !
Verslag 55
Het heeft de hele nacht weer geregend met regelmatig een flinke plensbui ertussendoor ! Buiten ontbijten zat er vanmorgen ook niet in en onder een drijfnatte parasol hebben we samen de afwas gedaan en de boel weer ingepakt. Op internet hebben we gezien dat het de hele dag blijft regenen, een leuk vooruitzicht ! Toch trekken we weer een stukje noordwaarts, via een mooie route rijden we naar Port Macquarie en als we daar aankomen is het droog. Met de pont steken we de Hastings River over en daarna kunnen we kiezen: een twaalf kilometer lange weg nemen, die alleen geschikt is voor 4WD naar Point Plomer, of omrijden, wat ongeveer vijftig kilometer scheelt. We besluiten de kortste route te nemen, er staat een bord aan het begin van de weg dat deze niet onderhouden wordt en betreden op eigen risico is. Net voor ons rijdt er een andere 4WD auto het pad op, dus wij gaan er gewoon achteraan. In het begin is de weg net zo goed of slecht als alle wegen in de N.P.’s, maar een stuk verderop verslechtert het behoorlijk. Er zitten erg diepe kuilen vol water in de weg en de wielen van de camper gaan helemaal onder.
Ook zijn er stukken die erg modderig zijn en dan weer is het behoorlijk mul zand. We hobbelen achter de andere auto aan en slingeren van links naar rechts, steeds het beste spoor zoekend. Met een gangetje van tien kilometer per uur schieten we lekker op !! Maar we komen er en de kampplaats is zeker de moeite waard in het Limeburners Creek Nature Reserve. Er staan diverse andere gasten, maar het blijkt juist erg rustig te zijn op het moment, in het weekend was het nog helemaal vol geweest.
Er is net een bootje terug komen varen met vissers en deze hebben een bak vol Spaanse makreel gevangen, die ze nu gaan schoonmaken, wat een joekels, zeg !
Wat het weer betreft hebben ze het vandaag gelukkig helemaal mis: de zon schijnt volop en alles ziet er gelijk veel mooier uit ! (Behalve onze camper, die zit onder de blub !)
Na het eten maken we een prachtige wandeling over Queens Head, een uitstekende punt in zee ! We zien weer heel aparte rotspartijen en schitterende, lege zandstranden.
Er zijn surfers bezig op zee en ook kanoërs laten zich op de golven meevoeren, een mooi gezicht.
Tegen vieren maken we een lange strandwandeling, het strand loopt heel geleidelijk af en het zand is vrij hard, wat lekker lopen is.
Omdat we pal aan zee staan genieten we automatisch van het heerlijke geruis van de golven !Ook hier mag weer een kampvuur gemaakt worden en Wim heeft alweer een stapel hout klaar liggen en een mooi “kacheltje” gebouwd !
Wat hebben we weer een heerlijke dag, dat hadden we vanmorgen echt niet verwacht !
Verslag 56
Het bevalt ons hier zo goed bij Point Plomer dat we een dagje bijgeboekt hebben. Het is dan ook fantastisch mooi weer, alleen staat er een stevige wind die, ten opzichte van gisteren, voor 180 graden gedraaid is, hij komt nu pal uit zee. We hebben uren aan het strand doorgebracht, Wim vissend en ik met een prachtig boek, helaas was er te veel wind voor een parasol en zijn we beiden aardig verkleurd, maar we kunnen inmiddels wel wat hebben !
De surfers zijn vandaag vanwege de harde wind het water niet opgeweest, wel was het ideaal voor kiters !
De goanna’s liggen weer lui in de zon en ook komen er allerlei vreemde vogels voorbij !
Wim heeft net de camper omgedraaid zodat hij vanavond uit de wind kan koken en we daarna bij het vuur kunnen vertoeven, zonder zelf volop in de rook te zitten !
Verslag 57
We zijn vandaag verhuisd naar Arakoon, vijfenzeventig kilometer noordwaarts. Deze plaats ligt op de landtong van de schitterende baai Trail Bay, genoemd naar een schip dat hier vergaan is. In 1886 hebben ze bij Arakoon een gevangenis gebouwd (Trail Bay Gaol) speciaal om de gevangenen hier aan het werk te stellen.
Het was de bedoeling om tussen Sydney en Brisbane een veilige haven te creëren en daarvoor moest er een lange muur van rotsen gemaakt worden, welke bescherming moest bieden tegen de hoge golven. De gevangenen hebben er enkele jaren aan gebouwd, maar telkens zorgden stormen ervoor dat het werk weer vernietigd werd. De dijk is nooit voltooid en de gevangenis werd opgeheven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is hij opnieuw in gebruik genomen, nu om krijgsgevangenen in op te sluiten. We hebben de restanten van de gevangenis uitgebreid bekeken en op de foto gezet.
Vanaf de omringende muur heb je een prachtig uitzicht over de baai en daar staan we nu met onze camper.
Vijf jaar geleden zijn we hier ook geweest en stonden toen haast op dezelfde plek, alleen hadden we toen de pech dat het begon te stormen, zodat we niet veel konden genieten van de prachtige omgeving, vandaag hebben we dit echter wel volop gedaan !
We hebben heerlijk gezwommen, voor zover dat ging in het ondiepe water, in prachtig helder warm zeewater.
Later hebben we een “zeewandeling” gemaakt, het water ebde steeds verder weg zodat we nog maar tot onze enkels in zee liepen, heel apart.
En vanaf ons plekje hebben we een schitterend uitzicht over de hele baai, daar blijf je naar kijken !
Voor het eerst deze vakantie zagen we de zon ondergaan en haast tegelijkertijd kwamen er enkele dolfijnen langs zwemmen.
Ook een brutale kookaburra landde op onze tafel en pikte een stuk vlees van m’n bord !
Inmiddels is het helemaal donker, maar de maan, die nu helemaal vol is, komt langzaam op, zodat hij straks zijn licht kan laten schijnen over het water !
Verslag 58
We zijn weer ruim tweehonderd kilometer naar het noorden gereden en zijn o.a. de stad Coffs Harbour gepasseerd. Langzaamaan verandert de omgeving, we zien meer palmbomen en grote yucca’s en rijden zelfs langs enkele bananenplantages. Omdat we onze voorraden weer aan moesten vullen komen we pas tegen drieën aan in Yuraygir N.P. Dit park strekt zich zestig kilometer langs de kust uit met bossen, enkele meren en mooie stranden, afgewisseld met rotspartijen. Het is weer weekend (zaterdag 10 maart) en de kampplaats Illaroo zit zo goed als vol. Gelukkig vinden we nog wel een aardige plek en weten we dat morgen de campingplaats weer snel leeg loopt. Zonder dat we het wisten hebben we dezelfde plaats opgezocht als waar we vijf jaar geleden vier dagen gestaan hebben, terwijl er toch zeven verschillende kampplaatsen zijn. Het mooie plekje dat we toen hadden, op een heuveltje met uitkijk over zee, bestaat nog steeds, maar is natuurlijk bezet ! Tot vijf uur blijven we uit de zon, die de hele dag volop schijnt, daarna maken we een wandeling: eerst door het bos en omdat het eb is, kunnen we over de rotsen klimmend via het strand weer terug.
We hebben hier totaal geen verbinding met de buitenwereld, de telefoon kan dus uit en ook de laptop komt niet uit z’n tas vandaag, ook wel eens lekker ! We genieten ’s avonds weer van een heerlijke maaltijd bij het kampvuur en weten nu al dat we morgen proberen ons “oude plekje” terug te krijgen !
Vannacht heeft het een beetje geregend en de morgen start dan ook broeierig en bewolkt. Dit heeft tot gevolg dat de campinggasten al snel hun spullen bij elkaar zoeken en tegen elven kunnen we al terecht op onze vertrouwde plek.
Hiervandaan loopt een paadje direct naar zee en Wim vertrekt met z’n hengel naar beneden. De bewolking maakt al snel plaats voor de zon en weer krijgen we een mooie dag ! Ook de guanna’s komen tevoorschijn.
