Onze reizen: Australië 2008

Australië 2008

met een 4×4 campervan door Australië

vertrek 25 januari en terugkomst op maandag 21 april 2008

reisdoel: van Adelaide tot Exmouth en weer terug naar Perth

totaal afgelegde afstand 13155 km

lees hieronder ons verslag van dag 1 t/m dag 88 in totaal zijn er voor dit verslag 817 foto’s gebruikt

veel leesplezier

een reactie op dit verslag kan verstuurd worden naar: wblits@hotmail.com

1e dag – Vrijdag 25 jan.

Vandaag begint een nieuw avontuur. Op naar Australië. Na afscheid te hebben genomen van ma en de jongens, zijn we om half 9 vertrokken richting Schiphol en kwamen, zowaar zonder files, ruim voor 10 uur aan.

(weggebracht door pa en ma Lingeman).

Bij het inchecken werd totaal niet moeilijk gedaan over het gewicht van de tassen (bij elkaar 44Kg), wel keken ze naar onze handbagage, we hadden allebei een tas van 8,5 kg + Laptop + Camera. Maar alles mocht mee, met een speciale sticker erop.

We vliegen voor het eerst met Malaysia Airlines. Het is een groot toestel met 2 verdiepingen. De ruimte tussen de stoelen is gelukkig iets groter, zodat Wim zijn benen goed kwijt kan. Het eerste stuk is 11.45 uur vliegen. Het eten is prima en ze komen regelmatig met drankjes langs. We kijken een speelfilm en ik heb mijn eerste boek alweer bijna uit. Om 9 uur ’s avonds (Ned.tijd), we zitten net aan een drankje met wat nootjes, komt het ontbijt er al weer aan. Het is dan 4 uur plaatselijke tijd. Voor we het weten zit de eerste vlucht er al weer op.

2e dag – Zaterdag 26 jan.

Om 6 uur ’s morgens (Maleisiese(?) tijd) komen we aan. Het is een grote luchthaven en we moeten echt even zoeken voor we de uitgang vinden. Het blijkt dat we eerst met een trein mee moeten. Tegen 8uur zijn we bij het hotel. De weg ernaartoe stelt niet veel voor, allemaal snelwegen en palmbomen. We hadden gehoopt wat moois van de omgeving te zien, maar helaas. De temperatuur is bij aankomst al 26 graden, kunnen we gelijk wennen!

De kamer in het hotel is simpel, maar we komen ook alleen maar om te slapen, zodat we uitgerust aan onze 2e vlucht kunnen beginnen. Om 22.45 uur vertrekken we weer.

(uitzicht vanuit het hotel)

Om ongeveer 2 uur (we lagen te slapen) werden we door Rob uit Australië gebeld, waar we nu waren en dat er een wielerwedstrijd was in Adelaide waar Nederlanders aan meededen.

Het is nu 6 uur ’s avonds, we hebben goed geslapen, over een uurtje worden we met een busje opgehaald en weer naar het vliegveld gebracht,

ik heb dus mooi de tijd om even te schrijven.

3e dag – Zondag 27 jan.

Het was vandaag een vermoeiende, lange dag. Om 22.45 uur (Australische tijd: 2.15 uur) zijn we verder gevlogen richting Australie. We hebben een paar speelfilms gekeken en gelezen, maar niet geslapen. Om 7 uur waren we in Adelaide, daar werd alles grondig gecontroleerd en liep de hash-hond weer rond. Bij ons was alles dik in orde. Ook de bagage kwam snel, dus door naar de Apollo-dealer. We hebben dit keer een hele nieuwe camper, hij heeft pas 9000 km. op de teller staan en moet z’n eerste beurt nog hebben.

We hebben afgesproken dat we hem volgende week 2 febr. brengen, omdat we dan toch 3 dagen naar Cairns gaan, staat hij gelijk veilig!

Nadat alles geregeld en getekend was bij Apollo, zijn we boodschappen gaan doen. We hadden heel wat nodig: stoelen, bakplaat, parasol, gaslamp, visspullen, levensmiddelen, enz.enz. Om 2 uur hadden we alles bij elkaar en waren we ook helemaal op. We zijn naar Gawler gereden, naar een camping en zijn daar uren bezig geweest om alles in te richten en een vast plekje te geven. De zon schijnt er ook nog aardig bij, dus hebben we eerst de korte broek maar aangetrokken.

Het is nu bijna 9 uur, we hebben gegeten en afgewassen, nog even de mail versturen en dan naar bed….., wat zullen we slapen.

4e dag – Maandag 28 jan.

(Ik moet nog even iets rechtzetten van gisteren. Ik schreef dat we om 2.15 uur Australische tijd vertrokken uit K.L., maar het was 00.15 uur toen we de lucht in gingen. We zijn in 7uur tijd van Maleisie naar Australie gevlogen en over het eerste gedeelte hebben we 11.45 uur gedaan. Dus je kunt vanaf Amsterdam binnen 19 uur naar Adelaide vliegen met Malaysia Airlines.)

We waren vanmorgen al vroeg wakker,het is nog even wennen aan het tijdsverschil, maar zijn er om 7 uur toch maar uitgegaan. Vandaag staat de Barossa Valley op het programma. Dit is een prachtig wijngebied, met zo’n 100 wijnhuizen, waar je mag proeven wat ze produceren. Het liefst hebben ze natuurlijk dat je ook iets koopt (Cellar door). We zijn begonnen bij Chateau Tanunda, een prachtig verbouwd kasteel met een museum erbij.

We hebben er diverse wijntjes geproefd en van een heerlijke rose gelijk een doos vol gekocht (aanbieding!)

Vervolgens zijn we naar Seppelt winery gereden.Dit wijnhuis bestaat al sinds 1850. We hebben er een rondleiding gehad. Ze hadden er ook duizenden vaten met port (Tawny genoemd in Australie), sommigen wel 100 jaar oud.

(Onderweg kwamen we langs een mooi stuwmeer)

We hebben er 1 fles tawny meegenomen, niet die van 100 jaar oud, want die was over de duizend dollar. Als laatste zijn we bij Peter Lehman Wines geweest. We hebben er buiten een heerlijke schotel met kaas en worst verorberd, met een wijntje erbij natuurlijk

In de Barossa Valley wonen veel van oorsprong Duitse mensen, dat vind je terug in de namen en levensmiddelen die ze verkopen.

Het was een heerlijke dag, blauwe lucht en zo’n 30 graden. We hadden besloten om door te rijden naar Crawford Forest, waar diverse campings in de natuur moeten zijn.Voor die tijd reden we langs een informatiepost en zagen daar staan, dat er in de maanden jan., febr. en maart niet gekampeerd mag worden in het bos, waarschijnlijk vanwege brandgevaar. Daar gaat onze planning, we zouden hier 2 nachten blijven en lopen al een dag voor op schema, omdat alle campings aan de kust vol zitten. Iedereen heeft hier namelijk nog zomervakantie, bovendien was het een extra lang weekend vanwege Australian Day.

We staan nu op een camping in Williamstown en morgen zien we wel weer waar we terecht komen.

5e dag – Dinsdag 29 jan.

We hebben vandaag een heel gevarieerde dag gehad. We zijn begonnen met een tocht door Eden Valley, een onderdeel van de Barossa Valley. Over onverharde wegen, glooiend landschap, met regelmatig een wijngaard. Daarna hebben we ruim een half uur gewandeld in Kaiserstuhl Cons.Park. Daar zagen we de eerste kangaroes voor dit jaar. `

Vervolgens zijn we naar Eden Valley Lookout gereden, waar we onze mail hebben verzonden (dit wilde gisteravond niet lukken).

We hadden besloten vandaag nog een Cellar Door te doen, je zit tenslotte middenin een wijn gebied. Het werd Wilderness Wines en de verkoop/proeverij was gewoon bij mensen thuis. We hebben er gezellig geproefd en gekletst en een flesje gekocht. Op het etiket stond een oude auto afgebeeld,

dus vroeg ik of dat hun auto was. Ja, hij stond in de garage en we mochten hem bekijken.

Het was een Holden FX en hij was van 1950, dus ouder dan Wim. Nog geen 10 minuten later zat Wim al achter het stuur en is hij, samen met de eigenaar, de wijngaard rond gereden, schitterend!

Van de vrouw kreeg ik nog een komkommer en een paprika mee (die verbouwden ze ook) en een heleboel leuke informatie. Dat zijn de leuke onverwachte dingen! Even verderop in het plaatsje Springton stond een hele grote holle boom, waar vroeger een heel gezin in had gewoond, zo werd beweerd! Het leek ons wel erg krap.

Daarna zijn we naar de Whispering Wall gereden. Het is een grote stuwdam, een van de eerste in Australie, met als speciaal effect: als je allebei aan de uiteinden van de dam staat en je praat tegen de muur dan versta je elkaar alsof je vlak naast elkaar staat. In werkelijkheid zit er 140 meter tussen, heel apart. Het is geen truc, er zit geen geluidsbox of iets dergelijks.

Het was inmiddels 2 uur en we vonden het nog te vroeg om al een staanplaats op te zoeken, dus besloten we door te rijden naar Mannum, zo’n 50 km. verderop. Mannum ligt aan de Murray River, waar we vorig jaar 5 dagen, elke dag op een andere plek, vrij gekampeerd hebben. Het plaatsje zelf hadden we 2 jaar terug ook al gezien en daar hadden we goede herinneringen aan. Er komen regelmatig woonboten voorbij varen,

er wordt gewaterskied, je kan zwemmen, vissen, enz. Inmiddels staan we aan de rivier, hebben al in het water gestaan (het is namelijk ruim 30 graden) en hebben al heel wat vliegen weggewuifd, want daar stikt het hier van (helaas!). We zitten nu in de schaduw, in de wind met een wijntje en een stukje kaas. Zo houden we het wel vol!

6e dag – Woensdag 30 jan.

We hebben vanmorgen eerst een tocht langs de Murray River gemaakt (met de camper). Overal langs de rivier zijn kampeerplaatsen of ligplaatsen voor houseboats, leuk om te zien. Het is een beetje te vergelijken met ons plekje aan de Gouden Ham. Bij Purnong zijn we met de pont overgevaren en weer naar Mannum gereden.

Na wat boodschappen te hebben gedaan zijn we richting Adelaide Hills gereden.

Eerst naar Hahndorf, een Duits, erg toeristisch stadje, met een informatiebureau. Omdat het inmiddels al half 1 was, hebben we eerst worst met zuurkool, mosterd en kartoffel salat gegeten, met een grote pul Duits bier erbij, terwijl er volop Duitse Schlagers gespeeld werden.

Bij het info bureau hebben we heel wat folders meegenomen, dus ik heb weer heel wat te lezen. Daarna zijn we op zoek gegaan naar Belair Nat.Park, wat ook in de Adelaide Hills moet liggen. We zijn heel wat heuvels op en af geweest en hebben de streek grondig bekeken, maar ze gebruiken daar weinig plaatsnaambordjes. Na een uur zoeken waren we het zat. Een vrouw, die net in de auto wilde stappen, heb ik naar de weg gevraagd en ze bood gelijk aan om ons de weg te wijzen, door voor ons uit te rijden; ze heeft ons netjes voor het park afgezet. Daar aangekomen was er een gezellige kampbaas, waar we een praatje mee maakten. Het gesprek kwam op bier en wat voor merken er waren. Wij drinken altijd VB,”dat was niets”, zei hij en bood ons gelijk een paar blikjes Coopers bier uit zijn prive koelkast aan. Elke keer valt het ons weer op hoe behulpzaam en gastvrij de Australieers zijn.

We zitten nu in de schaduw, want het is ruim 33graden. Het biertje smaakt uitstekend!

7e dag – Donderdag 31 jan.

Er stond vanmorgen een frisse wind en het had zelfs even geregend vannacht, maar al snel was de lucht weer kompleet blauw en merkte je dat het nog steeds zomer is in Adelaide. Even over tienen wandelden we al in de bossen van Belair Nat.Park. Na ruim een half uur hadden we het wel bekeken en zijn we doorgereden naar Mt.Lofty Summit. Dit is het hoogste punt van de Adelaide Hills en hiervandaan kon je heel Adelaide en de zee zien. Bij heel helder weer was het zelfs mogelijk Kangeroo Island te zien, wat vandaag helaas niet lukte. Vervolgens zijn we naar Cleland Wildlife Park gegaan. Daar zie je alle dieren die in Australië leven in een redelijk natuurlijke omgeving. We hebben eindelijk de Tasmaniën Devil gezien en heel wat foto’s gemaakt om hem er goed op te krijgen.

Ook de koala en de kangaroo zijn vereeuwigd. Toch zien we ze veel liever in de vrije natuur!

Daarna zijn we doorgereden naar de kust. We staan op een camping 5 minuten vanaf de Apollo-dealer, omdat we daar overmorgen om half 7 ’s morgens de camper af moeten leveren, voor de eerste beurt. Zij zorgen dan dat er een taxi klaar staat om ons naar de luchthaven te brengen, zodat we op tijd naar Cairns kunnen vliegen.

Op de camping kregen we eerst een plek toegewezen pal in de zon, maar je kent Wim, die ging daar niet mee akkoord. We staan nu tegenover het zwembad met een paar grote bomen op ons stuk, dus we kunnen steeds in de schaduw zitten.

We hebben al een heerlijke strandwandeling gemaakt, om 7 uur ’s avonds, in korte broek en hemdje. Je loopt de zee zo in, totaal niet koud. Hier houden we het nog wel een dagje vol.

8e dag – Vrijdag 1 febr.

We hadden vandaag een rustige dag, al hoewel Wim vanmorgen een paar uur bezig is geweest met de lap-top, omdat gisteren bij diverse mensen de computer vast was gelopen, zo ook bij ons thuis. Het blijkt dat de foto’s die met Wim’s filmcamera worden gemaakt, erg veel geheugen nodig hebben, dus zullen we ze voortaan op een andere manier verzenden. Ik had ondertussen mooi de tijd om de was te doen, dat moet nu eenmaal ook gebeuren.

Rond de middag hebben we een lange strandwandeling gemaakt en we beginnen al een beetje een kleurtje te krijgen. Verder hebben we gelezen, triominos gespeeld en we zijn een keer de pool in gedoken. Echt een relaxte dag. Tegen half 9 konden we “de zon in de zee zien zakken”, dit zal nog wel vele keren gebeuren, aangezien we richting West Australië gaan. Vanavond vroeg naar bed, want we moeten er morgen ook weer vroeg uit, op naar Cairns, naar m’n zus en zwager.

9e dag – Zaterdag 2 febr.

Het liep vanmorgen allemaal perfect. Om 5.30 uur opgestaan, half 7 van de camping vertrokken, camper afgeleverd en daar stond om 6.45 uur een taxi klaar. Precies om 7 uur kwamen we aan op het vliegveld en het inchecken was binnen 5 minuten gebeurd.

In Cairns, om 11.00 uur lokale tijd (we moesten het horloge een half uur terugzetten), kwamen Clary en Rob net de hal inlopen toen wij aankwamen. Het was echt leuk hen na 2jaar weer te zien. We zijn naar hun huis gereden en hebben er uren zitten kletsen.

Er is weer van alles veranderd en aangebouwd aan hun woning, het werkelijk schitterend.

Het weerbericht gaf aan dat er veel “showers” zouden zijn, maar het is de hele dag droog geweest en de temperatuur en vochtigheid viel ons nog wel mee. Clary had lekkere oesters en grote garnalen gekocht, dus daar hebben we heerlijk van gesmuld tussen de middag.

Om een uur of 5 zijn we naar hun bar/restaurant gereden.

Ook daar was weer het nodige verbouwd. We zouden er even een borrel drinken, maar zijn er pas om half 1’s nachts weer vertrokken. We hebben er prima gegeten en veel mensen ontmoet. Er zijn nu haast geen toeristen en Clary stelde veel “locals” aan ons voor.Sommigen kenden we nog van andere jaren. Heel vaak kreeg ik te horen, dat je goed kon zien dat Clary en ik zusjes zijn.

Van 9 tot 12 uur was er karaoke. Er waren veel goede zangers bij, maar bij sommige moest je de vingers in je oren stoppen. Ook Rob heeft nog een nummer gezongen, hij heeft een goede stem.

Het was erg gezellig, maar tegen 12 uur konden we toch merken dat we vroeg opgestaan waren en begon de vermoeidheid toe te slaan. (Deze mail is dus ook pas de volgende dag geschreven!)

10e dag – Zondag 3 febr.

We zijn vandaag met z’n vieren naar Port Douglas geweest. Je komt er, door ongeveer 45 minuten noordelijk langs de kust te rijden. De route is schitterend, de weg kronkelt voortdurend langs de zee met aan de andere kant de beboste heuvels. Onderweg zijn we gestopt bij een mooie look out, ik denk dat we hier al wel 4 keer gestaan hebben, maar elke keer is het weer prachtig. Ook vandaag laat het weer ons niet in de steek, we hebben nog geen drup regen gehad.

In Port Douglas is nog een mooie look out, ook daar zijn de nodige foto’s gemaakt.

Elke zondag is er markt, met handgemaakte sieraden, schilderijen, kleding, enz. Nadat we er een tijdje hadden rondgewandeld werd het tijd voor een drankje, want het is knap klammig vandaag.

Vervolgens zijn we naar de haven gereden voor een hapje en een drankje. Je kan zien dat het seizoen een beetje voorbij is, het is vrij rustig overal.

Wim en ik hebben nog een korte wandeling langs het strand in Clifton Beach (waar Clary en Rob wonen) gemaakt en daarna een duik in de pool genomen. Het water is echter zo warm, dat het totaal niet verfrissend is.

Vanavond blijven we lekker thuis, om gezellig bij te kletsen.

Hier volgen wat foto’s van het huis, auto’s en caravan van Clary en Rob:

en niet te vergeten hun hond Baily

11e dag – Maandag 4 febr.

We hebben weer een heerlijke dag gehad vandaag. We zijn met z’n drieën (Rob moest werken) naar Green Island geweest. Het is een klein eiland, 12ha, slechts 45 minuten varen vanaf Cairns. We vertrokken met regen, maar het bleef gelukkig bij 1 grote bui. Toen we om half 12 aankwamen was alles nog nat, maar de zon scheen en dat heeft hij de rest van de dag gedaan. Eerst zijn we het eiland rondgelopen, door de rainforest en langs het strand,

wat niet lang duurt en daarna hebben we een snorkeltour geboekt. Je gaat met een boot een eind het reef op, zodat je gelijk op een mooie plek zit met veel koraal en prachtige vissen. Deze tijd van het jaar zijn er “jellyfishes” in de zee, dit zijn hele kleine kwalletjes, haast niet zichtbaar, maar heel gevaarlijk, soms zelfs dodelijk.

Daarom werd ons aangeraden een soort dunne wetsuits aan te doen, zodat de hele huid bedekt is. Deze pakken staan heel charmant!!(voor de foto moesten we natuurlijk even de buik inhouden!!)

maar ze geven je wel een veilig gevoel. Het snorkelen was prachtig: veel kleuren koraal en ontzettend veel soorten vissen. Er was haast geen stroming, dus je hoefde weinig te zwemmen.

Onze onderwatercamera-hoes lag helaas in Adelaide, in de camper, want we hadden helemaal niet verwacht te gaan snorkelen, dus geen foto’s dit keer. De 40 minuten in het water gingen veel te snel voorbij. Verder hebben we geluierd bij de pool, tot we om half 5 weer terug moesten, met de laatste boot mee, naar de vaste wal.

best wel vermoeiend zo’n dagje in de buitenlucht, maar goed dat er zonnenbrillen bestaan, dan kun je stiekem je ogen dicht doen.

We zijn net terug van een heerlijk etentje bij een Italiaans restaurant, aan het water. Er kwam een lekker briesje vanuit zee en bij 25 graden was het goed te houden.

Dit was voorlopig ons laatste etentje met z’n vieren, morgen vertrekken we weer naar Adelaide en het kan wel weer een paar jaar duren voor ik m’n zus weer zie. Maar deze dagen waren in ieder geval heel gezellig, daar kunnen we weer een poosje op teren.

12e dag – Dinsdag 5 febr.

Vandaag is Margriet (mijn jongste zus) jarig.Gisteravond hebben Clary en ik een mail gemaakt met wat foto’s om haar te feliciteren.(Gister op Green Island waren erg veel Japanners en als ze op de foto gingen maakten ze allemaal een V-teken, wij snappen hier de clou niet van, het geeft wel leuke foto’s!!!)

Clary en Rob kunnen via hun satelliet de Hollandse televisie ontvangen, dus vanmorgen hebben we nog even gekeken naar Peter R.de Vries over Joran, wat een hot item is. Hoe dit verder afloopt horen we waarschijnlijk pas over een paar maanden, als we weer thuis zijn, want de rest van de vakantie zullen we geen t.v. meer zien.

Clary heeft ons om 10 uur weggebracht naar het vliegveld, waar we, waarschijnlijk weer voor een paar jaar, afscheid hebben genomen. We hebben een heel gezellige tijd gehad samen!

Om 3 uur kwamen we weer aan in Adelaide. Het is hier bijna 10 graden kouder dan een paar dagen terug en zo wie zo een stuk frisser dan in Cairns, even wennen dus. Met de camper is alles dik in orde. Nadat we het shopping centre bezocht hebben (waar we ook een antenne voor onze lap-top gekocht hebben,om in de out-back beter te kunnen verzenden), trekken we verder. We rijden maar een klein stukje vandaag, want het is inmiddels bijna 6uur.

