verslag van dag tot dag
In dit verslag wordt per dag onze reis weergegeven incl. bijbehorende foto’s. Wij zijn van Melbourne naar Tasmanie gevaren en hebben daar twee weken met een 4X4 Apollo camper rond gereden. Vervolgens zijn we weer terug gevaren naar Melbourne en hebben vandaar de kust gevolgd tot en met Fraser Island om daar uiteindelijk via het binnenland weer naar Melbourne terug te rijden. Tijdens deze trip hebben wij in 3 maanden tijd 12000 kilometer gereden.
een reactie op dit verslag kun je sturen naar: wblits@Hotmail.com
1e dag – Zaterdag 13 Januari.
Hallo, dit is het eerste levensteken vanuit de lucht. We zitten nog in het vliegtuig terwijl ik dit schrijf, nog 3 uur en 50 minuten vliegen en we zijn in hongkong.
Op schiphol was Marja een beetje angstig i.v.m. de handbagage We hoorden daar dat we slechts 7 kilo per tas mochten hebben Maar die waren meer dan het dubbele (leesvoer en electronica)
Gelukkig werd er niet gewogen alleen maar gekeken naar mijn Muziek koffer (en ik werd gefouilleerd) niets gevonden dus. Vanaf dat moment hadden we pas echt vacantie. Ik heb al 3 films gekeken Crank, invincible en een film met Robin Williams Marja zal vanuit Hongkong wel schrijven want we hebben ruim 10 uur de tijd in een hotel aldaar.
De vlucht is erg rustig geen hobbels in het wolkendek en ook heen vertraging alles gaat zeer voorspoedig. Nu ga ik kolonisten spelen op de laptop.
Ok de landing is ook gelukt de rit naar het hotel kort en de kamer erg luxe Zie bijgevoegde foto
Marja ligt al in bed maar ik wil eerst uitproberen of ik vanuit het buitenland kan mailen als dit dus door jullie gelezen wordt is dat ook gelukt.
2e dag – Zondag 14 Januari.
Na een goede nachtrust in Hongkong maken we ons op voor het laatste stukje naar Australie.
Zondag was al half voorbij toen wij uit Novotel kwamen. Met de shuttlebus weer naar het vliegveld en om half acht vlogen we weer. We hebben totaal geen problemen gehad bij controles, alleen hebben we ons een bult gesjouwd.
Onderweg hebben we 2 films gekeken, The gardien (of zo iets) van Kevin Costner, ging over een sealifegard, heel mooi. De 2de film was een soort Alias met een 14 jarige jongen, ook heel goed. Daarna hebben we geprobeerd een beetje te slapen, alleen Wim zat met z’n benen klem, dus dat zat niet zo lekker.
Vervolg op maandag…….
3e dag – Maandag 15 Januari.
Voor we het wisten kregen we alweer een heerlijk ontbijtje, gebakken eieren, spek, tomaat, enz. met een warm croissantje, het eten is prima bij Cathay Pacific. Toen we in Melbourne aankwamen viel het uitzicht tegen. Het heeft er lang niet geregend, dus alles is geel, het was bewolkt en je kon een duidelijke brandlucht ruiken. Met een taxi zijn we naar de Apollo dealer gebracht en daar stond onze camper al klaar.
Dit keer was alles prima in orde, de camper is vrij nieuw, met prima banden en zelfs een MP3 speler aan boord. Na alles geregeld te hebben bij Apollo zijn we naar diverse winkels geweest, om allemaal spullen te kopen, stoelen, parasol, bakplaat, extra gastank, levensmiddelen,enz. Als we op Tasmanie zijn kunnen we pas verse groente en fruit kopen, want dat mag je niet invoeren. Om een uur of 11 eerst maar eens een kop koffie gedronken met een stuk pizza, want het was al weer 5 uur geleden dat we iets gehad hadden. We begonnen ook best moe te worden.
Bij Coles (supermarkt) hadden we allemaal plastic bakken gekocht en op de parkeerplaats daar, heb ik er alle kleding en levensmiddelen ingepakt. Inmiddels was het prima weer geworden en konden we de korte broek aan. Om een uur of 4 hadden we alles bij elkaar en zijn richting haven gereden. De Spirit of Tasmanie lag er al met nog een ander schip.
Om half 6 lekker wat gegeten en gedronken en daarna ingescheept.
Rob en Clary belden nog even om te vragen of alles goed gegaan was en waar we waren. Ze hopen nog steeds ons in Wilsons Prom. te ontmoeten over ruim 2 weken.
Om 8 uur zijn we gaan varen en na wat foto’s te hebben genomen en het schip te hebben bekeken hebben we in een winkeltje aan boord alvast een pas voor de Nationale Parken gekocht en een visvergunning voor Wim. Daarna snel naar bed. Om 9 uur sliepen we al.
4e dag – Dinsdag 16 Januari.
Vanmorgen om half 6 opgestaan en lekker gedoucht. De reis is prima verlopen al werd ik vannacht wel een keer wakker omdat we aardig op en neer gingen( we vielen het bed niet uit hoor.) Voor Tasmaanse begrippen was het rustig weer. Na een kop koffie om 7 uur van de boot vertrokken naar Devonpoort, dat is de havenplaats. Bij Coles de verse spullen gekocht, de dieseljerrycans vol getankt en de vakantie kan nu echt beginnen.
Tasmanie is prachtig: heel heuvelachtig met hoge bergen ertussen. Mooi groen met veel bomen en bloeiende struiken. Onze eerste doel is de Craddle Mountains. Een prachtig natuurgebied met bergen en meertjes. Het weer is schitterend, ongeveer 35 graden. Om een uur of 9 gestopt om lekker te ontbijten, de eerste keer dat we onze spulletjes kunnen gebruiken.
Daarna richting Craddle M. via prachtige route met diverse lookouts. We hebben 2 mooie wandelingen gemaakt met prachtige watervallen.
Vervolgens zijn we naar Lake Dove gereden.
Daar heeft iemand ons op de foto gezet, (op de achtergrond dus de C.Mountains.)
We staan nu op een camping bij het N.P. Wim is druk bezig allerlei apparatuur aan te sluiten en de laatste spulletjes krijgen een definitieve plaats. Het eerste biertje hebben we ook al op, want het is aardig heet, je moet echt in de schaduw zitten.
Genoeg geschreven voor vandaag, ik ga allerlei foldertjes doorlezen, vanavond onze eerste steak op de barbecue en morgen weer vroeg op.
5e dag – Woensdag 17 Januari.
Gisteravond hebben we de eerste wallibi’s (kleine kangaroes) gezien, eentje heeft zelfs een tomaat uit mijn hand gegeten.
Om 9 uur lagen we alweer op bed, maar nu zijn we helemaal geacclimatiseerd. Het heeft vannacht flink geregend en geonweerd, maar vanmorgen scheen de zon weer en het was vandaag ruim 30 graden.
We zijn eerst naar Burnie gereden, weer terug naar de noordkust en wilden daarvandaan de 3 E-mails versturen, helaas dit lukte niet. We zijn totaal 4 uur bezig geweest dit weer voor elkaar te krijgen en hebben 4 verschillende winkels afgelopen. Uiteindelijk bij een Telstra /computer winkel hebben ze ons kunnen helpen. Het komt erop neer dat we een nieuwe kaart hebben gehuurd voor 12 weken (totaal 600 dollar), hiermee kunnen we internetten en E-mails versturen zonder bijkomende kosten (dus Marcel, achteraf geen rekening via de zaak). Aan het eind van onze vakantie verzenden we deze kaart terug naar Tasmanie. Ze deden werkelijk heel veel moeite voor ons. We vertrokken dus pas om half 4 weer uit Burnie.
We zijn via een N.P. genaamd Cape Rock naar Stanley gereden, waar we nu op een camping staan. Stanley ligt op een schiereiland bij een grote platte berg The Nut genoemd. We zijn met een kabelbaan naar boven geweest en hebben daar wat rondgewandeld en natuurlijk foto’s gemaakt.
Dit was het voor vandaag, we zitten aan een wijntje en moeten de lange broek weer aantrekken, want het waait hier aardig.
6e dag – Donderdag 18 Januari.
Op de camping in Stanley stond vlak naast ons een enorme bus, waar mensen zowel overdag in zitten als ’s nachts in slapen. Ze liggen dan met z’n zessen, drie hoog in een kleine ruimte en zo ongeveer12 van deze ruimtes. Vreselijk. Je moet geen last hebben van claustrofolie, of snurken, of ’s nachts moeten plassen. Er zaten allemaal oudere Duitsers in. Hun koffers stonden naast de bus en er werd voor allemaal gekookt, wat opgegeten werd aan smalle houten tafels. Ze hadden totaal geen privecy en het was ook nog aardig fris ’s avonds. Ze keken ook niet erg gelukkig, zo zouden wij nooit vakantie willen houden, dit is meer voor schoolkinderen.
Toen ik gisteravond wilde koken reageerde het gastoestel niet goed, de knop naar lager werkte niet en op een gegeven moment sloeg hij uit. Weer aangestoken en toen begon het te stinken.De knoppen waren helemaal verschroeid. Even later was de gasbus leeg, na 2 keer koken. Een nieuwe aangesloten, maar toen kwamen de vlammen aan de zijkant eruit. Gelukkig was het eten net klaar en hebben we nog een ander 1 pits gasstel. Wim vanmorgen met Apollo gebeld, zeggen ze doodleuk dat we helemaal niet naar Tasmanie hadden mogen gaan en dat daar geen ondersteuning is, als er iets kapot gaat moet je het zelf maar uitzoeken, daar was ons in Melbourne niets van verteld.Vanmorgen naar een caravanbedrijf geweest, die hebben van alles geprobeerd, maar hebben een ander merk gastoestel wat niet past. Voorlopig koken we dus maar simpel tot we terug zijn in Melbourne. Vanuit Stanley(via de caravandealer) zijn we richting Strahan gereden. Onderweg brood gegeten aan een prachtig meer Lake Murchison, daar heeft Wim voor het eerst zijn hengel uitgeprobeerd.
Daarna wilden we een grote waterval bekijken waarvoor we eerst 14 kilometer 4WD moesten rijden. We hebben misschien 1 kilometer afgelegd, maar de weg was zo slecht, niets als kuilen vol water, dat Wim het onverantwoord vond verder te gaan (vooral als je geen ondersteuning hebt vanuit Apollo als er iets gebeurd).Bij Henty Dunes aan de kust zijn we hele steile duinen opgeklommen, Schoorl is er niets bij vergeleken. Ze gingen daar met plastic sleetjes naar beneden en reden er met quads (scooters op 4 wielen).
Nu staan we vlak bij Stahan aan zee (Macquarie Heads), waar Wim alweer gevist heeft. Morgen vroeg gaan we met een cruiseboot de rivier op van 8.30 uur tot 14.15 uur. Daarna gaan we om 15.15 uur met een stoomtrein van Strahan naar Queenstown en met de bus weer terug. Dan is het inmiddels half 8 ’s avonds. Eten en drinken zit er voor de hele dag bij in.
Het weer was vandaag weer prima, we zijn zelfs wat verbrand. De camping vandaag is heel primitief, er is alleen een w.c. (kost ook maar 5 dollar is ongeveer 2.70 euro). Er staat een ton waar we een mooi kampvuurtje in maken om de dag mee af te sluiten.
7e dag – Vrijdag 19 Januari.
Vandaag was een lange, volle, schitterende dag. We zijn al om 6 uur opgestaan, omdat we eerst nog 14 km. onverharde weg moesten rijden naar Strahan, vanwaar de boot vertrok.Om 8 uur waren we al op de parkeerplaats, eerst de E-mail verzonden van gister plus 5 (!) E-mails opgehaald. 3 van Dennis,1 van Marcel en 1 van Gerrit en Hermien, heel leuk en zo lazen we ook dat er zo’n storm was geweest in Holland.
Om half negen gingen we aan boord van de cruiseboot en begonnen gelijk met champagne. We zaten nl. op het bovenste dek, the captainsdeck. Heerlijke luie stoelen, een prima uitzicht en al het eten en drinken was inclusief. We kregen diverse hapjes, konden koffie, fris wijn of bier (en champagne) zo veel krijgen als we wilden.
Tegen de middag was er een warm en koud buffet met zalm, salades en een soort goulash met rijst, ook waren er diverse soorten kaas. Maar we hebben natuurlijk niet alleen gezeten. Je kon diverse dekken op, buiten. Het weer was redelijk bewolkt, maar totaal niet koud. Eerst zijn we richting de monding van de haven gevaren. Daar hadden we ’s nachts gecampeerd. Het was een heel natuurlijke inlet, dus niet te vergelijken met bijvoorbeeld Rotterdam.
Daarna zijn we zuidelijk gevaren en kwamen op de Gordon River. Dit was echt prachtig. De breedte was misschien gelijk aan de Maas, maar aan beide zijden waren diverse bergen vol met allerlei verschillende bomen en struiken (regenwoud). Het water was zo kalm dat je de bergen weerspiegeld zag, heel mooi.
Onderweg zijn we gestopt om een wandeling te maken in dit regenwoud. De bomen zitten vol met mos vanwege het vocht. Het regent ongeveer 300 dagen per jaar.
Op de weg terug zijn we afgezet op Sarah Island. Dit was in begin 1800 een gevangeneneiland. Ze leefden daar onder erbarmelijke omstandigheden. Na 12 jaren is het weer opgeheven en nu is het een toeristische attractie. We hadden er een rondleiding van een uur.
Om kwart over 2 waren we weer terug in Strahan waar we een kijkje namen bij de plaatselijke houtzagerij.
Een uur later zaten we alweer in de trein. Deze reed van Strahan naar Queenstown. Dit keer eerst langs de zee, later landinwaarts langs de King River. We reden door het regenwoud, door een Gorge en stopten regelmatig onderweg. Ook deze keer zaten we heel luxe en wat dacht je, we begonnen weer met champagne. Erbij kwamen diverse soorten kaas, even later een pie ( soort hartige taart), sandwiches en taart.
Onderweg werd er gewisseld van locomotief. Deze moest eerst met de hand omgedraaid worden (zie foto’s).
Het was een speciale stoomlocomotief met een tandrad aandrijving voor steile hellingen, hetgeen ook nodig was. In onze coupe zaten nog 2 stellen. Ze hadden schapenfarmen 100 km. boven Melbourne. We hebben gezellig gekletst en kregen zelfs een uitnodiging om bij ze langs te komen. Zo gastvrij zijn Australiers.
De hele rit was schitterend. We zaten heel hoog: 200 m. boven de zeespiegel en keken op de snelstromende rivier neer. De tocht duurde zo’n 3,5 uur.
Vanaf Queenstown zijn we met de bus teruggebracht en waren we om 8 uur weer terug bij onze camper. Nu staan we op een camping in Strahan, heel simpel, maar morgen vroeg kunnen we douchen, hetgeen op een bushcamping niet kan. Het is nu half 10, nog even de brief verzenden en dan naar bed, want de muggen worden knap vervelend. Morgen weer vroeg op voor een nieuw avontuur.
8e dag – Zaterdag 20 Januari.
Vandaag is weer een heel andere dag als gister. De hele nacht heeft het geregend en ook overdag hebben we geregeld een bui. We hebben vanmorgen 3 wandelingen gemaakt, de eerste naar schitterende watervallen, de Nelson Falls,
als tweede een korte wandeling over een hangbrug richting Frenchmans Cap
en als laatste de Franklin River trail.
Allemaal wandelingen van zo’n 20 minuten, dus goed te doen. Koud was het niet, maar de zon laat zich niet zien vandaag.
Nu staan we op een camping bij Lake St.Clair, met uitzicht op het meer.
Wim vist af en toe tussen de buien door.
We dragen voor het eerst de dichte schoenen en jassen, maar niet klagen, vorig jaar hadden we ook regelmatig minder mooi weer. Morgen kan het weer heel anders zijn. We hebben al een paar kookaburra’s gezien. Dit zijn vrij grote lachende vogels met een blauwe gloed en ze zijn gek op kaas (Ervaring heeft ons dat geleerd). We hebben net op de laptop alle foto’s bekeken, we hebben in een week tijd al heel wat gedaan.
9e dag – Zondag 21 Januari.
Het weer was vandaag heel wisselend. Veel blauwe lucht met wat witte wolken, afgewisseld met donkere buien waar niets uit viel, tot op dit moment. We zijn net aangekomen op een camping in New Norfolk vlakbij Hobart en het plenst.Vanmorgen zijn we vertrokken vanuit Lake St.Clair, eerst richting Mount Field N.P. We hebben daar zo’n 75 minuten gewandeld. Langs 2 prachtige watervallen: Russell Falls en Horseshoe Falls. Ze lagen beiden in het regenwoud waar hele dikke, hoge bomen stonden.
Daarna zijn we richting Strathgordon gereden. Je rijdt constant in een N.P. met veel mooie meren. Lake Gordon is een stuwmeer geworden, dat half leeg staat vanwege de droge zomer. Er steken allemaal dode bomen uit het water.
De Gordon dam was heel indrukwekkend. Hij was 140 meter hoog. Je kon er overheen lopen, wat we ook gedaan hebben. Hiervoor moest je 200 treden naar beneden, maar het was de moeite waard.
Vlak bij lag een ander heel groot meer, Lake Pedder. Wim heeft er nog een poosje gevist, heerlijk in het zonnetje, helaas het wordt weer vlees vanavond.
Onderweg zijn we weinig mensen tegen gekomen, dat is niet verwonderlijk, want Tasmanie is 2x zo groot als Nederland, maar heeft maar een half miljoen inwoners, waarvan 2/3 in Hobart woont. We zijn uit het N.P. vertrokken omdat het zondag is en we ma beloofd hadden te bellen en daar is totaal geen bereik. Morgen gaan we Hobart verkennen.
10e dag – Maandag 22 Januari.
Hobart is een mooie stad met een leuke vissershaven. Alle wegen lopen heel erg scheef, omdat de stad tegen een heuvel is aangebouwd. Bovendien zie je aan alle kanten water en eilandjes. We hadden schitterend weer en hebben er zo’n anderhalf uur rondgewandeld. Op Salamanca Place hebben we heerlijke gerookte zalm gekocht (500 gram voor 7,50 euro, moet je in Nederland eens proberen) en bij de haven (Constitution Dock) kwamen diverse vissersboten binnen. Daarna zijn we naar Mount Wellington gereden, die in het westen 1270 m. boven de stad uitrijst. Vandaar heb je een fantastisch uitzicht over Hobart en omgeving. Het was er wel fris en er stond een flinke wind.
Vervolgens zijn we richting Kettering gereden, hebben daar de veerpont naar Bruny Island genomen, ongeveer 15 minuten varen. Het eiland bestaat uit 2 gedeeltes gescheiden door een smalle strook”the neck”genoemd. Je kon er naar een uitkijkpunt klimmen (236 treetjes, mam!) met een prachtig uitzicht.
Op het eiland leven witte kangaroes, de eerste hebben we al op de foto gezet.
We staan op een mooie camping bij de Adventure bay, gelukkig uit de wind. Ik heb net voor het eerst de was gedaan, hopelijk is hij morgen droog.(Het zou morgen 25 graden worden en zonnig). Trouwens, met Wim zijn arm gaat het prima, hij slikt zelfs geen tabletten meer, hopelijk blijft het zo. Hij heeft ook z’n eerste vis gevangen, het was een flat head met een giftige stekel op zijn rug (geleerd tijdens de vorige vakantie) dus die verdween weer snel in zee.
Ik heb ook nog met Clary gebeld, waarschijnlijk zien we ze over ander halve week, zoals afgesproken. Gister heeft het heel erg geregend in Hobart (dat zag ik in de krant, hele straten stonden blank) en van Clary hoorde ik dat ook hele gedeeltes van zuid Australie onder water staan. In Cairns is het regenseizoen nu ook begonnen, dus Clary is blij als ze met vakantie naar het zuiden kan.
11e dag – Dinsdag 23 Januari.
Dennis wordt 21 vandaag. Dus om 10 uur vanmorgen (12 uur ’s nachts nederlandse tijd) naar Holland gebeld om Dennis te feliciteren. Natuurlijk verteld waar zijn kado lag (dit keer een jaar lang gratis DVD’s en games thuis bekijken/bespelen) en ook nog met Marcel gesproken, het werd dus een gesprek van 35 minuten. Daarna zijn we de zuid kant van Bruny Island gaan verkennen, met een paar mooie look outs en het 1 na oudste lighthouse van Australie.
Toen werd het een race tegen de klok om weer op tijd op de veerpont te komen. We wilden nl. de boot van 12.35 uur halen, de volgende ging pas om 2.15 uur. Dat haalden we en hadden zelfs nog 5 minuten speling.Weer op de vaste wal zijn we de Huon valley route gaan volgen. Het landschap is heel glooiend met veel fruitbomen en rivieren, heel landelijk, ook de zon deed goed z’n best. Onderweg hebben we onze laatste zalm opgegeten bij een prachtige look out (zie foto).
Bij Geeveston zijn we de binnenlanden weer in gegaan. Eerst naar de Tahune Airwalk, dit is een stalen hangbrug over de boomtoppen met uitzicht op de Huon rivier, Pr.Willem Alexander is hier vorig jaar ook nog geweest, erg indrukwekkend.
Daarna zijn we naar Hartz Mountain N.P. gereden(onverharde slingerweg). Het was de moeite waard. Een prachtige waterval was het einddoel(Arve Falls).Het begin leek op de wildwaterbaan van Center Parcs, maar je zou het niet overleefd hebben, het ging vrij steil naar beneden.
Toen weer helemaal terug naar Hobart. We wilden vanwege Dennis’ verjaardag uit eten gaan. Dus om ongeveer 19.00 uur een prima restaurant gevonden en heerlijk seafood platter gegeten. Het was alleen al donker toen we nog een camping moesten zoeken. Dit gaf wat problemen, maar inmiddels staan we in Cambridge, al een stukje richting Port Arthur, op een camping. Het is inmiddels bijna 11 uur, maar we proberen zo nog even naar Holland te bellen. Wim had nog een speciale mail voor Dennis geschreven, maar die krijgen we om de een of andere reden nog niet verzonden. We blijven het proberen.
12e dag – Woensdag 24 Januari.
