ruim 12000 km door midden en west Australië 2022 met Dennis

Verslag 1

Twee jaar terug hebben we vroegtijdig onze rondreis door Zuid-Australië, samen met Cas en Anja, af moeten breken vanwege de Coronapandemie, het hele continent ging op slot. Ook de trip, die we later dat jaar met Dennis zouden maken, verviel. Maar nu gaan we dan eindelijk weer naar Down Under, de tickets die we toen al gekocht hadden zijn nog geldig en hebben we, zonder bijkomende kosten, kunnen activeren. De campers die al die tijd in Adelaide gestald waren hebben een flinke onderhoudsbeurt gehad en staan schoon te wachten op onze komst.

Zondag 21 augustus (2022) brengt Marcel ons in de loop van de middag weg naar Düsseldorf vanwaar we via Dubai en Melbourne naar Adelaide vliegen.

Na ongeveer een uur in de rij te hebben gestaan zijn de koffers ingecheckt en bij de douanecontrole zijn we vrij snel klaar, heel anders dan de taferelen die zich op Schiphol afspelen: veel mensen missen hun vlucht en koffers blijven staan en zijn weken zoek !!

Om kwart over negen gaan we de lucht in om zes uur later in Dubai te landen, waar we vier uur tussentijd hebben voor we  aan de lange vlucht van dertien uur beginnen.

Eenmaal weer in de lucht word ik ineens heel misselijk en breng enkele uren door op het toilet, diverse keren overgevend. Het blijkt dat ik minstens zes uur niks gegeten had, het eetritme was helemaal verstoord. De bezorgde bemanning komt regelmatig vragen of ze iets kunnen doen maar na een aantal uren slaap en een lichte maaltijd ben ik gelukkig weer helemaal opgeknapt. Bij aankomst in Melbourne (inmiddels is het dinsdagmorgen vijf uur en acht uur later dan in Holland !) gaat er iets mis met de koffers van alle passagiers, pas na anderhalf komen deze over de lopende band tevoorschijn, waardoor we wel de aansluitende vlucht naar Adelaide missen en twee uur later dan gepland aankomen.

Het is hier winter en het is dan ook knap fris wanneer we met een taxi stoppen bij de stalling, waar we gelijk de campers al gedeeltelijk inrichten voor we op pad gaan om een telefoonkaart, een kar vol verse levensmiddelen en wat alcoholische dranken te kopen.

Dan begint de vermoeidheid parten te spelen en na zo’n tachtig kilometer rijden komen we tegen half vijf aan bij Parham Camping ground, een gratis kampplaats aan zee waar we de rest van onze spullen een plekje geven.

Wim maakt een heerlijke maaltijd klaar en nadat we ons eerste verslag af hebben duiken we tegen half negen , bij zes graden Celsius, ons bed in, wel onder een dik dekbed !!

Verslag 2

We hebben vannacht de klok rond geslapen en konden daarna uitgerust in de zon ontbijten. Toen we april 2020 Australië verlieten hadden we nog een grote voorraad levensmiddelen over: de pindakaas, jam en koffie smaken nog steeds prima, alleen de wijn was van mindere kwaliteit geworden (maar Dennis vindt deze nog goed genoeg om op te drinken !). We verlaten pas tegen twaalven de kampplaats, de eerste dag is er altijd van alles te regelen en ook zaten we met enkele probleempjes. We wilden de diesel die we nog in de jerrycans hadden zitten overhevelen in de tank, maar kregen de dop met geen mogelijkheid open. Ook hebben medewerkers bij de stallingsplek twee dagen terug onze camper-ruimte willen openen (waarom weten we niet) en daarbij het slot vernield. Deze gaat op een speciale manier open maar dat wisten zij natuurlijk niet. Ze hebben het slot er helemaal uitgehaald maar konden nergens een nieuwe krijgen, met als gevolg dat we nu een simpel plaatje voor het gat hebben zitten en slechts met een haakje de deur kunnen sluiten. De dop van de diesel is in Port Wakefield gerepareerd, alleen kan deze nu niet meer op slot. De deur is een groter probleem wat in de loop van de reis moeten worden opgelost. Onderweg komen we langs diverse “pink lakes”.

(….in Schotland zijn ze nog steeds op zoek, maar hij bevindt zich dus hier !!…)

en ook valt het op dat alles hier heel groen is, in tegenstelling tot Nederland waar het al tijden niet geregend heeft en alles er verdord uitziet.

Na onderweg nog een koffiestop draaien we tegen zessen een stukje voorbij Port Augusta van de weg af en staan nu op een leuk plekje zonder voorzieningen, maar waar we wel een kampvuur mogen maken…. en deze hebben we ’s avonds wél nodig !!

We hebben een heerlijke avond, het is lekker warm bij het vuur en boven ons zien we bij een heldere hemel miljoenen sterren !

Verslag 3

Vandaag hebben we vijf honderd kilometer afgelegd in noordelijke richting over de Stuart Highway, een smalle tweebaansweg zonder vluchtstrook waar je maximaal honderd tien kilometer per uur mag rijden.

Onderweg zien we regelmatig een road train langs komen, vaak met drie of vier aanhangers erachter en ook gaan er heel veel campers en caravans naar het zuiden, net zoals de overwinteraars in Europa die van Spanje terugkomen, maar dan in omgekeerde richting. Wij gaan echter de warmte tegemoet !! Bij de plaats Pimba tanken we de auto’s weer vol, de prijzen van de brandstof zijn wel een beetje duurder dan in de buurt van Adelaide: gister betaalden we één dollar tachtig voor een liter diesel, nu twee dollar vijfentwintig, maar omgerekend naar euro’s  is dit 1,57, nog altijd een stuk voordeliger dan in Holland.

In het begin is er onderweg van alles te zien, maar nadat we lunchpauze hebben gehouden bij het prachtige Lake Hart wordt de natuur minder interessant, de bomen verdwijnen en slechts lage struiken sieren het landschap. Bij deze picknickplaats maakt Dennis voor het eerst kennis met de vervelende vliegen die zo normaal zijn in de binnenlanden, hij is er niet echt blij mee !!

We hebben nog geen enkele hippende kangoeroe gezien, alleen maar tientallen levenloze langs de kant van de weg, al dan niet aangevreten door de vogels en insecten, wél zien we enkele emoes.

In de buurt van Coober Pedy, één van de meest bekende Outback-plaatsen van Australië, zien we de eerste  mijnen waar naar opalen gezocht wordt.

Net voor deze plaats zetten wij , tegen vijven, onze campers neer op een grote open vlakte waar al meerdere kampeerders staan.

Hier kunnen we namelijk weer een kampvuurtje maken, wat op een gewone camping niet mag, en de warmte van het vuur hebben we écht nodig want weer koelt het af naar zeven graden ! (We hadden nog een zak vol, inmiddels kurkdroog, hout in de camper staan wat nu prima van pas komt !)

Verslag 4

Nadat we vanmorgen op de ouderwetse manier onze haren gewassen hebben rijden we naar Coober Pedy, de plek waar zeventig procent van alle opalen op de wereld gedolven worden. (De eerste opaal werd bij toeval gevonden in 1915 terwijl men op zoek was naar water.)

We bekijken enkele mijnen waar we vrij rond mogen lopen en uitleg krijgen hoe in vroeger tijden deze mineraal gewonnen werd. Met behulp van een ultraviolette lamp zien we nog stukjes opaal in het gesteente zitten.

Omdat het hier ’s zomers wel vijftig graden kan worden en ’s winters af kan koelen naar nul, woont zo’n vijftig procent van de bevolking (totaal ongeveer zeventien honderd mensen met vijfenveertig verschillende nationaliteiten) onder de grond waar een constante temperatuur heerst van rond de twee en twintig graden.

Ook bekijken we enkele in oude mijngangen gevestigde kerken.

Overal rond Coober Pedy, wat “witte man in hol” betekent, zie je kegelvormige hopen aarde, waar gezocht is naar opaal.

In de hoofdstraat bevindt zich een galerij vol Aborigal-schilderijen waar tevens wees-kangoeroes opgevangen worden. De eigenaresse is zo vriendelijk ons een kangoeroejong te laten zien, Dennis mag het zelfs even vasthouden.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 25-21.jpg

We keren weer terug naar dezelfde overnachtingsplek als vannacht waar Wim uren bezig is de deur te repareren, wat zoals verwacht  helemaal goed komt, zodat deze weer normaal op slot kan en vliegen en ander ongedierte buitensluit, want ook dat was niet meer het geval. Tot nu toe valt het hier erg mee met de vliegen, waarschijnlijk is het nog niet warm genoeg !!

En weer zitten we uren bij het kampvuur met boven ons een heldere sterrenhemel

Verslag 5

Voordat we vandaag naar de “Breakaways” gaan rijden we eerst nog even Coober Pedy binnen om vuil te lozen, water en brandstof te tanken en hout te kopen, want ’s avonds koelt het nog steeds flink af en onze voorraad slinkt aardig ! Ruim dertig kilometer noordelijk bevinden zich de prachtige Breakaways: heuvels en rotsen in allerlei kleuren die uitsteken boven het vlakke landschap en “afgebroken zijn van de Stuart Range”.

Zes jaar terug verloren wij hier een wiel en stonden met een scheve camper te wachten tot we geholpen werden, dit keer rijden we relaxt én zelfs zonder vervelende vliegen over de afwisselende route waar we natuurlijk stoppen bij het kasteel, ook wel “zout en peper” genoemd (voor de Aboriginals zijn het twee zittende honden, een bruine en een witte !).

Ook bekijken we de “Dog Fence”, een twee meter hoog hek met een lengte van ruim vijf duizend kilometer dat door drie staten loopt en de schapen in het zuiden beschermd voor de dingo (wilde hond).

Verder ziet het landschap er erg vlak en verlaten uit, net alsof je op de maan bent, er zijn hier diverse films opgenomen vanwege deze kale vlakte.

Wij rijden bijna twee honderd kilometer richting Oodnadetta, een heel klein plaatsje behorend bij de beroemde “Oodnadetta track”, waarvan het eerste stuk nog geasfalteerd is, maar daarna overgaat in “dirtroad”. De gehele weg komen we slechts één road train tegen en twee auto’s ! Onderweg is er vrij weinig te zien, soms bij een droge rivierbedding zijn er enkele struiken met een paar koeien, maar verder is het vlak en onherbergzaam.

Tegen half vijf komen we aan in Oodnadetta waar we vooral geïnteresseerd zijn in het befaamde “Pink Roadhouse”. 

Nadat we hier even rondgekeken hebben rijden we het plaatsje weer uit om iets verderop te stoppen bij een prachtige plek in de heuvels, ver van de bewoonde wereld. Hier staan we veel liever dan in de plaats zelf, waar je ook nog moet betalen om “mannetje aan mannetje” te staan.

Nog even een weetje betreft de dieselprijzen: in Adelaide was het nog 1,79 de liter, vanmorgen tankten we voor 2,37 in Coober Pedy en in Oodnadetta is deze al gestegen naar 2,90 dollar de liter (!!), …… we slaan deze pomp maar even over !!

Morgen rijden we het twee honderd kilometer lange stuk van de “Oodnadetta Track” tot aan Marla !

Verslag 6

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-81.jpg

(Bij deze oude telefoonmast (Angle Pole) zijn we gisteren van de weg afgegaan richting onze overnachtingsplek.)

Nadat Wim en Dennis vanmorgen eerst het hout gekloofd hebben wat we gisteren gekocht hadden, beginnen we aan de “Oodnadetta Track” richting Marla. Weer zien we haast geen mensen tijdens de rit, wel diverse koeien en enkele emoes.

We stoppen onderweg bij een oude bron, waar nog steeds water in zit, en zouden meerdere interessante plekken bekijken, maar bij de eerstvolgende stop: Katleen Creek gaan we niet eens meer weg ! Het is zo’n prachtige oase in het verder vrij droge landschap dat we besluiten hier de rest van de dag door te brengen.

We hebben de laatste dagen grote afstanden afgelegd en een dagje “kalm aan” is ook wel lekker. Bij de plas zien we, behalve heel aparte bloemen, allerlei vogels, waaronder een reiger die regelmatig een visje of een insect uit het water opvist, en enkele krijsende galah’s.

(Een heerlijke tosti !)

Voor het eerst hebben we tijd voor een spelletje Carcassonne (zelfs twee) en ook komt de E-reader tevoorschijn.

De temperatuur loopt op naar negenentwintig graden en er waait een heerlijk verkoelend windje, waardoor de vliegen ons grotendeels met rust laten. Wim vindt enkele stammetjes en gaat, samen met Dennis, nog een keer aan het kloven, voorlopig hebben we weer voldoende hout !

Weer zitten we tot bedtijd buiten bij het kampvuur, genietend van de stilte !!

Verslag 7

We werden vanmorgen gewekt door vogelgeluiden die heel anders zijn dan in Holland. Het is winderig en tijdens het ontbijt ligt er een laagje rood zand over de koffie en de tafel, maar dat zullen we de komende dagen wel meer meemaken !

Door weersinvloeden is de Ootnadetta track soms onbegaanbaar, nu rijden we door droge rivierbeddingen en “floodways”, waar je nog restanten ziet van het hoge water.

Vanwege bandenbesparing rijden we met een gangetje van gemiddeld zeventig kilometer over de onverharde weg vol stenen en los zand om na ruim honderd twintig kilometer uit te komen bij de Stuart Highway waar de road trains en auto’s met caravan weer volop aanwezig zijn.

Dan volgt een lange rit in noordelijke richting waar we de grens naar de Northern Territory overgaan., je beseft  nu weer hoe groot Australië is wanneer je zomaar honderden kilometers aflegt met bijna hetzelfde uitzicht en slechts af en toe een tegenligger.

Tegen vijven stoppen we bij “Petermann Rest Stop”, we hebben dan vijf honderd kilometer afgelegd en zijn nog honderd en veertig kilometer verwijderd van Uluru (Ayers Rock).

Weer zijn we de enigen die hier overnachten  en met het vele hout wat we hebben maken we weer een mooi kampvuur, waarschijnlijk voorlopig de laatste !!

Verslag 8

(Dennis heeft gisteravond “wildlife” gespot !!)

Vlakbij onze overnachtingsplek bevindt zich de Mount Conner lookout en wanneer we daar ’s morgens rond negenen door het rode zand lopen aan de andere kant van de weg om een prachtig zoutmeer te bekijken, is het nog geen tien graden ! We bevinden ons dat ook in de “Red Centre” én het is hier nog winter !

Nadat we snel weer de auto ingegaan zijn rijden we ruim honderd kilometer om tegen tienen uit te komen bij Yulara (Ayers Rock Resort), waar we voor twee nachten een kampplaats boeken (wild kamperen is hier niet toegestaan !). Ze weten hier wel van prijzen: per auto, per nacht: vijfenveertig dollar en wanneer we daarna het Uluru-Kata Tjuta N.P. in willen betalen we nog eens achtendertig dollar per persoon, voor drie dagen. Nadat we snel de kampplaats (we staan, samen met vele anderen, op het “overflow” gedeelte) bekeken hebben, gewoon een open plek met een paar dixies en enkele grote generatoren die veel herrie maken, rijden we vijftig kilometer naar de Olga’s, (Kata Tjuta) wat voor de Aboriginals “veel hoofden” betekent.

Hier maken we een prachtige, afwisselende wandeling “valley of the winds” met een lengte van zeven en een halve kilometer.

Het is voor het eerst nadat Wim ziek is geweest dat hij zo’n lange trip maakt, maar het gaat hem prima af (en de achillespees doet weer wat hij moet doen) , in drie uur tijd zijn we weer terug bij onze campers.

Nadat we bij de kampplaats even gedoucht hebben rijden we weer het Nationale Park in om de zonsondergang bij Uluru te bekijken, het allerbekendste symbool van Australië, de reusachtige monoliet die hoog boven het vlakke woestijnlandschap uitsteekt.

We maken er een lekkere “happy hour” van en gaan pas rond zeven uur terug naar Yulara, waar we helaas geen kampvuur mogen maken ! Geef ons maar een plek in de vrije natuur !!!

Verslag 9

(Zonder kampvuur was het gisteravond heel koud en hadden we antivries nodig !)

Wanneer je Uluru van een afstand bekijkt lijkt het een gigantische rots, maar als je dichterbij komt blijkt deze allerlei inhammen en grotten te hebben.

Vandaag zijn we helemaal om de drie honderd vijftig meter hoge monoliet heengelopen, we hadden er zo’n drie en een half uur voor nodig om de elf kilometer over een vrij vlakke bodem af te leggen.

Het is ideaal wandelweer: rond de twintig graden met een zachte wind én we hebben totaal geen last van vliegen !

Regelmatig stoppen we om het steeds veranderende uitzicht te bewonderen.

Voor Wim was de rondwandeling om Uluru één van z’n streefdoelen na z’n reactieve artritis, het is hem met glans gelukt !

Sinds oktober 2019 is het verboden om de rots te beklimmen, je kunt nog wel steeds de sporen zien waar in de loop der jaren heel wat stappen gezet zijn.

Na afloop rijden we naar Yulara om voor negen dagen boodschappen te doen (!!), we hebben dan ook twee karren vol, voorlopig komen we niet meer in de buurt van een supermarkt !

Voor het eerst deze reis hebben we te maken met wat regen, om die reden hebben we twee dagen terug een flinke afstand afgelegd zodat we de Olga’s en Ayers Rock met droog weer konden bekijken, maar als het klopt, is het morgenmiddag alweer droog !

Verslag 10

Het heeft de hele nacht zachtjes geregend maar vanmorgen was het droog en weer helemaal opgeklaard en zo blijft het de gehele dag, het is dus erg meegevallen met de slechte weersvoorspellingen.

We nemen een kijkje bij de kamelen waarmee je een tochtje kunt maken, in vroeger tijden waren deze dieren het meest gebruikte vervoersmiddel.

Daarna rijden we nog een rondje om Uluru, vooral om te kijken of de regen nog sporen heeft achtergelaten, en verlaten dan het Nationale Park.