We staan nu op een vrije kampplaats, bij Dublin, vlak aan zee. Er staat een stevige wind en er is veel bewolking, we hebben de vesten al aan en waarschijnlijk zo ook nog de lange broek. Wat een verschil met gisteren!

13e dag – Woensdag 6 febr.

Vanmorgen toen we wakker werden (na bijna de klok rond geslapen te hebben), stond er nog steeds een harde wind, was het bewolkt en af en toe mot regende het zelfs. Het was de bedoeling naar Yorke Peninsula te gaan, een schiereiland ten westen van Adelaide, maar op internet zagen we dat het er de eerste 4 dagen nog bewolkt en slechts 20 graden zou zijn. Dus hebben we besloten naar het noorden te rijden, naar Mount Remarkable N.P. Al snel werd het weer een stuk beter. Onderweg zijn we gestopt bij Port Germein en hebben daar tot het eind van de jetty gelopen. Deze pier is “maar” 1,5 km.lang, dus na 3 km.hadden we onze ochtendwandeling er weer opzitten.(Jetty-hike!).

Bij het N.P. hebben we een pas gekocht: voor 50 dollar (30 euro) mogen we alle Nationale Parken in Zuid Australië in en er kamperen, zonder verder iets te betalen, deze pas is 2 maanden geldig. Van Rob en Clary hebben we zo’n zelfde pas gekregen van West Australië, zij hadden hem niet meer nodig.

We staan nu op een prachtig plekje tussen de gum trees, er zitten kukaberra’s en gekleurde parkieten in de bomen, er liep een emu voorbij en natuurlijk zijn er kangaroes.

We hebben nog een wandeling gemaakt van een uurtje en het is weer 30graden, zo hebben we het graag!

De antenne doet het trouwens prima, we hebben hier geen ontvangst met de telefoon, maar kunnen wel E-mails verzenden en internetten.

14e dag – Donderdag 7 febr.

Het was vannacht een heldere, koude nacht en de wind suisde door de bomen. Mambray Creek, de kampplaats waar wij staan, ligt in een dal en de wind kan er aardig doorheen trekken. Toen we wakker werden vanmorgen was de lucht weer strak blauw. Tijdens het ontbijt kwamen er 2 emu’s voorbij wandelen, later op de dag hebben we er nog 5 gezien, normaal zien we er niet zoveel in onze hele vakantie

We wilden vandaag een wandeling maken, de Sugar Gum Lookout Hike, 8 km. heen en terug, dus goed te doen. Op de terugweg zagen we een bord Hidden Gorge 4 km. en we besloten daarheen te lopen. Na 4 km. waren we er nog niet en was het nog 10 km. verder naar Mambray Creek. We wilden natuurlijk toch de Hidden Gorge zien, dus zijn we doorgewandeld. In totaal hebben we vandaag 20 km. gelopen.De tocht was prachtig, heel afwisselend: langs gumtrees (velen zijn hol vanwege een bosbrand),

over rotsen, door droge rivierbeddingen en de gorge was schitterend.

Tijdens de hele wandeling zijn we niemand tegen gekomen, alleen wat kangaroes en emu’s.

We zijn gestart om half elf en waren om 4 uur weer terug. Alleen waren we niet goed voorbereid op een lange tocht: we hadden maar een half litertje water bij ons en niets te eten.

Maar we hebben het overleefd, alleen kunnen we haast niet meer lopen van de spierpijn.

Toen we terugkwamen hebben we eerst flink wat water gedronken en een warme douche genomen, maar ik denk dat we morgen alleen maar gaan rijden met de camper en verder geen stap verzetten.

15e dag – Vrijdag 8 febr.

De spierpijn, na de lange wandeling van gisteren, valt nogal mee. Wim heeft totaal geen last en bij mij is alleen m’n linker knie eigenwijs en loop ik een beetje mank.(zie je toch niet op de foto!) We zijn zo’n 200 km. verder naar het noorden getrokken, naar Flinders Ranges N.P. Het is een uitgestrekt park met bergen, heuvels en open vlaktes. We hebben alweer heel wat kangaroes en emu’s gezien. We houden het vandaag bij 1 korte wandeling: the Sacred Canyon Walk, slechts 200 meter, maar erg mooi.

We hebben er eerst rustig gegeten, er is verder niemand. Nu staan we op Dingley Dell. Een kleine open ruimte met een w.c.tje. We moeten de camper wel goed uit de wind zetten, want het waait nog steeds behoorlijk, verder is de temperatuur goed.

Ik wordt goed verwend in de vakantie. Elke morgen staat het ontbijt (met gekookt eitje) klaar en ook kookt Wim elke avond. We hebben weer een bakplaat (dit keer een”coleman” met tefal) gekocht en daar maakt Wim heerlijke gerechten op. Ook hebben we een gietijzeren toastie-ijzer gekocht, eigenlijk voor op het kampvuur, maar helaas is hier in Zuid Australië een “total fire ban” en maakt Wim de toasties op het gasfornuis (smaakt ook prima!).

We zitten nu aan een wijntje (nog steeds van de Barossa Valley) en genieten van de mooie omgeving.

(Dennis, zoals je ziet hebben we de Nederlandse vlag weer aan de auto geknoopt!)

16e dag – Zaterdag 9 febr.

(Gisteravond konden we de mail niet verzenden en ook vandaag zijn we te ver

van de bewoonde wereld af.)

We zijn vanmorgen pas om 9 uur opgestaan, het bed was zo lekker warm en buiten waaide een koude wind, ook kon mijn knie zo lekker lang uitrusten!!

Vandaag hebben we ruim 100 km.gereden en dat allemaal binnen het N.P. Eerst naar Wilkawillina Gorge, daar hebben we ruim 5 km. gewandeld,

vervolgens naar de Aroona Valley, waar we vanaf een heuvel een schitterend uitzicht hadden.

Daarna zijn we door de Brachina Gorge gereden

en staan daar nu op een prachtig plekje, alleen geschikt voor 4WD. We staan hier weer helemaal alleen, het enige wat je hoort zijn de vogels. De temperatuur is weer flink opgelopen en we moeten in de schaduw, in de wind, zitten!

We hebben vandaag alleen de ranger gezien, verder alleen maar wildlife en wat vervelende vliegen.

(Verder spreken de foto’s voor zich.)

17e dag – Zondag 10 febr.

We hebben weer een “apart” dagje achter de rug:

We waren vanmorgen voor tienen al aan het wandelen in de Bunyeroo Gorge

en toen we 2 uur later terug kwamen bij de parkeerplaats, zagen we dat onze camper ongeveer 10 meter verder, buiten de paaltjes stond (een paaltje was zelfs omvergereden ). We dachten eerst aan een kwajongensstreek, maar er zijn haast geen mensen in het park, dus dat was onwaarschijnlijk. Het bleek dat Wim vergeten had de handrem aan te trekken en het liep iets af (dat hebben we later gecheckt). Gelukkig is de auto gestopt in een greppel, want 2 meter verder liep het vrij steil naar beneden, er was dan niet veel van de camper over gebleven!

Vervolgens zijn we richting Wilpina gereden, hier is een info-center en een campground. We wilden daar een wandeling maken naar Wilpina Pound. Eerst hebben we er de mails verzonden en ontvangen (wel 10 van Rob) en toen we zagen we dat er een “laundry” was, dus zijn we met de camper de camping op gereden en hebben er 2 machines vol met was gedauwd. Met een half uurtje kan je het al ophangen en daarna zijn we begonnen aan de wandeling.

Het begon vrij vlak, maar na een uurtje werd het een vrij zware klim naar een look out.

Het uitzicht was schitterend: Wilpina Pound is een bergketen in de vorm van een hoefijzer, daar binnen is het vrij vlak. Je kunt het alleen niet in 1 keer op de foto krijgen, je zou het dan vanuit een vliegtuig moeten fotograferen, maar het was de klim wel waard.

Weer terug op de campground was alle was droog en na lekker gedoucht te hebben zijn we er weer vertrokken.(Het was vrij druk op de camping en wij staan liever helemaal alleen (gratis!)in de bush.) Na nog een half uurtje rijden, over prachtige onverharde wegen, kwamen we aan bij Cambrian (campground).

Het is inmiddels half 7 en we willen nog even van de zon genieten. We zien een mooi plekje, Wim moet alleen even draaien, maar helaas dit mislukt! Met het achteruit rijden raakt hij een dooie tak van een boom en ramt de hele achterruit eruit. Hij ligt in duizenden stukjes, buiten en in de camper!

Maar een uurtje later is alle rotzooi weer opgeruimd en zit er plastic voor het raam (gelukkig heb ik m’n klusjesman bij me!) Nu maar hopen dat het blijft zitten tijdens het rijden!

Morgen zien we wel weer verder.We hebben in ieder geval 3 heerlijke dagen gehad in Flinders Rangers N.P., we hebben alle wegen wel gereden en 3 nachten”alleen” op een campsite gestaan!

18e dag – Maandag 11 febr.

Wim heeft vanmorgen ons laatste brood (6 dagen oud) opgemaakt, door er lekkere toasties van te maken.

Nadat we vanmorgen eerst nog door een mooie gorge gereden zijn, kwamen we aan het einde van de Flinders Rangers. Op naar de kust!, maar die is wel enkele honderden km. zuidelijker.

Eerst hebben we in Hawker getankt en de eerste volle DVD van onze vakantie naar huis opgestuurd. Daar kregen we ook te horen dat er in Port Augusta een bedrijf zit dat ruiten voor auto’s vervangt.

Onderweg zagen we nog een paar “willies”, dit zijn draaiende opwaardse winden, die een heleboel zand mee omhoog nemen, je ziet dan een rode “slurf”.

Pas bij het derde bedrijf in Port Augusta, waar we langs gingen, konden ze ons aan een nieuwe ruit helpen, alleen hebben ze pas morgenvroeg om half 8 tijd voor ons. Dus zijn we verplicht een camping in de buurt te zoeken. Eerst doen we voor 6 dagen boodschappen, letterlijk alles is op, en daarna gaan we naar een kampplaats aan het water. Het is erg warm vandaag, zo’n 38 graden, dus nemen we eerst maar een duik in de pool. Verder houden we ons rustig met een biertje en een leesboek.

Later maken we nog een wandelingetje langs het water, echt de uiterste punt van de zee, en zien er zowaar een dolfijn langs zwemmen! (Helaas dook hij elke keer onder, als ik hem op de foto wilde zetten!)

Ook komen er steeds treinen langs, vanuit P.A.gaan ze de binnenlanden, in richting Alice Springs.

Het plastic voor het lege raam heeft het gelukkig goed gehouden onderweg, anders was het nu een grote stofboel in de camper geweest. Voor 320 dollar!! hebben we morgen een nieuwe ruit en kunnen we onze reis weer vervolgen.

19e dag – Dinsdag 12 febr.

We zijn vanmorgen om half 7 opgestaan, want de nieuwe ruit zou er al vroeg ingezet worden. Na een uur was dit gefikst en zijn we nog doorgereden naar een andere ruithersteller. We hadden namelijk ook nog een ster in de voorruit en 2 nieuwe ruiten is wel erg veel. Voor 60 dollar is ook dat probleem verholpen.We hebben van beide reparaties een rekening, misschien dat onze reisverzekering nog iets vergoed!

Tegen 11 uur waren we in Whyalla en hebben daar aan zee een kop koffie gedronken met “1” koekje erbij! Vervolgens zijn we doorgereden naar Cowell, daar is een natuurlijke haven en we dachten daar een mooi plekje te kunnen vinden, niet dus!

Nadat we er alvast wat visvoer gekocht hadden, zijn we langs de kust zuidelijk gereden op zoek naar een stekkie voor de nacht! Voorbij Port Gibbon hebben we ons ideale plekje gevonden.We staan in de duinen, uit de wind, vlak aan zee. Een groep hoge zandduinen houdt de wind tegen. Er staat geen bordje: verboden te kamperen dus ….

Tegen 3 en heeft Wim z’n hengel klaar om voor de eerste keer te gaan vissen.

Een half uur later sta ik naast hem, wanneer hij beet heeft en zijn hengel flink doorbuigt! Even later is het: krak!!! Z’n goeie hengel, waar hij vorig jaar de hele vakantie mee gevist heeft, breekt zomaar af! Er moet wel een hele grote vis aangezeten hebben!

(We zeiden steeds al, na eergisteren, toen de auto zomaar wegreed en vervolgens de ruit in duizenden stukjes ging: wat wordt het derde wat misgaat?) Hopelijk blijft het hierbij!

Omdat hij niet meer kon vissen zijn we lekker een eind wezen wandelen, eerst de zandduinen op en daarna langs de zee.

Het zat Wim niet lekker met zijn hengel en na een tijdje prutsen heeft hij hem toch weer aan elkaar gekregen, een stuk korter natuurlijk en met de nodige tape, maar om 5 uur is hij toch nog even wezen vissen. De hengel werkt wel weer, maar niet zoals het hoort. Waarschijnlijk gaan we morgen voor een nieuwe kijken!

Het is inmiddels 7 uur, de zon verdwijnt langzaam achter de duinen, het zal zo wel fris worden. Mijn chef-kok maakt weer een heerlijke maaltijd klaar en ik weet zeker dat we vannacht lekker zullen slapen, bij het geruis van de golven!

20e dag – Woensdag 13 febr.

Het werd gisteravond snel koud en we hebben voor het eerst binnen een spelletje Triominos gedaan. (Dit blijft ons favoriete spelletje tijdens de vakantie, de stand is inmiddels 7-7). Het ruisen van de golven ging over in het gieren van de wind en ’s nachts lagen we te schudden in ons bed, toch hebben we heerlijk geslapen. Vanmorgen was het helemaal bewolkt, dit hadden we al via Internet gezien, maar gelukkig zijn de weersvoorspellingen weer goed. We zijn via diverse kleine plaatsjes naar Port Lincoln gereden.

(Zo werd vroeger zoetwater opgepompt en met een kar vervoerd)

Onderweg steeds gekeken of ze hengels verkochten, maar in de dorpjes hadden ze meestal maar keus uit 3of 4 en niet wat Wim zocht. In Port Lincoln vonden we een speciaalzaak met honderden hengels, dus Wim heeft nu een nieuwe telescoophengel, helemaal naar z’n zin!

Nadat we het informatiecentrum bezocht hadden zijn we naar Lincoln N.P. gereden. Dit park ligt aan het uiterste puntje van Eyre Peninsula aan de Spencer Golf. Inmiddels is het 2 uur en de zon schijnt weer volop, wel staat er nog steeds een harde koude wind.

We hebben het park al een stukje verkend, op zoek naar een staanplaats en zijn uitgekomen bij Cape Donington. Daar staan we redelijk uit de wind en kan Wim vissen. Af en toe komt er een windvlaag en alles zit onder het stof, maar het uitzicht is weer prachtig, morgen zoeken we wel weer een ander stekkie.

21e dag – Donderdag 14 febr.

De dag begint weer bewolkt en de wind is nog steeds fris. Daarom besluiten we met de camper het N.P. te gaan verkennen.We bekijken diverse kampspots, ook via 4WD tracks, maar het is er of te winderig of Wim kan er niet vissen.

Na de middag beklimmen we Stamford Hill, waar we een prachtig uitzicht hebben over Lincoln N.P.

Even later vinden we onze ideale kampplaats: Surfieet Cove. We staan weer alleen, uit de wind, met een prachtig uitzicht op de baai en Wim kan vissen! Inmiddels is de lucht weer strak blauw en kunnen we weer een hemdje aan.

Vissen in de wind is toch fris, dus na een uurtje komt Wim ook lekker in het zonnetje zitten, met een wijntje en een goed boek en een fantastisch uitzicht is dit goed vol te houden. Er zitten prachtige vogels hier, maar om ze ook op de foto te krijgen is moeilijker,(net als die zeehond gisteravond en de 2 dolfijnen vanmorgen, die langs kwamen zwemmen!).

We hadden het er over, dat hier helemaal geen kangaroes zitten en wat dacht je (ja, Dennis, ik had weer wat gezegd!), opeens komen er 2 kangaroes aanwippen, helemaal niet bang, dus die zijn mensen gewend,

ze eten zelfs voer uit Wim’s hand.

Later zitten er zelfs 3 en het blijkt dat ze dorst hebben. Wim doet water in de afwasbak en die drinken ze helemaal leeg.

Daarna raken we ze niet meer kwijt: ze komen steeds bij ons staan en willen zelfs de camper in.Dat is dus niks voor mij! (ik ben in de auto gaan zitten).

Het is inmiddels 9 uur, we zitten nog buiten (gister was het daar veel te koud voor) en er zit nog steeds een kangaroe op nog geen meter afstand, hoe moet ik nu naar de w.c?

(Optie van Wim: in de afwasbak, dan drinken zij hem wel weer leeg!!!)

22e dag – Vrijdag 15 febr.

We starten vandaag gelijk met mooi weer, ook de wind is grotendeels verdwenen. Dus wassen we lekker in het zonnetje al het stof van de laatste dagen uit onze haren, boven de afwasbak (waar dat ding al niet goed voor is!) en ook de rest krijgt een beurt. Er zijn geen douches in het N.P. en de zwarte zak (water laten verwarmen door de zon en daarmee douchen) was de laatste dagen ook geen optie!

Tijdens het ontbijt vliegen de gahla’s (grote grijze parkieten met roze kuif) regelmatig heen en weer en op nog geen 10 meter afstand schuift een black snake van ongeveer 1 meter rustig voorbij. Dat was de eerste slang die we zien in de vakantie.

Op naar de volgende kamplaats: Memory Cove.We hadden 2 dagen geleden bij het infocentrum al een sleutel en een permit gehaald, want een groot deel van Lincoln N.P. is niet zomaar te bekijken.Er mogen slechts 15 auto’s per dag in de Wilderness Area en er is slechts 1 “camping” met maar 5 plaatsen, die je van te voren moet bespreken. Onderweg ernaar toe zijn er verschillende scenic lookouts en tracks (je hebt wel 4WD nodig) die we bekijken.

Tegen de middag komen we op onze nieuwe bestemming aan.

Er is een hele mooie beschutte baai, waar je kan vissen en zwemmen, wat ik ook gedaan heb (Veel te koud voor jou, hè Rob?).

Wim heeft er natuurlijk gevist en voor het eerst, deze vakantie, 2 vissen gevangen. Ze smaakten prima (een whiting en een flat head).

Er zijn maar 2 kampeerplaatsen bezet en er liggen (sinds vanavond) twee boten voor de kust, heerlijk rustig dus. We hebben voor 2 dagen geboekt en dat is echt geen straf, we genieten volop.

23e dag – Zaterdag 16 febr.

We hebben een rustig dagje gehad vandaag. Vanmorgen hebben we een korte wandeling gemaakt, richting open zee

en daarna hebben we onze stoelen gepakt en zijn op het strand gaan zitten. De hengel mee, natuurlijk, en

een paar leesboeken.Het is knap warm vandaag en we zijn diverse keren het water in geweest. Je plonst er niet zomaar in, maar als je eenmaal door bent is het heel “verfrissend!”Het is nog steeds erg rustig hier, alleen een stel Australische buren, van onze leeftijd, die ook al veel van de wereld gezien hebben. Aan het strand zitten veel white-bellied sea-eagles, een soort uit de kluiten gegroeide zeemeeuwen.

Zodra Wim visafval heeft, zijn ze er als de kippen bij. Vandaag is het bij 3 kleine visjes gebleven, die weer teruggegooid zijn in zee. Het is inmiddels 9 uur en nu pas hoeven we een vest aan, het wordt elke dag iets warmer.

24e dag – Zondag 17 febr.

Vandaag hebben we Lincoln N.P. weer verlaten.

We hadden alle wegen gehad, op 1 na en die wilden we vanmorgen doen. Het was een weg van 14 km.door mul zand. Toen we aan het begin van de track stonden en de hoge zandduinen zagen, hebben we toch maar besloten het niet te doen. Het was al knap heet (ruim 30 graden om 11 uur ’s morgens) en als je dan vast komt te zitten in die zandbak…Onze buren hebben het wel geprobeerd en kwamen bij de eerste heuvel al vast te zitten, waren wij blij dat we verstandig waren!

We zijn terug gereden naar Port Lincoln, waar we eerst de haven bezichtigd hebben. Er was een flinke bedrijvigheid daar, ook al is het zondag. Een grote vrachtauto was ingevroren vis (die zo van de boten afkwam) aan het opladen, en een grote groep meeuwen zat er boven op. Ook zagen we er nog een zeehond rondspartelen, midden in de haven.

Bij het info-centrum hebben we de sleutel weer ingeleverd en een lijst gehaald met de tijden van eb en vloed, die hebben we de eerste dagen wel nodig, vanwege strand rijden.

In Coffin Bay hebben we een heerlijke visschotel gegeten en vooraf oesters, op 6 verschillende manieren bereidt. Het eten was perfect, er zat krab bij en zelfs zee-egel (erg lekker!). We hebben het buiten op het terras verorberd, bij een temperatuur van ruim 40 graden, in de schaduw.

Daarna zijn we doorgereden naar Coffin Bay N.P., hier moesten we onze banden een stuk leeg laten lopen, want er is veel mul zand. 2 jaar geleden zijn we hier ook al geweest en we hebben hetzelfde plekje om te slapen weer opgezocht. De Australieers, die we in het vorige park ontmoet hebben, staan weer naast ons.

We nemen eerst een duik in zee en daarna gebruiken we de zwarte zak (douche) voor de eerste keer deze vakantie, we zijn weer heerlijk schoon en afgekoeld.

25e dag – Maandag 18 febr.