Vandaag hebben we zo’n 6 uur doorgebracht in Port Arthur. P.A. ligt op een schiereiland in het zuid oosten van Tasmanie en was van 1833 tot 1877 een plaats voor gevangenen. Dit waren voornamelijk Britse gevangenen, die bijvoorbeeld een brood of ham gestolen hadden. Sommigen waren eigenljk nog kinderen (vanaf 9 jaar). Eerst moesten ze 3 maanden aan boord van een schip voor ze in Tasmanie aankwamen. Hier leefden ze dan voor minimaal 3 jaar in vrij slechte omstandigheden. We hebben een prive-rondleiding gehad over Island Puer. Hier leefden de jongste criminelen, ze moesten zo’n 8 uur per dag werken (en leerden hierdoor een vak), maar kregen ook onderwijs en moesten elke dag naar de kerk, die ze zelf gebouwd hadden.(zie foto) .
Velen zijn er sterker vandaan gekomen. (zouden ze nu ook moeten doen met criminele jeugd). Op de vaste wal, waar de volwassenen zaten hebben we isoleercellen gezien, waar ze 23 uur per dag inzaten, 1 uur per dag was om te luchten en w.c.pot te legen, dan hadden ze een kap over hun hoofd. (Ze mochten met niemand contact hebben). Zo werden ze langzaam gek. Veel houten gebouwen die er vroeger stonden zijn door brand verwoest. Toch kreeg je nog een indruk hoe het vroeger geweest was.
Naderhand zijn we naar een camping gegaan, op enkele kilometers daar vandaan aan de kust. We hebben daar deze zonsondergang gezien.
Het weer is voor Tasmaanse begrippen nog steeds goed, alleen we vinden de wind zo koud (hij komt vanuit Antartica) en zijn blij met onze warme wandelschoenen en winddichte jassen.
Vanavond gaan we vroeg naar bed, gister was het half een, vanwege de computer die niet wilde verzenden. Lang leve Hotmail, ze hadden de code geblokkeerd, maar Marcel kon ons gelukkig helpen.
13e dag – Donderdag 25 Januari.
Vanmorgen hebben we eerst diverse lookouts en mooie natuurverschijnselen bekeken.O.a.:de Remarkable Cave, Tasman Arch en Devils Kitchen.
Daarna naar een historisch plaatsje Richmond gereden, waar ze de oudste brug van Australie hebben, gebouwd door gevangenen in 1823-1825.
Tussen de middag vlak bij Maria Island (ook weer een voormalig gevangeneneiland) gegeten aan het strand en Wim heeft weer geprobeerd een visje te vangen.
Toen door naar Swansea, wat boodschappen gedaan en daarna een smal weggetje in naar de nine mile beach, een soort smalle landtong. Helemaal aan het eind mag je kamperen.(Vandaag hebben we alleen een w.c.tje op palen)……
Op het strand daar zie je op zo’n 100 meter afstand het schiereiland Freycenet, waar we morgen heen gaan. Dus weer aan alle kanten water.
Wim heeft hier nog even gevist, maar er stond een koude wind, het moet wel leuk blijven natuurlijk. We vinden Tasmanie nog steeds een schitterend eiland. Als je rijdt zie je veel heuvels, bergen, water en de weg is nooit recht, je blijft aan het slingeren. Helaas hebben we ook alweer heel wat dode wallebies (kleine kangaroes) op de weg zien liggen. Die beesten gaan als het donker wordt op de weg zitten of springen voor de auto en worden zo aangereden. Ons plekje is weer schitterend, in de zon, uit de wind, wijntje erbij, dat is pas vakantie.
14e dag – Vrijdag 26 Januari.
Vandaag is het Australian Day, dat is net zo iets als 5 mei in Nederland. 3 jaar terug waren we deze dag in Sydney samen met opa en oma Lingeman, er waren toen allerlei festiviteiten en ’s avonds vuurwerk, hier in een Nat.Park merk je er weinig van. Sommigen hebben een vlag aan de auto of een tatto van de vlag op hun arm, maar dat is alles. Vanmorgen om ongeveer 10.30 uur hebben we onze eerste wijnproeverij gehad bij Freycinet Winery . De naam lijkt veel op de schuine-hals flessen in Nederland, maar deze smaak is veel beter. We hebben een lekker flesje Riesling gekocht en de eigenaar daar adviseerde ons om naar de Marine Farm te gaan, waar ze heerlijke verse oesters en zeekrab hebben, welke heerlijk smaakt bij de wijn. Dit hebben we ook gedaan.
In het Freycinet N.P. hebben eerst een mooie look out gezien (cape Tourville), 15 minuten wandeling, waarna we naar de beroemde look out van Wineglass bay zijn gereden. Het is wel een uur klauteren, heen en terug, maar zeker de moeite waard. De zon scheen er heerlijk bij, dus lekker in de korte broek.
Daarna nog even de Honeymoon Bay bekeken,
daar hadden we graag gekampeerd, maar alles was vol. We hebben nu een mooi plekje bij de Friendly Beaches. Het kost hier niets (net als gisteren).
We zitten vlak bij de zee, waar we natuurlijk een poosje gezeten hebben, met hengel.
Voor die tijd hebben we eerst heerlijk de oesters en de krab opgepeuzeld samen met de wijn, zo vieren wij Australian Day.
Wat ben ik sterk, he!
15e dag – Zaterdag 27 Januari.
Toen we gister in Freycinet N.P. een plekje vonden, stonden we heerlijk uit de wind. Net voor we naar bed gingen draaide de wind en ’s nachts om 3 uur konden we eruit om de luifel op te rollen, vanwege het geklapper. Dat is echt Tasmanie, constant (koude) draaiwinden. Bij het eerste dorpje waar we vanmorgen langs kwamen, Bicheno, hebben we bij een internet-cafe de laatste 2 E-mails verzonden. Onze profider Telstra werkt hier blijkbaar niet goed. Daarna zijn we verder langs zee gereden richting noorden. Via de Elephant Pas zijn we naar St.Marys gereden en vandaar weer richting zee. Zo’n 20 kilometer lang reden we door verbrand gebied, heel erg om te zien. Er waren een paar huizen tot de grond toe afgebrand, wat gauw gebeurt want ze zijn meestal van hout, andere huizen waren blijkbaar goed nat gehouden en stonden nog overeind.
Bij St.Helens wilden we aan kampeerplaats aan zee zoeken, maar dat viel niet mee.
Bij Binalong Bay hebben we toen diverse uren aan een mooie met grote stenen bedekte baai gestaan. Wim heeft een grote vis gevangen, maar terug gegooid in zee, ik ben met mijn 2de boek bezig.
We hebben nog niet veel gelezen, veel te druk geweest met van alles te bekijken.
’s avonds doen we vaak triominos, Wim heeft al 9 rondes gewonnen, ik nog geen een, daar moet snel verandering in komen!!
We staan nu op een Big4 camping, hoofdzakelijk om even te kunnen douchen en wat was te doen. Morgen zoeken we weer een plaats aan zee (met alleen een w.c.tje)
16e dag – Zondag 28 Januari.
Gisteravond hebben we nog vuurwerk gezien in St.Helens. Ik denk dat dit was vanwege einde van het seizoen, of ze liepen een dag achter (26ste australian day). Vanmorgen om 10 uur stonden we alweer bij een prachtige waterval: St.Columba Falls, een van de grootste van Tasmanie.
Daarna hebben we een wandeling van zo’n 50 minuten gemaakt door rainforest, langs een waterval met weinig water (piesstraaltje) door “gewoon” bos en over de open vlakte. Hier liepen we over houten planken, omdat het er normaal vrij drassig is.
Op het moment is het vrij droog aan de oostkant van Tasmanie.Er is ook waterrestrictie, dus je mag je auto niet wassen of je tuin besproeien en maar 5 minuten onder de douche, zulk soort dingen.
Rond de middag zijn we bij een kaasfabriekje met winkel kaas wezen proeven en hebben er gelijk 5 soorten gekocht.
Daarna op weg richting Mount William N.P.het doel van deze dag. Vanmorgen reden we nog door een landschap zoals Oostenrijk, richting M.W. werd het steeds vlakker met een hele harde koude wind. Dus niet erg aanlokkelijk. We zijn uitgekomen bij Stumpys Bay, een mooi strand,
waar je uit de wind kon zitten en ook de camper heeft een plaatsje redelijk uit de wind. Je hoort het wel constant stormen en de bomen gaan flink heen en weer.
Stumpys Bay staat erom bekend dat je er goed zalm kan vangen. Dus normaal gesproken had Wim er wel een paar gevangen. Alleen hoorden we van de locals dat er de laatste 4 dagen, vanwege de harde wind haast niets gevangen werd. Maar goed dat er nog vlees in de koelkast zit. Terwijl ik dit typ, is Wim weer een heerlijke steak aan het bakken, met uien, groente, enz.
Toch hebben we uren in het zonnetje op het strand gezeten en Wim wilde nog wel een dag blijven. Dit gaat helaas niet, want over 2 dagen moeten we met de boot terug naar Melbourne (hopen dat het dan iets minder waait!!) We gaan beslist nog een keer terug naar Tasmanie, de natuur is er prachtig.
Op de campingplaats lopen verschillende kangaroes rond, groter als in de rest van Tasmanie.
17e dag – Maandag 29 Januari.
Vannacht is de wind gaan liggen, waardoor het er vanmorgen veel vriendelijker uitzag, ook al was het vannacht maar 9 graden.
Om 9 uur reden we al over de Forester Kangaroo Drive, nog steeds in het Mount William N.P. We hebben zo ongeveer 40 kangaroes gezien, levend dit keer, die rustig voor de camper uit wipten. Zo zien we ze graag. (We hebben ook zo’n 100 dooie kangaroes gezien, alleen al vandaag). Daarna reden we langs Little BlueLake, dit water is zo blauw omdat de heldere lucht weerkaatst op het witte zand van het meer, waar vroeger tin uit gewonnen werd.
We waren nog maar net in de bewoonde wereld, toen we een voice mail kregen van Clary. Ze vertrekken morgenvroeg uit Cairns, maar hebben hun route omgegooid omdat ze al 3 weken achter lopen op schema, resultaat, we zien ze waarschijnlijk helemaal niet. Ze gaan eerst naar Brisbane waar hun auto gerepareerd moet worden, daarna gaan ze via Broken Hill naar Flinders Rangers dus ze slaan de zuid-oost hoek helemaal over. Maar je weet het maar nooit, misschien komen we ze nog wel ergens tegen. We hebben op 2 verschillende plaatsen geprobeerd onze mails te verzenden, maar het bleek dat er een probleem was met Hotmail. Uiteindelijk in Launceston is het toch gelukt.
Onderweg heben we nog een lavender farm bezocht
(helaas bloeiden ze nog niet echt) en de oudste winery van Tasmanie met een proeverij vereerd.(Providence vineyards). In Launceston hebben we de Cataract Gorge bekeken, via de stoeltjeslift over de kloof. De omgeving is mooi, maar erg gecultiveerd.Er zit een mooi park bij wat erg Engels aandoet.
Ik heb daar telefonisch nog een poos met Rob gesproken over de gewijzigde plannen en Clary zal ons vanavond ook nog bellen. Nu staan we op een plaats met uitzicht op de Batman Bridge. We kijken uit over de Tamar river. Morgen vertrekken we weer naar de “vaste wal” Australie.
We hebben vandaag ook nog gebeld met Apollo, als we woensdag aankomen gaan ze het gastoestel repareren, hebben we eindelijk weer 2 pitten. (Wim heeft prima gekookt deze 2 weken op 1 pitje)
Vandaag hebben we ook mails verzonden naar de leden van het mannenkoor, met verschillende foto’s.
18e dag – Dinsdag 30 Januari.
De laatste dag op Tasmanie begint met druilerig weer en harde wind. Dus veranderen we onze plannen voor vandaag. Eerst zijn we naar Beaconsfield gereden, waar nog altijd goud wordt gewonnen, maar waar ook een museum bij is. Deze hebben we uitgebreid bekeken,
daarna zijn we doorgereden naar Beau Point. Hier staat een zeepaardjes-kwekerij met aquarium.
We kregen uitleg over de voortplanting van deze kleine visjes. De mannelijke paardjes worden zwanger i.p.v. de vrouwtjes. Als ze een dikke buik hebben worden ze hitsig. Weer wat geleerd (volgens mij hebben de meeste mannen dan altijd zin).Het waait nog steeds erg hard en we hopen dat het op zee mee zal vallen (reistabletten bij de hand).
’s Middags naar een winery gereden, daar een heerlijke chardonnay gedronken vergezeld van wat kaas, worst, gedroogde tomaatjes, enz. Lekker op het balkon, uit de wind, met uitzicht op de wijngaard.
De lucht begint inmiddels blauw te kleuren. Ook hebben we nog even Grindelwald bezocht, dit is een Zwitsers dorpje, in 1989 opgericht, maar puur commercieel, we waren er snel uitgekeken.
Nog een wijnproeverijtje en daarna op weg naar Devonpoort voor de inscheping.
Het is nu 6 uur en we staan op de pier te wachten, over een half uur mogen we aan boord. Dag Tasmanie, we hebben van je genoten, ondanks de harde koude wind. We’ll be back
19e dag – Woensdag 31 Januari.
De overtocht is toch vrij rustig verlopen. Toen we gisteravond over de gangpaden liepen op de Spirit of Tasmanie 2, leken we net dronken, de golven waren toch zo’n 3 meter hoog.We zijn een paar keer even wakker geweest van het stampen van het schip,, maar hebben verder rustig geslapen. We gingen als een van de laatsten van boord, omdat we met de camper helemaal onderin het ruim stonden.
Daarna zijn we eerst naar Apollo gereden, waar ons gastoestel gerepareerd moest worden.
Dit duurde allemaal wat langer dan gedacht, dus kregen we van hun een andere auto mee en zijn we eerst voor zo’n 4 dagen boodschappen gaan doen, we willen nu nl. naar Wilsons Prom.N.P. en daar is niets te koop. Ook is er waarschijnlijk geen verbinding, dus zullen jullie de eerste dagen niets van ons horen.
Als service, omdat het zolang duurde hebben ze bij Apollo onze auto van binnen en buiten schoongemaakt, hij lijkt weer als nieuw. Toen alles gerepareerd was, na uitleg, weer naar een winkelcentrum gereden, want Wim had een kabeltje thuis laten liggen, dus die moest hier weer worden aangeschaft. Daarna Melbourne uit zien te komen, dat valt niet mee.
Het is nu half 3 en zijn net bij de laatste buitenwijken van Melbourne. We moeten dus nog wel een stukje vandaag, maar daarna gaan we ook echt een paar dagen luieren.
20e dag – Donderdag 1 Februari.
Vandaag heerlijk uitgeslapen tot half 9, een heel verschil met gisteren (half 6). We hebben gelijk mooi weer, prachtige blauwe lucht.
Eerst heerlijk aangekeuteld en om een uur of 12 zijn we een wandeling gaan maken van zo’n 2uur. Deze route hadden we 3 jaar terug ook al gelopen, maar hij was zeker weer de moeite waard.Je ziet van grote hoogte het strand en diverse eilanden liggen. Je loopt afwisselend door bos en open veld en het uitzicht blijft verrassend.
Er staat alleen vandaag een harde koude wind en omdat er hier veel fijn zand is, zit letterlijk alles onder. We zijn vanmiddag eerst gaan douchen om al die korreltjes kwijt te raken en hebben voor het eerst binnen gegeten omdat we niet van zand tussen de kiezen houden. Ook ons wijnglas moesten we buiten een paar keer omspoelen. Wim heeft vandaag de eerste 2 weken vakantie op DVD gezet en die versturen we nu naar Holland, kijken hoe het er op t.v. uitziet. We hebben ook de eerste papegaaien gezien, prachtig rood gekleurd.
En gisteravond een klein veldmuisje (wel 3 cm groot, mam!)
Verder spreken de foto’s voor zich, denk ik.
21e dag – Vrijdag 2 Februari.
Vandaag hebben we prachtig weer. Haast geen wind, in tegenstelling tot de windvlagen van gister, en het is zo’n 38 graden geweest. In de schaduw van een boom vonden we een stekelvarken die daar wat verkoeling zocht.
Vanmorgen hebben we een korte wandeling gemaakt over de boardwalk langs de Tidal River. Deze rivier verbindt zich met de zee, alleen bij vloed en hij slingert door moerassig gebied.
We hebben nog geprobeerd de dvd’s te verzenden, maar dat lukt hier niet. Toch is er hier bij Wilsons Promontory N.P.heel wat meer dan bij een normaal Nationaal Park. Er is een winkel met verse groenten, melk, enz., douches en wasmachines en een soort patatboer. Ook draait er 1 keer in de week een film. Wij hadden eten en drinken genoeg bij ons. Alleen is hier geen stroom en na 2 volle dagen begint het lampje rood op te lichten, dus we moeten eerst weer een stuk rijden om de accu (van de camper)op te laden. De accu van de auto zelf zit nog vol genoeg.
Vanmiddag hebben we een poos aan het strand gezeten en Wim heeft er gevist.
Het water is niet echt warm, maar we zijn met de benen in zee geweest.
Ik hebmijn ligbed uitgeprobeerd en ook de parasol was nodig. Verder een luie dag gehad. Spelletjes gedaan en gelezen. Morgen trekken we weer verder.
22e dag – zaterdag 3 Februari.
Vanmorgen zijn we weer vertrokken uit the Proms. Eerst nog wat mooie punten bekeken en zo kwamen we opeens een slang tegen op een meter afstand. Wim heeft hem natuurlijk gefilmd en op foto gezet. Hij was bruin met groen en oranje.Gevaarlijk, vast wel, dat zijn ze allemaal.
Daarna zijn we via Foster, waar we eindelijk de DVD’s gepost hebben, naar de ninety mile beach gereden. Hier loopt over een afstand van zo’n 65 km een vrij rechte weg langs het strand met een duin ertussen en op diverse plaatsen kan je in het wild kamperen.
Natuurlijk is Wim weer gaan vissen (en heeft 3 tuigjes met ankerloodjes verspeeld). Er zit hier weer zalm, dus wie weet eten we morgen vis, anders wordt het spaghetti. Ik ben in een prachtig boek bezig: de Delta Deceptie van Dan Brown,de schrijver van de Da Vinci Code.Hij heeft dezelfde stijl van schrijven als Clive Cussler, ik moet het boek echt wegleggen anders lees ik het in een keer uit. Dus Marcel en opa, beslist ook een boek voor jullie. In Tasmanie hebben we laatst een lamp aan een elastiek voor om je hoofd (koplamp!) gekocht. Die is hier nu ideaal, want als je in het wild kampeert is er totaal geen verlichting en zo heb je met koken, afwassen of lezen je beide handen nog vrij.
Morgen blijven we hier ook nog en daarna zoeken we eerst een keer een camping op, om de was te doen en water bij te tanken (en om te douchen).
23e dag – zondag 4 Februari.
Gisteravond hadden we opeens bezoek van 3 possums, tenminste we denken dat ze dat waren. Deze beesten lijken op katten en ze klimmen in bomen. (de foto is mislukt, ze staan wel op de film) We zouden vandaag op dezelfde plek blijven staan en Wim is vanmorgen ook nog wezen vissen, maar er stond een harde koude wind met hoge golven tot gevolg en de zon liet zich niet veel zien.
Bovendien hadden we geen telefoonverbinding en het is zondag, dus zouden we naar Holland bellen. Dus besloten we een volgende plek op te zoeken. In 10 minuten tijd hebben we dan alles ingepakt en kunnen we vertrekken. De weg langs de 90 mile beach gaat verder, maar op een gegeven moment begint links ervan een groot meer. We zitten nu in de buurt van Lakes Entrance,waar dus allerlei meren in de zee uitkomen. Bij Loch Sport, een plaats tussen de zee en een meer, reden we ineens tegen een camping aan.Daar vonden we een mooi plekje met uitzicht op Lake Victoria. Hier is veel minder wind en de zon schijnt ook weer volop. Ze hebben hier ook wasmachines, dus ik kan 2 machines volproppen.
We hebben heerlijk aan het water gezeten en ook de hengel werd weer uitgeworpen.
Wim heeft nog even 5 kilometer gelopen. Hij zou even een biertje uit de camper halen, maar was vergeten dat ik de sleutel had. Hij dacht dan haal ik er even een paar bij de receptie(daar zit meestal een winkeltje bij) met gelijk wat eieren, want die waren op. De manager was even weg, dus naar de dichtstbijzijnde winkel, deze had net geen eieren meer, maar 5 minuten verderop in een supermarkt wel. Het werden dus ruim 2,5 kilometer en daarna weer terug. Ik was ondertussen best ongerust, want de camper stond vlakbij en Wim was nergens te bekennen. Pas na een uur kwam hij met 2 koude pilsjes aanzetten.
In het meer zwemmen veel zwarte zwanen, een prachtig gezicht.
24e dag – maandag 5 Februari.
Vanmorgen werden we wakker van het geluid van de vogels. De camping is bijna leeg, maar vogels zijn er voldoende. Eerst een felicitatie naar Margriet gestuurd, die vandaag 45 is geworden. Tegelijktijd halen we dan de mails op, er zat er weer een van maling bij, blijven schrijven mam, dat vinden we heel leuk.
Na Wim’s eerste knip(scheer)beurt en lekkere bacon met eggs, zijn we eerst weer een stukje zuidelijk gereden, we zitten namelijk op een soort schiereiland.De auto had dorst en er was geen pomp in de buurt, dus is het maar goed dat we reserve tanks bij ons hebben.
Het is hier (ten oosten van Melbourne) trouwens vreselijk droog. De koeien en de schapen staan op verdord land en de meeste rivieren staan droog. Daarbij waait er een harde warme wind, ideaal dus voor een grote brand (er is hier al heel wat verwoest dit jaar). De temperatuur loopt vandaag op tot zo’n 40 graden. Daarna zijn we via Sale, waar we weer voor 4 dagen boodschappen hebben gedaan, en Bairndale, naar Lakes Entrance gereden. Hier komen we alweer voor de derde keer.
Eerst weer even langs de mooie look out gereden, waar je een prachtig uitzicht hebt over de rivieren en de zee. 3 jaar geleden zijn we bij een winery geweest: Wyanga Park en hier komen we nu ook weer terecht.
Na de nodige soorten wijn geproefd te hebben met wat te eten erbij, is het inmiddels al half 4 en we besluiten niet te ver meer te rijden, vandaag. We komen uit bij Cape Conran Coastal Park, op een soort bushcamping vlakbij een mooie baai.
