Van begin september tot begin december zijn wij dit jaar voor de 2e keer naar Australië geweest om onze trip, volledig rond Australië te reizen, te voltooien. Deze keer zijn we in Cairns gestart en via de Savannah Way tot Broome gereden om vervolgens in Perth te eindigen in totaal 13000 km.
Hiervan vind je onderstaand een verslag met 1170 foto’s, veel kijk- en leesplezier.
Verslag 1
Nu we een eigen camper hebben in Australië wordt het nog makkelijker om er naartoe te gaan. Het enige wat we nodig hebben is een ticket, ons “huisje op wielen” staat verder helemaal klaar. We hebben dus weer een vliegreis geboekt en zijn maandag 7 september vertrokken met “Cathay Pacific” vanaf Schiphol, via Hong Kong, waar we een flinke slaappauze hebben gehad, door naar Cairns.
Hier kwamen we vanmorgen, 9 september, om kwart over vier in de morgen aan !! (Het is hier acht uur later dan in Holland.) Dit keer zijn Clary en Rob niet thuis en halen we de sleutel van hun huis bij Roxanne, een medewerkster, op. Bij aankomst komen we er achter dat de camper te lang heeft stil gestaan: de accu is helemaal leeg en ook de banden kunnen wel wat lucht gebruiken. Wim koopt een apparaat, een jumpstarter, waarmee je de accu zo kunt starten, want we zullen dit wel vaker bij de hand hebben.
De telefoon wordt weer opgewaardeerd, zodat we de mails kunnen verzenden, we brengen geruime tijd door in de supermarkt en daarna krijgen alle spullen weer een plekje in de camper.
Langzaamaan begint de moeheid op te komen dus maken we een wandeling naar het strand. Er waait een harde wind en de witte koppen staan op de golven, ons plan om te gaan snorkelen in het Great Barrier Reef laten we dan ook maar varen.
Wim zoekt nog even verkoeling in het zwembad (met een biertje), al moet hij uitkijken dat hij niet langzaam indommelt,
en daarna gaan we naar het Apres Beach restaurant van Rob en Clary, zelf eten koken zit er voor vandaag niet meer in !
Verslag 2
Het was weer heel gezellig en we hebben weer veel bekenden (medewerkers) gezien en gesproken in de Apres Beach Bar, maar om half tien zijn we toch naar huis gegaan en waren niet veel later helemaal in dromenland en hebben bijna de klok rond geslapen.
Nadat we vanmorgen alles netjes achtergelaten hebben, zoals we het huis van Clary en Rob ook aantroffen, zijn we tegen half twaalf aan onze trip begonnen. Dit keer gaan we via het noorden naar de westkust van Australië en onderweg pakken we zoveel mogelijk Nationale Parken. Na een tankstop in Atherton wilde de auto weer niet starten, dus hebben we eerst maar een nieuwe accu gekocht, hij bleek helemaal op te zijn. Na tweehonderd en veertig kilometer rijden kwamen we tegen vieren aan bij Undara Lava Tubes, een lange reeks holle basaltkamers waar bij een uitbarsting ongeveer 200.000 jaar geleden enorme hoeveelheden lava doorheen stroomden. Ze zijn de grootste formatie in hun soort ter wereld en morgenvroeg gaan we hier een gedeelte van bekijken.
Er is een kampplaats bij het park dat gedeeltelijk bestaat uit oude treinwagons voor bewoning of restauratie, de kangoeroes hippen rond en na vijf maanden zetten we onze camper weer neer op een voor ons nieuw stukje Australië.
We horen de kookaburra’s weer lachen, de barbecue gaat aan en later zitten we onder een heldere sterrenhemel bij een kampvuur, we zijn weer in ons element !
Verslag 3
We waren vanmorgen al heel vroeg wakker en het was dan ook geen probleem om de twee uur durende toer naar de lava grotten te nemen van acht uur ’s morgens. Een professionele Savannah Guide bracht ons naar Undara Volcanic N.P. waar ze uitgebreid vertelde over de natuur en het ontstaan van de grotten.
Ook hebben we enkele “tubes” verkend, klimmend over de lavastenen en met de zaklamp aan door de tunnels, erg interessant.
Er waren enkele vleermuizen aanwezig, op de kop hangend aan het plafond, die zich niet stoorden aan ons.
Tegen elven hadden we de camper weer klaar voor vertrek en zijn we naar de vlakbij gelegen Kalkani Crater gereden, ook gelegen in het Nationale Park. De krater is één van de tweeënzeventig gedoofde vulkanen die 190.000 jaar geleden zijn ontstaan en vanaf de rand heb je een mooi uitzicht over de omgeving.
We vervolgen onze weg in westelijke richting en na drie uur rijden komen we aan bij Cobbold Gorge. Onderweg zien we enkele roadtrains: lange vrachtwagens met drie aanhangers die een lengte hebben van vijftig meter, daar ga je wel voor aan de kant ! We zijn nu in savanne gebied, het is erg droog deze tijd van het jaar, maar er waait een flinke wind en tot nu toe is het goed te houden bij een temperatuur van rond de dertig graden. We zien veel koeien en enkele paarden onderweg en ook zijn er ontzettend veel termietenheuvels.
Ook bij Cobbold Gorge Village kunnen we kamperen, er is zelfs een prachtig zwembad aanwezig en een restaurant, dit hadden we niet verwacht aan te treffen na vijfenveertig kilometer rijden over stoffige gravelwegen, vanaf Forsayth.
We hebben voor twee nachten geboekt en gaan morgen een begeleide toer maken door de “gorge”. Het koelt ’s avonds lekker af en bij een heldere hemel komen de miljoenen sterren weer te voorschijn !
Verslag 4
De Cobbold Gorge is werkelijk prachtig, we hebben de kloof van bovenaf bekeken en later zijn we met een elektrisch aangedreven bootje door de gorge gevaren, waar constant opborrelend bronwater ervoor zorgt dat dit het gehele jaar door mogelijk is.
De zandstenen wanden zijn wel dertig meter hoog en op sommige punten slechts enkele meters van elkaar verwijderd. Het is echt een oase in de droge omgeving, een “Outback Adventure”, zoals ze het hier noemen.
(Er zwemmen ook zoetwaterkrokodillen in de gorge.)
Ook deze gids wist ons, tijdens een wandeling door de omgeving, veel te vertellen over de natuur. Het heeft de laatste jaren veel te weinig geregend, waardoor veel bomen de strijd opgeven en geen vruchten meer produceren of zelfs afsterven, een zorgwekkende situatie.
Tegen enen zijn we terug bij de camper waar de meter een temperatuur aangeeft van zevenendertig graden in de schaduw ! We doen het dus even kalm aan en kunnen gelukkig uit de zon zitten onder de grote luifel.
De zonnepanelen houden onze koelkast op temperatuur, erg belangrijk, want daar zit ons eten en de drank in! Tegen drieën zoeken we verkoeling in het prachtige zwembad waar we gelijk aan de praat raken met enkele Australiërs.
Straks gaan we het restaurant uitproberen en Wim heeft het hout voor een kampvuur alweer klaarliggen, wat een leven…!!
Verslag 5
Nadat we vanmorgen eerst rustig aan ontbeten hebben zijn we tegen half tien vertrokken van Cobbold Gorge. We rijden drie honderd en veertig kilometer, grotendeels over de Savannah Way, die de meeste tijd over twee goede rijbanen beschikt, maar ook heel smal kan zijn met gravel aan de zijkanten.
Het is erg rustig op de weg, gemiddeld passeert er elke tien minuten een auto. We komen slechts langs drie plaatsen, die hoofdzakelijk bestaan uit een benzinestation, een hotel met pub, een kleine supermarkt en een tiental huizen. Tegen drieën komen we, nadat we een hek geopend hebben, aan bij Leichhardt Lagoon Camping Park (twintig kilometer voor Normanton), een heel eenvoudige kampplaats waar slechts twee andere campinggasten zijn.
Vanwege de droogte zit er niet veel water meer in het meertje, maar allerlei soorten dieren komen er wel op af. Zelfs de kangoeroes gaan met de pootjes in het water voor verkoeling en om te drinken.
Het blijft lang warm vandaag, tegen achten is het nog steeds ruim dertig graden en we hebben zelfs de ventilator (met twaalf volt oplaadbare batterijen), die we vorige keer aangeschaft hebben, aangezet. We moeten er nog steeds aan wennen dat het tegen zevenen helemaal donker is, Wim heeft dus weer in het donker (heerlijk !!) gekookt. De afwas laat ik gewoon staan voor morgenvroeg !
Verslag 6
Vandaag (14 september) hebben we maar zo’n negentig kilometer afgelegd en zijn via Normanton naar Karumba gereden, een garnalenvissershaven aan de Golf van Carpentaria, gelegen in de meest afgelegen uithoek van Australië. Hier komt de Norman Rivier in zee uit en bij de monding moet het goed vissen zijn.
We hebben hier dan ook enkele uren doorgebracht en Wim heeft één grote vis van ruim vijftig centimeter binnengehaald, het bleek een catfish te zijn, die niet te eten is. Gelukkig had hij hem al gelijk teruggezet in zee. Het is trouwens niet aan te raden om het water in te gaan, want in dit gebied zitten veel zoutwaterkrokodillen, geen beesten om mee te spotten.
We hebben natuurlijk garnalen gekocht bij een plaatselijke viswinkel en deze later op camping “Karumba Point Sunset Caravan Park” heerlijk opgepeuzeld.
We staan hier vlakbij zee en zijn hier ook gaan staan vanwege de zonsondergang die vanaf deze plaats erg spectaculair moet zijn. Eerlijk gezegd vonden wij hem gisteravond nog mooier, maar het blijft indrukwekkend de zon in de zee te zien zakken.
De temperatuur is vandaag iets boven de dertig graden, maar met een verfrissende wind aan zee is het heel wat behaaglijker dan gisteren. We hebben vandaag veel bekende en “vreemde” vogels gezien, altijd mooi om op de foto te zetten !
Verslag 7
Wim heeft vanmorgen vroeg eerst nog anderhalf uur zijn hengel uitgegooid en twee vissen gevangen, het is voorlopig de laatste keer dat we de zee zien. Nadat we in Karumba bij een, vrij goed voorziene, supermarkt nog wat verse levensmiddelen hebben ingeslagen, rijden we terug naar Normanton. Hier stoppen we bij de acht en een halve meter lange krokodil, een afgietsel van de grootste die ooit geschoten is in de Norman River. We hadden eigenlijk een krokodillen-toer willen maken, maar de eerstvolgende boot vertrekt pas over enkele dagen, daar wachten we niet op. (We hebben begin dit jaar in Hardley’s Creek bij Port Douglas al heel veel krokodillen bekeken.)
We rijden verder over de Savannah Way en al vrij snel komen we op gravel te rijden, dit zal voorlopig zo blijven, we gaan nu echt de outback in.
Weer ziet alles er erg droog uit, de rivierbeddingen zijn de meeste tijd droog en bij de vele koeien die hier leven kun je de ribben zien, ze hebben niets te eten.
Tegen tweeën komen we aan bij de Leichhardt Falls, waar een mooie waterval zou moeten zijn, helaas zijn er nu slechts enkele poeltjes water over, waar vogels en kangoeroes op afkomen.
Wij vinden hier echter een prachtige plek en zijn voor het eerst helemaal alleen in de natuur. Zo zien we Australië het liefst !
Verslag 8
We hebben vandaag zo’n driehonderd en vijftig kilometer afgelegd en zijn slechts tien auto’s tegengekomen !
Onze eerste stop was na zeventig kilometer bij Burketown, een plaatsje met een paar honderd inwoners, waar we onze dieseltank nog een keer vol gedaan hebben, het is één van de eenzaamste plaatsjes in Australië, vooral in het regenseizoen, wanneer het wekenlang onbereikbaar kan zijn. We zagen hier een heetwaterbron, ongeveer honderd en twintig jaar geleden aangelegd voor de vele koeien in de omgeving, maar nu niet meer in gebruik. Een grote groep kaketoes was er aan het drinken van het mineraalvolle water.
(We laten weer heel wat stof opwaaien op deze droge wegen !)
De meeste tijd is het saai rijden door droog, vlak gebied, maar af en toe kom je ineens in een soort tropische oase, zoals in Lawn Hill N.P. ( ook wel Boodjamulla genoemd), waar we tegen tweeën aankomen. In de buurt van “Riversleigh” stroomt het water zelfs over de weg.
( Middagpauze vlakbij de ondergelopen weg! )
We zoeken een kampplaats vijftig kilometer noordelijker vlakbij een gorge.
Het is tegen de veertig graden en pas rond vijf uur maken we een wandeling in de omgeving.
We komen uit bij een poel waar je normaliter moet kunnen zwemmen, maar het ziet er nu niet erg uitnodigend uit. Helaas beginnen we ook steeds meer last te krijgen van vliegen, ze kunnen erg irritant zijn, maar deze plaaggeesten horen nou eenmaal bij Australië !
Verslag 9
We waren vanmorgen al vroeg actief: om negen uur peddelden we al door de Lawn Hill Gorge naar de Indarri Falls, een twee uur durende tocht waarbij we halverwege (bij de eerste watervallen) de kano uit het water moesten tillen om deze vervolgens vijftig meter verder weer te water te laten.(Later moesten we dezelfde weg weer terug.)
De kano hadden we gehuurd op de kampplaats Boodjamulla waar we overnacht hebben, wat ideaal was, want nu konden we de camper gewoon laten staan. De tocht was werkelijk schitterend, de rode zandstenen kliffen waren soms wel zestig meter hoog, maar ook de palmen en andere vegetatie was prachtig om te zien.
Toen we tegen elven terug waren hebben we eerst een verkoelende douche genomen en zijn daarna doorgereden naar Adels Grove, een kampplaats slechts zeven kilometer verderop.
Deze heeft echter betere schaduwplekken en ook zijn er wasmachines, wel handig na anderhalve week !
Het is een prachtige bushcamping met een restaurant, een bar en een natuurlijke poel. ’s Middags hebben we verder rustig aan gedaan, de temperatuur zit rond de veertig graden, al kon Wim het niet laten nog even wat hout te kloven !
Er zitten enkele papegaaien in de boom, druk etend van de vruchten die erin hangen. Lawn Hill is het laatste Nationale Park in Queensland, morgen gaan we de grens over naar Northern Territory.
Verslag 10
We hebben vandaag een groot deel van de dag doorgebracht in de auto en hebben vijf honderd en dertig kilometer afgelegd. De meeste tijd hebben we op onverharde wegen gereden, de ene keer leek het wel een wasbord, even later moesten we uitkijken voor spoorvorming, veroorzaakt in het natte seizoen. Ook zijn we enkele keren door een rivierbedding gereden waar nog water in stond, maar meestal staat deze droog.
Je wordt steeds gewaarschuwd door de gele, vierkante borden met : DIP, FLOODWAY, of CREST, maar toch blijft het uitkijken geblazen.
Van andere auto’s heb je weinig last, zo af en toe komt er een road train of een auto met aanhanger voorbij, ook hebben we de eerste emoe gezien, deze trip.
Wanneer je pech krijgt met je auto, blijft deze als schroot achter en zo staan er vele.
Tegen half twee komen we aan in Hell’s Gate, zo geheten, omdat het vroeger de laatste buitenpost was waar de politie de veiligheid kon garanderen. We vullen er weer onze tank met diesel en betalen nu 1,96 dollar de liter. (In Cairns was dit 1,25 en vanmorgen in Lawn Hill 1,75)
Nadat we hier wat gegeten hebben (een broodje hamburger uit de diepvries dat de magnetron ingaat !), rijden we nog twee honderd kilometer verder.
Tegen vijven komen we aan bij Robinson River Crossing, waar we een prachtig plekje vinden aan de rivier.
Wanneer we de deur van de camper openen zien we dat er een hele laag rood stof binnen ligt, ook het bed ziet er niet uit !! Dat wordt dus even poetsen en het bed verschonen, ik had vergeten de ramen dicht te ritsen en na al die stoffige wegen is dit een logisch gevolg !
Nadien genieten we van onze mooie plek in de bijna droge rivierbedding, waar een groep zwarte kaketoes ons krijsend probeert te verjagen.
Normaal gesproken zouden we niet zo vlakbij een rivier gaan staan; er wordt voor gewaarschuwd dat er bij erge regenval overstromingen komen en ook kunnen er krokodillen in het water zitten !! Wanneer je dit verslag leest hebben wij het overleefd, want vanaf deze plek hebben wij geen bereik en kunnen niets verzenden !!
Verslag 11
Na een prima nachtrust met op de achtergrond het geluid van de stromende rivier, hebben we vanmorgen nog een tijdje nagenoten van ons mooie plekje.
(Toilet met uitzicht !)
Zodra we vertrokken moesten we eerst weer door het water rijden om de rivierbedding op te komen en daar zagen we een bord staan: “beware of crocodiles”. Natuurlijk hadden we gisteren goed rondgekeken of we sporen van deze dieren zagen en ook waren we niet de eersten die hier overnacht hadden, dus we wisten dat we safe waren !
Weer is de weg erg hobbelig en stoffig, ook gaan we enkele keren door rivierbeddingen heen, we schudden dan ook aardig heen en weer.
Op de TomTom en telefoon lezen we dat we de klok een half uur terug moeten zetten, omdat we steeds verder naar het westen reizen. Wanneer we na honderd en twintig kilometer rijden in Borroloola gaan tanken, zien we dat het dak van de camper omhoog is, terwijl ik het ’s morgens naar beneden heb gedaan. Het blijkt dat we vergeten hebben de klemmen dicht te doen, iets wat in al de jaren dat we dit soort camper rijden nog niet eerder is voorgekomen. Ik wil de deur open maken om te zien hoe stoffig alles van binnen is, maar onderweg zijn we ook nog de klink verloren ! Het is weekend, dus garages zijn nu niet open, gelukkig krijgt Wim de deur met wat apart gereedschap open en zo moeten we het voorlopig maar blijven doen, waarschijnlijk kunnen we pas een nieuw slot krijgen zodra we in een grotere stad zijn. Binnen is het niet eens zó stoffig, gelukkig had ik nu alle ramen dicht geritst, anders was de puinhoop niet te overzien geweest. (Op vorige trips deden we nooit de ritsen dicht, maar we hebben ook nog niet veel op zulke stoffige wegen gereden !) Op een affiche zien we dat er om twee uur ’s middags een dansshow is in Borroloola, dus we rijden naar een soort sportveld en zien daar enkele Aboriginal kinderen druk aan het oefenen voor de show op de klanken van een didjeridoo, een één meter lang blaasinstrument met een diepe klank. We maken enkele foto’s en film van de dansende jeugd en vertrekken dan weer, het zou nog twee uur duren voor de werkelijke show begint en het is stikheet op het open veld. Enkele Aboriginals waren er druk bezig met het klaarmaken van lekkere broodjes en toen we vroegen of we er twee konden kopen, kregen we ze zo mee, zonder ervoor te hoeven betalen !