Het was vandaag een leuke en heel warme dag. Nadat we afscheid hadden genomen van de buren, want die gingen ook verder, zijn we op weg gegaan om de rest van het N.P. te verkennen en om een andere kampspot te zoeken, er moeten nog 3 andere plaatsen zijn. Het is heel afwisselend rijden: over zandduinen, rotsige wegen, een heel stuk over het strand, maar ook minder mooie stukken met veel dode bomen.

We rijden helemaal tot de noordelijkste punt: Point Sir Isaac en vervolgens via allerlei wegen naar Sensation Beach.(Onderweg vullen we onze douchezak bij, zodat we vanavond weer schoon naar bed kunnen).

Na 75 km. rijden komen we tot de conclusie, dat de plek van afgelopen nacht (Black Springs), toch de mooiste plek is: uitzicht over de baai, een verkoelend windje (de thermometer wijst vandaag weer over de 40 graden aan) en schaduw. Dus rijden we weer terug langs het strand

en om 3 uur zijn we weer op ons oude stekkie.(Wel zetten we de camper andersom). Na een half uurtje komt er nog een auto aanrijden met, jawel, onze buurtjes. Ook zij vonden deze plek het mooist.

We zijn een paar keer het water in geweest om af te koelen en dan ook minstens voor een half uur, heerlijk verfrissend, maar minder koud dan in Lincoln N.P. Er is bijna geen wind meer en de zon schijnt nog steeds volop, dus veel drinken en verder weinig doen!

Tegen zessen komen Julie en Graham, zo heten de Australiërs, wat drinken en later nodigen ze ons uit om bij hun te komen eten. Ze maken een heerlijke pasta met veel knoflook, tomaten, broccoli, gerookte zalm en basilicum. Wij zorgen voor de wijn, port en een stuk kaas.

We hebben een heel gezellige avond en gaan pas om 11 uur weer terug naar onze camper, het is dan nog steeds bijna 30 graden!

26e dag – Dinsdag 19 febr.

Het weer is helemaal omgeslagen, de zon is vandaag niet te voorschijn gekomen. Vanmorgen was het nog 28 graden en benauwd, inmiddels is het 21 graden en hebben we weer een vest aan, wat een verschil met gisteren. Julie en Graham zijn vanmorgen vertrokken en die zien we hoogst waarschijnlijk niet meer.

Ik heb de camper een beurt gegeven, de mail van gister geschreven en Wim is gaan vissen: hij heeft er 12 gevangen.

Ze hadden geluk vandaag, Wim heeft ze allemaal teruggegooid, dus ze zijn niet op de bakplaat beland. We hebben namelijk al 2 dagen niet gekookt en er ligt nog voor 4 dagen vlees in de koelkast en dat willen we niet overstuur laten gaan. Wim staat nu buiten te koken, het regent en er staat een koude wind, we eten zo dadelijk binnen.

De eerst komende dagen blijft het dit weer type, helaas.

Er zijn hier veel wespen en die zijn gek op zoet water, je moet dus goed uitkijken als je de kraan opendraait!

27e dag – Woensdag 20 febr.

Het heeft vannacht flink geregend, maar bij het opstaan (half 9) is het droog. De zon laat zich weer niet zien vandaag en de temperatuur blijft steken bij 22 graden.

De laatste dagen hebben we geen wildlife gezien (alleen wat dolfijnen en manta’s in zee) vanwege de hitte, maar vanmorgen hipten de grote grijze kangaroes weer voorbij. Op weg naar de uitgang van het N.P.(toch nog zo’n 30 km.) krijgen we in het mulle zand een tegenligger, die een grote lege watertank vervoerde. We moeten achteruit rijden en hebben waarschijnlijk een steen geraakt of iets dergelijks, in ieder geval: we hebben onze eerste lekke band!!

Het valt niet mee om de band te verwisselen, want we staan op een stuk grond wat verzadigd is van water en de krik zakt zo de grond in, zelfs met een paar stenen eronder.

Wim rijdt 10 meter verder, inmiddels is de band van de velg en met een stuk hout onder de krik lukt het, dit keer wel, de band te vervangen.

In Coffin Bay vinden we snel een garage. Helaas was de band gescheurd aan de zijkant, dus wordt het een andere, een 2de handse (een nieuwe heeft hij niet). 20 minuten later en 50 dollar armer verlaten we Coffin Bay, richting Elliston.

Onderweg, bij een mooie look out, maakt Wim toasties en koffie (heerlijk bij dit koude weer)

en ook stoppen we bij LocksWell, waar je heel goed op zalm kan vissen. Je moet wel eerst 283 treden naar beneden om op het strand te komen en het lokt niet echt met dit weer.

We besluiten om vandaag op een camping te gaan staan, na 8 dagen eindelijk weer een echte douche en ook is er weer heel wat vuile was. Er is hier ook een kampkeuken, dus Wim hoeft vanavond niet buiten te koken.

Ook branden we hier onze 2de DVD, alweer een uur film van de vakantie!

28e dag – Donderdag 21 febr.

We worden vandaag wakker met een zonnetje, wel staat er een harde koude wind. Aan het eind van de dag zijn we slechts 50 km.noordelijker gekomen op de snelweg, maar we hebben heel veel gezien en gedaan en toch 120 km.afgelegd.We zijn begonnen met een scenic drive langs de kust, bij Elliston. Er zijn veel grillige rotsen en ook aardige golven, waarop ze zelfs aan het board-surfen zijn (koud hoor!).

Ook komen we de eerste keutel op pootjes (walking shit) weer tegen, wat de echte naam is weten we niet!

Iets noordelijker heb je het Lake Newland Conservation Park. Er is een 20 km.lang zoutwatermeer, wat grotendeels droog staat. Je kunt er alleen met 4WD rijden, wat we ook een uurtje gedaan hebben.

Daarna zijn we bij Talia weer de weg afgegaan, om the Tub en de Woolshed Cave te bekijken. Er zijn heel wat foto’s gemaakt vandaag, de natuur is ook zo mooi!

Het is te fris om aan de kust te kamperen, dus komen we uit bij Venus Bay, een beschutte baai, waar we een prachtig plekje aan het water krijgen. Van een buurman krijgen we 6 visjes, die Wim schoonmaakt en gelijk bakt (ons middageten) Er zijn hier veel pelikanen en die weten precies dat hier veel vis(afval) te halen is! Na het eten gaat Wim zelf vissen op de oude jetty, je moet wel een vest aan, want de wind is nog steeds hard en koud.

Hij vangt 5 vissen (waarvan hij er 2 meeneemt), een krab en een….zeehond!, gelukkig komt het beest zelf weer los en zwemt daarna weer vrolijk verder.

Na 8 uur wordt het toch echt te koud om nog buiten te zitten, we hebben inmiddels de lange broeken al aan en zelfs de dichte wandelschoenen, maar het is de hele dag droog geweest en we hebben weer een heel afwisselende dag gehad!

29e dag – Vrijdag 22 febr.

Als we wakker worden is het bewolkt en koud, maar het is gelukkig droog en op kou kun je je kleden!

Na een ontbijt van bacon en eggs gaan we op weg naar Murphys Haystacks, een groep 1500 millioen jaar oude granieten rotsen, waar menigeen tientallen foto’s gemaakt heeft (bij een blauwe lucht komen ze beter tot hun recht!).

Daarna rijden we zo’n 50 km. richting kust naar Point Labatt Conservation Park. Hier liggen zeehonden bij te komen, met volle buik, van hun jacht op vis in zee. Vanaf een platform heb je een mooi uitzicht op minstens 100 van deze dieren. Met onze prima verrekijker hebben we wel een uur staan kijken naar de verrichtingen van deze beesten, mannetjes zeehonden die ruzie maken, vrouwtjes die samen met hun jong slapen en jonkies die dartelen in zee.

Bij Baird Bay zien we weer veel pelikanen, ik blijf deze vogels prachtig vinden!!

Vervolgens zijn we naar Streaky bay gereden en hebben daar inkopen gedaan. De camping daar leek ons niks, dus zijn we de duinen in gereden. We moesten wel even zoeken voor we ons “ideale” plekje gevonden hadden.We staan midden in de duinen, op een clif, redelijk uit de wind, met uitzicht op zee.

Inmiddels is de lucht weer blauw en kunnen we zelfs in de korte broek “happy our” houden. We maken vandaag onze laatste fles rose van de Barrosa Valley soldaat.

Het gaat echter steeds harder waaien en na enige tijd worden we haast gezandstraald.We besluiten binnen te koken. We hebben een 1-pits stelletje met een gasbus. Wim doet olie in de pan en zet dit vast aan: helaas is het vuur nogal fel en verhit de olie zover, dat het komt tot zelfontbranding!!! Mijn BHV’er(Bedrijfs Hulp Verlener) gooit gelijk de brandende pan, met deksel erop, naar buiten in het zand, waar hij nog een poosje nabrandt. Uit de camper komt een zwarte rook en Wim hoest een beetje, maar daar blijft het gelukkig bij. Er is geen blijvende schade, alleen het dak ziet een beetje zwart!!

Een uurtje later heeft mijn chef-kok toch, binnen, een lekkere maaltijd bereid!!

30e dag – Zaterdag 23 febr.

Vandaag was een vrij lui dagje. We zijn iets voorbij Smokey bay, bij Laura Bay Conservation Park uitgekomen (zo’n 100 km. gereden). Wim vond er een mooie plek om te vissen, uit de wind, tussen de rotsen en ik heb er heerlijk een paar uur gelezen. Wim ving weer diverse vissen, dus de eerst komende dagen staat er vis op het menu.

Tegen half 4 hebben we de camping van het park opgezocht, gewoon een open plek in de bush, er is zelfs geen toilet, maar dat zijn we wel gewend. Er is verder niemand, het zonnetje schijnt volop, dus met een mooi boek en een drankje komen we de middag wel door.

De camper stinkt nog steeds naar rook, dus geef ik hem een grondige schoonmaak beurt,

maar de lucht blijft hangen. Wim besluit wat after shave op het dak te smeren, als ik nu binnen kom ruik ik Van Gills!!

We hebben nog steeds schik van onze antenne, met onze telefoon hebben we al meer dan een week geen bereik, we zitten echt in een uithoek, maar met de antenne lukt het nog steeds elke dag een mail te verzenden. Het kan zijn dat het de komende dagen wat moeilijker wordt, want we gaan ruim1200 km. rijden over een weg waar alleen roadhouses zijn en geen enkel dorp, deze weg heet de Nullarbor Plain en verbindt het zuiden met West Australië.

Het is inmiddels half 10 ’s avonds, we hebben de lange broek en vest aan en het is nog maar 15 graden, maar nog altijd beter dan in Nederland!

31e dag – Zondag 24 febr.

Vandaag steken we de grens over naar West Australië, maar we doen het rustig aan, want in de planning staat, dat we pas morgenavond aankomen in Norseman, ruim 1200 km.verderop.

Zo’n 100 km. noordelijk van Laura Bay, bij Penong, gaan we de snelweg af, naar Point Sinclair. Een spot aan zee waar veel gesurfboard wordt. De omgeving is prachtig, het zou een Conservation Park kunnen zijn. Mooie duinen, zoutwater meertjes en een prachtige kustlijn en de juiste golven om te surfen.

Daarna wordt het toch tijd om kilometers te gaan maken, we komen uit op 650 km. vandaag en staan nu midden in de bush ruim 70 km. voorbij Eucla.(Jillah Rockhole Rest.Area).

Voor we hier waren zijn we diverse keren gestopt bij mooie look outs: je kijkt over de cliffs van het Great Australian Bight Marine N.P. Ook rijden we 30 km. over de “echte” Nullarbour Plain, wat letterlijk betekent: zonder bomen.

Het is vrij rustig op de highway, gemiddeld passeert er om de 5 minuten een auto of Road Train, dit zijn vrachtauto’s met 2of 3aanhangers erachter.

Bij de W.A.Border Village worden we gecontroleerd op o.a. fruit en groente. Ze hebben hier de “stomme” gedachte, dat als je geen fruit, groente, honing, zaden, of levend vee mee vervoerd over de grens, de ziektes en fruitvliegjes dan ook het “land” niet inkomen.

Ik moet de koelkast open maken en diverse kastjes, om aan te tonen dat ik niets stiekem invoer.

We hadden dus onderweg onze laatste druiven al opgegeten en zelfs een yoghurt toetje met honing!

Ik had wel een citroen verstopt, achter een ingeklapt raam, want die hoort vanavond bij de vis, stout hè?

Het weer is nog steeds redelijk, ’s morgens eerst bewolkt, maar in de loop van de dag komt de zon door en wordt het zo’n 25 graden.’s Avonds is het dan weer fris (koud!!), maar het is steeds droog, terwijl er voor de afgelopen dagen “showers”op de weervooruitzichten, op internet, stonden.

32e dag – Maandag 25 febr.

Vandaag hebben we het laatste stuk van de Eyre Highway gereden tot Norseman, nog zo’n 700 km.

Het is vrij saai rijden, maar je moet deze weg nu eenmaal rijden anders kom je niet in West Australië, of je moet bovenlangs gaan.We waren nog maar net op weg, toen de vrachtauto met de catamaran, die we gister al gezien hadden (erg oversized), voor ons kwam te rijden. Deze combinatie neemt echt 2 rijstroken in beslag, ook rijden er 3 extra auto’s mee, 2 ervoor,1 erachter, om alles te coördineren. Na een aantal minuten kregen we het teken dat we in konden halen, je kunt je niet voorstellen dat zoiets in Nederland gebeurt.

In Calguna konden we de klok anderhalf uur terug zetten, vanwege de tijdsgrens en deze tijd houden we de rest van de vakantie (We lopen dus 8 uur voor op Holland!). Ook begint daar het langste stuk rechte weg van Australië, namelijk 146,6km., zonder een enkel bochtje!!

We hebben 5 fietsers gezien onderweg (wat de kick is weet ik niet,1200km!!,zonder afslag, van zuid naar west Australië), tientallen motoren en ruim honderd dode kangaroes, helaas geen enkele levende. Wel zagen we enkele emoes.

Vanwege het tijdsverschil waren we om half 3 al in Norseman. Eerst zijn we naar het infocentrum geweest en hebben daar weer een heel pak folders meegenomen, voor de rest van de vakantie. Daarna wilden we wat inkopen doen, want gister hadden we alle verse spullen opgemaakt: Er was 1 supermarktje, maar het zag er allemaal niet erg vers uit en ook was het personeel erg onvriendelijk, dus hier waren we snel weer weg. We besloten vanwege het vroege tijdstip een korte rustpauze langs de kant van de weg in te lassen,

om vervolgens nog 200 km. verder te rijden, naar Kalgoorlie.Daar aangekomen bleken er een grote Woolworths en een Coles te zijn, met wel 10 kassa’s.Hier hebben we dus onze inkopen gedaan en daarna een camping opgezocht. Het is hier ruim 30 graden en zo blijft het voorlopig ook.

Het is inmiddels half 10, eigenlijk 11 uur en zijn knap moe, dus we gaan naar bed!!

33e dag – Dinsdag 26 febr.

We waren vanmorgen al vroeg op, om half 7, wat kwam door het terugzetten van de klok, gister.

Dus hebben we mooi de tijd om Kalgoorlie te bekijken. Kalgoorlie is een goudmijnstad, met ruim 30.000 inwoners, vandaar ook die grote supermarkten. In 1893 is er het eerste goud gevonden door Paddy Hannan, naar wie de hoofdstraat ook vernoemd is. Er wordt nog steeds volop goud gedolven, maar nu hoofdzakelijk via open mijnvelden. Om 9 uur stonden we al bij de Super Pit Lookout: je kijkt hier van bovenaf op ’s werelds grootste dagbouwgoudmijn, waar tientallen heel grote vrachtauto’s (het lijken dinky toys, maar ze zijn zo groot als huizen!) ruim 200 ton erts, per wagen, naar boven vervoeren. We hadden nog nooit zo iets gezien. Elke dag wordt er wel een stuk opgeblazen en het is een continue proces van 24 uur. Er zijn graafmachines, grondboormachines, sjofels en er tussendoor rijden pick-up trucks, haast niet te zien, met personeel rond.

Na er een uurtje gekeken te hebben, zijn we naar de Mining Hall of Fame gereden. Daar begon om 10 uur een rondleiding in een gesloten mijn, welke echt in gebruik is geweest. Met een ouderwetse lift gingen we 36 meter naar beneden en daar kregen we uitleg over hoe het er vroeger aan te ging: het boren, de spaarzame verlichting, de smalle gangetjes, het instortingsgevaar, enz. Aansluitend aan de tour kon je gaan kijken bij het versmelten van goud. Bij 1600 graden is het goud helemaal vloeibaar en kan het tot goudbaren worden gegoten, even afkoelen in water en het is weer een vaste stof.

We hebben er nog een poosje rondgelopen, er was van alles te zien en daarna hebben we nog het museum bezocht. Daar hebben we het meestal snel bekeken en ook vandaag stonden we na een uurtje weer buiten.

In begin 1900 hebben ze een pijpleiding aangelegd van 650 km. om vers water naar het woestijnstadje te krijgen, dit was te bekijken bij de Mount Charlotte Lookout.

’s Middags zijn we nog een keer naar de Super Pit Lookout gegaan, zo indrukwekkend vonden we het.

Vervolgens zijn we 40 km.verder gereden naar Coolgardie, ook een oud goudmijn stadje. Op de camping was het eerst vrij rustig, maar tegen 7 uur kwamen er allerlei auto’s en zelfs een bus, met mijnwerkers

het terrein op rijden. Overal in de buurt zijn mijnen en de arbeiders moeten ook ergens slapen, het is net als de Polen in Holland!

34e dag – Woensdag 27 febr.

Coolgardie was vroeger ook een goudmijn stad, maar stelt nu niet veel meer voor. Er zijn nog wat oude mooie gebouwen, met musea erin en er wonen nog maar weinig mensen. Het is opmerkelijk dat de straat heel breed is, hier moest vroeger, in de rijke tijden, een dromedarisstoet kunnen keren (stond in een folder!)

We rijden richting zuidkust via een onverharde weg, die eerst langs Burra Rock gaat. Het is een hele grote ongelijkmatig gevormde rots, waar je overheen kunt lopen en waar in de kuilen regenwater blijft staan. Het hele jaar door is hier water te vinden. Natuurlijk zijn we er bovenop geklommen en hebben er mooie foto’s gemaakt.

45 km. verderop is nog een veel mooiere rotsformatie: Cave Hill. Hier is een natuurlijk gevormde grot, waar je in kunt lopen.

Iets verderop maakt de rots een heel aparte buiging, ook wel “wave” genoemd. Ook hier hebben we de nodige tijd doorgebracht.

We zagen een bord met: 4,5km. camping and dam 4WD only. Je komt weer uit bij de granieten rots, maar er is een soort dam gevormd en al het water van de bergen stroomt in een meertje. Je mag er zwemmen en dat is heel aanlokkelijk, want de teller geeft vandaag over 40 graden aan in de schaduw, maar we doen het toch maar niet; er kan van alles onder water liggen: takken, rotsen of glas.

Wel besluiten we vandaag niet verder te trekken en op de campingplaats te gaan staan. We zijn natuurlijk weer alleen (we hebben nadat we Coolgardie verlaten hebben niemand meer gezien) en hangen de zak met water (eerst nog lekker koel) op, om op te frissen.

Je mag hier een kampvuur maken, al moet ik er nog niet aan denken, met deze hitte, maar we hebben zelfs het hout al klaarliggen en Wim heeft voor het eerst de bijl gebruikt. Of we echt een vuur maken, zien we vanavond wel!

35e dag – Donderdag 28 febr.

We hebben gisteravond een paar heerlijke uren bij het kampvuur gehad en waarschijnlijk was dit voorlopig ook het laatste houtvuur, want vanmorgen zagen we weer bordjes met “total fire ban”.

Na ruim 350 km.zuidelijk te hebben gereden zijn we aan gekomen in Esperance en na nog 3 kwartier waren we in Le Grand N.P. Dit is een schitterend gebied met hoge granieten rotsen, parelwitte stranden en turkoois blauwe zee.

We waren er tegen tweeën en zijn eerst naar de grand beach gereden, waar ook een campsite is, helaas was deze helemaal vol. Dit N.P.is namelijk erg geciviliseerd: alles is geasfalteerd en op de 2 campings zijn zelfs warme douches.We verwachtten al dat de andere campsite ook vol zou staan, maar we hadden geluk: er was nog plaats op “lucky bay” .We vinden zelfs een plek met uitzicht op de baai.

We hebben hier een paar uur gezeten en een korte wandeling gemaakt,

maar het begint steeds harder te waaien (wat dit jaar echt extreem is, volgens iedereen!!) , dus besluiten we de camper maar om te draaien. Ook blijft het hoogst waarschijnlijk maar bij 1 nachtje!

Terwijl we van ons uitzicht zaten te genieten, zagen we een slang voorbij komen, later zelfs nog een keer!

Van de buurman hoorden we dat hij gisteren om hun caravan en auto rond gekropen was, dus vanavond de voetjes omhoog!!

36e dag – Vrijdag 29 febr.

We moesten gisteravond binnen eten, vanwege de wind (we wilden geen zand happen) en ook daarna was het buiten niet aangenaam meer.

Dus na het ontbijt vertrekken we weer. We bekijken nog enkele mooie punten van het N.P.

en rijden ook nog een keer naar de andere camping, maar die staat nog steeds vol. We verlaten Cape Le Grande N.P. via het strand; in plaats van over de verharde weg kun je ook 22 km. strand rijden richting Esperance en dat is natuurlijk veel interessanter. Het zand is vrij hard en we hoeven niet eens lucht uit de banden te laten lopen.