We zijn hier nu drie keer geweest: twintig jaar terug, samen met mijn ouders, zes jaar geleden met z’n tweeën toen we net opa en oma geworden waren én nu dus met Dennis ! Wij komen hier niet meer terug !

We moeten een flink stuk dezelfde weg terug rijden voor we afslaan richting Kings Canyon, zo komen we weer langs Mount Conner en het zoutmeer, we houden zelfs lunchpauze op dezelfde plek waar we drie nachten terug geslapen hebben.

Tegen vieren stoppen we, zo’n honderd kilometer voor Watarrka N.P. om in de bush te overnachten.

We doen weer een potje Carcassonne gelijkertijd genietend van de omgeving. ….. en ’s avonds kunnen we weer een kampvuur maken !!

Verslag 11

Na een koude nacht was vanmorgen alles kletsnat maar we hebben weer een heldere blauwe lucht boven ons en de zon doet z’n best om alles te verwarmen. We rijden de honderd kilometer naar Kings Canyon en nemen iets ervoor een afslag naar Katleen Springs, waar zich een constante waterbron bevindt en waar vroeger de runderen bijeen gedreven werden.

Na een korte wandeling naar de poel maken we een eindje verderop nog een tweede trip: de “creek walk” waar we ons middenin de canyon bevinden.

(Dit is een Spinifex Pigeon)

Tegen tweeën komen we aan bij de kampplaats behorend bij het Nationale Park, net als bij Uluru is het verboden om in de bush te overnachten. Terwijl Dennis een duik neemt in het koude zwembad  (waar hij snel weer uit is !) gebruik ik voor het eerst deze reis een wasmachine en Wim heeft tijd voor wat klusjes.

Binnen de tijd dat wij een spelletje Carcassonne doen  is de was al droog door de vrij harde wind die er vandaag waait.

Tegen zessen gaan we naar het “sunset viewing platform” waar je onder het genot van een drankje, de prachtige rode rotsen van de Kings Canyon kunt aanschouwen ondertussen genietend van mooie gitaarmuziek.

Het koelt weer snel af en we besluiten in het kamprestaurant te gaan eten (een traktatie van Dennis !), waar we enkele uren doorbrengen.

De gitarist is ook hierheen verhuisd en zingt mooie golden oldies, terwijl wij genieten van een lekker glaasje Australische Shiraz !!

Verslag 12

We hebben vandaag de zes kilometer lange “Rim Walk” gelopen, een prachtige route over de bovenrand van de Kings Canyon.

Je moet hiervoor eerst honderd meter omhoog klauteren, wat best intensief is, maar eenmaal boven begint het genieten van de schitterende wandeling.

Ook nu is het prima wandelweer: zo’n twintig graden met een aardig windje erbij, voor vliegen niet interessant !!

Regelmatig stoppen we bij een mooi punt en ook nemen we de extra routes naar een lookout en “the Garden of Eden”, zodat we totaal wel aan de tien kilometer komen voor we vier uur later terug zijn bij de auto.

In de kloof bevindt zich nog water dat ervoor zorgt dat er veel vegetatie is, we zien zelfs enkele palmbomen.

Het is echt vier uur lang puur genieten van het uitzicht, al voel je op het laatst je knieën wel, vooral bij het afdalen. Eenmaal terug op de kampplaats nemen we een warme douche en relaxen de rest van de dag. Natuurlijk koelt het ’s avonds weer snel af, zodat we na het eten weer verhuizen naar het warme onderkomen, met gezellige muziek, wat bij het resort hoort !!

Verslag 13

Het is vandaag bewolkt weer en de temperatuur komt niet boven de zeventien graden uit, een heel verschil met Holland waar het vandaag, zondag 4 september, nog negenentwintig graden is ! We trekken weer verder, via de Mereenie Loop Road, waarvoor we eerst een permit (vergunning) moeten kopen. Het is een avontuurlijke weg vol kuilen, spoorvorming en regelmatig een wasbordachtige ondergrond.

Bovendien begint het ook nog te regenen waardoor de auto’s er niet al te schoon meer uitzien.

Onderweg zien we wilde kamelen, – paarden (brumbies) en zelfs ezels.

Wanneer we na bijna tweehonderd kilometer rijden de afslag naar Palm Valley willen nemen ontdekken we dat het stuur van onze camper vreemd doet (de stuurbekrachtiging is overactief, met één vinger kun je het stuur zonder weerstand omgooien !), we durven het niet aan om nu een track te gaan rijden. In Hermannsburg informeren we naar een garage, maar moeten daarvoor naar Alice Springs, ruim honderd twintig kilometer verderop. Dus rijden we, zes dagen eerder dan gepland, naar Alice, want het euvel moet wel gerepareerd worden.

We staan nu op Temple Bar campingpark waar we de eerste wallabie spotten, ook vliegen er heel wat krijsende galah’s rond.

We zullen vanavond niet laat op bed liggen: het is koud en morgen willen we vroeg op pad naar een garage die ons hopelijk snel weer op weg helpt !

Verslag 14

Het koelde vannacht af naar drie graden dus het viel niet mee vanmorgen om onder het warme dekbed uit te komen. Toch zaten we tegen negenen al heerlijk in de zon te ontbijten en kon even later de korte broek aan.

Gisteren hadden we van de campingeigenaresse een adres gekregen van een garage en tegen tienen krijgen we daar te horen dat het hele stuurhuis vervangen moet worden, een duur geintje waar ook nog eens aardig wat tijd in gaat zitten. Gelukkig heeft de Duitse mecanicien later een tweedehandse versie gevonden waardoor we een paar duizend dollar goedkoper uit zijn. Het houdt wel in dat we vannacht niet in onze camper kunnen overnachten dus slapen we aankomende nacht met z’n drieën in de daktent van Dennis.

Omdat we de hele dag nog voor ons hebben gaan we met de auto eerst naar het oude telegraaf station (1872), één van de elf stations van de “Overland Telegraph Line” (van Adelaide naar Darwin en vandaar met een onderzeese lijn naar Singapore) die er voor zorgde dat berichten  binnen enkele uren de wereld over gingen.

We maken er een rondwandeling en daarna rijden we naar Simpsons Gap, een prachtige kloof in de MacDonnell Range, waar we enkele rock-wallabies,die nauwelijks opvallen tussen de stenen, zien.

Nadat we onze gasfles hebben laten vullen in Alice Springs en enkele boodschappen hebben gedaan rijden we terug naar de garage om een heleboel spullen uit de camper te halen die we nodig hebben voor de overnachting (en tevens van alles uit de auto halen om ruimte te maken !), waarna we terug gaan naar dezelfde kampplaats als afgelopen nacht.

Weer staan we aan de droge rivierbedding met uitzicht op de bergen, gelukkig met beter weer dan gisteren !

Verslag 15

Het was vreemd om met z’n drieën in de tent te slapen en ik heb dan ook een onrustige nacht gehad tussen de twee mannen in, maar het is gelukkig slechts voor één keer ! Pas ruim na tienen zijn we vanmorgen van de kampplaats weggegaan en na nog enkele winkels te hebben bezocht komen we rond elven aan bij de garage waar ze nog druk bezig zijn met de camper.

(Dit is het oude en het nieuwe stuurhuis.)

We zetten onze stoelen in de schaduw en vermaken ons met een mooi boek.

Op een gegeven moment ben ik maar brood gaan smeren, want het loopt al tegen tweeën en nog steeds is niet alles in orde. Tegen drieën is de camper, na enkele proefritjes, goedgekeurd en kunnen we, nadat we de rekening betaald hebben (!) weer op pad. We hadden gezamenlijk besloten om een korte tweedaagse trip te maken naar Trephina Gorge, zo’n tachtig kilometer van Alice Springs, om uit te proberen hoe de auto zich houdt. (Voor overmorgen hebben we een afspraak staan met een bedrijf dat de banden uitlijnt.) 

Onderweg stoppen we bij de mooie Emily Gap en even later bij, de minder interessante, Jessie Gap.

Tegen half vijf komen we aan bij de Trephina Gorge waar drie verschillende kampterreinen zijn, die allemaal, buiten onze verwachtingen,  zo goed als vol zijn. Het blijkt dat je “on line” moet boeken, maar we hebben hier totaal geen internet-bereik. We zien nog één vrij plekje en ik loop naar een man en vrouw toe, die al een leuke plaats hebben, met de vraag hoe het hier precies werkt. Heel toevallig blijken zij dubbel geboekt te hebben en is het enige vrije plekje dus ook écht vrij, zelfs voor drie nachten ! We bedanken ze later met een fles wijn waar ze heel content mee zijn. We staan nu dus op een prachtige plek aan de Trephina Creek met uitzicht op de kloof, die we morgen verder gaan verkennen !

Verslag 16

We hebben vandaag een heerlijke relaxte dag gehad in het Trephina Gorge Nature Park. Na een ontbijt met een prima temperatuur erbij lopen we vanaf de “Bluff campground” naar de kloof voor een  ruim een uur durende rondwandeling. Onderweg zien we dat er nog niet zo lang geleden een flinke brand heeft gewoed in het park, maar gelukkig is er nog genoeg moois te zien.

We lopen langs de bovenkant van de gorge en deze trip is weer heel anders dan de wandeling bij de Kings Canyon van enkele dagen geleden.

Eenmaal terug op de kampplaats is haast iedereen vertrokken dus kan ik mooi even de haren van de mannen kortwieken.

Ook hebben we tijd voor een spelletje en de E-reader, ondertussen regelmatig om ons heen kijkend naar de prachtige omgeving. We moeten ’s middags echt de schaduw opzoeken want het wordt zo’n dertig graden.

’s Avonds blijft het nog lang warm wat ons er niet van weerhoudt toch een mooi kampvuur te maken !

Verslag 17

Nadat we vanmorgen alles weer ingepakt hebben maken we nog een mooie wandeling (Panorama Loop Walk) in het Trephina Gorge Nature Park.

We klimmen nog een stuk hoger dan gisteren en kunnen helemaal rondom ons heen kijken.

Wel lopen we ook weer door stukken zwart geblakerde grond waar de brand flink huisgehouden heeft.

Nadat we nog een stop maken bij een prachtige, aparte boom en bij Corroboree Rock, komen we tegen de middag weer aan in Alice Springs.

We gaan nog een keer naar de garage (Auto Fix) die ons van de week zo goed geholpen heeft om een andere reparatie te plannen: de voor- en achtervering is namelijk helemaal op en ook moeten er twee banden vervangen worden. Het kost wel weer een “paar centen”, maar we willen nog jaren vooruit kunnen met de camper.

We spreken af voor maandagmorgen acht uur en nadat we de camper hebben laten uitlijnen (bij een ander bedrijf, wat al afgesproken was !) en nog wat boodschappen hebben gedaan verlaten we de stad weer om richting Ellery Creek te rijden, een rit van zo’n tachtig kilometer en gelegen in het West MacDonnel National Park. Het is de bedoeling hier te overnachten, maar net voor aankomst zien we dat je ook hier online moet reserveren en evenals de afgelopen twee dagen hebben we hier geen verbinding !

Nadat we de prachtige waterplek vluchtig bekeken hebben rijden we tien kilometer terug, waar we al een alternatieve mooie spot (Point Howard Lookout) gevonden hadden om te bivakkeren.

De plek is veel rustiger én gratis met een prachtig uitzicht over de bergen, wat wil je nog meer !!

Verslag 18

We hebben vanmorgen eerst heerlijk uitgeslapen, de komende drie dagen kunnen we het vrij rustig aandoen voor we maandagmorgen weer bij de garage moeten zijn. Net voor we willen vertrekken van ons mooie overnachtingsplekje zie ik een plas water onder de auto van Dennis liggen. Het blijkt dat zijn bijna volle jerrycan gelekt heeft en al het water is bij z’n reserveband terecht gekomen, waardoor we de hele achterkant uit moeten pakken.

Pas tegen half twaalf is alles droog, schoon en weer ingepakt en kunnen we weer op pad. We stoppen nog een keer bij Ellery Creek en terwijl Dennis z’n jerrycan daar weer vult wandelen Wim en ik nog een keer naar de mooie plas.

Vervolgens rijden we naar de Serpentine Gorge waar we na een kilometertje lopen uitkomen bij weer een prachtige kloof met water.

Je kunt hier ook naar een “lookout” klimmen, wat we natuurlijk doen, al gaat deze wel vrij steil ruim honderd meter omhoog, voor Dennis weer een hele overwinning met z’n (nog altijd aanwezige) hoogtevrees. 

Het was het klauteren wel waard, het uitzicht is schitterend !

Eenmaal terug bij de auto’s houden we lunchpauze en besluiten vandaag niet veel meer te doen.

Zo’n tien kilometer verderop is weer een mooie lookout (Neil Hargrave) waar je (gratis) mag overnachten dus hier installeren we ons !

(De grond is hier zo hard dat Wim de boormachine moet gebruiken om de pinnen in de grond te krijgen !)

Op deze hoge plek kun je met je mobiel verbinding maken via een aanwezige satellietschotel, wat aangegeven staat bij de afslag, waardoor er regelmatig mensen langs komen om even te telefoneren.  Wij kunnen op deze manier onze verslagen verzenden en mails ophalen.

Natuurlijk doen we weer een spelletje Carcassonne en houden we uitgebreid happy hour, het bevalt ons weer prima in Australië !!

Verslag 19

Zodra je een eindje van Alice Springs verwijderd bent heb je geen internetbereik meer, alleen op onze vorige overnachtingsplaats hadden we een beetje verbinding. Daar kwamen we erachter dat Queen Elisabeth donderdagavond ,op zesennegentig jarige leeftijd, overleden is. Ze had dit jaar net haar zeventig jarig jubileum als vorstin gevierd, een ongekende prestatie !

De zon laat zich vandaag (zaterdag 10 september) niet zien en af en toe valt er een spatje regen, toch weerhoudt ons dat er niet van om van alles te ondernemen. We starten bij Ochre Pits, een plek waar de grond allerlei kleuren vertoont met als belangrijkste de tint oker. Deze werd in vroeger tijden al gebruikt door de Aboriginals bij rituelen, feesten en als decoratie.

Een eindje verderop aan de Namatjira Drive, de weg die door de MacDonnel Ranges loopt, stoppen we bij de Ormiston Gorge, waar we weer een prachtige wandeling maken.

We kunnen niet helemaal de “loop” (rondwandeling) afmaken omdat het water nog te hoog staat, we zouden dan door het ijskoude water moeten zwemmen. Toch zien we dat, net als bij Ellery Creek, enkele mensen dit wél doen !

Wanneer we na twee uur terug zijn van de schitterende trip rijden we een klein stukje verder naar Glen Helen Gorge, waar we in het verleden gekampeerd hebben. De kampplaats ziet er nu erg vlak en ongezellig uit, wel herkennen we nog diverse plekken en natuurlijk lopen we naar de kloof die vol staat met water.

Daarna moeten we nog veertig minuten rijden voor we tegen drieën aankomen bij een “gravel-pit”, in de buurt van Gosse Bluff, een simpele plek in de bush waar je zo kunt gaan staan. Hier bouwen we onze tent en luifel weer op, waar meteen de zijkanten aan vastgemaakt worden, om ons te beschermen tegen de koude wind.

Nadat we heerlijke tosti’s ophebben doen we een spelletje en dan gaat al vrij snel het kampvuur aan (wat bij Glen Helen niet mocht !), het wordt weer een koude avond en dan hebben we de warmte hard nodig !

Verslag 20

Zeven kilometer vanaf de plek waar we overnacht hebben begint een onverharde weg naar Tnorala Conservation Reserve, ook wel Gosse Bluff genoemd.

Langzaamaan doemen hoge bergen op die samen een kraterwand vormen. Honderd twee en veertig miljoen jaar geleden is hier een komeet ingeslagen met een omvang van zes honderd meter, die een gat van twintig kilometer heeft gecreëerd. 

Nadat we eerst in het midden van de krater hebben gestaan met rondom ons de oprijzende bergen, beklimmen we een van deze punten waarna we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving.

Eenmaal terug op de doorgaande weg rijden we in oostelijke richting terug naar Alice Springs. Al vrij snel gaan we over de Tylerspas waar we bij een uitkijkpunt de Gosse Bluff in de verte nog een keer zien.

Onze volgende stop is bij Redbank Gorge, waar we eerst door een droge rivierbedding lopen en daarna over allerlei rotsen moeten klimmen om uiteindelijk de prachtige kloof te kunnen zien.

Deze is weer totaal anders dan de andere “gorges” die we de afgelopen dagen gezien hebben.

Tegen enen zijn we weer terug bij de auto’s en na een korte rit stoppen we bij Mount Sonder Lookout om te lunchen, ondertussen uitkijkend over de Finke River.

(In de outback is niet overal brandstof verkrijgbaar, maar we hebben gelukkig reserve bij ons !)

Daarna moeten we nog zo’n honderd en twintig kilometer afleggen voor we weer (voor de derde keer) bij Alice Springs Temple Bar Campingpark zijn, waar gelukkig nog een plekje vrij is.

We hebben afgesproken maandag om acht uur bij de garage te zijn, dus dat wordt vroeg opstaan morgen !!

Verslag 21

We hoefden vanmorgen echt niet bang te zijn dat we ons zouden verslapen, om zes uur begonnen de galah’s al volop te “communiceren” ! Onze kampplaats is nog twintig minuten rijden verwijderd van de garage, maar we waren er om acht uur, zoals afgesproken.  Het plaatsen van de nieuwe vering zou minstens vijf uur duren dus zijn we eerst naar een “laundromat” gegaan en zo’n twee uur later is al onze vuile was weer schoon en droog. `

Daarna hebben we vijftig kilometer over de Namatjira Drive gereden om even Standley Chasm (Angkerle Atwatye) te bekijken, een kloof met steile, dieprode rotswanden die in de middagzon  op z’n mooist zijn.

Wij waren helaas niet de enigen die rond dit tijdstip dit fenomeen op de foto wilden vastleggen. Eenmaal terug in Alice Springs was het inmiddels half twee en zijn we naar een sushi-bar gegaan waar de lekkere hapjes via een soort rails langs komen en je kunt pakken waar je zin in hebt.