We hebben nog een lekkere strandwandeling gemaakt.Het is inmiddels 8 uur, Wim staat zwetend eten te koken (de arme ziel!) in zijn korte broek. Maar dit is wel het weer wat we graag hebben.
25e dag – dinsdag 6 Februari.
We dachten vandaag een dagje op het strand door te brengen, maar toen we wakker werden was het bewolkt en fris. Het scheelt 20 graden !! met gister. Dus de lange broek weer aan met vest. Wim is nog een poos gaan vissen, maar verspeelde 2 onderlijntjes van zijn tuig, vanwege de onderstroom. Ook begon het een beetje te miezeren.
Ik heb eerst mijn 3de boek uitgelezen en ben toen gaan E-mailen. Eerst naar alle medewerkers van de Golff, toen Rita, Anja, Ronald en Clary en Rob. Later hebben we er samen foto’s bij gezocht.Zo kom je de morgen wel door. ’s Middags toch nog een eind langs het strand gewandeld, maar de zon heeft zich nauwelijks laten zien vandaag.
Als het weer morgen beter is blijven we nog een dagje, anders verhuizen we naar een volgende plek. Wim heeft nog een kookaberra zitten observeren en gefotografeerd.
Deze oversized wagen kwamen we van de week een keer tegen. We hebben hem gelukkig op een breed gedeelte kunnen inhalen.
26e dag – woensdag 7 Februari.
Het begon vannacht te druppen en dat deed het vanmorgen nog steeds, dus tijd om te verkassen. We hebben vandaag voor het eerst bijna een kangaroe onder de auto gehad. Gelukkig reed Wim niet hard en reageerde hij goed en de laatste hup van de kangaroe was naar links en niet naar rechts (voor ons gezien), anders had hij nu een flinke hoofdpijn gehad. Die beesten reageren ook zo stom, ze zitten aan de kant van de weg en als er een auto aankomst schrikken ze en springen de weg op, vlak voor een auto, daarom zien we ze elke dag weer dood liggen.
Onderweg in Cann River hebben we onze 7 E-mails verstuurd en er weer verschillende terug gekregen. Wij zijn via Gipsy Point naar Mallacootta gereden, een bekend gebied aan de zuid kust. Het lijkt een beetje op de Biesbosch hier. Je ziet de zee, maar je zit aan een brede ondiepe rivier met allerlei eilandjes.
Vanmiddag begon zowaar de zon weer te schijnen en dan ziet alles er weer veel mooier uit.
Er zwemmen hier veel pelikanen en zwarte zwanen altijd weer een prachtig gezicht.
We staan een beetje op een heuvel en hebben zo een mooi uitzicht. Wim dacht vanaf die heuvel wel te kunnen vissen, maar helaas er vloog een pelikaan tegen zijn lijn aan en weg was zijn hele tuig. Zo is er elke dag wel wat met vissen, we eten nog steeds vlees.Wel heeft hij vandaag lekkere garnalen gekocht en op de plaat gebakken, eten we toch vis!!
27e dag – donderdag 8 Februari.
We hebben vandaag een heel relaxede dag gehad. We zijn nog een dag op dezelfde camping gebleven. Het uitzicht is er prachtig en Wim kon er prima vissen. Hij heeft vandaag 1 vis gevangen, zie foto, maar dit was een “lether jacket”, zoals een voorbijganger vertelde. Hij had tanden en Wim moest het haakje afknippen, hij kreeg hem niet uit z’n bek.
Je hebt hier eigenlijk een boot nodig, wat de meesten ook hebben, dan kan je in de vaargeul vissen. Er werd zat gevangen alleen niet vanaf de kant.
Het was vrij bewolkt tot een uur of 4, maar niet koud. Ik heb veel gelezen vandaag en van het uitzicht genoten. We hebben weer heerlijke garnalen gekocht, je moet ze zelf nog pellen en dan even op de bakplaat. Het was een hele maaltijd.
Verder doen we elke dag wel triominos, de stand is inmiddels 20-5voor Wim. Dit moet echt veranderen!!
28e dag – vrijdag 9 Februari.
Vandaag zijn we uit een zonnig Mallacoota vertrokken. Onderweg piepte het steeds en dan denk je dat er iets met de auto is, maar dat zijn de bellbirds, een soort vogel dat hele hoge pieptonen maakt, net of je 2 flessen tegen elkaar slaat. Ook zagen we vandaag een grote lizard, wel ruim een meter lang, maar voor dat je je fototoestel hebt gevonden, is dat beest allang weer in de struiken verdwenen. We zijn naar Ben Boyd N.P. gereden. Onderweg zijn we langs Wonboyn Lake gereden, waar veel vis moest zitten. We kwamen bij een leuk resort uit, maar nergens kon je goed vissen, als je er niet logeerde. In B.B.N.P. eerst een mooie look out gezien, je keek uit over Disaster Bay,
waar vroeger schepen vergaan zijn. Toen op de uiterste punt Green Cape, met vuurtoren, rondgekeken. De kust is er heel grillig.
Toen doorgereden naar Bitangabee Bay (wat een naam he?) Daar hebben we aan het strand gelegen, gezeten, gevist en gezwommen.
Wim heeft er zowaar 3 vissen gevangen, waarvan we er 2 opgepeuzeld hebben. Daarna door naar Saltwater Creek, een bushcamping waar we nu staan. De kangaroes hippen om ons heen en zijn heel tam.
We staan weer dicht bij zee en horen hem duidelijk. Het geluid lijkt vaak op een sneltrein, vind ik, maar je kan er prima bij slapen.
29e dag – zaterdag 10 Februari.
We zijn vandaag in het N.P.gebleven. We hoopten op hetzelfde mooie weer als gisteren, maar helaas, weinig zon vandaag, wel druppelt het geregeld, maar het is totaal niet koud, zo’n 25 graden.
De kangaroes hippen vandaag weer vrolijk rond en ook een leguaan (gister schreef ik nog lizerd) loopt hier vandaag rond.Hij laat een spoor achter als van een fietsband. We hebben hem uitgebreid gefilmd en op de foto gezet. Hij heeft een dunne witte tong van zo’n 10 cm. met aan het uiteinde een splitsing, die hij constant in een uit floept.
De leguaan lag een poosje te soezen onder een tak. Toen Wim hem van dichtbij op de foto wilde zetten, kwam het dier plotseling overeind en deed een paar passen richting Wim, die daar best van schrok. Het beest liep zelfs de w.c. in, waar gelukkig niemand op zat, dat zou pas echt schrikken geweest zijn De kangaroes spelen gelijk voor opruimdienst, ze likken zelfs de barbecue schoon.
We hebben nog een eind gewandeld en een uurtje aan zee gezeten, maar het waaide nogal hard.
We hadden het hele strand voor ons zelf.
30e dag – zondag 11 Februari.
Het heeft vandaag een paar keer flink geregend, maar we hebben toch van alles kunnen ondernemen. We zijn al vroeg opgestaan en om 9 uur hadden we al telefonisch contant met Holland. Zo hoorden we dat het in Nederland wit is van de sneeuw.
We zijn eerst naar Boyd’s Tower gereden. Een uitkijktoren uit 1840, die gebruikt werd om te kijken of er walvissen aan kwamen zwemmen. Deze werden dan gevangen en geslacht voor de olie. Eden, een plaats bij het N.P. heeft diverse baaien waar nog elk jaar walvissen komen. Er is nog van alles te bekijken omtrent de walvissen en ook is er veel verse vis te koop. Het is een leuke plaats met aan alle kanten water en cliffen. Ten noorden van Eden gaat Ben Boyd N.P. gewoon weer verder, we hebben er nog een paar leuke wandelingen gemaakt, met uitzicht op rode rotsen. (Wim staat hier op het uiterste puntje)
Daarna door naar het volgende park: Bournda N.P. Er is een lake waar we nog een uurtje in het zonnetje hebben gezeten (met hengel) en ook hebben we nog de zee opgezocht. Daar zagen we een echidna, een grote egel, die natuurlijk weer uitgebreid gefotografeerd. Ook hebben we nog 4 leguanen gezien, blijkbaar komen die hier veel voor. Dat is het leuke van N.P. al dat wildlife, dat vind je niet op een gewone camping. Ook zagen we nog een possum met jong, die lag te slapen in een beschut hoekje.
Het is nu half 10 en we hebben de luifel weer vastgezet, want het begint steeds harder te waaien. Gisteravond hadden we onweer en regen.
Het weer is een beetje van slag, maar ondanks dat genieten we met volle teugen.
31e dag – maandag 12 Februari.
We zijn vanmorgen begonnen met een wandeling naar de Bournda Lagoon. Deze lag vlak bij de zee. Daarna zijn we teruggereden naar Merimbula, omdat we een pas wilden kopen voor alle N.P. in N.S.W.(dit is een groot gedeelte van Australie).
Daarna zouden we via Tahra naar Mimosa Rocks rijden, een korte afstand voor vandaag. Helaas, door de regen van gister stond de weg onder water en moesten we een heel eind omrijden via Bega.
Daar aangekomen hebben we nog even wat kaas geproefd, want Bega is de plaats waar de kaas vandaan komt. Tussen de middag hebben we bij een waterval (Biamanga N.P.) waar we 25 km. voor om moesten rijden heerlijk oesters gegeten (die we meegenomen hadden uit Merimbula, de oesterplaats) met natuurlijk een wijntje erbij. We boften,
het zonnetje scheen net lekker. In de korte tijd dat wij er waren, werd Wim 4x gestoken door een mug (hij is ook zo lekker!) Terug in de auto begon het weer te plenzen. Daarna naar Mimosa Rocks. Wat look outs bekeken
en wat camping plekken, hebben we er eindelijk een gevonden, regent het weer. Het is nu 5 uur, Wim wilde net gaan vissen, maar we maken er maar een uitgebreider “happy hour”van.
Totaal hebben we vandaag wel 170 km. gereden, waarvan veel off road. In de planning stond 25 km.
32e dag – dinsdag 13 Februari.
Het heeft de hele nacht geregend, maar toen we vanmorgen wakker werden was de lucht grotendeels blauw.
De zon scheen prachtig op de druppels op de bomen en alles is weer mooi groen. De waterrestrictie zal nu wel gauw over zijn en ook het verbod op open vuur. Aragunnu Beach, waar we geslapen hebben zag er nu veel mooier uit met zijn aparte vulkanische rotsen.
We hebben de hele morgen langs de kust gereden. We hebben de aparte “camel rock” op de foto gezet (je moet er wel een beetje fantasie bij gebruiken). Zagen een zwembad aan zee, heel inventief en hebben wijn geproefd bij Tilba Valley Wines.
Daarna gingen we op zoek naar een campingplaats waar een rivier in de zee uitkomt. Aan de zuidkant was dat in Eurobodalla N.P. waar we een track gereden hebben, door diverse flinke plassen water. Hier hadden we de 4WD wel nodig. Daarna naar de andere kant van de rivier en hier zagen we pas wat veel regen kan doen. De rivier was helemaal buiten zijn oevers getreden en stroomde met klaar geweld de zee in, waardoor je een heel apart effect krijgt. De rivier had meer kracht dan de golven van de zee. Ook was er een heel stuk strand weggespoeld en terwijl we daar stonden brokkelde er steeds meer af.
Er kwamen natuurlijk veel mensen op af, want zoiets gebeurt niet elke dag. Maar we zijn maar niet naar die camping gegaan, het mooie strand (gezien op een foto) was helemaal weg. We staan nu in Congo, weer in het Eurobodalla N.P.
Ook hier komt een rivier uit in de zee, maar dit water komt niet van de bergen. We waren hier tegen 2 uur en hebben uren aan het strand gezeten, met zon. Wim heeft gevist maar alleen wier gevangen. Het begint weer te waaien, dus de lange broek maar weer aan.
33e dag – woensdag 14 Februari.
Gisteravond was de lucht helemaal helder en konden we duizenden sterren zien en vanmorgen was de lucht strak blauw. Dat belooft een warme dag te worden. Eerst nog even de lookout vanaf de camping bekeken: wat een prachtig plekje hadden we in Congo.
Toch gaan we weer verder, want Wim had geen visvoer meer en we zijn altijd weer benieuwd waar we weer terecht komen.
Ten noorden van Batemans Bay begint Murramarang N.P.(wat een namen geven ze toch aan die parken!). Daar wilden we een mooie plek aan de zee zoeken. Er zijn verschillende kampeerplekken in het park, we hebben ze haast allemaal bekeken, maar vonden ze te ver van de zee(geen uitzicht) of te vol.We zijn zelfs aan het dwalen geweest via tracks, door prachtige bossen met hoge bomen, we waren haast verdwaald.
We hadden nog een plek over om te bekijken en dat bleek een prima plek. De naam zegt het al: Pretty beach. Het uitzicht op zee is werkelijk schitterend.
Ook hebben ze hier een keer gewone toiletten (niet zo’n gat waarin je ziet wat de campinggasten de hele week gegeten hebben) douches en zelfs wasmachines. Die heb ik natuurlijk gelijk gebruikt, dat was weer hoog nodig.
Daarna nog een paar uurtjes lui aan het strand in de zon. De kangaroes huppen ook weer om ons heen, hele grote dit keer. We hebben besloten hier nog een dag te blijven.
34e dag – donderdag 15 Februari.
We hebben vandaag een heerlijke relaxte dag gehad. Lekker aan het strand gelegen, gezwommen, gewandeld en gevist
Wim vangt elke dag wel een visje, maar gooit ze weer terug in zee. Ze zijn dan te klein of niet genoeg voor een maaltijd. Het weer was de hele dag prima, zo’n 30 graden met een verkoelende wind. Op de foto, over het uitzicht, was waarschijnlijk wel te zien dat de zee een stukje weg ligt. We moeten inderdaad eerst over een stuk gras lopen en dan met een ligt glooiende trap naar beneden naar het strand. Dus je bent wel een paar minuten onderweg.
Omdat we hier stroom hebben, heeft Wim 2 DVD’s gebrand , die we weer naar Holland sturen.Er staat tot en met gister op, allemaal film.Ook gisteravond was de lucht weer helemaal helder, met z’n vele sterren, nu begint er iets bewolking te komen. Gisteravond hebben we nog een kukaburra gezien
en net kwamen er papegaaien aanvliegen, de kangaroes zijn vandaag weer in grote getale aanwezig. Ook zagen we vandaag een paar manta’s in het water.
(Hoe vind je die blanke kangaroe met blauwe broek)
35e dag – vrijdag 16 Februari.
Dit uitzicht hadden we gisteravond. Heel aparte wolken met avond rood.
Vanmorgen zijn we op weg gegaan naar Booderee N.P. Dit park ligt aan de Jervis Bay tegen Jervis Bay N.P.aan (welke we morgen gaan bekijken). Bo.N.P. is blijkbaar een erg gewild park. Er zijn 2 camp-sides maar die moet je dus ruim van te voren reserveren. Daar kwamen we tegen de avond achter, toen we onze camper ergens neer wilden zetten, alles was gereserveerd.
Maar wij waren er tegen een uur of 12, nadat we de DVD’s verstuurd, de E-mails verzonden, boodschappen gedaan en een informatie centrum bezocht hadden.
Het blijkt een prachtig park te zijn, met witte stranden, bossen en veel wandelroutes. We zijn het hele park doorgereden en hebben diverse korte wandelingen gemaakt, o.a. naar Hole in the Wall (zie foto). Ook hebben we een foto van ons samen gemaakt, zonder hulp van anderen. Dat viel niet mee!! 2x over de verkeerde knop, waardoor Wim steeds heen en weer moest rennen, maar volgens mij is het resultaat goed.
Zoals ik al schreef was er in het park geen slaapplek, dus staan we nu op een camping aan een riviertje in Jervis Bay. Het is bewolkt en het waait, maar morgen zou het weer goed zijn.
Dit wordt trouwens de eerste avond in Australie dat we de zee niet kunnen horen.We slapen er nu te ver vandaan. Het is zo’n rustgevend geluid. Beter dan de vrachtauto’s die thuis altijd voorbij denderen.
36e dag – zaterdag 17 Februari.
Vandaag is weer een schitterend mooie dag, weer zo’n 30 graden met strakke blauwe lucht en iets verkoelende wind.
Gister hadden we al een gedeelte van Jervis Bay (zoals het gebied met baai heet) verkend, dat was het zuiderlijke gedeelte met Green Patch als campingplaats, die helemaal vol was. Vandaag hebben we eerst gewandeld en gereden tussen Vincentia en Hyams Beach.Hier liggen diverse mooie baaien met heel wit zand.
Het is weekend, dus het was er best druk. Daarna wilden we de noord kant gaan bekijken. Hiervoor moesten we eerst weer via de snelweg tot bijna Nowra rijden, voor we weer naar de baai terug konden. Dit komt door de Currambene Creek, die halverwege de baai naar zee stroomt. Hier (bij Huskisson) hadden we vannacht gekampeerd.
Hollanders zouden allang een brug gebouwd hebben, dat scheelt een hele afstand. Eerst zijn we helemaal naar de oostelijke punt gereden naar Currarong. Dit was een weg langs boerderijen en velden met koeien, niet de bossen zoals zuidelijker. Currarong beach ligt weer aan de open zee en we wilden nog graag naar Jervis Bay. Zien we opeens een weg met een slagboom ervoor, richting lighthouse. Dit gebied is militair terrein maar in het weekend is het open voor publiek en er is zelfs een bushcamping (er staan alleen wat dixies). De plek ligt aan de Honeymoon Bay, een hele mooie locatie, heel beschut. Hier staan we dus nu. We hebben heerlijk in zee gezwommen en op het witte zand gelegen. We moeten alleen voor zondag middernacht weer vertrokken zijn, want maandag beginnen de militaire oefeningen weer. Dit stond dus in geen enkel boek, dat moet je toevallig tegenkomen. Dus we staan weer aan zee, horen de wind ruisen door de bomen en als het weer vloed is (tegen de avond) horen we ook de zee weer.
37e dag – zondag 18 Februari.
Gisteravond hadden we een prachtige zonsondergang in de Honeymoon bay. (Toch wel leuk aan de oostkust!).Het heet hier officieel Beecroft Peninsula, het militaire gedeelte van Jervis Bay.
Vanmorgen uitgeslapen tot half 9 (mag wel op zondag, he?). We zaten aan het ontbijt toen er dolfijnen gespot werden voor de kust. Ze bleven een hele poos rondzwemmen en opspringen, altijd weer mooi om te zien. Daarna is Wim een poos gaan snorkelen. Er was veel te zien onder water, hele scholen zalm, een grote groep kleine sardientjes (of zo iets), mooie maanvissen en andere tropische vissen en een hele grote zwarte vis, wel 50cm.
Het is geen rustige baai. Hele families komen er in het weekend, wat logisch is, want het is hier prachtig.
We hebben heerlijk in de schaduw gezeten, een boek gelezen en genoten van het uitzicht.
Na de middag zijn we weggegaan, omdat we hier niet konden blijven slapen. We zijn weer richting de rivier gegaan, die de baai doorkruist (Callala beach). Daar hebben we nog een uurtje aan zee gezeten en gezwommen, alleen waaide het ontzettend hard.
Nu staan we op een camping met uitzicht op een meer waar oesters gekweekt worden. Het waait nog steeds hard en het is een beetje bewolkt. Waarschijnlijk moet vanavond de lange broek weer aan. Dat is alweer een paar dagen geleden.
38e dag – maandag 19 Februari.
Ook gisteravond hadden we weer een mooie zonsondergang.We stonden aan de oostkant van een meer, dus dan zie je de zon in de “zee” zakken.
Vanmorgen hebben we de kust verlaten en zijn de binnenlanden ingetrokken. Naar Morton N.P. Via Nowra, waar we eerst informatie hebben ingewonnen, van Kangaroo Valley, (waar een hele aparte brug staat), naar Fitzroy Falls.
Daar hebben we de waterval bekeken en diverse wandelroutes gevolgd. Overal heb je een schitterend uitzicht over de bergen.
Daarna door naar Bundanoon, waar we weer diverse look outs en tracks genomen hebben. Om 4 uur zijn we gestopt en naar de bushcamping van het N.P. gereden. De zon is helemaal verdwenen en het begint flink te onweren, gezellig midden in de bergen.
39e dag – dinsdag 20 Februari.
We hebben vandaag weer zoveel gezien en gedaan, misschien heb ik wel 2 pagina’s nodig. We zijn voor 9 uur al gestart en zaten natuurlijk al middenin Morton N.P. Na een korte mooie rit over onverharde weg door het bos, kwamen we bij alweer mooie look outs.
Toen we gister vertrokken vanaf de kust gingen we gelijk flink omhoog, de bergen in. Eenmaal boven is het glooiend met groene weiden afgewisseld met bos.Ze noemen het de highlands. De bergen zijn dus niet spits maar afgeplat, met grote rotsige gorges, waaruit watervallen stromen. We hadden Bundanoon bekeken en reden richting Belmore Falls, ook een onderdeed van Morton. Ook hier weer een ruig, onverhard pad (moesten zelfs door water rijden),
maar het uitzicht is weer prachtig.We hebben trouwens geluk, hoorden we vandaag, want 2 weken terug stonden alle watervallen droog, nu is er volop water. (Ook gister hebben we flink wat regen gehad).
Daarna door naar de Carrington Falls, deze liggen in het Budderoo N.P. Dit vond ik nog de mooiste. Ook konden we hier aan de bovenkant wandelen, erg apart.
Er was een mooie bushcamping met natuurlijke pool,
maar we vonden het te vroeg om al te stoppen. Daarna door naar Minnamurra Rainforest Centre. Hier hebben we een prachtige wandeling gemaakt door de rainforest (zoals het centrum al zegt). Er stonden heel grote bomen, mooie varens, bomen met lianen en natuurlijk weer waterstroompjes. Ook waren er hangbruggen.