Daarna nemen we de toeristische route van 40 km. langs de kust en dat is dan “Esperance”, in 24 uur tijd.

Het was de bedoeling hier enkele dagen door te brengen, maar de wind besliste anders.

Toen we midden op de dag op de snelweg reden met ruim 40 graden, twijfelden we toch wel even of we de juiste keus hadden gemaakt, die witte stranden waren wel erg mooi, maar er zijn altijd weer nieuwe plekjes met mooie stranden en …die vinden we een uurtje later alweer.

We staan nu bij Munglinup Beach, heerlijk in de schaduw met net genoeg wind. We zijn eerst de zee ingedoken, wel erg fris, maar dus ook heerlijk verkoelend. Daarna een biertje, voor de inwendige verfrissing en we voelden ons weer prima!

Tegen vijven hebben we nog een wandeling gemaakt langs het water en over de rotsen op zoek naar een goede visstek. Het strand was de beste optie en daar heeft Wim z’n hengel, na ongeveer een week, weer in het water uitgegooid. Helaas zonder succes, dit keer, maar hij heeft weer gevist!

37e dag – Zaterdag 1 maart.

Het is gisteravond lang warm gebleven.Toen we tegen half 11 naar bed gingen, was het nog ruim 30 graden, maar in de loop van de nacht konden we toch weer een slaapzak over ons heentrekken.

Vanmorgen scheen de zon eerst nog volop, zodat we in de schaduw moesten ontbijten, maar toen we net op weg waren naar een volgende plek kwam de bewolking opzetten. Gelukkig verdwijnt die weer in de loop van de morgen, maar het kwik blijft steken bij 25 graden in de schaduw(toch niet slecht!!).

We rijden niet ver vandaag: na ongeveer 50 km. komen we aan bij Mason Bay en we vinden er gelijk een prachtige plek onder de bomen vlakbij het strand.

Daar brengen we ook zo’n beetje de hele dag door, van 11 tot 7 uur: we eten er, drinken er ons biertje, houden er happy hour, Wim vist er en we lezen er. Echt een lui dagje.

We mogen hier ook weer een kampvuur maken, er lag zelfs nog hout bij de bak, Wim moest het alleen nog in stukken hakken. Het zijn aangespoelde bielzen, dus we hopen zat ze willen branden, zelf gloeien we zo wie zo, na een dagje zon.

38e dag – Zondag 2 maart.

We hadden een heerlijk warm kampvuur gisteravond en dat was maar goed ook, want het koelde buiten snel af.

Vandaag wordt Marcel 25 jaar. Gelukkig hadden we gister al een foto gemaakt, om op z’n gezondheid te proosten en door te mailen, want vandaag zou de print een stuk minder zonnig zijn geworden. De hele dag laat de zon zich niet zien en regelmatig motregent het.

Ons plekje onder de bomen was vanmorgen niet aangenaam meer, dus vertrekken we weer. Onderweg stoppen we nog even bij een strandje

en in Hopetoun doen we wat boodschappen. Daarna rijden we naar Fitzgerald River N.P. Het is een uitgestrekt park met enkele bergen, veel bloeiende struiken en mooie stranden. Tegen drieën houden we pauze om een stuk cheesecake (die we bevroren in de supermarkt gekocht hadden) met koffie te nuttigen, ter ere van Marcels verjaardag.

Helaas zijn verschillende campings gesloten vanwege bosbranden. Ook lukt het ons niet om met onze mobiele telefoon naar huis te bellen, dus rijden we het park weer uit, om bij een dorpje te telefoneren. Aangekomen bij Jerramungup komen we er achter dat onze telefoon nog steeds geen verbinding heeft. Het blijkt dat hij in de hele regio niet werkt en dus kopen we een telefoonkaart bij het plaatselijke tankstation, waar ook een telefooncel staat. Dit blijkt een uitkomst te zijn, we kunnen ruim een uur bellen voor 10 dollar.(heel wat voordeliger dan mobiel bellen!)

Het is inmiddels 4 uur (in Holland 8 uur ’s morgens) en we besluiten Marcel wakker te bellen.

Hij is alleen niet thuis, maar in Zurich, waar hij Petra aan het helpen is over te huizen. We hebben een half uurtje met hem gekletst (ook al was hij nogal slaperig!!!) en bellen daarna met Dennis, oma Blitterswijk en pa en ma Lingeman en dat allemaal met 1 kaart!

Ruim na vijven rijden we weer richting N.P. waar we nog ruim 60 km. onverharde weg moeten rijden om op de plaats van bestemming te komen.We staan nu bij Point Ann, lekker beschut, maar dicht bij de zee.

Morgen gaan we hier de boel wel verkennen, nu eerst wat drinken, eten en naar bed.

39e dag – Maandag 3 maart.

We blijven vandaag in het Fitzgerald River N.P. en de camper komt niet van zijn plaats.

Het weer heeft zich nog niet helemaal hersteld: de meeste tijd is het bewolkt en er staat een vrij harde wind.

We zijn blij met ons plekje, wat redelijk uit de wind ligt. We maken een lange wandeling door het park

( We komen nog een heel gevaarlijk beest tegen, een onschuldige guanna nog een kleintje ook ! )

en Wim vist nog een poosje, maar het is fris en er zijn vrij hoge golven.

Dus pakken we allebei ons leesboek, we zijn gelukkig allebei dol op lezen.

Om 6 uur hebben we de lange broek en het vest al aan, met dichte schoenen en Wim heeft zelfs zijn dichte jas, voor het eerst in de vakantie, weer aan.

Ons eetpatroon is trouwens ook gewijzigd: eerst waren het veel steaks, of andere stukken vlees met mais, courgette of andere groenten. De laatste weken eten we veel pasta of rijst met vis, tomaten, broccoli, verse kruiden en enkele teentjes knoflook (zouden we daarom steeds van die mooie eenzame plekjes hebben!!!)

Ook vanavond wordt het weer een pasta gerecht, we hebben een wok gekocht en een rasp voor verse parmezaanse kaas. Vlees eten we niet veel meer en het bevalt prima zo.

40e dag – Dinsdag 4 maart.

We hebben vandaag het N.P. weer verlaten en zijn doorgereden naar Bremer Bay, wat ten westen van het park ligt. Dit dorpje ligt op een soort landtong met aan 3 kanten water, met diverse mooie baaien. In een ervan heeft Wim enkele uren gevist op een pier van grote rotsblokken. De gevangen vis hebben we vanavond al weer opgegeten, verser kan niet!.

Je mag in Bremer Bay niet wild kamperen, dus hebben we maar een camping opgezocht. Een echte camping betekent voor ons: een lekkere warme douche (na een week), alle batterijen opladen en de was doen!

Alles is dus weer schoon en opgeladen, de eerste dagen hebben we geen camping meer nodig!

41e dag – Woensdag 5 maart.

Om 9 uur vanmorgen werden we opgeschrikt door een heftig onweer, 3 keer flink gedonder en lichtflitsen en daarna een korte maar hevige regenbui. Even later was het over en bleef het de hele morgen bewolkt.We hadden geluk, want op de andere camping, 3 km.verderop was het ingeslagen.

Vanaf Bremer Bay zijn we via de highway zo’n 100 km. westelijk richting Albany gereden. Deze weg stelt niet veel voor, een 2-baans weg met slecht asfalt waar zelfs road-trains overheen rijden. Soms is een greffelweg nog beter dan de snelweg. Dat zagen we vandaag: een caravan lag half open aan de kant van de weg, waarschijnlijk door een rare hobbel in het asfalt. Dan zie je pas hoe kwetsbaar zo’n huis op wielen is. (Ik heb hier natuurlijk geen foto’s van, ik maak geen plaatjes van het leed van anderen).

We waren op zoek naar een N.P. genaamd Waychinicup.We moesten echt zoeken en waren alweer op weg richting snelweg vanaf Cheyne Beach, toen we een klein bordje zagen met N.P.

Het is hier prachtig: er is een kleine beschutte baai met grote rotsen, met maar een kleine opening naar de open zee en er komt een riviertje in uit.

Eigenlijk zijn er alleen plaatsen voor tenten, maar voor onze smalle camper hebben we een mooi plekje gevonden.

’s Middags kwam de zon ook nog door (volgens internet krijgen we vandaag en de komende dagen veel regen!!) en zag alles er nog mooier uit..

We hebben de loop van de rivier nog een tijdje gevolgd, hij is vrij smal, het meeste water komt toch door vloed in de baai en dus zal de vis die erin zwemt zoutwatervis zijn.

Wim heeft natuurlijk nog een tijdje gevist vanaf een rotspunt, maar helaas nog niets gevangen.

Dit is echt een N.P. zoals we het graag zien!

42e dag – Donderdag 6 maart.

We blijven nog een dag in Waychinicup N.P. Om tien uur zaten we al op dezelfde rots als gisteren, om te vissen. Tot onze verbazing zien we minstens 10 dolfijnen bij de monding van de baai zwemmen.

De zee is daar vrij rustig en door het opkomende tij is er volop vis. We blijven zitten tot 1 uur en al die tijd zijn de dolfijnen er ook. Er zwemmen ook kleintjes bij en die springen af en toe uit het water. Met de verrekijker hebben we ze langdurig bekeken. Deze grote groep vissen zorgde er echter wel voor, dat Wim totaal geen beet kreeg, alle vis die de baai in zwom, werd door de dolfijnen opgegeten.

Tegen drieën zijn we weer gaan kijken, maar toen waren ze verdwenen. Wim is iets verderop, richting de rivier gaan vissen en ving er in korte tijd 3.

Het is vandaag de hele dag bewolkt met af en toe wat motregen, toch is het nog 25 graden.

We hebben vandaag weer flink over de rotsen geklommen

en alle weggetjes naar het water hebben we gelopen. Tijd om weer verder te trekken!

43e dag – Vrijdag 7 maart

Om 1 uur vannacht werden we wakker van een vreemd geluid buiten. Er kraste iets over ons gasfornuis, het bleek een van de possums te zijn, die we gisteravond gezien hadden. Ik had ’s middags toasties gemaakt en er waren wat korstjes op het fornuis blijven liggen, die probeerde de possum er nu tussenuit te plukken. We ruimen ’s avonds altijd het afval op, maar dit waren we vergeten!

In Albany doen we eerst een heleboel boodschappen, letterlijk alles is op. Daarna laat ik bij de kapper een stukje van m’n haar afknippen, dat werd hoog tijd.

In Torndirrup N.P.(wat tegen Albany aanligt) bekijken we The Gap, the Natural Bridge en kijken we of er water uit the Blowholes spuit (dus niet). Dit zijn 3 toeristische punten van het N.P. en we waren nu in de buurt, dus maken we er maar een paar foto’s van.

Daarna gaan we op zoek naar West Cape Howe N.P. om te overnachten. De parken staan hier slecht aangegeven, het is echt zoeken. Op een gegeven moment komen we bij een heel boomrijke picknick plaats, vlakbij een mooi strand, waar met allerlei borden wordt aangegeven: no camping, no dogs. Er staan dus wel diverse tenten en busjes en de honden lopen er vrolijk rond.

We rijden eerst nog naar een ander strand (wat ook onderdeel is van het N.P.), waar mannen net een grote zalm (ruim 80 cm.) binnenhalen, prachtig om te zien.

Hier staat echter veel wind, dus we gaan terug naar de “picknick plaats” en zoeken er een plekje uit tussen de bomen, uit de wind.

Wim baalt dat hij geen pilchards meer heeft om te vissen, die zijn echter gister allemaal opgegaan en we hadden geen nieuwe meer gekocht, omdat we morgen de binnenlanden weer ingaan. Maar,… stel dat hij zo’n grote zalm zou vangen, waar moeten we hem dan laten, de koelkast zit helemaal vol!!!

44e dag – Zaterdag 8 maart.

We hebben vannacht weer heerlijk geslapen bij het geluid van de ruisende zee.

Vanmorgen zijn we via Albany naar Porongurup N.P. gereden, het is een vrij klein park en ligt ongeveer 40 km. rijden noordelijk van Albany.

We zijn er een berg opgeklommen: Casstle Rock. De totale afstand was 4 km. en er stond zo’n 2 uur voor, die had je ook wel nodig, want de klim was vrij steil.De laatste 30 meter moesten we echt onder rotsen door en er overheen klimmen, zelfs met een ladder naar de uiterste rotspunt!

(Ook was er een rots genaamd: balancing rock, ik heb nog geprobeerd hem om te duwen, maar ik moet iets meer spinazie eten.)

Boven aangekomen had je een mooi uitzicht, je kon zelfs de kust helemaal zien.

Er waren ook mensen aan het abseilen.(Wim was zo snel, dat ik geen tijd had om een foto te maken, geintje!!)

In het zelfde park hebben we nog een “scenic drive” gereden. We kwamen langs hoge massieve rotsen en Wim is er nog een stukje opgeklauterd.

Vervolgens zijn we naar Stirling Range N.P. gereden en hebben daar een camping plaats opgezocht. Ook hier konden we weer bergen beklimmen, maar 1 op een dag is wel genoeg.

De ranger kwam om het kampgeld op te halen (13 dollar) en gelijk om een praatje te maken. Hij was vrijwilliger en kende het N.P. op z’n duimpje, ook wist hij interessante verhalen te vertellen.

We hebben weer een heerlijke pasta gegeten met allerlei soorten vis, op de foto gezet door een nieuwsgierige Australiër, die hier ook op de kampplaats staat.

45e dag – Zondag 9 maart.

Vannacht was de lucht helemaal helder met duizenden sterren, maar vanmorgen was het weer bewolkt en dat is het bijna de hele dag gebleven. Alles ziet er dan helaas veel minder mooi uit, zoals de 42 km. lange scenic drive door Stirling Range N.P. Het park bestaat uit een keten van hoge beboste bergen, maar bij sommigen was de top in mist gehuld. Onderweg zagen we weer een slang de weg over kruipen en nog een paar kangaroes hippen.

We zijn doorgereden naar Mount Barker, waar diverse wijnhuizen zijn. Bij twee hebben we een paar wijntjes geproefd en bij de laatste ook wat erbij gegeten.

In Denmark heeft Wim weer aas gekocht en daarna zijn we op zoek gegaan naar een slaapplaats. Er was een soort camping (voor 7dollar per nacht) bij Parry Beach, maar deze stond zo vol, daar wilden we echt niet staan. We zijn doorgereden naar Boat Harbour in Quarrem Dwingup Natural Reserve, je moet er 5 kilometer over onverharde, zanderige wegen rijden, dus hier komen geen caravans of grote campers.We hebben hier 2 jaar terug ook 3 nachten gestaan. Eigenlijk is het helemaal geen kampeerplaats en er staat nu ook een bord “no camping”, maar we zijn weer niet de enigen, aan de andere kant van het strand staat nog een tent.

Wim is gaan vissen en heeft 5 grote silver breams gevangen, deze vis smaakt prima en we kunnen er ruim 2 dagen van eten.

46e dag – Maandag 10 maart.

Heerlijk, we worden wakker met een zonnetje en een blauwe lucht, dat is lang geleden. Het waait nog wel hard, maar dat geeft niet. Om half 10 zijn we al aan het wandelen in de duinen en over grote granieten rotsen, waar krachtige golven overheen spatten, prachtig, dit natuur geweld.

We lopen een stukje over de Bibbulmun Track, dit is een 964 km. lange wandelroute, die loopt van Perth tot Albany. De route loopt vlak langs het strand en zo’n 100 meter de duinen in staat een soort hut, waar je kunt overnachten. Gisteren kwamen er al 2 jongens voorbij, met een grote rugzak om en vanmiddag stonden er ineens 2 oudere mannen (zeker ruim in de 60), bij de camper en vroegen of ze wat water konden krijgen. Ze hadden die dag ruim 22 km. gelopen! Ook zij gingen slapen in het half open huisje.

(Dit is het eerste plekje)

(Deze steen gaat heen en weer, als je er op staat en geeft dan ook een hard bonzend geluid)

In de loop van de middag huizen we om naar de andere kant van het strand, waar een prachtig plekje is, dichterbij het water en zelfs met gras. Ook kunnen we hier een kampvuur maken. We zijn gelijk hout gaan zoeken en Wim heeft de bijl weer gebruikt om alles kleiner te hakken.

Wim gaat nog een tijdje vissen, maar wordt haast weggeblazen van de rotsen,

er is veel meer wind dan gisteren. Je hebt dan ook niet in de gaten dat de zon nog aardig wat kracht heeft, maar ik gloei aardig en ben flink verkleurd vandaag.

47e dag – Dinsdag 11 maart.

De dag begint weer bewolkt, dus we besluiten de bewoonde wereld weer op te zoeken. We rijden 25 km. terug naar Denmark, waar we 2 gasflessen laten vullen, water en diesel bijtanken en onze camper een flinke wasbeurt geven.

Hij blinkt weer als nieuw! We bekijken Wilson’s Inlet, een binnenmeer aan de kust, waar alleen in de winter maanden een open verbinding met zee ontstaat en daarna rijden we de Scotsdale Tourist Drive. Deze route is 34 km.lang en leid je langs diverse wineries en andere bezienswaardigheden.

De eerste “cellar door” winerie is Howard Park, echt zo’n commerciële wijnfabriek. De wijn is prima, maar we voelen ons niet verplicht een duur flesje te kopen. Het tweede wijnhuis ligt helemaal achteraf en wordt niet eens vermeld in de folders. Het heet Mariners Rest, het ligt op een heuvel in de bossen en ziet er gezellig uit. Achter de bar staat een vrouw die me sterk doet denken aan m’n tante Clary, zowel uiterlijk als innerlijk. We kletsen gezellig en proeven alle wijnen. Ze verkopen ook avocado’s, waar ze bomen vol van hebben en ik krijg gelijk een goed recept erbij. We kopen 2 flessen port en na het afrekenen geeft ze ons zo maar een fles rosé (16 dollar) kado met de woorden: welkom down under. Wim vraagt haar of ze van vis houdt en geeft haar een mooie silver bream, waar ze heel erg mee in haar sas is.

Als laatste bezoeken we Denmark Farmhouse Cheese, waar je zowel kaas als wijn kunt proeven. De eigenaars hebben 3 supermarkten in Fremantle gehad, dus we hadden genoeg gesprekstof. Ze laten ons “burka” (boerenkaas) proeven en met een flesje Riesling en een lekkere cheese platter strijken we neer op hun veranda met uitzicht over het dal.

Inmiddels schijnt de zon weer volop en we besluiten weer terug te gaan naar ons geliefde stekkie, bij Boat Harbour. We hadden vanmorgen het meeste hout wat over was van het kampvuur ingepakt en meegenomen, maar we kunnen het nu weer uitpakken en vanavond opstoken. Wim probeert weer nieuwe silver bream te vangen en ik pak m’n leesboek en geniet nog even van de zon.

48e dag – Woensdag 12 maart.

Het weer is haast elke dag hetzelfde: ’s nachts een heldere hemel vol met sterren, ’s morgens bewolkt en in de loop van de middag wordt het weer zonnig en dan ziet alles er weer veel mooier uit. De temperatuur is overdag gemiddeld 25 en ’s nachts rond de 14 graden.

Toen we vanmorgen weg wilden rijden van Boat Harbour was het vloed (in tegenstelling tot gister, dezelfde tijd) en was er haast geen strand meer over, waar wij dus overheen moesten rijden. We hebben nog een tijdje gewacht en Wim is zelfs nog “verplicht” gaan vissen, maar tegen twaalven wilden we toch wel vertrekken en was het nog steeds hoog tij. We zijn toch maar gaan rijden, het zand was vrij hard en we zijn zonder problemen over het strand gekomen.

Wij zijn richting Nornalup gegaan en hebben de “valley of the giants” gereden. Dit zijn heel hoge, oude bomen: de tingle trees kunnen 70 meter hoog worden en hebben vreemde vormen, de karri trees worden nog hoger, 90 meter en zijn vrij recht. Het is heel apart tussen zulke hoge bomen te rijden. Ook hebben we er nog een paar wandelingen gemaakt, sommige bomen hebben heel aparte vormen of zijn helemaal hol van binnen.

Tussen de middag heeft Wim, in het bos, de laatste vissen gebakken, 4 travelles en 1 silverbream, dus nu moet hij gauw weer nieuwe vangen, want ze smaken prima.

In Walpole hebben we onze voorraad weer aangevuld en zijn daarna naar een camping gereden in het N.P.(Walpole-Nornalup N.P.) aan de Nornalup Inlet. Deze camping heeft douches en wasmachines, dus “werk aan de winkel”.

Wim vist in de Inlet met garnalen en heeft de eerste vis alweer te pakken. Ook zien we hier weer volop pelikanen, die weten altijd precies waar ze zijn moeten: waar vis gevangen en schoon gemaakt wordt.

We mogen hier zelfs kampvuur maken, dus vanavond weer geen triominos maar lekker bij het vuur zitten!

49e dag – Donderdag 13 maart.

Wat ik gisteren vertelde over het weer, klopt vandaag totaal niet. We hebben gisteravond heerlijk bij het kampvuur gezeten, er was totaal geen wind en het was niet koud. Midden in de nacht begon het te stormen en hard te regenen en dat deed het vanmorgen om half 10 (toen we wakker werden, oeps!) nog. We zetten haast altijd de stoelen binnen of onder de luifel als we gaan slapen, maar nu dus niet; ze waren kletsnat en we hebben staande ons ontbijt genuttigd.