Een vrouw komt me vertellen dat je niet in zee moet zwemmen, want het wemelt ineens van de “jellyfish”, een soort kwallen. Ik ga gauw Wim waarschuwen want die loopt geregeld de zee in. Inderdaad ligt het strand vol met glibberige kwallen en zijn er haast geen zwemmers meer in zee.
In de warme middaguren houden we ons koest onder de parasol met een boek en een spelletje,
pas tegen vijven maken we een strandwandeling en zien nog steeds veel kwallen liggen.
We hebben vandaag voor het eerst de “zwarte zak” gevuld met water. Deze leg je dan in de zon, zodat het water warm wordt en daarna hang je hem ergens aan, waarna hij te gebruiken is als douche.
Toen Wim, na nog een keer vissen (en met een gevangen vis !) weer terug kwam, heeft hij zich heerlijk gedoucht en van het zoute water ontdaan. (Helaas was hij zo schoon dat de muggen hem gelijk aanvielen, hij zit nog te krabben !) Het wordt steeds vroeger donker en tegen achten zaten we, bij ons vijfentwintigste kampvuur, regenmatig in plaats van in het vuur, naar de duizenden sterren te kijken, de lucht is onbewolkt, de maan laat zich nog niet zien en bij het geruis van de golven beleven we weer een heerlijke avond !
Verslag 59
Nadat we de laatste dagen enkele bekende punten bezocht hebben, wordt het nu weer tijd voor iets nieuws: Gibraltar Range N.P. honderdvijftig kilometer landinwaarts. Onderweg stoppen we in Grafton om de mails te checken, er zijn tien nieuwe binnengekomen, welke we gelijk beantwoorden, want ook de komende dagen zijn we weer moeilijk bereikbaar. Natuurlijk versturen we ook gelijk ons laatste verslag !
Het weer is helaas minder mooi dan de afgelopen dagen: bewolkt met regelmatig een spat regen. In het N.P. rijden we naar Mulligans Hut Campground, midden in het bos.
Er ligt alweer hout klaar, wat je zo mag pakken, voor kampvuur en dit heb je hier ook nodig, want ’s avonds koelt het flink af. We zitten op ruim negenhonderd meter hoogte. We verkennen de omgeving een beetje en lopen naar de hut van Mulligans, een ingenieur die ideeën had voor de rivier (Little Dandahra Creek) die er vlakbij stroomt, hij wilde er energie mee winnen, maar de plannen zijn nooit uitgevoerd.
Vanwege de vele regen is de rivier voller dan normaal en zien we dat we een wandeling naar “the Needles” niet kunnen maken zonder natte voeten te krijgen, we moeten dan namelijk eerst het water over ! Van deze wandeling zien we maar af, al is het wel jammer, want de weg leidt naar zes granieten kolommen bij een gorge.
Wel bekijken we de Barra Nulla Cascades, die vlakbij te zien zijn. Het is de bedoeling dat we morgen een paar langere wandelingen gaan maken. Wim maakt het kampvuur vast aan en wil daar vandaag ook op koken.
Helaas gaat het wat harder regenen en moet de parasol weer opgezet worden, wat een verschil met gisteren, toen hadden we hem echt nodig als bescherming tegen de zon !
Verslag 60
We hebben een heel aparte dag gehad: we zijn begonnen met een zes kilometer lange, mooie wandeling naar de Murrumbooee Cascades (al die vreemde namen komen van de Aboriginals !), het pad was heel modderig door de vele regen en de cascades vielen nog tegen ook.
Een grote boom was omgevallen en benam het mooie uitzicht op de snelstromende rivier. Onze kleine vriendjes, de bloedzuigers, waren wel volop aanwezig.
Eenmaal terug bij de kampplaats besloten we hier niet nog een overnachting te doen, afgelopen nacht heeft het veel geregend (de hele omgeving zag grijs van het vocht tezamen met de rook van het kampvuur) en andere wandelingen of leuke dingen zijn hier niet te doen. We rijden alweer op de geasfalteerde weg van Gibraltar Range N.P. en hebben het er net over dat dit niet zo’n bijzonder park was, als we een afslag zien naar Boundary Falls, één kilometer van de weg af gelegen. Het blijkt nog een gedeelte te zijn van het N.P. en de waterval is prachtig, het park wordt gelijk hoger gewaardeerd !
Na de bezichtiging gebruiken we hier gelijk de middagmaaltijd (we hadden nog een heerlijk restje macaroni over !) en daarna rijden we via Glen Innes naar Inverell.
Deze plaats wordt wel Sapphire City (saffierstad) genoemd omdat het merendeel van alle saffieren ter wereld hier wordt gedolven. Onderweg stoppen we kort bij een “rest area” om de vuilnis weg te gooien en om het toilet met een bezoek te vereren en we zeiden nog tegen elkaar: dit is vast een overnachtingsplaats, maar we rijden snel verder omdat we het Inverell Pioneer Village, een themastadje over de delving van saffieren, willen bekijken en deze sluit om vijf uur. Helaas blijkt deze plek bij aankomst gesloten te zijn (misschien omdat het toeristenseizoen bijna over is !).
Onderweg, zo’n achttien kilometer terug, hadden we een bord gezien met sapphire centre en we besluiten hier naartoe rijden, bij aankomst blijkt ook dit gebouw gesloten te zijn.
Het is inmiddels half vijf en we rijden daarom maar naar onze kampplaats, een plek waar je zelf naar saffieren kunt zoeken en tegelijkertijd kunt kamperen. Dit is weer vijfentwintig kilometer verder en daar aangekomen zien we een bordje: closed ! Het zit ons niet mee ! Waar kunnen we nu zo snel nog naar toe om te overnachten ?
Via allerlei onverharde binnenwegen, langs boerderijen en door laatste restanten water in de geulen van de weg (nog naweeën van de overstromingen), komen we aan bij “Swan Brook Rest Area”, waar we bijna twee uur eerder ons afval weggegooid hadden !
We staan hier aan een riviertje, hebben een toilet, mogen een kampvuur maken en genieten nog even na van de vreemde dag in de stralen van de nog steeds warme zon !!
Verslag 61
We hebben vandaag dezelfde weg van gisteren nog een keer afgelegd. We zijn begonnen bij Dejon Sapphire Centre en nu is deze zaak wel geopend. In het verleden deden ze rondleidingen door het mijngebied, maar zijn daar mee gestopt. Door het slechte weer is het momenteel lastig stenen te vinden, omdat de grond hoofdzakelijk van klei is, deze wordt daardoor nog taaier dan lijm. De eigenaar laat wat stenen zien, gekloofd, onbewerkt en in diverse kleuren. Ik vind ze niet echt mooi en zou er geen sieraad van willen hebben. We rijden door naar Inverell Pioneer Village wat nu ook open is, wel zijn we de enige bezoekers. Het is een soort openlucht museum: er staan diverse oude gebouwen, oude vervoersmiddelen en er is wat uitleg over saffieren en andere stenen.
Na een paar uur hebben we het wel gezien en brengen een bezoek aan het informatiecentrum van de stad, wat zeer uitgebreid is. We vragen waar we zelf naar saffieren kunnen zoeken en het blijkt dat vlakbij de camping, waar we gisteren voor een gesloten poort stonden, een andere plek is waar je ook kunt zoeken en tegelijkertijd kamperen. Dit is echt dé omgeving waar de meeste stenen vandaan komen. De eigenaresse van Frazers Creek Sapphires, Rhonda, heeft een winkeltje met edelstenen in het infocentrum en na een kort gesprek blijkt dat we haar vijf jaar terug ook gesproken hebben. We kwamen toen geheel onverwacht bij een mooie plek waar mensen saffieren aan het zoeken waren, hebben er thee gedronken bij een kampvuur (billy tea in the billabong) en zijn daarna weer vertrokken. Later hadden we spijt dat we niet langer gebleven waren, want het zag er leuk uit. Tegen drieën zijn we naar Frazers Creek Sapphires gereden en daar aangekomen waren er nog enkele mensen druk aan het graven met een pincet boven een bak met steentjes. We hebben uitleg gekregen hoe het hele proces werkt en morgen gaan wij zelf ook een dagje naar saffieren zoeken.