We konden niet naar de waterval, want er was een grote boom omgevallen, dat hebben we vaker meegemaakt.Vorig jaar moesten we 100 km. omrijden voor een omgevallen boom! Maar we hadden nu al zoveel water zien vallen, die ene maakte ook niet uit. We hebben trouwens totaal geen kangaroes gezien in the highlands. Het natuurlijk ook link, ze zullen maar in een gorge springen, zo 100meter naar beneden. Inmiddels was het 1 uur (wat kan je veel doen op een morgen) en zijn we via weer allemaal slingerende wegen naar beneden, terug naar de kust gereden.We kwamen uit in Kiama. Daar zijn we vorig jaar met pa en ma ook geweest. De blowhole (een gat in de rotsen vlak bij zee waar water uitspuit, bij hoge golven) “deed” het niet vandaag. We hebben hier brood gegeten en gelijkertijd de E-mails verzonden en opgehaald. (1 van Clary en Rob: die zitten nu op Kangaroo Island), 1 van Margriet,1 van Wim Vermeulen (DMK) met een uitgebreid verslag, met komische noot, over zijn ernstige ziekte en wel 10!! dezelfde van Gerrit en Hermien). Dus na een uur konden we pas weer verder. Daarna hebben we 2 wineries bezocht en wat flesjes wijn gekocht. Altijd weer gezellig, je hebt vaak hele leuke gesprekken met de eigenaars.
Toen moesten we nog een slaapplek zoeken. We hadden gepland de Seven Mile Beach.Ook weer een N.P. waar je eigenlijk niet mag kamperen. We hebben een mooi stekje gevonden, helemaal voor ons zelf. Hier blijven we alleen vannacht, morgen gaan we door naar Royal N.P., wat net onder Sydney ligt. Je kan wel merken dat we een stuk lager zitten. Gister hadden we om 5 uur al de lange broek aan, nu is het 7 uur en is het nog zo’n 28 graden.
40e dag – woensdag 21 Februari.
De Seven Mile Beach als N.P. viel ons een beetje tegen. Het was gewoon 10 km strand, zoals we al zoveel gezien hebben. Ik denk dat we een beetje verwend zijn. Als er zo’n strand in Holland zou zijn, zou het overvol zitten met mensen, vooral met het weer erbij wat wij hebben. Nu zag je een paar surfers en wat zwemmers. Wij hadden gister een heel smal onverhard weggetje genomen richting zee, wat eindigde in een kleine open plek, bedoeld als parkeerplaats, maar waarschijnlijk weinig gebruikt. Hier hebben we geslapen, zonder buren, zonder w.c., alleen wij tweeën. Je hoort de insecten en kleine diertjes extra goed! Vanmorgen, via kleine plaatsjes, langs de kust naar Royal N.P. gereden.
Het is het 1 na oudste park van Australië. Het is vrij groot met veel bos en diverse stranden. We zijn gestopt bij Wattamolla Beach,
erg mooi, maar het was nog vrij vroeg, dus wilden we door naar de campingplaats. Deze lag helemaal bovenin het park, aan een soort grillige, natuurlijke haven, waar je uitkeek op de zuidelijke voorsteden van Sydney.
Het lijken allemaal schiereilandjes, met huizen op de rotsen/heuvels. Allemaal hebben ze een boot aan de steiger liggen. Bij eb zie je hele stukken ondiep water droogvallen en blijft er een duidelijke vaarroute over. Ook zagen we om de 5 minuten wel een vliegtuig dalen of stijgen. We hebben er een paar uur lekker aan het water gezeten en gewandeld. We gloeien nog na van de zon.
41e dag – donderdag 22 Februari.
Vanmorgen werden we wakker van het gekrijs van de vogels. Vooral die grote witte kakkatoes kunnen er wat van. Het zonnetje scheen gelijk lekker. Na een eenvoudig ontbijtje hebben we het laatste stuk van Royal N.P. doorgereden en kwamen ook langs de info.
Daar hebben we heel wat informatie over mooie campsites gekregen (we staan nu op een ervan) en wel 10 folders. Ik heb voorlopig weer heel wat te lezen. Daarna richting de Blue Mountains. Deze liggen ten westen van Sydney, dus we hadden best een stuk te rijden. Om een uur of 12 waren we er. Er loopt een snelweg dwars door het N.P. met allerlei kleine plaatsjes eraan en elke keer moet je een afslag nemen om iets van het park te zien. De eerste die we namen was Wenthworth Falls. We hebben er een prachtige wandeling gemaakt richting de falls, onder allerlei overhangende clifs door, schitterend.
Alleen het weer begon te veranderen en voor we terug waren bij de auto, onweerde en regende het (wel een mooi geluid in de bergen). Eigenlijk wilden we daarna naar the Three Sisters en Echo Point (2 heel bekende punten van de Blue Mountains) maar door het slechte weer had dat totaal geen zin. Bovendien hadden we ze 3 jaar terug al gezien. De B.M. hebben inderdaad een blauwige gloed over zich, dit komt door de eucalyptus van de bomen die verdampt.
We hebben daarna nog een paar mooie lookouts gezien, maar zonder blauwe lucht op de achtergrond. De bushcamping in het park bleek gesloten, dus we besloten door te rijden naar Jenolan Caves. Ook hier zijn we eerder geweest, maar het is er zo mooi! Je komt via de bergen aanrijden en opeens rijd je door een grote grot heen.
Hier vandaar beginnen elke dag rondleidingen door diverse druipsteengrotten.Wij zijn nu doorgereden naar Kanangra Boyd N.P.(waar Jenolan Caves een onderdeel van is). We staan helemaal alleen in de bush, we hebben eerst 20 km. onverharde weg gereden om hier te komen. We hebben een heleboel hout gesprokkeld om een kampvuur te maken. De hele camper lag er vol mee (plus met allerlei ongedierte).
Nu krijgen we opeens weer een onweersbui op ons dak. Het duurt gelukkig maar een kwartiertje, maar er zitten zelfs hagelstenen in. Het weer is een beetje van slag. Hopelijk krijgen we zo het vuur nog aan. We hebben hier ook alweer verschillende kangaroes zien springen, dat was al dagen geleden.
We eten trouwens vanavond ook kangaroe (uit de supermarkt!), lekker bij het kampvuur.
Zoals je ziet hebben we het vuur toch aangekregen en uren bij het kampvuur gezeten, een perfecte avond!
42e dag – vrijdag 23 Februari.
Vandaag hebben we heel veel gewandeld. Eerst zijn we naar de look out van de Kanangra Walls gegaan en hebben daarvandaan de track naar de onderkant van de waterval gemaakt. Je komt dan uit bij een diepe heldere pool, waarin je kunt zwemmen. Het waren maar liefs 413 treden. Naar beneden gaat nog wel, maar weer omhoog! Maar het was zeker de moeite waard!
Daarna zijn we naar Jenolan Caves gereden, zo’n 30 km. van Boyd River campsite. Daar hebben we een wandeling naar de River Cave geboekt, een druipsteengrot. Je kunt er wel 10 verschillende routes boeken, maar deze ging helemaal tot onderin, door wel 5 verschillende lagen gangen. Het was heel anders dan een normaal grottenbezoek. We hadden maar een kleine groep van 8 personen en hadden 2 uur om allerlei gangen te doorkruisen. We gingen trapje op, steile trap af, smalle gang in en “stoot je hoofd niet” tunnels door.
Daarna hebben we nog een “self-guided tour” gedaan, met een soort draagbare telefoon met allerlei informatie. Ook hier hebben we weer honderden treden op en af gelopen. Als laatste hebben we de Charlotte Arch walk gelopen.Toen was het echt wel genoeg. We hebben uitgerekend dat we zo’n 5000! treden hebben gehad vandaag.
Daarna even naar huis gebeld, om Kees te feliciteren met z’n verjaardag. Op de campsite hebben we geen verbinding en ook de E-mail deed het hier (Jenolan Caves) niet. Terug naar Boyd River camp. Het was ons goed bevallen gisteren, dus we blijven hier nog een nacht. Onderweg de camper weer volgegooid met hout, er ligt zat aan de kant van de weg.
Helemaal aan de andere kant van het kamp staat nog een stel. Deze mensen (Keith en Paisley) waren gister al een keer langs geweest om een praatje te maken en nodigden ons toen uit voor “happy hour”,als we er vandaag nog zouden zijn. Het werd 6 uur voor we bij hun waren. Het was heel gezellig. Het zijn mensen van rond de 70 jaar, die bijna de hele wereld gezien hebben, ook deelden ze onze “hobby” wijn drinken. ’s Avonds na het eten zijn ze naar ons toegekomen en hebben we nog uren bij het kampvuur zitten kletsen, met een lekker glaasje port erbij.
43e dag – zaterdag 24 Februari.
We waren vanmorgen nog in het N.P.op weg naar onze volgende bestemming, toen er een wombat midden op de weg zat. Dit is pas de 2de levende wombat die we in de natuur zien, in al die keren dat we in Australie zijn geweest. Het lijkt een echt knuffeldier, een beetje een kruising tussen een koala en een hele grote marmot. We hebben hem natuurlijk uitgebreid gefilmd en bekeken. ( Deze wombat is ongeveer 80 cm lang.)
Na deze onderbreking zijn we naar Wollemi N.P. gereden, naar campsite Dunns Swamp (ook een tip van de info van 3 dagen terug). Dit was weer zo’n 200 km noordelijk. (Op de hoogte van New Castle, maar dan een stuk landinwaarts). Onderweg werd het knap benauwd en de lucht zag er dreigend uit.
We waren net een half uurtje op de plaats van bestemming toen er een flink onweer losbarstte. Dit heeft zeker een uur geduurd, met de nodige regen erbij en het rommelt nog steeds.(8 uur ’s avonds).
Om half 6 zijn we pas gaan wandelen, want we wilden natuurlijk nog wel wat van de omgeving zien.
We staan aan een rivier, die leuk te bevaren is met een kano. Ook zijn er heel aparte bergtoppen, pagoda’s genoemd. We zijn er bovenop geklommen en hadden toen een schitterend uitzicht over de omgeving en de rivier. De wandeling was ongeveer 1,5 uur tot het eind van de rivier in de vorm van een dam. Het andere eind hebben we nog niet bekeken, dat doen we morgen.
44e dag – zondag 25 Februari.
Het was een vreemde dag vandaag: Voor 9 uur vanmorgen waren we al aan het wandelen op en rond de camping. We wilden de andere kant van de rivier nog bekijken. Weer diverse “pagoda’s”gezien. De rivier ging niet erg ver en was lopend tot het eind te volgen. Eigenlijk wilden we een kano huren (wat daar veel wordt gedaan), maar het is geen mooi weer vandaag, dus blijft het bij wandelen.
Om een uur of 11 zijn we verder getrokken, richting de Hunter Valley, een wijngebied. We waren nog maar net vertrokken toen Wim problemen kreeg met de koppeling van de auto. Als hij hem in een andere versnelling wilde zetten bleef hij onderin hangen. Dus we hebben zo’n 25 km. in de 2de versnelling gereden tot we bij een dorpje kwamen, waar gelukkig een tankstation open was(op zondag). Daar konden ze ons ook niet helpen, ze konden alleen vertellen wat het euvel was en dat we naar een toyota-garage moeten. Het komt hierop neer: we kunnen gewoon rijden, maar als de koppeling blijft hangen, moet Wim hem met een touw weer omhoog trekken.
Dit is de hele dag goed gegaan en morgen zoeken we een garage op. Onderweg reden we eerst nog een poos via onverharde wegen door Wollemi N.P., overal zag je die aparte bergen. Tussen de middag hebben we ruim een uur geluierd op een mooie open plek in het park. Dus tegen half 3 trokken we pas weer verder. Toen bleek dat we nog een aardig eind moesten rijden en dat om 4 uur de wineries al sluiten.We hebben nog maar 1 proeverij kunnen doen, waar we gelijk een doos vol wijn hebben gekocht (opruiming, echte Hollanders!)
We hebben vandaag ruim 300 km gereden en de meeste tijd was het bewolkt. Onderweg ook nog voor 4 dagen boodschappen gedaan, want alles was op. Voor we eindelijk aan zee kwamen, want dat werd ons einddoel: Newcastle (want daar is een toyota-garage), was het al half 9 en bijna donker. Ook hadden we nog niet gegeten.
Inmiddels is het 11 uur, hebben we gegeten, met Holland gebeld, E-mails verzonden en ontvangen, o.a. van de voorzitter van DMK met een verslag van de jaarvergadering.(ook die van jou, mam!) en ons eerste flesje wijn op, hoogste tijd om de camper in te duiken.
45e dag – maandag 26 Februari.
We zitten op de helft van de vakantie. Wat hebben we al een hoop gezien en gedaan. Vandaag heeft Wim diverse telefoongesprekken gevoerd met Apollo en daarna met een garage uit New Castle. Er is een soort ANWB langs geweest, maar die kon niet veel doen, alleen vaststellen wat het euvel was.
We moesten naar N.C. wat plus-minus 50km. heen en terug is, om bij de garage langs te gaan. Daar wilden ze zelf constateren wat er nu mis was met de koppeling. Morgen om 9 uur moeten we er weer zijn en dan is het onderdeel, wat eerst besteld moest worden, binnen en wordt het ingebouwd. Onderweg hebben we nog wat stukjes van New Castle gezien.
We hebben deze dag benut door de was te doen (wat echt nodig was, na al die dagen op bushcampings), ons zelf schoon te boenen (ook nodig!!) en allerlei mails te verzenden.
We staan vlak aan zee, dus vannacht hoorden we het weer ruisen. Ook de ingang naar de haven is hier vlak bij.Er komen hele grote schepen op zo’n 20 meter. afstand van onze camper voorbij, sommigen toeteren nog even knoerthard. Ook gisteravond tegen 12 uur.
Ook de camper heeft van binnen en buiten een schoonmaakbeurt gehad. Ik wilde ook nog naar de kapper, maar helaas 2 waren er gesloten en de ander zat volgeboekt. Wim stelde al voor de tondeuse te gebruiken!! Die zal ik er zo bij hem nog even langs halen. Zijn haren groeien zo hard.
Overdag hebben we veel bewolking gehad, maar het is totaal niet koud. We hadden net in eens weer een plensbui, het weer is echt van slag. We hebben vandaag ook weer eens tijd voor een uitgebreide “happy our”, lekker met kaas, olijven en druifjes. Ook de leesboeken komen weer voor de dag. Ook dat is vakantie.
46e dag – dinsdag 27 Februari.
Gisteravond hebben we de omgeving nog een beetje verkend, met mooi weer is het niet onaardig hier. Er is een lange pier, waar je kunt vissen, je kijkt uit over Newcastle, echt vlakbij, en er ligt een aardige baai achter de camping. Er lag ook nog een wrak van een schip uit 1902.
Om 9 uur vanmorgen stonden we bij de garage in Newcastle, na eerst weer een half uur te hebben gereden. Je moet nl. helemaal om de haven heenrijden, terwijl je met de ferry (maar die is alleen voor voetgangers) vanaf de camping er in 5 minuten bent. Daar aangekomen bleek het onderdeel nog niet binnen. Balen natuurlijk. We besloten de stad in te gaan, daar is een informatie centrum. De stad stelt dus echt niets voor en het info centrum kon ons niets vertellen over N.P.’s. Onderweg kwamen we wel langs een kapper, dus ik ben wel gekortwiekt.
Om kwart voor 12, nadat we ook nog een plensbui hadden onderweg, waren we weer terug bij de garage. Het onderdeel was net binnen,
nu moest er nog iemand tijd hebben om het in te bouwen en om 12 uur hadden ze eerst een half uur pauze. Heerlijk! We zijn daar binnen maar een boek gaan lezen. Om kwart voor 1 had er iemand tijd en toen ging het vrij snel. Om 2 uur was alles gefikst, hadden ze al een proefrit gemaakt en konden we weer op weg. Zij zouden het verder wel met Apollo regelen.
Op weg naar het volgende park: Myall Lakes N.P. Bij Bulahdelah informatie ingewonnen bij een heel enthousiaste man (ook hij vond de info in Newcastle waardeloos), dus de eerste dagen kunnen we weer vooruit. Het N.P. bestaat uit diverse lakes, die vlak bij zee liggen. Dus we staan aan een meer (Bombah Broadwater) en horen de zee.Om er te komen moesten we eerst nog met een pontje overvaren.
We staan weer helemaal alleen, heerlijk. We mogen hier weer een vuurtje stoken, dus dat gaan we ook doen. De zon kwam vanmiddag weer tevoorschijn en heeft dan gelijk weer veel kracht, 26 graden. Hopelijk houden we het nu voorlopig droog.
Trouwens vanmiddag liep ik naar het strand en hoorde naast me iets ritselen. Ik dacht dat het een kangaroetje was, maar het bleek een grote slang die wegvluchtte voor mij. Hij had natuurlijk heerlijk in het zonnetje liggen soezen.
Terwijl ik dit schrijf komt er een dingo voorbij, dit is een wilde hond. Tot nu toe hadden we ze alleen op Fraser Island gezien. We moeten dus zorgen dat er geen etenswaren buiten blijven liggen. (Daar letten we trouwens altijd op).
47e dag – woensdag 28 Februari.
Toen we vanmorgen aan het ontbijt zaten, hoorden we ineens een vreemd geluid. Het was een leguaan (hier noemen ze het een goanna) die langzaam uit een boom naar beneden gleed. Daarna liep hij (of zij) heel rustig door het kamp, alsof hij wilde kijken wie er vannacht geslapen hadden. Wim heeft het allemaal gefilmd, hij komt tot op een meter afstand en draait dan om. Al die tijd gaat zijn gespleten tong (net als van een slang) in en uit zijn bek.
Nadat we de afwas gedaan en alles weer opgeruimd hadden (dit vergt 10 minuten) zijn we naar Mungo Brush gereden, vanwaar we een rainforest walk hebben gemaakt van een half uur(onze ochtendwandeling). Ik heb zelfs nog op lianen gestaan, die zijn zo sterk.
Daarna naar het zuiden richting Port Stephens. Dit is een hele grote baai met aan de zuidkant Nelson Bay, daar hebben (o)pa en (o) ma vorig jaar nog een paar dagen gestaan. Wij wilden daar eerst ook naar toe, maar omdat we al 2 dagen in Newcastle waren geweest, hebben we het overgeslagen. (We moesten dan nl. weer op een gewone camping staan, daar kan je niet camperen in het N.P.). Wel hebben we er een paar uur aan het strand gezeten en er gezwommen.. Je hebt er geen golven, dus kan er ook goed gevist worden.
Daarna hebben we de grootste boom van NSW gekeken. Helaas is het moeilijk te fotograferen, je hebt dan enkele foto’s aan elkaar nodig. De boom was in ieder geval 400 jaar oud, wit en erg hoog. De rit er naar toe was via onverharde wegen, Marcel zou er niet ver komen met zijn Renault Megane.
Tijd om naar de volgende campingplaats te gaan. We zijn uitgekomen in Wallingat N.P. wat tegen Myall Lakes N.P. aan ligt.We staan hier aan een rivier genoemd: Wallingat River (origineel!) en ook hier staan we weer alleen. We mogen weer een vuurtje stoken en Wim heeft zijn hengel weer uitgeworpen. Tijdens ons happy our deed hij dit zelfs vanaf 4 meter hoogte. Wat is nu het belangrijkste de wijn of de vis??
Nog een vraag: eten we vanavond vlees of vis?? Het antwoord komt morgen!
48e dag – donderdag 1 Maart.
Gisteravond was weer een heerlijke avond: helemaal alleen (met z’n tweeen), een mooi kampvuur, lekker muziekje erbij en totaal niet koud.
(het werd trouwens vlees!) Toen we net op bed lagen begon het te regenen, ’s nachts maakt me dat niet uit. Heerlijk dat getik!
Vanmorgen was Wim al om 8 uur aan het vissen en heeft er 5 gevangen, helaas waren ze net onder de maat en heeft hij ze teruggegooid. Ik heb heerlijk gelezen en genoten van de stilte. Je hoort hier echt niets, alleen een paar vogels en weer een leguaan die in de boom zat.
om op dit afgelegen plekje te kunnen kamperen moesten we eerst zo’n 20 km. onverharde weg volgen voor we aan de rivier kwamen. Waar we gisteren stonden hoorde je de zee en stonden we vlak aan de weg. Ook kwam de ranger langs, om het kampgeld op te halen. In de N.P.’s gaat het als volgt:
Bij de meeste N.P.’s betaal je een intreefee (entreegeld), dit varieert van 6 tot 11 dollar per dag (een dollar is ongeveer 55 eurocent). Hiervoor hebben wij een pas gekocht van 65,00 dollar. (dit geld hebben we er allang uit).Vervolgens betaal je (bijna altijd) om te overnachten. Dit gaat van 3 tot 6 dollar per persoon.Vaak staat er bij de ingang van de kampsite een soort postbus met enveloppen waar je het geld in kan doen, of er komt een ranger langs.
Deze plaats is zo afgelegen, er komt niemand langs en ook waren er geen enveloppen. (dure camping dus !!!).
Om 10 uur was het al 27 graden, maar geen zon. Tegen 11 uur kwamen er ineens een paar auto’s aanrijden, met kano’s op het dak. Ze draaiden een rondje en vertrokken weer. Ze zochten een campingplek, maar omdat wij er al stonden reden ze verder. Dat is ook typisch iets voor Australiers. Ze houden van hun vrijheid. Iedereen gaat zo ver mogelijk van elkaar af staan, of met de rug naar elkaar toe. Niet uit onbeleefdheid, maar voor de privacy. Wel is iedereen heel vriendelijk, groet elkaar en maakt een praatje.
We besloten weer verder te trekken. Eerst naar een mooie look out, 250 meter boven de zeespiegel. Het was inderdaad prachtig. Je kon de meren zien en de zee en de bossen waar wij ingestaan hadden. We hadden hier een goede ontvangst en hebben gelijk de E-mails verzonden en ontvangen.
Na de look out hebben we Lake Myall bekeken, dit meer is veel drukker dan waar wij gister stonden, maar hier mag je dan ook met een speedboot varen.
Door naar Seal Rocks, ook weer in Myall Lakes N.P. Hier hebben we een wandeling gemaakt naar de vuurtoren.
Daarna zijn we doorgereden naar Booti Booti N.P. (al deze parken liggen vlak bij elkaar.), op zoek naar een plaats aan het strand, voor de volgende slaapplaats. Ondertussen begon het te regenen, geen mooi weer dus voor de kust. De kampplaats was overigens vrij vol en we besloten dan ook om terug te gaan naar de plaats van afgelopen nacht. De kuilen in de weg staan vol met water en de camper ziet er bij aankomst niet al te schoon meer uit. Dus hier staan we nu, weer helemaal alleen en de regen tikt zachtjes op de luifel. Wim heeft de hengel weer 4 meter naar beneden gegooid, ik ben de route voor morgen aan het uitpuzzelen en een hapje en drankje staan voor ons op tafel. Wim vangt net een vis. Wie weet volgen er nog meer. Het is inmiddels half 7, het regent nog steeds, dus het zal morgen wel glibberen worden op de weg terug naar de bewoonde wereld.
