Australië – Tasmanië 2019

Verslag 1

Net als vorig jaar gaan we weer samen met Dennis drie maanden naar Australië en ook nu vliegen we de dag na mijn moeders verjaardag met Cathay Pacific via Hong Kong, waar we een kamer hebben geboekt in het Regal Airport hotel, om even bij te slapen. Vanmorgen (11 januari 2019) kwamen we rond acht uur aan in Melbourne en twee uur later waren we al afgeleverd bij een garage die onze auto’s had nagekeken en konden we op pad. (Onze camper moest nieuwe koppelingsplaten, deze waren helemaal versleten !).

We rijden naar de wijnstreek Yarra Valley waar we onze boodschappen doen, een nieuw simmetje kopen voor de telefoon, diesel, benzine en water tanken en daarna op zoek gaan naar een leuk plekje om te overnachten. Inmiddels hebben we alweer bijna twee honderd kilometer afgelegd en zijn Wim en Dennis weer gewend aan het links rijden. Wel gingen de ruitenwissers vaak heen en weer zonder dat er een drup regen gevallen is !! (Het stuur zit natuurlijk aan de rechterkant en ook de richtingaanwijzer en ruitenwissers zitten precies omgekeerd !) Het is vandaag zo’n dertig graden, een prima temperatuur om mee te starten.

We staan nu aan een klein stromend riviertje (Ada River) en rond acht uur waren we klaar met koffers uitpakken en alles een plekje geven. Zoals altijd begint de “jetlag” parten te spelen en vallen de ogen spontaan dicht…. om negen uur liggen we alle drie op bed !

Verslag 2

Het koelde vannacht af naar tien graden en mede door het geluid van het vallende water in de  rivier hebben we heerlijk geslapen. Wel werden we alle drie midden in de nacht even wakker, maar dat komt door het tijdsverschil van tien uur, je hele ritme is verstoord. Om zeven uur zijn we opgestaan en konden nu uitgerust aan onze reis beginnen. We rijden lange tijd door beboste bergen vol varens en tegen tienen stoppen we bij de Toorongo Falls waar we een wandeling van een uur maken langs twee watervallen.

Later maken we nog een stop bij het Blue Rock Lake, waar volop gevist wordt, waarna we  richting de kust gaan.

Na een uur rijden door droog vlak gebied komen we tegen half drie aan bij het plaatsje Seaspray vanwaar je naar de Ninety Mile Beach kunt gaan. Hier vinden we al snel een leuk plekje achter de duinen en natuurlijk gaan we even pootje baden in zee waar witte koppen op de golven staan door de harde wind.

Later moeten we zelfs de camper draaien om zo, uit de wind, een spelletje Carcassonne te spelen, dat glansrijk gewonnen wordt door Dennis. We hadden nog hout in de camper liggen van vorig jaar dus na het eten gaat de vlam erin en zitten we gezellig rond het kampvuur, hopelijk volgen er nog vele !

Verslag 3

We hebben vandaag zo’n drie honderd kilometer afgelegd, eerst zijn we nog een stuk langs de Ninety Mile Beach gereden en beseften toen dat we veel geluk hebben gehad met ons rustige plekje bij de duinen, afgelopen nacht, alle andere kampeerplekken zijn overvol. De scholen hebben vakantie tot en met zesentwintig januari en ook is het weekend dus veel Australiërs zijn met vakantie ! We gaan verder in noordoostelijke richting want Dennis wil graag het countryfestival in Tamworth meemaken en deze plaats ligt nog een stuk noordelijker dan Sydney, dus we hebben nog een lange weg te gaan. In de plaats Sale stoppen we bij een “car wash” om de auto’s  te reinigen, ze hebben negen maanden (op een afgesloten terrein) buiten gestaan in weer en wind dus ze kunnen wel een schoonmaakbeurt gebruiken.

Via Bairnsdale en Bruthen rijden we naar Orbost, waar we de Bonang Highway nemen, een smalle tweebaansweg vol bochten. Halverwege stoppen we bij Goongerah Campground in het Errinundra N.P. waar we, net als de twee vorige nachten, gratis mogen staan.

Er is een kreek met helder stromend water waarin we geruime tijd met onze voeten verkoeling zoeken en verder genieten we van ons mooie plekje in de schaduw van enkele hoge bomen.

Het bevalt ons weer prima in Australië !!

Verslag 4

We hadden de eerste dagen nog maar weinig “wildlife” gezien, hooguit een hippende kangoeroe en enkele vliegende, felgekleurde parkieten. Vanmorgen werden we wakker van een groep krijsende kaketoes en ook spotten we de eerste “lachende” kookaburra. `

We vervolgen de slingerende weg door de bergen en wanneer we bij het Snowy River N.P. komen gaat deze over in gravel. Dennis neemt gelijk meer afstand want we laten natuurlijk een flinke stofwolk achter ons.