Nadat we vervolgens nog een stop gemaakt hebben bij Anzac Hill, waar de vlaggen nu halfstok hangen vanwege het overlijden van Queen Elisabeth ll, en je een mooi overzicht hebt over de stad, rijden we naar de garage, waar ze nog steeds druk bezig zijn met onze camper. 

(Dit zijn de oude en nieuwe veringen !)

Pas tegen half vijf zijn ze helemaal klaar en kunnen we op pad om de nieuwe veringen uit te testen. We hadden toevallig gisteren al online geboekt voor een overnachting bij Rainbow Valley dus hebben we nog een rit van zo’n honderd kilometer, waarvan drieëntwintig kilometer gravel, voor de boeg.

Tegen kwart over zes komen we op onze overnachtingsplek aan, net op tijd om de ondergaande zon op de prachtige bergen te zien schijnen !

Daarna wordt het snel donker en zien we weer ontelbare sterren boven ons.  Er wordt niet meer gekookt vandaag, we zijn allemaal best moe en hebben vanmiddag al genoeg gegeten, we houden het bij een toastje en lekkere kaas, natuurlijk met een Australisch wijntje erbij !!

(Bij een vuurplaats lag nog een heleboel hout, terwijl er verder niemand op de kampplaats is, dus hebben wij vanavond een mooi kampvuur !)

Verslag 22

We hadden vanmorgen geen haast om terug te gaan naar de bewoonde wereld, na een laat ontbijt hebben we eerst nog een mooie wandeling gemaakt bij Rainbow Valley naar de Mushroom-rock (met een beetje fantasie kun je hier een champignon uithalen !).

Rond elven rijden we eerst weer de drieëntwintig kilometer off-road en het is wel heel duidelijk dat we nieuwe vering nodig hadden, de auto rijdt nu stukken beter !

Om half één zijn we weer bij de garage waar de bouten van de camper nog een keer aangedraaid worden en er naar de auto, waar Dennis in rijdt, wordt gekeken. Er blijkt een afdekplaat los te zitten en één wiel is aan vervanging toe, verder ziet alles er goed uit.

We gaan door naar de volgende garage, TyrePower, waar ze bij zowel de camper als bij de auto twee nieuwe banden plaatsen. Nu zijn beide voertuigen weer helemaal “up to date” en kunnen we met een gerust hart de rest van de reis (en de volgende, samen met Cas en Anja !) maken.

Dan is het tijd om de voorraden aan te vullen, want voorlopig komen we niet meer in grote steden. Nadat ook de tanks weer gevuld zijn met brandstof beginnen we aan de lange weg door de Tanami dessert, waarvan het eerste stuk nog verhard is.

Na zo’n honderd kilometer rijden stoppen we tegen half zes bij een parkeerplaats om te overnachten. Tijd voor een biertje, want het is sinds vandaag ineens vrij warm geworden, rond de dertig graden. Bij de garage zei iemand: Alice Springs heeft maar twee jaargetijden: winter en zomer, en deze is nu begonnen !!

Verslag 23

We hebben vanmorgen nog in de zon ontbeten maar eigenlijk was het al te warm, in de loop van de dag loopt de temperatuur op naar vijfendertig graden ! We tanken bij het zestig kilometer verderop gelegen Tilmouth Well Roadhouse en zijn blij dat we daar gisteren niet naartoe zijn doorgereden, ons plekje was veel mooier. Ruim honderd kilometer verderop, we rijden nog steeds op asfalt, stoppen we bij het Aboriginaldorp Yuendumu, waar we voor het laatst kunnen tanken tot we bij Halls Creek zijn.

We laten de banden een stukje leeglopen en gaan dan beginnen aan de “echte” Tanami Road., dwars door de woestijn. Het eerste stuk zijn ze druk bezig met de weg, ook hier komt asfalt, maar daarna wordt het stoffige gravel weg.

Tegen tweeën stoppen we om te lunchen bij Mount Doreen Ruins maar we vinden het plekje zo mooi dat we besluiten om hier te overnachten. De laatste dagen waren we steeds vrij laat op een kampplaats, nu genieten we van de prachtige omgeving en hebben tijd voor een spelletje en een leesboek.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 11-53.jpg

Wél zitten we constant in de schaduw en wordt de plantenspuit, om onszelf mee af te koelen, veelvuldig gebruikt ! Tegen de avond gaat voor het eerst de houtskoolbarbecue aan met heerlijke lamskoteletten erop, nu is het er perfect weer voor !

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 19-30.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 20-30.jpg

Verslag 24

Vandaag hebben we het grootste gedeelte van de dag in de auto doorgebracht, al om negen uur zijn we gestart met de lange rit over de Tanami Road en ruim tien uur later zijn we zes honderd kilometer verder.

De weg is de ene keer vol spoorvorming, dan weer zanderig en even later vol met kleine steentjes, het blijft dus constant opletten geblazen.

Het is rond de vijfendertig graden maar we rijden met de ramen open want we moeten zorgen dat we genoeg diesel/benzine hebben tot aan Halls Creek en de airco vergt ook brandstof. We zien onderweg slechts enkele terreinwagens en vijf road trains, ook “wildlife” komen we niet tegen.

Wanneer we de grens naar West Australië overgaan kunnen we de klok anderhalf uur terug zetten, dat wordt even wennen de komende dagen.

Na zo’n vijf honderd kilometer worden de reservetanks met brandstof overgegoten in de auto’s, we hadden van te voren uitgerekend dat we genoeg bij ons hadden.

De laatste twintig kilometer, op weg naar Wolfe Creek Crater is de weg erg slecht, maar net voor het donker is komen we aan op de kampplaats waar we op de eerste vrije plek die we zien onze auto’s neerzetten, het was een lange, vermoeiende dag !!

Verslag 25

We waren vanmorgen al om half zes wakker terwijl we toch vrij laat naar bed waren gegaan. Maar de zon is al op en zorgt er voor dat het, later op de dag, zelfs acht en dertig graden wordt !!

Nadat we alles opgeruimd hebben gaan we naar de krater: drie honderd duizend jaar geleden is er een duizenden tonnen wegende meteoriet op de aarde neergestort waardoor er een achthonderd vijftig meter grote krater ontstaan is, Wolfe Creek Meteorite Crater ! We lopen over de kraterwand omhoog om de, na al die jaren, nog perfecte ronding van de inslag te bekijken.

(De ijsblokjes in de koelbox waren allang gesmolten !)

Dan beginnen we aan de laatste honderd vijfenveertig kilometer van de Tanami Road, langzaamaan komen we in meer geciviliseerd gebied en zien we kuddes koeien rondlopen.

Wanneer we de verharde weg richting Halls Creek oprijden staat er een bak waar je al je groente en fruit in kan deponeren (Quarantine Bin), dit is gebruikelijk in Australië wanneer je een staatsgrens over gaat om zo geen fruitvliegjes te verspreiden ! Wij vinden dit grote onzin, maar hadden toch voor de zekerheid onze voorraad verse levensmiddelen maar even verstopt, want we hebben geen zin in een bekeuring !

Eenmaal in Halls Creek gooien we de tanks weer vol brandstof en water en willen daarna bij het informatiecentrum twee parkpassen regelen waarmee we een jaar lang overal in West-Australië de Nationale Parken in kunnen en daar gratis mogen kamperen, maar dit blijkt niet zo simpel. Uiteindelijk is er bij het postkantoor iemand zo vriendelijk deze passen voor ons te bestellen en uit te printen, dus nu kunnen we ook volgend jaar met Cas en Anja overal in West-Australië terecht !

Wim doet weer wat extra lucht in de banden omdat we nu weer over verharde wegen gaan rijden en daarna verlaten we de plaats weer om naar een volgende overnachtingsplek te rijden.

Nadat we eerst nog een stop maken bij de aparte “China Wall”, waar Wim nog een huid vindt van een slang, rijden we door naar Palm Springs, waarvoor we toch weer vijf en dertig kilometer dirt road moeten rijden !

Het blijkt echter zeker de moeite waard te zijn, het plekje is een ware oase, zeker met deze hitte.

(In de camper is het bijna veertig graden !)

Verslag 26

Als we gisteren hadden geweten dat er vier kilometer verderop een nog mooiere kampplaats was (Sawpit Gorge) dan waren we nog even verder doorgereden. Toen we hier vanmorgen gingen kijken zagen we dat je er prima kunt zwemmen, wat bij Palm Springs niet echt geschikt was.

Toch blijven we niet hier, de eerste locals komen al aangereden (het is weekend, zaterdag 17 september) om af te koelen, dus het zal er wel druk worden. We zien hier de eerste grote kangoeroes die gauw wegspringen als ze ons waarnemen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 10-54.jpg

We rijden terug via Halls Creek, waar het weer opvalt dat het merendeel van de bevolking Aboriginal is, om honderd kilometer in noordelijke richting te gaan tot we bij de afslag komen naar de Bungle Bungle Range, oftewel het Purnululu National Park. Dan volgt er een spannende rit van vijftig kilometer (waar we ruim twee uur mee bezig zijn) over een vrij slechte weg waar we ook nog eens vijf keer door water heen moeten rijden, de mannen vinden dit wel “kicken” !

(De accu is zelfs helemaal los getrild !)

Bij het visitor centre moeten we ons melden om door te geven waar we willen overnachten en hier blijkt dat je met een jaarpas alleen toegang hebt tot de parken maar toch nog wel de kampplaats moet betalen ! We komen tegen tweeën aan bij Kurrajong waar we een plekje in de schaduw vinden. Met een temperatuur van rond de veertig graden (in de camper nog een beetje warmer !) doen we het de rest van de dag kalm aan. De ventilator komt te voorschijn (ook om de vliegen te verdrijven !) net als de verkoelende doeken en met een biertje erbij komen wij de dag wel door !!

Verslag 27

Vanwege de hitte bij de Bungles passen we ons “leefritme” aan: we lagen gisteren al om kwart over negen op bed (het was inmiddels afgekoeld naar tweeëntwintig graden) en toen we vanmorgen om vijf uur opstonden was het zeventien graden, maar we weten dat het in de middag oploopt naar de veertig graden ! We moeten eerst nog een stukje rijden voor we onze eerste wandeling kunnen maken maar vóór zevenen hebben we onze eerste stappen al gezet richting de “Mini Palms Gorge”, een trail van vier en een halve kilometer die we binnen twee uur afleggen.

Het is een interessante wandeling waar we regelmatig over rotsen moeten klimmen en uiteindelijk bij een kloof met palmbomen uitkomen.

Eenmaal terug rijden we verder noordelijk waar we de auto’s parkeren om een volgende trip te maken naar Echidna Chasm. Een werkelijk schitterende wandeling door een heel smalle kloof waar de zon, om half tien ’s morgens nog niet in schijnt !

Helaas mogen we bij een rots, uit veiligheidsoverwegingen niet verder en moeten we dezelfde weg weer terug.

Nadat we bij de Kungkalanayi lookout nog even gestopt zijn rijden we naar onze volgende overnachtingsplek: Walardi Campground waar we al voor twaalven aankomen.

Inmiddels is het al goed heet en zoeken we een plekje onder een boom, die vol zit met witte en zwarte kaketoes, zodat we wat natuurlijke schaduw hebben.

Daarna wordt het echt afzien: het is heet, er is haast geen wind en de vliegen zijn knap vervelend ! We gebruiken de ventilator, de plantenspuit en de verkoelende doeken weer tot het tegen de avond weer iets afkoelt en de vliegen gaan slapen.

Dan volgen nog enkele uren dat het heel aangenaam is buiten, maar ….. morgen willen we weer enkele wandelingen gaan maken en moeten we weer tegen vijven op, dus vroeg naar bed  !!!

Verslag 28

Na een onrustige nacht, waar het niet verder afkoelt dan vierentwintig graden, zijn we alle drie al om half vijf wakker. Voor zessen zijn we al op weg naar de eerste wandeling: the Domes, een groep rotsen in de vorm van bijenkorven, op sommige lagen bedekt met cyanobacteriën.

We lopen door, via de droge rivierbedding van de Piccaninny Creek, naar de gelijknamige lookout, weer een prachtig punt in het Purnululu National Park.

Daarna volgt een lange wandeling naar “the Window”, waar we al voor half negen aankomen. Ondertussen is het al goed heet en gaat het ene flesje water na het andere leeg !

De vierde en laatste wandeling is naar de Cathedral Gorge, een natuurlijk gevormd amfitheater, waar we genieten van weer zo’n schitterend fenomeen in het park.

Inmiddels zijn we vier uur verder en zijn we aardig “op” ! We besluiten om niet nog een nacht in the Bungles door te brengen, want het is inmiddels boven de veertig graden, maar om terug te rijden naar Halls Creek en vervolgens naar de prachtige overnachtingsplek Sawpit Gorge, waar we tegen half vijf aankomen.

We nemen alle drie een duik in het verkoelende water waardoor we meteen ook al het stof en vuil kwijt zijn!

Ook besluiten we om hier morgen te blijven staan en er een rustige dag van te maken ! Het is nu half negen ’s avonds en nog steeds  tweeëndertig graden, dat gaat weer een warm nachtje worden !!! 

(Dennis ziet eindelijk wildlife: een slang !)

Verslag 29

Nadat we vanmorgen iets langer dan de afgelopen dagen op bed gelegen hebben zijn we toch redelijk vroeg op. Omdat we nu volop water bij de hand hebben kan ik een wasje doen en ook krijgen de auto’s een flinke beurt !

(Wim is ondertussen alvast bezig afdekplaten voor de ramen te maken voor als de camper straks weer in de stalling gaat, de oude waren helemaal vergaan !)

Het is heerlijk dat we regelmatig het water in kunnen  om af te koelen want het kwik komt weer ruim boven de veertig graden,  natuurlijk is er ook tijd voor een spelletje.

Tegen het eind van de middag komen er twee locals (van origine Aboriginals) om hier even af te koelen, ze maken een praatje en willen van alles van ons weten. Ook laten ze ons zien hoe je bepaalde bladeren kunt gebruiken als zeep, heel interessant.

We hebben vandaag volop genoten van ons schitterende plekje, echt een “hidden secret” !!

Verslag 30

Het water in de creek staat zeker vijf centimeter lager dan gistermorgen en dit komt niet door het vele wassen en poetsen wat we gedaan hebben, maar vanwege het hete weer verdampt het gewoon ! Voor de reiger wordt het alleen maar makkelijker om z’n prooi te vangen, we zien hem verschillende visjes naar binnen werken.

De weg naar ons plekje was best ongelijk en hobbelig maar beide auto’s komen (met aanwijzingen van Wim !) zonder kleerscheuren weer boven !

Enkele dagen terug hadden we ontdekt dat onze airco het niet doet dus hadden we  voor vanmorgen een afspraak bij een garage in Halls Creek. Wanneer je de ventilator aandoet komt er allemaal geratel en troep uit, het blijkt haast een heel vogelnest te zijn dat zich daar verzameld had. Maar helaas bleek dit niet het euvel en konden ze ons niet verder helpen, ook een specialist in de buurt had vandaag geen tijd voor ons.

Wél ontdekten we, terwijl we daar stonden, dat Dennis een lekke band had, er bleek een grote scheur in te zitten en nu zit er een andere, tweedehands band op (ze hadden geen nieuwe vergelijkbare band op voorraad), wat een mazzel dat we net daar waren !

Omdat het nog vroeg is wanneer we, voor de laatste keer, Halls Creek verlaten willen we doorrijden naar Geiki Gorge om daar laat in de middag een boottocht te maken. Online reserveren lukt niet en wanneer ik het telefonisch probeer krijg ik te horen dat er grote brand woedt en dat de cruises allemaal gecanceld zijn. We besluiten een paar uurtjes door te rijden tot voorbij Fitzroy Crossing, onderweg een lunchstop makend bij Mary Pool rest area, een populaire halteplaats aan een droge rivierbedding waar het rond de middag al flink druk is met caravanners die er blijven overnachten. Het is inmiddels weer flink heet geworden, rond de veertig graden, en met de plantenspuit in de cabine en flink wat flesjes water leggen we enkele honderden kilometers af. Onderweg  zien we grote stukken verbrand gebied wat niet vreemd is met deze hoge temperaturen en met de hete föhnwind erbij ontstaat een brand snel !

In Fitzroy Crossing zoeken we weer een garage op voor de aircoreparatie en morgenvroeg heeft er iemand tijd voor ons ! We rijden naar het caravan park Fitzroy River Lodge, dat een zwembad heeft waar we dankbaar gebruik van maken, we zijn allemaal oververhit !

Hier zien we eindelijk kangoeroes rondhippen, al maken ze wel het hele grasveld kapot , iets waar  ze hier niet al te blij mee zijn.

Helaas staat ons weer een warme nacht te wachten en morgen wordt het weer veertig graden, die koude dagen rond Alice Springs waren toch zo gek nog niet !!

Verslag 31

We stonden vanmorgen stipt om zeven uur bij de garage, ze moesten zelfs alles nog opstarten, maar anderhalf uur later hadden wij weer een werkende airco en konden we verder met onze trip.

We hadden trouwens geluk dat ze open waren want veel bedrijven zijn vandaag (22 september) gesloten in verband met het overlijden van de queen, wat hier nu herdacht wordt. Vanaf Fitzroy Crossing  rijden we een stukje verharde weg en buigen dan af naar de Leopolds Downs Road die weer onverhard is. Het is een prachtige, afwisselende route met aparte bergen, boabtrees en ook moeten we weer door water heen.

Tegen half twaalf komen we aan bij Tunnel Creek (wat tegenwoordig Dimalurru National Park genoemd wordt) en gaan met de zaklamp in de aanslag en goede sandalen aan al klauterend de grot in waar het heerlijk koel is.

Daar lopen we zo’n kilometer, afwisselend over zand en door het water,  met boven ons vleermuizen en stalactieten.

We hoeven niet te zwemmen, het water komt net tot de rand van onze korte broeken.