We gaan richting Limmen Nationaal Park en na weer honderd zestig kilometer over slechte wegen te hebben gereden komen we aan bij Lorella Springs Wilderness Park, een kampplaats waar normaal van alles te doen is, maar die nu binnen enkele dagen sluit vanwege de hitte en de droogte. Het blijkt dat er sinds veertig jaar nog nooit zo weinig regen gevallen is, zodat veel activiteiten nu niet meer kunnen doorgaan. We zoeken een plekje in de schaduw voor de camper en nadat we nog even bij een poel onze voeten schoongespoeld hebben (verkoelend was het water niet !) nemen we een douche en doen het de rest van de dag heel kalm aan !
Verslag 12
Lorella Springs Wilderness Park omschrijft zichzelf als: One million acres of untouched remote Northern Territory coastal wilderness. Het komt erop neer dat de kampplaats waar we nu zijn ontzettend groot is, zelfs reikt tot aan de Golf of Carpentaria (tachtig kilometer verwijderd van de plek waar we staan) en bestaat uit ongerepte natuur. We zijn dus nog een dag gebleven om hier wat van te zien en hebben een “track” van zo’n veertig kilometer genomen naar “Nanny’s Retreat” een plek waar je kunt wandelen en zwemmen.
Wim was vandaag helemaal in z’n element want de weg was nu niet bepaald makkelijk om te rijden. We zijn door heel mul zand gereden, over grond vol grote keien, door een vrij diepe rivierbedding en later zelfs in de “low gear” een flinke schuine helling op !
Eenmaal aangekomen bij “Nanny’s Retreat” hebben we eerst een wandeling van anderhalve kilometer gemaakt door prachtig afwisselend gebied, waarna we uitkwamen bij een schitterende, heldere poel in de bergen.
We hebben er heerlijk gezwommen en gerelaxed in het water, een waar paradijsje !
Nadat we dezelfde weg teruggewandeld hebben zijn we nog naar een ander punt gegaan, waar ook enkele poelen waren.
Om hier te komen moest de auto echt flink z’n best doen, maar Wim had er geen moeite mee en stuurde hem feilloos de berg op. We zijn zes uur onderweg geweest en kwamen tegen half vier weer aan bij de kampplaats. Helaas waren door al het trillen en hobbelen de schijnwerpers van de auto weer los gaan zitten en omdat Lorella Springs ook een werkplaats heeft, zijn we daar heengereden om dit te laten fiksen.
Er is normaal nog veel meer te zien en te doen in het wilderness park, maar door de droogte zijn veel tracks gesloten. We hebben in ieder geval genoten van het park en komen misschien nog een keer terug in een ander seizoen !
Het kampvuur gaat weer aan en we genieten nog even na van een prachtige dag !
Verslag 13
We hebben vandaag verder het langgerekte Limmen N.P. verkend, rijdend in noordelijke richting. Als eerste stoppen we bij Southern Lost City waar heel aparte rotsformaties in een groep bij elkaar staan.
We maken er een wandeling van drie kwartier en moeten af en toe klauteren om de route te kunnen volgen, maar hij is echt de moeite waard.
Onze volgende stop is rond het middaguur bij Butterfly Falls, maar vanwege de droogte is er van de waterval niets meer over. Wel is er nog een redelijke poel waar we alleen met onze voeten ingaan. (Zijn ze weer even schoon !)
Daarna volgt een lange rit over een, nog steeds, slechte weg. We kruisen (net als gisteren) een brede, goed onderhouden gravelroad maar deze mogen we niet op !
De temperatuur ligt weer rond de veertig graden en tegen tweeën (na honderd zestig kilometer) zien we een klein bordje met een tent erop en deze weg slaan we in. Na enkele minuten rijden komen we uit bij een brede rivier (Towns River) en hier zetten we onze camper neer, in de schaduw.
We hebben de hele dag haast niemand gezien en ook hier zijn we helemaal alleen. Weer staat er een waarschuwingsbord voor krokodillen, maar we staan hoog genoeg om helemaal veilig te zijn.
We doen een spelletje Carcassonne (pas de derde deze trip !) en tegen zessen probeert Wim nog even met een blinkertje een vis te vangen (niet dus !)
Langzaamaan koelt het af en tegen negenen maken we, alweer ons achtste kampvuur deze reis !
Verslag 14
Het koelde gisteravond snel af tot vijftien graden en voor het eerst deze reis hebben we onze vesten aangedaan. Vanuit het water kwamen allerlei vreemde geluiden, waren het grote vissen of…….
Vanmorgen, tijdens het ontbijt, zagen we opeens een grote krokodil (Salti) voorbij zwemmen in de rivier, ze zitten hier dus wel degelijk !
Wim vult de tank met één van onze reserve jerrycans met diesel, want we halen het waarschijnlijk niet tot de dichtstbijzijnde pomp. (We hebben in Lorella Springs ook ruim honderd kilometer gereden.)
We gaan weer verder noordelijk door het Limmen N.P. en bij enkele stenen restanten van huizen (St. Vidgeon Ruins), een foto niet eens waard, nemen we een zandpaadje en komen uit bij een prachtige lagoon (Lomarieum) vol waterlelies en met allerlei soorten vogels. Deze plek stond niet eens aangegeven bij de weg en als Rob het ons niet verteld had, waren wij er ook zo voorbijgereden. We verkennen de hele plas en zoeken nog naar krokodillen, want ook hier kunnen ze zitten, maar zien er geen.
We hobbelen en schudden weer verder over de Savannah Way en ook vandaag komt de camper weer vol stof te zitten, vooral in de buitenbakken: alles wat je daaruit haalt is écht vies ! Tegen de middag stoppen we bij Roper Bar, de eerste plek waar weer getankt kan worden en wat tevens winkel is. We betalen hier de hoofdprijs voor diesel 2,20 dollar, maar omgerekend in euro’s is dit nog maar 1,35.
Gelukkig kan ik hier weer wat verse spullen kopen, we hadden net vanmorgen het laatste brood opgemaakt dat we in Karumba !! gekocht hadden. Ook het fruit en verse groenten hadden we gisteren opgemaakt. We zaten echter nog niet zonder bier, wijn en vlees, wat we in Cairns al gekocht hadden. Nadat we weer een stuk gereden hebben gaat de weg over in asfalt, het is ineens een stuk stiller in de cabine, geen gerammel meer ! Ze zijn hier druk met wegwerkzaamheden bezig, overal staan grote trucks. En dat terwijl we de afgelopen drie en een half honderd kilometer over zeer slechte wegen gegaan zijn, waar niets aan gedaan wordt !
Totaal rijden we ruim drie honderd kilometer en net voor Mataranka nemen we een afslag naar Elsey N.P., waar we rond vijf uur aankomen. De kampplaats stelt niet veel voor, maar er zijn wel douches, daar zijn we aan toe ! Morgen gaan we het park wel verkennen !
Verslag 15
Onze camper stond vanmorgen op Jalmurark Campground lange tijd in de schaduw én er was water voorhanden, dus hadden we mooi de tijd om wat buitenbakken schoon te maken. De vloeistof die overbleef na het reinigen was zanderig en roestbruin ! Daarna werd het tijd om Elsey N.P. te gaan verkennen. Er lopen twee rivieren door het park, maar daar mag nu niet in gezwommen worden.
Het bekendst is het park echter om zijn “thermal springs”, warm bronwater van vierendertig graden komt uit de grond omhoog, waardoor twee prachtige natuurlijke zwembaden zijn ontstaan. Dit alles ligt vlakbij de plaats Mataranka, een plek met slechts tweehonderd en vijftig inwoners, maar gelegen aan de Stuart Highway, waar veel road trains over rijden. Ook leven er veel Aboriginals en zijn er in de buurt veehouderijen, die allemaal voorzieningen nodig hebben.
(Op deze manier kun je ook door Australië rijden, alleen kom je dan niet overal !)
Nadat we Bitter Springs bekeken hebben stoppen we in het plaatsje om de mails te verzenden, waarna we doorrijden naar Mataranka Homestead, een kampplaats bij de Thermal Pool.
We vinden weer een mooie schaduwplek voor de camper en even later lopen we een groot palmenbos in van het Nationale Park en komen zo uit bij de Rainbow Springs, waar we het water omhoog zien borrelen.
Dit stroomt langzaam naar een prachtige plek, de thermal pool waar in gezwommen kan worden, al is het niet echt verfrissend. Het is er vrij druk, het blijkt dat de scholen vakantie hebben, dus de Australiërs trekken er weer massaal op uit.
We blijven dan ook niet lang in het water maar lopen terug door het bos. Er hangt hier een indringende geur en ook horen we vreemde geluiden. Wanneer we omhoog kijken zien we dat de palmbomen vol met vleermuizen hangen.
Het blijken “little red flying fox” te zijn, bats die rond oktober het palmenbos aandoen en hier overdag huizen, het kunnen er wel 200.000 (!!!) worden. Zodra de zon ondergaat vliegen ze uit en leggen wel twintig kilometer af om eten te zoeken. Naast deze dieren zien we ook nog zwarte varkens in het bos lopen.
Op de kampplaats vliegen prachtige parkieten, lopen pauwen rond en hippen vele wallabies, er is hier dus genoeg te zien.
Wanneer we tegen half zeven zitten te eten wordt de lucht ineens zwart van de vleermuizen, allemaal vliegend in de richting van de ondergaande zon. Dit spektakel duurt zo’n tien minuten en dan zijn ze allemaal weg.
Weer hebben we een prachtige dag gehad !!
Verslag 16
Vanmorgen tegen zessen, bij het eerste ochtendgloren, was er ineens een flink kabaal: de vleermuizen kwamen massaal terug van hun nachtelijke vlucht en zochten een plekje om uit te rusten onder de bladeren van de palmbomen. De lucht die uit het bos komt is af en toe niet te harden !
We maken plannen voor de komende dagen, maar wanneer we van de kampplaats willen vertrekken begint er ineens een lampje bij het dashboard te branden wat aangeeft dat we een garage op moeten zoeken. In Mataranka kunnen ze ons niet helpen, wel in de plaats Katherine, honderd kilometer verderop, waar een Toyota-garage is. Daar aangekomen moeten we natuurlijk een tijdje wachten, we komen ook zonder afspraak aanrijden, maar een uurtje later is er een diagnose gesteld: twee van de vier injectorverstuivers moeten vervangen worden en ons wordt aangeraden niet meer met de camper te rijden !! Het materiaal moet besteld worden en pas maandag (over vier dagen !) kan het ingebouwd worden, balen ! We besluiten om dan maar gelijk de distributieriem te laten vervangen (moest anders in Perth gebeuren) en een goede onderhoudsbeurt te laten geven, de camper heeft wel wat moeten doorstaan de afgelopen weken ! Noodgedwongen staan we dus de aankomende vier dagen op een camping. We doen eerst maar boodschappen voor de komende dagen en willen een voorraadje bier en wijn inslaan, maar dat gaat niet zo simpel in “the Northern Territory”: de drankenwinkels openen pas om twee uur, je moet een legitimatie laten zien en je mag slechts één pak wijn per persoon meenemen. Flessen wijn en bier mag je zo veel je wilt meenemen, maar pakken wijn en sterke drank zijn gelimiteerd. Ook staan er standaard twee politieagenten voor de deur, die je vragen waar je verblijft ! Dit alles heeft te maken met de vele Aboriginals die hier leven: ze kunnen slecht tegen alcohol, maar willen het wel graag hebben ! We rijden naar een BIG 4 camping, een plek waar we normaal nooit komen, maar deze heeft een zwembad en ligt in de buurt van een rivier waar gevist kan worden. Daar aangekomen vraag ik bij de receptie voor de grap: we mogen zeker wel een kampvuurtje maken ? Krijgen we te horen dat er een “total fire ban” is en dat we zelfs geen houtskoolbarbecue mogen gebruiken. Ze kunnen niet geloven dat we de afgelopen veertien dagen tien keer een kampvuur hebben gemaakt ! En Wim had gisteren nog wel een heleboel hout gekloofd, wat we in het bos gevonden hadden ! Onze reis wordt de komende dagen dus wel wat minder avontuurlijk !! Morgen ga ik in ieder geval de wasmachines op de camping gebruiken en de camper verder schoonmaken. Wim heeft voor half twee al een afspraak geregeld bij Beaurepaires (slechts een paar kilometer van de camping verwijderd) om de banden te laten roteren en uitlijnen, iets wat ook moest gebeuren, én we willen een auto huren, om iets van de omgeving te zien, we gaan écht geen vier dagen op een camping zitten !!
Verslag 17
Vanmorgen werden we gewekt door het gekrijs van tientallen parkieten, die allemaal proberen water te drinken uit een kraantje vlakbij onze kampplaats. Ik blijf het prachtige vogels vinden en probeer ze regelmatig op de foto te zetten, al zijn ze erg beweeglijk.
Het was vandaag echt schoonmaak tijd: Wim heeft de camper van buiten gewassen en ik heb drie wasmachines vol met beddengoed, handdoeken en kleding gedraaid, door het warme weer was alles heel snel droog en hebben we weer een schoon bed. Na een verfrissende duik in het zwembad waren we, zoals afgesproken, tegen half twee bij Beaurepaires, waar de banden allemaal een andere plek gekregen hebben en van de juiste bandenspanning zijn voorzien, in een half uur tijd is alles klaar.
Zowel onze vaste binnen- als losse buitenlamp hebben het begeven (hoe zou dit toch komen ?) en omdat Katherine best wel wat winkels heeft gaan we hier op zoek naar vervanging. Ook wil Wim een langere kabel voor de zonnepanelen, soms is deze net te kort en kunnen de panelen de zonnestralen niet goed opvangen. Het kost ons enkele uren om deze drie dingen te fiksen, we worden van de ene winkel naar de andere gestuurd, maar na de zesde hebben we alles voor elkaar!
We halen nog wat wijn (een voorraadje voor wanneer we weer in de outback zijn !): twaalf flessen is geen enkel probleem, maar voor de twee boxen wijn, elk twee liter, moeten we weer onze rijbewijzen tonen, die ingevoerd worden in een database. Ook vraagt een politieagent ons waar we overnachten,
zo krom allemaal !!
Een auto huren is een ander probleem: in heel Katherine is geen auto beschikbaar en ook de garage, waar we maandag weer heen gaan, verhuurt niets. Wim belt met Erik de Bont, die onze auto’s in Holland in onderhoud heeft en waar we veel vertrouwen in hebben (Wim heeft gister ook al via E-mail contact met hem gehad), om te vragen of we nog kunnen rijden met onze eigen camper. Erik raadt dit ons ten stelligste af, dus de komende twee dagen wordt het écht relaxen: af en toe een duik in de pool, een spelletje doen en een mooi boek lezen, ook komt er geen verslag.
We hadden een slechtere plek kunnen treffen: we hebben een mooie plaats met de hele dag schaduw, staan vlakbij het zwembad, er lopen en vliegen allerlei vogels rond én we hebben genoeg voorraad van eten en drinken !!
Verslag 18
De afgelopen dagen zijn we hélemaal uitgerust: regelmatig hebben we in het zwembad verkoeling gezocht, een spelletje gedaan, een boek gelezen, een biertje of wijntje gedronken en we hebben een bezoek gebracht aan de vlakbij gelegen “big fig bistro”. In deze grote boom, waar we vanaf onze plek op uitkeken, zaten trouwens possums, die ’s avonds tevoorschijn kwamen.
Vanmorgen (maandag 28 september) hebben we de camper netjes om half acht afgeleverd bij de Toyota dealer en kregen daar te horen dat deze pas rond één uur klaar zal zijn,
we hebben dus aardig wat tijd te overbruggen voor we weer op pad kunnen met onze auto. Eerst zijn we naar de “Katherine Hot Springs” gelopen, welke lijken op de pools in Mataranka. We hadden echter geen zin om ’s morgensvroeg het water al in te gaan, wat ook hier een temperatuur heeft van rond de twee en dertig graden.
We besluiten naar het stadje te lopen, een flinke wandeling bij een temperatuur die snel oploopt naar boven de dertig graden.
Het plaatsje stelt echter niet veel voor, wel zien we weer veel Aboriginals, geen wonder want in het Northern Territory behelzen ze één derde van de bevolking. We kopen enkele souvenirs en drinken een kop koffie en wandelen dan weer helemaal terug, onderweg een stop makend in een park met enige schaduw. Tegen twaalven zijn we terug bij de garage om te vragen hoe alles loopt, maar het gaat nog enkele uren duren. We wandelen helemaal terug naar onze camping (weer enkele kilometers), omdat we weten dat daar een prima zwembad is, en brengen daar een uurtje door.
Wanneer we tegen tweeën bij de garage terug zijn, is de verkoeling alweer uitgewerkt.
(De oude verstuivers, die vervangen zijn !)
Tegen half drie kunnen we eindelijk de camper meenemen, alles functioneert weer goed en nadat we nog een bezoek hebben gebracht aan de drankenhandel en het hele ritueel weer hebben afgelegd, zijn we na dertig kilometer rijden bij Katherine Gorge N.P., waar we eigenlijk donderdag al naartoe hadden gewild !! Het is hier, net als op de vorige camping, druk met huurcampers van Apollo en Britz, toch hebben we de hele trip nog geen Hollanders gezien of gesproken.
We boeken een boottrip voor morgenvroeg zeven uur, op latere tijden is alles al volgeboekt in verband met de schoolvakanties, dus dat wordt morgen wéér vroeg op !!
Verslag 19
Katherine Gorge, door de Aboriginals vele jaren daarvoor al Nitmiluk N.P. genoemd en wat nu als officiële naam gebruikt wordt, bestaat uit een keten van dertien kloven. Deze zijn in de afgelopen vijfentwintig miljoen jaar door de machtige Katherine River in het omringende zandsteenplateau uitgesneden. Om zeven uur vanmorgen zaten wij al in een boot die ons door de eerste twee kloven bracht, verder kunnen we nu niet komen omdat het water te laag staan. We moesten zelfs nog enkele keren overstappen en een stuk lopend overbruggen, allemaal vanwege de droogte. De tocht was echter prachtig en vooral het vroege tijdstip zorgde ervoor dat de temperatuur nog aangenaam was en het licht op de bergen erg mooi overkwam.
Je kunt deze tocht ook per kano maken, maar dit keer kiezen we voor de luiere versie.
Twee uur later zijn we terug op onze kampplaats en nadat we alles opgeruimd en ingepakt hebben zijn we weer richting de stad Katherine gereden, onderweg nog even een stop makend bij Knotts Crossing.
Bij Woolworth, waar veel Abo’s rondlopen, hebben we weer onze voorraden aangevuld
en zijn daarna doorgereden naar de Edith Falls, ook een onderdeel van Nitmiluk N.P.. De parkeerplaats staat er weer vol met huurcampers, waarvan de bewoners allemaal de één uur durende tocht naar boven maken naar de Upper Pools, een plek waar gezwommen kan worden bij een waterval, maar het is inmiddels wél veertig graden Celsius. Vlakbij de kampplaats van het park kun je ook afkoelen in een prachtig meer en dát hebben wij dan ook gedaan !
Omdat we de laatste dagen niet veel gereden hebben pakken we nu nog een stuk weg en rijden twee honderd en twintig kilometer om zo in Kakadu N.P. te komen, waar we bij Jim Jim Billabong willen gaan staan. Helaas komen we onderweg in het park een grote Road Train tegen, die iets uitwijkt en daardoor een lawine van steentjes opwerpt, met als gevolg dat we een grote barst in de voorruit hebben en nog enkele kleintjes, dat was schrikken !