49e dag – vrijdag 2 Maart.
Gisteravond om half 11, toen we net naar bed wilden gaan, kwam er ineens een auto aanrijden. Hij stopte zo’n 5 meter van ons vandaan. We hoorden 2 auto portieren slaan en verder niets meer. Ik was net een boek over moord en doodslag aan het lezen, dus ik had het er niet zo op. Maar na een minuut of 10 vertrokken ze weer. We hebben nog even rondgekeken of we iets bijzonders zagen, wat niet het geval was en zijn gaan slapen.(Het was waarschijnlijk heel onschuldig allemaal!)
Vanmorgen om 10 uur (12 uur ’s nachts in Holland), hebben we eerst naar huis gebeld, want Marcel wordt vandaag 24 jaar. Een poosje gekletst en verteld waar z’n kado lag. Daarna hebben we ons rustige plekje verlaten. Als eerste onderweg hebben we the Green Cathedrial bezocht. Dit is een openlucht kerk, tussen de palmbomen met uitzicht op een meer. In het weekend worden er veel huwelijken gesloten, want dit is natuurlijk heel romantisch.
Daarna zijn we naar Cape Hawke gereden. Dit is een prachtig uitkijkpunt, wat James Cook in 1770 al ontdekt had. We moesten 427 treden opklimmen en daarna natuurlijk ook weer terug. Dit hoort allemaal nog bij Booti Booti N.P.
In Foster hebben we de mails afgehandeld en boodschappen gedaan, vervolgens ongeveer 80 km. noordelijk gereden en uitgekomen in Crowdy Bay N.P.
We reden nog maar net in het N.P. toen we een bekende auto zagen. Het waren Keith en Paisley, die we ruim een week ervoor bij Kanangra Boyd N.P. hadden gezien.(Ze waren druk aan het hout sprokkelen). Wat een toeval. Er zijn 3 campingplaatsen in Crowdy Bay N.P. We kwamen beiden uit op dezelfde campingplek, de minst drukke. Hier staan we op een grote grasplek in het bos met allemaal kangaroes en maar een paar tenten. De kookaberra’s vliegen rond. ook lopen er hier verschillende goanna’s rond. Zelfs onder onze camper door.
We hebben met z’n vieren een wandeling gemaakt naar de Arch, een mooie rotsformatie aan zee.
Daarna hebben we heerlijk een douche genomen. Er is hier een simpele buitendouche met lauw water, er staan alleen wat golfplaten omheen.
Daarna happy our gehouden bij onze camper.We hadden weer zat te kletsen en de wijn smaakte weer prima.
Na het eten hebben we bij hun rond het kampvuur gezeten.(met een portje erbij!)
Wat een leven, he?
50e dag – zaterdag 3 Maart.
Vanmorgen na het ontbijt hebben we adressen uitgewisseld met Keith en Paisley. Zij rijden vandaag weer verder, want morgenavond moeten ze thuis zijn.
Daarna zijn we aan een wandeling begonnen, die 2 en een half uur duurde. We hebben door bossen, over kliffen en langs struiken gewandeld.
Wim had af en toe een stok nodig om spinnenwebben weg te slaan. Die zijn zo kleverig. Het was een prachtige tocht en onze conditie wordt steeds beter.
We waren pas om kwart voor 1 weer terug. We hebben een paar uur geluierd bij de camper en genoten van het wildlife. Wim heeft nog een kookaberra een stuk worst gevoerd en 2 leguanen zaten elkaar achterna. Ook zagen we een kangoeroe die nog een jong in zijn buidel had.
Daarna zijn we op weg gegaan naar de beach. We zagen vanmorgen diverse mensen aan het strand en in zee, maar toen wij aankwamen waren er niet veel meer. Het was flink gaan waaien. We hebben het een uurtje volgehouden, maar waren helemaal gezandstraald.
Terug op de camping zijn we maar gauw onder de douche gesprongen, echt alles zat onder het zand.
Daarna hebben we zelfs de camper verhuisd naar de andere kant van Indian Head, onze camping, want de wind stond er pal op. Ook wilden we weer een vuurtje maken.
De wind blijft grillig, hij draait steeds. Waar we nu staan is het goed te houden, maar af en toe krijg je toch de rook in je gezicht. Er staat weer een lekker country muziekje op, ons glaasje is gevuld met wijn en het buikje staat weer strak Nog een uurtje genieten van het kampvuur (nog steeds in hemdje en korte broek) en dan duiken we de camper weer in.
51e dag – zondag 4 Maart.
Het wordt tijd dat we weer verder trekken. De accu van de camper is sinds gisteravond leeg. We hebben een aparte accu voor de auto en de camper, die van de camper wordt opgeladen door te rijden of door elektriciteit en aangezien we weinig op gewone campings staan, moeten we het van het rijden hebben. Gelukkig is alles in de koelkast vanmorgen nog heerlijk koel.
Tijdens het ontbijt zat er een grote volwassen kookaburra op een tak vlakbij naar ons te kijken. We hadden alles alweer opgeruimd en waren even uit de buurt toen hij een duikvlucht nam naar onze tafel, waar alleen de telefoon op lag. Nu weet ik dat ze gek zijn op kaas en vlees, maar een mobieltje? Zijn poten stonden erop, maar het was mislukt. Hij leek wel een kraai.
Als eerste vanmorgen zijn we weer een berg opgereden, voor een mooie look out. Ze hebben er gelijk maar een N.P. van gemaakt, ook al is er verder niets te zien. We hebben zelfs een keer een Nationaal Park gezien van ongeveer 50 vierkante meter, er stond een grote boom op die je kon beklimmen. Je moest er wel 11 dollar voor betalen om in het “park” te komen. Het uitzicht was trouwens schitterend.
Daarna hebben we via veel onverharde wegen een tocht gemaakt naar de Ellenborough Falls. Onderweg waren er afwisselend rainforest en glooiende weiden met enkele hogere bergen, heel mooi en relaxed rijden. Onderweg kwamen we nog een slang tegen.
De falls hebben we goed bekeken. Eerst van boven, toen via een wandeltocht vanaf de “voorkant” en daarna hebben we hem van beneden bekeken.
(Ook kwamen we langs deze termietenheuvel )
Het waren 674 treden, maar het was de moeite waard. Voor de terugweg stond 45 minuten beschreven, wij deden het in 15 min. en hebben regelmatig nog gerust!! (conditie, he?)
Daarna via nog meer onverharde wegen en prachtige rainforest richting Oxley Wild Rivers N.P., dat was ons einddoel. Ook daar waren weer een paar watervallen. Alleen kwamen we er onderweg achter dat we nog steeds geen netwerk hadden (al 2 dagen niet) en dat we dringend een paar mails moesten verzenden. (Gerrie is 10 jaar in dienst en Michel is jarig) en bellen kon ook niet. Dus zijn we omgedraaid en teruggereden naar de kust, via de highway. Nou ja, highway: eerst leek het op de Posbank en daarna waanden we ons in Oostenrijk, alleen de “milka koe”ontbrak nog.
In Kempsey is het ons gelukt de mails te verzenden. Daarna zijn we naar Hat Heads N.P.gereden, waar we eigenlijk morgen pas naar toe zouden gaan. Het is inmiddels kwart over 7, we staan weer op een leuke campingplaats tussen de duinen, er huppen weer kangaroes rond (ook weer 1 met een kleintje in de buidel),
de kookaberra’s loeren op onze toast met kaas en er was zelfs een mooie zonsondergang, achter de duinen.
Het hout ligt klaar voor het kampvuur en Wim heeft een heerlijk menu voor vandaag: 3 soorten vis.
52e dag – Maandag 5 Maart.
We hebben vanmorgen rustig aan gedaan. Gister hadden we toch zo’n 250 km. gereden en een flinke wandeling gemaakt. Nog even de duinen opgeklommen en toen zijn we vertrokken. Een stuk noordelijker in hetzelfde N.P. (Hat Heads) ligt Arakoon en daar staat de historic Trial Bay Goal. Dit is een gevangenis uit 1886, die in de 1ste W.O. weer gebruikt is om Duitsers op te sluiten. Het is een stevig gebouw en er staat nog aardig wat van overeind.
Er vlakbij ligt een camping met een mooi uitzicht over een baai, Trial bay.We hebben er een prachtig plekje in de schaduw onder een heel grote soort den. We zijn er heerlijk afgekoeld in de zee en daarna schoongespoeld onder de douche.
We hoorden het in de verte rommelen en zagen een donkere lucht. Nu, 2 uur later (4 uur) zitten we voor in de auto en regent het pijpestelen en ook onweert het flink. Dit was nog wel de duurste plaats tot nu toe: 40 dollar.
We staat met de voorkant van de camper richting zee, dus we kunnen het allemaal goed bekijken. Ook dit is vakantie!
53e dag – Dinsdag 6 Maart.
Het is gister weer droog geworden, maar de zon hebben we niet meer gezien. Wim is nog wel wezen vissen en we hebben ’s avonds gewoon buiten kunnen zitten. We spraken af, als het vandaag mooi zou zijn, nog een dag te blijven: het plekje is schitterend, je loopt zo de zee in.
Helaas, we werden wakker van de harde wind en de regen, haast storm.We hebben binnen ontbeten en de afwas gedaan. Wim was wel door nat, want hij wilde koffie en gekookte eitjes en dat moeten we buiten klaarmaken. Ook de stoelen stonden nog buiten en zijn doorweekt. Onderweg stroomt de regen langs de stoepranden en hele parken staan onder water.
We trekken verder richting Coffs Harbour. Toen we hier vorig jaar waren regende het ook de hele dag en hadden we zelfs alles in de camper nat, tot de matras aan toe. (dat lag aan het dak van de camper, die had een lek opgelopen bij de vorige huurder en dit was niet gerepareerd) Nu blijft het bij de buitenkant, wel is alles natuurlijk vochtig. Bij de N.P.-info folders gevraagd over de eerstvolgende parken. We gaan naar Yuraygir N.P. Er zijn diverse plaatsen om te kamperen en we beginnen onderaan, bij Station Creek. We staan hier helemaal alleen, met een creek in de buurt en ook de zee is te horen.
Alleen kunnen we weinig ondernemen, want elke keer komt er weer een plensbui.Gelukkig hebben we nog genoeg leesboeken. Tussen de buien door hebben we op een picknickbank gegeten, vlakbij de camper, zodat de stoelen konden drogen.
Gister had ik toevallig de vesten opgeruimd, we hadden ze al een week niet meer gedragen. De lange broeken hebben we zelfs al weken niet meer aan gehad. Helaas, vandaag hebben we ze beiden weer nodig. Het is niet echt koud (ruim 20 graden), maar door het vocht en de wind zit een korte broek met hemdje toch minder lekker. We proberen straks een kampvuurtje te maken (Wim heeft heel wat hout gesprokkeld) en anders gaan we heel vroeg naar bed!!
54e dag – Woensdag 7 Maart.
Station Creek was een leuke campingplaats. Wim heeft er nog gevist op een houten plateau aan de creek en later heeft hij een kampvuur gebouwd vlak voor de camper, zodat we onder de luifel konden blijven zitten. Het is droog gebleven tot we naar bed gingen. Daarna heeft de regen de laatste kooltjes gedoofd.
We hebben nog een bushturkey (een soort kalkoen) en een paar grote hamsters (de naam weet ik niet) van zo’n 30 cm. gezien. Vanmorgen was het weer droog, gelukkig. We hebben een wandeling naar de zee gemaakt, we zaten er toch nog een aardig stuk van af (onderweg hebben we nog een slang gezien)
en daarna via allerlei onverharde wegen en een stukje snelweg naar een volgend stuk van Yuraygir N.P. gereden. Onderweg zagen we een emu, een soort struisvogel. We staan nu op Illaroo camping area, een prachtige plek vlak aan zee. De zon is weer tevoorschijn gekomen en als eerste hebben we een grote waslijn gespannen om alle vochtige (vuile) was te drogen. Dat was binnen een halfuur gebeurd. Het is ook weer 30 graden.
Daarna heeft Wim heerlijk vis gebakken en vervolgens zijn we naar het strand gegaan. Wim heeft gevist om de inmiddels slinkende voorraad weer aan te vullen, ik heb geluierd, gezwommen en gelezen. Ondertussen hadden we de zwarte zak gevuld met water en in de zon gelegd. Dus tegen 5 uur hebben we heerlijk kunnen douchen met uitzicht op zee! We hebben besloten om hier nog een dagje te blijven, maar meestal als we dat doen begint het te regenen! We zullen wel zien wat het wordt.
55e dag – Donderdag 8 Maart.
Vanmorgen scheen de zon, dus we blijven! We praten zelfs al over nog een dag. Tijdens het ontbijt komen de buren achter ons (er staan maar een paar mensen op de camping) een praatje maken en ze bieden spontaan aan wat boodschappen voor ons mee te nemen (o.a. aanmaakblokjes voor het kampvuur), want ze gaan toch naar een paar winkels. Ook mogen we hun bijl lenen om hout te kloven; daarmee was Wim wel even druk en had gelijk een natte rug en een paar blaren op z’n handen.
Daarna zijn we lekker naar het strand gegaan, weer gevist, gezwommen, geluierd en een beetje bruiner geworden.
Tegen de middag begint het te betrekken. We eten even wat en kijken tegelijk naar de verrichtingen van een leguaan. Wim had wat squit (visvoer) in een plastic zak in een bakje gedaan, om later in het kampvuur te gooien, dit was over van het vissen. De leguaan ruikt het en plukt alle squit eruit, ook klimt hij op mijn ligbed. We hebben ondertussen al heel wat leguanen gezien, ze kruipen onder de camper door of zitten half onder je stoel.
Na de middag gaan we een eind wandelen. Onderweg zien we 3 hanggliders, die uren in de lucht hangen, op de “golven” van de wind. Op de terugweg gaan we helemaal over het strand en over rotsen heen naar onze camper. Natuurlijk maken we weer de nodige foto’s.
Het is broeierig weer en we gebruiken weer de zwarte zak als douche. We zijn net klaar als het begint te regenen en te onweren.
Tijd voor een wijntje met een stukje kaas. We zitten droog onder onze luifel. Het is te hopen dat het vanavond weer droog is voor ons kampvuur, anders moet ik eraan geloven en wordt het weer triominos. Ik loop gigantisch achter, Wim wint elke keer.
56e dag – vrijdag 9 Maart.
Het heeft gisteravond tot 9 uur geregend. Na het eten zijn we zelfs naar binnen gegaan, vanwege de wind. Maar toen het weer droog was, heeft Wim toch nog het hout aangestoken en hebben we tot 11 uur buiten gezeten.
Vanmorgen scheen de zon weer en was de lucht helemaal blauw. Om half 11 is het al 30 graden. Dit wordt echt de laatste dag hier, want de accu is weer leeg en het eten bijna op. Ook heb ik ontzettend veel vuile was, dus tijd om een “echte” camping op te zoeken. We hebben een wandeling gemaakt van 1,5 uur en gelijk al ons afval weggebracht, er staan meestal vuilcontainers een eind buiten de kampplaats. Daarna hebben we het strand weer opgezocht en in de schaduw onder een soort palm gezeten.
Het werd langzaam eb, maar de zee is grillig en af en toe kwam er ineens een golf water onder onze stoelen door. Wim kon nog net mijn slippers redden. Het is echt een luier dagje: allebei veel gelezen en triominos gespeeld. Later nog een wandeling langs het strand. Zelfs de vishengel is vandaag niet in gebruik geweest. Ook vandaag wordt de zwarte zak weer gebruikt, want wat is er nou lekkerder dan na het strand afdouchen met warm water. Het is trouwens een hele klus om de zak gevuld te krijgen, want hiervoor gebruiken we natuurlijk geen drinkwater, dan gaat het veel te snel op, dus gebruiken we het kleine kraantje bij de w.c.’s, waar maar een klein beetje regenwater uitkomt. Maar we hebben de tijd!
Af en toe komen er wat donkere wolken aan, maar ik denk dat we het wel droog houden vandaag. Kunnen we mooi nog wat hout opstoken, want we hebben een aardige voorraad. We genieten nog even van ons prachtige uitzicht, want dit is beslist de mooiste plek, die we tot nu toe gehad hebben.
57e dag – zaterdag 10 Maart.
Gisteravond hadden we een kampvuur met hindernissen. Het vuur was net goed aan toen begon het te regenen, dus onder de luifel. Zodra het weer droog was gingen we er weer dichtbij zitten. Dit heeft zich een keer of 4 herhaald, toen vond ik het zat en ben naar bed gegaan. Wim is bij het vuur gebleven, heen en weer lopend, tot het uit/op was. Maar al het hout wat hij gehakt had is op.
Vanmorgen was het bewolkt, dat maakte het afscheid van ons mooie plekje wat makkelijker, we zijn eerst naar Maclean gereden. Daar hebben we diesel, gas, bier, wijn, vlees, groente,enz.enz gehaald, dus we kunnen er weer even tegen. Je rijdt daar midden tussen allemaal rivieren en opeens zag ik vuur, midden op het water. Er stond een boot in brand, maar de brandweer was er al bij. Het zal je boot maar wezen. Er waren natuurlijk de nodige ramptoeristen, waar wij er ook 2 van waren.Vervolgens zijn we naar het noordelijkste gedeelte van Yuraygir N.P. gereden, de plaats Angourie. Hier hebben we gekeken naar de surfers, want daar was de “perfecte” wave. Ook zijn daar blue en green pools, een soort natuurlijke zwembaden vlak aan zee. Een paar jongens waren daar hun kunsten aan het vertonen door van de rotsen te duiken.
Daarna hebben we nog een half uur gereden via bruggen en langs rivieren om in Iluka uit te komen. We staan aan een rivier, op een “echte” camping. Dus we hebben stroom om de DVD’s te branden, wasmachines en een heleboel buren, die de televisie aan hebben of de radio, het is gedaan met de rust.
Geef ons maar een bushcamping. Wel hebben we een prachtig uitzicht want we staan pal aan het water, er was net 1 plaatsje vrij voor een nacht. Voor ons is een pier waar je kunt vissen. Daar hebben we een poos gezeten en Wim heeft diverse vissen gevangen. Ook kwamen er opeens 4 dolfijnen voorbij zwemmen, op een paar meter afstand, daar kijk je wel raar van op, in een rivier!
Het is inmiddels 8 uur, het is broeierig weer en nog bijna 30 graden. Dit is wel goed voor mijn was, het regent nog steeds niet!!!
Het minder leuke van een rivier is, dat er veel muggen zijn en die moeten altijd Wim hebben.Gelukkig verkopen ze spuitbussen, waarmee je jezelf helemaal in kunt sprayen, zodat ze wegblijven. Maar Wim is zo lekker, ze prikken hem toch nog lek, het laatste half uur al 7 keer.
58e dag – zondag 11 Maart.
Ik had gisteravond net de laatste was afgehaald, toen het zachtjes begon te regenen, maar we worden weer wakker met een strak blauwe hemel. Het belooft een warme dag te worden.
We vertrekken van de camping, we stonden daar nu pal in de zon en je mocht er niet zwemmen in de rivier. (Dus om af te koelen moet je maar onder de douche gaan staan.) We gaan naar Bundjalung N.P. Eerst bekijken we Iluka Bluff, een punt in zee met veel zwarte rotsen en hoog opspattende golven.
Daarna gaan we naar Woody Head Camping Area. Het is hemelsbreed maar een kilometer of 10 van de camping aan de rivier. We waren er gister al even wezen kijken, maar daar was natuurlijk geen stroom en ze hadden alleen wastobben en dat was me toch te primitief. (met 6 volle plastic zakken wasgoed).
We vinden er een mooi plekje dicht bij de zee. Daar zijn we verschillende keren in geweest, want het is over de 30 graden. Tegen de avond maken we nog een wandeling over de rotsen.
Ook besluiten we, bij een goed glas wijn, dat we af gaan wijken van het schema, dat we in Holland al gemaakt hebben. We gaan wat eilanden overslaan en de terugweg gaat niet via de binnenlanden, maar langs N.P.’s zo’n 100 km. uit de kust. Dit scheelt ons honderden kilometers.
We houden de hele dag stralend weer en nu zitten we bij het kampvuur met boven ons duizenden sterren, het is lang geleden dat we die gezien hebben.
59e dag – Maandag 12 Maart.
Dit was een heel aparte dag:
Vanmorgen zijn we met prachtig weer en vrij harde wind vertrokken uit het N.P. Nog even teruggeweest naar Iluka om de DVD’s te posten en de laatste mail te verzenden. We stonden weer vlakbij de camping aan de rivier en zagen dat er een mooi strandje lag, dus je kon wel zwemmen bij de camping!
Daarna zijn we via de highway en vervolgens via onverharde weg naar Black Rocks Camping Area gereden, wat ook nog bij Bundjalung N.P. hoort. Dit zou onze laatste campsite in een N.P. zijn tot we naar de eilanden gaan. We waren er tegen elven, maar de plaats viel tegen.Het zand waaide je in het gezicht door de harde wind en er was geen baai, maar een langgerekt strand, dus met hoge golven. Wel zagen we daar wat er kan gebeuren, als je niet op tijd van het strand bent met je auto, als het vloed wordt!!!
Dus we zijn weer verder gereden (dit kostte ons een uur), langs de kust. Je komt dan in het drukke gedeelte met flatgebouwen en drukke winkelstraten, de Goldcoast. Wel mooie stranden, maar die heb je overal. In Byron Bay zijn we gestopt, daar waren we 3 jaar terug ook geweest. Het is er erg druk met jeugd, daar staat het om bekend. We hebben er heerlijk sushi’s gegeten.
Daarna zijn we in Coolangatta bij een informatiebureau naar binnen gewandeld. We wilden weten hoe laat de ferry naar Moreton Island vertrok. Het bleek dat vanaf Redcliffe er pas weer een ging op woensdagmiddag. Wel gaat er elke dag om 8.30 uur ’s morgens een boot vanuit Brisbane. We besloten deze boot te nemen en wel gelijk morgenvroeg. Dit betekende dus wel dat we nog een paar honderd km. moesten rijden, boodschappen moesten doen, diesel tanken, water vullen, accu’s opladen, een camping moesten zoeken vlakbij Brisbane en de weg ernaar toe precies moeten weten. Alles is gelukt. We waren om 8 uur op een camping, (ongeveer een half uur van de haven af), we hebben getankt, boodschappen gedaan en zitten nu aan een wijntje met een stukje kaas. We hebben geen zin meer om te koken. (Maar goed dat we vanmiddag al gegeten hadden!). Inmiddels hebben we de klok een uur terug kunnen zetten, dat scheelt morgen weer met het wakker worden.