Met een stormachtige wind en af en toe een bui, verlaten we de camping weer. Heerlijk schoon gedoucht en met alle was (gelukkig in de droogtrommel gestopt!) weer fris, kunnen we weer een tijdje zonder “echte camping”. We rijden naar Mount Frankland N.P. waar we de berg beklimmen. Het lijkt inmiddels wel herfst met al die takken op de weg en de gierende wind door de hoge bomen.

Het is geen verre klim naar de top, maar boven aangekomen waaien we zowat weer naar beneden! Het uitzicht is natuurlijk ook niet zo bijzonder, nu het bewolkt is, maar het was leuk wandelen.

Daarna gaan we met de camper naar Fernhook Falls, ook een N.P. In de winter is hier een grote waterval, nu zie je alleen een poel en kale rotsen, wel een mooie “spot”.

We maken er een wandeling en vinden een prachtige plek om de camper neer te zetten: een open plek midden in het bos, weer een bak om een vuurtje te maken en zelfs een privé w.c.-tje. Er ligt ook een hele stapel houtblokken, die nog wel gekloofd moeten worden, waarvan we mogen pakken. In een N.P. mag je namelijk geen hout sprokkelen (slecht voor de natuur).

Gisteren hebben we zelfs een zak met hout gekocht op de camping, welke we nu weer aanvullen voor een volgend kampvuur!!

De zon heeft even geschenen, maar inmiddels (5 uur) is het weer helemaal bewolkt en Wim heeft het vuur maar vast aangemaakt, dus vanavond zijn we helemaal “gerookt”!

50e dag – Vrijdag 14 maart

We hebben gisteren de camper een stukje dichter bij het vuur gereden, want het werd fris en zo hadden we een lekker kacheltje. Ook heeft Wim de hele maaltijd erop klaargemaakt, dus het hout is goed gebruikt!

Vanmorgen zijn we eerst naar Shannon N.P. gereden en hebben daar een route van 23 km. door het bos genomen, overal lagen nog takken van de storm van gister.

Daarna zijn we richting zee gereden, via Nortcliffe, door naar Windy Harbour. Eerst hebben we Point DÉntrecasteaux bekeken, dit is ook de naam van het N.P. en Salmon Beach. De rotsen zien er hier weer heel anders uit, mooi grillig, met leuke doorkijkjes!

Bij Cathedral Rock hebben we uren aan het strand gezeten en natuurlijk heeft Wim gevist. Er moest zalm in de buurt zijn en op een gegeven moment kwamen er diverse mensen aanlopen en hun hengels uitwerpen: er was een hele school zalm gezien. Niemand heeft ook maar iets gevangen!!

We zijn niet meer verder gereden, maar hebben de enige camping hier in de omgeving opgezocht. En weer mogen we een kampvuur maken en weer ligt er hout voor het pakken. Het enige verschil met gister is, dat hier meerdere caravans staan en omdat er geen stroom is gebruiken ze een generator (herrie-dingen!!!)

(Deze bloemen zien we heel veel onderweg)

51e dag – Zaterdag 15 maart.

We kregen vandaag een minder leuke mail via Marcel: op 28 januari hebben we in Tanunda (een plaatsje in de Barossa Valley) 61 km.i.p.v. 50 km. (dus 11 km. te hard) gereden. Helaas kost dit ons 196,00dollar, dit is omgerekend bijna 125 euro, ze zijn wel streng hier! Wim houdt zich altijd goed aan de verkeersregels, dit is waarschijnlijk net binnen de bebouwde kom gebeurd. Ze plaatsen eerst een bord 60 en meteen daarna een bord met 50 km. per uur, dit hebben we vaker meegemaakt.

Ik hoop dat het bij deze ene bekeuring blijft, het was namelijk pas de tweede dag van onze vakantie. We gingen die dag wijn proeven, maar het is al voor tienen gebeurd en dan is er nog geen wijnhuis open!

Vanaf de kust zijn we naar Pemberton gereden, waar we weer midden tussen de hoge bomen zitten. Eerst hebben we “the Cascades” bekeken, een soort waterval zonder water

en daarna zijn we “boompje gaan klimmen!” In Gloucester N.P. staan een karri tree van 60 meter hoog, waar bovenin een fire lookout (brandwachttoren) is gemaakt (al in 1947). Je kunt die boom inklimmen via lange ijzeren spijkers, die rondom in de boom geslagen zijn. Dit hebben wij dus ook gedaan!!! Je moet niet naar beneden kijken tijdens het klimmen, want dan krijg je echt de kriebels in je buik, maar we zijn allebei boven gekomen.

Je kijkt dan over alle andere bomen heen en het geeft je wel een “kick” dat je het gehaald hebt. Ruim 60 meter in een boom klimmen, dat lukt je in Holland nooit!

Er zaten allerlei gekleurde parkieten in het park. Wim trapte er al bijna op,

Vervolgens hebben we een route door de Karri Forrest gereden en bij Beedelup N.P. een waterval bekeken, waar nog een “pies”straaltje uit kwam.

We zijn geëindigd in Warren N.P., een prachtig park met een rivier (Warren River), waar ook een “fire lookout” staat (Dave Evans Bicentennial Tree), die je mag beklimmen, maar wij vonden 1 boom per dag wel voldoende!

We hebben weer een mooi plaatsje gevonden, tussen de bomen en het kampvuur brandt al weer! (dat laatste wordt een beetje afgezaagd, maar blijft wel leuk!)

52e dag – Zondag 16 maart.

Nadat ik Wim gekortwiekt heb (voor de 2de keer deze vakantie), vertrekken we weer uit het mooie Warren N.P. Het is de laatste dagen mooi rijden: erg heuvelachtig met boerderijen, bossen met hoge bomen afgewisseld met wijngaarden en waterplassen.

We rijden weer naar Pemberton om boodschappen te doen en diesel te tanken.Helaas zit het hele dorp zonder stroom, waardoor de supermarkt verplicht gesloten is en we niet met de visa kaart kunnen tanken, dus rijden we door naar Manjimup. Hier zijn de 2 grote supermarkten Coles en Woolworths allebei gesloten, omdat het zondag is. Een kleine plaatselijke supermarkt is wel open en heeft het goed druk (slimme zakenman!) We zien op de borden dat we er rekening mee moeten houden, dat alle winkels (goede)vrijdag, zondag en maandag (pasen) gesloten zijn, normaal zijn de levensmiddelenwinkels 7 dagen per week open.

Via binnenwegen rijden we naar de kust. Onderweg komen we langs de “one tree bridge”, deze is alleen niet meer in gebruik, maar staat er nog als een soort monument.

Het is tegen drieën als we in Augusta aankomen. Daar stappen we binnen bij een informatieshop en vragen er naar campings in N.P.’s. We krijgen te horen dat er15 km. verderop (bij Conto) een prachtige campingspot vlak aan zee ligt, waar je tot 9 uur ’s avonds kampvuur mag maken. De 15 km.worden er ruim 50 en als we bij de plaats zijn rijden we eerst even door naar zee, wat ruim 2 km. verderop ligt. (Ik zie Wim al lopen met z’n hengeltje!) De zee is heel ruw en de kust vol met rotsen, dus niet ideaal om te vissen.

We besluiten toch maar naar de camping te gaan en dan morgen maar te vissen. Bij de kampplaats staat echter een bord: kampvuur tot 6 uur ’s avonds en geen alcohol toegestaan! Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Er zijn nog 3 andere kampspots in Cape Leeuwin N.P., maar overal is het hetzelfde: geen kampvuur na 6uur en geen alcohol en we zitten hier bij de Margaret River, het wijngebied van Australië.

We rijden hevig teleurgesteld weer terug richting Augusta. Onderweg kijken we nog even bij Hamelin Bay, waar een “gewone camping” moet liggen en tot onze verbazing ligt deze pal aan zee, bij een mooie baai. Hier staan we dus nu, alleen is het al over half 6 voordat we een plekje hebben, jammer van al dat zoeken!

We nemen een wijntje (geen probleem hier!), maken nog een korte wandeling en dan wordt het al tijd om eten te koken, dus Wim heeft nog niet gevist!

53e dag – Maandag 17 maart.

De camper is vandaag niet van z’n plek afgeweest, wat betekent dat we nog een dagje blijven in het Hamelin Bay Caravan Park. Het blijkt dat we zelfs in het Leeuwin Naturaliste N.P. staan, alleen heeft de camping douches en wasgelegenheid, wat niet vaak gebeurt in een N.P.

Wim is vanmorgen een poos bezig geweest met de lap-top, hij wilde de 4de CD branden, maar dat wilde niet erg lukken. Ik heb ondertussen maar weer een wasje gedraaid en in het zonnetje te drogen gehangen. We gingen dus pas tegen de middag naar het strand. Er is van alles te zien: regelmatig komen er vissers met hun bootje terug uit zee, anderen willen hun boot te water laten en er zwemmen diverse stingrays vlak langs de kust. Ik heb geprobeerd ze op de foto te krijgen, maar vaak is het water te troebel.

Wim heeft gevist, maar helaas kwam er vandaag geen school zalm voorbij en is het bij 2 kleintjes gebleven. In de loop van de middag komt er steeds meer bewolking en gaat het harder waaien, af en toe valt er zelfs wat regen. Jammer, we hadden gehoopt op een strand-dag, maar tegen vieren zijn we weer terug bij de camper en kan het vest weer aan.

We zijn inmiddels de “hoek”om en zijn nu echt aan de west kant van Australië, dus nu kunnen we elke avond een zonsondergang zien, tenminste, als er geen bewolking is!!

54e dag – Dinsdag 18 maart.

Het was koud vannacht en vanmorgen stond er nog een harde wind, maar de lucht is helemaal blauw, geen wolkje te zien en zo blijft het de hele dag, dus de zon kan volop z’n werk doen!

Via een mooie route door het bos rijden we naar Lake Cave, een druipsteengrot, een van de vele in dit gebied. We moeten 300 treden afdalen, maar de meeste hiervan doen we in de open lucht, de ingang van de grot is namelijk een heel groot gat in de grond. Duizenden jaren terug was dit niet zo en daarom zijn er buiten ook stalagmieten en -tieten te zien, een prachtig gezicht. Binnen in de grot is een klein meertje, waardoor alles mooi weerspiegeld wordt.

Na de bezichtiging van de grot rijden we naar Prevelly Park, een plaatsje aan de kust waar op prachtige rollende golven, tientallen surfers proberen via een “wave” naar de kant te komen. We hebben er een mooi plekje gevonden, waar we uit de wind stonden en gelijk konden eten.

In Margaret River hebben we wat boodschappen gedaan en de DVD verstuurd en toen besloten we terug te rijden naar Hamelin Bay, ruim 30 km. weer naar het zuiden. Daar is de enige camping die aan het water ligt en waar de golven niet zo wild zijn. Om half 5 waren we terug, hebben de camper op de parkeerplaats gezet en zijn op het strand gaan zitten. Wim heeft er gevist tot half 8, toen ging de zon onder.

We hebben er dolfijnen gezien en weer diverse stingrays en we konden nu de zon in de zee zien zakken!

Daarna zijn we weer naar ons plekje op de camping gereden (er is ruimte zat) en om half 9 hebben we pas gegeten.

55e dag – Woensdag 19 maart.

Het gebied waar we de laatste dagen rond rijden heet Margaret River en loopt van Augusta in het zuiden tot Cape Naturaliste ruim 100 km.noordelijker (Het is dat kleine rechthoekige stukje in het zuid westen van Australië). Midden in het gebied ligt een welgesteld dorp genaamd Margaret River. Door dit dorp stroomt een rivier met de naam….Margaret River!!

Dit gebied is vooral bekend om zijn wijnhuizen, waar er minstens honderd van zijn, verder vanwege zijn grotten en de surfers zijn gek op de mooie hoge golven. De natuur is hier prachtig en in de dorpjes staan luxe woningen, een beetje het Bloemendaal van Holland.

Vandaag hebben we 5 wijnhuizen bezocht, verspreid over de dag. De wijnen zijn uitstekend, ook van prijs!!(varierend van 10 tot 45 dollar per fles) Ook de proeflokalen zelf zien er luxe uit, vaak met eetgelegenheid erbij en prachtige wijngaarden of tuinen eromheen. Het is oogsttijd op dit moment, sommige bedrijven plukken met de hand, maar de meeste doen het met machines tegenwoordig.

We hebben de dag afwisselend doorgebracht in wineries en aan de kust. Tussen de middag hebben we heerlijk aan zee gezeten, met sushi’s en een glaasje wijn van de Margaret River.

Bij een van de wijnhuizen kregen we een paar leuke tips, voor overnachtingen met de camper aan de kust.

Tegen vieren stonden we hoog op een heuvel, met uitzicht op een prachtig strand, waar je ook zo naar toe kon lopen. Wim heeft er gevist en ik heb zelfs nog in bikini in het zonnetje gelegen.

Helaas wakkert de wind steeds meer aan en is het plekje niet geschikt om de nacht door te brengen, we zouden dan binnen moeten zitten. Dus gaan we maar op zoek naar een camping. We staan nu op een vrij dure camping, gelukkig redelijk uit de wind, maar verder niets bijzonders. Hier zijn we morgen snel weer weg!

56e dag – Donderdag 20 maart.

De eerste plaats waar we vanmorgen langs kwamen was Busselton. Deze plaats heeft een hele lange jetty 1.8km., met aan het eind een onderwateruitkijkpunt (of hoe je zoiets noemt!). Je kunt er in ieder geval de onderwaterwereld bekijken. Het was er alleen erg druk en hadden we geen zin om een uur te wachten, bovendien gaan we liever zelf snorkelen. De eerste dagen zal het toch wel overal erg druk zijn, iedereen heeft 4 dagen vrij!

Daarna hebben we Bunbury uitgebreid bekeken. Deze stad wordt aan drie kanten door water omgeven en er zijn diverse havens. De zee is hier trouwens erg rustig, totaal geen golven.

Begin van de middag zijn we naar het strand gegaan bij Myalup. Het is goed warm vandaag (ruim 30 graden) en we zijn diverse keren het water in gedoken.

Natuurlijk heeft Wim de hengel ook weer gebruikt, er liggen alweer diverse visjes in de koelkast, goed voor een flinke maaltijd.

Tegen de avond zijn we doorgereden naar Yalgorup N.P. De kampplaats ligt in het bos, een eindje van zee af, met een paar kleine ondiepe meertjes. Het is heerlijk om weer rustig in het bos te staan in plaats van op een volle camping. We zijn niet de enigen hier vandaag, maar je staat zo ruim, dat je elkaar niet eens ziet. We hebben bij de camper een ruime plaats met een picknicktafel en een bak voor een kampvuur. Wim maakt een klein vuurtje om op te koken, het mag eigenlijk niet, bij de ingang stond een bord: tot eind maart geen vuur, maar de ranger komt nu toch niet meer langs.

Het is inmiddels half negen geweest, we hebben volle maan (hoe is dat aan de andere kant van de wereld?) en we zitten nog in onze korte broek en hemdje. Ik hoorde dat er in Holland een witte Pasen verwacht wordt, wel even iets anders!

57e dag – Vrijdag 21 maart

We hebben vandaag een lui dagje, we staan nog steeds op dezelfde plek in het N.P. Niet dat er hier zoveel te zien is, maar iedereen zoekt vandaag een stekkie voor de eerst komende dagen. Normaal is dit een heel rustig park, maar nu rijden er voortdurend auto’s heen en weer en het staat helemaal vol, vooral met tenten. Wij hebben een abnormaal grote plaats en kunnen de hele dag een ander plekje zoeken, om in de schaduw te zitten.

De thermometer blijft steken op 33 graden uit de zon. We maken maar een korte wandeling vandaag, naar een meertje en een paar keer de “camping” rond.

Verder lezen we en spelen Triominos, de stand is inmiddels 23-20 voor Wim. De ranger is net langs geweest en zei: je maakt toch geen kampvuur, hè? Natuurlijk niet!!

Morgen trekken we weer verder, we zullen dan waarschijnlijk ook problemen krijgen met het zoeken naar een plaats om te slapen, maar dat is een zorg voor morgen!

Er staan hier veel “blackboys”

Dit zijn planten die groeien op plaatsen waar een brand is geweest.

Wim is jaren terug, samen met Rob, bezig geweest deze planten naar Nederland te importeren. De papieren waren allemaal al in orde.

Helaas overleefde de planten (Rob had er een paar meegenomen) het niet in Holland vanwege het klimaat, dus is het hele project niet van de grond gekomen.

58e dag – Zaterdag 22 maart.

Gisteravond kwamen er 4 vrouwen met een baby, die vroegen of ze bij ons op de plek mochten staan, dat kun je moeilijk weigeren, maar het was wel gedaan met de rust. Ook kampvuur maken zat er niet meer in, want de ranger was nogal streng opgetreden tegen een paar mensen, die net een vuurtje aan het stoken waren. De eerste avond hadden we nog een possum gezien en een soort grote hamster, maar die hielden zich nu wel schuil met al die herrie, tijd om te gaan!!

We zijn vanmorgen eerst nog even naar Preston Beach gereden, een klein strandplaatsje bij Yalgorup N.P., ook hier was het al vroeg druk met vissers en zonaanbidders.

Via Waroona zijn we naar Lane Poole Conservation Park gegaan, er zijn daar 5 “campings”, maar 3 ervan waren al helemaal vol, vertelde de ranger bij de ingang van het park. We proberen toch een volle camping genaamd Charlies Flat en vinden er zowaar een plekje. Het is de laatste plaats aan het pad en er staat dus niemand voor ons, ook is het lang niet zo rumoerig, omdat hier geen grote groepen kampeerders kunnen staan. Door dit park stroomt de Murray River, natuurlijk niet dezelfde als in het oosten van Australië, maar het is kennelijk een erg geliefd gebied. Je kunt er kanoen, zwemmen, wandelen en vissen, helaas staat het water deze tijd van het jaar erg laag. Je moest eerst een stuk naar beneden lopen om bij de rivier te komen.

Het deed me hier denken aan Otterlo, waar we vroeger op de camping stonden. Wim heeft nog gevist, maar totaal geen beet gehad.

Het weer is nog steeds prima, alleen een buitje voor het stof vannacht, en er waait een verkoelend windje.

Ook hier is het weer uitdrukkelijk verboden een vuurtje te maken, dus de grote zak hout, die we nu al een week meeslepen, blijft nog steeds bijna vol.

59e dag – Zondag 23 maart.

We hebben vannacht echt mazzel gehad met ons plekje. De kampplaats waar ze ons oorspronkelijk heen gestuurd hadden was namelijk een groot tentenkamp. Er staan werkelijk honderden tenten in het park, de Australiërs zijn echt gek op kamperen. Vanmorgen zijn we het hele park overgereden, het is echt leuk, vooral voor gezinnen met opgroeiende kinderen. Met een kano kun je de rivier op- en afvaren, er staat haast geen stroming, al moet je wel regelmatig de kano uit het water tillen, omdat het te ondiep is, of omdat er bomen/rotsen liggen.

De wegen in het park zijn allemaal van rood greffel en de auto’s crossen hier af en aan, dus alles is rood: de bomen en struiken langs de weg, maar ook alle auto’s. De car-wash doet straks weer goede zaken!

In Dwellingup, net noordelijk van Lane Poole Cons.Park, hebben we pas de mails kunnen verzenden. We hebben het gisteren wel geprobeerd, zelfs met de antenne aan de uitgeschoven hengel vastgeklemd, maar we stonden te veel tussen de bomen en te ver weg van een dorp. We kregen ook 6 mails terug, daar zijn we altijd heel blij mee.

We zijn een stuk naar het noorden gereden en hebben Perth (letterlijk en figuurlijk) links laten liggen. Ten oosten van Perth zijn veel beboste heuvels, waar het erg mooi en vrij rustig rijden is.We hebben een paar stuwmeren gezien en zijn uitgekomen bij Mundaring (ongeveer 30km. oostelijk van Perth).

Het is een N.P.met campsite, maar deze is grotendeels opgebroken, dus staan we op een soort “extra veldje”.

De eerste dagen blijven we uit de kust, want er staat ontzettend veel wind en dat blijft zo voorlopig.

Deze bloemen groeien hier zomaar in het wild, vlakbij onze camper.

60e dag – Maandag 24 maart.

Het was gisteravond echt koud. We hadden de lange broek, vest en jas aan en nog was het fris, we waren ’s nachts verplicht dicht tegen elkaar aan te liggen!! Het was ook slechts 9 graden vannacht en ook vanmorgen was die harde koude wind er nog steeds.Wel is de lucht strak blauw en dus wordt het zo snel weer warm.

We blijven naar het noorden rijden en hebben eerst Avon Valley N.P. bekeken. Het is erg, maar we vonden allebei het park niet zo bijzonder, terwijl we over onverharde wegen tussen allerlei bomen en struiken doorreden. We raken verwend en gewend aan al deze natuur. Als we straks weer in Holland over die 4 baans-snelwegen rijden zullen we met weemoed terug denken aan al die mooie Nationale Parken van Australië. Het was erg rustig in het park en pas na een rit van 25 km. kwamen we bij een soort look out, met grote rotsen.

We zijn via Toodyay en Bindoon naar New Norcia gereden. Dit is een plaatsje met een klooster en een kerk, waar nog monniken wonen en lesgeven, je kunt er ook logeren.

(Deze combinatie kwamen we onderweg tegen)

We waren er met een half uurtje uitgekeken en zijn doorgereden tot Moora. We staan hier op een camping in een soort park, dat bij de gemeenschap hoort.Alles ziet er prima verzorgd uit. We moesten 21 dollar in een envelop doen en hebben daarvoor een plaats, wasgelegenheid, stroom en gratis wasmachines. Daar heb ik gelijk dankbaar gebruik van gemaakt en door de harde wind is alles zo weer droog.