Wim doet wat tien-secondenlijm op de barsten, meer kan hij op dit moment niet doen en we rijden heel rustig aan naar onze overnachtingsplek, ondertussen zien we de barst langer worden ! We staan nu aan de Jim Jim Creek waar Wim nog even in gevist heeft en zelfs beet had.
Het blijft lang heet en we gebruiken de ventilator en de plantenspuit weer voor verkoeling. Tegen de tijd dat het donker wordt komen de vleermuizen, net als vanmorgen, weer te voorschijn, ook begint het gelukkig wat te waaien ! Morgen is er weer een nieuwe dag en zien we wel verder wat we gaan doen !
Verslag 20
Om negen uur vanmorgen had Wim al contact met onze verzekeringsagent in Australië en in korte tijd was alles geregeld: we krijgen de voorruit helemaal vergoed (maximaal één keer per jaar !) en wanneer dat nodig was geweest waren we zelfs met een sleepwagen opgehaald. Nu hebben we een afspraak, morgen om twee uur, in Darwin, waar we toch naar toe wilden. Wim plakt de binnenkant van de ruit af met doorzichtig plakband, zodat we, wanneer het toch misgaat, geen glassplinters over ons heen krijgen. Wel wordt de barst steeds groter !! We gaan het Kakadu N.P., het grootste park van Australië (20.700 km2), verder verkennen en om half twaalf zitten we weer in een boot (helemaal voorin, dus we kunnen prima foto’s maken!), dit keer om “Yellow Water” te bekijken, totaal niet te vergelijken met de cruise van gisteren in Nitmiluk N.P.. In de rijk begroeide lagune krioelt het nu, in de droge tijd, van de watervogels en ook leven hier veel zoutwaterkrokodillen (estuarines). We zien onder andere Jabiroe-ooievaars, ijsvogels, lepelaars, pelikanen, eksterganzen en ook diverse grote krokodillen.
Het grote Kakadu Park staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco vanwege zijn diversiteit: er zijn lange rivieren, billabongs, grote stukken verdronken land, hoge plateaus waar in de natte tijd grote watervallen vanaf storten, maar ook zijn er rode rotswanden waar Aboriginals, vele eeuwen geleden, hun tekeningen op achtergelaten hebben.
We verdiepen ons een beetje in hun cultuur en maken een wandeling bij Nourlangie, waar de rotstekeningen te zien zijn.
Net als gisteren zien we weer veel afgebrande grond (na vier weken kan het nog nasmeulen !), maar deze wordt bewust aangestoken, het hoge gras verbrandt en maakt plaats voor nieuw gras, het is een oude Aboriginal traditie, die steeds meer wordt toegepast.
De beroemde Jim Jim Falls laten we voor wat ze zijn: droog en niet de moeite waard om enkele uren voor om te rijden. Hadden we afgelopen nacht, aan de rivier, alleen maar de beschikking over een toilet, vandaag kiezen we voor een camping (in Jabiru) met zwembad, even wat luxe en verkoeling ! De laatste dagen komt er in de loop van de dag bewolking opzetten, waardoor het erg benauwd aanvoelt en het lang duurt voordat het ’s avonds afkoelt !
Verslag 21
Gisteravond heeft het voor het eerst een kwartiertje zachtjes geregend, we zijn buiten blijven zitten en hebben genoten van de verkoelende douche.
Het gedeelte waar we de laatste dagen verblijven heet “the Top End of Northern Territory” en vanmorgen hebben we tweehonderd en vijftig kilometer gereden om nog iets noordelijker te komen, namelijk in Darwin.
Onderweg hebben we een korte stop gemaakt bij Bark Hut, een oude pub en tevens het einde (of de ingang) van Kakadu N.P.. We vonden de rit vrij saai, een groot deel van het park is niet bijzonder en bestaat gewoon uit lage struiken. We hebben nog een grote road train ingehaald, deze had zelfs vier aanhangers en ik vond het best wel eng, maar de weg was tijdelijk drie-baans en geschikt om in te halen (en de ruit was toch al kapot !).
Net na enen waren we bij O’Brien, waar de nieuwe voorruit geplaatst zou worden en omdat het er vrij rustig was, begonnen ze gelijk aan de klus.
(Voor een toiletbezoek moet ik eerst een veiligheidsbril opzetten, een hesje aandoen en netjes over het pad lopen.)
Om drie uur reden we er weer weg met een mooie nieuwe ruit en omdat Darwin een grote stad is zijn we hier ook op zoek gegaan naar een nieuwe deurklink. Dit viel echter niet mee, we hebben diverse werkplaatsen en winkels geprobeerd, maar kwamen uiteindelijk terecht bij Apollo, waar ze alleen een tweedehands slot voor ons hadden, zonder bijpassende sleutels. We kregen deze mee voor zes blikjes bier en Wim moet hem zelf inbouwen.
Darwin is in de Tweede Wereldoorlog flink gebombardeerd en in 1974 werd de stad bijna geheel verwoest door de orkaan Tracy, dus er niet veel historisch te vinden. Het enige wat wij bezoeken is de Mindil Beach Sunset Markets, welke alleen in het droge seizoen op donderdag en zondagavond geopend zijn. De inwoners van Darwin komen hier voor exotische hapjes, straattheater, livemuziek en kunstnijverheid. Het is er een drukte van jewelste en er zijn tientallen verschillende soorten eetgelegenheden, uit allerlei verschillende landen, zelfs de Hollandse poffertjes kun je er kopen.
Wij nemen wat oesters en een Indische maaltijd en nuttigen deze terwijl we luisteren naar een zangeres, begeleid door een gitarist.
Tegen half zeven zien we de sunset, samen met duizenden anderen, en dan wordt het tijd om een kampplaats te gaan zoeken. Dit wordt helaas een groot probleem: de campings sluiten hun poort om zes uur en je komt er niet meer in.
Nadat we er vijf geprobeerd hebben zoeken we via Wiki Camps, een Australische site op de telefoon een kampplaats en komen op een open plek midden in een bos uit, dertig kilometer buiten de stad, waar we niet de enigen zijn.
Wim maakt, na lange tijd, weer een kampvuurtje en we kletsen nog een tijdje met een Duitser, die normaal in Townsville werkt en éven op bezoek is geweest bij vrienden in Darwin.
Pas tegen tienen pak ik de laptop om de belevenissen van vandaag uit te werken !
Verslag 22
We zijn vanmorgen toch weer teruggereden naar Darwin om te kijken of we een slot konden krijgen op de deurklink, die we gisteren gekregen hebben. Helaas bleek dit niet zo simpel te zijn en was er pas volgende week tijd om dit te fiksen. Daar wachten we dus echt niet op ! Darwin is geen mooie plek om een tijd te blijven, het is een saaie, zielloze stad. We zijn nog even naar de Stokes Hill Wharf gegaan, een grote houten steiger en vroeger een belangrijk gedeelte van de haven, waar zich nu allerlei winkeltjes en restaurants op bevinden, maar alles is gesloten.
Toevallig rijden we langs de opslagtunnels dichtbij de kade, uitgehakt in de rots onder de stad, waar in de Tweede Wereldoorlog de brandstofvoorraden opgeslagen werden en waarvan er nog twee over zijn, die nu bezichtigd kunnen worden. Een heel interessant bouwwerk, dat pas in 1992 opengesteld is voor publiek, tijdens de orkaan Tracy was deze plek nog geheim en kon dus niet als schuilplaats gebruikt worden !
Vervolgens rijden we naar het honderd en dertig kilometer verderop gelegen Litchfield N.P. een mooi en tevens geliefd park bij veel mensen en dat is te merken, helaas is het er erg druk !
We stoppen bij enkele grote termieten heuvels en ook zien we daar heel aparte, platte stenen, gemaakt door magneettermieten. De diertjes heten zo omdat hun heuvels naar het noorden wijzen en de kleinste kant van het bouwsel naar de zon is gekeerd, om zo min mogelijk warmte te krijgen.
Iets verderop bevinden zich de ruim tweehonderd meter hoge Florence Falls, waar in de poel eronder druk gezwommen wordt.
Ook bij Buley Rockhole is het erg vol en is er nauwelijks een plek vrij op de parkeerplaats.
Wij rijden nog dertig kilometer verder en stoppen bij Wangi Falls, waar we een plek zoeken voor onze camper. Het is ongeveer driehonderd meter lopen naar de prachtige, altijd actieve waterval met daaronder een idyllische, tropische zwempoel en hier nemen we dan eindelijk een verkoelende duik.
Later zet Wim de nieuwe klink in de deur, zodat we geen steeksleutel meer hoeven te gebruiken om deze te openen, en dat hij van buiten niet op slot kan, jammer dan !
Verslag 23
Vanmorgen zijn we het Litchfield N.P. verder gaan verkennen en als eerste stoppen we bij Tolmer Falls, een prachtige waterval die je alleen vanaf een afstand kunt bekijken, zwemmen is er verboden.
Daarna kan Wim eindelijk weer eens fourwheeldriven , want we gaan naar the Lost City en om daar te komen moeten we eerst tien kilometer over een onverharde weg.
Het is hier gelijk een stuk minder druk en wanneer we aankomen is er verder niemand. We maken een wandeling langs de zandstenen blokformaties, die op ruïnes lijken, maar weer totaal anders zijn dan in Limmen N.P., waar we enkele weken terug waren.
Er staat nog meer 4wd-en op het programma: we gaan naar de Sandy Creek Falls, waar ook een overnachtingplaats bij is. Dit keer is het terrein ruiger en moeten we door een droge rivierbedding en over zanderig terrein. Ook rijden we een tijdje over een vreselijk “wasbord”, maar we komen met gemak op de plaats van bestemming.
Nadat we de camper een plek gegeven hebben maken we een wandeling van een half uur en komen dan bij de Tjaynera Falls (Sandy Creek) uit, een prachtige plek waar we heerlijk gaan zwemmen.
Soms moet je er wat voor over hebben om op zo’n mooie spot te komen !
Na een half uurtje in het verkoelende water te hebben doorgebracht, wandelen we terug en bij aankomst op de kampplaats nemen we meteen weer een koude douche, wel lekker bij veertig graden hitte ! Daarna doen we, sinds lange tijd, weer een spelletje en beginnen dit keer vroeg aan de warme maaltijd en het verslag, want zodra de zon onder gaat komen er (nadat de gewone vervelende vliegen verdwenen zijn !) andere kleine kriebelende vliegjes op het licht af !
Verslag 24
We hebben gisteravond (zaterdag 3 oktober) nog een klein kampvuur gemaakt, niet omdat we het koud hadden, het was nog ruim dertig graden, maar voor de gezelligheid en om een gedeelte van ons afval, met toestemming van de ranger, te verbranden. Vanmorgen hebben we het Nationale Park weer verlaten en bij Batchelor, het eerste plekje buiten het park, hebben we een stop gemaakt om de rest van de vuilnis weg te gooien en de mails te verzenden. Terwijl we daar stonden ontstond er opeens een brand (wij hebben geen schuld !) die zich snel uitbreidde. Al gauw waren er enkele brandweerwagens en een ambulance ter plekke en ook zagen we een helikopter constant rondvliegen. Door de harde wind verspreidde het vuur zich snel, vooral omdat alles zo droog is.
Na een tijdje leek het vuur onder controle, wij zijn in ieder geval verder gegaan, omdat we nog een lange weg te gaan hadden. We volgen weer een tijdje zuidwaarts de Stuart Highway en bij het gehucht Pine Creek een mijnwerkers plaatsje, maken we een korte stop.
Daarna gaan we verder naar Katherine (hoogstwaarschijnlijk komen we hier nu nooit meer !) en hebben daar weer wat boodschappen gedaan, getankt en nog twee pakken wijn (het maximum) gehaald. Vervolgens buigen we af naar de Victoria Highway (het zijn allemaal simpele tweebaanswegen), gaan na zo’n vijf en tachtig kilometer de weg af en rijden via een gravelweg nog eens veertig kilometer (totaal hebben we er ruim vierhonderd afgelegd).
We laten weer een grote stofwolk achter ons, maar omdat we ook nog door een rivier rijden, spoelen we weer wat vuil weg !
Tegen vijven komen we aan bij Giwining/Flora River Nature Park op een kampplaats genaamd Djarrung. Er is maar één andere gast hier én een heleboel kangoeroes.
We lopen nog even naar de Djarrung Falls, maar daarna is het toch écht tijd voor “happy hour”.
Verslag 25
(Er zit nog steeds voldoende hout in de plunjezak, die we van Dennis gekregen hebben !)
Het is vandaag voor het eerst helemaal bewolkt, zou dit het begin van het natte seizoen zijn ? Na de lange droogte smachten de boeren naar vers regenwater, maar het wordt dan ook heel benauwd én de wegen kunnen onder water komen te staan. We wachten het wel af !
Flora River Nature Park heeft nóg een waterval: Kathleen Falls, waar we vanmorgen vanaf de kampplaats naartoe gelopen zijn.
Een eindje verderop is een heel aparte boatramp om je bootje in het water te krijgen.
We rijden weer door de rivierbedding, vervolgens zo’n vijftig kilometer dirtroad en gaan dan westelijk via de highway naar Judbarra-Gregory N.P..
Tien kilometer voorbij Victoria River Roadhouse stoppen we bij Joe Creek, een picknickplaats vanwaar je enkele wandelroutes kunt volgen. Wij nemen de Nawilbinbin Walk, die best pittig is, zeker met dit hete weer.
We klimmen naar de bergwand waar enkele Aboriginal tekeningen te zien zijn en komen een uur later, nat van het zweet, weer terug bij de camper.
Daarna rijden we nog zo’n negentig kilometer en eindigen bij Big Horse Creek Campground aan de Victoria River, een kampeerplek vol met aparte boab-trees. Sommigen dragen nog vruchten die lijken op grote kiwi’s, maar van binnen zijn ze helemaal wit en oneetbaar.
Nog steeds ziet de lucht er dreigend uit en de zon laat zich niet zien, het is zo’n vijfendertig graden, maar de luchtvochtigheid is veel hoger dan normaal, waardoor het, om zes uur ’s avonds, nog altijd erg benauwd is !
Verslag 26
We hebben een hete, onrustige nacht achter de rug: de temperatuur bleef hangen rond de dertig graden en er was totaal geen wind, pas vanmorgen vroeg zakte het terug naar zesentwintig graden. Echter, bij het ontwaken, was er geen wolkje meer aan de lucht, wel zijn de vliegen erg irritant.
Voor negenen waren we alweer op weg en stonden even later bij een “sacred site” van de Aboriginals: een speciale boab-tree, waar de datum ingekerfd staat (1856) dat Augustus Gregory, waar het park naar vernoemd is, hier voet aan wal zette.
Er staat nog wat informatie bij de boom: tegenwoordig is het verboden om in een boab te snijden, de boom kan hierdoor afsterven. Ook lezen we dat de vruchten van deze boom, wanneer ze gekookt zijn, door de Abo’s gegeten worden.
Vanaf de “heilige plaats” kijken we op de Victoria River en zien in de verte een zoutwater krokodil voorbij zwemmen. In het hoogseizoen, mei tot eind augustus, kun je een cruise maken op de rivier om krokodillen te spotten.
Na honderd en zeventig kilometer rijden komen we bij de border tussen Northern Territory en West Australië, waar ze weer die stomme regeling hebben dat je geen groente en fruit over de grens mee mag nemen (Quarantine WA).
Een ambtenaar kijkt in de koelkast en in alle kastjes van onze camper, zelfs de zak met hout wordt nog nagekeken. In de cabine gaat het dashboardkastje open, de man kijkt onder de stoel, maar doet gelukkig niet mijn stoelleuning naar voren ! Daar had ik namelijk een zak vol met groente en fruit achter verstopt, wat ons een flinke bekeuring opgeleverd zou hebben, wanneer deze ontdekt was !! Zodra we de grens over zijn, leven we ook ineens anderhalf uur vroeger en is het dus geen kwart over elf, maar pas kwart voor tien ! (Het tijdsverschil met Holland is nu nog zes uur en de rest van de reis blijft dit zo.) Net voor Kununurra moest, volgens mijn reisboek, het Mirima N.P. te bekijken zijn en wanneer we dit bordje aan de kant van de snelweg zien staan, schieten we dan ook zo van de weg af. We komen terecht op een erg zanderig pad en kunnen hier alleen weer weg komen in de low gear fourwheeldrive, ook stelt het park eigenlijk niet veel voor.
Een kilometer verderop staat het officiële bordje voor het park en wanneer we daar uitkomen blijkt het erg indrukwekkend te zijn., het heeft wel wat weg van de Bungle Bungles.
We wandelen er een uurtje rond (alweer bij veertig graden Celsius !) en komen bezweet terug bij de camper.
We wilden eigenlijk een excursie maken naar een grote goudmijn in de buurt, maar bij het informatiecentrum van Kununurra horen we dat dit nu niet mogelijk is, alles is gesloten. Wel is het Purnululu N.P. (Bungle Bungles) nog open, maar je moet daar rekenen op temperaturen van vijfenveertig graden ! We hebben dit park al eens helemaal bekeken en besluiten om de andere kant op te gaan: we gaan dwars door de Kimberley, over de Gibb River Road. Vandaag rijden we echter eerst nog noordelijker naar Wyndham en bekijken daar de Five River Lookout, een uitkijk over een watergebied dat uitkomt in de Cambridge Golf.
We eindigen op een “echte” camping met zwembad en wasmachines, er is niet veel meer schoon aan luchtige kleding en die heb je hier wel nodig. In tegenstelling tot gisteren waait het hier behoorlijk hard, wat zullen we straks lekker slapen !
Verslag 27
Door het tijdsverschil waren we vanmorgen vroeg uit de veren en om half acht reden we alweer zuidwaarts vanaf Wyndham richting de Gibb River Road. Na dertig kilometer zagen we een bordje: the Grotto en hebben deze afslag genomen. We kwamen uit bij een grote, diepe spleet, waar in het natte seizoen een waterval instroomt. Nu was er alleen nog een poeltje onderin de grot.
We zijn de honderd en veertig treden naar beneden gegaan om alles goed te kunnen bekijken, nadien moesten we natuurlijk ook weer omhoog en het zweet liep, bij dertig graden om acht uur ’s morgens, alweer in straaltjes over de rug. Twintig kilometer verder komt de afslag naar de beruchte Gibb River Road: deze zeshonderd en zeventig kilometer lange weg is grotendeels van gravel en ook moet je door vele rivierbeddingen. Wij hebben deze tocht in 2002 met mijn ouders gemaakt met een 4WD-auto. Het enige wat ik me nog herinner is dat we drie lekke banden hadden en dat het slot van de achterklep, door al het stof, niet meer open wilde. Elke keer moesten we alles uitpakken via de zijdeuren, ook om een band te verwisselen. Hoe zou het deze keer aflopen ? Het eerste stukje van de route is nog verhard en we zijn nog maar net op weg wanneer er een afslag naar de Emma Gorge komt, één van de mooiste kloven van de Kimberley’s.