Dus we hebben vandaag 400 km. gereden, in plaats van 50 km. naar de volgende campsite.
Morgen om 8.30 uur gaan we naar Moreton Island, dit is een zandeiland. Je moet de banden half leeg laten lopen om beter grip op het zand te hebben. We blijven hier tot zaterdagmiddag 4.30 uur. We hebben er waarschijnlijk geen netwerkverbinding. De weersvoorspellingen zijn goed, het is nog steeds bijna 30 graden, met een vrij harde wind.
Op naar een nieuwe uitdaging, spannend!!
60e dag – Dinsdag 13 Maart.
We zijn allebei al voor 6 uur wakker. Snel wassen en ontbijten en om 7 uur zitten we in de auto, klaar om te vertrekken. Het is druk op de snelweg, het lijkt wel Holland, maar Brisbane is dan ook een van de grootste steden van Australie. Gelukkig hoeven we niet richting stad, maar richting Port of Brisbane. Deze weg is minder druk. Ik had een goede routebeschrijving meegekregen van het info-bureau,maar toch missen we op het laatst een afslag en rijden veel te ver door. We komen langs torenhoge container opslagplaatsen en langs grote vrachtschepen. Toch maar even de weg vragen en om klokslag 8 uur stonden we bij het incheck-hokje van Micat, zoals de maatschappij heet. We varen met een grote catamaran, waar zo’n 10 auto’s op staan. Hij is lang niet vol. Wim laat tijdens de overtocht de banden een stuk leeglopen. Normaal is het 40 en 45 bar, nu gaat hij terug naar 17 voor en 20 bar op de achterbanden, hierdoor ontstaat er een breder draagvlak en hopen we minder snel vast in het zand te komen zitten.
Zo’n anderhalf uur later (ongeveer 50km) komen we aan op Moreton Island. Het zonnetje schijnt lekker en meteen moeten we uitproberen of de camper goed rijdt op zand. Hij houdt zich prima. Voor vandaag is maar een heel kort ritje gepland, want we willen bij the Wrecks gaan staan (dit zijn 14 schepen, die ze (zo’n 30 jaar terug) expres hebben laten zinken voor de kust. Hier komen allerlei vissen op af en er vormt zich koraal, een prachtige snorkelplaats.
Ook staan we in de buurt van Tangalooma, een resort. Regelmatig komen er mensen daar vandaar langs lopen. We vinden een mooi plekje met uitzicht op alle wrakken en uit de wind, maar eerst gaan we snorkelen.
Helaas blijkt dan dat mijn duikbril lekt, dus na een half uur houd ik het voor gezien, ik wil niet mijn lenzen verliezen. Het is lekker warm, ruim 30 graden en ik vraag me al af waar we in de schaduw kunnen zitten, als de zon onder de luifel door komt.
Maar in de loop van de middag wordt het minder mooi weer.Wim gaat vissen en vangt 3 “travaliers”, zo heet deze tropische vis van ruim 40cm. lengte. Dat wordt een lekker maaltje.
Helaas komt er nu ook regelmatig een buitje regen. Maar toch genieten we volop. Er is van alles te zien. Auto’s komen voorbij, er liggen zeilboten.Mensen komen snorkelen of vissen, er is zelfs een hele schoolklas. De kinderen staan te kijken bij Wim als hij een vis vangt en gelijk z’n kop eraf snijdt. Om half 4 komt de catamaran de dagjesmensen weer ophalen en wordt het rustiger. Tegen een uur of 5 wordt het fris en trekken we de lange broek en dichte schoenen aan. (dit is lang geleden), echt koud is het niet, maar de lucht is vochtig. Om half 7 is het al bijna donker, maar er komen toch nog auto’s langs en er zijn nog vissers met hun bootje op het water. Ja, we kunnen het hier zeker wel een paar dagen uithouden!!
61e dag – Woensdag 14 Maart.
Het wordt een warm dagje vandaag. Het is al 25 graden als we wakker worden, al is het eerst nog wat bewolkt.
Na het ontbijt wandelen we naar het Tangalooma resort, hier zijn we 3 jaar terug ook geweest. Er is heel wat bijgebouwd in die tijd. Wij vinden het nu veel te commercieel, toen was het veel knusser. We kopen er een nieuwe duikbril voor mij en bekijken het hele terrein.
Als we terugkomen bij de camper komt de ranger eraan. Hij vertelt dat waar we nu staan, geen campingplaats is en dat we moeten verhuizen, we mogen daar niet overnachten. Eerst gaan we nog snorkelen. We zien weer duizenden tropische vissen en wat koraal. Het is heel apart om over en langs de wrakken te zwemmen. Daarna vangt Wim nog een grote vis(een bream), met de vissen van gister erbij hebben we een flinke maaltijd. (gister moesten we eerst vlees opeten, anders zou het over stuur gaan). Na de middag pakken we alles in en vertrekken naar een ander plekje. We rijden een stukje over het strand en daarna naar het binnenland van het eiland. Alle wegen bestaan uit mul zand, maar de camper ploegt er goed doorheen, dankzij de goede rijkunst van Wim. Na ongeveer een half uur komen we aan de andere kant van het resort weer uit, aan het strand. Daar vinden we een prachtig plekje tussen de bomen in de schaduw.
( vanaf ons plekje zie je wim in zee zwemmen )
Achteraf is het maar goed dat we weg moesten, want bij de andere plek was totaal geen schaduw en de zon schijnt nu volop en het is over de 35 graden. We duiken een paar keer de zee in om af te koelen en gebruiken daarna de zwarte zak om weer af te spoelen. Tegen 5 uur zien we 4 dolfijnen langs zwemmen. Die komen elke dag naar het resort.
Na een heerlijke vis maaltijd, vertrekken wij ook richting resort. Elke dag tegen schemertijd worden de dolfijnen daar gevoerd. Er zijn 8 dolfijnen vanavond en wel zo’n 100 mensen, die ze mogen voeren. Het zijn vooral japanse tieners, die voor 1 dagje in het resort zijn. Iedereen mag 3 visjes voeren en er worden foto’s van gemaakt. Het water is verlicht, dit alles duurt ongeveer een uur en wordt constant van commentaar voorzien. Het is natuurlijk heel commercieel, maar wel leuk om een keer te zien. De dolfijnen zijn maar op een paar meter afstand.
Daarna lopen we langs het strand terug naar ons rustige plekje. Aan deze kant staat niemand. Er staat weinig wind dus we kunnen weer een kampvuur maken. Al met al: een heerlijke dag!!
62e dag – Donderdag 15 Maart.
Moreton Island is 1 groot Nationaal Park. Alleen het resort en 3 kleine dorpjes vallen erbuiten. Het hele eiland bestaat uit zand, zand en nog eens zand. Er staan struiken en wat bomen op en er zijn een paar zoet water meertjes.
Mount Tempest is met z’n 280 meter het hoogste punt van het eiland en tevens de hoogste “coastal sandhill” van de wereld. Vandaag gaan we een stuk van het eiland bekijken. Het weer is de hele dag prima, ruim 35 graden.
Vanmorgen was een plek op het water wit van de meeuwen, dit betekent dat er veel vis zit. Het moet een school van duizenden vissen zijn geweest. We zagen ze boven het water uit springen en op een gegeven moment leek het een grote golf, zoveel vissen zwommen er richting kust. Een prachtig gezicht. Er kwamen gelijk diverse vissersbootjes op af en dat was ingooien en vangen. Er zitten/vliegen heel veel (125) soorten vogels op het eiland, ieder met z’n eigen geluid en gewoontes.
We zien grote vogels in de bloemen van de banksoi pikken, grote valken drijven op de wind, natuurlijk kookaberra’s en een soort kleine pinguins vissen uit zee pikken. (Ik ben niet goed in namen van vogels!) Kangaroes, koala’s, wombats en leguanen zie je hier niet, alleen zandvliegen en muggen, heerlijk!!
Vanmorgen zijn we eerst naar the desert gereden, een grote zandvlakte waar ze ook wel sleetje rijden. Nu was er nog niemand. Het is mooi om te zien, maar om er een wandeling te gaan maken trok ons niet. Het is ook knap heet, zonder schaduw.
De wegen in de binnenlanden zijn alleen met 4-wheel drive te berijden en dan nog in low gear. Wim doet het fantastisch en vindt het ook nog heel leuk, ik ben blij dat ik niet hoef te rijden. De wegen zitten vol kuilen, diepe sporen en het zand is heel mul.
Ook kan je nog tegenliggers krijgen. Maar Wim rijdt heel relaxed, soms met een hand aan het stuur! De camper schudt natuurlijk als een gek heen en weer, maar ik heb net gekeken, zelfs de eieren zijn nog allemaal heel! Aan de oostkant van het eiland hebben we een heel stuk langs de zee gereden, daarna hebben we the blue lagoon bekeken. Dit is een zoet water meer, puur van regenwater, omgeven door zandduinen. Het water is glashelder, net zo als het zeewater! We hebben er niet gezwommen, al was het wel aanlokkelijk.
Tegen half een, op de noordelijke punt, zijn we het water ingedoken. Daarvoor zijn we naar de vuurtoren gereden, waar je een prachtig uitzicht had.
Het is niet erg druk op het eiland, maar wel zijn er een paar schoolklassen (leuk schoolreisje!), gelijk zijn er dan zo’n 50 kinderen met begeleiding. Ook rijden er kleine busjes rond, waar achterin 8 personen gepropt worden. En dan maar heen en weer schudden op je bankje, met uitzicht op de persoon tegenover je!!. Op de noordpunt hebben we onze camper neergezet en na een duik, heerlijk gezeten. Een biertje erbij en wat te eten, lekker in de schaduw, wie doet je wat.
Er zijn daar rotsen waar door de golven steeds water overheen spuit, erg leuk. Je krijgt een soort badkuip idee, met bubbeltjes.
Iets verderop is de honeymoon bay, waar je lopend naar toe kunt. Ook daar hebben we een duik genomen.
Mensen in zo’n busje mogen alleen even kijken en rijden dan weer verder. Heerlijk die vrijheid van een camper. Tegen 3 uur zijn we weer weggereden, om een plekje te zoeken om te overnachten. Je moet ook rekening houden met de tides: je kunt het beste rijden bij eb, dan is het zand op veel plaatsen ook goed hard om op te rijden.
Op de boot kregen we een lijst mee, daar staat voor het hele jaar (!) , op de minuut af, op hoe hoog het water is bij eb en bij vloed.
We hebben weer een mooi plekje in de schaduw gevonden aan de west kant van het eiland.
Hier zijn haast geen golven en krijg je ook nog een mooie zonsondergang.
63e dag – vrijdag 16 Maart.
Ook gisteravond hadden we weer een mooi kampvuur, dat was wel lekker want het koelde ’s avonds af.
Het is vloed als we wakker worden en van het strand is niet veel over. Er is nauwelijks ruimte om op te rijden. We hebben geen haast en gaan eerst rustig ontbijten.
Het is gelijk alweer warm en zonnig. Wim belt naar Micat om door te geven dat we 2 dagen langer blijven, we gaan pas maandag middag terug. Het is hier een waar paradijsje, dus waarom zouden we verder gaan. Opeens zien we 2 dolfijnen, een ervan springt verticaal uit het water, prachtig! (helaas zwommen ze verder onder water zodat er geen foto van gemaakt kon worden.)
Ook zien we een hele grote meeuw, met een vleugel spanwijdte van ruim 120 cm., het lijkt wel een albatros. Ook een haaitje komt voorbij zwemmen en een grote schildpad. Na een paar uur, als er weer een stuk strand is, gaan we een eindje rijden. De accu moet weer worden opgeladen en het afval moet in een container. Je mag het namelijk niet verbranden. Er staan op een paar plaatsen containers op het eiland, die met een boot naar de vaste wal gaan om geleegd te worden. We rijden langs een paar wrakken.
Daarna zoeken we alweer een nieuw plekje. We komen een paar kilometer zuidelijker uit, weer pal aan zee.
Op het eiland zijn 4 campgrounds, waar toiletten, water en douches zijn. Alleen heb je er niet veel uitzicht. Dus wij kiezen voor plekjes aan zee. Ook deze zijn gemarkeerd, zodat je veilig staat voor hoog water. Je hebt er alleen helemaal niets. Dus moetje een gat in de grond graven om je behoefte in te doen en de zwarte zak gebruiken om te douchen. Geen probleem!
Om 12 uur is ons nieuwe plekje alweer helemaal klaar. De zak ligt in de zon en een gat is weer gegraven. We hoeven maar een paar meter te lopen om aan zee te komen. Wim gaat vissen en ik ga er lui naast liggen, wel met parasol natuurlijk. Regelmatig duiken we de zee in.
De vaarroute van de vrachtschepen ligt tussen Moreton en de vaste wal, dus zien we regelmatig grote containerschepen voorbij varen. Er is weinig wind en daarom hadden we ook geen scheerlijnen gespannen. Opeens komt er een heel harde windvlaag en daar gaat onze luifel. Hij klapt helemaal omhoog en de stangen zijn krom. Wim buigt ze zo goed mogelijk recht, maar het is zwak materiaal en ze barsten.Voorlopig redden we het ermee. Wim kan het weer repareren zegt hij, zodat Apollo (onze verhuurders) er niets van zien. We zitten in de buurt van een reef, er zitten zoveel kleine visjes, dat ze elke keer het aas eraf vreten voor Wim kan ophalen. Zelfs kunststof aas vreten ze op. Hij heeft 2 visjes gevangen, maar weer teruggegooid. We hebben nog vlees en morgen rijden we naar de zuidelijkste punt waar een dorpje is met een winkeltje. De zon is weer prachtig ondergegaan en langzaam wordt het iets koeler.
64e dag – zaterdag 17 Maart.
Moreton Island is 37 km. lang en op z’n breedste punt 10 km. In het midden lopen 2 een richtingswegen (zand paden dus) van oost naar west. Afgelopen nacht stonden we een stukje boven deze dubbele weg, aan de westkant. We hebben vandaag een aardig stuk gereden: eerst naar de oostkant van het eiland, toen helemaal naar het zuiden langs het strand, dat is toch 23 km. Mooi rijden is dat.
Onderweg, verstopt in de duinen, staat een tank met regenwater, daar hebben we onze zak weer gevuld. Daarna kwamen we langs een mooi meer, Mirapool. Wim heeft er nog gevist, maar hij had voer voor zout water en dit was een zoetwater meer.
Het was er heel rustig, wel waren er veel vogels. Helemaal in het zuiden is ook een plek voor een kleine veerpont, deze heeft verbinding met Noord Stradbroke Island. Er ligt nog een klein eilandje, crab island, vlakbij de kust en hierdoor krijg je bij eb hele stukken die droogvallen, heel apart. Ook hier hebben we een poos gestaan. Daarna naar het kleine plaatsje Kooringal. Daar konden we het afval kwijt en wilden we wat boodschappen doen. Er was haast niets, maar wel een vers brood en beet. We zagen er nog een paar locals, die hun vis aan het schoonmaken waren. Er zaten meteen 10-tallen pelicanen bij.
Er zijn hier geen campingplaatsen dus weer naar het noorden. Eerst reden we langs een heel stuk met mangroves, struiken waar bij eb de wortels boven de grond komen. Ook kwamen we langs hele hoge zandduinen. Alleen met eb is hier te rijden.
Ook kwamen we weer langs 2 wrakken.Dit waren stoomschepen, die er al 100 jaar liggen.
Inmiddels staan we weer halverwege het eiland, wel het zuidelijkst tot nu toe.
Om 6 uur was het water pas 2 uur weer aan het stijgen, maar we kunnen al niet meer van ons plekje af. Elke dag wordt het later vloed, morgenvroeg pas om 9 uur. Dus tegen 12 uur is er pas genoeg strand om op te rijden. Het maakt niet uit, lekker rustig. Wim kan straks van onder de luifel uit vissen.
65e dag – zondag 18 Maart.
Het water stond vanmorgen aardig hoog. Er was haast geen strand meer over. We konden pas tegen 12 uur weer gaan rijden. Dus had ik mooi de tijd om wat E-mails te schrijven en een nieuwe route uit te zoeken, terug naar Melbourne.
We waren nog maar net vertrokken toen we vast kwamen te zitten. Het zand was nog vrij nat en erg mul. Er kwamen meteen een paar mensen om te helpen uitgraven en om te duwen. Na 10 minuten waren los. Alleen een plaat, aan de voorkant, onder de auto, stond helemaal verticaal en flink verbogen.
Wim heeft hem zo goed en zo kwaad als het ging weer recht gebogen. Daarna zijn we naar Bulwer gereden, het kleine plaatsjein het noord-westen. Daar wat boodschappen gedaan en bij een garage heeft Wim de plaat weer vast gekregen. Ook heeft hij gelijk de stokken van de luifel afgezaagd en opnieuw bevestigd. Dit alles midden op de dag, in de zon, bij 36 graden.
Daarna weer teruggereden naar een plekje aan zee een paar honderd meter noordelijker dan vanmorgen.
Hier kunnen we morgen zo vandaan vertrekken, omdat er een grote bult zand voor ligt, rechtstreeks naar de plaats van inscheping. (Alleen moeten we even om het resort heenrijden, daar mag je niet voorlangs). De accu is weer opgeladen, we hebben weer heerlijk gezwommen en gedoucht en zijn klaar voor happy hour, ondergaande zon, lekker eten en een kampvuurtje. Leventje he?
66e dag – Maandag 19 Maart.
Gisteravond hebben we wel een half uur gezellig gekletst met pa en ma Lingeman, ook met ma Blits hebben we gebeld en vanmorgen hebben we beide jongens gesproken, dus we zijn weer helemaal bijgepraat. Vanmorgen waren we voor het helemaal vloed was, al vertrokken van ons plekje. Achter het resort langs en door naar the Wrecks, het vertrekpunt van de boot. Hier waren we al tegen 9 uur en hadden dus nog de hele dag aan het water.
Wim is gelijk gaan vissen en ving 2 mooie trevaliers, die hebben we al eerder gegeten. Hij heeft ze gelijk schoongemaakt en toen hij de kop van een vis in de zee gooide, kwam er gelijk een reef-shark van zo’n 130cm. op af.
Ook hebben we nog gesnorkeld, maar er was veel stroming in het water door afnemend tij en daardoor was het water ook wat troebel.
We hebben alles nog eens goed in ons opgenomen en veel foto’s gemaakt. Het was een heerlijke week hier. We hebben haast niet gelezen, er was zo veel te zien. Ook is het geen dure week geweest: de hele week kamperen, samen met de overtocht voor 250 dollar, dus zo’n 135 euro.
Om 3.30uur vertrekken we richting Brisbane en nemen nog het nodige zand mee in de camper. Wim doet weer lucht bij de banden en schakelt weer over op gewone versnelling. Onderweg zien we dat er brand is op North Stradbroke eiland, er trekt een grote rookwolk over de zee, dit geeft een heel apart effect aan de lucht.
Tegen vijven zijn we weer aan vaste wal en rijden richting noorden, we staan gelijk weer in de file. Geef mij maar zand rijden! We staan nu in Redcliffe op een gewone camping, vlak aan de weg. Het was al bijna donker toen we aankwamen en vertrekken morgen alweer vroeg. Het stikt hier van de muggen, veel meer als op het eiland.
Morgen gaan we richting Fraser island, het volgende zandeiland, maar eerst moeten we weer een heleboel inkopen doen, gas halen, de DVD verzenden, water bijvullen, enz.
Wim maakt z’n zelf gevangen vissen klaar, dat wordt zo smullen!
67e dag – Dinsdag 20 Maart.
We werden vanmorgen al vroeg gewekt door langs rijdende auto’s, dat zijn we niet meer gewend. Meestal horen we de zee, wat een veel relaxter geluid is. Ook waren er ontzettend veel gekleurde parkieten, ze zijn prachtig om te zien, maar ze maken een boel herrie.
Nadat we de camper van al het zand ontdaan hadden, zijn we boodschappen gaan doen in Redcliffe. Wim heeft alle E-mails eindelijk kunnen verzenden. Daarna zijn we op weg gegaan richting Gympie, bijna 200 km. noordelijker. De Sunshine Coast zijn we voorbijgereden, die hebben we 3 jaar terug al bekeken. Vervolgens richting Tin Can Bay, dit plaatsje ligt aan drie kanten aan het water en er komen dolfijnen langs, die je mag voeren. Helaas was het eb, weinig water en geen dolfijnen. Toen door naar de Rainbow Beach, daar hebben we een permit gekocht om naar Fraser te mogen. Ook de pont is al geregeld. Deze is in 15 minuten aan de overkant. Vanaf R.B. is het nog een stukje rijden naar Inskip Point, hier vandaan vertrekt de pont en er zijn ook diverse kampeer plekken. Ook dit gedeelte hoort bij Great Sandy N.P., net als Fraser Island.We moesten de banden weer een stuk leeg laten lopen, anders konden we de camping niet op. We hebben weer een plekje met uitzicht op het water en aan de overkant ligt Fraser, maar een klein stukje hier vandaan. Na eerst een lekkere strandwandeling gemaakt te hebben, was het tijd voor ons kampvuur met een wijntje. Voorlopig zal dit het laatste vuurtje zijn, want op Fraser mag het niet.
We hebben voor 4 nachten betaald en denken dat we het dan wel gezien hebben, zo niet, dan boeken we bij. Dus morgenvroeg vertrekken we naar het volgende zandeiland.
68e dag – Woensdag 21 Maart.
Fraser Island is wel een beetje groter dan Moreton Island. Het is ruim 100 km. lang. Het is wel een zandeiland, maar er is ook een hele rainforest, met hele hoge bomen en palmen. Er lopen glasheldere creeks doorheen en ook zijn er zo’n 40 meren.
Vanmorgen stonden we om 9 uur bij de pont voor de overtocht. Tegelijkertijd stonden er 2 busjes met toeristen die Fraser in 1 dag bekijken.