Na een uur zijn we weer terug en komt buiten de hitte je weer tegemoet. We rijden nog zo’n veertig kilometer en stoppen dan bij Windjana Gorge  (Bandilngan N.P. voor de Aboriginals !), het is inmiddels twee uur en ruim veertig graden, te heet om nog iets te ondernemen. We zetten hier onze auto’s in de schaduw neer en doen het verder kalm aan,  morgenvroeg gaan we de wandeling bij de kloof wel maken !

(Even bijkomen onder de verkoelende doeken !)

Verslag 32

We zijn de morgen begonnen met een mooie wandeling bij Windjana Gorge waar we kangoeroes, vleermuizen en zoetwater krokodillen zien.

Echter is er nog een ander dier aanwezig: de sandfly en dit insect is ontzettend irritant. Elke keer wanneer ik stil sta om een foto te maken gaat zo’n beest op je zitten en steekt je, dus ik ben best vaak geprikt !!  Op de (betaalde) kampplaats zijn douches dus wanneer we, bezweet van de wandeling, terug zijn maken we hier dankbaar gebruik van voor we verder trekken. Na zo’n honderd en vijftig kilometer komen we aan in Derby waar we eerst op zoek gaan naar ….  een garage !! De airco in de auto waar Dennis in rijdt doet het namelijk ook heel slecht, in Fitzroy Crossing wilde we deze al laten repareren, maar daar hadden ze slechts tijd voor één auto (we kwamen immers zo maar tussendoor !). Hier (bij de garage) wordt geconstateerd dat de ventilator kapot is, deze is niet op voorraad en zelfs in Broome moet deze besteld worden. Het komt er op neer dat we over tien (!!!!) dagen in Broome geholpen kunnen worden, want het onderdeel moet helemaal uit Perth komen, toch hebben we hier maar ons akkoord voor gegeven, want met de hitte die we de komende tijd wel houden is rijden zonder airco geen optie.

Nadat we bij de werf in Derby, waar we sinds weken de zee weer zien, onze lunchpauze gehouden hebben bekijken we de oude gevangenis, waar Aboriginals (tussen 1906 en 1975) dagen en soms ook weken opgesloten zaten.

We gaan nog even langs bij een slijterij waar we weer, net als in Alice Springs en Halls Creek, onze identificatie moeten laten zien, in Derby is er zelfs een maximum van drie flessen wijn per persoon. Dit alles heeft te maken met de vele Aboriginals die hier wonen, zij kunnen slecht tegen alcohol, maar proberen het wel te pakken te krijgen ! Iets buiten de plaats bevindt zich de Baobab Prison Tree, een grote vijftien honderd jaar oude holle boom waar in vroeger tijden ook Aboriginals gevangen gehouden werden, al is hier niet echt bewijs van.

We rijden nog vijftig kilometer richting Broome en stoppen dan, tegen half vier, bij Willare Bridge Roadhouse, een onverwacht leuke kampplaats met een zwembad erbij.

We staan onder een grote watertoren, er waait een heerlijk windje en ’s avonds is er ook nog een lekkere barbecue waar we gebruik van maken. Morgen rijden we verder naar Broome waar we op zoek gaan naar een kampplaats voor de komende tijd , voor ons wordt het nu echt relaxen !!

Verslag 33

We bevinden ons nog niet in Broome maar zijn een dagje gebleven bij Willare Bridge Roadhouse: er is hier schaduw, een zwembad, wasmachines én we hebben nu niet zo’n haast om naar Broome te gaan, omdat we daar toch zo’n tien dagen moeten vertoeven. Nu zijn er slechtere plekken om te verblijven en morgen gaan we er beslist naartoe, maar nu had ik mooi tijd om de was te doen.

(Konden de mannen ondertussen de afwas doen !)

Ook Dennis is heel actief (met naald en draad), hij heeft een hoes om z’n autogordel gemaakt en zijn zwembroek “gerepareerd”, er zijn heel wat mannen die het hem niet nadoen !!

Er vliegen hier heel wat kaketoes rond en ook zien we kleurige parkieten en ibissen.

Regelmatig koelen we even af in het zwembad, maar ’s middags wordt het met ruim tweeënveertig graden te gortig en verhuizen naar binnen, in het Roadhouse is airconditioning en kun je gezellig zitten.

Later houden we buiten uitgebreid “happy hour” en natuurlijk komt Carcassonne tevoorschijn. Nu maar hopen dat we vanavond rustig kunnen slapen, want afgelopen nacht liep het waterreservoir over en hoorden we de hele tijd water stromen, zelfs tot onder onze camper, en omdat we niet wisten wat er aan de hand was (we dachten dat er een lek in zat !) , kwam dat een beetje beangstigend over !

Verslag 34

Nadat we vanmorgen honderd en zestig kilometer hebben afgelegd komen we rond half elf aan in Broome waar we meteen doorrijden naar Discovery Parks (voorheen Roeback Bay Caravan Park) , de enige camping die direct aan het water ligt. Hier vernemen we dat het de aankomende twee weken schoolvakantie is en dat het dus goed druk is !! Eerst krijgen we een heel zonnige plek toegewezen vanwaar je de zee niet eens kan zien, maar na wat onderhandelen staan we, alleen vandaag, pal aan het water op een plek waar we zeven jaar geleden ook stonden.

Morgen verhuizen we, weer voor één dag, na een iets minder mooie plek, waarna we de dagen erna een mooie schaduwrijke plaats krijgen. Nu genieten we in ieder geval van het meest mooie plekje van de camping en gaan de kampplaats dan ook niet meer af. Wél hadden we, voor aankomst, heerlijke garnalen gekocht die we, met een prachtig uitzicht erbij, al pellend verorberen.

Wim heeft weer een klusje: hij heeft vandaag Dennis’ auto een kusje gegeven toen deze met het achteruit rijden in een dooie hoek zat. Met wat buig en duw werk en een beetje blanke lak ziet alles er weer redelijk normaal uit ! 

Er is inmiddels ook een zwembad op de camping  en natuurlijk moet Dennis even uitproberen hoe de watertemperatuur is.

Aan de kust krijgen we nu te maken met vochtige warmte, heel anders dan de droge lucht van de afgelopen weken. Ook blijft het apart hoe groot het verschil hier is tussen eb en vloed, bij aankomst stond het water bijna tegen de kant en enkele uren later kun je hier haast “wadlopen”!

Langzaamaan wordt het nu weer vloed en hoor je de rollende golven, wat zullen wij heerlijk slapen bij dit prachtige geluid !!

Verslag 35

Vanmorgen rond half elf was het ons toegewezen (minder mooie) plekje nog steeds bezet, blijkbaar was er iets fout gegaan bij de receptie, daardoor krijgen wij een andere plaats ….. weer pal aan het water !! `

We besluiten om ook vandaag op de camping te blijven, het wordt achtendertig graden  en het is een “public holiday” (welke weet ik niet !) waardoor alles gesloten is. We gaan alle drie de zee in terwijl het vloed is en Dennis plonst ook nog enkele keren in het zwembad voor verkoeling.

Verder wordt het weer een dag voor spelletjes en een leesboek, al is Wim ook een hele tijd bezig met mijn fototoestel dat gisteravond de strijd heeft opgegeven. Helaas krijgt hij hem niet gerepareerd, dus morgen gaan we, naast enkele andere zaken die we moeten regelen, even langs een fotozaak !

Verslag 36

Na een paar relaxte dagen hebben we vandaag van alles geregeld en aangeschaft. We zijn gestart bij de fotozaak Harvey Norman waar bleek dat mijn fototoestel niet meer te repareren valt, de oorzaak: hoogstwaarschijnlijk zandkorreltjes ! Gelukkig verkopen ze er exact dezelfde camera als die ik had, de Lumix super zoom en ben ik nu in het bezit van een nieuwe, waar ik hopelijk weer jaren plezier van heb.

We rijden door naar de garage waar we pas volgende week een afspraak hebben, maar willen toch voor de zekerheid even de airco laten bekijken, inderdaad gaat het om een kapotte ventilator waar een nieuwe van besteld is en die, zoals te verwachten was, nog niet binnen is.

Nadat we onze gasfles hebben laten vullen rijden we naar Chinatown, een gezellige wijk in Broome vol toeristische winkeltjes maar vooral dé plaats waar alle parels verhandeld worden.

Broome is natuurlijk vooral bekend geworden doordat het de succesvolste parelduikersplaats van West-Australië is en vooral toen de duikers uit Azië kwamen (1880) groeide de plaats snel. Ik koop hier een nieuwe set oorbellen, omdat bij m’n oude de parels regelmatig loslaten van de sluiting en Wim ze dan weer moet plakken, en een prachtige hanger van parelmoer.

Ook koopt Dennis een horloge en schaffen we allebei nieuwe slippers en zwemkleding aan, het lijkt wel of alles deze reis kapot gaat en vervangen moet worden !

Nadat ik nog een bezoek aan de kapper heb gebracht rijden we naar Cable Beach, een prachtig zandstrand waar je met 4×4 auto op mag rijden.

We parkeren de auto’s vlakbij het water maar nog geen uur later moeten we al een flink eind wandelen om bij de zee te komen, er is een groot verschil tussen eb en vloed. Natuurlijk gaan we de zee in en maken we een strandwandeling en  blijven dan tot we de zon in de zee zien zakken, altijd weer een prachtig gezicht !

Ook zijn er weer genoeg toeristen die op een dromedaris langs de waterlijn lopen !

Het is donker voor we terug zijn op de camping en dan blijkt dat de toegewezen plek bezet is, echter de plaats waar we afgelopen nacht stonden is nog leeg, dus parkeren we hier onze auto’s. Morgen maar eens informeren waar we de komende nachten slapen !!

Verslag 37

Nadat we vanmorgen bij de receptie langs geweest zijn om de plekjes voor de komende dagen te regelen, rijden we naar Willie Creek Pearl Farm, alleen de rit ernaartoe is al een belevenis.

Vanwege het extra hoge tij op dit moment moeten we een omweg maken om bij dit geïsoleerde stukje paradijs te komen waar de mooiste parels gekweekt worden.

Onze volledig volgeboekte toer begint om kwart over tien met een uitleg over het bedrijf, waarna we een boottocht maken door de mangroves en over het prachtige heldere water van de kreek.

Ondertussen wordt het kweekproces van de parels verteld en zien we hoe de oesters in ijzeren rekken onder water verblijven waar ze bloot staan aan de getijden en het warme zeewater.

Weer aan wal wordt een ook gezorgd voor de inwendige mens met allerlei soorten drank, tropisch fruit, cake en heerlijke hartige damper.

Daarna gaan we naar een ruimte waar een oester “ontleed” wordt en van z’n gekweekte parel wordt ontdaan, het is allemaal erg interessant en wordt heel duidelijk uitgelegd.

Natuurlijk eindigt de rondleiding  in de verkoopruimte, maar ik ben gisteren al ontzettend verwend, dus daar zijn we zo weer weg.

Na weer een uurtje rijden door zand en over gravel komen we tegen half drie op de kampplaats aan, waar we dit keer op een plek volop in de zon komen te staan. Gelukkig is Wim altijd heel creatief en zitten we even later toch in de schaduw waar we enkele spelletjes Carcassonne doen, morgen verhuizen we weer naar een plek pal aan zee !  

Verslag 38

We zijn vanmorgen begonnen met een wandeling langs de ruige kustlijn van Broome waar we na een rit over een rode zandweg  terecht komen, het is nog eb en we zijn de enigen die er lopen (en een heleboel krabbetjes !).

Een eindje verderop heb je Gantheaume Point wat veel bekender is en ook daar, vlakbij de vuurtoren, zijn weer prachtige, grillige rotsen te vinden.

Ook kun je hier de (originele) pootafdrukken van een dinosaurus bekijken, al vind ik ze er veel te nieuw uitzien !

We zijn alle drie nat bezweet van de wandeling dus rijden we het strand op bij Gantheaume Point om een verfrissende duik te nemen, waarna we ons weer afspoelen met onze mobiele douche.

Daarna rijden we nog een keer naar de garage om te informeren of de ventilator van de airco al binnen is en dit blijkt gelukkig het geval. We kunnen de auto morgenvroeg brengen, maar ze garanderen niet dat ze er tijd voor hebben, dat risico lopen we dan maar.

Nadat we enkele boodschappen hebben gedaan willen we nog even een paar flesjes wijn halen, maar dat is hier niet zo simpel. Je mag drie flessen per persoon  kopen, als je je kunt legitimeren. Mijn rijbewijs ligt in de auto, maar die van Wim en Dennis zouden genoeg moeten zijn voor zes flessen, maar omdat ík toevallig de wijn van het schap pak wil de caissière ze niet afrekenen en moeten we ze laten staan ! Even later (nu heb ik mijn identiteitskaart wél bij me) proberen we het bij een andere slijterij: hier slaat de caissière per ongeluk een fles te veel aan (we hadden twee liters flessen en dan mag je geen derde !) en is daarna een half uur bezig dit weer terug te draaien. Het is dan ook al ruim half twee voor we terug zijn op de camping waar we nu gelukkig weer een mooi plekje pal aan het water hebben. Inmiddels is het vloed, staat het water vlakbij en komt er zelfs een grote catamaran op een paar meter afstand voorbij.

Na de lunch gaan we de zee in voor deze weer terug zakt, er zit op dit moment namelijk bijna tien meter hoogte verschil tussen de getijden !! 

Tegen vijven wandelen we over het strand naar een nieuwe pier vlakbij de camping vanwaar je nog net de zonsondergang kunt zien uitkijkend over een heel groot gebied wat nu weer droog staat.

Toevallig is er een avondmarkt waar kleding, kunst, eten en drinken wordt verkocht terwijl er door een duo mooie countrymuziek gespeeld wordt.  Het is er gezellig druk en we verblijven er geruime tijd, waarna we in het donker terug lopen naar de camping waar we, zoals gewoonlijk, de hele avond buiten verblijven !

Verslag 39

We waren vanmorgen om half zes alweer op want de auto van Dennis moet wel zo vroeg mogelijk bij de garage zijn zodat ze eraan kunnen werken wanneer ze tijd hebben. Terwijl ik op de kampplaats achterblijf rijden Wim en Dennis naar Reen Auto Electrics, want er passen maar twee personen in onze camper, wat wel betekent  dat we de hele dag op de camping moeten verblijven !

Het is vandaag gedeeltelijk bewolkt en erg broeierig dus we creëren extra schaduw en gaan voor verkoeling de zee in.

Voor het eerst gaat Wim vissen in de hoop een maaltje bij elkaar te scharrelen, wat helaas niet lukt !

Wanneer ze eind van de middag weer terug gaan naar de garage blijkt dat de auto gemaakt is en de airco zijn verkoelende werk weer doet ! Yes, dat scheelt ons weer vier dagen ! Laten we hopen dat dit de laatste keer is dat we een garage op moeten zoeken deze reis !!

Verslag 40

We hebben nog één nachtje bijgeboekt op de camping omdat we nog een paar dingen wilden zien.

Nadat we vanmorgen nog enkele klusjes hebben gedaan rijden we tegen de middag naar Chinatown om hier voor het laatst boodschappen te doen. Helaas is de oude openluchtbioscoop Sun Pictures, uit 1903, gesloten, deze gaat pas tegen de avond weer open !

Daarna gaan we naar het, vijftien kilometer buiten Broome gelegen, Malcolm Douglas Crocodile Park waar zo’n zeventig zoutwater krokodillen leven, waarvan er tien mannetjes zijn !

We krijgen uitleg over de dieren en bekijken het voeren van deze “salti’s” en ook van de kleinere, veel minder gevaarlijke zoetwater krokodillen, die we bij Windjana Gorge ook gezien hebben.

We mogen zelfs een jonkie vasthouden, wel met de bek dichtgetaped.

Nadat we hier anderhalf uur hebben rondgekeken rijden nog een keer naar Cable Beach, één van de mooiste stranden van Australië aan de Indische Oceaan, waar ook nu weer kamelen met hun “vracht” op de rug langs

komen lopen.

Het is vandaag iets minder warm, rond de dertig graden, en alleen Dennis gaat de zee in, wij vinden het te fris !

Ook zullen we vannacht geen ventilator nodig hebben en “gewoon” onder een laken kunnen slapen ! 

Verslag 41

Nadat we vanmorgen op de camping de auto’s ontdaan hebben van het zand en het zeewater van de rit over Cable Beach de avond ervoor, verlaten we Broome en rijden zo’n honderd veertig kilometer zuidwaarts.

Ruim voor de middag nemen we de onverharde afslag naar Barn Hill Station waar ik drie keer een hek moet openen (en weer sluiten) om op de kampplaats te komen, dit om ervoor te zorgen dat het vee niet wegloopt.

Het is een leuke, alternatieve plek waar we een mooi plaatsje krijgen met uitzicht op zee.

Na de lunch gaan we de omgeving verkennen en maken een mooie wandeling over het strand waar weer heel aparte rotsen te zien zijn.

Natuurlijk komt ’s middags ons favoriete spel weer op tafel en ben ik vandaag twee keer winnaar !

(Even wat bison kit tussen de zolen plakken, deze waren losgegaan in zee !)

Helaas is de zonsondergang niet spectaculair vanwege wat bewolking, maar de pizza’s die we later halen zijn wel erg goed en lekker.

Omdat ze hier heel speciale toiletten en douches hebben: van golfplaten zonder plafond, ben ik net nog even in het donker wezen douchen, want hoe vaak gebeurt het dat je tijdens je douche boven je de maan en honderden sterren ziet schijnen !

Verslag 42

We werden vanmorgen rond zes uur wakker van een regenbui met daarbij behorend een prachtige regenboog die we vanuit ons bed konden bekijken.

Nadat we ontbeten hebben met vers, warm brood, afkomstig van een bakkerij die bij Barn Hill Station hoort  (waar gisteren ook de pizza’s vandaan kwamen !) gaan we terug naar de Great Northern Highway, een tweebaansweg waar we regelmatig een road train tegenkomen en die verder vooral gebruikt wordt door campers en andere vakantievoertuigen.