Een kilometer verder op het terrein kunnen we gaan staan met onze camper. Het is een grote open vlakte, er zijn alleen toiletten en we zijn de enige gasten.
Er staan wat vreemde voorwerpen op het kamp o.a. een gewapende Ned Kelly bij een oud toilethuisje.
Zoals gewoonlijk heeft Wim eerst gezorgd dat we er vanavond weer warm bij zitten en daarna hebben we de omgeving verkend.
Bij de creek wordt met een grote machine grond losgeschud en ontdaan van de grote stenen. Het zoeken gaat ook hier echter nog op de oude manier: met een zeef.
We hebben enkele mensen gesproken en de meesten blijven meerdere dagen “fossicken”, het schijnt verslavend te werken. Wij zijn van plan hier echt maar één dag te blijven !!
Verslag 62
We waren vandaag echte “fossickers”, van tien tot half vijf zijn we bezig geweest met het zoeken naar saffieren. Het werkt als volgt: er ligt een berg zand (uit de creek) vermengd met stenen en rotzooi, daar schep je een emmer mee vol,
je zeeft het zand eruit,
daarna ga je naar een grote bak met water waar je het restant schoonspoelt.
Hier ben je wel even mee bezig en er is ook een bepaalde techniek voor !
Daarna kieper je de “fijne” zeef met de schone steentjes om op een juten zak en dan ga je met een pincet voorzichtig zoeken of er misschien een blauw stukje steen tussen zit.
Zolang de zon schijnt is dit vrij gemakkelijk, want als er al een saffiertje tussen zit dan schittert deze, maar als de zon niet meewerkt lijken alle stenen geschikt voor de afvalhoop.
Michel, de man die ons gisteren al uitleg gaf, kwam vanmorgen nog even langs (hij had eigenlijk een vrije dag) en stopte mij drie mooie saffieren toe. Later vertelde hij dat we die van Rhonda en haar man Bill gekregen hadden en dat ze zeker meer dan de zeventig dollar, die we hem afrekenden voor het saffieren zoeken en voor twee dagen kampgeld, waard waren !! Ook gaf hij nog diverse aanwijzigen hoe je het beste de zeef in het water kon bewegen en hoe het geheel omgekieperd moest worden !
We zijn niet de enigen die zo “gek” zijn om de hele dag met een pincet in een berg steentjes te wroeten, er is nog een echtpaar uit Coffs Harbour en twee mannen, waarvan de vrouwen liever het geld uitgeven in de stad, wat hun mannen nog bij elkaar aan het zoeken zijn !!
Aan het eind van de dag hebben we samen zo’n tweehonderd kleine steentjes gevonden, die er blauw uitzien en waarvan sommigen misschien wel een dollar per stuk waard zijn !
Ook zitten we onder het stof en het zand en is een douche nu geen overbodige luxe. We hadden vanmorgen de zwarte zak al met water gevuld en daar maken we nu dankbaar gebruik van. We zijn nog steeds de enigen op de camping, dus kunnen we rustig in de vrije natuur onszelf schoonspoelen. ’s Avonds bij het kampvuur hebben we de stenen met de zaklamp nog eens goed bekeken, ze blijken allerlei kleuren te hebben. Al met al was het een heel leuke ervaring, maar morgen trekken we beslist weer verder !!
Verslag 63
Vanmorgen zijn we, na het ontbijt op onze riante plek, eerst nog een keer naar de creek gelopen, waar Bill nu aan het werk was met zijn was- en sorteermachine.
We mochten er zelfs bovenop klimmen, om te kijken hoe alles in z’n werk gaat.
Daarna zijn we nog even langs de plek gegaan waar we gisteren de hele dag naar saffieren gezocht hebben. Er waren weer diverse mensen aan het werk, waarvan we de meesten kenden en het was leuk ze nog even te spreken.
Vervolgens hebben we de inmiddels bekende weg naar Inverell weer afgelegd en zijn Rhonda wezen bedanken voor de saffieren. Het bleek dat Bill ze had uitgezocht en nadat ze de ongeslepen stenen bekeken had gaf ze uitleg wat je er mee kon doen. Bij onze “vondst” van gister zat niet veel van waarde !
Nadat we bij Coles weer een flinke lading boodschappen hebben gehaald, zijn we via allerlei onverharde binnenwegen naar Emmaville gereden.(We hadden onze Tomtom op “kortste route” gezet en komen dan op de mooiste paden terecht !)
We wilden daar op de camping gaan staan, eigenlijk alleen om de was te doen, wat weer hoog nodig was ! Helaas hing er een briefje op de enige wasmachine die er was, dat deze stuk was, dus had het voor ons geen nut hier te gaan staan. Via een prachtige route zijn we verder gegaan naar Torrington, waar ook een camping moest zijn. Deze bleek gesloten ! Dan maar verder naar Tenterfield, weer via binnenwegen en vijfenzeventig kilometer verderop.
Het landschap is nog steeds heel wisselend, met heuvels vol aparte rotsen, diepe dalen waar we door rivierbeddingen rijden en regelmatig passeren we een “grid”, een hekwerk met een rooster op de grond dat twee terreinen scheidt en zorgt dat het vee niet overloopt.
De koeien en schapen lopen los op de weg en ook springen er diverse kangoeroes voor de auto langs. (Als je er één ziet, moet je altijd uitkijken voor een tweede, meestal een moeder met haar jong !) De felgekleurde papegaaien vliegen in groepjes voorbij en we hebben het idee dat we de hele tijd in één groot Nationaal Park rijden !!
Helaas verstrijkt de tijd en komen we pas tegen half vijf op een camping aan. Deze heeft gelukkig meerdere wasmachines en een droger ! Het is inmiddels na tienen en nog steeds ben ik in de weer met de was, het laatste zit nu in de droger. Ook laden we hier weer allerlei batterijen op en hebben we telefoonverbinding, iets wat in de binnenlanden nog steeds geen vanzelfsprekendheid is !!
Verslag 64
Omdat we gisteren een flink stuk gereden hebben, zijn we vandaag al vroeg op de plek van bestemming, genaamd Boonoo Boonoo N.P. De gelijknamige watervallen, die over de oostkant van de New England Tableland tweehonderdtien meter naar beneden afleggen en daar in een “gorge” uitkomen, zijn werkelijk prachtig.
Ze vormen onderweg diverse waterpooltjes waar in gezwommen kan worden.
De Boonoo Boonoo river, die langs de kampplaats (Cypress Camping Area) stroomt is enkele weken terug veel hoger geweest, wat nog goed te zien is aan de omgeknakte bomen en aangeslibde rommel.
Nadat we de hoogtepunten van het park bekeken hebben, maken we er een relaxte dag van: lekker lezen en spelletjes doen bij het kampvuur, dat al vroeg brandt.
Helaas is het vandaag bewolkt en ook valt er regelmatig een buitje, dit komt door een cycloon die actief is aan de westkant van Australië en z’n vele regen deze kant opstuurt ! De “handige” parasol komt weer tevoorschijn en zo zitten we toch redelijk droog !
(De stressvrije werkplek van Wim, de ceremoniemeester bij het huwelijk van Marcel en Marieke op 9 mei !)
Verslag 65
We hadden nog één onderdeel van het Boonoo Boonoo N.P. niet bekeken en daar zijn we vanmorgen mee gestart: Morgan’s Gully, waar rond 1890 honderden mijnwerkers op zoek waren naar goud. Het is een prachtig gebied waar een rivier tussen grote rotsen stroomt, waar waarschijnlijk de stenen schoongespoeld werden in de “goudkoorts” tijd.