We maken een wandeling van een uur door de kloof en moeten af en toe flink klauteren over de rotsen, maar aan het eind worden we beloond met een prachtige grote poel. We hadden vergeten om zwemkleding mee te nemen dus gaan we in ons ondergoed het water in, zó verkoelend na de wandeling. Met natte kleding aan lopen we terug en zijn rond elven weer bij de camper. Mooi op tijd, want om twaalf uur gaat het hek dicht en kom je niet meer weg. Het wordt dan, deze tijd van het jaar, namelijk te warm om het hele eind te lopen, dus wordt de weg gewoon afgesloten. Een eindje verderop is een afslag naar El Questro Station, een Wilderness Park, waar de Emma Gorge ook bij hoort.
Vroeger was het een werkend veebedrijf en in 2002 zagen we de eigenaar, Buddy, met een lasso en een zweep aan het werk. Helaas is de goede man drie jaar terug overleden.
Bij El Questro is een kampplaats, een restaurant en er zijn enkele mooie poelen en ook kun je hier allerlei 4WD-tochten maken.
Voor vandaag hebben we echter genoeg gedaan en gaan alleen nog een keertje zwemmen in de natuurlijke poel, verder doen we het rustig aan met dit hete weer !
Verslag 28
Vanmorgen hebben we nog een stukje van El Questro bekeken en hebben toen, na een korte wandeling, een warme douche genomen bij Zebedee Springs. Zoals we al eerder hebben meegemaakt is dit een thermale poel met vrij warm water. Je mag er zelfs na twaalf uur geen gebruik meer van maken, omdat het dan te heet wordt.
Wij waren er al om negen uur en toen we ons weer hadden aangekleed zijn we begonnen aan de werkelijke onverharde Gibb River Road. De weg is vrij slecht met veel losse, scherpe stenen, dan is het opeens een hard wasbord en even later zijn er weer diepe sporen in het zand.
Ook zijn er heel veel droge rivierbeddingen waar je doorheen moet.
Er is weinig verkeer op de weg, gelukkig hebben we geen enkele road train gezien, wél een eenzame fietser !! Achter gelaten kapotte banden liggen her en der aan de kant van de weg en één uitgebrande auto. We hebben zo’n drie en een half honderd kilometer gereden en nadat we getankt hebben bij Mt. Barnett Roadhouse, nemen we daar de afslag naar de zeven kilometer verderop gelegen Manning Gorge Camping Area, waar we tegen vieren aankomen.
Onderweg had Wim wat horen rammelen, er was een bout los getrild van een bodembeschermplaat, bij aankomst op de kampsite heeft hij dit weer gefikst. Ook nu is er weer een prachtige natuurlijke poel aanwezig, waar we even induiken, om vervolgens een koude douche te nemen.
De koeien lopen hier gewoon over het kampterrein ! De camper zit weer aardig onder het stof, maar ik doe niet eens moeite om het schoon te maken, morgen hobbelen we immers weer vrolijk verder !
Verslag 29
Vanmorgen zijn we verder gereden over de Gibb River Road en weer laten we, net als iedereen, grote stofwolken achter ons.
We passeren wat afslagen naar gorges, maar er zijn er zo veel, dit keer rijden we gewoon door. Zodra we in het King Leopold Ranges Conservation Park komen, wordt de omgeving afwisselender met prachtige rotspartijen.
Eén wordt zelfs Queen Victoria Head genoemd.
(Hier tank je hoogstwaarschijnlijk “vuile” diesel, waardoor je het brandstoffilter moet vervangen !)
Honderd vijfentwintig kilometer voor Derby nemen we de afslag naar het Windjana Gorge N.P. waar we tegen twaalven aankomen.
Nadat we een schaduwplek voor de camper hebben gevonden maken we een wandeling van een uur door de kloof, bij veertig graden hitte ! In het weinige water wat er over is van de Lennard River, die hier in het natte seizoen doorheen stroomt, zit het vol met zoetwater krokodillen.
Enkelen liggen in de schaduw op het droge, maar de meeste zoeken verkoeling in de poel.
Ook de rotsen zien er spectaculair uit en zijn heel bijzonder uitgeslepen.
Gelukkig is hier op de kampplaats ook weer een douche aanwezig, zodat we ons een beetje kunnen verfrissen na de wandeling, die grotendeels door de zanderige rivierbedding ging. Langzaamaan komt er weer bewolking opzetten, zoals de laatste dagen steeds gebeurd en heel af en toe valt er een klein beetje regen uit. Wij gebruiken de plantenspuit wel voor koelte, die werkt altijd !
Verslag 30
Net als Windjana Gorge horen Tunnel Creek en Geikie Gorge bij de Devonian Reef National Parks. De bergrug was ooit onderdeel van een groot koraalrif en in de loop der tijden heeft de Lennard River zijn weg door de rots geslepen en kloven gevormd. Na veertig kilometer rijden starten we vanmorgen om acht uur bij Tunnel Creek N.P. waar we door een onderaardse rivierbedding lopen terwijl de vleermuizen ons om de oren vliegen.
Het is heel indrukwekkend om in het donker (gelukkig had Wim een goede zaklamp bij zich) door het water te lopen (wel met sandalen aan !) en dan ineens weer licht te zien door een groot gat in de grot. We lopen zo’n vijf honderd meter de tunnel in, soms over zand, dan weer door het water.
Het is er lekker koel en zodra we de tunnel uitkomen slaat de warmte je weer tegemoet. We rijden de honderd zevenenzestig kilometer lange, onverharde Fairfield-Leopold Road helemaal uit en gaan dan richting Fitzroy Crossing, waar een afslag is naar Geikie Gorge N.P..
Hier komen we tegen twaalven aan en willen dan een tochtje op de rivier maken, maar omdat het seizoen bijna ten einde is gaan er nog maar twee bochttrips per dag: één om half negen, de andere pas om vier uur. Daar wachten we dus niet op. We lopen nog even naar de boot, wandelen een stukje tussen de rotsen door en rijden dan terug naar Fitzroy Crossing.
Daarvandaan hebben we de keus: of via de gravelroad Fairfield-Leopold terug om het laatste stukje Gibb River Road te rijden, óf via de highway naar Derby, waar de Gibb River Road officieel eindigt. We kiezen voor het laatste en rijden de ruim twee honderd en vijftig kilometer over een verharde weg, weer eens wat anders ! We hebben trouwens de hele Gibb River Road geen enkele lekke band gehad of andere schade ! Onderweg stoppen we bij een mogelijke overnachtingplaats: the Lake Ellendale en wanneer we daar stoppen worden we haast weggejaagd door de honderden zwarte en witte krijsende kaketoes.
We besluiten door te rijden naar de kust (niet vanwege de kaketoes !), want bij het meertje blijft het ’s avonds wéér rond de dertig graden (zien we op de telefoon) en omdat we dat de afgelopen nachten steeds gehad hebben, willen we nu wel eens iets koeler overnachten.
Vijf kilometer voor Derby stoppen we bij de duizend jaar oude Prison Boab, de holle boom, met een omtrek van veertien meter, werd eind 19de eeuw gebruikt om gevangenen in onder te brengen, voordat ze de volgende dag naar de Derby Goal werden gebracht.
Later zien we in Derby de oude gevangenis, waar de gevangenen, meestal Aboriginals, geketend aan de vloer zaten.
Dan rijden we naar de oude jetty en zien eindelijk de zee weer en voelen daar een verkoelende wind.
Via “Wiki Camps” komen we even later, het is inmiddels al vijf uur, uit bij een droog zoutmeer waar we gratis mogen staan. Er zijn hier totaal geen faciliteiten, maar die hebben we ook niet nodig. Sinds lange tijd staan we niet onder bomen en ook de luifel gaat niet uit, we schuiven onze stoelen languit en liggen in het donker te staren naar de vele sterren aan de hemel, met de verkoelende zeewind die over ons heen waait !
Verslag 31
Vandaag, zondag 11 oktober, hebben we de laatste paar honderd kilometer afgelegd van de Savannah Way, de route die via het noorden van Australië van de oostkust naar de westkust loopt (of andersom), van Cairns naar Broome. Officieel is de afstand tussen deze twee steden 3699 kilometer, wij hebben er inmiddels al 6747 afgelegd ! Het was een zeer afwisselende trip waar we erg van hebben genoten, maar wel was het altijd heet, droog en stoffig.
Toen we tegen half twaalf in Broome aankwamen hebben we eerst wat verse levensmiddelen gekocht en vervolgens een camping opgezocht. We hebben er onze camper echter niet neergezet maar zijn gelijk doorgereden naar het strand waar we onze auto vlakbij de zeespiegel geparkeerd hebben. Er waait een lekker briesje en regelmatig lopen we even het vrij warme zeewater in, wat een verademing.
Langzaamaan wordt het eb en moeten we een steeds langere afstand afleggen om bij zee te komen. Het is vrij druk op het strand, logisch, want het is weekend.
We blijven tot de zonsondergang en rijden dan naar de camping, wat nu geen probleem is, zoals in Darwin ! Vanaf ons plekje hebbe we volop uitzicht op zee, maar het is al donker wanneer we aankomen ! Wim maakt een heerlijke maaltijd van allerlei soorten vis, vers vanuit…de supermarkt !
Langzaamaan wordt het weer vloed en horen we het slaapverwekkende geluid van de kabbelende golven.
Verslag 32
We zijn vanmorgen op de camping eerst weer actief aan het schoonmaken geweest en hebben zoveel mogelijk stof en vuil verwijderd. Niet dat het lang zo zal blijven, want morgen gaan we weer over gravel rijden ! Wim heeft nog een dagje bijgeboekt op Roebuck Bay Caravan Park want we willen Broome nog verder bekijken. Deze plaats is vooral beroemd geworden om zijn parels, die hier in de ondiepe zee volop aanwezig zijn. Door de komst van parelduikers uit Azië rond 1880 groeide Broome snel en kreeg het de multiculturele sfeer die er nog steeds heerst. In Chinatown, het kleine centrum waar allerlei restaurantjes , boetiekjes en vele winkels vol parels zijn, verwen ik mezelf en koop een prachtige parelset bestaande uit een hanger, een ring en oorknopjes.
De geschiedenis van de parelduikers kom je nog overal tegen wanneer je rondwandelt door de wijk.
Nadat we bij Gantheaume Point de grillige rode zandstenen hebben bekeken die afsteken tegen de blauwe zee,
rijden we naar Cable Beach, vernoemd naar de eerste overzeese kabel die er in 1889 aan wal kwam en Australië met Java verbond. Dit tweeëntwintig kilometer lange witte strand hoort bij de top vijf van de wereld en we crossen er met onze camper op om weer enkele uren te genieten van zon, zee en strand.
Wim heeft echter eerst andere plannen, want de auto mist een bout en die moet weer geplaatst worden, na een uur prutsen heeft hij het voor elkaar, wel zit hij onder het zand, maar dat spoelt er in zee zo weer af.
Tegen vijven komt er een groep mensen zittend op dromedarissen aan, een bekend verschijnsel hier en een echte toeristische attractie.
We genieten weer van de zonsondergang en rijden dan terug naar Roebuck Bay, waar het langzaamaan weer vloed wordt.
Verslag 33
Toen we vanmorgen de camper parkeerden bij een supermarkt om proviand in te slaan voor de komende dagen, begaf de handrem het ! Even dacht ik dat we onze plannen moesten aanpassen, maar we vonden vrij snel een garage en een monteur dook gelijk onder de auto en had het probleem in twintig minuten opgelost. We zijn weer snel teruggereden naar de supermarkt om inkopen te doen, want we hadden om elf uur een afspraak lopen bij Willies Creek Pearl Farm, een uur rijden vanaf Broome. We kwamen ruim voor de afgesproken tijd aan om de twee uur durende rondleiding te volgen. We zijn uitgebreid geïnformeerd over het kweekproces van de parel: nog steeds moeten er duikers naar de bodem van de zee om de oesterschelpen te vinden, maar de rest gaat allemaal een beetje professioneler: er worden bewust kleine stukjes parelmoer in de oesterschelp gebracht en de oester kweekt hieromheen, in twee jaar tijd, dunne laagjes glanzend slijm, wat uiteindelijk resulteert in een parel. Deze kunnen variëren in grootte, kleur, rondheid en glans.
We krijgen prachtige parelsnoeren te zien in allerlei maten en daarna maken we een boottocht in de baai, waar de oesterschelpen in een soort kooien onder water worden gehuisvest om de parels te kweken.
Wanneer de toer is afgelopen rijden we noordwaarts, via onverharde wegen, om een kampplaats aan zee op te zoeken. Na dertig kilometer ploegen door het zand komen we aan bij Quondong, een plek vlakbij de zee, maar je kunt er niet echt komen.
Wim wilde graag vissen dus rijden we een eindje terug en komen uiteindelijk uit bij Barred Creek, we staan hier helemaal alleen, wél zoemen er grote en kleine vliegende insecten rond. Net als Quondong stelt deze campsite eigenlijk niks voor en omdat het eb is blijkt het ook hier onmogelijk om de hengel uit te werpen. Het is inmiddels half vier en we besluiten niet verder te gaan, we zetten alles neer en genieten van de rust en het uitzicht.
( Er lopen diverse krabbetjes in de mangroves.).
We doen, sinds lange tijd, weer een spelletje Carcassonne en houden uitgebreid happy hour. Morgen gaan we, via dirtroads, verder naar het noorden om uiteindelijk uit te komen bij Cape Leveque, een afgelegen gebied ruim twee honderd kilometer boven Broome.
Verslag 34
Toen we gisteravond, sinds lange tijd, weer bij een kampvuurtje zaten, hoorden we de vissen spartelen in het water. Het was weer vloed en omdat het tijverschil tussen eb en vloed momenteel zes meter is, stond het water vrij hoog.
Vanmorgen bij het ontbijt zaten we allebei te krabben, het bleek dat er bij de mangroves veel midgees huisden die ons flink te pakken hebben gehad ! Wim ging tellen en kwam zo aan de honderd bultjes op slechts één been ! Wegwezen dus !! We rijden eerst terug richting Willies Creek en gaan dan noordelijk via een hobbelige, rode gravelweg, waar af en toe aardige plassen water op staan.
De weg is pas sinds enkele dagen weer geopend; er heeft een flinke ongecontroleerde brand gewoed waardoor iedereen geëvacueerd werd. Na zo’n honderd kilometer dirtroad komen we bij Beagle Bay, een Aboriginal dorp waar een wit kerkje staat (Sacred Heart Church) waar veel parelmoer in het interieur verwerkt zit.
Na het dorp komt een afslag richting Middle Lagoon, waarna we weer veertig kilometer hobbelen over een af en toe zeer slechte weg.
Uiteindelijk komen we tegen de middag aan bij een prachtige kampplaats pal aan zee, waar we heel optimistisch onze camper pal in de zon en in de wind zetten met een mooi uitzicht op het water.
Wim gaat enkele uren vissen, maar krijgt alleen wier aan de haak.
Na een mooie zonsondergang, die we vanuit onze luie stoel konden bekijken, wordt het toch tijd iets aan de harde wind te doen, anders kan er geen eten gekookt worden. We spannen een zeil en bouwen zo een soort tentje om beschut te kunnen zitten. (Enkele dagen terug zaten we nog met de plantenspuit in de hand voor verkoeling en snakten we naar een beetje wind !) Máár we hebben nog altijd een korte broek en een hemdje aan en de temperatuur ligt rond de vijfentwintig graden om half negen ’s avonds !
Verslag 35
Wim heeft een erg onrustige nacht gehad: er zaten nog een heleboel midgees in de camper die ervoor gezorgd hebben dat hij er weer honderden bultjes bijheeft, op de raarste plekken ! (Ik ben ook gestoken maar heb er weinig last van). Vanmorgen heb ik dan ook het hele bed afgehaald en overal gespoten, hopelijk zijn die kleine krengen nu weg ! We hebben de kampplaats Nature’s Hideaway at Middle Lagoon helemaal rondgelopen, om te kijken of er mooie plekken waren dicht bij zee en met wat minder wind, maar die zijn er niet.
We besluiten naar een andere overnachtingplek te rijden (Goombaragin Eco Retrait), zo’n vijftig kilometer terug. Daar aangekomen zijn ze net alles aan het afsluiten, het is duidelijk einde seizoen. Dan rijden we maar gelijk door naar de punt van het schiereiland: Cape Leveque, weer honderd kilometer noordelijker, hier wilden we toch naartoe. Tegen de middag komen we aan bij Kooljaman waar net een schoolklas alle kampeerplekken in beslag neemt. Wél zijn er aan de oostkant van de kampplaats mooie plekjes vlakbij zee waar je je camper kunt parkeren bij een groot afdak met daaronder een picknicktafel, een douche en kraanwater. We boeken voor twee nachten op twee verschillende plekken, maar voordat we alles neerzetten rijden we aan de westkant van Kooljaman naar het strand, waar we enkele uren doorbrengen.
Het is nét afnemend tij en Wim werpt z’n hengel weer uit, helaas weer zonder succes.
Wanneer we later bij onze “shelter” aankomen nemen we eerst een duik in het prachtige, kalme water.
Wat een plek !! Er waait hier een verkoelend briesje, het uitzicht is mooi, ideaal !
Tegen de avond gaat het kampvuur aan en bereidt Wim weer een heerlijke maaltijd. Hopelijk laten de insecten ons nu met rust !!
Verslag 36
We hebben er vandaag een relaxte dag van gemaakt en zijn niet van de kampplaats Kooljaman af geweest. We konden echter niet blijven bij de hut waar we stonden omdat die alweer door anderen geboekt was. Nadat we bij de receptie de mails verzonden hebben zijn we weer een tijdje naar de Western Beach geweest om te vissen en daarna zijn we naar onze nieuwe shelter: Jundi gereden. Deze ligt iets verder van het water af, maar staan wel pal naast een klein sanitairblok zodat je niet eerst een eind door het mulle zand hoeft te lopen. We kijken toch nog vol op de Indische Oceaan én je vangt hier iets meer wind. Vanmorgen was het echt stikheet op ons vorige, meer beschutte plekje, al genoten we er wel van het uitzicht, zeker toen er in de verte een walvis enkele keren uit het water omhoog sprong.
We lezen wat, doen een spelletje en gaan het water in.
In de loop van de middag maken we, bij eb, een lange strandwandeling en vanavond gaat het kampvuur weer aan, we krijgen hier zelfs gratis hout aangeboden. De vuurtoren zorgt er met zijn draaiende licht voor dat de schepen niet tegen de scherpe rotsen aankomen en door de wolkeloze hemel zien we weer miljoenen sterren aan het firmament.
Verslag 37
Er stond een verfrissend windje vanmorgen en we zaten heerlijk in de schaduw, dus we hebben ons niet gehaast om van de kampplaats weg te gaan, pas tegen half tien zijn we vertrokken om de rest van het schiereiland te gaan verkennen. We starten bij Cygnet Bay Pearl Farm, waar we alleen rondwandelen, want de uitleg over de parelindustrie hebben we al gehad. Ook hier zien we weer een machine die de oesterschelpen reinigt.
Het is eb, het hoogteverschil tussen de getijden kan oplopen tot wel twaalf meter, na Canada heeft deze streek het grootste verschil in eb en vloed.