We rijden vandaag zo’n drie honderd vijftig kilometer in zuidelijke richting en zien onderweg slechts één roadhouse: Sandfire, waar je kunt tanken, iets eten en naar het toilet kan.

We passeren geen enkele stad of dorp, alleen is er af en toe een onverharde afslag naar een afgelegen boerderij,  zoiets is in het dichtbevolkte Nederland ondenkbaar. Tegen half twee slaan we af naar Cape Keraudren Coastal Reserve, een mooie rotsachtige kaap met vele inhammen en leuke baaitjes waar gevist en gezwommen kan worden. We zetten onze auto’s neer op Cliff Camp waar het knap winderig is, maar je hebt er wel een mooi uitzicht over het water.

Wim en ik maken ’s middags een lange wandeling over de kaap en zien daar eindelijk weer eens kangoeroes in hun natuurlijke omgeving.

’s Avonds gaat de barbecue aan waarna er, sinds lange tijd, weer een kampvuurtje gemaakt wordt, al valt dit niet mee met de harde wind !

Verslag 43

Toen we vanmorgen bij eb een lange wandeling langs de kust maakten kwamen we erachter dat het niet zo eenvoudig is om in zee te komen, overal zijn scherpe rotsen, dus ook vissen wordt lastig.

Het blijft bij pootje baden en verder in de schaduw zitten onder de luifel, maar wél in de wind. Er zitten hier namelijk veel midgees, heel irritante piepkleine insecten die steken als een grote ! Mij hebben ze vannacht flink te pakken gehad, m’n hele nek zit vol kriebelende bultjes.

Morgenvroeg vertrekken we hier weer, we hebben het hele gebied bekeken en zijn klaar met die midgees !!

Verslag 44

We zitten alle drie vol met bultjes van die vervelende midges, maar Dennis spant de kroon, hij ziet er vanmorgen dan ook niet al te vrolijk uit !

Deze kust tot aan Exmouth staat er nou eenmaal om bekend en iedereen die naar Cape Keraudren komt gaat met jeukende ledematen weer weg. Voor we verder reizen nemen we nog even het hout mee, dat vertrekkende gasten achtergelaten hebben, daar kunnen wij weer enkele avonden van stoken.

We rijden de resterende honderd en vijftig kilometer naar Port Hedland , een stad met zo’n zestien duizend inwoners, een grote haven en veel industrie, vooral gericht op ijzer en zout.

Nadat we even gestopt zijn bij het Don Rhodes Mining Museum waar allerlei oude voertuigen te bekijken zijn, rijden we naar het winkelcentrum.

Ik stop twee wasmachines vol bij de Swiss Launderette en terwijl we bij de vlakbij gevestigde supermarkt Woolworths boodschappen doen wordt de was ondertussen schoon en droog. Tijdens het opvouwen wordt ik goed geholpen door de mannen !

Nadat we een boterham hebben gegeten aan de haven rijden we naar onze zestig kilometer verderop gelegen overnachtingsplaats: Indee Station, die bij aankomst helaas gesloten blijkt te zijn.

(Deze lange vrachtwagens, road trains, met vier aanhangers hebben een lengte van zestig meter !)

Via WikiCamps, een site die ik regelmatig raadpleeg, komen we, tegen vieren, vijftig kilometer verderop terecht bij een open plek achter een heuvel aan de Great Northern Highway, waar we uit het zicht staan en het lawaai van de vele road trains slechts gedemd horen! Hier staan we weer, zonder voorzieningen, zoals we in het begin van de reis ook regelmatig hebben gedaan.

Eerst zetten we de camper in de wind zodat we geen last van de vliegen hebben, later draait Wim deze een slag om juist uit de wind te kunnen zitten zodat we weer een kampvuur kunnen maken, ……helaas hebben de midges ons hier ook gevonden !

Verslag 45

Omdat we eindelijk weer eens in “the middle of nowhere” stonden, kon ik mooi vanmorgen de haren van de mannen fatsoeneren, vooral de baard van Dennis mocht wel een stukje korter !

Ook hebben we de schep weer nodig zodat je een kuiltje kunt graven om je “behoefte” in te doen.

We hebben nog nooit zoveel road trains gezien als de afgelopen twee dagen op weg naar Karijini N.P.  rijdend over de Great Northern Highway. Er zijn in deze omgeving veel mijnen zodat er veel vervoerd moet worden, sommige road trains hebben meer dan honderd wielen !

Tegen de middag komen we aan bij het Nationale Park waar we eerst naar het visitor centre gaan voor informatie én om een kampplaats te boeken. Het wordt gelukkig weer iets rustiger, de schoolvakanties lopen ten einde, zodat er weer plaatsen beschikbaar zijn. We krijgen een mooi plekje op Dales campground waar we drie nachten zullen verblijven.

Na de lunch rijden we naar de parkeerplaats vlakbij de Dales Gorge om de Fortescue Falls te bekijken en nadat we een aantal trappen zijn afgedaald komen we bij het meertje waar we een tijdje lekker zwemmen in het verkoelende water.

De rest van de middag verblijven we op ons plekje, waar Wim eerst weer een reparatie uit moet voeren aan de luifel, er gaat nogal eens wat kapot deze trip !

Na een spelletje Carcassonne wordt het tijd voor de avondmaaltijd waar Wim zich weer uitleeft in een heerlijke creatie van gevulde paprika’s en diverse soorten vlees. Ik bof maar met twee goede koks bij de hand !!

Verslag 46

We hebben vandaag een prachtige, aparte wandeling gemaakt in het Karijini N.P., maar voor we er aan konden beginnen moesten we eerst bijna vijftig kilometer rijden, grotendeels over een vrij slechte, onverharde weg. Het alternatief was de asfaltweg die veertig kilometer langer is, dus was de keus snel gemaakt.

Nadat we eerst bij de Oxer Lookout een overzicht krijgen over de Weano en de Hancock Gorge, lopen we naar de rand van de Hancock Gorge waar we afdalen in de kloof via ongelijke rotsen en later langs een ijzeren trap.

Eenmaal beneden begint de schitterende wandeling over platte, uitstekende stenen maar ook door helder, fris water.

Wim had eerst zijn wandelschoenen aan, voor extra stevigheid, maar op een gegeven moment kun je niet anders dan door het water en verruilt hij ze voor de sandalen die tegen water kunnen (teva’s), die Dennis en ik al meteen aangetrokken hadden. Toch houdt Wim het lang vol om over de rotsen te lopen terwijl ik ook een groot gedeelte, net als Dennis, zwemmend afleg.

De kloof wordt steeds smaller met aan het eind een klein meertje: de “Kermit Pool”, waar Dennis en ik nog even heerlijk afkoelen. (Wim heeft z’n zwembroek nog in de rugzak zitten die we een eind terug al achtergelaten hebben, maar heeft wél de filmcamera en z’n fototoestel bij zich !)

We moeten dezelfde weg weer helemaal terug maar zijn heel voldaan dat we deze hike (categorie vijf !) volbracht hebben !

Nadien gaan we nog even kijken bij de Joffre Falls, maar er valt hier geen water naar beneden !

(Dit gebeurt er wanneer een kastje niet goed dicht zit !)

Tegen tweeën zijn we weer terug bij het visitor centre dat vlakbij Dales campground ligt en waar we internetverbinding hebben zodat we het verslag van gister kunnen verzenden, ook boeken we voor morgen een “mijntoer” bij Tom Price. Nadat we ons afval gedropt hebben en onze douchebak weer helemaal gevuld is rijden we terug naar de kampplaats om de rest van de dag te relaxen !

Verslag 47

We moesten vanmorgen (zaterdag 8 oktober) eerst ruim honderd kilometer afleggen voor we in Tom Price waren om de mijntoer te doen, maar het was een prachtige route gedeeltelijk door het Karijini N.P. en langs diverse mijngebieden. Met een vrij volle bus rijden we naar één van de twaalf mijnen behorend tot de “Rio Tinto Iron Ore”, een mega mijncompagnie in de Pilbara streek die zo’n dertien procent van alle ijzererts wereldwijd  produceert. Hier wordt zeven dagen per week vierentwintig uur gewerkt om de ijzererts gewonnen, gebroken en schoongemaakt te krijgen, waarna het verscheept wordt over de hele wereld.

We zien een open mijn en rijden langs de gigantische machines die de diverse kwaliteiten van erts scheiden en vermalen, het is allemaal heel indrukwekkend.

Terug in Tom Price, een schone, kleine plaats met veel faciliteiten waar vooral mijnwerkers wonen, doen we enkele boodschappen, tanken water en brandstof en bekijken de enorme vrachtwagen die aan het begin van de plaats staat.

Na weer  ruim een uur rijden zijn we terug vlakbij Dales campground waar we eerst doorgaan naar de Fortescue Falls, waar we via een ontzettend lange trap en na een stukje verder lopen uitkomen bij de Fernpool, een prachtige natuurlijke zwemplek met een waterval.

Alle drie koelen we hier heerlijk af en moeten daarna de lange weg weer terug omhoog, onderweg nog enkele vleermuizen spottend.

Aangekomen bij onze auto’s loopt daar een dingo (wilde hond) waar al steeds voor gewaarschuwd is en die Wim en Dennis gisteravond ook al gespot hebben. Het vrij onschuldig ogende dier kan agressief worden en je moet ervoor zorgen dat er geen etenswaren of schoenen (!) ’s nachts buiten blijven, iets waar we dan ook altijd rekening mee houden !

Verslag 48

De temperatuur in het Karijini N.P. is prima: ’s nachts koelt het af naar zo’n zeventien graden, waardoor we heerlijk onder het dekbed slapen en ’s morgens is het nog lekker ontbijten in het zonnetje zonder dat het te heet is. Wel begint de temperatuur overdag steeds meer op te lopen, vandaag zelfs naar zevenendertig graden ! Ook van vliegen hebben we, tot nu toe, nog weinig hinder ondervonden en de midges zijn achtergebleven bij de vorige overnachtingsplaats. Vanmorgen hebben we weer een schitterende wandeling gemaakt, beginnend vlakbij de kampplaats. Weer moeten we dezelfde trappen af als gisteren toen we gingen zwemmen in de Fern Pool, maar nu lopen we langs het water van de Fortescue Falls en gaan dan door de kloof heen, de Dales Gorge Walk.

Dit keer hebben we onze wandelschoenen aan want we hoeven niet door water te lopen, al valt het soms niet mee om droge voeten te houden.

We zien onderweg een slang (King Brown) in het zonnetje liggen, die zich weinig van ons aantrekt.

(Er wordt gewaarschuwd dat er asbest in de stenen zit !)

Aan het eind van de kloof klimmen we omhoog en lopen terug over de rand (Rim walk) naar de auto’s. 

Dan volgt een rit van honderd kilometer naar de Hamersley Gorge gelegen aan de westkant van het Karijini N.P. waar we eigenlijk nog een keer wilden gaan zwemmen. Het is er echter zo druk dat we hier van afzien en, nadat we wat gegeten hebben, doorrijden naar de volgende overnachtingsplek: Millstream Chichester N.P. zo’n twee honderd kilometer verderop.

Helaas beginnen er dan problemen te komen met onze camper: het stuur staat ineens scheef (maar Wim kan wel gewoon sturen !) en het rammelt aan de onderkant van de auto. Het blijkt dat de nieuwe bladvering gedeeltelijk losgeschoten is, zodat we genoodzaakt zijn om heel rustig te rijden om verdere schade te voorkomen.

We doen er dan ook best lang over om bij Millstream te komen en dat bij de hete temperaturen van vandaag, we zijn dan ook blij dat de airco’s het weer doen ! Vlak voor de kampplaats stoppen we bij de “Deep Reach Pool” waar Dennis nog even een verfrissende duik neemt.

Pas tegen half zes zijn onze “huisjes” weer opgebouwd en hebben we tijd voor een verkoelend biertje !! Morgen moeten we nog honderd vijftig kilometer rijden voor we bij een stad komen waar een garage is, hopelijk komen we daar zonder verdere problemen aan !

Verslag 49

We hebben een heel aparte dag achter de rug: nadat we vanmorgen eerst nog rustig de “Millstream Homestead” bekeken hebben moeten we daarna toch nog de honderd vijftig kilometer afleggen naar de kust om daar bij een garage onze camper na te laten kijken. We wilden eigenlijk nog stoppen bij de Python Pool, ook een onderdeel van het Millstream N.P. maar hiervoor moeten we weer onverhard rijden terwijl er een kortere, verharde weg leidt naar Karratha. Ook zitten beide auto’s krap met de brandstof dus is de keuze snel gemaakt: rechtstreeks naar Karratha ! Weer rijden we door mijngebied en langs de spoorrails waar kilometers lange wagons, volgeladen met ijzererts en getrokken door drie locomotieven langzaam voorbij rijden.

Nadat we getankt hebben, beide auto’s stonden op reserve, vinden we een garage genaamd Hunter Mechanical. Wanneer we daar ons probleem voorleggen, bladvering die waarschijnlijk los zit, worden we in eerste instantie afgescheept en hebben ze pas eind van de dag tijd om er überhaupt naar te kijken. Maar voor het middaguur is er al gebeld met Alice Springs, waar de bladvering geplaatst is, is de camper gewogen (hij is dus twee honderd vijftig kilo te zwaar !) en weten we dat de vering gebroken is en vervangen moet worden !!  Het komt erop neer dat de leverancier uit Alice Springs nieuwe bladvering laat bezorgen en dat het verzekeringswerk wordt, inclusief het plaatsen ervan. Het kan alleen weer enkele dagen duren voor deze gearriveerd zijn dus wordt de reparatie ingeboekt voor donderdagmorgen zeven uur ! Nadat we bij een supermarkt onze voorraden weer aangevuld hebben en onze “mobiele zonnepanelen” achtergelaten hebben bij een bedrijf, want ook deze functioneren niet meer naar behoren (een los contact), rijden we ruim twintig kilometer naar een camping in Dampier, gelegen aan zee. Het is de bedoeling hier enkele dagen te gaan staan tot de materialen binnen zijn en de camper gerepareerd wordt, ondertussen de auto van Dennis gebruikend. Bij aankomst is er niemand aanwezig en ook zit het hek dicht. Toch zetten we onze auto’s er neer in de hoop dat er later iemand komt om de financiën mee te regelen. We zijn net aan het bellen met Cas (over vliegtickets), waarmee we begin volgend jaar, natuurlijk samen met Anja, een trip door Australië willen maken, wanneer de caretaker thuis komt en ons vertelt dat we moeten vertrekken want de kampplaats is, sinds vandaag, gesloten !  Onderhandelen helpt niet dus pakken we alles weer in en rijden naar een Discovery Parks in Karratha, waar we ruim na sluitingstijd aankomen. De camping blijkt helemaal volgeboekt, wat ik telefonisch te horen krijg, dus moeten we weer verder zoeken.

We staan nu op een open veld, vlakbij het Shell-station waar we vanmorgen getankt hebben en kunnen hier gratis overnachten, morgen verhuizen we naar het Discovery Park want dan hebben ze wél plek !

Verslag 50

We zijn vanmorgen tot tien uur blijven staan op ons plekje in de buurt van het tankstation, we hadden gelukkig nog genoeg schaduw van de camper, want in de zon was het al niet meer te houden ! Dan rijden we de acht kilometer naar de camping waar we ons installeren voor de komende dagen met een extra zonneluifel voor voldoende schaduw. We hebben hier kraanwater dus gaan we aan de schoonmaak: alles is roodbruin van het rijden in de binnenlanden en er gaan heel wat bakken roestbruin water in de afvalput.

Tegen de middag stoppen we met poetsen, het wordt te warm, morgen is er weer een dag. Gelukkig heeft de camping een prima zwembad met lekker fris water waar we enkele keren naartoe gaan voor verkoeling.

Verder doen we enkele spelletjes en hebben we weer eens tijd voor ons leesboek. Deze camping is heel wat beter dan die waar we gisteren weggestuurd werden, hier houden we het wel een paar dagen uit ! 

Verslag 51

We konden tegen het eind van de middag bellen voor de bevestiging dat we morgen om zeven uur bij de garage moeten zijn, helaas blijkt tijdens dit telefoontje dat de bladveringen nog steeds in Perth liggen, er is ergens iets misgegaan ! We mogen nu blij zijn als ze vrijdagmiddag rond twee uur arriveren, want dan kunnen ze er dezelfde dag nog ondergezet worden. Komt de levering pas rond half vijf aan dan wordt het maandag !!! We hebben bij de receptie maar een nachtje bijgeboekt met de optie dat het er nog meer worden, het is niet anders ! Ondertussen hebben we vandaag weer flink wat schoonmaakwerkzaamheden verricht, ik heb zelfs de gordijnen gewassen !!

Natuurlijk zijn we ook weer het verkoelende zwembad in geweest want de temperaturen schommelen nog steeds rond de vijfendertig graden ! Morgen gaan we met de auto van Dennis op pad, om wat van de omgeving te bekijken, onze camper komt niet meer van z’n plek, alleen om naar de garage te rijden !

Verslag 52

Nadat we vanmorgen onze zonnepanelen weer opgehaald hebben, er moest een nieuwe regulator in, rijden we richting Cleaverville, een plek aan zee tussen Wickham en Karratha waar we eigenlijk een paar dagen zouden gaan staan voor we hierheen kwamen.

Het is vloed wanneer we aankomen en er staat een harde wind, we vinden de plek eigenlijk niet zo bijzonder en ook schijnen hier veel midges te zitten, ……die kennen we al !!

We hadden heerlijke garnalen meegenomen en nuttigen dan ook hier ons middagmaal, waarna we teruggaan naar Karratha om nog even langs te gaan bij de garage.

De bladvering is nu in ieder geval onderweg en ze bellen ons morgen zodra deze binnen is, dus daar wachten we dan maar op. Een ander plekje dat ik nog wilde bekijken is Hearsons Cove, een baai vlakbij Dampier waar je goed kunt zwemmen. Daar aangekomen blijkt de wind ook hier voor flinke golven zorgen en is het niet echt aanlokkelijk om de zee in te gaan, dus keren we terug naar de camping, waar in ieder geval Dennis nog even het zwembad ingaat.