We verlaten het park en rijden naar Bald Rock N.P. wat er maar vijfentwintig kilometer vandaan ligt. Na Uluru (Ayers Rock) is het de grootste monoliet van Australië en ook is het de grootste kale granietrots, zo’n tweehonderd miljoen jaar oud ! Hij is 750 meter lang, 500 meter breed en heeft een hoogte van 260 meter. Via een afwisselende 2,5 kilometer lange route zijn we langzaam omhoog geklommen, waar we een uur voor nodig hadden.
We passeerden grote op elkaar liggende rotsblokken en smalle doorgangen. Eenmaal op de top was het uitzicht schitterend !
Je kunt via dezelfde weg terug natuurlijk, maar er is ook een snellere manier en dat is recht naar beneden, wat bést wel steil is !!
Dit “pad” hebben wij genomen en binnen twintig minuten stonden we, weliswaar met knikkende knieën, weer op de begane grond. (Na even wat rek en strek oefeningen voelden we ons weer prima !!)
We overnachten in Bald Rock N.P. en hebben weer een leuke plaats gevonden op een open plek in het bos. Natuurlijk mag er weer een vuur gemaakt worden (het hout ligt zelfs al klaar en hoeft alleen nog gekloofd te worden, wat Wim graag doet !!) en we hebben de namiddag en avond om te lezen en spelletjes te doen. De temperatuur ligt rond de twintig graden en de wind is af en toe stevig, dus een warm vuurtje erbij is best wel lekker !
Verslag 66
We hebben gisteravond een (voor ons) nieuw dier “gespot”: een spotted tailed quoll. We hadden dit “wildlife” al eens op een foto gezien, maar in al die jaren nog nooit in het “echt”. Hij is vrij schuw, maar zat ineens achter ons kampvuur. (Vandaar de nogal rokerige foto!)
De kookaburra’s waren weer volop aanwezig en ook enkele kangoeroes.
Een prima plek dus: Bald Rock Campground ! Wel ligt deze plaats vrij hoog, namelijk op elfhonderd meter boven zeespiegel en met een heldere lucht koelt het dan ’s avonds flink af: het werd tien graden, dat zijn we niet gewend ! Ook stond er een harde wind, maar het bleef gelukkig droog.
We zijn weer een stukje noordelijker gereden, nog steeds in de binnenlanden en zijn (even) de grens met Queensland gepasseerd, hier is het een uur vroeger dan in New South Wales. In het kleine plaatsje Killarney hebben we onze gasflessen voor de laatste keer laten vullen
en vlakbij zijn verschillende watervallen te bewonderen. Bij de Browns Falls was het water zo hoog, dat de wandelroute erlangs onbegaanbaar was.
De Dagg’s Falls hebben we bekeken vanaf een platvorm
en voor de Queen Mary Falls moesten we een korte wandeling maken en deze was zeker de moeite waard.
Onze TomTom stond nog ingesteld op “kortste route” en we hoopten zo met een uurtje op de plaats van bestemming aan te komen, maar dit keer had “ze” diverse binnenwegen opgezocht, die al jaren niet meer in gebruik zijn en die ook niet te rijden waren. Zo dwaalden we steeds verder af van ons doel !
Wel was het weer een prachtige route: door de bergen, langs vele koeien en stieren en ook stond er weer regelmatig water op de weg. Onverwacht kwamen we twee “echte” cowboys tegen, die hun vee opdreven !
Op een gegeven moment zijn we omgedraaid en hebben een stuk route teruggereden en pas om half vijf kwamen we aan bij Tooloom Falls, zes kilometer van Urbenville in N.S.Wales. Hier staan we nu met uitzicht op een prachtige waterval die rijkelijk stroomt vanwege de overstromingen van de laatste tijd. Helaas is er blijkbaar nog niet genoeg regen gevallen, want ook nu komt het water soms met bakken uit de lucht !!
Verslag 67
We zijn gisteravond maar naar binnen verhuisd want het bleef regenen, helaas. Ook vanmorgen kwam er regelmatig een plensbui uit de hemel vallen, maar ons uitzicht op de waterval was nog steeds prachtig !
We gaan nu weer richting de kust en willen de laatste vakantiedagen op twee verschillende eilanden doorbrengen namelijk op North Stradbroke Island en Moreton Island. Het eerste eiland is helemaal nieuw voor ons, het tweede hebben we al twee keer eerder bezocht en blijft onze favoriet. Onderweg regent het weer regelmatig, iets wat we de hele vakantie gelukkig weinig meegemaakt hebben ! Omdat er op de eilanden weinig te koop is, zorgen we dat we voldoende levensmiddelen hebben voor de komende dagen. Ook kopen we uit voorzorg een groot zeil van twee meter dertig bij drie meter, want de komende dagen beloven niet veel goeds wat het weer betreft!! Daarna bezoeken we in Cleveland het infocentrum, waar we gelijk boeken voor een overtocht naar “Straddie”, zoals de Australiërs dit eiland noemen.
We kunnen mee met de boot van half vijf en na drie kwartier komen we aan bij Dunwich, één van de drie plaatsjes op het eiland. Na twintig kilometer rijden zijn we bij onze kampplaats: Adder Rock. Hier proberen we gelijk ons stuk zeil uit en deze bevalt prima !
Het wordt al snel donker (we leven weer een uur vroeger !) en we zijn blij dat we deze plek van te voren geboekt hadden, morgen gaan we het eiland wel verder verkennen !
Verslag 68
Gisteravond liepen er een paar ibissen bij onze camper. Deze vogels, met poten van wel vijfentwintig centimeter lang, hadden we nog nooit gezien. Ze waren totaal niet verlegen en kwamen steeds dichterbij.
Wij zaten onder ons “afdakje”, maar hadden het achteraf niet nodig, het bleef droog en de lucht was helder met veel sterren. De nacht was zelfs tamelijk warm en het dekbed wordt haast te veel. Vanmorgen begon gelijk zonnig en daarom zijn we eerst het strand bij de camping gaan verkennen, dit is werkelijk prachtig, je krijgt er zo’n “bounty eiland” gevoel van !
De vrouwelijke ranger van de kampplaats heeft voor ons de boeking geregeld op Moreton Island en ook de nachten hier op Stradbroke Island zijn allemaal al betaald. Het is de bedoeling dat we vier nachten op Flinders Beach verblijven, als het weer het toelaat, tenminste. Dit strand ligt aan de noordkant van het eiland, tussen de plaatsjes Amity en Point Lookout, waar de zee vrij rustig is. Nadat we het laatstgenoemde plaatsje bekeken hebben en er “bait” gekocht hebben om mee te vissen, heeft Wim de banden een heel eind leeg laten lopen, zodat we over het strand kunnen rijden.
We hebben hiervoor wel een “permit” nodig, die we gisteren al geregeld hadden. Eindelijk kon Wim over het zand rijden, iets wat hij graag doet.
Er zijn zes kampplaatsen op Flinders Beach, allen dicht bij elkaar. We hebben een mooi plekje opgezocht en kijken uit over zee.
In de loop van de middag kwam een ranger langs om te controleren of we aangemeld waren !
We hebben een eind langs het strand gewandeld en tegen vieren is Wim gaan vissen, langzaamaan betrekt echter de lucht. We hebben het zeil alvast gespannen, maar hopelijk hebben we deze niet nodig !
Verslag 69
We hebben gister een heerlijke avond gehad aan het strand bij het kampvuur en waren van plan om vandaag de hele dag op dezelfde plek te blijven.
Helaas liet de zon zich vanmorgen niet zien, wel begon het te regenen. Wim is nog gaan vissen, maar kwam na een tijdje kletsnat terug ! We zaten rustig te lezen, uit de wind en met de regen tikkend op het zeil, toen er een auto met caravan langs kwam. De bestuurder vertelde ons dat hij vertrok omdat er storm op komst was en dat we beter iets meer beschut konden gaan staan. Inmiddels was het weer inderdaad al een stuk slechter geworden: je kon de zee nog nauwelijks zien en de wind wakkerde steeds meer aan. We hebben ons boeltje ingepakt en zijn over het strand terug gereden naar de camping Adder Rock, waar we dinsdagnacht ook stonden. We kregen hier een mooie beschutte plek toegewezen (met stroom) en met uitzicht op de bossen en hoefden niet eens bij te betalen. Van een campinggast hoorde ik dat ze die dag al twee keer een stormwaarschuwing hadden gekregen, wel vreemd dat er geen ranger langs de plekken aan het strand is gereden !! We zijn nog even naar zee gelopen toen het droog was en helaas zag alles er heel anders uit dan gisteren.