Vervolgens rijden we naar One Arm Point, een Aboriginal dorp zoals er diverse zijn ten noorden van Broome. We zijn er snel uitgekeken en gaan vervolgens op zoek naar een leuke kampplaats. We rijden over heel wat onverharde wegen, maar alle overnachtingplaatsen stellen niets voor en op Kooljaman hebben we nu al twee nachten gestaan.
We besluiten om terug te gaan naar Broome, ruim twee honderd kilometer zuidelijk. Wim moet eerst de jerrycans overgieten in de tank, anders komen we niet ver meer en diesel is hier niet verkrijgbaar.
Het eerste stuk weg is verhard, maar daarna komen we weer op een zanderige weg die erg hobbelig is, regelmatig voel je je net een kangoeroe.
Tegen vieren zijn we terug in Broome en we gaan weer naar Roebuck Bay Caravan Park, de enige kampplaats die aan het water ligt. Wanneer we een leuk plekje uitgezocht hebben rijden we nog even naar Cable Beach om daar de zon onder te zien gaan. Helaas is het bewolkt en stelt het niet veel voor, jammer voor al die toeristen die weer op een dromedaris zijn gaan zitten.
Verslag 38
De reden waarom we weer op een camping staan is dat ik nodig weer enkele wasjes moet draaien, de laatste keer was in Wyndham, voordat we aan de Gibb River Road begonnen. Om zes uur vanmorgen scheen de zon al fel in onze camper en we waren dus al vroeg ons bed uit.
De temperatuur zakt de laatste dagen ’s nachts niet meer onder de achtentwintig graden en overdag ligt deze rond de achtendertig graden, tel daar de vochtigheid van de zee bij op, dan is het logisch dat het water met straaltjes over m’n rug liep terwijl ik de was ophing. Gelukkig zorgt de wind wat voor verkoeling. Tegen elven hadden we weer een fris bed en lag alle schone was weer opgevouwen in de bakken, waarna we de kampplaats weer verlaten hebben. Wim wilde vissen vanaf de jetty waar we vanaf de camping opkijken, helaas is deze momenteel gesloten wegens werkzaamheden. We gaan weer naar onze favoriete plek: Cable Beach, waar we nog net op tijd aankomen, het is bijna hoogtij en dan wordt het moeilijk om tussen de rotsen door het strand op te rijden.
We parkeren onze camper tegen de vloedlijn en het water komt tot slechts enkele meters van de auto.
Daarna zakt het snel en enkele uren later moet je weer een flink eind lopen voor je bij zee bent ! Wim gaat met z’n hengel de zee in en heeft af en toe moeite om te blijven staan door de onderliggende stroming. Helaas zwemt er geen vis langs zijn aas, maar hij heeft zich prima vermaakt.
De eerste uren staan we bijna alleen op de beach (en dat op zondag !), maar hoe breder het strand wordt, hoe meer auto’s erop komen.
Tegen de tijd dat de dromedarissen weer in een rij voorbij komen is het knap druk.
Zodra de zon onder is rijden we terug naar de camping, we hebben zo’n zes uur doorgebracht aan zee en zijn helemaal uitgewaaid !
Verslag 39
Vanmorgen om negen uur zat ik al bij de kapper (wat hoog nodig was na ruim zes weken), wat bij Cape Leveque al afgesproken was, zodat ik gelijk na het weekend terecht kon.
Nadien hebben we weer een kar vol boodschappen geladen bij Woolworths en onze gasflessen laten vullen bij Metre 10. Nadat we in Chinatown nog wat T-shirts en souvenirs gekocht hebben verlaten we Broome en gaan richting Port Hedland, dat ruim zes honderd kilometer zuidelijk ligt. Na ruim drie en een half honderd kilometer rijden over een saaie, verharde tweebaansweg, stoppen we tegen half vijf bij Eighty Mile Beach Caravan Park, waar we achter de duinen moeten gaan staan en dus de zee en het strand niet zien ! Het was vandaag weer ruim veertig graden en we hebben weer líters water gedronken om het vocht aan te vullen. Tegen de avond smaakt een biertje dan prima en ook een wijntje bij het eten gaat er wel in. Toch hebben we bij de supermarkt weer tien flessen “sodawater” gekocht, want dat drinken we ’s avonds het meest !
(Onze eerste “selfie”)
Natuurlijk zijn we tegen de avond het strand, met z’n vele schelpen, opgelopen om de zon in de zee te zien zakken !
Verslag 40
We hebben vandaag slechts honderd kilometer gereden over de Great Northern Highway en bij Pardoo Roadhouse zijn we afgeslagen naar Cape Keraudren, een Coastal Reserve met diverse kampplaatsen aan het water. We worden vriendelijk ontvangen door de beheerder die hier het hele jaar alleen woont, samen met enkele tamme kangoeroes.
Het blijkt op het moment heel rustig te zijn, er staat slechts één caravan op een afgelegen gedeelte bij een boatramp, verder hebben we de hele omgeving voor ons alleen.
We vinden een prachtige plek met uitzicht op zee, in de wind én we beschikken over een afdak zodat we in de schaduw kunnen zitten.
In de buurt is een lagoon waar schildpadden in zwemmen en ook zien we vogels die we nog niet eerder gespot hebben.
Wim gooit z’n hengel weer uit en komt een uur later met drie vissen terug.
Tegen de avond maken we een lange strandwandeling en daarna gaat de barbecue aan. Het is hier een waar paradijsje.
Tijdens het eten lopen er tientallen krabbetjes onder de tafel door, maar ze doen ons verder niks. Nu maar hopen dat de insecten ons met rust laten, dan blijven we hier zeker wat langer staan !
Verslag 41
(’s Avonds zorgen de krabbetjes ervoor dat het rooster van de barbecue weer schoon wordt !)
We zijn nog twee dagen gebleven bij Cape Keraudren, een prachtige plek aan zee. Gister hebben we in de namiddag een lange wandeling gemaakt om het park verder te verkennen.
Vanmorgen zijn we verhuisd naar een andere kampsite, behorend bij de Coastal Reserve. Weer hebben we de beschikking over een afdak, alleen omdat er nu verder niemand is, want normaal mag je hier niet kamperen. Vanaf hier hebben we een schitterend uitzicht van bijna 360 graden !
Bij eb gaan we “wadlopen” en verbazen ons over de surrealistische rotsen, het lijkt wel of we op een andere planeet lopen !
We zien weer schildpadden in het water, het zijn de green turtles die hier hun eieren op het strand leggen. Er waait een stevige wind die ervoor zorgt dat er totaal geen vliegen of midgees zijn.
De beheerder komt nog even langs en vertelt dat we morgen moeten verhuizen, want het weekend komt eraan en dan wordt het hier druk. Dus wordt het tijd om weer te vertrekken !
Verslag 42
We hebben vandaag (vrijdag 23 oktober) een lange afstand afgelegd: eerst honderd en zestig kilometer naar Port Hedland, een belangrijke havenstad in West Australië. Tussen deze plaats en Broome liggen ruim zes honderd kilometer asfalt met slechts twee roadhouses (tankstations), met de mogelijkheid te tanken, iets te eten, wat levensmiddelen te kopen of te slapen.
Rond Port Hedland liggen veel mijnen met ijzererts en ook wordt er bij de stad zout gewonnen, we hebben nog nooit zoveel road trains gezien als vandaag en allemaal met vier aanhangwagens vol mineralen die vervoerd worden.
Nadat we weer wat verse waar hebben ingeslagen en onze diesel- en watertank gevuld hebben, gaan we, sinds lange tijd, de binnenlanden weer in. Dit keer zetten we de airco aan, want buiten is het drie en veertig graden in de schaduw ! Na ruim drie en een half honderd kilometer komen we tegen vijven aan bij Karijini N.P., gelegen in de Hamersley Range in het hart van de Pilbara streek.
Hier bevinden zich enkele watervallen en prachtige kloven met rode rotsen. Eigenlijk wilden we meteen op een kampplaats gaan staan, maar de ranger haalt ons over om nog een verkoelende duik te nemen in de Fern Pool, slechts een kwartiertje lopen !
Inderdaad frissen we hier wel van op, maar je moet wel heel wat traptreden op om terug te komen, waardoor je het alweer warm hebt !
Het is vandaag bewolkt en broeierig en we krijgen zelfs enkele regendruppels en veel lichtflitsen. Het wordt er jammer genoeg niet koeler door en om half negen ’s avonds is het nog drie en dertig graden !!!
Verslag 43
We hebben vandaag uren gewandeld in het Karijini N.P. en wel door de Dales Gorge, een kilometer lange route over de bodem van de kloof. Onze camper hadden we geparkeerd in de buurt van Circular Pool en zijn daar met de tocht begonnen.
Het zwaarste is het om naar beneden en vooral later weer het hele eind omhoog te klimmen, de wandeling was echter schitterend, maar vermoeiend.
Het is bijna constant klauteren over rotsblokken en ook moet je diverse keren over of door water om verder te kunnen.
Na een uur komen we aan bij de Fortescue Falls, die we gisteren al van bovenaf bekeken hadden. Hier nemen we een verkoelende duik al valt het niet mee om in het water te komen, de bodem is erg glibberig.
Nadien lopen we naar de Fern Pool waar we al in gezwommen hebben. Daar besluiten we de zelfde route terug te nemen, dóór de kloof en niet bovenlangs.
Weer klimmen en dalen we door de gorge en zijn tegen de middag weer terug bij het beginpunt.
Je kunt echter nog een stuk verder lopen naar Circular Pool en natuurlijk willen we de hele trip afmaken. Ook hier gaan we weer zwemmen in het heerlijk verkoelende water, waarna de lange trip omhoog begint.
Daarna rijden we nog ruim tachtig kilometer naar een volgende kampplaats, met de airco aan, zodat we weer een beetje op de juiste temperatuur komen, want ook vandaag stijgt het kwik weer snel naar veertig graden. Bij het Karijini Eco Retreat boeken we een plek voor twee dagen, want morgen gaan we hier in de buurt de omgeving bekijken, voor vandaag hebben we genoeg lichaamsbeweging gehad !
Verslag 44
We hebben ons zelf vandaag overtroffen door een wandelroute categorie vijf te lopen, de zwaarste die er is ! Dit houdt in dat we niet alleen geklauterd en geklommen hebben, maar ook door diep water geploegd zijn en als een soort spin aan de rotsen hebben gehangen. Een paar keer wilde ik stoppen omdat het best wel eng was, maar ik heb de trip afgemaakt en aan het einde wachtte ons weer een prachtige poel. Dit keer ging het om de Hancock Gorge, waar we eerst weer honderd meter naar beneden moesten, ook gedeeltelijk met een steile ijzeren trap.
Soms was de kloof zo smal dat je aan allebei de kanten je voeten neer moest zetten tegen de rotsen met onder je water, heel apart !
We zijn door het Amfitheater gelopen, hebben de “Spider Walk” gedaan en het verkoelende water droeg de naam “Kermits Pool”.
Nadat we dezelfde weg weer terug waren geklauterd hebben we nóg een kloof “gedaan”: de Weano Gorge. Hier hebben we alleen het spectaculairste stuk genomen waarvan ook een gedeelte categorie vijf was. Weer lopen we door een kloof die steeds smaller wordt en eindigt bij de “Handrail Pool”.
Er zit een ijzeren leuning vastgeklemd tegen de rots en hierlangs moet je heel voorzichtig naar beneden klauteren om bij de poel te komen. Het water is vrij fris want het wordt alleen verwarmd wanneer de zon hoog aan de hemel staat, aan alle kanten zijn hoge steile rotsen.
Karijini N.P. is echt een prachtig park, al wordt er in de reisboeken weinig aandacht aan besteed.
Wanneer we weer op de begane grond zijn (uit de kloof) bekijken we nog twee Lookouts: Junction Pool en Oxer en zien daarvandaan de smalle spleten waardoor wij gelopen hebben.
Net als gisteren hebben we ruim drie en een half uur gewandeld !
Helaas beginnen mijn Teva sandalen (al vele jaren oud) flink te slijten en laten de zolen los. Wim heeft ze vandaag voor de tweede keer gelijmd, maar door al dat waden door het water laat dit los, hopelijk kan ik ze blijven gebruiken tot het eind van deze reis !
Verslag 45
Vanmorgen hebben we het westelijke deel van Karijini N.P. verkend en na honderd kilometer rijden over gravel komen we uit bij Hamersley Gorge, waar weer de mogelijkheid aanwezig is om te zwemmen. De rotsen hebben er allerlei kleuren van diep paars tot licht rood en omdat het zo afgelegen ligt is er niemand anders.
Nadat we afgedaald zijn in de kloof kun je meteen het water in, wij klimmen echter eerst een stuk over de rotsen om uit te komen bij een schitterende poel met aan het eind een kleine waterval.
Het is inmiddels al elf uur (onderweg hebben we de mails verzonden, omdat er in het park geen internet/telefoonverbinding is en zijn we gestopt om ons afval van drie dagen te lozen, wanneer we éindelijk vuilnisbakken zien !) als we bij de kloof zijn en de gladde rotsen zijn al haast te heet om vast te pakken, dus we zijn blij dat we het verkoelende water in kunnen.
Helaas zijn we alweer verhit voor we bij de camper terug zijn en dus gaat de airco aan ! We rijden nog een kleine twee honderd kilometer over onverharde wegen (alles zit weer onder het rode stof !) en komen tegen tweeën aan bij Millstream Chichester N.P., waar je bij Deep Reach Pool kunt zwemmen. We slaan dit keer echter over: vanwege de airco hadden we het niet zo warm én de “poel” lijkt meer op een brede rivier.
We rijden naar een uitkijkpunt “Cliff top” en bekijken daarna de Homestead met z’n Millstream Wetlands, wanneer je vanaf het spectaculaire Karijini N.P. komt valt het hier een beetje tegen !!
We zoeken een schaduwrijk plekje op de Miliyanha Campground omdat we geen zin hebben verder te gaan, maar wéér ligt het kwik boven de veertig graden en hebben we de ventilator en de plantenspuit hard nodig !!
Verslag 46
Eindelijk, na maanden, mag ik wereldkundig maken dat we opa en oma worden en nog wel dúbbel, Marieke is namelijk in blijde verwachting van een tweeling ! Ze is nu ruim twintig weken zwanger en alles gaat prima, vandaag hebben we te horen gekregen dat het twee jongetjes worden en ze komen waarschijnlijk eind februari ter wereld. Marcel en Marieke genieten volop van deze mooie tijd, waar ze zo lang naar uitgekeken hebben. We zijn hier al steeds aan het kijken naar leuke babyspulletjes en de eerste kleine T-shirts hebben ze inmiddels al via de post binnen. Wij laten de camper begin december in Perth achter om thuis Kerst te vieren en zouden dan in januari weer verder trekken, maar nu wachten we natuurlijk eerst de geboortes af en gaan pas ergens in maart weer naar Australië. De kinderen zijn er inmiddels aan gewend dat we vaak lange tijd weg zijn en onze kleinkinderen zullen we ook niet elke week zien, maar dat maken we wel weer goed wanneer we thuis zijn ! Zolang we gezond zijn blijven we reizen !
Millstream Chichester N.P. ligt noordelijk van Karijini N.P. en vandaag gaan we, via een prachtige route, verder noordwaarts door het park door de Chichester Range, een aparte bergketen, naar de kust.
Onderweg stoppen we bij een schitterende plek: Python Pool waar normaliter gezwommen kan worden. De waterval is echter opgedroogd waardoor er nu geen vers water in de poel komt, dus we gaan er niet in !
We rijden verder over gravel tot we bij de North West Coastal Highway uitkomen, slechts een paar honderd kilometer verwijderd van Port Hedland, waar we vijf dagen terug waren. Bij Roeborne gooien we de tank en één van de twee jerrycans (die we vanmorgen nodig hadden om verder te kunnen) weer vol met diesel, en rijden daarna door naar Cossack, een klein historisch plaatsje.
Bij Wickham vereeuwig ik Wim bij een “dinky-toy” (Je ziet opa denken: is dit misschien iets voor mijn kleinzoons ??) en daarna gaan we naar Point Samson, waar we op een camping aan zee gaan staan, er moet namelijk weer gewassen worden ! Er komt een heerlijke bries vanaf het water waardoor het lang niet zo heet aanvoelt als de afgelopen dagen.
Verslag 47
Bij “the Cove Holiday Village”, waar we afgelopen nacht gestaan hebben, zitten grote ringen verankerd in het beton om de camper mee vast te zetten. Dit kan namelijk hard nodig zijn in het “cyclone” seizoen dat begint in november en duurt tot april. Anderhalf jaar terug is de camping nog getroffen door zo’n extreem harde wind en hebben vele bomen het loodje gelegd. De hele noordwest kust en ook de noordoost kant van Australië kunnen te maken krijgen met cycloons, die erg verwoestend zijn en ook gepaard gaan met veel regen. Nadat we vanmorgen in Wickham boodschappen hebben gedaan rijden we nog maar een klein stukje naar Cleaverville Beach, een groot natuurgebied aan zee waar we deze tijd van het jaar gratis mogen staan.
Er zijn toiletten en vuilnisbakken aanwezig, we mogen kampvuur maken, kunnen vissen en zwemmen…. wat wil je nog meer ! We vinden een plek aan zee bij enkele bomen die voldoende schaduw geven.
Helaas zijn er erg veel vervelende vliegen, dus hangen we, voor het eerst, ons tentje van gaas op, onder de luifel. Hier zitten we comfortabel in de wind zonder last van de vliegen.
Wim is nog een tijdje wezen snorkelen en ziet wát koraal en enkele tropische vissen, voor de echte koraalriffen (Ningaloo Reef) moeten we nog enkele honderden kilometers naar het zuiden !
Tegen de avond begint het steeds harder te waaien en verhuizen we een stukje met de tafel en stoelen, anders kan er geen eten bereid worden. Lekker een steak op houtskool gegrild en daarna een mooi kampvuur, dat is alweer even geleden !
Verslag 48
We zijn gisteren (29 oktober) nog een dag bij Cleaverville Beach gebleven, het was zo’n prachtig plekje: we konden de hele dag in de schaduw zitten in de wind, Wim kon er vissen, we konden zo het water inlopen om te zwemmen, we mochten kampvuur maken, alleen. . . . . er zaten weer heel veel midgees !! Vanmorgen waren we het zát, we zitten weer onder de kleine bultjes en blijven maar krabben. Iets anders wat ook een beetje vervelend was: door de vochtige zeewind bleven er allemaal kleine druppels aan de naalden van de boom, waar we bij stonden, hangen en op den duur drupten ze op ons, op onze spullen en vooral op de luifel. Deze zat vanmorgen helemaal onder de plak en die zullen we binnenkort grondig af moeten schrobben !
(Bij het vissen was Wim heel wat loodjes en tuig verspeeld en bij eb hebben we nog gezocht of we iets terug konden vinden !)