Het is gelukkig niet zo koud als gister en het lijkt wel of de wind ook afneemt. Morgen gaan we weer naar de kust.

61e dag – Dinsdag 25 maart.

Vannacht om 1 uur werden we wakker van de plaatselijke jeugd. Blijkbaar is de camping voor hen een vaste plek om ’s nachts langs te gaan en herrie te schoppen. Onze buurman kreeg een ei tegen zijn caravan, wij hadden alles, op zijn advies en vanwege de harde wind, naar binnen gehaald en hadden geen last van de herriemakers. Een paar uur eerder waren ze ook al langs geweest en trapten tegen golfplaten, binnen 5 minuten was de politie aanwezig en nam de jongelui mee in hun auto. Heel wat beter dan in Nederland waar ze niemand durven aan te houden. Later die avond patrouilleerde de politie weer. Het is bij 1 ei gebleven, daarna vertrokken ze weer.

We hebben dagen door heuvelachtig gebied gereden met veel bossen en (halfvolle) meren, maar inmiddels is het landschap veranderd in glooiende dorre en droge velden.(Je ziet hier echt geen groene weiden zoals in Holland) Je kunt zien dat er hier al heel lang geen regen meer is gevallen, de schapen en koeien moeten het doen met kale velden en hooi.

Bij de plaatselijke IGA (een soort Golff) hebben we weer voor ruim 4 dagen ingeslagen en daarna zijn we naar Namburg N.P. gereden. Dit park staat bekend om zijn “Pinnacles”. Dit zijn uitsteeksels gevormd in duizenden jaren door schelpen, kalk, zand en silicium.Verder heeft de erosie zijn werk gedaan, het resultaat is schitterend. Door het park loopt een route van 3 km. die je met de auto kunt volgen, we zijn 3 keer rondgereden en hebben heel wat foto’s gemaakt.

Deze planten, genaamd Banksia, zagen we heel veel onderweg vandaag.

In Nederland worden ze gebruikt in bloemstukjes, hier groeien ze gewoon aan de kant van de weg.

Aan het strand (ook in het park) hebben we tussen de middag wat gegeten.Er staat nog steeds een harde wind en ook lijkt het erop dat we storm of onweer krijgen, het is benauwd en de lucht is raar wittig!

We rijden door naar Jurien Bay en nemen een caravanpark “right on the beach”.We hebben een tijdje op het strand gelegen en zijn daarna op de pier gaan zitten om te vissen en naar de zonsondergang te kijken.

Het is inmiddels half 10 ’s avonds en het is nog 25 graden, een heel verschil met 2 dagen geleden!!

62e dag – Woensdag 26 maart.

Voor vandaag stond er op het programma: Stockyard Gully N.P.en Lake Indoon. Het moet allebei redelijk in de buurt liggen, maar ik heb geen gedetailleerde kaart van de omgeving. Als eerste vinden we Lake Indoon. Aan het begin van de weg, richting het meer staat een bord met: Verboden te vissen.Verboden voor jetski’s. Als het water boven de 24 graden komt, kun je er ziek van worden, dus zorg dat er geen water in je neus komt. Je mag er wel waterskiën en met je boot rondvaren!! We waren wel nieuwsgierig geworden en reden verder de weg op en komen bij een groot….leeg meer!! Er is totaal geen water, het meer staat helemaal droog. Later hoorden we dat dit al 2 jaar zo is, vanwege de droogte, maar in de nieuwste brochures staat dit niet vermeld.

Nadat we toch maar de weg gevraagd hebben, komen we via gravel en een 5 km. 4WD track bij de Stockyard Gully Caves. In een folder staat, dat het een van de best bewaarde geheimen van West Australië is en het is ook erg indrukwekkend. Na een korte wandeling komen we bij een grote grot waar je doorheen kunt lopen. Na 300 meter is er een uitgang en een eindje verderop, na wat klimwerk, kom je in een volgende grot en vervolgens is er nog een, maar deze heeft geen uitgang. Dit alles is ontstaan en uitgehold in de loop der eeuwen door het water. In 1999 is het water knap hoog geweest, stond op een bord te lezen. Toen was het echt niet mogelijk de grotten in te gaan.We hadden allebei stevige schoenen aan en een zaklamp bij ons en hebben alledrie de grotten verkend. Ze stonden nu helemaal droog en je liep over een zanderige bodem. Er waren maar een paar mensen in de grotten, waaronder 2 Hollanders, die kom je ook op de gekste plaatsen tegen.

Vlakbij ligt ook nog Lesueur N.P.

en via een mooie route door het park komen we weer uit bij Jurien Bay, waar we vanmorgen gestart zijn. We hebben toch weer ruim 180 km. gereden. De camping was goed bevallen en het is nog steeds ruim over de 30 graden, dus rijden we niet verder. Tegen half 5 gaan we lekker zwemmen en daarna ga ik luieren aan het strand,Wim probeert nog een visje te vangen.

Er is vandaag een rode zonsondergang, want er zit nog steeds onweer in de lucht en daardoor zijn er veel wolken, die een apart effect geven.

Vanavond is er een 74 jarige country zanger op de camping. Hij zingt bekende Australische liedjes en het klinkt erg gezellig. We zijn er tot ruim 9 uur blijven luisteren, al die tijd is het nog heerlijk warm weer.

63e dag – Donderdag 27 maart.

Na een lekker ontbijtje in het zonnetje en in de wind, gaan we om 10 uur rijden.

Vandaag gaan we kilometers maken.We komen uiteindelijk uit op 380 km. We rijden naar Kalbarri N.P.

Onderweg in Geraldton kopen we bij de Fishermans Wharf kreeft en garnalen, vers gevangen en gekookt.

De werf is goed voor een omzet van 90 miljoen dollar aan het exporteren van kreeft, dan moet je er toch een proberen, nietwaar? In het plaatsje Port Gregory willen we tussen de middag, aan zee, lekker wat vis oppeuzelen, met een wijntje erbij. Dat doen we ook, maar lekker rustig zitten we niet. Het barst er van de vliegen, ze gaan overal op- en inzitten, dus ook in je mond en in je oren. Eet dan maar eens rustig!!

Ik heb de netjes maar opgezocht, deze doe je over je hoofd, zodat de vliegen in ieder geval daar nergens in kunnen! We hebben pas de helft van de vis op en hopen van de rest iets meer te kunnen genieten.

Een aantal kilometers voor de plaats Kalbarri krijg je eerst diverse look outs, met uitkijk op aparte rotsen.

Hier is het nog veel erger met de vliegen, ze vallen je gewoon aan. Met honderden zitten ze op je armen, benen, rug en natuurlijk je hoofd. We hebben een paar look outs bekeken, maar waren het toen zat, hier word je echt gek van (als je het nog niet bent).

We spuiten ons helemaal in met een soort Bushman spray, maar het helpt niet veel.

We staan nu op een camping (je kunt niet vrij kamperen in dit N.P.) met uitzicht op de Murchison River, die vlakbij uitmondt in zee. Er is een zwembad op de camping en bij 37 graden is het wel lekker om even een duik te nemen, ook bier smaakt prima!! Helaas is deze camping niet vlieg-vrij, iedereen loopt de hele dag te zwaaien (vriendelijke mensen toch in Australië, hè?).

We hebben net op Internet gekeken, er wordt voor de komende dagen onweer voorspeld en verder noordelijk regent het. Wel is het overal erg warm en zal het vanaf nu ’s nachts boven de 24 graden blijven. De vesten en lange broeken kunnen we nu wel opruimen!

64e dag – Vrijdag 28 maart.

Gisteravond hebben we de rest van de heerlijke vis opgegeten, we hebben wel gewacht tot het donker werd, want dan zijn de vliegen ineens verdwenen.

Het was een zwoele, plakkerige nacht, zonder wind. Toen we naar bed gingen was het nog 30 graden en we hadden zelfs geen laken nodig. Ook lig je nu het liefst zo ver mogelijk uit elkaar, dat was een paar dagen geleden nog wel anders.

Vanmorgen was het nog 26 graden, maar gelukkig begon het weer te waaien. Zodra we uit de camper stapten, waren de vliegen ook weer present.

We gaan vandaag het Nationaal Park (Kalbarri) verder verkennen. Er zijn 2 bekende punten waar iedereen heen gaat: Z Bend en The Loop met Natures Window. Om er te komen rijd je eerst ongeveer 25 km.gravel road en vervolgens moet je nog een stuk lopen, maar dat is ook zeker de moeite waard. Je hebt een prachtig uitzicht over de rivier (Murchison), deze kronkelt tussen rode bergen door, welke uit dunne laagjes is opgebouwd (zo lijkt het tenminste). We hebben er weer heel wat foto’s gemaakt en lange tijd rondgelopen.

We hadden trouwens geluk: we gebruiken nog steeds de N.P. kaart/pas van Rob en Clary (van hun auto afgehaald) en daarom hoef je geen entree te betalen voor de parken. Hij is tot eind maart geldig en werd vandaag gecontroleerd, anders hadden we 35 dollar moeten betalen, alleen voor dit park. Normaal betaal je 10 dollar entree voor een park en meestal 6,50 dollar p.p. om te overnachten. De ranger komt dan langs om het geld op te halen, of je stopt het in een envelop in de “honesty-box”. Ook gebeurt het dat je gewoon gratis kunt kamperen. Op een “echte” camping betaal je tussen de 20 en 30 dollar per nacht. We staan de laatste tijd regelmatig op een gewone camping, omdat het verboden is te overnachten in het N.P.

Na het bezoek aan het N.P. zijn we teruggereden naar de plaats Kalbarri, om te zien waar de rivier in de zee stroomt. De rivier is iets hoger dan normaal en een beetje bruin, er is dan ergens veel regen gevallen, waardoor de rivier ineens een stuk voller wordt. We zijn hier 2 jaar terug ook geweest en toen was de rivier helemaal buiten zijn oevers getreden, er dreven toen allerlei bomen en troep in en hij stroomde met klaar geweld in zee. Nu is dit een stuk minder, maar er schijnt in het noorden veel regen te zijn gevallen, dus het kan zo weer veranderen.

We zijn nog een stuk langs de rivier opgereden en hebben best leuke kampeerplekjes gezien, maar we besluiten toch maar terug te gaan naar de camping, er is onweer met veel regen voorspeld en de weg langs de rivier is niet al te best.

Trouwens,bij het info-centrum hoorden we dat alle vliegen-netjes uitverkocht zijn en dat het toevallig deze week heel extreem is met die lieve diertjes!!

65e dag – Zaterdag 29 maart.

We hadden gister de camper met het kook/zit gedeelte in de wind gezet, vanwege de warmte en de vliegen. Halverwege de avond konden we hem echter omdraaien, want het ging knap hard waaien en even later ook regenen. De temperatuur kelderde met 10 graden (ik heb zelfs ’s avonds m’n vest weer aan gehad!), het heeft de hele nacht doorgeregend en er waren veel rukwinden.

Toen we vanmorgen langs het N.P. reden, zagen we dat het park gesloten was; vanwege de vele regen waren de wegen onbegaanbaar geworden. Wat waren wij blij dat we het gisteren allemaal al gezien hadden!

Onze bestemming vandaag is Sharky Bay, ruim 400 km.noordelijker. Onderweg hebben we regelmatig een bui en de lucht is grijs met nog donkerder wolken.

Aan de kant van de weg zie je grote plassen en alle gravelwegen zijn afgesloten. Hoe verder we rijden, hoe erger het wordt. Op een gegeven moment loopt het water zelfs over de weg, eerst met regenwater, maar later zijn het bruine rivieren die over de weg stromen.

Je moet echt stapvoets door het water rijden. Bij een tankstation zien we een papier hangen met “cycloon warning”. In de buurt van Denham (waar wij naar toe zouden) is op zee (richting de kust) een cycloon, die weer aan het afnemen is, wel wordt er gewaarschuwd voor overstromingen en verwoestende winden. Het is ideaal dat we onze laptop bij ons hebben, want nu kunnen we de actuele stand van het weer bekijken. Wij besluiten niet af te slaan naar Sharky Bay, maar dit op de terugweg te bekijken. Ook noordelijker is veel regen gevallen, soms wel ruim 10 cm. op een dag, maar we nemen de gok en rijden door.

We moeten nog heel wat “rivieren” doorkruisen voor we in Carnavon zijn en het water komt af en toe knap hoog tegen de camper. We hebben inmiddels alweer 480 km. afgelegd, staan op een camping en het zonnetje schijnt weer. Een bak in de camper is van binnen nat geworden, doordat het water via een ventilatieluik naar binnen is gekomen, de spulletjes liggen nu in de zon te drogen.

We hebben hier onze privé wasgelegenheid, voor slechts 2 euro extra. (kunnen we lekker samen douchen!)

Vanavond bekijken we nog een keer de weersverwachtingen en beslissen we waar we morgen heen gaan.

66e dag – Zondag 30 maart.

Het is gisteravond niet droog gebleven. De regen kwam van alle kanten en we konden niet droog onder de luifel zitten. We hebben ons privé hokje maar als eetkamer gebruikt, de afwas ging later in de wasbak in een moeite door.

We worden wakker met een zonnetje en ook is het knap benauwd: de vochtigheid is erg hoog! We rijden naar het centrum om wat boodschappen te doen en bij het info-centrum vragen we nog wat actuele informatie over het weer (op internet stond nog hetzelfde als gister). We besluiten helemaal door te rijden naar Cape Range N.P (bij Exmouth). Dit is het hoogste punt waar we heen zouden rijden, alleen zijn we er wat sneller dan gepland. Vanaf hier gaan we, in 3 weken tijd, rustig weer terug richting Perth. Onderweg moeten we nog diverse malen door water heen rijden, maar veel minder dan gisteren. Het weer wordt ook wat stabieler, nog af en toe een buitje, maar het ziet er al veel vriendelijker uit.

Onderweg draaien we de camper zo, dat we net in de schaduw kunnen eten met uitzicht op de termietenheuvels.

Vlak voor Exmouth beginnen de overstromingen weer en in het N.P. zijn diverse wegen en kampsites afgesloten. Het water is hier nog veel hoger geweest (wat duidelijk te zien is aan de troep op de weg), dus maar goed dat we hier niet eerder waren.

We hebben vandaag 460 km. gereden en totaal zitten we over de 10.000 km. Toch gaat het allemaal heel relaxt en gelukkig rijdt Wim graag.

We hebben een mooie plek gevonden vlak aan zee, er staan meerdere campers, maar dat is niet storend.

Er hippen weer kangaroes rond, we hebben zelfs een emoe gezien en sinds dagen moeten we het weer doen met alleen een w.c.-tje.

Geen probleem, heerlijk om weer vrij in de natuur te staan.We hebben de zon weer onder zien gaan en Wim kan hier morgen lekker gaan vissen, ook kunnen we zo de zee inlopen om te gaan snorkelen. Dus als het weer zo blijft staat we hier zeker nog een dag.

Trouwens, we hebben de klok vandaag een uur terug gedraaid en in Holland is hij een uur vooruit gegaan, dus het tijdsverschil is nu nog maar 6 uur!

Wim mist hier wel iets: er zijn geen vliegen overdag, heerlijk. Helaas zijn er ’s avonds wel een soort vliegjes, die op het licht afkomen. Dus moeten we maar heel vroeg naar bed gaan!

67e dag – Maandag 31 maart.

We hadden vandaag een relaxt dagje. Je moet ook niet te veel doen bij een temperatuur van ongeveer 40 graden. (Het hoogste was 42.8 in de schaduw).’s Morgens heeft Wim gevist en 4 “spangled emperer” gevangen.We hebben ze tussen de middag al opgegeten, verser kan niet!

’s Middags hebben we gezwommen en gesnorkeld, helaas was het water nogal troebel door de golfslag.

We proberen het morgen wat vroeger, misschien is het water dan helderder. Het water is trouwens heerlijk, zo rond de 30 graden, net niet te warm. Je kunt wel merken dat de zon hier veel meer kracht heeft, dan wat we de laatste tijd gewend waren: ik had me goed ingevet, maar ben toch aardig verkleurd vandaag.

Om 5 uur zijn we een strandwandeling gaan maken en kwamen pas na de zonsondergang (deze is iets voor half 7) weer terug bij de camper.

Wim heeft weer heerlijk gekookt: pasta met zalm en spinazie en over een uurtje, zo tegen half 10 zullen we ons bed wel weer induiken. Er staat een zwoel windje en met alle ramen open (nog steeds 28 graden) is het goed te doen ’s nachts.

68e dag – Dinsdag 1 april.

Het heeft vannacht geregend maar om 6 uur is het weer droog. Tegen die tijd worden we wakker van onze buren, die vandaag een boottrip gaan maken op zoek naar walvishaaien. Deze vriendelijke planktonetende reuzen, de grootste vissen, groeien tot 15 meter lengte en wegen tot 40 ton. Je ziet ze alleen deze tijd van het jaar (als de koraalkuit en de planktonbloei deze reuzen een flinke maaltijd geeft) en het is een erg populair tijdverdrijf.

Om half 9 is Wim al aan het vissen en hij vangt een prachtige queenfish van ruim 85 cm. Hij vertelde dat het een kwartier duurde voor hij hem binnen had, ook sprong de vis steeds uit het water. Wim heeft de vis

gefileerd en we hebben er voor 2 dagen een flinke maaltijd aan.

Daarna zijn we gaan snorkelen, het water is mooi helder en we zitten hier aan het Ningaloo Reef. Dit is het langste ononderbroken randkoraalrif van Australië en het is een van de slechts 2 riffen langs een westkust in de hele wereld. We zouden met een groepje mensen gaan die hier ook op de kampsite staan, alleen raken we ze halverwege kwijt en gaan we met z’n tweeën verder. Het is een heel eind zwemmen om bij het rif te komen en waarschijnlijk hebben we wat gemist, want wij vonden het niet echt spectaculair. Later hoorden we van de anderen dat ze nog nooit zo mooi gesnorkeld hadden. Wij hebben 2 uur lang flink moeten trappelen en hebben wel een luipaardhaai en een schildpad gezien (en vele prachtige vissen), maar we hadden veel meer van het koraal verwacht. Misschien proberen we het morgen weer.

Om 12 uur hebben we onze tafel en stoelen met nog wat spulletjes op onze plek laten staan en zijn met de camper naar het visitor-centre gereden.Daar hebben we voor morgen een boot cruise van een uur geboekt naar Yardie Creek. Daarna zijn we doorgereden naar Exmouth, dit is maar 70 km. van onze campingplaats (Pilgramunna) af. We worden al echte Australiërs, afstanden zeggen ons niet zo veel meer.We moesten namelijk de E-mails verzenden, wat loodjes halen (Wim had er al 10 verspeeld met vissen gisteren), wat levensmiddelen halen en de wijn was bijna op (en dat kan natuurlijk niet!). Onderweg bekijken we nog een actieve termieten-heuvel, rijden even bij de “look out” van de vuurtoren omhoog en verder valt het ons op dat alles zo mooi groen is; dit komt van alle regen van de laatste dagen.

In Exmouth horen we dat er voor donderdag en vrijdag weer flink wat regen voorspeld is, helaas! Tegen vieren zijn we weer terug op de camping.Wim gaat nog een poosje vissen en ik besluit vast de E-mail te schrijven. Het is namelijk om half 7 al donker en zodra je de lamp aandoet, of de laptop, komen er allemaal kleine vliegjes op je af.

Dus vanavond proberen we alles zonder lamp te doen en gaan we daarna naar de sterren liggen kijken. Gisteravond waren er weer duizenden te zien en als er verder geen licht aan is (iedereen gaat vroeg naar bed!) kun je toch nog veel zien door al die lichtjes in de lucht.

69e dag – Woensdag 2 april.

Een van de vissers op de camping vertelde dat het beter was de queenfish 24 uur in de koelkast te laten liggen, dan smaakte hij beter, ook is hij goed als sushimi (rauw) te eten. Natuurlijk volgen we zijn advies op, Wim vangt “gewoon” nog een paar emperors en die hebben we dus gisteravond als maaltijd genuttigd.

Vandaag gaan we naar Yardie Creek.We laten weer wat spulletjes staan (zodat er niemand anders op ons mooie plekje gaat staan) en zijn al om 10 uur bij de boot. Yardie Creek staat normaal niet in open verbinding met de zee, maar vanwege de vele regen van afgelopen week (een halve meter in 3 dagen tijd),

is al het zand weggespoeld tussen de zee en de kreek. Er is nu dus ook eb en vloed en allerlei soorten zeevissen kunnen naar binnen zwemmen. Het is normaal (regelmatig) mogelijk om bij eb het water over te steken. Je kunt dan vanaf Coral Bay helemaal langs de kust omhoog naar Cape Range N.P., dit is een stuk richter dan helemaal via Exmouth, nu is dit echter onmogelijk. Ook vanmorgen stond er weer een auto aan de zuidkant van de kreek, de eigenaars van de wagen liepen het water in om te kijken hoe diep het was (op sommige plaatsen bijna 2 meter) en constateerden dat ze weer helemaal terug moeten rijden en dan via de gewone weg weer omhoog.

Het hele park is trouwens 2 dagen gesloten geweest vanwege het vele water.

De boottocht was erg mooi: je vaart door de gorge (kloof) en je ziet allerlei soorten wildlife. 2 Kleine rock-wallibies zaten heel hoog tussen de rotsen en allerlei soorten vogels vlogen rond. De kreek gaat maar een km. landinwaarts en we zijn tot het eind gevaren, waarna we dezelfde weg terug gegaan zijn.