De rest van dag bleef het regenen ! Alles is kletsnat buiten en regelmatig komt er een grote windvlaag over, ik ben blij dat we niet meer aan het strand staan !
We zitten erg te twijfelen wat we de komende dagen gaan doen. We hebben nog bijna twee weken vakantie, maar de weersvoorspellingen zijn ronduit slecht ! Elke dag regen en storm ! Waarschijnlijk zeggen we Moreton Eiland af, we zijn er twee keer geweest met prachtig weer en kunnen beter dat in herinnering houden !
Gisteren schreef ik dat we ibissen gezien hadden, maar dat bleken andere vogels te zijn. (Ik moet aan de ranger nog even vragen hoe ze heten !) Vandaag hebben we wél een ibis gezien, met z’n kromme snavel !
Verslag 70
We kijken niet meer naar het weersbericht op internet ! Het zou de hele dag regenen en we hebben geen drup gehad. Wel was het bewolkt vanmorgen, maar al snel was er blauwe lucht te zien en voor de middag scheen de zon al volop !! Nu klaag ik niet, maar je wordt wel aan het twijfelen gebracht of je wel naar een bijna onbewoond eiland moet gaan. Er stond nog wel aardig wat wind vanmorgen en daardoor konden we veel natte spullen van gisteren weer droog krijgen. Daarna werd het tijd om het eiland verder te verkennen. Eerst zijn we naar Amity gegaan, vanwaar we maandagmorgen, als het weer het toelaat, overvaren naar Moreton Island. We hadden in Amity al een campingplaats besproken van zondag op maandag, maar het ziet er zo mooi uit dat we bijgeboekt hebben voor morgenavond. Aan deze kant van het eiland is de zee heel kalm, er is een grote jetty waarvandaan je kunt vissen en ook zwemmen kan hier prima. Toen we op de lange steiger stonden kwamen er enkele dolfijnen langzaam langs zwemmen. Ze proberen de vangst van de vissers van hun haak te pikken!
Via Dunwich zijn we de “binnenlanden” ingereden (Straddie is op het breedste punt nog geen tien kilometer!) en hebben eerst het Brown Lake bekeken. Er waren net een paar schoolklassen bezig geweest op het water, dus het was er knap druk.
Er liep nog een “prachtig” pad langs het meer op, maar zoiets hebben we al eens gereden, dus dat hoeft niet meer !!!!
De weg loopt verder door naar de oostkust van het eiland waar over de totale lengte een zandstrand is. Hier wilden we eigenlijk gaan strandrijden maar de zee was er erg ruw en het zand nogal mul. Stel dat je vast komt te zitten, er was verder helemaal niemand !
We zijn teruggereden, weer via Dunwich (er zijn maar een paar wegen op het eiland) en zijn even gestopt bij Mora Springs. Er lopen allerlei stroompjes vanaf het eiland richting zee met bruinig water en dit was er één van.
Vervolgens hebben we bij Point Lookout de Cylinder Beach bezocht, waar zelfs een “lifeguard” aanwezig was.
Na nog een “uitkijkpunt” werd het tijd om een mooi plekje op te zoeken aan Flinders Beach, daarvoor moesten we eerst weer een stuk over het strand rijden, waar het langzaam eb werd. Ik heb een tijdstabel voor de waterhoogtes, zodat je precies weet wanneer je wel of niet over het strand mag rijden !!
We staan nu weer haast op dezelfde plek als gistermorgen, alleen kunnen we nu nog beter over zee uitkijken.
De zon schijnt weer volop en tot half vier uur blijven we in de schaduw van de parasol.
Daarna maken we een wandeling langs het water en vervolgens gaat Wim vissen in de branding.
De temperatuur is opgelopen naar dertig graden en er is bijna geen wind. Zo mag het van mij de rest van de vakantie blijven !!
(De naam van de vogel met z’n lange poten is: curlew en de locals noemen hem thick knee !)
Verslag 71
Het kampvuur afgelopen nacht was geen overbodige luxe, want bij de heldere sterrenhemel koelde het aardig af.
Vanmorgen scheen de zon gelijk weer volop en hebben we in de schaduw ontbeten. Daarna wandelen we nog wat over het strand en wachten we tot het zeewaterniveau weer wat lager is. Het is druk op het strand met auto’s die op zoek zijn naar een mooi plekje voor het weekend.
Wij vertrekken juist weer na twee heerlijke dagen aan zee ! We doen in Point Lookout voor de laatste keer boodschappen deze vakantie en rijden daarnaar door naar de camping op Amity Point. Hier stop ik (ook voor de laatste keer) de vuile was in de machines en met de zon en een verkoelende wind is deze zo droog. Vlak voor onze kampeerplaats ligt de jetty, een prima plaats om te vissen en Wim heeft daar dan ook uren vertoefd.
Er zijn enkele duikers actief vlakbij de steiger.
Tegen vijven komen de dolfijnen weer voorbij, ze zijn duidelijk mensen gewend en Wim kan ze zelfs uit de hand vis voeren.
Vanaf Amity Point vertrekt ook de veerpont naar Moreton Island en ik heb gelijk even gecheckt of we maandagmorgen om half acht meekunnen, wat geen enkel probleem is.
We kijken uit over het westen wat inhoud dat we de zon in de zee kunnen zien zakken ! Helaas is het niet helemaal onbewolkt en verdwijnt hij voortijdig.
Vanavond zijn we voor het eerst deze vakantie uit eten geweest (had Wim ook een keer vrijaf !), natuurlijk hebben we alleen diverse soorten vis gegeten, vers uit de zee ! Terug bij onze kampplaats genieten we nog even na, luisterend naar de kabbelende golven, maar dit keer zonder een verwarmend vuurtje !
Verslag 72
Onze laatste dag op “Straddie” hebben we heel relaxed doorgebracht. Wim is twee keer wezen vissen op de lange pier vlak voor onze campingplaats.
Het krioelt hier van de vis en hij had regelmatig beet, maar dan kwamen de dolfijnen eropaf en die aten de vis van de haak. Een leuk spelletje ! (Van de zestien gevangen vissen kwamen er zes in de bek van de dolfijnen terecht !).
Ook zijn we de camping rondgelopen op zoek naar koala’s, want die huizen hier én we hebben ze gevonden ! Eéntje was diep in slaap, hoog in een boom, een andere was duidelijk wakker en klom steeds hoger een tak in.
Naast deze mooie dieren zien we nog volop gahla’s, met hun felle roze borst, ibissen en diverse andere vogels waarvan ik de naam niet weet !
We hebben de parasol weer nodig en genieten in de schaduw van een spannend boek. Om half zes gaan we aan de waterkant zitten en kijken weer naar een mooie zonsondergang, als het goed is krijgen we deze de komende dagen nog vaak te zien !!
Verslag 73
We zijn vanmorgen om zes uur opgestaan, zodat we eerst nog even een “echte” douche konden nemen en tijd hadden voor een ontbijt. Om half acht rijden we achterwaarts de pont op, die ons een half uur later afzet bij Kooringal op de zuidpunt van Moreton Island, een zandeiland van vijfendertig kilometer lengte. Wim heeft de banden weer een stuk leeg laten lopen om zo een betere grip op het zand te hebben. Er is nog een passagier op de ferry, een local die op Moreton woont. Ik heb hem gevraagd wat de beste route was, vanwege het opkomende tij en hij heeft ons allerlei tips gegeven.
Eenmaal aan wal rijden we eerst een stuk achter hem aan over het strand en door het kleine dorpje Kooringal en daarna gaan we alleen verder.
We komen door mangrovebossen en langs hoge zandduinen.