(Een grote vrachtauto die meer haast heeft laat ons stof happen !)

Rond tienen verlaten we de staat Victoria, waar Melbourne deel van uitmaakt en gaan we verder in New South Wales, waar we de komende weken zullen verblijven. In het gehucht Delegate stoppen we om de mails te verzenden en bekijken we een replica van een oude nederzetting uit 1840.

Daarna volgt nog een lange rit door het South East Forests N.P. waarna we uitkomen bij de plaats Merimbula aan de oostkust.

Hier houden we middagpauze bij een prachtig uitkijkpunt en gaan vervolgens noordelijk naar Tathra, de plaats waar vorig jaar zeventig huizen zijn afgebrand terwijl wij er maar tien kilometer van verwijderd waren.

We rijden er naar de “Historic Wharf” waar, zoals altijd, diverse vissers actief zijn.

Dan wordt het tijd voor onze volgende overnachtingsplek en tegen half drie komen we aan bij Gillards Campground in het Mimosa Rocks N.P., waar we een prachtig plekje vinden met uitzicht op zee.

Terwijl Dennis een duik neemt in het koele water maken Wim en ik een lange strandwandeling waar we enkele heel aparte rotsen zien.

Op de kampplaats leeft een hele groep kangoeroes waarvan er enkelen jongen hebben, ook zien we een guenna over de grond schuiven, ineens is er dus volop wildlife !

Later komt er een walleby aanhoppen en ook deze heeft een kleintje in haar buidel.

Tegen de avond gaat de barbecue aan met heerlijke lamskoteletjes erop ….we genieten weer volop !

Verslag 5

We hebben tot nu toe elke dag wel twee honderd kilometer of meer afgelegd, dus vandaag doen we het rustig aan. Weer gaan we verder in noordelijke richting en vlakbij de plaats Bermagui stoppen we bij Camel Rock, een aparte rotsformatie in zee, waar je met een beetje fantasie een kameel uit kan halen.

Ook moet er weer getankt worden en heeft de koelbox, achter in de auto van Dennis, nieuwe ijsblokjes nodig, iets wat om de dag vervangen moet worden. Tegen de middag zijn we echter al op een nieuwe plek: Congo Campground in het Eurobodalla N.P. een plaats waar Wim en ik jaren terug ook geweest zijn.

Ondanks de drukte vinden we weer een leuk plekje met uitzicht op zee, al zag alles er in herinnering mooier uit.

Op het moment nestelen er diverse soorten vogels op het strand en ook zien we weer pelikanen en zelfs een lepelaar.

Er staat een harde wind die er voor zorgt dat het haast fris aanvoelt en dat bij dertig graden ! Toch gaat Dennis nog even de zee in terwijl Wim en ik het bij een “voetenbad” houden.

Voor het eerst kookt Dennis, deze reis, en serveert hij een heerlijke bami. Wel gemakkelijk om met twee koks op reis te zijn !!

Verslag 6

We hebben vandaag enkele dingen moeten vervangen: de gel-accu voor het leefgedeelte van de camper, die er al in zat toen we deze in januari 2015 overnamen, begint sneller leeg te raken en wanneer we straks vier dagen in Tamworth staan, zonder stroom en bij een temperatuur van rond de veertig graden, dan moet de koelkast het wél doen, al is het alleen maar voor een lekker koud biertje !! Gelukkig hebben we zonnepanelen, maar daar heb je ’s nachts niks aan.

Ook de blokken voor onder de wielen om de camper recht te zetten (levellers) waren helemaal kapot dus daar hebben we nieuwe voor gekocht. Nadat we de levensmiddelen weer hebben aangevuld rijden we lange tijd noordwaarts over de kustweg en bij Nowra gaan we het binnenland in richting Kangaroo Valley.

Nadat we over de oudste hangbrug van Australië (Hampden Bridge, gebouwd in 1898) zijn gereden stoppen we bij Bendeela Recreation Area gelegen aan Lake Yarrunga, een zijarm van de Kangaroo River.

Om vijf uur is het nog vierendertig graden in de schaduw dus gaan we alle drie het water in, wat helaas niet erg verkoelend is.

In Bendeela R.A. leven verscheidene soorten dieren, maar vooral vanwege de wombats zijn we hier naartoe gekomen, Dennis heeft deze grasetende, in holen wonende nachtdieren, die alleen in Australië voorkomen, nog nooit in levende lijve gezien en ….. om acht uur spotten we de eerste wombat, een prachtige, wollige, grote “hamster”. Hij loopt bijna tegen Wim aan, die hem op de film zet !