We hebben op de weg terug naar onze kampplaats nog wat andere campingplaatsen bekeken (in totaal zijn er 11), maar we vinden Pilgramunna toch de mooiste.

’s Middags hebben we nog een tijdje in zee gelegen en gezwommen om heerlijk af te koelen en daarna de “zwarte zak” weer gebruikt om het zoute water af te spoelen.

Het is vandaag broeierig en bewolkt, er is regen en storm voorspeld.We draaien de camper een slag, vanwege de verwachte storm en later nog een keer; de wind (het beetje dat er is) blijft wisselen van richting.

Wim vangt ’s middags weer 5 vissen en geeft deze aan onze buren, we hebben al genoeg voor de komende dagen.

De queen fish smaakt heerlijk, Wim heeft de halve vis gebakken, maar zelfs dat was nog veel te veel (het restant warmen we morgen wel weer op, weggooien is zonde).

Ondertussen staan we hier alweer voor de 4de nacht en kennen we de meeste andere kampbewoners. Het zijn haast allemaal Australiërs, best gezellig, maar ik denk dat we morgen weer vertrekken.

We hadden vandaag een prachtige zonsondergang, het leek wel of de zee in brand stond.

Na het eten blijven we nog een tijdje in het donker zitten wachten op de storm, het is wel bewolkt, maar niet zo benauwd meer en om 9 uur gaan we maar naar bed, er komt nog geen onweer!

70e dag – Donderdag 3 april.

Het heeft vannacht geregend, maar om 6 uur, toen we opstonden, was het weer droog. We besluiten er nog een dagje bij aan te knopen, het is zo’n heerlijk plekje, vlak aan de zee.

Na het ontbijt gaat Wim weer vissen, hij had gisteren al zijn aas opgemaakt en snijdt daarom maar een paar stukjes van de queenfish af, met als resultaat 2 grote emperors, groter dan al de andere. Dit keer houden we ze toch maar zelf, het past weer in de koelkast.

Tegen de middag maken we een wandeling langs het strand,

het is echter zo warm dat we halverwege onze kleding uittrekken en naakt het water in gaan, er is toch niemand in de buurt.

Terug bij onze camper besluiten we nog een keer te gaan snorkelen, maar dan dicht bij de kust. Het blijkt de mooiste keer te worden, van de 3 keer dat we hier gesnorkeld hebben. Je hoeft dus helemaal niet ver te zwemmen om al het moois onder water te zien. Daarna nemen we weer een douche en zijn helemaal weer opgefrist.

Binnen horen we een vreemd geluid: onze koelkast krijgt geen stroom meer! Dit is de eerste keer in de vakantie dat hij het opgeeft, maar we zijn ook al 4 nachten hier en dan met die hitte! We laten de motor van de auto een uurtje draaien en daarna staat de koelkast weer op 4.5 graden.We moeten natuurlijk wel een koud biertje en wijntje kunnen drinken en al die vis mag ook niet overstuur gaan.

Er komt een lekker verkoelend windje en we spelen 3 potjes Triominos, dat was al even geleden, omdat we ’s avonds geen lamp meer aandoen.

Er komen net 2 kangaroes voorbij hippen vanaf het strand, die hadden ook verkoeling gezocht.

Morgen gaan we dus echt weg hier, want de koelkast redt het niet nog een dag!

71e dag – Vrijdag 4 april.

Het heeft vannacht geregend en dit blijft ’s morgens doorgaan, dus is het ook niet “moeilijk” om weg te gaan. We moeten ook wel, want de koelkast is er vannacht weer mee gestopt.We moeten nu eerst naar een camping om hem goed onder stroom te zetten. We zeggen de buren gedag en om 8 uur rijden we al weg.

In Exmouth verzenden we de mails van 3 dagen, doen weer een volle DVD op de bus, gaan bij de supermarkt langs en ook de auto lust weer de nodige diesel. Ook moeten de jerrycans met water gevuld worden en is de gasfles leeg, dus reden genoeg om de bewoonde wereld weer op te zoeken.

Daarna rijden we zo’n 150 km. naar het zuiden en komen uit bij Coral Bay. Hier is het zuidelijkste gedeelte van Ningaloo Reef en we willen hier nog een keer snorkelen. Het is nog bewolkt als we aankomen en ook is het erg druk met back-packers en andere vakantiegangers, heel wat anders dan de afgelopen dagen. We staan wel vlak aan zee, op een camping (de duurste tot nu toe: 36,50 dollar!), dus de stroomkabel wordt gelijk aangesloten.We gaan snorkelen, maar veel koraal is afgebroken

en ook is het water troebel door de wind.

Na een “echte” douche is het tijd voor de wasmachine. Ook deze hadden we allang niet gezien en er liggen zakken vol vuile was in de camper. Hopelijk wil het een beetje drogen, want het weer is nog niet erg stabiel en er zijn hier geen droogtrommels!

Een zonsondergang zullen we vanavond niet zien (net als gisteren) vanwege de bewolking, misschien wel op onze volgende slaapplaats; we hebben namelijk al besloten om morgen weer verder te trekken!!

72e dag – Zaterdag 5 april.

Op de camping staan diverse telefooncellen en omdat we vandaag weer onbereikbaar zouden zijn, hebben we gisteravond vast naar huis gebeld in plaats van zondag. We hebben een lang zakelijk gesprek met Marcel gehad, nog 2 weken, dan zijn we weer volop aanwezig. Je beseft dan pas hoe lang we eigenlijk al van huis zijn, voorlopig zal dit ook wel de laatste keer zijn geweest.

De hele avond flitst het volop en de lucht is bewolkt. Ik zit nog steeds met natte was en Wim spant diverse lijnen onder de luifel, want dat we het niet droog houden is zeker. ’s Nachts begint het inderdaad hard te regenen en te onweren en dit gaat door tot een eind in de morgen. Het waait er ook flink bij en de was is ’s morgens nog natter dan toen ik hem ophing.Overal staan grote plassen, maar gelukkig staan we op gras.

Als het even droog is gaan we snel wassen, eten en ruimen dan alles op. Bij het inleveren van de sleutels krijgen we bij de receptie te horen dat de snelweg naar het zuiden gesloten is en dat grote gedeeltes weg helemaal onder water staan, soms wel 1.50 meter diep. We verlaten de camping toch en gaan eerst bij een grote boot-ramp staan: Wim gaat er vissen nadat hij wat lijnen gespannen heeft, zodat ik kan proberen de was droog te krijgen (zowel in de camper als erbuiten). Inmiddels schijnt de zon weer en is het knap benauwd.

Tegen twaalven wil Wim toch gaan kijken bij de snelweg, of hij wel echt afgesloten is. Het is maar 12 km. rijden, daar aangekomen staat er inderdaad een groot bord, dat we niet verder kunnen.

Ook horen we op de radio dat er een auto van de weg af is gespoeld en dat 3 mensen ernstig gewond in het ziekenhuis liggen.

Dan toch maar terug naar de camping.We staan weer op dezelfde plaats, dicht bij de zee en iedereen komt langslopen. Er is 1 minpunt aan deze plaats: er komt regelmatig een erg vieze lucht voorbij walmen, het heeft iets te maken met eb en vloed, want soms ruik je het ook uren niet.

We lezen wat, duiken een keer het water in en zien weer een mooie zonsondergang. Morgen gaan we weer informeren bij de receptie naar de condities van de wegen en hopelijk kunnen we dan weer een stuk naar het zuiden rijden.

73e dag – Zondag 6 april.

We hebben vanmorgen alles weer ingepakt in de veronderstelling dat we verder zouden trekken, maar bij de receptie vertelden ze ons dat de weg nog steeds afgesloten is. Om 1 uur zouden er nieuwe berichten komen en tot die tijd konden we gebruik maken van onze plek. (Achteraf gezien hadden we beter even naar de receptie kunnen lopen.)

Dan maar gewoon genieten van de dag: het weer is helemaal opgeknapt en het is al flink heet. We huren een kano met een glas bodem, zodat je het koraal en de vissen goed kunt zien. We willen namelijk weten waar je het beste kunt snorkelen. Er is haast geen wind en het water is zo ’s morgens vroeg nog mooi helder. We hoeven niet ver te peddelen voor we de eerste koraal zien, het is prachtig en er is zo veel dat je haast de bodem niet kunt zien. Ook kun je net zo goed rechtstreeks in het water kijken als via het glas.

Na een uurtje peddelen brengen we de boot weer terug, we vertellen dat we niet zo veel vissen hebben gezien, maar het blijkt dat dit komt omdat de dieren schrikken van zo’n boot boven zich.

We halen gauw onze snorkel spullen en gaan het water weer in.We hebben zeker 2 uur rondgezwommen en deze keer was duidelijk de allermooiste keer, van alle keren dat we in het Ningaloo Reef gezwommen hebben. Dus achteraf waren we blij dat we nog niet vertrokken waren.

Na enen informeren we weer bij de receptie op de camping en het bericht is nog hetzelfde. Voor mensen die echt haast hebben om naar Perth te komen is er een mogelijkheid helemaal via Tom Price (een stad in de binnenlanden) naar Perth te rijden. Dit is toch zeker ruim 500 km.om.Gelukkig hebben wij geen haast.

We kunnen weer het zelfde plekje krijgen (dit plekje is echt het dichtst bij zee van alle plekken die er zijn op de 2 campings!), omdat de mensen die het besproken hadden vast zitten in het zuiden!!Gelukkig is de wind gedraaid en hebben we vandaag totaal geen last van de stank. We beginnen het plekje hier steeds meer te waarderen. We kunnen hier goed in de schaduw zitten onder de bomen en lopen zo de zee in als we het heet hebben.

Tegen de avond bellen we een poos met Dennis, want die hadden we al een tijdje niet meer gesproken, altijd weer fijn om de jongens te horen!

Met een wijntje kijken we naar de zonsondergang en dan is er alweer een heerlijke dag bijna om.

Nu maar afwachten hoe het morgen met de weg is, we hebben nog 2 weken om naar Perth te komen.

74e dag – Maandag 7 april.

We hadden vanmorgen de camper niet ingepakt en bij de receptie verwachtten we weer te horen te krijgen dat de weg nog gesloten was, maar vandaag was het nieuws iets gewijzigd: de zuidelijke route tussen Coral Bay en Manilya Roadhouse, in totaal 90 km.,is nog niet begaanbaar (nog steeds zijn er stukken met 1.50 m. water), maar via een omweg van zo’n 200 km. kom je ook bij Manilya en daar vandaar kun je verder naar het zuiden. Dus nu kunnen we echt inpakken en wegwezen. We zijn niet de enigen, velen zaten al een paar dagen op hete kolen om terug te gaan naar Perth en vanaf de andere kant (Carnarvon) geldt hetzelfde. Tot aan het roadhouse is het vrij rustig, wel zijn er verschillende “oversized” transporten, waardoor we haast van de weg af moeten, want ook dit vervoer had natuurlijk stilgestaan.

Hier in Australië is het heel gewoon om naar elkaar te zwaaien onderweg, net als motorrijders dit doen in Holland, dit is weer eens wat anders dan naar vliegen zwaaien.

Net voor Manilya moeten we een keer door vrij ondiep water rijden, maar daarna begint de “fun”!!

Hele rivieren stromen weer over de weg en ook zijn er gedeeltes afgezet waar de weg beschadigd is. We rijden in een soort colonne achter een patrouillewagen aan, die heel langzaam voor ons uitreed. Best spannend allemaal. Maar iedereen kwam er door, ook gewone auto’s. Bij het roadhouse was het trouwens superdruk, iedereen moest tanken, eten en naar de toilet en natuurlijk krijg je allerlei verhalen te horen over de condities van de wegen.Verder was de weg weer gewoon begaanbaar.

Net voor Carnarvon zijn we afgeslagen naar de “Blowholes”. Rechtstreeks gemeten vanaf Coral Bay ligt het 160 km. zuidelijker, om er vandaag te komen hebben we 425 km. gereden!! Blowholes spuiten water omhoog via een gat in een rots. Hier bij Point Quobba zijn diverse “holes” waar water uitkomt, een prachtig gezicht, ook als het water weer terugzakt in de “trechter”.

De hele kustlijn is hier erg mooi, ook is er een baai met koraal en een klein strandje. We hebben echter al zoveel gesnorkeld, vandaag even niet.We moeten ook niet te veel zon op onze rug hebben, want gisteren zijn we aardig verkleurd met het kanoen en snorkelen.

Bij de blowholes kun je voor 5.50 dollar (wel iets minder dan de vorige camping!) kamperen.We vinden een mooi plekje met uitzicht op zee.Wim kan weer vissen en ….. we mogen hier een kampvuur maken.

Na weken met de zak met hout gesjouwd te hebben, kunnen we hem eindelijk gebruiken.Wim heeft een heel mooie open haard gebouwd, dus daar gaan we na het eten gezellig bij zitten.

Het wordt al wat frisser door de wind uit zee en dan is een warm vuurtje wel lekker!!

75e dag – Dinsdag 8 april.

We blijven nog een dagje bij Point Quobba. ’s Morgens maken we een wandeling van een paar uur om de omgeving te verkennen.

De camping bestaat uit een paar “prachtige bungalows” van de plaatselijke bevolking, grotendeels gemaakt van verroeste golfplaten en afgekeurde caravans, het lijkt wel een township in Zuid Afrika, alleen de kleurlingen ontbreken.

Wim vist een tijdje en verder hebben we veel gelezen en geluierd, het water zijn we niet in geweest. Er staat een verfrissend windje en met een biertje erbij is het prima uit te houden in de schaduw.

Tussen de middag eten we onze laatste vis, die Wim al in Cape Range gevangen had, op.Hij smaakte nog prima.

Voor zevenen is het kampvuur al aan, dus waarschijnlijk gaat vanavond al het hout wel op!

76e dag – Woensdag 9 april.

Mijn fotocamera is kapot! Waarschijnlijk is dit gisteravond gebeurd met het weer inzetten van het fotokaartje, in ieder geval kan ik geen foto meer maken! Dus nu moeten we het samen doen met de film camera van Wim. We staan regelmatig iets van 2 verschillende kanten te fotograferen, vanaf nu moeten we dan eerst de camera bij de ander ophalen. Gelukkig is hij pas kapot, aan het eind van de vakantie, dus vanaf nu krijgen we alleen nog de platte, langgerekte foto’s (met veel meer MB).

Vanmorgen zijn we vanaf Point Quobba naar het noorden gereden over een soort landlong: links ligt de zee, rechts liggen zoutmijnen. Deze kun je niet zien, wel zagen we een roadtrain met 5 aanhangwagens vol zout voorbij komen en aan zee is een punt (cape cuvier) waar het zout in zeeschepen wordt gestort.

Voorbij Quobba Homestead kom je bij een heel ruige kust waar ook nog diverse blowholes zijn. Het water stort er tegen de rotsen op, Wim stond vlakbij de rand en werd goed nat!

Vervolgens zijn we teruggereden naar Carnarvon, hebben er boodschappen gedaan en zijn toen richting Shark Bay gereden. Onderweg stond er nog 2 keer een beetje water op de weg, maar langs de rijbaan staan nog grote plassen, het water zakt erg langzaam. We hadden eerst nog plannen om het binnenland in te gaan, naar Kennedy Range N.P.(ruim 200 km. rijden), maar daar zien we van af, de kans is te groot dat we vast komen te zitten en onze vakantie is bijna ten einde, dus dat risico durven we niet aan.

Ons plan was om vandaag naar Gladstone te rijden, een kampeerplaats aan het water, 6 km. onverharde weg, vanaf de snelweg. Deze plaats ligt een eindje voor de afslag naar Shark Bay.Om 4 uur waren we op de plek, maar het hek voor de weg was dicht met een groot bord “road closed” erop, dus moesten we nog een stuk verder karren.We besluiten de eerste de beste camping bij Shark Bay te nemen: Hamelin Pool, maar ook hier staat een bord: Road Closed. De regen heeft toch wel heel wat aangericht!

We moeten nog 50 km. verder voor we bij Nanga komen en daar kunnen we gelukkig wel kamperen.Het is inmiddels ruim 5 uur en hebben vandaag bijna 500 km. gereden.

We staan vlak aan het strand en gaan nog even kijken bij een groep mensen, die vis aan het schoonmaken zijn, welke ze die dag gevangen hebben. Er zitten flinke joekels bij!

De hemel kleurt weer rood van de zonsondergang en na een drankje en een heerlijke maaltijd duiken we ons bed in.

77e dag – Donderdag 10 april.

Vanmorgen zijn we weer vertrokken uit Nanga. Het eerste punt waar we heengereden zijn is Shell Beach Conservation Park. Dit strand bestaat, zoals het woord al zegt, helemaal uit schelpjes, soms wel 10 meter hoog, heel apart om te zien.

Vroeger bouwden ze zelfs huizen van massieve blokken schelpjes, deze zijn nog te bekijken in Hamelin Pool, maar daar was het gister nog gesloten vanwege de regenval.

Richting Denham nemen we wat afslagen die leiden naar zee en waar je ook vrij mag kamperen. We hebben een heel mooie spot gezien bij Fowlers Camp, er stonden nog mensen en die hadden het er goed naar de zin.

Het is vandaag alleen de bedoeling nog een keer naar een echte camping te gaan, om, waarschijnlijk voor de laatste keer, nog een paar machines met was te draaien (o.a.het beddengoed is hoog nodig!). Maar we houden het plekje in gedachten, misschien gaan we er op de terugweg wel staan. Daarna rijden we naar Eagle Bluff waar je vanaf een boardwalk een mooi uitzicht hebt op een eiland en de zee.

Even later komen we langs Ocean Park, hier zijn allerlei soorten zeedieren te bekijken, o.a. de haai en omdat we nu in Shark Bay zijn, moeten we die natuurlijk wel goed bekijken. Het is heel interessant allemaal, er zijn zeeslangen, schildpadden, vele soorten tropische vissen en natuurlijk diverse haaien.

Een team van marine biologen vertelt heel enthousiast over de dieren en voert ze ook gelijk. Vooral bij de haaien is dit een spectaculair gezicht.

Na zo’n 2 uurtjes daar te hebben doorgebracht wordt het tijd een camping op te zoeken. We komen uit bij Denham Seaside, “the most westerly caravan park in Australia”, of het waar is weet ik niet. Inmiddels hebben we een biertje op en de was hangt aan de waslijnen. Er staat weer een stevige wind, net als gisteravond. Het voordeel hiervan is, dat je geen last hebt van vliegen!!

78e dag – Vrijdag 11 april.

De camping in Denham stelde niet veel voor, we stonden dan wel dicht bij het water, maar het nodigde niet uit om er te vissen of te zwemmen. Het ging steeds harder waaien, dus konden we al vroeg de vesten weer aan en bovendien hadden we erg luidruchtige buren, die graag boven hun eigen muziek uit wilden schreeuwen.Wegwezen dus!!

Monkey Mia staat op het programma, een ressort met camping waar dagelijks de dolfijnen langskomen om gevoerd te worden. Je moet al 18,00 dollar betalen om in het Conservation Park te komen en toen we bij de receptie van de camping kwamen, kregen we te horen dat alles vol was. De herfstvakantie begint namelijk vandaag. De enige plek die vrij was, was een soort parkeerplaats waar je mannetje aan mannetje met je camper stond, je kon er de zee niet eens zien. De dolfijnen waren die dag al 2 keer gevoerd en zouden pas na een paar uur weer aan de beurt zijn. We hebben ons geld teruggevraagd en zijn rechtsomkeert gegaan. Een klein stukje voor het ressort is een onverharde afslag, we rijden erin en komen uit bij Red Bluff, prachtige rode rotsen aan zee.

Dit hoort bij Francois Peron N.P. wat we ook nog wilden bekijken. We zetten onze stoelen aan het water en kijken hier vandaar zo op het ressort. Wim gaat er een paar uur vissen, een paar grotere vissen gaan in de koelkast en een meeuw eet 2 kleinere op, die Wim teruggooide in zee. Dit was trouwens een mooi gezicht: de meeuw pikte de vissen uit het water en slikte ze zo, in z’n geheel, naar binnen.

We rijden weer naar de grote weg en komen dan langs de officiële afslag van Francois Peron N.P. Er staat aangegeven dat je een heel goede 4WD moet hebben, omdat er veel zacht zand is en het park is gister pas weer geopend na de vele regen. We besluiten het risico niet te nemen om op het laatst nog brokken te krijgen met onze camper en we gaan het park niet verder verkennen!

Een eindje verderop, terug richting Denham, ligt Little Lagoon. Daar zijn we tegen tweeën heengereden. Het is een vrij ondiep meer met een open verbinding met de zee. We zijn er een stuk langs gereden en hebben toen de tafel en stoelen maar weer gepakt.(Ook doen we elke keer het dak omhoog, zodat het lekker door kan waaien, het is namelijk nog steeds ruim 30 graden elke dag!) Wim pakt weer zijn hengel en vangt diverse vreemde tropische vissen, waaronder een shuffle nose ray.

Het is er lekker rustig, er komen een paar vissers langs en een paar quats (motoren op 4 wielen), maar helaas mag je hier niet kamperen.

We besluiten te gaan kijken bij Fowlers Camp, waar we gisteren ook al heen gereden waren. Er staat helemaal niemand, dus hier blijven we.We hebben een hele baai voor ons zelf,

zien de zon weer ondergaan, hebben een klein beetje wind (precies goed) en Wim is alweer aan het vissen. Vanavond hebben we weer verse vis op het menu staan, heerlijk!

79e dag – Zaterdag 12 april.

We zijn nog een dag op dezelfde plek gebleven. Het is hier wel een heel verschil met Monkey Mia, helemaal alleen, vlak aan zee en nog voor niks ook.