Het water komt steeds verder omhoog en de weg wordt steeds smaller. Op een gegeven moment wordt het te link om verder te rijden en draaien we om.
Wim heeft een stukje terug een mooi plekje gezien en daar gaan we staan, het is drie meter boven zeespiegel dus hoog genoeg.
We kunnen in de schaduw staan en zien langzaam het laatste stukje strand verdwijnen onder water, we waren dus maar net op tijd. Wim pakt z’n hengel en heeft binnen korte tijd een grote flathead aan de haak,
welke we tussen de middag gelijk opeten, verser kan het niet !
Pas na de middag zakt het water weer en omdat het hier heel ondiep is staan er snel grote vlaktes droog. De krabbetjes komen massaal tevoorschijn uit hun holletjes en “bemannen” het strand, een mooi gezicht.
Wij lezen wat, doen een spelletje en genieten van het mooie uitzicht. Er waait een heerlijk verkoelend briesje, zodat het prima uit te houden is.
Tegen vieren houden we al “happy hour”, omdat we vanaf nu vroeger naar bed en vroeger op willen staan; dus tegen zessen eten, daarna een kampvuurtje en om tien uur plat. Morgen willen we verder naar het noorden rijden en moeten we al vroeg vertrekken om de vloed voor te zijn. Omdat we aan de westkant van het eiland zitten kunnen we de aankomende dagen de zon onder zien gaan, wat altijd weer een mooi gezicht is !!
Verslag 74
We waren vanmorgen om zes uur al ons bed uit, de zon komt dan net op en omdat we om negen uur (!) op bed lagen, hadden we de slaap wel uit. Om kwart over zeven reden we al langs het strand in noordelijke richting. Elke keer moet je rekening houden met de getijden (eb en vloed) en daar je rit op aanpassen. We wilden naar The Wrecks, een plek waar je zowel kunt vissen als snorkelen. Het was nu goed te doen, het rijden over het zand, al was het te berijden gedeelte soms nog smal. Onderweg kwamen we langs twee oude verroeste stoomschepen, die hier zo’n honderd jaar geleden vergaan zijn.
Halverwege het westerstrand ligt het Tangalooma Resort, een voormalig walvisstation. Hier moeten we achterlangs rijden, waar het zand erg mul is. Eén keer zitten we vast, maar Wim krijgt ons er gelukkig weer uit door veel te schakelen en heen en weer te manoeuvreren.
Na vijf kilometer door het “binnenland” komen we weer uit bij de westkust. Hier liggen veertien oude schepen op de bodem, die er ongeveer vijftig jaar geleden bewust tot zinken gebracht zijn, om zo een beschutte ankerplaats te creëren voor boten.
Er heeft zich wat koraal gevormd en daardoor zitten er veel soorten vis, een mooie spot om te duiken of te snorkelen. Ook vandaag zie je weer mensen met duikbrillen op zwemmen, maar er staat een vrij harde wind en daarom trekt het ons niet om het water in te gaan.
Wim gaat liever vissen en haalt een mooie “travelles” naar boven, die tussen de middag weer in de koekenpan belandt.
We zien nog een schildpad zwemmen, slechts een paar meter van het strand af, hij is ongeveer tachtig centimeter lang en komt even met z’n kopje boven water ! Ook komen er regelmatig grote vrachtschepen voorbij.
Tegen tweeën verlaten we de plek weer en zoeken een stek op om te overnachten, deze vinden we net boven Ben-ewa, weer aan het strand. Hij is iets minder mooi dan gisteren, maar we kijken uit op zee.
Helaas komen er regelmatig donkere wolken voorbij, die ook nog wat regen laten vallen. We hebben ons zeil weer gespannen en blijven daardoor gelukkig droog. De zonsondergang ziet er vandaag ook heel anders uit dan gisteren.
(vandaag)
(gisteren)
Nadat we om zes uur het eten op hebben maakt Wim weer een mooi vuur, wat er voor zorgt dat we behaaglijk buiten kunnen blijven zitten !
Verslag 75
We zijn vanmorgen iets later actief geworden als gister. Pas tegen negenen reden we weg van onze kampplaats. Rond twaalf uur is het vloed, maar omdat er pas een “nieuwe maan” is en het sikkeltje nog maar smal is, komt het water niet zo hoog. We rijden verder in noordelijke richting over het strand
en bij het kleine plaatsje Bulwer gaan we landinwaarts. Moreton Island is één groot Nationaal Park, alleen de drie kleine nederzettingen en het resort vallen erbuiten. Alle wegen op het eiland zijn zandwegen, de ene keer harder dan de andere, maar alleen met 4WD te berijden. We hebben ongeveer dertig kilometer binnenwegen gereden vandaag, maar de gemiddelde snelheid ligt rond de vijfentwintig kilometer per uur. Na vier kilometer rijden wijken we even uit naar de zee en komen uit bij Tailor Bight, een echte vissersstek.
We maken er rechtsomkeert en gaan weer de binnenwegen op.
Bij “Five Hills” wandelen we naar boven en hebben vandaar een prachtig uitzicht over het noordelijk deel van het eiland.
Daarna rijden we door richting North Point, we moeten een paar keer door een diepe plas rijden, waar ik, voor de zekerheid, eerst doorheen wandel.
De ondergrond is hard en het water komt tot net onder mijn knieën, dus hier kunnen we makkelijk doorheen. De weg buigt af naar Cape Moreton C.P. waar een oude vuurtoren, gebouwd in 1857, honderd meter boven zeespiegel staat.
Hiervandaan kijk je over de oostkant van het eiland en de Pacific Ocean.
We rijden terug naar de noordpunt, waar we de camper parkeren, je mag hier niet verder rijden, omdat het beschermd gebied is. De punt bestaat uit grote rotsen waar het water nu met geweld tegenaan beukt.
Een smal paadje leidt ons naar de “Honeymoon Bay”, een beschutte baai met een klein strandje.
De wind is echter vrij noordelijk dus ook hier zijn de golven vrij hoog. We pauzeren op de rotsen en nuttigen een biertje en wat koude kip en genieten van de mooie omgeving.
Tegen de tijd dat we weer terug zijn bij onze camper is het water alweer aan het zakken en rijden we weer in zuidelijke richting, eerst over binnenwegen en net onder Bulwer komen we weer op het strand uit.
Na een klein stukje strand rijden zien we een prachtige plek, in de schaduw en met uitzicht op zee, hier parkeren we ons huis op wielen.
We hebben nog de hele middag om te relaxen, te lezen en te vissen.
De temperatuur ligt nog steeds rond de zevenentwintig graden en het water loop je zo in, toch blijft het bij ons vaak bij pootje baden !
Just another day in paradise !
Verslag 76
We lagen gisteravond nog maar net op bed toen het begon te regenen en er is aardig wat gevallen vannacht. Vanmorgen was het bewolkt en fris, maar al snel is het weer aangenaam warm. We willen elke dag een stukje van het eiland zien dus vertrekken we weer van ons prachtige plekje. Via Bulwer, waar we onze vuilnis lozen, rijden we naar de oostkant van het eiland waar het mooie meer “Blue Lagoon” ligt. Onderweg zien we een wild zwijn, waar voor gewaarschuwd wordt: we moeten zorgen dat er ’s nachts geen vuilnis buiten is, want daar zijn ze gek op. Op de route moeten we een paar keer door een flinke plas water rijden, het gevolg van de regen.
Eenmaal aan de kust zien we ook de gevolgen van de overstromingen: de weg naar Blue Lagoon is gesloten en ook moeten we door het water om op het strand te komen, maar we hebben een prima auto die overal doorheen ploegt.
We rijden maar een klein stukje strand want de vloed komt er weer aan.
Er is een uitkijkpunt naar de Honeyeater Lake en een wandelpad naar de Blue Lagoon, maar omdat het bewolkt is, zien de meren er grauw uit.