Tegen de tijd dat het schemerig wordt spotten we er nog minstens zes, waarvan er één een jonkie bij zich heeft, wat een mooie ervaring.

Nu maar hopen dat het vannacht een beetje afkoelt, om negen uur is het nog dertig graden in de camper !!

Verslag 7

(Mijn afwasmachine !!)

Niet ver van Kangaroo Valley bevinden zich de Fitzroy Falls en al vrij vroeg wandelen we naar enkele watervallen behorend bij Morton N.P..

Daarna volgt een ruim twee honderd kilometer lange, hete rit gedeeltelijk door de drukke voorsteden van Sydney, om tegen tweeën uit te komen bij Patonga gelegen in het Brisbane Water N.P., waar we al twee keer eerder geweest zijn. Ook nu is de kampplaats weer helemaal vol en belanden we (voor de derde keer !!) op de reserve plaats die tevens (volgens ons) de mooiste plek van de camping is. Het is ruim vijfendertig graden maar er waait een koele bries vanuit zee, waardoor het goed uit te houden is.

Omdat er hier wasmachines zijn draai ik een wasje dat binnen no time droog is en ook kunnen we hier heerlijk douchen.

Maar natuurlijk gaan we eerst zwemmen in de rivier die uitkomt in zee en in tegenstelling tot gisteren is het water nu echt verkoelend.

Verder doen we het kalm aan: we doen weer een spelletje Carcassonne en ’s avonds kookt Wim een prima maaltijd. Rondom ons is het druk met geluiden van Australische gezinnen die hier vaak weken op vakantie zijn. Het voelt heel relaxt en we gaan alle drie vrij vroeg naar bed, moe van de warmte en de lange rit, met op de achtergrond het geluid van de kabbelende zee !

Verslag 8

Het is op het moment extreem heet in grote delen van Australië, in het nabij gelegen Sydney is het twee en veertig graden en ook in Melbourne gaat de temperatuur richting de veertig. We boeken een dagje bij, we hebben geen zin om nu te rijden, een dagje luieren is wel lekker én voor morgen wordt minder warm weer voorspeld. Gelukkig mogen we op het (reserve) plekje blijven staan, want hier vangen we de meeste wind vanuit zee.

’s Morgens is het vrij benauwd maar zodra de wind aanwakkert is het prima te houden, onder de luifel is het dan zelfs onder de dertig graden !!

Iedereen op de kampplaats zit of in de schaduw of in het water en ook wij doen het heel rustig aan: Dennis gaat een keer de zee in, we lezen veel en doen diverse spelletjes.

Eigenlijk is het ’s avonds voor ons het warmst, de wind gaat liggen en de temperatuur blijft steken bij vijfentwintig graden, de plantenspuit wordt dan ook regelmatig gebruikt en ook wordt er heel wat  gedronken !

Verslag 9

Het is vanmorgen een stuk aangenamer dan gisteren dus trekken we weer een eind verder richting  Tamworth. Via the Entrance gaan we naar Newcastle, maar net voor Swansea stoppen we bij Caves Beach, waar een prachtig strand ligt vol grotten, waar je alleen bij laag tij naartoe kunt wandelen.

Gelukkig is het nu eb en daarom gaan Dennis en ik de aparte rotsen, die wel wat weg hebben van de Algarve kust in Portugal, wat dichterbij bekijken. Wim voelt zich al enkele dagen niet erg lekker (flink verkouden en een rauwe keel), dus die blijft bij de camper.

Nadien rijden we naar Myall Lakes N.P., maar het is duidelijk nog vakantietijd én weekend: de meeste kampplaatsen staan vol. We vinden uiteindelijk een plek bij Banksia Green Campground waar we zelf schaduw creëren, want onder bomen staan kan hier niet.

We staan vlakbij zee, maar deze is hier niet erg uitnodigend om in te gaan, we vermaken ons toch wel met een boek en een spelletje ! Tegen de avond begint het echter te motregenen en verruilen we de zonneluifel voor een regenscherm, gelukkig zijn we van alle gemakken voorzien !

Verslag 10

We hebben vanmorgen (20 januari) nog geruime tijd in Myall Lakes N.P. gereden, onderweg hebben we een korte overtocht gemaakt met Bombah Point Ferry naar de andere kant van een meer, waarvoor we een half uur moesten wachten.

Er kunnen maar zes auto’s op de pont dus sommigen in de wachtrij konden pas na een uur mee en dat voor zo’n klein stukje water !!

We gaan nog even naar Seal Rocks, ook behorend bij het park, waar het gigantisch druk is terwijl je de zee nauwelijks in kunt door het vele wier dat er ligt.