Het was vloed vanmorgen, dus het eerste stuk vanaf de pont moest via een binnenweg. Deze is wel veranderd in 3 jaar tijd. Hij is nu 2x zo breed en het is net een graffel weg, je hebt niet eens 4WD nodig. Daarna zijn we over het strand gereden aan de oostkant. Lastig rijden met vloed, je moet dan zo hoog mogelijk en door zeer mul zand. Bij Dilli Village zijn we het binnenland ingetrokken. Het zijn hele afstanden. Eerst zijn we langs Lake Boomanjin gereden, een prachtig meer, maar we hebben er niet gezwommen.
Dat deden we een uurtje later in Lake Birrabeen, dit meer is zo blauw en heeft wit zand.3 jaar geleden hebben we hier een biertje in het water gedronken, daar zijn nog foto’s van, tijd voor een herhaling!
Vervolgens zijn we naar Central Station gereden, midden in de rainforest. We hebben er een korte wandeling langs Wanggoolba Creek gemaakt.
Het water in de creek is zo helder, dat het net lijkt of er geen water is staat. Wel zag Wim er een grote paling in zwemmen, heel apart.
Daarna zijn we weer naar de oostkust gereden naar Eurong. Hier is inmiddels een heel resort verrezen, met bars en winkeltjes. Het was inmiddels eb en we hebben een stuk noordelijk gereden. Tegen drieeen hebben we een plekje gezocht, met uitzicht op zee.Wim heeft nog even gevist, maar het is de “wilde” kant, dus lastig vissen. We hebben hier een groot probleem, het barst hier van de grote zandvliegen. We hebben ons al helemaal ingesprayd, maar alleen als je in de wind zit, heb je weinig last. We hebben gelukkig het muskietennet bij ons en deze wordt vandaag voor het eerst gebruikt!!
69e dag – Donderdag 22 Maart.
Er is een groot verschil tussen Moreton en Fraser. Moreton was echt relaxen, mooie strandjes, zo de zee inlopen, vuurtje maken. Fraser is af en toe meer survivallen!
We hebben vanmorgen pal in de wind ontbeten, om maar zo min mogelijk last te hebben van die vieze steekvliegen. Toch hebben ze ons nog diverse keren te pakken gehad. Dat is niet echt rustig eten.
Om 8 uur zaten we al weer in de auto. Eerst een stuk langs het strand, naar het zuiden en daarna de binnenlanden in, want het werd weer vloed. We reden langs een zandduin en langs Lake Wabbi. We hebben het meer alleen uit de verte gezien. Je kon er goed zwemmen, maar moest eerst een heel stuk door zand lopen. Bovendien kregen we een regenbuitje. Het is vandaag regelmatig bewolkt, maar de temperatuur is prima. De wegen op Fraser zijn slecht.Op Moreton hobbelde je flink heen en weer, maar omdat hier veel meer grote bomen staan, heb je te maken met grote wortels en dan samen met zand, daar kun je vreemde kuilen van krijgen. We hadden in ieder geval vandaag onze eerste lekke band. Waarschijnlijk is gewoon de lucht eruit geklapt, bij een rare kuil. In een kwartiertje had Wim hem vervangen en wisten we ook al waar hij gerepareerd kon worden.
Op naar Lake McKenzie, het bekendste en helaas tevens drukste meer. Er stonden wel 20 auto’s en zelfs een paar bussen.Het is hier veel toeristischer dan op Moreton, veel dagjesmensen. We besloten om niet te gaan zwemmen, dan later maar.
Terug naar Eurong, waar onze band gemaakt werd (kosten:15 dollar). Daarna weer over het strand (inmiddels was het weer eb) naar het noorden, daar wilden we Eli Creek nog een keer zien, dat had 3 jaar geleden veel indruk op ons gemaakt. Het is een soort stromend riviertje wat uitkomt in zee. Je loopt een stukje landinwaarts, gaat daar de creek in en langzaam drijvend kom je bij zee uit. Helaas stond er maar weinig water in en liep iedereen er gewoon doorheen. Het hele effect was weg.
Onderweg zien we nog een dingo, er moeten er wel 500 op het eiland zijn en overal wordt er voor gewaarschuwd. Door naar Maheno, een wrak wat in het water ligt.
Overal zijn veel toeristen, erg jammer (en dan is het nog wel een heel rustige tijd!). Vervolgens naar de Pinnacles, een gekleurde zandrotsformatie.
Daarna steken we dwars over naar de west kant van het eiland. De wegen zijn weer bijzonder slecht en er is heel weinig verkeer.
Op een gegeven moment rijden we op een heel smalle weg en ik zeg tegen Wim, hier moet je geen tegenliggers krijgen. Prompt komen er 3 auto’s ons tegemoet, dus moesten we een heel stuk achteruit rijden, dit viel niet mee, maar alles ging goed. Na 22 kilometer komen we bij de westkust, we rijden het strand op en er zijn helemaal geen sporen, (alleen die van ons zelf.)
Er is helemaal niemand aan deze kant. Ook zijn er geen duidelijke plekken waar je moet gaan staan. We staan nu tegen de zandbergen aan en hopen (weten!) dat we hoog genoeg staan. Er zijn hier geen zandvliegen en we hebben ons heerlijk kunnen douchen.
Wim zit te vissen, dus had ik weer mooi tijd voor de E-mail. De zon was vandaag een rode bal met verder donkere lucht, want we hadden net een buitje regen.
Als we vanavond geen rare insekten krijgen en het water komt niet te hoog, dan blijven we waarschijnlijk nog een dagje.
70e dag – vrijdag 23 Maart.
Zoals ik gister al schreef, blijven we nog een dagje op dezelfde plek. Een dag niet rijden, hobbelen en schudden in de auto. Wim heeft uren gevist, met als resultaat 3 jonge haaien van ruim 80 cm. Helaas moeten ze minimaal 92 cm. zijn om te verorberen, dus heeft hij ze teruggezet in zee.
Ook heeft hij 4 tuigen verspeeld aan vader of moeder haai, die zijn veel te sterk. Het lijkt wel of er hier alleen maar haaien zwemmen, we zijn tenminste de zee maar niet ingegaan. Wel hebben we trouwens diverse dolfijnen voorbij zien zwemmen, die gingen zeker naar Tin Can Bay om gevoerd te worden! Het is nog steeds warm weer, ruim 35 graden, maar af en toe valt er een heel klein buitje. Daar gaan we gewoon in staan om af te koelen. Je moet echt de hele dag in de schaduw zitten, maar die hebben we, in de vorm van een luifel en een parasol.
Ik had gister nog niet geschreven dat er ook veel mensen per vliegtuigje naar Fraser komen. We hebben er diverse zien stijgen en landen aan de oostkant.
Het is nog steeds erg rustig aan de westkant, er zijn 3 auto’s langsgekomen en er ligt een zeilbootje voor de kust. Houden zo, we kunnen rustig in ons nakie de douche gebruiken, niemand die ons ziet. We zijn allebei in een boek van Clive Cussler bezig, ik heb hem vandaag al half uitgelezen en ondertussen diverse keren Wim met een haai gefilmd en gefotografeerd. Verder hebben we een erg relaxte dag, er zitten hier alleen wat vliegen die een beetje kriebelen, maar dat is niet storend. Het zand is hier trouwens erg wit, fijn en schoon(omdat er geen kampvuur gemaakt mag worden), dus lopen we heerlijk de hele dag op blote voeten.
71e dag – zaterdag 24 Maart.
Gister zag ik, tijdens ons happy hour, opeens een krabbetje uit z’n holletje kruipen en ook liet een dingo zich even zien, maar verdween meteen weer.
Het werd echt tijd dat we vertrokken van ons mooie plekje aan de westkant van Fraser Island: De accu was helemaal leeg, de pilchard, waar Wim mee vist, zijn op en de zwarte zak is empty en er zijn geen vulpunten in de buurt. Dus eerst weer een stuk strand, daarna 22 km. door het binnenland en vervolgens ruim 70 km. langs het strand naar de zuid punt, waar de pont is.
op het strand moesten we diverse keren door water heen rijden, om niet voor verrassingen te komen staan (diep water of zacht zand) moest een van ons even gaan peilen voordat we er met de camper doorheen konden rijden.
Toen we het binnenland inreden, zagen we, dat we daar (bij Woralie Creek)ook konden kamperen, tussen de bomen. Er stonden zelfs diverse tenten, maar het strand is leuker, wel heter. Onderweg hebben we Lake Allom bekeken, er zwommen allemaal kleine schildpadjes in.
Ook zijn we het meer rondgewandeld, dat hadden we de laatste dagen niet veel gedaan. Daarna nog een zandduin gezien en de Pinnacles nog een keer, maar nu met de morgenzon. Tegen enen waren we bij de zuidpunt. Hier stond een auto vast in het zand. Wim heeft hem geholpen, samen met een chauffeur van een grote bus. Ook de bus kwam vast te zitten en moest diverse keren aanhalen om door het mulle zand te komen. Wim stuurde onze camper in een keer goed door het zand, knap hoor!
We zouden nog een nachtje bij Inskip Point gaan staan, maar het was er vrij druk. We zijn doorgereden naar Rainbow Beach en staan nu op een camping met uitzicht op zee. Inmiddels heb ik 3 wasmachines vol gedraaid en hangt alles te drogen. Ook hebben we heerlijk gedoucht en de camper van al zijn zand ontdaan. Het vlees in de koelkast was bedorven, dus het was echt tijd om weer naar de bewoonde wereld te gaan.
72e dag – zondag 25 Maart.
Vanmorgen zijn we met schitterend warm weer vertrokken uit Rainbow Beach. We zijn nog even naar het strand geweest, afscheid nemen, want de komende weken zitten we in het binnenland.
Op naar het zuiden. Na Gympie zijn we eerst een stukje westwaarts gegaan, om bij een wijngebied uit te komen. Het gebied heet South Burnett en wij hebben wijn geproefd bij Clovely Estate, de grootste wijngaard van Queensland. Ze hebben 450 acres met druiven. De wijn was prima en we hebben diverse flessen gekocht. We moeten nu een beetje uitkijken met de hoeveelheden, want we hebben niet zoveel dagen meer om ze op te drinken.We waren er tegen etenstijd en hebben er buiten een heerlijke schotel met kaas, fruit, olijven, enz. gegeten, met een glaasje wijn erbij natuurlijk.
Daarna hebben we nog ruim 150 km. gereden. Langzamerhand veranderde het weer en na een tijdje begon het zelfs te regenen. We hebben in de regen de camper opgebouwd in Crows Nest N.P., hier is een waterval en een gorge, die moeten we nog gaan bekijken, maar eerst moet het weer droog worden. We kunnen zo de lange broek en de trui weer aan! Wat een verschil in een paar uur. Ze zullen hier trouwens wel blij zijn met de regen, er is waterrestrictie nr. 5 (dus erg spaarzaam zijn!), ook op de kampplaats is geen water. We staan weer helemaal alleen op een open vlakte in het bos, er lopen alleen een paar bushturkeys rond. We mogen weer een kampvuurtje maken, maar of dat nu lukt! Tijd voor een goed boek en een glaasje!
73e dag – Maandag 26 Maart.
Toen het gisteren droog werd hebben we nog een uurtje gewandeld. Er moest een riviertje zijn met een gorge en een waterval. De rivier stond droog, dus was er ook geen waterval. Alleen een waterhole, een soort meertje, was over gebleven met aan alle kanten hoge rotsen. Dat viel dus tegen, maar ja, we hadden weer even de benen gestekt.
Onze kampplaats was maar 15 km. verwijderd van het huis van Keith en Paisley. Die hebben we dus vanmorgen opgebeld, maar helaas, ze waren niet thuis, waarschijnlijk weer op vakantie. In Toowoomba hebben we boodschappen gedaan en zijn daarna verder naar het zuiden gereden. Totaal ruim 200 km., als we dit elke dag doen, dan komen we er wel. Tussen de middag hebben we in de zon, uit de wind, sushi’s gegeten. Het weer is nu net als in de zomer in Holland. Om 3 uur waren we in Girraween N.P. waar veel grote rotsen zijn. Er hipten weer veel kangoeroes rond, gezellig, we hadden ze al weken niet meer gezien.
We zijn meteen aan een wandeling begonnen. Eerst naar de Granite Arch, een rotsformatie in de vorm van een brug, gevormd door de natuur. De wandeling was vrij kort, dus nog maar een route erbij, The Pyramid.
Dit bleek een hoge rots berg en de route liep tot aan de top. Dit ging dus best steil omhoog en halverwege wilde ik eerst stoppen, ik kreeg een beetje hoogtevrees en dat gebeurt me nooit. Maar we hebben de top gehaald en het uitzicht was schitterend. Je keek op nog een andere hoge berg Bald Rock, die staat weer in een ander N.P. (genoemd Bald Rock N.P. en deze staat in NSW).
Terug vond ik nog enger en ik heb stukjes op handen en voeten gedaan.
Toen we om half 6 terug waren hebben we gelijk een warme douche genomen (gelukkig heeft dit N.P. douches).Nu maar hopen dat we morgen nog kunnen lopen en niet teveel spierpijn hebben.
74e dag – Dinsdag 27 Maart.
Ik had gisteren nog niet geschreven, dat er ten zuiden van Warwick tot aan Girraween N.P., een groot wijngebied ligt. We zijn gister wel 30 wineries gepasseerd, ja, je leest het goed, we zijn er langs gereden, want naast het proeven koop je ook altijd wel een paar flesjes en we hebben voorraad genoeg, tot aan het eind van de vakantie. Vanmorgen zagen we een moeder kangoeroe, met naast zich een jonkie. Zodra de kleine zich onveilig voelt, of moe wordt, kruipt het weer bij moeder in de buidel, een prachtig gezicht.
We hebben vanmorgen eerst nog 2 wandelingen gemaakt in het N.P., ook al om de spieren een beetje los te maken. We hebben weinig last van spierpijn, maar dat kan morgen nog komen.
Daarna zijn we naar Tenterfield gereden, waar we de E-mails verzonden hebben en toen weer iets naar het noorden naar Bald Rock N.P. Daar staat een grote massieve graniet berg (750m. lang, 500 breed en 200 m. hoog), die we gister vanaf the Pyramid al gezien hadden. We hebben hem alleen van onder af gefotografeerd, we hadden geen zin om nog een keer zo’n zelfde soort berg op te klimmen.
Vervolgens zijn we naar Boonoo Boonoo N.P. gereden, wat er vlakbij ligt. Daar is een waterval en mooie lookout over de vallei. Er liep zelfs nog een straaltje water uit en je kon er zwemmen in een meertje.
We staan nu op de kampplaats in het N.P. We hebber het nodige hout klaar liggen, om een kampvuur te maken, dat is echt nodig, het was afgelopen nacht nog maar 12 graden.
(deze slang is gefotografeerd op de camping waar we nu staan)
75e dag – Woensdag 28 Maart.
We hadden gisteravond de dikke jas weer nodig. Gelukkig had Wim een heel goed kampvuur gemaakt, waar we al tijdens het eten bij zaten. We hebben nu 2 slaapzakken in gebruik, want de temperatuur is vannacht gedaald tot onder de 8 graden.
Een week of 4 terug hadden we van een Hollandse Australiër een paar tips gekregen van wat we moesten bekijken als we weer richting Melbourne gingen. Een ervan was Bald Rock en ook zei hij, dat je saffieren kon zoeken in de buurt van Glen Innes. Dus toen we een bordje zagen van sapphire, zijn we dat weggetje ingereden en na 5 km. kwamen we bij een plek: Billabong Blue. Er was een houten huisje, een kampvuurtje en er stonden wat stoelen en in een dal zagen we mensen met grote zeven en een bak water, of zoekend met een pincet tussen steentjes op een doek. Er kwam een vrouw naar ons toe, die ons gelijk thee aanbood.
We moesten onze eigen mok pakken en zij had water in een ketel boven het vuur hangen: Billy tea! We hebben rondgekeken hoe het proces van saffieren zoeken werkt: Er lag een berg zand met grind, afkomstig uit een mijn of rivier, daar schep je wat van in je zeef, zorgt dat je alleen steentjes overhoudt, gaat daarmee spoelen in water en vervolgens zoek je met een pincet of er iets blauws tussen zit.
Iedereen kan dit doen, het kost je 10 dollar, je krijgt een pincet en een leeg filmhulsje om de steentjes in te doen. Alles wat je vindt mag je houden. Wij hebben het bij kijken gelaten en een kopje thee. We kregen nog een steen te zien, als je hem in het zonlicht houdt, schijnt hij blauw door. De steen was zo’n 250 dollar waard, zoals hij nu was, na bewerking kan hij 750 dollar opbrengen.
Weer een leuke ervaring rijker zijn we verder gereden naar Mount Kaputar N.P. Hier hebben we eerst Sawn Rocks bekeken, het zijn rotsen die op orgelpijpen lijken.
Daarna moesten we nog een flink stuk (ruim 50 km.) rijden, om bij de kampplaats te komen van het N.P. We kwamen er pas tegen half 7. De plaats ligt bovenop een berg, we staan helemaal alleen, er is een mooi toiletgebouw met warme douches en dit alles kost 3 dollar per persoon. De enige geluiden die we horen zijn van rond hippende kangoeroes. We hebben aardig wat hout verzameld, want het is hier natuurlijk weer heel fris (de lucht was de hele dag strakblauw en overdag was het bijna 30 graden), zodat we weer een warm kampvuur hebben.
76e dag – Donderdag 29 Maart.
We blijven nog een dagje op Mount Kaputar. De temperatuur is vannacht niet onder de 12 graden gekomen, dus dat valt weer mee. We hebben maar 1 wandeling gemaakt en verder maken we er een luie dag van. Onderweg zagen we dat er een grote zendmast op de berg staat.
We kunnen hiervandaan goed E-mails verzenden, heel vreemd is, dat we geen telefoonverbinding hebben. We kregen een mail van Rita, dat ze ziek thuis zit en graag nog wat leuke vakantiefoto’s wilde hebben. We besloten haar alle E-mails toe te sturen. Dat bleek een veel grotere klus, dan verwacht. Ik heb even een verhaaltje getypt, maar Wim is uren bezig geweest, om alles verzonden te krijgen, maar als het goed is, heeft ze nu heel wat te lezen.
Ik heb ondertussen een half boek van Jill Mansell (en de minnaar is…) gelezen. Een heerlijk boek.
Vanmorgen wilde Wim wat foto’s van zijn camera verwijderen, omdat ze al in de computer zaten en per ongeluk wiste hij toen 2 dagen filmopnamen, balen, natuurlijk. Maar omdat we ook veel foto’s maken heeft hij de foto’s met commentaar op film gezet. Dit deden we samen binnen in de camper, omdat er buiten te veel licht was. We waren er druk mee bezig, toen we een vreemd geluid hoorden. Een van de kangoeroes was ons laatste brood aan het opeten. Hij had het uit de bak gehaald, terwijl het ook nog in plastic zat. Even later waren we weer samen in de camper, toen een kangoeroe de vuile borden, die nog afgewassen moesten worden, aan het schoonlikken was.
Er is hier pas een brand geweest en blijkbaar hebben de dieren niet genoeg te eten. Je mag ze niet voeren en dat doen we ook niet, maar deze waren wel heel brutaal. Het levert wel leuke foto’s op.
77e dag – vrijdag 30 Maart.
Gisteravond was het bewolkt, hadden we veel wind en af en toe een spatje regen, maar wel een groot kampvuur.
Toen we naar bed gingen was het nog bijna 20 graden. Vanmorgen hadden we een heldere blauwe lucht en 5 graden, brrr! Je kunt nu alleen nog tussen 12 en 4 uur in de korte broek in de zon, maar verder is het lange broek en vest. Kunnen we vast wennen aan Holland. Wel een heel verschil met een weekje terug, aan de kust, daar moesten we echt de schaduw opzoeken. We hebben vandaag maar ongeveer 150 km. gereden. Via Narrabri en Coonabarabran (wat een namen, he?), zijn we naar Warrumbungle N.P. gereden. Weer een park met aparte bergen, uit vulkanen ontstaan.
Het is niet zo rustig als anders, het is weekend. Er staan verschillende gezinnen met kinderen in het park. We mogen weer een kampvuur maken, alleen zijn hier rare draaiwinden, dus het moet een klein vuurtje blijven. Ook konden we weer heerlijk warm douchen. Er zijn weer kangoeroes en er vliegen kaketoes rond, met hun mooie gele kuif. Er komt net weer een gezin achter ons staan, het lijkt wel een familiereünie, misschien blijven we toch maar 1 nachtje!
78e dag – zaterdag 31 Maart.
Het was weer een frisse nacht, maar we houden elkaar wel warm. We blijven toch nog een dag in het N.P. om te wandelen. We hebben zo’n 12 km. gelopen.
Alleen na ongeveer 3 km. ging Wim door zijn enkel. Dus was het logisch geweest weer terug te gaan naar de camping, maar je kent Wim, stug doorgaan. Hij wilde perse verder wandelen.
Hij heeft de 12 km. vol gemaakt, maar z’n voet was wel knap dik en pijnlijk. Maar ik heb hem daarna goed verzorgd en verwend en nu gaat het weer goed, zijn voet past weer in de schoen.
De tocht was wel mooi: overal om ons heen zijn bergen, met heel aparte vormen. De lucht was strakblauw en er waren weinig wandelaars. Overal onderweg stonden blackboys, dit zijn bomen met zwarte stammen en bovenin groene sprieten, je vindt ze vooral op plekken waar een brand geweest is.
Ook zagen we een paar klimgeiten (steenbokken), die hadden we in Australië nog niet gezien, wel op Griekse eilanden. Vanmiddag hebben we nog 2 kasuaris gezien. Dit zijn een soort struisvogels, maar weer anders dan emoes.
Verder hebben we gelezen, we moesten zelfs uit de zon, zo warm was het vandaag. Het is zo wisselend, het weer. Ook heb ik Wim nog even gekortwiekt, hij zat toch stil met z’n pootje omhoog! Morgen trekken we verder en dan gaan we een flink stuk zuidwaarts.
79e dag – zondag 1 April
We hebben vandaag een aardig eind gereden. Eerst terug naar Coonabarabran, waar we de E-mails verzonden en opgehaald hebben. Daarna via Binnaway, Dunedoo en Mudgee naar Hill End. De laatste 50 km. waren prachtig. Over onverharde wegen door bergachtig gebied, met regelmatig een oud historisch huis. Je waande je jaren terug in de tijd. Hill End is helemaal een historisch dorp, zelfs gedeeltelijk Nat. Park. Vroeger was het een goud stadje en diverse gebouwen uit die tijd staan er nog.