We doen weer een potje Carcassonne in de schaduw met een verkoelend biertje erbij en hopen dat morgen deze tijd de  problemen met de camper opgelost zijn en we verder kunnen met onze reis !!

Verslag 53

Gisteravond kwamen we erachter dat we voor het eerst, in al die jaren dat we in Australië rondtrekken, bestolen zijn. Onze verrekijker, die voor in de cabine van de camper lag, is weg. De nacht ervoor was er een ruzie op de camping waar wij wakker van werden en toen hoorden we iets over “stelen”, maar daar hadden we verder niet meer bij stilgestaan. ’s Morgens zagen we dat voor in de auto alles door elkaar lag maar nog hadden we niets in de gaten (we hadden die nacht voor het eerst vergeten de auto op slot te doen !) maar later zag Dennis dat de verrekijker dus weg was ! (We hebben het doorgegeven bij de receptie maar kunnen er verder niets mee !)

Vandaag was het wachten op een bericht van de garage en …..YES, om half twaalf kwam het verlossende telefoontje dat de materialen aangekomen waren ! We hebben snel alles opgeruimd, nog heel even afgekoeld in het zwembad en voor het middaguur stond de camper bij Hunter Mechanical.

Daarna werd het binnen bij de garage wachten tot alles klaar was: ik had brood gesmeerd en we hadden onze E-readers bij ons, dus we kwamen de tijd wel door.

Rond vieren was alles gefikst en kunnen we eindelijk weer op pad. We gaan niet ver meer, na zo’n twintig kilometer stoppen we bij Miaree Pool Rest Area, een verrassend leuke plek aan de Maitland River waar we een mooi plaatsje vinden pal aan het water.

We kunnen meteen onze nieuwe vering uittesten want de weg ernaartoe is nogal hobbelig en ongelijk !

Dennis plonst nog even het water in en we houden lang “happy hour”, blij dat die stressvolle dagen voorbij zijn. (Al die tijd was het afwachten of de bladvering wel zou arriveren en of de oude vering het niet zou begeven voor we bij de garage waren !)

We kunnen weer verder met onze trip, we zijn nog lang niet in Perth !!

Verslag 54

Het prachtige plekje waar we afgelopen nacht stonden is heel vogelrijk, we zien er onder andere ibissen, lepelaars en zwarte zwanen.

Toch trekken we na het ontbijt weer verder (je mag hier zo wie zo maar één nacht verblijven !), want we zijn op weg naar Cape Range N.P., een heel populaire plek aan zee waar je ruim van te voren moet reserveren. Wij hebben vier verschillende plaatsen besproken van maandag tot en met donderdag dus we hebben nog twee nachten te overbruggen.

Na ruim drie honderd kilometer rijden stoppen we rond de middag bij Barradale Rest Area, weer een plek aan een rivier (Yannarie River), maar deze is geheel droog gevallen. We zoeken er een plekje met schaduw van de bomen en creëren nog wat extra met een luifel, want ook vandaag ligt de temperatuur weer rond de vijfendertig graden. 

Het is weer tijd voor een spelletje, een boek en tegen de avond gaat de barbecue aan, waarna er weer eens hout op gaat, want ’s avonds koelt het gelukkig wel af naar zo’n zestien graden !

We boffen trouwens vreselijk met het weer aan deze kant van Australië, we hebben pas enkele keren een klein buitje gehad terwijl er in Sydney overstromingen zijn geweest en er nu in Victoria weer hele gebieden onder water staan !  

Verslag 55

Net als op de camping in Karratha werden we vanmorgen om half zes wakker van de krijsende galah’s en kaketoes, thuis zouden we ons nog diverse malen omdraaien in bed voor we eruit gaan, hier in West-Australië wordt het dan langzaamaan tijd om op te staan.

Ook wij hebben dit ritme al aardig te pakken al hadden we vandaag (zondag 16 oktober) niet zo’n haast om verder te trekken. We hoeven maar twee honderd kilometer af te leggen naar Exmouth en bij aankomst doen we eerst voor vier dagen boodschappen, vullen onze tanks weer met brandstof, gas en water, waarna we op zoek gaan naar een camping voor één nacht, want we kunnen pas morgenvroeg terecht in Cape Range Nationaal Park.

Dit valt nog niet mee, tenminste voor een redelijke prijs ! In deze streek mag je niet vrij kamperen en op een kampplaats niet met twee voertuigen bij elkaar staan waardoor wij dubbel tarief betalen. Bij de eerste camping hadden ze alleen plekken met stroom (die we niet nodig hebben) waardoor we over de honderd dollar kwijt zouden zijn, bij een tweede werd het negentig dollar zonder stroom en nu staan we bij Ningaloo Caravanpark voor zeventig dollar, nog veel te veel, zeker voor een plek pal aan de doorgaande weg en dan staan we ook nog niet eens bij elkaar ! Wél zit er een mooi zwembad bij waar Dennis natuurlijk weer ingaat.

Er staat een harde wind waardoor alles onder het zand zit, we zetten zelfs de zijkant van de luifel weer eens op voor beschutting, want het koelt hier ’s avonds flink af ! ’s Middags hebben we lange tijd “gefacetimed” met Marcel, Marieke en de jongens, heel fijn om iedereen weer eens te zien en te horen ! Morgen gaan we voor vier dagen naar Cape Range N.P., er is daar geen drinkwater, geen elektriciteit en ook geen internetverbinding, dus de aankomende dagen zijn we van de buitenwereld afgesloten !! 

Verslag 56

We hebben de laatste dagen te maken met extreem veel wind waardoor onze eerste dag bij Cape Range N.P. iets anders verloopt dan verwacht.

Tijdens het bekijken van de vuurtoren (Vlamingh Head lighthouse) waaien we al zowat weg en wanneer we bij “Lakeside” aankomen (vlakbij het visitor centre), waar je normaal prachtig kunt snorkelen, blijkt er te veel wind te zijn om de onderwaterwereld te verkennen.

(Hier hebben we nog even internetverbinding en Wim moet wat foto’s en nota’s opsturen naar de verzekering van de camper, misschien beuren we nog wat terug !)

Bij onze eerste kampplaats Tulki moeten we goed kijken hoe we de camper neerzetten om een beetje uit de wind en het stof te kunnen zitten. We maken er een lange strandwandeling en Dennis gaat natuurlijk het water in dat heel helder is en prima van temperatuur.

Koud is het totaal niet en we plaatsen zelfs de extra zonneluifel maar alles klappert en flappert van de rare windvlagen die ook nog eens uit verschillende richtingen komen.

Tegen de avond draaien we de camper andersom anders is het niet mogelijk om te koken, hopelijk gaat de wind morgen liggen !!

Verslag 57

De hele nacht blijft het hard waaien en vanmorgen voor zessen had Dennis z’n tent al afgebroken, hij was het geklapper helemaal zat ! We ontbijten voor de camper in de luwte van de wind want deze  is wéér gedraaid en tegen half negen is alles ingepakt en vertrekken we van de kampplaats. We rijden naar het, vlakbij gelegen, Turquoise Bay, een populaire snorkelplek waar we alle drie het water ingaan. Vanwege de harde wind kunnen we niet ver snorkelen, het water is aardig troebel en ook krijg je het regelmatig in je snorkel. We zien wel mooie vissen maar het koraal is helemaal niks !

Nadien rijden we een stukje noordelijk naar onze volgende overnachtingsplek: Mesa Camp waar we een prachtige plek hebben met uitzicht op de zee en een kleine lagoon, dit wordt echt een dagje genieten !

We zitten uren in de schaduw lezend en regelmatig kijkend over het water ! Tegen drieën gaan we naar zee waar Wim z’n hengels uitgooit en  we verkoeling zoeken in het water en … de wind valt ineens bijna weg, waardoor alles veel aangenamer wordt.

Rond vijven doen we weer een spelletje en in tegen stelling tot gisteren, toen de kaartjes en de pionnen gewoon wegwaaiden, blijft alles nu gewoon liggen. Tegen half zeven klimmen Wim en ik de duinen op om te genieten van een prachtige zonsondergang, wat een verschil met gisteren !!

Verslag 58

We zijn vanmorgen tot negen uur op ons mooie plekje blijven staan en nadat we bij het visitor centre voor Dennis een nieuwe duikbril hebben gekocht (bij de oude kreeg hij steeds water in de ogen !)  zijn we weer naar “lakeside” gereden, waar het nu prima weer is om te snorkelen.

Dit keer zien we allerlei soorten tropische vissen en ook is er mooi koraal, Wim en Dennis zien zelfs een grote schildpad, die rustig op de bodem ligt. Nu zijn we tenminste écht bij de Ningaloo Coast World Heritage Area dat sinds 2011 op de UNESCO lijst staan en de tegenhanger is van het Great Barrier Reef  aan de oostkant van Australië.

Nadat we een uurtje de onderwaterwereld bewonderd hebben wandelen we terug naar de auto’s en gaan eerst naar onze volgende kampplek: North Mandu, waar we middagpauze houden.

Daarna rijden we zuidelijk om alle kampplaatsen en strandjes te bekijken die bij Cape Range N.P. horen.

Osprey Bay is een prachtige kampplek waar we in het verleden (2015) gestaan hebben en waar Dennis nog even een duik neemt.

Bij Yardie Creek, de zuidelijkste punt  van het park, staan we verbaasd te kijken dat je hier zo door kunt rijden verder zuidelijk, jaren terug was hier een lagoon die je alleen bij eb over kon steken anders kwam je vast te zitten in de rivier !

Weer in noordelijke richting stoppen we bij Pilgramunna, tegenwoordig alleen een plek voor dagrecreatie maar voor jaren terug (2008) een prachtige kampplaats waar Wim heel wat vis gevangen heeft.

Ook vandaag heeft hij hier een uurtje gevist terwijl Dennis en ik geluierd hebben op het strand.

In de jaren is er veel veranderd in het park: je moet nu online je plaats bespreken (dit kan honderd tachtig dagen van te voren en omdat het hier zo populair is én goedkoop wordt er volop geboekt soms zonder er gebruik van te  maken !), ook zijn er nu op de kampplaatsen containers voor je afval (dit moest je altijd verzamelen en buiten het Nationale Park lozen !)  én in het noorden van het park is er internetverbinding ! Tegen half vijf zijn we terug bij North Mandu en nadat alles weer is opgebouwd doen we er een spelletje en houden “happy hour” !

Natuurlijk willen we ook de zon weer in de zee zien zakken wat altijd weer een prachtig gezicht is !

Verslag 59

Ons plekje bij North Mandu was niet echt bijzonder maar we hadden gisteren al gezien dat je met de camper bij de kampplaats Osprey Bay dichtbij zee kunt parkeren en om half tien waren we daar dan ook helemaal geïnstalleerd met parasol en stoelen.

Je kunt er zo via het zandstrand het water in en ook kun je hier prima snorkelen, er is niet zoveel koraal maar we zien tientallen grote vissen en weer enkele schildpadden.

Het is er gezellig druk maar zeker niet overvol en we brengen dan ook ruim zes uur door aan het strand, regelmatig het water ingaand.

Tegen vieren zijn we op onze laatste overnachtingsplek in het Cape Range N.P. bij Kurrajong, ook hiervandaan kun je de zee niet zien. In de schaduw en luwte van de wind, die weer op komt zetten, doen we een spelletje en net na de zonsondergang bouwen we een soort voortent op om beschermd te kunnen zitten bij de camper.

We hebben vier heerlijke dagen gehad in het park en diverse keren gesnorkeld in het prachtige Ningaloo Reef, alleen was de wind soms een spelbreker !

Verslag 60

Toen we vanmorgen op weg waren naar de uitgang van het Nationale Park zijn we nog even binnengewipt bij het Milyering Discovery Centre (visitor centre) om te vragen of er soms iemand geannuleerd had en heel toevallig hadden ze net doorgekregen dat er een koppel een dag eerder naar huis ging zodat er bij Osprey Bay, waar we gisteren uren doorgebracht hebben, een plekje vrij kwam. Het was de bedoeling om naar het vijftig kilometer verderop gelegen Exmouth te rijden voor wat levensmiddelen en daarna naar het vrijgekomen plekje te gaan, maar nadat we nog even bij het vlakbij gelegen vogel observatiepunt gestopt zijn, besluiten we om meteen om te keren, we hebben nog wel genoeg eten voor één dag, al is dan ook letterlijk alles op !

Bij de kampplaats aangekomen (toch weer dertig kilometer rijden, het is echt een langgerekt park) staan de kampbeheerders vreemd te kijken dat het plekje al zo snel weer bezet is, ze hadden het net pas doorgegeven.

Vanaf onze vijfde plaats in het park kijken we uit op zee waar het vandaag weer flink winderig is.

Wim gaat een tijdje vissen en ik maak een lange wandeling langs de zee waar het nu druk is met kite surfers, een prachtig gezicht.

Eigenlijk hadden we nog een keer willen snorkelen, maar door de harde wind lokt het zeewater nu niet. We vermaken ons verder met een spelletje en een boek en wandelen af en toe naar zee. Morgen moeten we toch écht naar Exmouth om onze voorraden aan te vullen, maar waarschijnlijk lopen we ook nog even binnen bij het visitor centre , misschien is er nog wel ergens een plekje vrij !!

Verslag 61

Vandaag hebben we minder succes bij het visitor centre: niemand heeft  geannuleerd dus er is geen plek meer vrij voor ons. We gaan Cape Range N.P. nu definitief verlaten en nadat we nog even gestopt zijn bij het Jurabi Turtle Centre rijden eerst naar Exmouth voor het aanvullen van de voorraden.

Er is hier maar één supermarkt in een omtrek van zo’n twee honderd kilometer  (in Nederland onvoorstel-baar !) en goedkoop is deze dan ook niet. Ook de brandstof is aan de prijs en zelfs voor drinkwater moeten we betalen.

Weer helemaal voorzien van alles rijden we richting Coral Bay, ook een toeristische plek aan het Ningaloo Reef waar het dan ook flink druk is. Het is hier echter geen Nationaal Park, er zijn alleen twee campings die vrij vol zijn. Toch kunnen we twee plekken naast elkaar krijgen (we mogen weer niet op één kampplaats gaan staan !) bij Ningaloo Coral Bay Bayview, helaas zonder uitzicht op zee.

We lopen er natuurlijk wel naartoe en terwijl Dennis de zee ingaat wandelen Wim en ik langs het prachtige strand waar het nu eb is.

Weer waait het vrij hard, wat normaal is voor deze tijd van het jaar, maar morgen willen we toch de onderwaterwereld hier gaan bekijken !

Verslag 62

Toen we gisteren net op de camping stonden hebben we gelijk nog een dagje bijgeboekt, zodat we vandaag (zondag 23 oktober) niet hoeven te verhuizen. Ook wel eens lekker een keer twee dagen op dezelfde plek zonder alles in te moeten pakken ! En omdat we op een camping staan moet er natuurlijk wél gebruik gemaakt worden van de wasmachines !! Voor het ontbijt staan er al twee te draaien met onze vuile was, al kan je hier alleen maar “koud” wassen, dus al te schoon zal het niet worden.

Later nemen we onze stoelen, parasol en snorkelspullen mee naar het water om daar enkele uren door te brengen. Het is afnemend tij wanneer we onze zwemvliezen aantrekken en met de duikbril op de zee in duiken waar we al snel veel koraal zien.

Helaas heeft deze een grauwe kleur, net of het afstervend is en ook zien we niet zoveel vissen.

Door de wind en de stroming is alles een beetje troebel en we blijven dan ook niet zo heel lang snorkelen. Dennis is een stukje afgedwaald en komt in paniek onze kant op, hij was bang niet terug te kunnen komen, iets wat Wim en ik jaren terug bij Cape Range meegemaakt hebben toen we in een “gap” terecht kwamen. Bij Dennis is hier echter geen sprake van, er stond alleen een lichte stroming en we hebben hem duidelijk uitgelegd wat je dan moet doen.

Desalniettemin is het voor alle drie de eerste en laatste keer dat we bij Coral Bay snorkelen, wél gaan we later nog een keer gewoon zwemmen in het verkoelende water.

Tegen drieën gaan we terug naar de kampplaats want de zon brandt aardig zonder dat je er erg in hebt en aan verbranden heb je niets ! Om zes uur wandelen we nog een keer naar de kust om een duin op te klimmen, vanwaar je een mooi uitzicht hebt, onderweg onze maaltijd voor vanavond bestellend: twee grote pizza’s en zes oesters (voor mij !), die we later bij de camper opeten.

En nog altijd hebben we prachtig weer, overdag ruim boven de dertig graden en ’s avonds afkoelend naar zo’n achttien graden Celsius !

Verslag 63

Naar aanleiding van de weersvoorspellingen voor de komende dagen: iets minder warm en veel wind, besluiten we om eerst een paar dagen het binnenland in te trekken naar Kennedy Range N.P. (Mundatharrda voor de Aboriginals) zo’n honderd zestig kilometer landinwaarts over de Carnarvon Mullewa Road.

De lunchpauze houden we bij Rocky Pool aan de Gascoyne River, een leuke plek waar ook gezwommen kan worden.

Bij Gascoyne Junction gaan we weer noordwaarts over gravel en tegen vieren komen we, na bijna vijfhonderd kilometer rijden, aan bij het Nationale Park met z’n hoge steile wanden. (Ook hier waait het trouwens flink hard !!)

We bouwen ons “kamp” op en verkennen de naaste omgeving, morgen trekken we onze wandelschoenen weer eens aan om een paar mooie tochten te lopen !!

Verslag 64

Ruim voor half negen waren we vanmorgen al op weg voor onze eerste wandeling: de Escarpment Trail, een drie en een halve kilometer lange wandeling (Classe 4) waarbij we behoorlijk moeten klimmen en uiteindelijk boven op de “range” (bergketen) uitkomen waar we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving.