Vanmorgen zijn we eerst naar Karratha gereden (veertig kilometer verderop), een industriestad met 17.000 inwoners en een uitgebreid winkelcentrum. We zagen er, sinds we Cairns verlaten hebben, voor het eerst weer sushi’s, ook was er een schoenenzaak waar ze TEVA’s en “Fitflop” verkopen. Ik ben nu dus in het bezit van twee paar nieuwe schoenen (was hoog nodig !). Nadat we hier nog wat andere zaken afgehandeld hebben rijden we naar Murujuga N.P. (het honderdste N.P. van West-Australië opgericht in 2013) gelegen op het Burrup schiereiland. Een overenthousiaste medewerkster bij het infocentrum in Roebourne, vertelde ons enkele dagen terug, dat we naar dat park moesten gaan en vooral naar Deep Gorge. Hier bevinden zich rotsschilderingen van 30.000 jaar geleden en “nergens anders op de wereld” zijn er zóveel te zien. We hebben de wandeling gemaakt tussen allerlei rotsblokken door en zagen enkele vage tekeningen, maar vonden Kakadu Park toch heel wat interessanter !
Wél komen we hierdoor uit bij Hearson Cove, een prachtige baai waar we, na het nuttigen van onze sushi’s, een tijdje dobberen in het lauwe zeewater.
Terwijl we daar vertoeven zien we vier stingrays voorbijkomen, redelijk ongevaarlijke dieren, maar je moet er niet boven zwemmen ! (Steve Irwin heeft dit niet overleefd !).
Dan wordt het tijd om kilometers te gaan maken: we rijden drie honderd en vijftig kilometer naar het zuid westen en komen tegen zes uur (net voor de zonsondergang) aan bij Barradale Rest Area, een gratis plek vlakbij de Highway waar je mag overnachten. Bij aankomst is het nog veertig graden en krioelt het er van de vliegen. Die gaan echter, zodra het donker wordt, slapen en dán komen de muggen ! We sprayen ons dan ook weer helemaal in en hopen dat er niet nog meer bultjes bijkomen !!
Verslag 49
Nadat we vanmorgen twee honderd kilometer hebben afgelegd komen we uit in Exmouth, gelegen op het gelijknamige schiereiland. Dit plaatsje is de laatste jaren flink uitgebreid met luxe woningen die liggen aan aangelegde grachten. Het is hier dan ook een prachtige plek om te wonen, ondanks de cyclonen die hier regelmatig huishouden. (Dit voorjaar hebben ze er twee gehad, die flink wat schade hebben aangericht.) Vanaf Exmouth heb je toegang tot Cape Range N.P. met het Ningaloo Reef Marine Park als voornaamste attractie. Dit is een World Heritage gebied met een twee honderd zeven en vijftig kilometer lange rif vol met prachtig koraal en vele soorten felgekleurde vissen, een ideaal gebied om te snorkelen.
Bij de ingang van het park boeken we gelijk voor vier dagen en gaan dan op zoek naar een kampplaats in het langgerekte park. Zeven jaar geleden hebben we hier ook gestaan op een prachtige plek pal aan zee (Pilgramunna), helaas mag hier niet meer gekampeerd worden en komen we na ruim een uur zoeken uit bij Osprey Bay, waar de mooiste plekken natuurlijk allemaal bezet zijn, hopelijk heeft dit te maken met het weekend. We zoeken niet verder en zetten onze camper neer, misschien komt er morgen een plaats vrij pal aan zee.
Het waait gigantisch hard, ideaal voor de kitesurfers bij de Sandy Beach, iets verderop. Vanaf onze kampplaats kun je zo de zee in en ook mag hier gevist worden (op sommige plaatsen is dit verboden omdat het beschermd gebied is !). We hebben al diverse emoes gespot en ook enkele kangoeroes, maar die zoeken nu de schaduw op !
Verslag 50
We hebben een prachtige dag gehad in het Cape Range N.P. en ook veel “wildlife” gezien. Dat begon vanmorgen vroeg al tijdens de afwas: Wim kon nog net z’n been omhoog doen om een slang te ontwijken die onder de tafel door kroop. Hij moet mij op een haar na geraakt hebben, maar ik had het niet eens in de gaten, de één meter lange “browny” verdween daarna meteen in de struiken ! Tijdens het vissen, een uurtje later, zagen we vier dolfijnen op korte afstand voorbij zwemmen, er is voldoende voedsel voor ze tussen het koraal.
Tegen tienen lagen we allebei al in zee, de temperatuur is prima, lekker verkoelend en het water is heel helder.
Daarna hebben we alles ingepakt en zijn eerst naar Yardie Creek gereden, je kunt hier een bootcruise maken in de kloof, wat we de vorige keer al gedaan hebben en bij eb kun je door de lagune rijden om uit te komen bij Coral Bay, een vrij riskante trip !
We zorgen dat we net na twaalven bij “Oyster Stacks” zijn, omdat er daar alleen vandaag nog gesnorkeld kan worden. Dit heeft te maken met het tij: alleen bij vloed en dan moet het water boven de 1.20 meter zijn mag je hier snorkelen, bij lager water kun je het koraal raken, wat gevaarlijk is.
We zien veel aparte vissen en Wim maakt heel wat foto’s, helaas is het zeewater nogal troebel door de harde wind.
Nadat we nog even bij Turquoise Bay, een andere populaire snorkelplek, gekeken hebben, zoeken we een rustig plekje op aan zee waar Wim nog een keer kan vissen en waar we gelijkertijd een boterham eten. Hij vangt er een longtom, een vis met een lange smalle bek vol tanden, het valt dan ook niet mee om de haak uit z’n bek te krijgen !
Tegen half vier rijden we terug naar Osprey Bay in de hoop dat er een mooi plekje vrij gekomen is én inderdaad, we kunnen onze camper een stuk dichter bij het water neerzetten en ook een beetje uit de wind !
Ja, het koelt hier ’s avonds flink af ( 22 graden !) en we trekken, zodra de zon onder is, een vest aan én slapen weer onder het dekbed !!
Verslag 51
De camper is vandaag niet van z’n plaats geweest, we wilden er een lui dagje van maken. (Zo wie zo is het erg rustig, want we hebben totaal geen contact met de buitenwereld: geen telefoon, geen internetverbinding dus geen nieuws en ook kunnen we niet even kijken wat het weer doet de komende dagen !)
Wim ging meteen na het ontbijt vissen en ik was net terug van een wandeling naar Sandy Bay toen Wim in de problemen kwam: een schildpad was in de lijn van zijn hengel verstrikt geraakt.
Het arme dier probeerde van alles om zich te bevrijden, maar kwam steeds vaster te zitten in het draad.
Wim haalde langzaamaan de lijn binnen om daarna de schildpad proberen los te krijgen. Gelukkig had hij geen aas ingeslikt, maar de lijn was al diverse keren om zijn lichaam gewikkeld. Op een gegeven moment moest ik de hengel vasthouden en ging Wim de rotsen af naar het strand, een stuk steen brak echter af waardoor hij naar beneden roetsjte en z’n been flink open schuurde, máár hij was beneden. Daar heeft hij de turtle met een mes van de draad bevrijd (het schildpad keek hem met angstige ogen aan) en weer de vrijheid gegeven.
Een ervaring om nooit te vergeten (alles staat ook op film) ! Ondertussen liep bij Wim het bloed langs z’n been, maar hij vond het redden van het schildpad belangrijker en met jodium en enkele pleisters waren de wonden enige tijd later weer schoon en verzorgd.
(Helaas komt het vaker voor dat dieren verstrikt raken in visdraad !)
Ook vandaag staat er weer een heel harde wind en zijn we niet eens het water in geweest.
Gelukkig staan we zo met de camper dat we uit de wind kunnen zitten en zelfs een spelletje Carcasonne kunnen doen (er is niets weggewaaid !) De vorige keer dat we in dit Nationale Park waren moesten we na drie dagen terug naar de bewoonde wereld omdat de accu leeg was, nú hebben we totaal geen problemen omdat we zonnepanelen hebben, die zorgen dat we voldoende stroom houden ! Tegen vieren maken we een strandwandeling, maar we worden haast gezandstraald en ook is het zand vrij zacht zodat dit niet prettig loopt. De kite-surfers hebben echter de tijd van hun leven, met deze stormachtige wind.
Om zes uur hebben we het vest alweer aan en kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat we enkele dagen terug nog met de plantenspuit en de ventilator in de weer waren om verkoeling te zoeken !
Verslag 52
De nacht van maandag op dinsdag was nogal stormachtig en ’s morgens zijn er dan ook diverse mensen vertrokken van de kampplaats, waardoor er een plek vrij kwam nóg een stukje dichter aan het water, met directe toegang tot zee. Wij zijn gelijk verhuisd, iets wat bij ons maar vijf minuten duurt, en hebben ontbeten op ons nieuwe stekje.
Nadien hebben we gesnorkeld, al is hier niet zoveel koraal als bij Oyster Stacks en helaas ging tijdens het zwemmen onze onderwatercamera kapot, dus nu is het gebeurd met foto’s van tropische vissen en koraal.
Na de middag hebben we onze tafel en stoelen op de mooie plaats laten staan en zijn zestig kilometer (!!) noordwaarts gereden (naar een hoog punt bij een vuurtoren) om de mails te verzenden, enkele telefoongesprekken te voeren en even het laatste nieuws te bekijken, waarna we dezelfde weg weer terug zijn gegaan. In Nederland is zoiets ondenkbaar !
Gister was weer een lui dagje met veel vissen, lezen, een spelletje doen en regelmatig even het water in. De temperatuur van zowel buiten als van het water is prima en we genieten volop van het mooie Nationale Park.
Nadat we vijf nachten op Osprey Bay gestaan hebben zijn we vanmorgen weer noordelijk gereden en hebben eerst enkele uren doorgebracht bij Pilgramunna, waar we zeven jaar terug nog mochten kamperen. Wim heeft hier goede herinneringen aan met grote visvangsten, maar helaas wil dit vandaag niet lukken (we hebben van diverse vissers gehoord dat er op het moment slecht gevangen wordt !), toch vermaakt hij zich prima !
Daarna rijden we naar het uiterste noorden van het park en parkeren onze camper bij Mesa Camp, waar we weer een prachtig uitzicht hebben op zee. We maken onze laatste voorraden op en moeten morgen écht terug naar Exmouth om verse spullen te kopen ! We hebben hier een prachtige tijd gehad, zonder enige last van vliegen, midgees of muggen !
Verslag 53
We hadden één afslag van Cape Range N.P. nog niet genomen: Mangrove Bay, dus zijn we daar vanmorgen ingereden voor we het park verlieten. We kwamen uit bij een vogelspot plaats aan een baai en zagen daar drie pelikanen en nog enkele andere vogels.
Iets verderop zat een grote roofvogel in een boom, hij lijkt op een visarend, zoals we er veel in Afrika gezien hebben.
Daarna zijn we naar Exmouth gegaan om diverse zaken te regelen: we hadden weer diesel en water nodig, een heleboel levensmiddelen, een nieuwe douche én een onderwatercamera. Dit is een Olympus Stylus TG-860 geworden waar we zelfs mee kunnen filmen, tientallen foto’s achter elkaar kunnen maken, een ingebouwde flits heeft en waar je vijftien meter onder water mee kunt fotograferen ! Wim is alles aan het uittesten en de resultaten zien er goed uit, nu nog kijken hoe hij het onder water doet !
Na honderd en vijftig kilometer rijden naar het zuiden zijn we uitgekomen bij Coral Bay, een kleine kustplaats met twee campings ook gelegen aan het Ningaloo Reef. In 2008 hebben we hier ook gestaan en kregen toen te maken met hevige regen, vanwege een cycloon, waardoor de wegen onder water kwamen te staan en we enkele dagen vastzaten op de kampplaats. Het is weekend en de camping (Peoples Park Coral Bay) staat aardig vol, maar we hebben een prachtig plekje gekregen direct aan het strand, alleen omdat we geen stroom nodig hebben !!
(Deze foto is vanuit de camper genomen.)
Het is de laatste dagen iets minder warm, zo’n zeven en twintig graden en ’s avonds koelt het flink af, ook waait het nog steeds erg hard, ze noemen het hier dan ook geen november maar “blow-vembre” !
(Deze foto is met het nieuwe toestel gemaakt !)
Verslag 54
We staan weer op een camping dus …… om half acht vanmorgen had ik al twee wasmachines in gebruik en tegen half elf, toen alles schoon, droog en opgeruimd was, hebben we onze snorkelspullen gepakt om de onderwaterwereld van het Ningaloo Reef te verkennen. We zijn eerst een stuk langs het strand gewandeld en in de buurt van het rif het water ingegaan, waarna we met de stroming mee langzaam teruggesnorkeld zijn over het prachtige koraal.
Wim heeft de nieuwe camera meegenomen en heel wat foto’s gemaakt.
Na ruim een uur snorkelen begon ik het fris te vinden (het is per slot van rekening nog steeds voorjaar in Australië en het water is nog niet zó warm !) en ben het water uitgegaan. Wim heeft het nog een half uur langer volgehouden, maar zodra je boven water bent zorgt de frisse wind ervoor dat je snel afkoelt. We hebben dan ook heerlijk onder de warme douche gestaan om bij te komen. Het was zo wie zo fijn om weer onder een echte straal te staan, dat was alweer anderhalve week geleden !! Daarna hebben we heerlijk genoten van ons prachtige plekje met uitzicht op zee en later bij de receptie zelfs ons verblijf met twee
dagen verlengd.
Tegen de avond zijn we met een glaasje wijn het strand opgelopen om weer eens de zon in de zee te zien zakken, wel hadden we alweer een dik vest aan !
Verslag 55
Net als de eerste dag zijn we gisteren en vanmorgen tegen half elf gaan snorkelen; het wordt dan langzaam eb en er is weinig wind, waardoor het water vrij helder is. Maar in tegenstelling tot de eerste dag, gaan we nu, evenals gistermorgen, pal voor onze camper het water in, ook hier is prachtig koraal én er zijn meer vissen.
(Even de haren föhnen in de camper na het douchen !)
Na ruim een uur snorkelen raak je een beetje onderkoelt en wordt het tijd om terug te gaan naar het strand. We gaan weer onder de warme douche, maar zoeken vervolgens toch de schaduw op.
We hebben de afgelopen dagen diverse potjes Carcassonne gespeeld (helaas allemaal door Wim gewonnen !!),
lekker gelezen én ik heb vandaag de camper gewassen en van het rode stof verlost. Door de verkoelende wind heb je niet in de gaten hoe snel je verkleurd, maar de komende dagen hoeven we niet veel zon meer op onze huid.
Ook hebben we hier genoeg gezien van het leven onder water, Egypte blijft mooier, als zullen we daar voorlopig niet kunnen snorkelen vanwege de bomaanslag van IS !
Verslag 56
(Even een dakinspectie, handig zo’n muurtje !)
Het was voor het eerst deze reis dat de camper vier dagen niet van z’n plek is geweest, dus vanmorgen werd het hoog tijd dat we verder gingen. Dit kwam goed uit want ineens waren er vandaag volop erg irritante vliegen, terwijl er toch nog veel wind was. Tijd om te vertrekken !! We hebben twee honderd en tachtig kilometer afgelegd, maar zijn hemelsbreed zo’n honderd en vijftig kilometer zuidelijker van Coral Bay uitgekomen bij Quobba Station, weer aan de kust.
Hier bevinden zich de “blowholes”, waar uit aparte rotsformaties het water bij harde wind hoog opspuit.
We komen er ruim na de middag aan en besluiten hier te overnachten. We vinden een plek met uitzicht op de ruwe zee én zonder vliegen !!
Wim gaat nog een tijdje vissen en vangt een tropische vis, zoals we gister nog tijdens het snorkelen gezien hebben. (Hij geeft hem daarna weer de vrijheid !)
Tegen de avond hebben we een prachtige zonsondergang en na het eten (heerlijke vis bereid door mijn chef-kok !) gaat, sinds lange tijd, het kampvuur weer aan. Maar allesoverheersend zijn de beukende golven tegen de rotsen, wat een natuurgeweld ! Tevens een heerlijk geluid om ’s avonds bij in slaap te vallen !
Verslag 57
Vanmorgen waren de vliegen ineens weer volop aanwezig, het blijkt te maken te hebben met de wind, die nu uit het oosten (uit de woestijn) kwam, iets wat vaker gebeurt ’s morgens vroeg. We zijn dan ook zo snel mogelijk vertrokken van ons plekje en richting Carnarvon gereden, een plaats aan de monding van de Gascoyne River, waar normaal veel tropisch fruit geteeld wordt. De rivier staat echter zo goed als droog en de plantages geven een “zielige” indruk met half verlepte bananenbomen, waar geen fruit aanhangt. We rijden eerst naar de “One Mile Jetty” in de veronderstelling dat daar prima gevist kan worden, maar je kunt hier tegenwoordig met een treintje naar het eind van de steiger rijden en voor vissen is geen plek.
Ook is het tegen tienen al veertig graden, de temperatuur is weer flink aan het stijgen. Hierdoor (en door de vliegen !) gaan we onze plannen een beetje wijzigen: het was de bedoeling weer het binnenland in te gaan naar Kennedy Range N.P. en vervolgens door naar Mount Augustus N.P., een trip van zo’n vijf, zes honderd kilometer, maar omdat het de komende dagen erg heet blijft en de meeste vliegen landinwaarts leven, blijven we toch maar aan de kust. Nadat we in Carnarvon weer in een grote supermarkt zijn geweest, tussen de middag aan zee, in de schaduw, heerlijk garnalen gepeld en opgepeuzeld hebben en bij een campingwinkel een doek gekocht hebben om aan de luifel te schuiven zodat we uit de zon en wind kunnen zitten, rijden we naar een kampplaats om te overnachten. Die vinden we bij Bush Bay, een gratis overnachtingplaats aan zee, waar het stevig waait. We proberen gelijk ons nieuwe doek uit en deze bevalt prima.
Toch draaien we tegen de avond de camper een slag, want we worden haast gezandstraald door de harde wind die over het strand blaast.
Vanavond gaat het doek er weer af en ook rollen we de luifel weer op (iets wat we de laatste dagen steeds doen, vanwege de rare draaiwinden !) en ondanks die maatregelen liggen we toch nog te schudden in bed door “blow-vembre” !
Verslag 58
We konden vanmorgen rustig ontbijten: er waren weinig vliegen en de wind was verkoelend. We rijden weer een stukje zuidelijk, het was de bedoeling niet ver te gaan en tegen de middag stoppen we bij Gladstone Campground gelegen aan een beschutte inham van Shark Bay. We hebben het er slechts vijf minuten volgehouden voor we de auto weer ingevlucht zijn, de vliegen kwamen massaal op ons af !! Op de kampplaats stond één andere caravan waarvan de eigenaars hoogstwaarschijnlijk binnen zaten, wegwezen hier !! De laatste dagen is het vrij saai rijden: alleen maar tweebaans asfaltwegen over een vlak landschap met slechts struiken als begroeiing. Onze volgende stop is bij Hamelin Pool, waar de beroemde stromatolieten (primitieve blauwgroene algen die één van de eerste levensvormen op aarde waren) te bewonderen zijn, vooral door deze levende fossielen heeft Shark Bay de status van Wereld Erfgoed gekregen (1991). We hebben deze zwarte brokken steen al eens gezien en wanneer we diverse mensen met netjes op het hoofd zien lopen en er weer volop gezwaaid wordt, besluiten wij gewoon in de auto te blijven zitten met de ramen dicht.