Vanmorgen hebben we eerst de omgeving verkend, we zijn heuvels opgeklommen en hebben kleine baaitjes bekeken.

Daarna hebben we geluierd in de schaduw met een mooi boek.Tegen de tijd dat het water weer de baai inkwam stromen, is Wim gaan vissen. Hij zat wel onder de parasol, anders is het niet uit te houden. Hij heeft 4 grote longtoms gevangen, heel lange smalle vissen, ruim 1 meter lang, met een grote spitse bek vol tanden, het onderlijntje was van staal, anders zou de vis zich zo vrijgebeten hebben. Ook de haak uit de bek halen lukt niet zo maar: je moet de vis eerst doden en dan nog hapt hij zijn kaken op elkaar, maar Wim heeft al zijn vingers nog!! 1 vis heeft hij weggegeven en de 3 andere in stukken gesneden, anders pasten ze niet in de koelkast. Daarom is hij maar gestopt met vissen, hij kon ze toch niet bewaren en ook niet levend van de hengel krijgen.

Een paar New Zeelanders waren ’s middags naar de andere kant van de baai gereden, maar kwamen terug zonder iets gevangen te hebben, ook was hun tuig weg. Wim bood hen zijn hengel aan en daarmee hebben ze ook een longtom binnengehaald.Ook deze mensen waren verbaasd over de lange bek met tanden van de vis. Ze waren heel dankbaar dat ze onze hengel mochten lenen.

Inmiddels staan we niet meer alleen hier, er zijn er meer die het hier mooi vinden.We hebben besloten morgen verder te trekken, niet vanwege de mensen, maar de vliegen waren knap irritant vandaag.

Inmiddels is het donker, we hebben weer een mooie zonsondergang gehad en we horen de vissen nog plonsen in het water, er zit nog zat in de zee!

80e dag – Zondag 13 april.

Toen we gisteravond lekker buiten zaten, bij een temperatuurtje van ruim 20 graden, een zacht briesje, duizenden sterren aan de heldere hemel en de maan schijnend op het water, vonden we beiden dat het toch wel een heel bijzonder plekje was.Toen we vanmorgen onze camper uitkwamen en die lieve diertjes gelijk in onze ogen en oren gingen zitten, wisten we weer waarom het plaatsje toch niet helemaal ideaal was!

De linker voorband van de camper is weer zacht, net als een paar weken geleden in Cape Range N.P. Toen heeft Wim een luchtpomp geleend van de “vissers”, nu rijden we heel rustig naar Nanga Resort. Daar is gelukkig een compressor en even laten rijden we weer met 4 harde banden weg. Nu maar hopen dat de band het nog even volhoudt tot het eind van de vakantie.

Voor we Shark Bay verlaten gaan we nog aan bij Hamelin Pool, hier zijn stromatolieten te bewonderen, primitieve blauwgroene algen die een van de eerste levensvormen op aarde waren. Ze gedijen hier omdat het beschutte water uiterst helder en zout is. Het klinkt allemaal heel interessant, maar het lijken gewoon stukken rots onder water, als je ze ziet. Toch komen er bussen vol mensen, om ze te bekijken.

Veel indrukwekkender zijn de grote massieve blokken schelpjes, die uit de bodem gesneden worden, waar vroeger huizen van gebouwd werden. Het zijn dezelfde schelpjes die we ook bij Shell Beach gezien hebben.

Hamelin Pool is pas sinds donderdag weer open, nadat ze 2 weken gesloten is geweest, vanwege het hoge water. Het was 20 jaar geleden dat het water zo hoog had gestaan!

We rijden weer een paar honderd kilometer naar het zuiden, zonder een dorp te passeren. Bij Coronetion Beach stoppen we om te overnachten. Het is een simpele camping aan het water, zonder stroom of water.

Wel is er een toilet en kunnen we onze zak met douchewater in een af te sluiten hokje ophangen. En ook zijn er… vliegen, helaas!

81e dag – Maandag 14 april.

Toen we vanmorgen wakker werden en door het raam van gaas keken, zagen we de mensen alweer zwaaien, wat zijn ze toch vriendelijk allemaal hier, hè? Ook hoorden we aan twee kanten een generator brommen (waarom nemen ze hier toch geen zonne-energie?). De temperatuur stijgt snel en er is haast geen wind, geen denken aan dat we hier nog langer blijven! Met veel moeite werken we ons ontbijt naar binnen, zonder een vlieg binnen te krijgen, Wim drinkt zijn koffie zelfs met het netje op z’n hoofd, op!

Ik had op de kaart al diverse plaatsen opgezocht waar we konden kamperen, dus zuidelijk rijdend bekijken we diverse campings. In Dongara-Port Denison, zo’n 65 km.onder Geraldton zien we een mooie camping pal aan zee. Er zijn diverse plekken leeg, zelfs pal aan het water en omdat de receptie gesloten is (een uurtje tussen de middag) zetten wij onze camper neer op een prachtig plekje met veel schaduw. We besluiten al, als het plekje niet gereserveerd is, om er een dag of 3 a 4 te gaan staan. Omdat we toch moeten wachten, eten we heerlijke garnalen, die we weer in Geraldton (zo vers uit de zee) hebben gekocht, in de schaduw op, met uitzicht op zee.

Toen we nadien bij de receptie informeerden naar het plaatsje, bleek deze al besproken, de hele camping was zelfs volgeboekt, vanwege de schoolvakantie.

Ze geeft ons nog 2 andere campingadressen waar we kunnen gaan kijken, maar bij beiden kun je de zee niet zien en bovendien kun je er niet in de zee zwemmen, omdat hij daar te wild is. We rijden toch nog een keer terug naar onze favoriete camping en dan blijkt dat er nog 1 plek vrij is voor 2 dagen met een ensuite, een privé badhok, net zoals we in Carnarvon gehad hebben. Hij ligt alleen niet pal aan het water, maar op de tweede rij. Wel kunnen we de zee nog zien, nemen dus die plaats! Wel een luxe hoor, je eigen toilet en douche, wel wat anders dan een gat in de grond of een douchezak in de open lucht. Maar wat de grootste luxe is: er zijn hier totaal geen vliegen! Vanaf Geraldton hebben we ze niet meer gezien, ook is het iets minder warm en het zeewater is ook weer echt verfrissend. Dus morgen blijven we hier in ieder geval en woensdag moeten we opnieuw gaan zoeken naar een leuke plek!

82e dag – Dinsdag 15 april.

We hebben echt een lui dagje gehad vandaag: veel gelezen, langs het strand gewandeld, gevist, gezwommen, lekker gegeten en in het zonnetje gezeten.

Het privé sanitair bevalt prima, je gaat er zo snel weer aan wennen. Toch hebben we het grootste gedeelte van de vakantie primitief geleefd: heel vaak hadden we een heel simpel toiletje, zonder spoelbak of we moesten zelf een gat in de grond graven. De meeste tijd moesten we het doen zonder douche, dus boven de afwasbak de haren wassen en als het niet te koud was de zwarte zak om je af te spoelen. In de camper hebben we alleen een lekker groot bed en een prima koelkast, genoeg kastruimte voor kleding en levensmiddelen en dat is het wel. Echt lekker zitten binnen kun je niet en koken doe je buiten. Daar zijn ook de 2 water jerrycans van ieder 20 liter, net als de afwasbak en het aanrecht.We hebben dus de hele vakantie buiten geleefd, want zelfs slapen is half buiten, omdat je het dak ophoog klapt en dan aan alle kanten ramen van gaas hebt. Als het echt koud werd, regende of hard waaide dan deden we ze dicht, maar dat is niet veel gebeurd.

Het zal dus weer wennen zijn als we thuis zijn, omdat je weer grotendeels binnen leeft. Ook het weer zal in Holland wat minder zijn, vandaag was het hier nog ruim 30 graden en je loopt zo de zee in, in Nederland moet het zwemwater nog maanden opwarmen. Maar hier wordt het nu herfst en thuis begint de lente, tijd om naar huis te gaan!

83e dag – Woensdag 16 april.

We zijn weer uit Dongara vertrokken. Ons plekje was voor vandaag al door iemand anders besproken en ook verder is er nergens een vrije plaats op de camping. Dus rijden we weer een stuk naar het zuiden.

Vanmorgen was de linker voorband helemaal plat en Wim heeft hem vervangen door de tweedehands band, die we al in Coffin Bay aangeschaft hadden. De plaatselijke “bandenplakker” heeft geen tijd voor ons, wel pompt hij de reserveband weer op.

Richting het zuiden komen we, op een afstand, langs allerlei plaatsen waar we op de heenweg al geweest zijn, o.a. the Pinnacles en Stockyard Gully. We nemen nu de snelweg en draaien er bij Moore River, richting Lancelin weer af. Bij Lancelin zijn mooie zandduinen, je kunt er zandglijden met een surfboard of 4WD rijden, maar je hebt grote kans dat je vast komt te zitten. Wij laten de auto onderaan de heuvels staan en klimmen naar boven, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de duinen en naar zee.

De camping vinden we er niet mooi, dus rijden we door naar Ledge Point, iemand had me verteld dat je daar mooi kon kamperen en dat er een mooi strand was. O.K. het strand is mooi, maar het ligt wel een eind van de camping af, die is op zich ook wel mooi en helemaal nieuw.Voor ons is het goed voor 1 nachtje, we hebben geen zin meer verder te rijden, we zijn nog maar 125 km. van Perth af. Bovendien is er regen voorspeld en we staan hier redelijk uit de wind. Het wordt al een stukje frisser, we zullen vanavond de lange broek wel weer nodig hebben.

84e dag – Donderdag 17 april.

Het is zover: het weer is helemaal omgeslagen. Het begon gisteravond met lichtflitsen en vannacht heeft het flink geonweerd en geregend en de onweersbui kwam 3 keer terug. Het ging flink tekeer, maar dat vonden we niet erg want we houden wel van flink natuurgeweld. Vanmorgen regende het nog steeds en het ziet er naar uit dat het voorlopig ook niet droog wordt. We ontbijten zoals gewoonlijk buiten, wel met het kippenvel op onze huid, het is nog maar 15 graden. We zijn altijd snel met opruimen, maar tijdens het oprollen van de luifel worden we toch flink nat. Op internet hebben we gezien dat het weer de komende dagen zo blijft, kunnen we vast wennen aan Nederland.

We gaan weer verder naar het zuiden, vlak voor Perth nemen we nog een afslag bij Quinns Rocks, we zoeken de camping van die plaats op, hij ligt vlak aan zee, maar met dit slechte weer ziet alles er zo triest uit! We besluiten door te rijden naar Fremantle en daar gelijk voor 3 nachten te boeken. Inderdaad is er een camping in de buurt van het centrum: Fremantle Village met de mogelijkheid voor ensuite, dus dat doen we meteen. Als het dan regent hoeven we maar een paar passen buiten de camper te doen en kunnen we naar onze privé toilet.

Het is inmiddels weer droog en zelfs de zon laat zich even zien. Ik maak nog een keer tosti’s en daarna wordt het tijd om de omgeving te verkennen. Bij de receptie hoorden we dat er een gratis pendelbus rijdt naar het centrum van Fremantle. Je moet wel eerst een kwartiertje lopen naar de bus, via het strand of over een fietspad.

Met een rugzak vol spullen o.a. een paraplu, lopen we de aangegeven route en inderdaad, om de 10 minuten komt de bus langs en je bent zo in het centrum. We hebben wat rondgewandeld en wat souvenirs gekocht en nemen daarna de bus weer terug. We hebben wel besloten morgen met de camper naar de stad te rijden, want als je onderweg een bui krijgt ben je nog kletsnat voor je terug bent, bovendien ben je veel flexibeler.

We hebben weer veel foto’s gemaakt vandaag, misschien wel 2, sinds mijn toestel kapot is, is het aantal sterk verminderd. Eerst moesten we kiezen, welke foto’s gebruiken we in het verslag, nu hebben we er niet eens genoeg. Maar ja, het was ook een rustig dagje vandaag, misschien is er morgen meer te melden!

85e dag – Vrijdag 18 april.

We hebben een drukke, volle dag gehad vandaag en het weer heeft goed meegewerkt. We konden buiten in het zonnetje ontbijten en daarna zijn we met de camper de stad in gereden. Bij de haven hebben we de auto de hele dag geparkeerd. Eerst zijn we naar E-shed markets geweest, net zoiets als de zwarte markt in Beverwijk. Er is van alles te zien en te koop,we hebben er alleen een paar t-shirts voor Wim gekocht.

Daarna zijn we op de boot gestapt van Captain Cook en zijn daarmee over de Swan river naar Perth gevaren, onderweg hadden we een heerlijke lunch met salades, fruit, garnalen, vlees en lasagne. Het was een mooie tocht en de zon deed goed zijn best. Er staan veel prachtige, luxe huizen aan het water, meestal met een grote boot erbij. In Perth zijn we aan boord gebleven en na een korte stop zijn we weer richting Fremantle gevaren. Totaal duurde de tocht 2.45 uur. In de haven van Perth zwommen 2 dolfijnen rond, helaas doken ze elke keer onder voor de fotograaf. In Fremantle zwommen veel kwallen, deze wilden wel op de foto.

Bij terugkomst zijn we doorgelopen naar een motor- en automuseum, welke ook aan de haven ligt. Het museum was mooi opgezet en er stonden heel wat waardevolle oude auto’s. Ook diverse raceauto’s waren er te bewonderen, o.a.1 die 850 km. per uur bij Lake Eyre had gereden. Er stond een Holden, net zo een als waar Wim in gereden heeft in de Barrossa Valley, toen we wijn gingen proeven.

Tegen de avond wordt het een stuk frisser en doen we onze dikke jassen aan en Wim z’n lange broek. We gaan de stad in, ook daar zijn overdekte markets, die alleen in het weekend open zijn. We lopen er wat rond en horen dan live-muziek afkomstig uit een open café, we drinken er een wijntje en luisteren een tijdje naar de gitarist en zangeres.

Het is overal goed druk, het weekend is begonnen, ook buiten lopen heel wat mensen rond, de een in dikke trui, de ander nog in korte broek. We gaan eten bij een sushi restaurant, dat hadden we nog niet gedaan deze vakantie. Er rijdt een heel lange sushi trein rond, met daarop allerlei heerlijke hapjes. We hebben er onze buik strak gegeten, voor de tweede keer vandaag, daarna moeten we nog een stuk teruglopen naar de haven (kan het eten een beetje verteren).

Het is inmiddels echt koud geworden, op de camping kunnen we gelukkig binnen zitten in een afgesloten ruimte, waar je ook kunt koken en het is hier druk, gister zat hier haast niemand.

Morgen gaan we nog een keer Fremantle in en dan zit de vakantie erop!

86e dag – Zaterdag 19 april.

We hadden het koud vannacht. Het kwik bleef steken bij 10 graden en met die 2 dunne slaapzakken van ons, hadden we vanmorgen nog koude voeten. Ik denk dat ik maar sokken aandoe vannacht!

Ook vandaag is het fris, we kunnen de hele dag ons vest aanhouden, maar het is gelukkig droog en zonnig.

We rijden nog een stukje langs de Swan River, de rivier die al een stuk voor Perth begint (in de Swan Valley) en daarna via Perth bij Fremantle in zee uitmondt. Perth ligt dus niet direct aan zee, Fremantle is de grote zeehaven waar vroeger ook de immigranten aankwamen.

Tegen de middag hebben we Fremantle Prison bezocht, welke nog tot 1991 in gebruik is geweest. We kregen een rondleiding van 1.15 uur en deze was erg interessant. Het ging er erg streng en Spartaans aan toe in de gevangenis en zelfs in 1991 moesten ze het in de cel nog doen met 2 emmers: de ene was vol water en de andere was het toilet. Ook hebben we gezien waar de executies plaatsvonden, via de galg (in totaal zijn er 44 mensen opgehangen) en hoe dit in z’n werk ging.

Daarna zijn we de stad weer in gereden, Fremantle is een gezellige, drukke stad. Er zijn erg veel winkeltjes en ook veel leuke restaurantjes. Gisteren stond er een lange rij mensen te wachten op een plaatsje bij een Italiaans restaurant genaamd: Sandrino, dus daar wilden wij vandaag ook wel eens gaan eten. We zaten binnen, voor het open raam aan een brede vensterbank, met het gezicht naar buiten gericht, zoals je in Italië wel vaker ziet.We hebben heerlijke mosselen en pizza gegeten, met een authentieke smaak. Ook vandaag was het er een komen en gaan van mensen, terwijl er toch nog meer Italiaanse restaurants waren.

Vervolgens hebben de laatste souvenirs gekocht (altijd weer moeilijk om iets leuks te vinden!).

Nu stond alleen het Maritime Museum nog op het programma, maar het blijkt dat er 2 verschillende zijn en we hadden nog maar anderhalf uur voor sluitingstijd. Maar we hebben ze allebei gezien, wij zijn altijd snel in musea. Het ging ons vooral om de restanten van de Batavia, nou daar is dus niet veel van over! Dat kan ook niet anders, want hij stamt al uit de 17e eeuw en heeft honderden jaren op de zeebodem gelegen.Toch is het apart om de Nederlandse taal te zien van eeuwen terug en dat in Australië.

Dat was het dan, we rijden terug naar de camping en beginnen vast wat spullen uit te zoeken en weg te gooien. De vakantie zit erop. Morgen hebben we nog diverse uren om alles in te pakken, de camper in te leveren en ons naar het vliegveld te laten brengen. Het vliegtuig vertrekt pas om 16.30 uur.

ons vlaggetje aan het begin van de vacantie

en zo ziet hij er uit na ruim 13000 kilometer

87e dag – Zondag 20 april.

Toen ik gisteravond een verjaardagsgroet aan het schrijven was voor Ans en Christa (allebei zondag jarig), kwamen we er achter dat Kees en Christa helemaal geen mails van ons ontvangen hadden. We vonden het al vreemd dat we helemaal niets van ze gehoord hadden, de meeste hebben wel een keer(of vaker) terug gemaild. We dachten dat ze op de lijst stonden van familie, vrienden en kennissen, die elke dag onze vakantiebelevenissen ontvingen, maar blijkbaar was er iets mis gegaan. We hebben het gelijk goedgemaakt: hebben Christa opgebeld en alle mails van de hele vakantie 1 voor 1 verstuurd, totaal 86 stuks. Daar waren we wel even druk mee (ruim 2 uur!), maar dat geeft niet, hadden we maar beter op moeten letten! Alleen waren we dit bij de camper aan het doen en de temperatuur was niet geweldig, ongeveer 10 graden. Toen we klaar waren zijn we naar de kantine annex keuken gegaan om op te warmen. Daar kwamen we een bekende tegen: Maarten, we hadden hem voor het eerst ontmoet in het begin van de vakantie in Coffin Bay, later nog een keer in Warren N.P. en nu op onze laatste vakantiedag, drie keer is scheepsrecht. Nou hadden we gelijk iemand aan wie we al onze spullen konden geven, die niet meer mee naar huis gaan, o.a. een gaslamp, het tosti-ijzer, de bakplaat, wat levensmiddelen, een stoel, het laatste hout, de bijl en nog wat kleine dingen, hij was er echt blij mee, want hij blijft nog 8 maanden in Australië.

Vanmorgen regende het regelmatig, dat maakt het makkelijker om Australië vaarwel te zeggen, maar is wel lastiger met pakken. Maar we waren ruim op tijd klaar en we mochten op de camping blijven staan tot alles ingepakt was (tot bijna12 uur!). Daarna zijn we naar Perth gereden, naar Apollo en daar waren ze heel gemakkelijk met de controle, binnen 5 minuten was alles gecontroleerd en o.k.bevonden.

Bij het vliegveld duurde het allemaal iets langer, er waren een paar namen door elkaar gegooid en ook was het nogal ingewikkeld om een stoel in het vliegtuig te krijgen met extra ruimte voor Wim’s benen. Over onze tassen, met een totaal gewicht van ruim 53 kilo, werd helemaal niks gezegd (het mocht maar 40 kg. wezen). Wij waren de laatste mensen die aan boord gingen, weer vanwege de stoelnummers. Ze hadden helaas geen lange benen plaatsen meer, maar op het tweede traject zou dat wel het geval zijn! Het vliegtuig was lang niet vol en tot onze verbazing waren er een paar heel ruime plaatsen vrij en het was geen enkel probleem dat we daar plaats namen. Dit soort dingen gebeurt wel vaker, wij hebben in ieder geval geluk en zitten “bijna” eerste klas.

88e dag – Maandag 21 april.

Wist je dat…….

– we 817 foto’s verstuurd hebben

– de cycloon die voor alle wateroverlast zorgde “Pancho” heette

– brood hier 5 dagen houdbaar is

– Wim 5 kilo is afgevallen

– we 11 keer een kampvuur gemaakt hebben

– een “drol op poten” een bobtail heet

– we 42 gratis gekampeerd hebben

– Wim meer dan 100 vissen gevangen heeft

– we 13.000 km. gereden hebben

– blackboys eigenlijk grass-trees heten

– we geen enkele keer vast gezeten hebben

– het vlaggetje steeds korter werd

– Wim met een stand van 47 tegen 38 met Triominos gewonnen heeft

– we 55 verschillende kampeerplaatsen gehad hebben

– de hoogste temperatuur 47 graden was

– we 32 Nationaal Parks gezien hebben

– de laagste temperatuur 9 graden was

– we maar 2 lekke banden hebben gehad

– de auto 1915 liter diesel verbruikt heeft

– we meer vis dan vlees gegeten hebben

– dit het einde is van ons verslag!!!

Terug naar boven