Nadat Wim, weer terug op de kampplaats, de zool van Dennis’ schoen met bison kit (overal goed voor !) gerepareerd heeft, maken we nog een tweede trip: de “Temple Gorge” trail, wat ook de naam van de kampplaats is.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 21-11.jpg

Tegen half één zijn we uitgewandeld en hebben er dan bijna tien kilometer opzitten, constant lopend over oneffen terrein en best vermoeiend, de rest van de dag doen we dan ook niet veel meer. Het is duidelijk einde seizoen op de kampplaats, er zijn slechts twee andere koppels hier. Toch valt het wat temperatuur betreft nog wel mee, bij de Bungles was het heel wat heter en ook staat er een flinke bries, waardoor het goed uit te houden is in de schaduw.  Wat ons dit jaar erg tegenvalt is de hoeveelheid “wildlife”, we hebben nog geen possum, kookaburra, echidna  of wombat gespot, normaal zien we toch in ieder geval heel veel kangoeroes, maar zelfs deze dieren later zich nauwelijks zien. Morgenvroeg maken we hier nog een wandeling en dan verlaten we de Kennedy Range en gaan weer terug naar de kust !

En hier, zonder kunstlicht, zien we ’s avonds weer miljoenen sterren boven ons ….!

Verslag 65

Toen we vanmorgen alles opgeruimd hadden en wegreden lieten we een lege kampplaats achter, het is hier echt einde seizoen !

Tijdens de korte, maar prachtige wandeling naar de Honeycomb Gorge was het bijna windstil en kon je je voorstellen hoe het hier in de zomer is met bijna vijftig graden ! Ook komen de vliegen tevoorschijn, het soort “wildlife” waar je niet op zit te wachten.

We verlaten Kennedy Range N.P. en rijden eerst de ruim vijftig kilometer onverharde weg terug naar Gascoyne Junction waar de verharde weg weer begint (of eindigt) en waar we onze verslagen kunnen verzenden; op de kampplaats was geen verbinding, geen elektriciteit en geen water, alleen een “long-drop” w.c.-tje !

In het plaatsje waar zo’n vijftig mensen wonen is een groot postkantoor met een infocenter, een lagere school met speeltuin, maar géén supermarkt of andere winkel, hiervoor moet je honderd vijfenzeventig kilometer rijden naar Canarvon. Alleen het benzinestation, waar vandaag geen brandstof te krijgen is vanwege een storing,  verkoopt wat blikgoed en bevroren witbrood ! Tegen half drie zijn we weer aan de kust bij de Quobba Blowholes, zo’n vijfenzeventig kilometer noordelijk van Canarvon. Hier spuit het zeewater via smalle gaten in de rotsen omhoog en vooral door de harde wind en daardoor hoge golven is het een spectaculair gezicht.

Je kunt hier ook in de duinen kamperen dus zoeken we er een beschut plekje, wat niet meevalt.

De camper schudt aardig heen en weer, maar dat deed hij de afgelopen twee nachten ook toen we in het binnenland waren, het is gewoon deze tijd van het jaar erg winderig ! Wél is het ineens een stuk frisser, zaten we gisteravond tot laat in ons hemdje buiten, nu hebben we voor het eten al twee vesten aan ! Het is hier nu haast dezelfde temperatuur als in Nederland, waar het ongekend warm is voor deze tijd van het jaar !

Verslag 66

Bij Kennedy Range hadden we in en op de camper een rood laagje stof liggen, ….na een stormachtige nacht in de duinen zit alles onder het zand, het knarst zelfs tussen je tanden bij het ontbijt,….het hoort er allemaal bij !!

(Nog even de mannen kortwieken, de haren waaien meteen weg !)

(Dit noemen ze het Aquarium: een beschutte plek om te snorkelen.)

Vanmorgen zijn we nog een keer naar de “blowholes” gereden en ook nog een stukje verder langs de Quobba-kust waar je het geweld van de zee volop kan aanschouwen.

(Een grader , die de weg weer glad maakt)

(Een herdenkingsplek waar in de Tweede Wereldoorlog de HMAS Sydney Memorial is vergaan.)

Daarna rijden we naar Carnarvon om uitgebreid boodschappen te doen want we gaan weer een uithoek in waar weinig te koop is. Na de lunch verlaten we de stad en gaan richting onze volgende overnachtingsplek: Wooramel River Retreat waar we tegen vieren aan willen komen.

We zijn vijfenzeventig kilometer verwijderd van Carnarvon wanneer er ineens een lampje gaat branden op het dashboard, omdat we net een parkeerplaats zijn gepasseerd draaien we om en zoeken daar in het autoboekje wat het teken inhoudt. We moeten zo snel mogelijk contact opnemen met een Toyota garage, dus gaan we terug richting Carnarvon. Eigenlijk rijdt de auto nog gewoon, alleen hield hij ineens in, vermoedelijk omdat we lange tijd achter een auto met caravan aanreden die steeds langzamer ging rijden. Zodra we weer mobiel bereikbaar zijn (wat lang niet overal het geval is in Australië) bellen we met de garage  en leggen ons probleem voor. Ze hebben echter pas over vier weken tijd voor ons (!) en ook een volgende monteur die we bellen heeft pas na 9 november een gaatje vrij !! We stoppen weer op een parkeerplaats, het heeft geen zin om naar Carnarvon te rijden, niemand heeft tijd voor ons en de auto doet het gewoon ! We bellen met onze Hollandse garage Erik de Bont en krijgen Esther, z’n vrouw, aan de lijn. Zij adviseert ons om de accu los te koppelen zodat alles even “uit” is en wanneer Wim deze daarna weer aansluit brandt het lampje niet meer !! YES, dankjewel Esther !!!!!!

We draaien weer om en rijden alsnog naar Wooramel River Retreat, een leuke alternatieve kampplaats aan een droge rivierbedding, waar de receptie inmiddels gesloten is.

We zoeken een plekje, uit de wind, én hebben zowaar gras onder onze voeten ! We genieten, met een wijntje, in de zon nog even na van ons auto-avontuur dat gelukkig goed afliep !

Verslag 67

Nadat we vanmorgen alle drie gedoucht hebben in de voormalige watertank, wat een leuke ervaring is, verlaten we Wooramel River Retreat en rijden richting Shark Bay Marine Park, dat sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst staat. We stoppen eerst bij Hamelin Pool waar je stromatolieten, levende fossielen, kunt bekijken, voor ons niet meer dan een groepje stenen, maar van over de hele wereld komen mensen om deze te zien.

Er liep een mooie “boardwalk” langs, maar deze is vorig jaar april tijdens cyclone Seroja zwaar beschadigd en is nog niet hersteld.

We wandelen langs het strand naar het oude telegraph station en vervolgens bekijken we hoe in vroeger tijden brokken schelpjes gebruikt werden als “bakstenen” voor huizen.

Wanneer we onze weg vervolgen zien we vijf emoes de weg oversteken, maar snel wegrennen zodra ze ons opmerken.

We rijden verder naar Shell Beach, een zestig kilometer lang strand dat bestaat uit een tien meter dikke laag kokkelschelpjes.

Nadat we hier geluncht hebben gaan we op zoek naar een kampplaats waar we uit de wind kunnen staan, deze vinden we bij Goulet Bluff.

(Als we even één puntje bereik hebben op de telefoon bespreken en betalen we online de plek bij “the Shark Bay Discovery and Visitor Centre”, we krijgen een nummer wat we opplakken en wanneer de ranger morgenvroeg alle voertuigen controleert ziet hij dat we betaald hebben! (zo niet dan krijg je een flinke  boete !)).

We maken een flinke wandeling langs het strand en door de duinen en zijn heel tevreden met onze mooie plek met verder niemand om ons heen.

Tegen de avond koelt het af, we hebben dan ook te maken met een zuidwestelijke wind, en doen we sinds lange tijd de lange broek aan. Helaas mag je hier geen kampvuur maken, wat nu erg welkom zou zijn  geweest !

Verslag 68

Net als twee dagen terug bij de blowholes konden we vannacht ons bed uit om de luifel op te rollen, met windkracht zes en onverwachte felle windvlagen kan ik niet rustig slapen met dat geflapper en heen en weer geschud ! Vanmorgen zijn we eerst de andere drie kampplaatsen bij Shark Bay gaan bekijken om te zien waar we uit de wind kunnen overnachten, de beste optie is Fowlers camp waar we achter een hoge heuvel kunnen gaan staan. Natuurlijk zijn er ook “gewone”campings in de buurt, maar daar waait het net zo hard en wij staan liever in de vrije natuur.

Ook bij Eagle Bluff, een mooi uitkijkpunt waar we haaien zien zwemmen, waaien we haast weg, ook is het flink afgekoeld en valt er af en toe een bui, …dit zijn we niet meer gewend !! 

We rijden naar het Ocean Park Aquarium waar allerlei soorten vissen te zien zijn die hier in de omgeving voorkomen. Er zijn ook haaien die gevoerd worden, maar vandaag levert dit geen spectaculaire beelden op.

Wel krijgen we er een regenbui over ons heen ! We besluiten naar Fowlers camp te rijden en ons daar te installeren voor vannacht en er een spelletjes middag van te maken.

Morgen bekijken we wel wat we verder gaan doen, het weer is echt een beetje van slag !

Verslag 69

We zijn gewoon nog een dag gebleven bij Fowlers Camp, we staan hier uit de wind en hebben een prachtig uitzicht. In de loop van de morgen kwamen er twee emoes over het strand aanlopen en hebben zeker een half uur rondgewandeld, zelfs op enkele meters afstand van onze camper, prachtig om te zien.

Wim en ik hebben de omgeving verder verkend en natuurlijk kwam ons favoriete spel tevoorschijn, we hebben zelfs drie potjes Carcassonne gespeeld, waarvan Dennis er twee gewonnen heeft !

Alleen vanmorgen hebben we nog een paar spatjes regen gehad, verder klaart het steeds meer op en de weersvooruitzichten zijn gunstig zodat we morgen verder kunnen trekken, de harde wind zullen we voorlopig wel houden !

Verslag 70

Vandaag rijden we verder noordelijk over het schiereiland van Shark Bay, via Denham, de enige plaats in het gebied, en little lagoon, een rond meertje waar het bij mooi weer prima toeven is, naar Francois Peron N.P. .

Hier bekijken we eerst Peron Heritage Precinct, een vroegere schapenfarm, waar in het verleden van heel veel schapen hun wol afgeschoren is.

Er komt hier warm water (40 graden) uit de grond dat onder andere zorgt voor een warm bad, de ‘hot tub”!

We laten de banden van de auto’s een stukje leeglopen want het Nationale Park is nogal zanderig en we willen natuurlijk niet vast komen te zitten.

Na zo’n twaalf kilometer rijden komen we uit bij Big Lagoon, een schitterende plek waar het witte zand prachtig afsteekt bij de diverse kleuren blauw water, wat je vooral goed kunt zien vanaf het uitkijkpunt. 

De kampplaats is zo goed als verlaten en we kiezen een plekje vlakbij zee, helaas staat er nog steeds een straffe wind en moeten we alles goed afschermen.

Wim gaat ’s middags nog een tijdje vissen en vangt er vier (één belandt in de koelkast), maar hij wordt haast weggeblazen van het strand. 

Toch hebben we al voor twee nachten geboekt en nemen we de harde wind maar voor lief !

Verslag 71

Het begint weer iets aangenamer te worden: het was vandaag zo’n zesentwintig graden en de windkracht is nu vijf in plaats van zes, nog geen weer om de zee in te gaan, maar we zijn dan ook de afgelopen tijd steeds zuidelijker gegaan en het is hier pas voorjaar. We bevinden ons ruim zeven honderd kilometer noordelijk van Perth, vanwaar we over ruim twee weken terug vliegen naar huis. Het is prima wandelweer en hebben vanmorgen zo’n zes kilometer langs het water en over land gelopen steeds met een prachtig uitzicht.

Verder brengen we dag afwisselend door met lezen, spelletjes doen en vissen.

Inmiddels is de kampplaats aardig volgestroomd en ook bij de dagrecreatie, een schitterende plek met beschutte barbecues en een leuk strandje, is het druk. We hebben besloten nog een dagje bij te boeken, het bevalt ons hier prima !

Verslag 72

Sinds we ruim een week geleden Kennedy Ranges N.P. verlaten hebben kunnen we elke avond de lange broek en vesten aantrekken, zodra de zon onder is wint de wind het van de warmte. Ook vannacht ging de camper weer aardig heen en weer, we raken eraan gewend. Het voordeel is dat we deze reis nog maar heel weinig last van vliegen hebben gehad, alleen als de wind wegvalt komen ze tevoorschijn. We hebben vandaag een groot deel van de dag aan het water doorgebracht, Wim heeft met z’n hengel diverse vissen naar boven gehaald, Dennis en ik hebben veel gelezen en natuurlijk genoten van de omgeving.

Ook heeft Dennis  nog een tijdje gedobberd in het vrij zoute water, wat wel lekker verkoelend was.

……….Het was echt een heeeeel relaxte dag !

Verslag 73

Dennis is gisteren, waarschijnlijk op het strand, diverse keren gestoken, vanmorgen telden we vijftig bulten !

Na drie dagen verlaten we het prachtige François Peron N.P.  en nadat we weer over de zanderige weg gereden zijn vult Wim de banden weer naar de oorspronkelijke luchtinhoud, waarna we doorrijden naar Denham. Bij een kleine supermarkt vullen we de noodzakelijke voorraad aan en rijden dan naar Monkey Mia Dolphin Resort, een vrij luxe plek met appartementen, een restaurant en bar, maar met ook een kampplaats aan zee. Wanneer we rond de middag aankomen geeft de thermometer tweeënveertig graden aan  en is het windstil, de kampplekken zijn op wit grind zonder schaduw, dus dat is wel even schrikken !

Natuurlijk maken we onze eigen schaduw, maar nadat we de omgeving verkend hebben zijn we oververhit en zoeken eerst verkoeling in het zoute zeewater.

Het is alweer elf dagen geleden dat ik wasmachines gezien heb dus …er moet weer gewerkt worden ! Door de warme lucht is alles in no time weer droog en hoef ik waarschijnlijk nog maar één keer te wassen voor we huiswaarts keren.

Op de kampplaats lopen drie emoes rond, helaas zijn deze mensen gewend en erg brutaal, ze proberen voedsel te pakken en maken vuilniszakken kapot, heel andere dieren als dat wij enkele dagen terug gezien hebben ! Ook zwarte raven en meeuwen pikken in afvalzakken dus we moeten alles goed opruimen.0

 In de loop van de middag komt er gelukkig wind opzetten waardoor het een stuk aangenamer wordt. Het is ook wel lekker om weer eens onder een echte douche te kunnen staan al weegt dat niet op tegen te voordelen van een plek in de vrije natuur !

Verslag 74

De reden dat we naar Monkey Mia zijn gegaan is dat hier veel dolfijnen leven. Het resort maakt hier dankbaar gebruik van door elke morgen de mogelijkheid te bieden om te komen kijken wanneer deze prachtige dieren gevoerd worden. Ook vanmorgen stonden er weer tientallen mensen op de pier te luisteren naar de uitleg over deze “wilde” dieren.

En inderdaad, de dolfijnen doen waar ze zin in hebben en jagen liever zelf op een visje dan dat ze een “dooie” aangeboden krijgen. We liepen op het strand zo’n honderd meter van de jetty en zagen de dolfijnen jagen op prooi en spelen met een pelikaan en ook kwamen ze soms op slechts enkele meters afstand voorbij zwemmen, terwijl al die mensen op de pier ze alleen van grote afstand aanschouwd hebben.

Na een uur kwam iedereen van de steiger naar het strand gelopen waar vier dolfijnen als “afscheid” of in een jolige bui netjes naast elkaar gingen zwemmen….. ze staan bekend als zeer intelligente dieren !

Later maken we nog een mooie wandeling langs het strand terwijl het langzaam vloed wordt.

Dennis gaat enkele malen de zee in, misschien wel voor het laatst deze reis en gebruikt zelfs z’n snorkelspullen nog een keer.

Was het gisteren haast windstil, vandaag waait het zo hard dat alle twee de parasols, die we ’s middags meenemen naar het water, kapot klappen. Gelukkig kan Wim die van ons, welke we al jaren gebruiken, weer repareren.

’s Avonds breken we de luifels en zijkant vast af, want de wind blijft stormachtig en we willen wel rustig kunnen slapen !

Verslag 75

Het was maar goed dat we gisteravond de luifel afgebroken hadden want er volgde weer een stormachtige nacht, vanmorgen moest Wim zelfs de camper een slag draaien om buiten te kunnen ontbijten, de stoelen en tafel waaiden gewoon om door de harde wind. Nadat we alles opgeruimd hebben lopen we nog een keer via het strand richting de pier, waar je weer de mogelijkheid hebt dolfijnen te zien. Onderweg spotten we er al een paar, spelend om een strakgetrokken touw in de buurt van enkele pelikanen.

Bij de pier zien we één dolfijn die zich van alle kanten laat bekijken en later, nadat er een tweede is gearriveerd, krijgen ze wat visjes toegestopt door dames met een mondkapje op !!!!!

Wij verlaten Monkey Mia en rijden via Denham, waar we brandstof tanken, in zuidelijke richting. Pas na ruim honderd twintig kilometer passeren we Hamelin Pool waar we acht dagen terug begonnen aan onze trip in Shark Bay  en dan hebben we nog niet alles gezien van deze World Heritage Area !

We draaien de North West Coastal Highway weer op en komen rond half twee en totaal drie honderd twintig kilometer verder aan bij Galena Bridge South waar we een leuk plekje vinden in de schaduw aan de Murchison River, een gratis overnachtingsplek aan de snelweg waar het in de loop van de middag steeds drukker wordt. 

En zoals we al eerder meegemaakt hebben wanneer we in de buurt van Kalbarri zijn: hier krijgen we te maken met vervelende vliegen. Gelukkig staat er nu ook een windje en zolang je daar in zit valt het nog  mee ! 

Verslag 76

We hebben het grootste gedeelte van de dag doorgebracht in Karbarri National Park.