(Aan de buitenkant van de ruit zitten ze al op ons te wachten !!)
Na een half uurtje rijden komen we bij Shell Beach, een zestig kilometer lang strand dat bestaat uit een tien meter dikke laag kokkelschelpen.
Het wordt tijd om een overnachtingplaats te zoeken en we gaan diverse zijwegen in om iets te vinden. Bij Eagle Bluff zien we een leuk plekje aan het water, al is de weg ernaartoe niet al te best.
We staan weer eens helemaal alleen (wanneer je de vliegen niet meetelt !) en zetten onze stoelen en tafel pal aan het water, waar een lekker windje waait.
Het is vrij bewolkt vandaag waardoor er tegen de avond een prachtige lucht ontstaat, weer eens iets anders dan een “gewone” zonsondergang !
Verslag 59
Vanaf onze overnachtingplaats zagen we gisteravond in de verte een heleboel lichtjes, deze blijken van een zoutwinningbedrijf te zijn op Dirk Hartog Island, ook behorend bij Shark Bay. De Hollander Dirk Hartog zette in 1616 als eerste Europeaan voet aan wal in Australië en was daarmee onder andere Captain Cook (1768) en William de Vlamingh (1697) ver vooruit. Ook onweerde het ’s avonds vanuit dezelfde hoek en schoten er prachtige lichtflitsen in zee, het bleef echter ver weg.
Vanmorgen stond er weinig wind en hierdoor waren de vliegen weer talrijk aanwezig, waardoor we met een netje op moesten eten wat niet erg handig gaat !
Je wordt er een beetje gestoord van en vergeet daardoor dingen ….. ! Toen we enige tijd later in Denham aankwamen wees iemand ons erop dat het dak omhoog stond. We hadden slechts twee klemmen dichtgedaan waardoor het dak helemaal scheef hing, na enkele slagen met de moker tegen het scharniersysteem stond alles weer redelijk recht ! We hadden nog een paar kleine ongemakjes en zagen later dat het vandaag vrijdag de dertiende is, toeval ? We besluiten geen gekke dingen te doen vandaag en rijden naar Monkey Mia Reserve, een plek die vooral bekend is om zijn dolfijnen die hier elke dag gevoerd worden. Je kunt hier kamperen en wij nemen een prachtige plek met uitzicht op de baai waarvandaan je zo het water in kunt lopen.
Omdat het vandaag weer goed heet is zijn we dan ook diverse keren de zee in geweest.
De pelikanen zijn volop aanwezig, vooral op plekken waar vis schoongemaakt wordt !
Omdat hier veel te zien is onder water boeken we voor morgenmiddag een cruise met de “Shotover”, een catamaran die elke dag excursies doet. Hier zit een gratis “sundown-cruise” bij die we vandaag tegen half zes al gelijk maken: we zitten anderhalf uur op de zeilboot, heel relaxt met een wijntje en zien de zon langzaam onder de horizon zakken.
Zo wil ik morgen nog wel drie uur doorbrengen op het water !!
Verslag 60
We zijn vanmorgen tegen achten, na het ontbijt, naar de pier gelopen, waar haast elke morgen enkele dolfijnen verschijnen. Ze weten dat ze hier een visje krijgen, al zorgen de rangers van Wildlife er wel voor dat ze niet te veel eten, want ze moeten ook zelf blijven jagen ! Er staan alweer tientallen mensen te wachten om ze te bekijken en op de foto te zetten, het is dan ook een prachtig gezicht.
Op hetzelfde moment zwemt er een schildpad vlak langs de pier, af en toe met z’n kopje boven water.
Het is vandaag heel ander weer dan gisteren: er staat een harde noordenwind, waardoor het veel frisser is, maar tevens zorgt die er voor dat er haast geen vliegen zijn, heerlijk !
Alleen is het wel jammer van onze cruise, want er zijn nu veel golven en je kunt niet zomaar ín het water kijken, we zien dan ook niet veel onderwaterleven.
Het was de bedoeling dat we, voor het eerst, de dugong zouden zien. Tot voor kort hadden we nog nooit van dit dier gehoord, maar ze komen hier vrij veel voor. De dugong wordt ook wel zeekoe genoemd en eet alleen maar zeegras, hij leeft z’n hele leven in warm, ondiep zeewater, is vrij schuw en komt alleen boven water om adem te halen (Ze kunnen zes minuten onder water blijven.). Deze dieren zijn meer verwant met een olifant dan met welk onderwater leven dan ook en ze kunnen drie meter lang worden en vier honderd kilo wegen. Ze hebben een platte snuit, een soort flippers waarmee ze bewegen, maar geen vin. Hun natuurlijke vijanden zijn alleen haaien, krokodillen en killer whales. Alles goed en wel, we hebben een paar dugongs gezien, maar dan slechts één seconde en niet zo dichtbij, ook geen dolfijnen, manta’s, zeeslangen en schildpadden.
Wanneer we na afloop nog even bij het boekingskantoor naar binnen lopen (waar een Nederlandse dame het voor het zeggen heeft !) krijgen we gelijk te horen dat we morgen nog een keer gratis mee mogen, ze willen alleen maar tevreden klanten. We willen even het weer afwachten, maar wanneer er morgen minder wind is gaan we zeker nog een keer mee, ik wil zo’n zeekoe toch wel iets beter bekijken ! (In de brochure stond ook dat wanneer je zeeziek werd, wat nooit voorkwam, je honderd dollar retour kreeg. Wim was echter blij dat hij een reistablet had ingenomen, want om je nu drie uur beroerd te voelen om je geld terug te krijgen !! Hij was wél zeeziek geworden, zeker weten !)
De laatste twee foto’s komen van het internet, zó ziet een dugong eruit !
Verslag 61
Er stond vandaag maar een klein briesje dus zaten we vanmiddag voor de derde keer op de catamaran, maar nu heel ontspannen !
Al snel zien we enkele dolfijnen, een grote turtle, een manta-ray en vliegende vissen.
Wanneer we na een half uurtje boven erg ondiep gebied varen gaan we met z’n allen op zoek naar dugongs. Deze zoogdieren blijven moeilijk te vinden omdat ze maar heel even boven water komen om adem te halen en ze op de foto krijgen is een ramp, máár we hebben ze in ieder geval goed gezien.
Ze lijken met hun gladde grijs-bruine rug veel op zeehonden, maar hun snoet is heel anders en ze zijn groter.
We zijn blij dat we nog een keer mee zijn gegaan, ook zaten we meer voorop de boot waar je de dieren eerder spot. Er moeten in het zeegebied van Shark Bay, dat zo’n twintig duizend vierkante kilometer groot is, acht tot tien duizend dugongs leven, we hebben er vandaag ongeveer vijftien gezien !
Verslag 62
Vanmorgen hebben we Monkey Mia weer verlaten en zijn eerst vijfentwintig kilometer in zuidwestelijke richting gereden om uit te komen bij Denham, de enige plaats in Shark Bay. Hier hebben we boodschappen gedaan, wat hard nodig was, zelfs ons laatste brood was beschimmeld door de vochtige hitte van de laatste dagen. Er zijn hier slechts enkele kleine winkels en je betaalt de hoofdprijs, maar we zijn allang blij dat we weer vers voedsel kunnen inslaan. Daarna gaan we weer noordelijk naar Francois Peron N.P., de bovenste helft van het schiereiland, behorend bij Shark Bay World Heritage area. Dit gedeelte, 52.000 hectare groot, is heel zanderig en alleen geschikt voor wagens met 4WD. We moeten onze banden een stuk leeg laten lopen (tot 25 bar), al hebben we het idee dat het allemaal nog wel meevalt en we ook zó het park in gekund hadden.
We nemen de eerste afslag naar Big Lagoon en komen tegen half één aan bij een prachtige baai, waar het langzaam vloed wordt. Je mag hier kamperen en we zien een mooie plek met uitzicht op de lagoon en besluiten niet verder te rijden.
Nadat we wat gegeten hebben pakt Wim z’n visspullen en heeft uren aan de waterkant gezeten. Hij heeft het druk want er zit veel vis en hij haalt er verschillende naar de kant, zelfs een haaitje bijt is het aas !
Het begint steeds harder te waaien en het doek, wat we eerst voor de schaduw gebruikten, wordt later een beschutting tegen de wind.
Het is trouwens minder warm en ook zijn de vliegen bijna allemaal weg, hopelijk zijn ze teruggevlogen de binnenlanden in !
Verslag 63
We hebben vanmorgen nog lange tijd genoten van ons prachtige plekje en zijn pas tegen half twaalf vertrokken om de rest van Francois Peron N.P. te gaan bekijken.
Was de weg naar de Big Lagoon nog redelijk hard, hoe verder we noordwaarts gaan hoe zachter het zand wordt, maar Wim is een prima chauffeur en vindt het bovendien heel leuk om door zand te rijden.
Het is erg rustig in het park en we komen maar af en toe een auto tegen.
We bekijken diverse kampplaatsen onderweg en rijden dan door tot de top waar bij Skipjack Point een mooi uitkijkpunt is. We zien een manta en een grote schildpad zwemmen in het ondiepe water en je moet hiervandaan zelfs doegongs kunnen spotten, maar die zijn natuurlijk allemaal onder water !
Op de uiterste punt: Cape Peron kijk je op de rode, grillige rotsen en kun je naar zee lopen. We blijven hier een tijdje en Wim gooit zijn hengel weer uit.
Tegen vieren vertrekken we naar kampplek “Gregories” en hebben daar een plek met uitzicht op zee, al is deze lang niet zo mooi als die van afgelopen nacht. We vinden het echter te ver om helemaal terug te rijden, al is het maar zo’n vijftig kilometer, want de gemiddelde snelheid ligt rond de dertig kilometer per uur.
Weer koelt het ’s avonds flink af en bouwen we een tentje waar we heel knus de avond doorbrengen !
Verslag 64
Vandaag (woensdag 18 november) was het de “koelste” dag tot nu toe, deze reis. Het werd niet warmer dan vierentwintig graden, ook stond er een harde wind en was het bijna de hele dag bewolkt, we hebben zelfs enkele regenbuitjes gehad.
We zijn weer zuidelijk gereden door het mulle zand en teruggekeerd naar ons mooie plekje bij de Big Lagoon.
Vorige keer stonden we hier helemaal alleen, nu staan er nog enkele anderen.
Na de middag, wanneer de vloed langzaam opkomt, gaat Wim weer vissen en . . . hij vangt er zestien !!!
De eerste vier geeft hij aan onze Zwitserse buren, waar we een tijd mee hebben staan praten, drie maakt hij er schoon voor ons zelf en de rest gaat terug de zee in.
Voor Wim was dit de “coolste” dag wat vissen betreft !
Verslag 65
Het Nationale Park op het schiereiland Peron was tot 1990 een schapenfarm en bij de Homestead kun je de oude stallen waar de schapen geschoren werden, nog bekijken.
Nadat we de banden weer naar normaal niveau hebben teruggebracht (er staan luchtcompressoren klaar voor de bezoekers !) brengen we eerst een bezoek aan de “Peron Heritage Precinct”.
Vervolgens rijden we naar Denham om te tanken, enkele boodschappen te doen en alvast te betalen bij het Visitor Centre voor een overnachting bij Eagle Bluff, waar we een week terug ook een plekje hadden. Onderweg komen we langs het Ocean Park Aquarium waar allerlei zeedieren te zien zijn.
Het voeren van de haaien is het hoogtepunt van de toer, maar ook krijgen we veel uitleg over onder andere zeeslangen, giftige vissen, schildpadden en steenvissen.
(Dit zijn drie steenvissen, wanneer je hier op trapt sterf je een pijnlijke dood !)
Nadat we er wat gegeten hebben rijden we naar onze kampplaats. Er staat vandaag een stormachtige wind en we draaien onze camper zo dat we uit de wind kunnen zitten, maar hij schudt aardig heen en weer.
Tegen de avond verhuizen we naar binnen en horen vandaar de wind gieren om ons huisje, waarschijnlijk gaan we een erg onrustige nacht tegemoet !!
Verslag 66
Gelukkig was de wind vanmorgen een beetje minder geworden en konden we buiten ontbijten zonder zand te happen. Na negen dagen verlaten we Shark Bay weer, al stoppen we nog enkele keren onderweg om foto’s te maken.
Bij Hamelin Pool, waar vorige week de vliegen ons aanvielen en we de auto niet uitgegaan zijn, bekijken we nu de stromatolieten, die gevormd zijn door cyanobacteriën en voor wetenschappers blijkbaar erg interessant, voor ons blijven het brokken steen !
Gelukkig is het nu ook geen vijfenveertig graden meer, maar de temperatuur loopt wel weer op. We wandelen nog even naar een groeve waar vroeger compacte massa’s schelpjes als blokken uitgezaagd werden, om te dienen als muren voor huizen.
Het ziet er nu maar slecht onderhouden uit, als dit een “World Heritage area” is, waar duizenden mensen komen, dan mogen de voorzieningen wel wat beter zijn. We moeten weer enkele honderden kilometers afleggen naar het zuiden om bij de volgende interessante locatie uit te komen: Kalbarri N.P.. Nadat we bij de mooie parkeer- en tevens overnachtingplaats Galena Bridge bij de Murchison River wat gegeten hebben rijden we noordwestwaarts richting de plaats Kalbarri. De erg kronkelende Murchison River komt hier in zee uit en heeft stroomafwaarts mooie kloven uitgeslepen die nu het Nationale Park vormen.
We hebben onderweg al twee mooie “lookouts” bekeken: Ross Graham en Heaks Head voordat we in Karbarri aankomen.
Hier moeten we op een camping gaan staan (wij nemen Anchorage C.P. met uitzicht op de rivier), want wild kamperen is niet toegestaan !
(Sommige mensen doen wel erg moeilijk om aan de overkant te komen !)
Wim maakt eindelijk de zelfgevangen vis (bij de Big Lagoon) klaar, wat gisteren niet mogelijk was met die stormachtige wind !
Op de achtergrond horen we het geschreeuw van tientallen galahs die hier ook huizen op de camping !
Verslag 67
Het was vandaag weer extreem heet met ruim veertig graden, toch wilden we weer een stukje van Kalbarri N.P. bekijken. Na vijfendertig kilometer rijden kwamen we net na tienen aan bij Z-Bend, een kloof die je van bovenaf kunt bekijken, maar waar je ook doorheen kunt wandelen.
De totale track is bijna vier kilometer en we zijn drie trappen op en af geweest, hebben weer aardig geklauterd en gezweet, maar het was niet zo zwaar als in Karijini N.P..
Tegen twaalven waren we terug van de mooie wandeling en we hadden door kunnen gaan naar een volgende lookout met track, maar deze bewaren we voor morgen. We zijn teruggegaan naar de plaats Kalbarri en hebben de camper aan zee geparkeerd, waar we uren doorgebracht hebben aan het water.
Een paar keer zijn we de zee in geweest, die echt verkoelend werkt (!) en verder hebben we onder de parasol lekker zitten lezen.
Tegen half vijf zijn we teruggegaan naar dezelfde camping als afgelopen nacht en we staan op precies het zelfde plekje, weer met uitzicht op de rivier, onder een boom en met honderden krijsende galahs om ons heen !
Verslag 68
Vandaag zijn we naar het laatste punt van de Murchison Gorge gereden wat we nog niet bekeken hadden: Nature’s Window. Menigeen heeft een foto van dit punt bij z’n vakantiekiekjes zitten en ook wij vereeuwigen onszelf bij deze aparte rotsen.
Hiervandaan kun je een acht kilometer lange tocht maken, gedeeltelijk boven langs de kloof en later afdalend in de gorge om langs het water verder te lopen. In Kalbarri, aan de kust, hadden we vanmorgen een prima temperatuur, maar terwijl we landinwaarts reden steeg het kwik langzaamaan met tien graden. Om half tien was het bij de kloof al twee en dertig graden, dus goed ingesmeerd, een hoed op en met veel water bij ons, zijn we begonnen aan de “loop”.
Tegen elf uur hadden we drie kilometer afgelegd en was de temperatuur opgelopen naar twee en veertig graden. We waren inmiddels afgedaald in de kloof en hier stond een bord met de waarschuwing dat je nog vijf kilometer door mul zand moest lopen of om kon keren en dezelfde drie kilometer bovenlangs terug kon gaan.
Wij hebben voor het laatste gekozen en kwamen tegen half één, helemaal op, weer terug bij onze auto. De tocht op zich was niet zwaar, maar er was nergens schaduw en dan raak je oververhit ! Eigenlijk hadden we vandaag verder willen trekken, maar we hebben nog een nacht op de camping geboekt. Na een dutje en een verfrissende douche voelden we ons weer veel beter (ik heb zelfs nog twee machines met was gedraaid !) en op de kampplaats waaide een lekker windje uit zee. We hebben weer eens een spelletje gedaan en verder geluierd, we worden toch een dagje ouder !!
Verslag 69
Kalbarri N.P. heeft niet alleen de Murchison kloof als toeristische trekpleister, ook aan de kust zijn er prachtige kliffen waar je naartoe kunt wandelen en die bij het park horen. Nadat we vrij laat van de camping vertrekken (het is bewolkt en fris, ideaal weer om de camper een schoonmaakbeurt te geven !!) rijden we zuidwaarts om de verschillende uitkijkpunten te bekijken. Vanaf Red Bluff, een hoge rotspunt, zien we een groep dolfijnen zwemmen in zee en ondanks de harde wind blijven we een tijdje staan kijken naar deze prachtige dieren.
Nadien rijden we naar Pot Aley, Eagle Gorge en Grandstand, maar alle punten lijken veel op elkaar.
Alleen Island Rock en Natural Bridge zijn duidelijk verschillend, het lijkt wel of we de “Great Ocean Road” rijden, maar deze bevindt zich langs de kust van Zuid Australië.
Het was de bedoeling om een kampplaats bij Lucky Bay in de duinen te nemen, maar met dit weer heeft dat weinig zin, dat wordt zandhappen of binnen zitten.
(Dit is een “blue tongue lizard”of ook wel een “bobtail” genoemd)
Wij rijden door naar “Principality of Hutt River”, een klein onafhankelijk, soeverein staatje ongeveer zo groot als Hong Kong, waar prins Leonard, sinds 21 april 1970, de scepter zwaait.
We worden door hem persoonlijk ontvangen (de goede man is inmiddels negentig jaar oud !) en hij vertelt ons van alles over zijn ontmoetingen met andere prinsen.
We krijgen een stempel in ons paspoort en ook heeft het staatje eigen geld, een vlag en een gouvernement kantoor. Er zijn maar weinig onderdanen (twintig, volgens de prins, al zien we er geen één!)) en we kunnen blijven slapen op de kampplaats van Hutt River. Het is wel een verschil met gisteren: toen hadden we ruim veertig graden in de kloof en nu zitten we met een vest aan en kunnen we diep onder ons dekbed kruipen, máár we zitten dan ook in een andere staat !!
Verslag 70
Terwijl we gisteravond, sinds lange tijd, genoten van de verwarmende vlammen van het kampvuur, zagen we in de verte regelmatig de bliksem flitsen vanwege het onrustige weer.