We nemen dezelfde weg weer terug, maar bij aankomst op ons mooie stekje, is deze helaas bezet door een andere kampgast. We rijden zuidwaarts richting Cowan Cowan en merken dat veel plekken aan het strand “vol” zijn. Inmiddels is het bijna “high tide” en wordt het lastig rijden op het strand, we moeten diverse keren door zeewater rijden. Gelukkig vinden we een plek met uitzicht op zee, al is deze iets minder mooi dan de vorige. (We zijn gewoon ontzettend verwend met al die prachtige plaatsen !).
In de loop van de middag wordt het weer steeds beter en hebben we op het strand zelfs de parasol nodig.
Tegen de avond nemen we een douche met de “zwarte zak”, die aardig opgewarmd is door de zon. Hier op de strandplaatsen zijn geen sanitaire voorzieningen en ’s morgens moeten we dan ook een kuil graven voor onze “behoefte”. We beseffen dat we over een week al in het vliegtuig op weg naar huis zitten, maar na bijna drie maanden Australië is het ook weer fijn om huiswaarts te gaan !
Verslag 77
Elke dag gaan we slapen en worden weer wakker met het geruis van de rollende golven op het strand, een heerlijk geluid dat we, eenmaal thuis, best zullen missen ! We hebben vandaag maar een klein stukje in zuidelijke richting gereden en vonden een prachtige plek net onder het Tangalooma Resort.
Toen we alles opgezet hadden (het blauwe zeil zetten we ook iedere dag op, want er gaat geen dag voorbij zonder een buitje !) zijn we naar het resort gelopen. Daar hebben we onze bootreis geboekt, die ons vanaf het eiland, woensdag 4 april, in twee uur tijd naar Brisbane moet brengen.
Het is vrij druk bij Tangalooma, er komen diverse boten met passagiers aan, behalve Australiërs veel Japanners.
Ook komen er gasten per helikopter of vliegtuigje aan op Moreton. Alles ziet er goed verzorgd uit op het resort en ook is er van alles te ondernemen: een bus rijdt rond over het eiland, een boot verzorgt snorkeltrips en andere tochtjes op het water, je kunt quads (een motor op vier wielen) huren, een kano of een zeilbootje.
Er zijn diverse restaurants en er is entertainment. Wel is alles aardig aan de prijs, we nemen een biertje en zijn 13,50 dollar (ongeveer zes euro per glas bier) kwijt ! Elke avond worden er dolfijnen gevoerd, één van de belangrijkste attracties van het resort. We hebben dit al eens gezien en bovendien heeft Wim heeft ze op Straddie zelf al visjes gegeven, dus we gaan dit spektakel hier niet bekijken. Op het zand liggen enkele zeesterren, die met de golven op het strand zijn gespoeld, sommigen kunnen we nog “redden” door ze terug te gooien in zee.
We lopen weer terug naar ons “stekje” en zijn het er samen over eens dat we hier veel liever staan dan dat we in het resort logeren. Hier staan we helemaal alleen, kunnen een kampvuurtje maken en genieten van de geluiden van de natuur ! Tegen de avond werpt Wim z’n hengel nog een keer uit in het water en samen zien we daar de zon ondergaan !
Verslag 78
Een paar honderd meter van ons plekje vandaan loopt een pad met treden omhoog naar “The Desert”, een grote zandberg midden op het eiland.
Voor de mensen die één of twee dagen naar Moreton komen is dit een vast onderdeel van hun “sportieve” programma, namelijk sleetje rijden van de zandduinen. Wij houden het bij de wandeling en stoppen boven op de “zandbak”.
Eenmaal terug aan zee lopen we gelijk door naar het “Tangalooma Wild Dolphin Resort”, zoals het officieel heet, weer was de branding vol met zeesterren.
We waren namelijk gisteren vergeten onze douchezak te vullen, toen we bij “the Wrecks” (een campingplaats) ons vuil wegbrachten. Er zijn drie waterpunten op het eiland en vijf campingplaatsen waar je water kunt halen. Het verschil tussen een campingplaats en een plaats aan het strand is dat er toiletten zijn, koude open douches en water (wat je voor je het drinkt moet koken !). Het nadeel is dat je er geen kampvuur mag maken en dat je beschut staat en dus geen direct zicht hebt op de zee en het strand, daarom kiezen wij voor een strandplaats. Toen we bij het resort aankwamen, werden net de “vogels gevoerd”. Een paar arends vlogen rond, in het water waren enkele aalscholvers en ook één pelikaan liet zich zien, deze pikte dus de meeste vis in !
Op Moreton Island moeten meer dan honderdvijfentwintig verschillende vogelsoorten zijn !
De helikopter van het resort is constant in de lucht om gasten een blik over het eiland te geven, een rondje wat met vijf minuten bekeken is en zeker niet goedkoop is.
Ook komen er weer enkele boten binnen met nieuwe vakantiegangers.
Nadat we onze flessen gevuld hebben met water keren we terug naar onze mooie plek,
na een paar uur is het water in de zak warm en kunnen we weer douchen.
We blijven vandaag op dezelfde plaats staan en trekken morgen pas weer verder !
Verslag 79
We hebben aardig wat kilometers over het eiland gecrost vandaag en dat was nodig ook, want onze koelkast had gisteravond de strijd opgegeven. We waren natuurlijk gisteren niet verhuisd en de dag ervoor hadden we ook niet veel gereden, dus de accu was helemaal leeg. (En dan stonden we nog wel in de schaduw en heb ik geen lamp aangedaan !) Gelukkig heeft de auto een aparte accu, anders hadden we nu een probleem. Vanmorgen heeft Wim de auto een tijdje stationair laten draaien en langzaam ging de temperatuur van de koelkast weer naar beneden, er zit nog vlees in, wat groente, witte wijn en diverse blikjes bier ! En een warm biertje smaakt niet !! We zijn naar de zuidelijke punt van het eiland gereden, vanwaar we ook gestart zijn. Onderweg kom je langs the Big Sandhills, die een hoogte hebben van zo’n tachtig meter.
Ik ben er een stukje opgeklommen en kon daarvandaan de stad Brisbane zien. Het is “low tide” en het “blauwe krabbetjes leger” is weer druk bezig op het strand.
Eenmaal op de zuidpunt blijkt de weg naar Mirapool, een plaats waar veel vogels huizen en verderop de route naar de oostkant van het eiland gesloten te zijn. Door de vele overstromingen van een paar maanden terug is de weg onbegaanbaar geworden en ze zijn nog druk bezig dit te herstellen, we moeten dus dezelfde weg weer helemaal terug.
Door het “zand rijden” verbruikt de auto best wel wat en Wim vult de tank met de reservediesel die we de hele vakantie al bij ons hebben.
Naast de Big Sandhills heb je ook de Little Sandhills, die iets dichter bij de doorgaande weg liggen. Het is er erg mul en terwijl we er, voor de derde keer deze vakantie, langs rijden schuift de camper weg en komen we vast te zitten en goed ook !!
Met de schep zijn we ieder een poos bezig zand weg te werken, maar bij een tweede poging om weg te komen zitten we nog net zo vast. Achter ons komt een auto aanrijden en even later ook één uit noordelijke richting. We houden de hele boel op, want niemand kan ons passeren, maar Australiërs zijn altijd zeer behulpzaam en de chauffeur van de auto achter ons laat onze banden nog een beetje verder leeglopen, iets wat Wim anders ook gedaan zou hebben en de andere “driver” heeft gelukkig een sleepkabel bij zich, die hij gelijk opzoekt.
Achterwaarts rijdend trekt hij ons uit het zeer mulle zand en komen we weer vrij. Wij rijden verder in noordelijke richting, achter het resort langs en bij “the Wrecks” halen we even water voor de douchezak.
Het is er goed druk, je kunt zien dat het weekend is: er liggen diverse zeil- en motorboten voor anker en ook staan er veel auto’s met gezinnen, die aan het zwemmen of zonnebaden zijn.