Nadat we gestopt zijn bij de uitkijkpunten Ross Graham en Hawks Head maken we bij Z Bend, een ander punt in het park, een twee uur durende wandeling naar de rivier (Z Bend River Trail).

Om hier te komen moeten we verschillende ladders af en weer heel wat klauteren over stenen, iets wat we alle drie leuk vinden.

Eenmaal weer boven gaan we natuurlijk naar het bekendste punt van het park: Nature’s Window, waar weer heel wat foto’s gemaakt worden.

Nieuw is, naast het feit dat alle wegen in het park tegenwoordig verhard zijn, de Skywalk: twee hangende platforms honderd meter boven de kloof vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de omgeving.

Nadien rijden we naar de plaats Kalbarri waar we neerstrijken op Anchorage Caravan Park, vanaf onze plek kijken we uit op de Murchison River, dezelfde rivier als waar we afgelopen nacht bij stonden, maar nu aan de monding bij de zee !

Verslag 77

Elke morgen om kwart voor negen worden in Kalbarri door twee vrijwilligers (van een groep van zes !) de pelikanen gevoerd, dit om de vele toeristen die hier overnachten te vermaken en natuurlijk omdat ze een binding hebben met deze vogels. Ook wij zorgen dat we vanmorgen op tijd zijn om deze dieren te zien bij hun vaste plek aan de Murchison River en het is zeker de moeite waard.

Nadat we weer de nodige dollars uitgegeven hebben bij de plaatselijke supermarkt en het tankstation verlaten we de plaats weer in zuidelijke richting om nog enkele punten in het Kalbarri N.P. te bekijken.

In de zeventiende en achttiende eeuw zijn er hier voor de ruige kust drie Hollandse zeilschepen vergaan: de Batavia (1629), de Zuytdorp (1712) en de Zeewijk (1727) waarvan op diverse plekken gedenkpunten te vinden zijn.

In het Nationale Park bekijken we onder andere Red Bluff, Island Rock en de Natural Bridge.

Daarna rijden we naar Lucky Bay Campground, een leuke plek in de duinen en redelijk beschut. Natuurlijk gaan we ook hier weer alles bekijken en maken een wandeling langs zee. Totaal hebben we vandaag toch weer ruim tien kilometer gelopen !

(Dennis is vandaag de kok !)

We kregen trouwens vandaag een heel goed bericht van onze Australische autoverzekeringsmaatschappij: de  reparatie- en materiaalkosten van de defecte stuurinrichting en de kapotte bladvering van de camper worden (behalve het eigen risico) helemaal vergoed !!

Verslag 78

We hebben vanmorgen “grote schoonmaak” gehouden: we sjouwen al tijden een grote zak met hout mee en tot half april volgend jaar is het in West-Australië “total fire ban”, er mag geen kampvuur gemaakt worden ! We laten een groot deel van het (gevonden) hout achter en hebben nu nog voor twee keer een kampvuur over, voor de volgende trip met Cas en Anja.

Ook een stoel en enkele plastic zeilen, om iets af te schermen, verdwijnen in de grote container die aanwezig is op het kampterrein. We weten dat we te zwaar beladen zijn en alle kleine beetjes helpen. 

(De weg naar de kampplaats wordt goed onderhouden, regelmatig rijdt er een grader overheen,)

We verlaten Lucky Bay campground en rijden naar het Pink Lake bij Port Gregory, deze (Hutt) Lagoon is roze van kleur door algen die een natuurlijk caroteen afgeven, welke gebruikt wordt voor zowel cosmetische doeleinden als in voedsel.

Het is druk bij het uitkijkpunt over het meer, er zijn veel Aziaten die constant foto’s nemen en zelfs een drone gebruiken om  zichzelf vast te leggen in het gekleurde water !

We rijden door naar de, door een rif beschermde, haven van Port Gregory waar Wim een tijdje vist en Dennis twee keer het water in gaat.

Nadat we er geluncht hebben stoppen we onderweg nog een keer bij Lynton Historic Site, een plek waar rond 1850 gevangenen verbleven die in de buurt te werk gesteld werden.  Ook is er een klein museum bij.

(Je kunt zien dat de wind hier altijd vanaf dezelfde kant waait !)

Dan gaan we naar onze volgende overnachtingsplek Elbenjo, een alternatieve kampplaats waar we voor vandaag de enige gasten zijn.

Hier zien we voor het eerst deze trip de blue tongue lizard, ook wel bobtail genoemd.

Wanneer Jock, de eigenaar, aan het eind van de middag langs komt om af te rekenen blijft hij ruim een uur bij ons zitten en weten we naar afloop z’n hele levensgeschiedenis ! Helaas hebben we vandaag flink last van de vliegen, volgens Jock komt het omdat het vannacht (een beetje) geregend heeft !

Vanavond is er een maansverduistering !

Verslag 79

De kampplaats is inderdaad “alternatief”, wanneer ik vanmorgen (het is zo’n zestien graden) wil douchen zie ik nog net op tijd dat er alleen koud water is, slechts bij heet weer is ook de douche “heet”! We zijn het gelukkig gewend om langere tijd geen echte “shower” te hebben maar ik heb me nog nooit vies gevoeld: ik kan me in de camper wassen en de haren krijgen vaak een beurt boven de afwasbak ! We rijden naar de havenstad Geraldton waar we enkele uren doorbrengen in een winkelcentrum omdat we allerlei spullen nodig hebben.

Nadat we bij de haven een “bammetje” gegeten hebben gaan we naar het Maritiem Museum waar we een interessante film bekijken en restanten zien van de Batavia, die hier vergaan is.

Nadat we nog even gestopt zijn bij de “Devlin Pool Lookout” rijden we naar Ellendale Pool, een natuurlijk gevormd meertje aan de Greenough River waar gekampeerd mag worden.

We kijken er tegen een hoge rotswand aan waar later twee jongens een stukje opklimmen om er vervolgens af te springen in het water.

Je kunt hier vissen, zwemmen en wandelen en het barst hier van de kaketoes, ik weet nu al hoe we morgenvroeg gewekt worden !!

Verslag 80

We blijven nog een dag bij Ellendale Pool, in het verleden voor Aboriginals een belangrijke plek van samenkomst om handel te drijven tussen de “salt water people” en de inlanders (Schelpen en vis tegen kangoeroe- en emoevlees).

We zitten nog maar vier honderd kilometer van Perth af en hebben nog ruim een week voor we naar huis vliegen. Het weer is vandaag nogal grillig: dan weer schijnt de zon volop en is het meteen heet, even later is het bewolkt en erg winderig en kan je een vest aantrekken. Toch gaan Dennis enkele keren het water in en Wim haalt drie vissen uit de poel.

Overdag komen er enkele mensen langs om af te koelen in het water en een paar durfals die van de rots afspringen. De kaketoes zijn regelmatig erg luidruchtig en ook zien we een slang vlakbij langs schuiven.

We doen weer enkele spelletjes (Carcassonne en Mexican Train) en zijn helemaal verdiept in de verhalen op de E-raider ! ’s Avonds gaat de lange broek weer aan met het vest want het koelt weer af naar zo’n twaalf graden !

Verslag 81

(Vlakbij Ellendale Pool is een groot windpark, Alinta Windfarm !)

De temperatuur komt vandaag (11 november) niet boven de twintig graden uit en nog altijd staat er een harde koude wind.

We moeten dus op zoek naar een beschutte plek en nadat we de kustplaatsjes Dongara en Port Denison bekeken hebben rijden we naar Cliff Head, een kampplaats pal aan zee, waar we tegen de middag aankomen.

We kunnen beschut staan vanwege een grote rotswand maar kijken wel zo op het ruige water met witte koppen erop, ook zien we hier enkele grote zeearenden die hier thuishoren.

Tegen de avond ziet Wim er één vliegen met een grote vis tussen z’n poten, hij volgt de vogel en vindt hem even later op een grote tak waar hij zijn prooi aan het verschansen is, prachtig om te zien !

Vannacht zullen we heerlijk slapen met het geluid van de rollende golven tegen het strand !

Verslag 82

Vannacht was er een heldere sterrenhemel wat inhoudt dat het ook flink afkoelde, we hadden het dekbed dan ook hard nodig. Vanmorgen is de lucht nog steeds wolkeloos en ook is het bijna windstil zodat we nu wél heerlijk over het strand kunnen wandelen, zonder weggeblazen te worden.

Wim heeft nog een tijdje gevist, maar in de loop van de dag komt de wind weer opzetten en trekken we ons terug in de luwte van de klif.

De roofvogels vliegen regelmatig over ons heen, zelfs weer met een visje tussen de poten dat ze daarna rustig oppeuzelen.

De middag verloopt weer heel relaxt, zolang je uit de wind zit is het prima uit te houden met een mooi boek, een spelletje en uitzicht op zee. Om half zeven zitten we echter weer met de lange broek, dichte schoenen en vesten aan, het is hier duidelijk pas voorjaar !

Verslag 83

(Nog een laatste knipbeurt voor we over vijf dagen naar huis gaan !)

Vandaag hebben we de auto’s nog eens uitgetest: na tien kilometer gravel gaat de weg over in een track met afwisselend zacht zand en een rotsige ondergrond tot we, na vijf kilometer, uitkomen bij Stockyard Gully N.P.. 

Het park bestaat uit ondergrondse tunnels en grotten ontstaan door rivier water waarvan er enkele een opening boven de grond hebben.

De naam “Stockyard Gully” is ontstaan in de negentiende eeuw toen er een kustroute voor vee was van Geraldton naar Perth, onderweg lieten de cowboys hun kudde overnachten in de koele tunnels.

Wij lopen, met een zaklamp in de aanslag, door één van de tunnels en wanneer we weer buiten zijn zoemen de bijen ons ineens om de oren, ze hebben hier diverse grote nesten, dus oppassen geblazen, we willen niet gestoken worden !!

Weer terug bij de kust, beide voertuigen hebben het goed doorstaan, rijden we naar Sandy Cape Recreation Park waar we met moeite een plekje vinden zonder gezandstraald te worden, de wind (zuidoost) is weer stormachtig vandaag !

Toch lopen we nog een stuk langs zee en de witte duinen want hier is het nu redelijk beschut.

We blijven hier nog een dagje staan, voor morgen wordt er warmer weer voorspeld en iets minder wind !

Verslag 84

We hebben nog steeds te maken met vreemde, wisselende winden. Vannacht ging het weer flink te keer en ook vanmorgen vroeg lagen we te schudden in ons bed met af en toe van die uitschieters dat alles klappert en flappert. In de loop van de morgen, terwijl we druk bezig zijn om de auto’s alvast van binnen te reinigen, wordt het ineens bijna windstil terwijl de zon juist heel krachtig is, dan kan je een lekker windje juist goed gebruiken !

Nadat we in de schaduw geluncht hebben gaan we naar het strand, Wim gooit nog een keer z’n hengel uit, Dennis gaat de zee in en ik wandel lekker langs het water.

Opeens begint het weer te waaien en moet je uitkijken geen zandkorrels in je ogen te krijgen, ook zit ineens alles weer onder het zand. We verhuizen weer naar de camper, waar we blij zijn met de zijwand aan de luifel die de wind tegenhoudt, en kunnen nog geruime tijd in korte broek en hemdje in de zon zitten. Maar zodra deze onder gaat krijgt de wind echt de overhand en gaan de lange broek, dichte schoenen en vesten weer aan !

Verslag 85

We verlaten de mooie, maar winderige Sandy Cape en rijden over de Indian Ocean Drive verder zuidwaarts richting Perth, onderweg een stop makend bij het leuke plaatsje Juriën Bay waar we, voor de laatste keer deze reis, wat levensmiddelen inslaan. Een stukje zuidelijker bevinden zich “the Pinnacles” oftewel het Namburg N.P. waar bizarre kalkstenen zuilen in allerlei vormen boven de grond uitsteken.

We maken er een rondrit door het park, regelmatig stoppend om foto’s te nemen.

We blijven er wat langer dan gepland want bij de ingang van het park kregen we te horen dat onze jaarpassen niet correct zijn en aangepast moeten worden, iets wat ze wel “even” voor ons zouden regelen. Dit duurt echter zo lang dat we het later wel via de mail toegestuurd zullen krijgen !  Tijdens de lunch halen we weer wat tijd in want het barst vandaag overal van de vliegen dus we werken ons brood zo snel mogelijk naar binnen ! Onze volgende stop is bij de Lancelin zandduinen waar je over het fijne witte zand kunt lopen, sleetje rijden of met een buggy kunt racen.

Ook hier is de wind volop aanwezig en zijn we zo weer weg, we willen namelijk nog door naar Yanchep N.P. en daar overnachten. We hadden hiervoor nog niet gereserveerd en helaas blijkt de kampplaats vol te zijn en in de buurt is verder ook niets. Inmiddels is het al half vier en besluiten we eerder te stoppen en morgenvroeg naar het park te gaan. We zetten onze auto’s neer bij een gratis plek aan de Moore River met uitzicht op het water.

Het wordt tevens onze laatste nacht in de camper en tent want donderdag en vrijdag wordt er veel regen verwacht, wat zou betekenen dat we de tent en luifel nat op moeten bergen en ook het koffers inpakken wordt dan lastig. (De hele trip hebben we haast geen regen gehad en net de laatste dagen gaat het plenzen !). We hebben voor twee nachten een huisje gehuurd op een camping in Perth (Banksia Touristpark) en kunnen daar mooi droog zitten en alles regelen voor de vlucht terug naar huis !  

Verslag 86

We hebben vandaag een drukke dag gehad: op de kampplaats waar we overnacht hebben (Moore River Bridge Rest Stop) zijn we na het ontbijt gelijk aan het schoonmaken geslagen, ook is de tent van Dennis helemaal ingepakt (alle ritsen van de afdeklaag zijn dicht) zodat hij tegen weer en wind kan. Daarna rijden we naar Yanchep N.P. waar kangoeroes en koala’s leven en ondanks het hete weer (het is vandaag ruim dertig graden) zien we enkele ‘roes en drie slapende koala’s hoog in een boom.

We bespreken vast een kampplaats bij Yanchep Henry White Oval voor januari, wanneer we hier zijn met Cas en Anja, want deze plek is snel volgeboekt zeker in schoolvakantietijd. Wanneer we daarna verder richting Perth rijden stoppen we onderweg bij een carwash waar beide auto’s een flinke poetsbeurt krijgen en ook meteen in de was gezet worden.

Vervolgens gaan we naar Hunter Mechanical, een dependance van het bedrijf in Karratha waar we een maand geleden nieuwe bladvering hebben laten plaatsen, om de bouten aan te laten draaien (Dit was ons al aangeraden tijdens het installeren van de vering). De eigenaar van het bedrijf raadt ons aan om extra luchtvering te plaatsen vanwege de zware belasting van de camper en dit kan morgenvroeg al gedaan worden. We moeten de auto dan voor zessen vanavond brengen wat inhoudt dat we heel wat spulletjes uit onze camper over moeten brengen naar het huisje waar we twee nachten in verblijven.

Zodra we bij Banksia Tourist Park aankomen wordt het sjouwen geblazen, we halen alles uit de camper, alle levensmiddelen, kleding en zelfs onze koffers, zodat we alles bij de hand hebben en alvast kunnen gaan pakken. Wim rijdt met Dennis terug naar de garage en ik begin aan de was, want alles moet natuurlijk schoon achter gelaten worden.

Om negen uur ’s avonds hangt ik de laatste was op, hopelijk wil het nog drogen, want vannacht begint het te regenen en dat blijft het dan doen zolang we nog in Australië zijn ! Wim kookt gewoon buiten, dat zijn we zo gewend, en na het eten krijgen we bezoek van een bandicoot, een soort grote muis met een spitse snuit, die de plaat schoon komt likken.

Vannacht slapen we, sinds drie maanden, weer in een stenen huisje, maar we weten nu zeker dat de tent en de luifel droog blijven !

Laatste verslag (87)

Zoals voorspeld begon het vanmorgen tegen achten te plenzen en er volgen nog heel wat buien, wat zijn wij blij dat we nu in een huisje zitten en dat de tent droog blijft. Het is ook meteen een stuk frisser geworden, de temperatuur is de helft van gisteren, slechts zestien graden ! Gelukkig waren alle handdoeken, het beddengoed en de slaapzakken net voor twaalven vannacht droog, al moest ik op het laatst nog een droogtrommel gebruiken. Rond het middaguur krijgen we een telefoontje van Hunter Mechanical dat de camper klaar is en deze heeft ondertussen zelfs een “kleine beurt” gehad. Ik rijd er samen met Wim heen en laten dan de Nissan X-trail, waar Dennis steeds in rijdt, achter, ook deze krijgt een beurt en … heeft ook nieuwe schokbrekers nodig ! (We hebben echt geluk dat de garage tijd heeft om beide auto’s te repareren, dat was ook wel anders tijdens deze reis).

(Met deze nieuwe luchthulp vering wordt de bladvering minder belast en staat de camper tevens hoger op de  wielen !)

We hebben deze trip zoveel slechte wegen gehad dat de auto’s erg veel te verduren kregen met als gevolg veel onkosten.  Maar voor de volgende reis (16 januari 2023 vertrekken we voor tien weken, samen met Cas en Anja naar Down Under en eindigen dan eind maart in Adelaide) zijn de voertuigen nu helemaal nagekeken en hopelijk hoeven we dan geen enkele garage te bezoeken ! 

West-Australië ,waar we een groot deel van onze trip doorgebracht hebben, is twaalf miljoen vierkante kilometer groot met twaalf duizend kilometer kustlijn. Het beslaat ongeveer één derde van heel Australië maar er wonen slechts tien procent van alle inwoners, twee en een half miljoen, waarvan negentig procent in de stad Perth.

Onze prachtige reis komt ten einde, morgen vliegen we om half elf  ’s avonds vanaf Perth, via Dubai, naar Düsseldorf waar Marcel ons zaterdag  (19 november) rond één uur ’s middags op komt halen. We hebben deze trip ruim twaalf duizend kilometer afgelegd en weer heel veel gezien, gewandeld en vooral genoten van de mooie natuur !