Voor we vanmorgen uit Principality of Hutt River vertrokken zijn we nog een keer naar prins Leonard I gegaan, we vonden het zo’n interessante, intelligente man ! Ook nu vertelt hij weer honderd uit over zijn “rijk”: hij heeft ruim tweehonderd ambassadeurs in grote steden en zo’n tien duizend mensen over de hele wereld hebben een paspoort van Hutt River en zijn dus eigenlijk inwoners van zijn staat. Voor de toekomst is alles goed geregeld, hij heeft vier zoons en drie dochters, die ervoor zorgen dat zijn staat blijft bestaan.
Nadat we het historische plaatsje Northampton gepasseerd zijn zetten we de TomTom op de “kortste route” naar Coronation Beach, onze volgende overnachtingplaats, maar aangezien ons navigatiesysteem verouderd is, komen we op een doodlopende weg tussen allemaal graanvelden terecht en moeten we rechtsomkeert maken.
Ruim na de middag komen we alsnog aan op de kampplaats bij zee waar een harde wind staat en de surfers en kite boarders zich volop uitleven.
We vinden een plekje uit de wind en gaan regelmatig even kijken bij de sportievelingen, die blijkbaar geen last hebben van kou en blij zijn met de stormachtige wind.
Wij doen ’s avonds voor het eerst allebei de lange broek aan en kunnen zo alvast wennen aan het Hollandse klimaat !
Verslag 71
De kust van West Australië herbergt veel Nederlandse historie, diverse VOC schepen hebben hier schipbreuk geleden, waarvan de Batavia (1629) en de Zuytdorp (1712) de bekendste zijn. In het WA Museum in Geraldton kun je hier van alles over vinden, er bevindt zich zelfs één van de vier en twintig originele kanonnen, die aan boord waren van de Batavia.
Ook vernemen we voor het eerst dat de ballast aan boord voor een gedeelte bestond uit grote stenen, die tezamen een poort moesten vormen voor de stad Batavia in Indonesië (tegenwoordig Jakarta geheten).
Buiten in de haven ligt een replica van de sloep behorend bij het VOC schip, waarmee kapitein Francisco Pelsaert, samen met zevenenveertig andere personen in dertig dagen naar Batavia is gevaren om hulp te halen voor de andere overlevenden, die achter gebleven waren op één van de Abrolhos eilanden, gelegen voor de kust bij Geraldton. Dat deze muiterij pleegden en dat er van de twee honderd zeventig mensen er inmiddels honderd vijfentwintig gestorven of vermoord waren, ontdekte hij pas bij terugkomst, de schuldigen zijn later opgehangen of geëxecuteerd.
Het VOC schip de Zuytdorp was op weg naar Batavia met 248.000 zilveren munten aan boord, waarvan er na de schipbreuk slechts enkele honderden zijn teruggevonden, waar de rest is gebleven zal wel altijd een mysterie blijven.
Een andere gebeurtenis die uitgelegd wordt in het museum is de verdwijning van de “HMAS Sydney 2”, een oorlogsschip met 645 bemanningsleden aan boord, dat tijdens een gevecht met het Duitse schip HSK Kormoran op 19 november 1941 van de aardbodem verdween en pas op 18 maart 2008 is teruggevonden. Zevenenzestig jaar lang hebben heel veel familieleden in onzekerheid geleefd over wat er gebeurd was met hun geliefden.
We brengen enkele uren door in het museum en hebben dan nog lang niet alles bekeken, er zijn te veel verschillende onderwerpen.
We rijden zo’n vijftig kilometer en komen dan uit bij Ellendale Pool, een leuke kampplaats gelegen aan een langgerekte waterplas bij een hoge rotswand. Het is al eeuwenlang een geliefde picknickplaats en ook Aboriginals hebben hier in vroeger tijden gewoond.
Wij mogen hier voor vijf dollar overnachten en genieten van het mooie plekje. Op de achtergrond kwaken de kikkers, weer eens iets anders dan het geluid van de rollende golven !
Verslag 72
We zijn nog een dag gebleven op ons mooie plekje bij Ellendale Pool. Wim is ’s morgens een tijd gaan vissen en haalde twaalf visjes naar boven, die hij gelijk weer terug heeft gezet.
Ze waren niet alleen te klein, ook zit er een soort “blauw alg” in het water, waardoor je eveneens beter niet kunt gaan zwemmen. We waren tóch haast het water ingegaan: tegen twaalven was het ruim veertig graden, maar toen begon het ineens bewolkt te worden en kwam er wind opzetten. Helaas kwam deze uit het oosten en wanneer we enige tijd later heerlijk garnalen zitten te eten (in Geraldton vers gehaald !), krijgen we gezelschap van tientallen vliegen !!
Ook leven er hele groepen krijsende kaketoes en vele kikkers in dit gebied, de laatste gaan de hele nacht door met hun gekwaak.
Vanmorgen (vrijdag 27 november) zijn we via Dongara naar Cliff Head gereden, waar je zo aan zee kunt gaan staan. We hadden een leuk plekje in de schaduw gevonden en hadden net alles geïnstalleerd toen bleek dat het er gewoon “fris” was door de harde wind (die niet voorspeld was !).
We hebben alles weer ingepakt en stonden vijf minuten later, iets verderop, nog dichter bij zee, in de zon en uit de wind gedraaid.
Wim hoefde maar een paar meter te lopen om te vissen en heeft uren in de zon én in de wind gezeten.
Nadien zaten z’n viskoffer en hij zelf helemaal onder het zand en heeft hij voor het eerst de nieuwe douche uitgeprobeerd !
De lange broeken en vesten komen weer tevoorschijn, want tegen zevenen is het nog maar twintig graden !!
Verslag 73
Het is nog ruim drie honderd kilometer rijden naar Perth (onze eindbestemming) en we hebben nog elf dagen te gaan, dus we doen het kalm aan ! Vanaf ons plekje aan zee rijden we vijftig kilometer zuidwaarts naar het plaatsje Leeman en vragen daar hoe we bij “Stockyard Gully” kunnen komen. Dit Nationale Park ligt wat afgelegen en is alleen bereikbaar met een 4WD-auto.
Na zo’n veertig kilometer rijden, waarvan de laatste vijf vrij slecht begaanbaar zijn, komen we uit bij het park, waar we, met alle twee een zaklantaarn in de aanslag, op pad gaan naar een grot. Stockyard Gully was eind negentiende eeuw een koele overnachtingplaats voor cowboys met hun vee op weg van Geraldton naar Perth en ook tegenwoordig kun je er nog doorheen wandelen. De grot doet ons een beetje denken aan de Undara Lava Tubes, in het begin van onze reis en ook Tunnel Creek, maar dan zonder water, heeft hier wat van weg.
Na een prachtige wandeling door de open tunnel besluiten we niet dezelfde weg terug te nemen maar door te rijden naar Lake Indoon, wat zo’n vijftien kilometer verderop ligt. De weg is echter vrij slecht: de ene keer heel zanderig, dan weer vol scherpe stenen en ook soms zo smal dat de struiken tegen de camper aanschuren. Het blijkt een echte “track” te zijn (Pearsons Track), waar we na acht kilometer rijden achter komen, maar onze camper (en de chauffeur !) kan het prima aan.
Toen we acht jaar geleden Lake Indoon bezochten zagen we een immense “kuil” zonder water, wat heel vreemd aandeed, nu is het meer wél gevuld ! Er wordt echter gewaarschuwd om niet het water in te gaan, wat wéér te maken heeft met “blauw alg”. Het is vandaag niet zo warm en we hadden toch geen behoefte om te zwemmen, dus dat is geen probleem. We doen liever een spelletje Carcassonne, de stand is inmiddels 21-10 voor Wim, ik ga dit dus écht niet meer winnen !! (Grrrrrrr !)
Verslag 74
We zijn gisteren tijdens het rijden van de track ons vlaggetje (tenminste wat er nog van over was) met stok en al verloren !
Lake Indoon wordt alleen gevuld door regenwater, dus het heeft geen zin er te gaan vissen. Je ziet hier dan ook geen pelikanen of aalscholvers, wel eendjes en veel zwarte zwanen.
Ook hebben we, sinds lange tijd, weer eens kookaburra’s gespot en mooie parkieten.
Het is vandaag grotendeels bewolkt en er staat een harde wind, de temperatuur komt niet boven de vierentwintig graden en in de loop van de middag bouwen we ons helemaal in, want het gaat steeds harder waaien. We maken er een lui dagje van, doen enkele spelletjes en lezen wat.
Weer zitten we ’s avonds met de lange broek en twee vesten aan !
Verslag 75
Het is vandaag een stormachtige dag, maar niet alleen hier, ook aan de andere kant van de aardbol blaast de wind aardig over Holland, lazen we ! We schudden tijdens het rijden aardig heen en weer, toch nemen we, net boven Green Head, een afslag richting de zee en komen uit bij een prachtig natuurgebied. Het zand van de duinen is wit en door de harde wind lijkt het wel poedersuiker wat over de weg waait.
Ook de rotsen aan zee zien er bizar uit en we moeten uitkijken dan we niet omvergeblazen worden en in het water komen.
Na nog zo’n vijf en twintig kilometer rijden komen we uit bij Sandy Cape Recreational Park, een kampplaats gelegen in een vrij beschutte baai. We vinden een plek waar we redelijk uit de wind kunnen zitten zonder uitzicht op het water en nadat we alles opgebouwd hebben maken we een wandeling langs het strand en door de duinen. Weer verrast de harde wind ons en we moeten rechtsomkeert maken, het zand striemt in onze gezichten !
(Springen of sleetje rijden van de zandduinen, altijd leuk !)
Eenmaal terug op de camping zien we een beschut plekje pal aan zee en … ja hoor, we verhuizen het hele boeltje en staan tien minuten later kant en klaar op onze nieuwe plaats.(Op de andere plek lag al een laag zand op de tafel !!)
De kampbeheerder vertelde ons dat West Australië (WA) betekent Windy Always !
Verslag 76
Vanmorgen was er tijdelijk wat minder wind dus konden we naar een mooi uitkijkpunt lopen, waar we gisteren al naar op weg waren, zonder gezandstraald te worden. Het is werkelijk een prachtige plek hier, behorend bij het Juriën Bay Marine Park.
Nadien gaan we het heldere zeewater in wat hier al een stuk frisser is als in Kalbarri, je kunt merken dat we weer een eindje zuidelijker zijn.
In de loop van de dag wakkert de wind weer aan en zie je ook niemand meer op het strand. Wij zitten in ieder geval prima op onze plek, de meeste wind gaat langs ons heen.
Verslag 77
We hebben vandaag (woensdag 2 december) een gevarieerde dag gehad: we zijn begonnen in Nambung N.P. waar allerlei vreemde kalkstenen zuilen uitsteken, de Pinnacles, in een verder vlak landschap. In de verte zie je de zee en de witte stranden, die zo kenmerkend zijn voor de streek.
Je kunt er een vier kilometer lange rit dwars door het park maken en we zijn twee keer rond gereden, het blijft iets fascinerends, ook al zijn we hier al twee keer eerder geweest.
Vervolgens zijn we naar Lancelin gereden, waar we, tijdens het nuttigen van een boterham, uitkeken over de witte duinen waar diverse mensen aan het sleetje rijden waren over het zand.
Ook zijn er enkele 4WD-auto’s aan het crossen door de zandbergen en ik zie Wim verlekkerd kijken, maar onze camper gaat écht niet door dit zand (Wim krijgt géén toestemming !), we komen gegarandeerd vast te zitten met deze zware bak !
Na het eten zijn we zelf ook de duinen opgeklommen en van bovenaf zie je pas hoe ver deze doorlopen.
We rijden weer een stukje zuidelijk en stoppen bij Yanchep N.P., een soort grote, open dierentuin waar koala’s in de bomen zitten en kangoeroes rond hippen. We kwamen hier langs en kunnen gratis het park in met onze jaarpas voor West Australië, dus vonden het wel leuk om weer eens koala’s te zien. Ook kangoeroes hadden we al weken niet meer gespot !
Daarna wordt het tijd om een kampplaats op te zoeken, maar dit wordt iets moeilijker: we komen nu duidelijk in de meer bewoonde gebieden en vrij kamperen is hier niet toegestaan. Het wordt dus een camping (Karrinyup Waters Resort) in een buitenwijk van Perth (Gwellup).We kijken uit op een meertje met ibissen en zwarte zwanen, dus hebben toch nog een beetje natuur om ons heen !
Op weg naar een “echte” douche (wat al even geleden is !), kom ik langs mensen die al helemaal in de Kerstsfeer zijn, die staan hier dus duidelijk langer dan één nacht op de camping !
Verslag 78
We waren vanmorgen al vroeg wakker: pal naast onze camping zijn ze bezig grond bouwklaar te maken en de graafmachines waren volop aan het werk. Ook staan we op een drukke hoek waar alle auto’s langs moeten én de zon schijnt op de camper, tijd om op te staan ! We willen vandaag een heleboel dingen regelen en nadat we ontbeten en opgeruimd hebben zijn we als eerste naar Irvin Bullbars gereden om nog even na te vragen of we daadwerkelijk onze camper daar kunnen stallen. We worden allervriendelijkst ontvangen en het is geen enkel probleem om ons huisje hier voor enkele maanden te laten staan (Als betaling hoeft hij alleen maar een zak Hollandse pepernoten !). Tijdens de feestdagen, wanneer het bedrijf gesloten is, wordt de camper zelfs binnen geplaatst, om risico’s van diefstal of vernieling uit te sluiten. Vervolgens gaan we naar ACS, waar onze bak (schuur !) geplaatst is. We bestellen er een extra barbecue voor onze andere camper (de handige bak voor barbecue en kampvuur komt hier vandaan !) en een plaat voor in de camper om beschadigingen te voorkomen, die Wim nu aan het installeren is. Daarna wordt het tijd om onze auto eens een flinke schoonmaakbeurt te geven en we zijn zeker een uur bezig bij een “carwash” om al het vuil te verwijderen (alleen van de buitenkant, een grondige poetsbeurt binnenin gebeurt over enkele dagen). Ook onze levensmiddelen zijn zo goed als op en bij een heel groot winkelcentrum: Midland Shopping Centre, brengen we enkele uren door en halen daar voor de laatste dagen onze boodschappen. Natuurlijk lopen we regelmatig in winkels naar de babyafdeling en hebben al diverse leuke kleertjes aangeschaft ! Dan zijn we de drukte van de stad zat (we zijn nog maar in de buitenwijken van Perth !) en rijden in een uurtje tijd naar Avon Valley N.P. waar we op een plek gaan staan midden in het bos.
We zien enkele emoes en kangoeroes, maar verder is er niemand in de buurt.
Ik weet zeker dat we morgen niet door het lawaai van machines gewekt worden, hooguit door een lachende kookaburra !
Verslag 79
We waren gisteren nog maar net op pad toen onze TomTom de strijd opgaf, terwijl we hem net hard nodig hadden. Gelukkig hebben we de Garmin nog steeds als reserve, deze lieten de vorige eigenaars van de camper voor ons achter en dit navigatiesysteem bracht ons overal waar we naartoe moesten.
Vanmorgen hebben we Avon Valley N.P. verder verkend: er zijn vier kampplaatsen en nadat we vannacht op de “Homestead Campground” stonden zijn we nu verhuisd naar Bald Hill, zoals de naam al aangeeft bovenop een heuvel.
Er zijn diverse rotspartijen van verschillende soorten steen en je kunt in een dal kijken, maar verder biedt het park weinig bijzonders. Toch blijven we hier staan: er is hier verder niemand en wanneer we richting Perth gaan kom je op drukke campings terecht waar we zo wie zo de laatste nachten zullen staan, er moet namelijk nog heel wat gepoetst en gewassen worden !
Wim neemt vast de achterbumper van de camper onder handen (op een “echte” camping zullen ze daar niet zo blij mee zijn !), deze begon wat te roesten en met een spuitbus zwarte verf dekt hij dit af.
Verder hebben we heerlijk gelezen en wat spelletjes gedaan. We beginnen nu echt af te tellen….. over vier dagen vliegen we naar Holland !!
Verslag 80
We zijn nog een dag op dezelfde plek blijven staan en weer zien we de hele dag niemand (behalve elkaar !). Het begon gisteravond te regenen en vanmorgen kwam daar onweer bij. Toen we buiten zaten te ontbijten (Wim had weer een tentje gebouwd, zodat we droog konden zitten.) was het nog maar twaalf graden !! In de loop van de morgen werd het echter weer droog en kwam de zon voorzichtig tevoorschijn, ideaal weer om vast wat schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren. De groene, opstaande rand van de camper is van binnen en buiten helemaal schoon en ook de matrassen en kussens zijn allemaal naar buiten geweest, we hebben hier de ruimte om alles uit te stallen.
Toch hadden we ook nog tijd voor een spelletje en een leesboek en pas aan het eind van de middag werd het weer fris en gingen de dubbele vesten weer aan.
Het is inmiddels acht uur ’s avonds en nog maar twaalf graden, het lijken wel Hollandse temperaturen. Helaas is er in dit gebied een algeheel verbod om kampvuur te maken, dat was nu wel heel lekker geweest !
Verslag 81
Het is vandaag (zondag 6 december) een miezerige dag: de zon laat zich niet zien en regelmatig valt er een bui. Gelukkig is het ’s morgens even droog zodat we niet in de regen alles in hoeven te pakken. Na een uurtje rijden zijn we weer in de bewoonde wereld en we gaan gelijk door naar het centrum van Perth.
Hier kom je meteen in de kerstsfeer, overal zijn versieringen en we zien zelfs de Kerstman, in korte broek !!
We kopen diverse souvenirs en na enkele uren shoppen rijden we naar Midland Tourist Park, waar we aan het eind van de middag aankomen. We bouwen weer een tentje om de luifel want het is alweer koud en regenachtig. Het lijkt hier wel herfst, maar we weten al dat het morgen beter wordt en over enkele dagen zelfs weer dertig graden is ! (Maar dan zit de reis er voor ons op !)
Verslag 82
Onze prachtige reis door Australië is ten einde, we hebben zo’n 13.000 kilometer afgelegd en heel veel nieuwe dingen gezien, vaak over onverharde wegen gereden en hoge temperaturen getrotseerd. Voor het eerst hebben we binnen een jaar heel Australië rondgetrokken en dan ook nog met een eigen camper ! We zijn dan ook honderd en tachtig dagen “Down Under” geweest !
Vandaag en ook morgen bestaat uit veel poetsen, wassen en dingen regelen, zodat we volgend jaar maart met een schone camper weer op pad kunnen.
Het is de bedoeling dan via het binnenland, naar onder andere Ayers Rock, richting Cairns te reizen en daar de camper bij Clary en Rob te stallen.
Gelukkig is het droog en met een prima temperatuur kunnen we veel werk verzetten. Morgen tegen vijven leveren we de camper af bij Irvin Bullbars en gaan dan door naar de luchthaven, waar we pas ’s avonds tegen twaalven vertrekken. Na een overnachting in HongKong hopen we dan donderdag morgen (10 december) tegen half zeven in het “koude” Holland aan te komen, waar ons, zeker weten, een “warm” ontvangst van familie en vrienden wacht !
(Geniet van het leven, het duurt maar zo even !)
Tot de volgende reis, groetjes van de Levensgenieters !