Toen we een museum wilden bezichtigen, kwamen we er achter, dat we al een week geleden de klok een uur terug hadden moeten zetten.
En nadat we een poosje door het stadje hadden gereden en naar de camping wilden gaan, ontdekten we dat er totaal geen netwerkverbinding was en zelfs geen openbare telefoon. Aangezien het zondag (bel dag) is en we via de laatste mail van Dennis lazen, dat hij ons nu toch wel mist, wilden we het telefoontje niet uitstellen tot morgen. (Hadden we nu vanmorgen maar gelijk gebeld, toen was het nog zaterdagavond in Holland!) Dus zijn we nog zo’n 100 km. verder gereden, met de telefoon in de hand, van: is er verbinding. Voorbij Bathurst hebben we een natuurcamping gevonden. De zon is al onder voor we staan, daarom maken we gelijk een kampvuur, want het is knap fris. We hebben hier 1 tot 2 streepjes bereik, dus over een uurtje zullen we de jongens eens wakker bellen! Zo zie je maar, Australië is toch wel een groot land en er is lang niet overal verbinding.
80e dag – Maandag 2 April.
We hebben gisteravond met Dennis gesproken, maar de verbinding viel wel 5 keer weg, ondanks dat we 100 km. omgereden hadden. Maar we hadden contact en daar ging het om. Het wordt steeds moeilijker om ’s morgens uit bed te komen, vooral als het maar 5 graden is en je je buiten moet wassen! Maar de lucht is weer strak blauw, dus in het zonnetje voelt het toch weer gauw redelijk warm. We moeten het vandaag doen met alleen een w.c.tje, hier is geen warme douche, zoals bij de laatste paar parken. Dus was ik mijn haar maar in de afwasbak, spoelend met lauw water.
We rijden vandaag niet zo ver (het worden toch 200 km.). Eerst gaan we naar Orange en hopen daar wat informatie te krijgen over Victoria, de staat waar we de komende dagen doorheen rijden en waar ook Melbourne in ligt. Helaas moeten we eerst in Victoria zelf zijn, om iets over N.P. ’s te weten te komen. Dus weten we eigenlijk nog niet, waar we de laatste dagen van onze vakantie zullen zijn. We rijden door naar Weddin Mountain N.P., het laatste park voor ons in NSW. De weg is vrij saai vandaag. Er is nauwelijks glooiing en alles is dor en droog. Zelfs de schapen vallen nauwelijks op, op de droge grond. Ze hebben hier echt een probleem met de droogte. Het begint hier nu herfst te worden, de bomen verkleuren en de nachten worden een stuk frisser, zoals ik al schreef. Wel hebben we vandaag nog veel lammetjes gezien en ook pas geschoren schapen. Wij slaan zo mooi de winter over, want als we terug zijn in Holland is het lente, heerlijk!. Via Grenfell, waar ook diverse oude gebouwen staan, rijden we naar het N.P.
We zijn er tegen tweeën en zouden er eigenlijk gaan wandelen, maar het zonnetje schijnt lekker, het is toch weer bijna 30 graden, ons boek is spannend en het is beter voor Wim z’n voet, om nog een dagje kalm aan te doen. Wat een luilakken, he. Maar gister waren het bijna 400km. en morgen wordt het weer heel wat uren in de auto zitten, dus genieten we vandaag nog maar even van de zon. Een wijntje erbij met een hapje, uitzicht op de bergen, toch weer een lekker dagje!
81e dag – Dinsdag 3 April.
We hadden vannacht volle maan (en in Holland?) en hadden nauwelijks een zaklamp nodig. De temperatuur bleef steken bij 20 graden en vanmorgen konden we gelijk de korte broek met hemdje aantrekken, wat een verschil met gisteren. Toen we wegreden uit het N.P. moesten we stoppen voor een grote kudde schapen, merano’s, die naar een andere wei werden gebracht, misschien was daar nog iets te eten?
Ook op de “snelweg” moesten we afremmen voor een kudde koeien, die over de weg liep, met een echte cowboy te paard erbij. We hebben veel highway gereden vandaag, wat inhoudt: 2-baans weg, grote vrachtauto’s (road-trains) en saai uitzicht, ook geen bergen meer. Het is ontzettend droog, de schapen en koeien hebben nauwelijks iets te eten en de kunstmatige meertjes (waar ze kunnen drinken) zijn ook leeg. We hebben vandaag zo’n 350 km. gereden, we zijn regelmatig gestopt: E-mails verzenden + de telegraaf lezen, tussen de middag in de schaduw gegeten en een boek gelezen, naar een informatiebureau geweest en boodschappen gedaan. We zijn geëindigd op een gewone camping, omdat de zon bijna onderging, in het plaatsje Jerilderie. Hier hebben we de planning voor de rest van de vakantie bepaald. We zitten nog maar 300 km. van Melbourne af en hebben nog 8 dagen. We gaan naar de Murray river, daar zijn we vorig jaar met pa en ma ook geweest, alleen zo’n 100 km. verderop. We kwamen onderweg borden tegen van fruit fly zone, wat betekent dat je geen fruit mee mag nemen in dat gebied. We vinden het grote onzin, maar hebben toch onze appels en druiven voor die tijd maar opgegeten. Wel vreemd dat ik nog nooit zoveel vliegjes (8 stuks) in mijn wijn heb gehad als vandaag! Helaas mogen we geen vuurtje maken op de camping, maar we kunnen we douchen!
Onderweg komen we regelmatig brievenbussen tegen, maar dan iets anders dan in Nederland. De postbode hoeft hier niet langs de huizen te gaan, maar duwt hier alles tegelijk voor de hele buurt in de bus, net als bij een flatgebouw. Sommige mensen zijn heel creatief om een “aparte” bus te hebben! Zie hier enkele voorbeelden:
82e dag – Woensdag 4 April.
De Murray River is een 1883 km. lange rivier, die begint in de Victoriaanse Alpen en uitkomt in zee onder Adelaide bij Goolwa. Het is vele honderden kilometers de natuurlijke scheiding tussen de staten N.S.W. en Victoria. Wij gaan in een paar dagen tijd zo’n 150 km. langs de rivier stroomafwaarts. We beginnen bij Yarrawonga, dat ligt bij Lake Mulwala. Murray River heeft onderweg diverse bredere punten, in de vorm van meren, en ook de nodige dooie armen. De rivier slingert ontzettend veel en verandert soms ook van oever. Overal langs de rivier kun je kamperen (voor noppes). Je mag een kampvuurtje maken, je kunt vissen, zwemmen, of met een bootje het water op. Een ideale plek dus. Via diverse onverharde wegen kom je steeds weer uit bij de rivier. Af en toe staat er een w.c.tje, waar dan ook gelijk diverse tenten en caravans bij staan. Maar gelukkig zijn er ook heel rustige plekjes te vinden. Ook kun je met platte woonboten de rivier afzakken, maar dat is nog iets verder naar beneden. Vorig jaar (bij Murray Bridge, vlakbij Adelaide) hebben we ze wel gezien, zelfs radarboten. Bij Lake Mulwala is het ontzettend toeristisch, het ene caravanpark na het andere. Het Lake zelf ziet er vreemd uit met allemaal dode bomen, die uit het water steken.
We hebben daarvandaan ongeveer 10 km. diverse onverharde paadjes afgereden en hebben een rustig plekje gevonden. We staan nu dus aan de stromende rivier, onder red gum trees en er zijn veel kaketoes.
Wim heeft een paar uur gevist (helaas geen beet) en af en toe komt er een auto voorbij of een klein bootje, verder hoor je alleen de kaketoes krijsen. Het was vandaag weer ruim 25 graden, maar het koelt nu af, dus het kampvuur wordt zo weer aangemaakt.
(Ik weet niet was het hier is met die no-fruit-fly zone, we drinken een glas wijn en het zit gelijk vol met fruitvliegjes!! Ze willen hier die vliegjes weghouden en je mag geen fruit vervoeren, maar dat helpt dus totaal niet, eerder tegengesteld!)
83e dag – Donderdag 5 April.
We staan ruim 50 km. verder stroomafwaarts, aan de rivier, bij het plaatsje Tocumwal. Gister hadden we een boekje gekocht, waarin alle tracks staan, die naar de Murray River leiden. Dit zijn dus allemaal hobbelige, onverharde wegen met grote kuilen, tussen gum trees door, maar elke keer kom je weer bij de rivier uit. Regelmatig zijn er mooie plekjes met een strandje, maar helaas, er zijn veel mensen die van vrij kamperen houden en meestal staan er wel een stuk of 10 caravans en/of tenten. Hele families kamperen hier. Ze hebben hun eigen tentje met toilet bij zich en natuurlijk het nodige hout voor het kampvuur. Wij mijden zulke plekjes en staan liever helemaal alleen. Natuurlijk is het weer gelukt om zo’n plekje te vinden. We staan vandaag echt vlakbij het water, voor onze luifel hebben we nog een kleine meter en dan gaat het ineens 5 meter naar beneden, waar een klein strandje ligt.
Omdat de rivier natuurlijk vaak veel meer water heeft, schuurt hij dan hele stukken kant weg en neemt ook het zand tussen de wortels van de bomen mee. Vandaar dat er overal bomen in het water liggen.
Het is vandaag een stuk harder gaan waaien en er wordt steeds, via borden, gewaarschuwd niet onder bomen te gaan staan, omdat er zomaar takken af kunnen breken. Dus kijken we extra goed uit en Wim ziet zodoende, in een mik van de boom vlakbij onze camper, een koala zitten. Deze hadden we dit jaar nog niet gezien. Het is net als de “Big Five” in Afrika, je wilt diverse soorten dieren graag zien. De kangoeroe, de wombat, de emoe, de leguaan, de krokodil (maar dan moet je een stuk noordelijker zijn) en de koala. Alleen een koala slaapt overdag en leeft ’s nachts. Wel draait hij regelmatig zijn hoofd en hebben we al heel wat foto’s van hem/haar gemaakt. Hopelijk zien we vanavond wat meer beweging van hem. Inmiddels heeft Wim een tweede koala ontdekt.
Ook heeft hij vandaag weer enkele vissen gevangen, dat wordt ons voorgerecht. Vissen is hier erg lastig, omdat er veel takken en soms hele bomen in het water liggen. Ook gebruik je hier ander aas. Wim kreeg een tip van een visser en vist nu met: blokjes kaas!!
84e dag – vrijdag 6 April.
De koala’s waren vanmorgen nergens meer te vinden, die zijn vannacht verhuisd naar een rustiger plekje. Vanaf Tocumwal aan de rivier, hebben we een klein stukje snelweg genomen en zijn toen richting Barmah State Park gereden. Het park stelde niet veel voor, het was een groot bos met trieste verdorde bomen, waar totaal geen onderhoud aan was gedaan. We zagen er wel diverse kangoeroes en een paar emoes. Ook was er een klein meertje, met paarse bloemetjes.
Nergens stonden borden en we raakten een beetje verdwaald. We zagen wel huizen en wat auto’s, maar er zat een heining van prikkeldraad tussen ons en als we een hek zagen, zat er een slot op met een ketting. We waren al bang dat we het hele stuk terug moesten rijden, toen we weer een weggetje zagen met een hek. Deze kon wel open en aan de andere kant stond: Management only, dus we waren ergens per ongeluk verkeerd gereden. Nu waren we snel weer op bekend terrein en zijn naar Echuca gereden. Deze plaats heeft de verst inlandse haven, aan de Murray river. We zijn bij de oude houten kade geweest, die 11,5 meter hoog is en al stamt vanaf 1860.
We zijn met een oude stoomboot een stuk de rivier af gevaren en hier zie je ook de platte woonboten.
Vroeger werd er veel hout (red gum) vervoerd vanaf Barmah naar Echuca met de boot. In Echuca werd het dan verwerkt in houtzagerijen. Dit kon je allemaal bekijken. Vanaf de haven ging er weer een stoomtrein naar Melbourne, die goederen vervoerde. Er reden diverse koetsen met paarden rond en er werden oude ambachten uitgeoefend. Het is een leuk historisch stadje en wordt “the Paddlesteamer Capital of the world” genoemd.
We zijn er pas om half 5 vertrokken en hebben niet lang gezocht naar een plaatsje aan de rivier. We staan wel alleen, maar minder rustig als anders. Wel is er van alles te zien. Er komen speedboten met waterskiërs langs en net kwam de eerste woonboot voorbij. Die hopen we hier veel te zien. Het is vandaag goede vrijdag en de mensen hebben minimaal vrij tot en met maandag, vandaar dat het zo druk is. Wim is weer hout aan het verzamelen voor het kampvuur, want ’s avonds koelt het flink af.
85e dag – zaterdag 7 April.
We hebben vandaag een lui dagje. Tot een uur of elf zijn we op ons stekje aan de rivier gebleven, Wim heeft zelfs het kampvuur weer aangemaakt (dat is altijd nog heet van de vorige avond). Er is van alles te zien op het water. Om half 8 kwam de eerste waterskiër al voorbij, hij droeg een helm en ze gingen wel 80 tot 100 km. per uur, abnormaal. Al vroeg kwamen ook de eerste platte woonboten voorbij en snelle speedboten scheurden door het water. We zijn teruggereden naar Echuca om wat boodschappen te doen. Maar weer naar Coles, een goede supermarkt, die je overal in het land kunt vinden. Gister (goede vrijdag) waren ze gesloten en morgen (eerste paasdag) ook, maar normaal zijn ze 7dagen per week, van 6 uur ’s morgens tot middernacht open (deze Coles in ieder geval!) Het was dus ook gigantisch druk, zoals trouwens overal in de stad. Iedereen is vrij en zit op terrasjes, er wordt gesport, er waren marktjes en we zagen een veiling, buiten op straat. We zijn net buiten Echuca aan het water gaan zitten en hebben daar de oude stoomboten en diverse woonboten, die voorbij kwamen, weer zitten bewonderen.
We hebben het er zelfs over gehad, om in een volgende vakantie zo’n boot te huren en de Murray River af te varen tot aan de zee. Maar daar komt heel wat bij kijken, je kunt beter met je camper langs het water rijden. Dan kan je, wanneer je wilt, ergens anders heen en zo een veel meer gevarieerde vakantie hebben, zoals we nu doen. Vervolgens zijn we weer op zoek gegaan naar ons laatste stekje, dit jaar, aan de rivier. Het wordt echt zoeken, want overal staan hele groepen mensen met caravans en tenten. Toch hebben we weer een plekje, zonder buren gevonden. Op het water is het weer druk, leuk om te zien. Wim vist vandaag voor de laatste keer deze vakantie, maar regelmatig zit hij vast aan de takken in het water.
De vakantie schiet nu op, over 5 dagen zijn we al thuis. Maar we hebben ontzettend veel gezien en gedaan en over het algemeen veel goed weer gehad. Ook vandaag was er weer geen wolkje aan de lucht en was het in de zon ruim 25 graden. Wel hadden we om 4 uur de lange broek weer aan, omdat we toevallig aan de schaduwkant van de rivier staan. Gisteren was het om 5 uur nog stikheet, toen hadden we de zon pal in het gezicht (we zitten steeds aan de onderkant van de Murray, maar de rivier kronkelt ontzettend). Het hout ligt al weer klaar, het vuur gaat zo weer aan, onze laatste avond aan de rivier!
We eten vandaag uitgebreid vis, door Wim klaargemaakt, natuurlijk! Mijn chef kok tijdens de hele vakantie.
86e dag – zondag 8 April
We zouden vandaag naar een N.P. bij Bendigo gaan en daarvandaan morgen het stadje bekijken. Maar Bendigo ligt hier maar ongeveer 60 km. vandaan, dus hebben we besloten een 5de dag door te brengen aan de rivier. Alle dagen hadden we telefonisch bereik, maar waar we afgelopen nacht stonden niet. Dus verkassen we nog maar een keer, weer meer richting Echucla. Om 11 uur hadden we alweer een nieuw plekje, het is zo mooi, dat we eigenlijk bang zijn dat je hier niet mag staan. Het is vlak, ligt in een bocht van de rivier, met een strandje erbij. We kunnen de hele dag wel ergens in de zon zitten en er staat verder niemand! Er komt ontzettend veel voorbij vandaag, minstens honderd waterskiërs in allerlei vormen en ook de woonboten varen weer langs.
Voor ons is Pasen dit jaar een extra eitje bij het ontbijt en wat lekkere hapjes. We hebben nog geen enkel chocolade eitje op, wel zijn ze hier ook volop te koop. Morgen is het dan echt gebeurd met de Murray River en rijden we naar Bendigo en vandaar door naar Ballarat. Daar willen we dinsdag nog naar Sovereign Hill, dit is een levend museum, met als thema de goudkoorts, we zijn hier vorig jaar met mijn ouders ook geweest. Daarna is het alle spullen pakken en de volgende morgen naar Melbourne rijden, waar de camper ingeleverd moet worden., waarna we vertrekken naar Nederland.
87e dag – Maandag 9 April.
We zijn vanmorgen eerst naar Bendigo gereden, dit is een oud goudstadje. Vorig jaar hebben we er een mijn-toer gedaan, dit jaar wilden we een toeristische trip door de stad maken, langs alle oude gebouwen, met een open bus. Maar het hele centrum was afgesloten, alle straten stonden vol mensen, duizenden, omdat er een soort optocht langs kwam. We waren er nu toch, dus dan kijken wij ook maar. Nou, vergeleken met Holland: bloemencorso, fruitcorso, of onze eigen optocht in Dodewaard, stelde dit niet veel voor. Veel reclame wagens, scholen, muziekkorpsen (3 Schotse), het Rode Kruis, wat militairen en diverse plaatselijke verenigingen. We hadden het zo bekeken, ze zijn in Australië blijkbaar niet veel gewend.
De winkels waren ook allemaal open en we zijn nog even een drankenwinkel in geweest. Hij was net zo groot als onze supermarkt, maar dan alleen gevuld met wijn, sterke drank en bier.
Vervolgens zijn we richting Ballarat gereden. Onderweg kreeg ik nog een telefoontje van Clary, waar we waren en wanneer we naar Holland vlogen. Leuk nog even haar stem te horen. We zijn uitgekomen in Daylesford, zo’n 50 km. van Ballarat. We kijken uit op een mooi meer, waar je duidelijk kan zien dat hier de herfst is begonnen.
We hebben er omheen gewandeld en daarna zijn we vast begonnen onze eerste tassen te pakken, dat scheelt morgen weer. Vanavond verstoken we ons laatste hout, want morgen staan we op een gewone camping. Van Clary hoorde ik trouwens, dat we geluk hadden met vuurtjes maken, in heel zuid en west Australië was een total fire ban. Wij hebben wel ruim 40 keer een kampvuur gemaakt!
88e dag – Dinsdag 10 April.
Vandaag was een leuke afsluiting van onze vakantie. Na een koude nacht zijn we vanmorgen in Ballarat aangekomen. Eerst zijn we naar een camping gereden vlakbij Sovereign Hill, hebben onze camper daar geparkeerd en zijn vervolgens lopend naar het park gegaan. Ondanks dat we hier vorig jaar ook al waren geweest, was het weer heel indrukwekkend. In Ballarat zijn werkelijk mijnen en zelfs in het park zelf, onder de grond, liggen originele goudmijnen. Het hele proces is te zien: de ondergrondse mijnen, het naar boven halen van het kwarts, daarna het crushen (kapotslaan) van de stenen, het wassen, het filteren (doormiddel van kwik) van het goud en vervolgens het vloeibaar maken, waarna er puur goud overblijft. Er rijden paarden met koetsen door het park, er staan tenten, waar de goudzoekers sliepen, er zijn bars, winkeltjes, kerkjes, een school en alles wat verder in een dorp aanwezig is. Het lijkt wel wat op het open lucht museum in Arnhem, maar dan met een ander thema.
Tegen vijven waren we weer bij de camper. Even wat gedronken, gedoucht en daarna de laatste tassen gepakt, want nu is het echt gebeurd, de heerlijke, heel afwisselende vakantie zit erop. Maar als alles goed is, gaan we volgend jaar weer, er is nog zoveel te zien in Australië.
We hebben dit jaar geen souvenirs meegenomen, iedereen heeft al zoveel T-shirts, klokjes, onderzetters, enz.er is niets origineels meer te vinden. Zelf hebben we ook helemaal niets gekocht, nog geen shirt! De laatste restjes worden opgemaakt en morgen leveren we een heel vieze camper in, met een heleboel spulletjes die we niet mee naar huis nemen, zoals een parasol, stoelen (die bijna op zijn), bestek, plastic bakken, boeken, bakplaat, wasmiddel, enz.
Nu maar hopen dat we bij de douane geen problemen hebben met het gewicht, want we hebben heel wat minder handbagage dan op de heenweg.
Morgen volgt nog een kort verslag over de reis en dan is het einde verhaal!
89e dag – Woensdag 11 April.
Ik schrijf deze mail vanaf het vliegveld in Melbourne.
Afgelopen avond en nacht waren koud. We misten echt ons kampvuurtje, want dat mag niet op een gewone camping. Verder is alles heel relaxed verlopen. Om half 10 zijn we vertrokken van de camping. Alles was ingepakt en de camper van zijn ergste stof en vuil ontdaan. We hoefden alleen maar 100 km. snelweg te rijden om in Melbourne te komen, dus om 11 uur stonden we al bij Apollo. Daar is alles gecontroleerd en goed bevonden. Wim heeft nog 150 dollar losgepeuterd, omdat we 2 dagen in Newcastle stonden met een kapotte koppeling, toch meegenomen. Om 12 uur zaten we in een taxi, die ons naar de lucht haven bracht en bij het inchecken was alles in orde en hadden we blijkbaar geen overgewicht.
Er wordt regelmatig omgeroepen, dat ook hier de nieuwe regels gelden met betrekking tot vloeibare stoffen. We zijn dus nog niet door paspoortcontrole, omdat we nog van alles te eten en drinken bij ons hebben, dat maken we nu eerst op.
Nog een uurtje, dan gaan we vertrekken. Dit was het laatste bericht, see you at home.
Na 13 weken vakantie kunnen je schoenen wel een poetsbeurt gebruiken!!
(Tijdens deze vakantie hebben we naast veel wandelen ook ruim 12000 kilometer gereden.)