We rijden weer noordwaarts op zoek naar een nieuwe stek, maar kunnen niets moois vinden, alles is bezet,
dus maar weer verder. In het plaatsje Bulwer kopen we nog een twintig liter tank diesel, die hier het dubbele kost in vergelijking met de vaste wal, namelijk drie dollar per liter !!, maar we willen niet zonder komen te zitten. Daarna rijden we helemaal door tot North Point in de hoop daar een campingplaats te vinden, helaas is ook hier alles “vol”, de Pasen komt eraan en daarom begint het eiland langzaam vol te stromen met vakantiegangers. Het aankomend weekend verwachten ze zo’n zesduizend mensen op het eiland ! We rijden terug naar Bulwer en inmiddels is het al drie uur ’s middags en komt de vloed weer opzetten. Net zuidelijk van het plaatsje vinden we een plekje, niet zo mooi als ons laatste stekkie, maar we zoeken niet verder !!
We kunnen hier een kampvuurtje maken, in de schaduw zitten en de zee (nog net) zien. Wel stroomt er een creek vlakbij, wat inhoud dat er muggen zitten, iets waar Wim altijd veel last van heeft, ze moeten hem altijd hebben !! We hebben dan ook al diverse spuitbussen “Personal Insect Repellent” leeggespoten !
Tegen de avond maken we nog een strandwandeling, je kunt zien dat het niet altijd even gemakkelijk is om een goede weg te vinden door het mulle zand en de diverse creeks ! We zijn altijd weer blij voor de vloed een veilige plek gevonden te hebben !
Verslag 80
We zijn vanmorgen weer naar de noordpunt gereden, waar we nog een keer over het strand naar de uiterste punt zijn gelopen.
Het is nu eb en dan lijkt deze plek net op een groot bubbelbad, waar het water over de rotsen stroomt.
Het is prachtig weer, we hebben al dagen geen regen meer gehad en de temperatuur ligt ruim boven de dertig graden.
Via Cape Moreton rijden we naar de oostkant van het eiland, waar het strand nu mooi breed is.
We hebben altijd veel bekijks, want we zijn de enigen op het eiland met een camper, de meeste 4WD auto’s hebben een tent bij zich, om te overnachten. We volgen het strand zuidwaarts en na ruim dertien kilometer komen we uit bij de “middle road”, een weg van zeven kilometer die de oostkant met het westelijke gedeelte verbindt.
Als we aankomen bij de westkant zien we een grote zeearend, die net z’n prooi aan het verslinden is.
We hebben nu zo’n beetje het hele eiland verkend en willen nu voor de laatste twee dagen een mooie stek hebben en die vinden we, net boven Cowen Point !
Dit is werkelijk de meest mooie plek van het hele eiland ! We kijken uit over zee, zitten vlakbij het strand en het water is hier vrij ondiep, ideaal om te zwemmen en te relaxen.Voor het eerst hier op het eiland doen we onze zwemkleding aan en duiken twee keer over, verkoeling zoekend, de zee in.
Wim heeft nog een tijdje gevist, ook vanuit het warme zeewater.
De douchezak wordt volop gebruikt om het zoute water weer af te spoelen. We maken ons één na laatste kampvuur en zijn nu bijna door onze houtvoorraad heen. (We hadden vier grote zakken bij ons, want hier op het eiland is niets te vinden.)
We krijgen weer het “bounty gevoel” en willen dat graag nog even houden ! Over vier dagen zijn we terug in Holland waar het, na een paar warme dagen, nog maar negen graden is !!
Verslag 81
Vanmorgen werden we vroeg wakker van het geklapper van ons zeil, dat nu dienst doet als zonnescherm.
Het waaide flink en ook kon je de golven van de zee goed tegen het strand horen slaan. Zou onze laatste dag op het eiland dan een heel winderige worden ? Gelukkig nam de wind in de loop van de morgen af en kregen we weer een prachtige dag, vol zon en met een heerlijke temperatuur. We zijn weer een paar keer het water in geweest en hebben een stuk langs het strand gewandeld, verder waren we heel lui !
Ik heb, voor de derde keer deze vakantie, Wim nog even gekortwiekt, zodat hij er netjes uitziet als we thuis komen !
Ook heb ik, voor de laatste keer deze vakantie, m’n haren weer boven de afwasbak gewassen en daarna gedroogd voor in de auto, met de omvormer en mijn gewone föhn.
Alles heeft perfect gewerkt, we hadden overal een oplossing voor ! Wim heeft een paar keer de auto stationair laten draaien, zodat we onze laatste biertjes koud houden en met de zwarte douchezak hebben we ons weer heerlijk schoongespoeld.
Vanavond nog een laatste kampvuur, waar we al het hout opstoken wat we nog over hebben en dan wordt dit echt de laatste nacht op Moreton Island !
Verslag 82
We hadden gisteravond weer een heldere sterrenhemel en de maan liet z’n licht schijnen over een kalme zee. Omdat er weinig wind stond bleef het vrij warm en ons laatste kampvuur (de 43ste !) was dan ook meer voor de gezelligheid en om het laatste hout op te branden, dan voor de warmte.
Ook ’s nachts was het laken op bed nog haast te veel. (Dat wordt weer wennen in Holland !)
We werden wakker met het geluid van de rollende golven op het strand en de zon die door het “gaasraam” naar binnen scheen, wat zullen we dit eiland missen ! Vanmorgen hebben we voor het laatst ons “toilet met uitzicht” gebruikt en daarna het gat weer dicht gemaakt !
Na het ontbijt zijn we vast begonnen met spullen inpakken, we staan hier lekker in de schaduw en we komen pas eind van de middag in Brisbane aan en dan zouden we alles in het donker moeten doen. De tassen zijn zo gepakt: alle kleding en handdoeken moeten thuis toch in de wasmachine, want alles is vuil of stinkt naar rook. Tegen half twee pakken we ons boeltje op en verhuizen naar “the Wrecks”, waar om half vier de boot vertrekt naar het vaste land.
Wim maakt z’n laatste aas op met vissen en daarna duiken we nog een keer het water in.
Langzaamaan wordt het weer vloed en dat voel je aan de stroming: als je languit in het water ligt drijf je langzaam af. Tegen drieën komt de boot in zicht en sluiten we ons aan bij de andere auto’s, die het eiland weer verlaten.
We mogen als eerste de veerpont op en een half uurtje later varen we richting Brisbane, de vakantie zit erop!
Wim pompt de banden weer op, om beter op het asfalt te kunnen rijden.
Ruim na vijven gaan we ook als eerste weer de boot af en mengen ons in het drukke verkeer van de stad, op weg naar een camping, waar we na zessen aankomen. Wim bereidt voor het laatst een lekkere maaltijd en ik probeer al het zand weg te vegen wat overal tussen en in zit !
Vanavond géén kampvuur, géén ruisende golven en ook géén aparte vogelgeluiden !
Laatste verslag 83
We waren vanmorgen al om half zeven wakker, dus tijd genoeg om te douchen, te eten, de laatste spullen te pakken, alles te checken en nog eens te checken.
Tegen tienen waren we bij de Apollo dealer, waar ze vrij snel bekeken hadden dat de camper er geen krassen of deuken bij gekregen had. We krijgen netjes het geld overgemaakt van de stoelen en van de schep, die we onderweg aangeschaft hebben, omdat die van hun waardeloos was. Binnen een half uur waren we er weer weg en een taxi heeft ons bij de internationale luchthaven van Brisbane afgezet. Het is niet gelukt bij het inchecken om “lange benen plaatsen” te bemachtigen, dus waarschijnlijk zit Wim een beetje krap ! Bij de winkeltjes hebben we onze laatste dollars opgemaakt aan wat souvenirs en daarna werd het tijd om naar de “gate” te gaan.
Onze heerlijke vakantie van drie maanden zit erop, maar wat hebben we weer veel mooie dingen gezien en gedaan ! We hebben op 74 verschillende kampplaatsen gestaan, waarvan er vierendertig niets kostten. In het totaal hebben we ruim 8700 kilometer afgelegd met de auto en natuurlijk ook nog heel wat wandelingen gemaakt !
Einde van een schitterende tijd in Down Under !