Via Booti Booti N.P. komen we uit bij Forster waar we weer een Woolworth bezoeken en daarna aan de waterkant middagpauze houden.

Enkele vissers zijn net klaar met het schoonmaken van hun vangst en een grote groep pelikanen is de laatste stukjes afval nog aan het verorberen.

Daarna bezoeken we het kleine Nationale Park Saltwater waar een mooi strand bij hoort, waarna we doorgaan naar Crowdy Bay N.P., je rijdt hier van het ene naar het andere Nationale Park !!

De kampplaats Diamond Head, pal aan zee, was natuurlijk helemaal vol en we komen terecht bij Kylies Beach Campground, waar het een stuk rustiger is.

Wel hippen hier enkele wallebies rond en ook zien we weer leguanen.

We wandelen naar zee, die hier, in tegenstelling tot het strand bij Diamond Head, helemaal schoon is.

’s Avonds gaat de barbecue aan en weer zitten we tot bedtijd  buiten !

Verslag 11

Het heeft vannacht geregend en geonweerd en ook vanmiddag is het weer raak, we hebben het grote zeil gespannen en brengen daar een groot deel van de dag door. `

Maar vanmorgen heeft Dennis nog even gezwommen in zee en ook zijn we met z’n drieën naar Kylie’s Hut gewandeld, hier heeft de Australische auteur Kylie Tennant jaren gewoond en boeken geschreven.

We hadden gisteren al voor twee nachten geboekt vanwege de tijdsplanning én omdat Wim nog lang niet fit is.

We spotten weer allerlei dieren waaronder een grote spin onder onze luifel ! Nadien kunnen we hem niet meer vinden, hopelijk gaat hij niet als verstekeling mee in de camper !!

Verslag 12

We verlaten vandaag de kust en het duurt wel twee weken voor we de zee weer gaan zien.

Via een mooie weg door de bergen, die grotendeels onverhard is, komen we tegen de middag aan bij de Ellenborough Falls.

Hier lopen Dennis en ik de zeshonderd één en veertig treden af naar de bodem van de kloof waar de waterval honderd en zestig meter omlaag stort.

(Deze slang glijdt vlak langs ons heen, op zoek naar een veilig plekje !)

Naar beneden lopen is makkelijk maar voor we weer terug zijn bij Wim, die bij de camper is gebleven, hebben we alle twee een natte rug !

Na de lunch gaan we verder over onverharde wegen door de bossen van Tapin Tops N.P.,die daarna overgaan van het ene naar het andere Nationale Park.

(Een “grader” maakt de weg weer een beetje beter begaanbaar)

Onderweg zien we een bord met daarop: “verboden te rijden tijdens nat weer”, maar het is nog droog wanneer we daar starten. Echter tijdens de rit begint het te regenen en te onweren waardoor de weg nat en glibberig wordt.

Gelukkig komen we heelhuids aan op de bochtige Oxley Highway waarna we de weg vervolgen tot aan de Apsley Falls (Oxley Wild Rivers N.P.). Deze waterval staat helaas helemaal droog, wel is de “gorge” prachtig om te zien.

We mogen hier overnachten en net als alles opgebouwd is begint het weer te regenen en te onweren, waardoor we de avond weer onder het zeil doorbrengen !

Wanneer het helemaal donker is ziet Dennis ineens een possum die wegduikt onder zijn auto !

Verslag 13

Vandaag is Dennis weer een jaartje ouder geworden (33 jaar) en voor de tweede keer op rij vieren we zijn verjaardag in Australië. Vanmorgen hebben de laatste honderd kilometer naar Tamworth afgelegd en tegen de middag komen we aan bij de plaats waar elk jaar van 18 tot en met 27 januari het countryfestival wordt gehouden. De plaatselijke sportvelden worden tijdelijk gebruikt als kampeerplaats en net als andere jaren staan er honderden caravans, campers en tentjes verspreid over het terrein. We vinden een mooie, schaduwrijke plaats vlakbij de rivier, die door de stad loopt, waar we onze auto’s neerzetten en ook het grote zeil spannen voor extra schaduw en eventuele regen.

Dan nemen we eerst een glas champagne en een stuk taart, waarna we naar het centrum van Tamworth lopen.

Het is hier weer flink warm: zevenendertig graden en we zijn dan ook oververhit wanneer we de eerste countryzangers horen, hoog tijd voor een biertje !

Zoals altijd hangt er een leuk sfeertje in de stad en horen we heel wat verschillende liedjes, soms zelfs door elkaar heen.

We zien enkele “oude bekenden”, die Wim en ik twee jaar terug ook gehoord hebben toen we hier waren.

Tegen de avond krijgen we telefoon van Marcel en Marieke, die natuurlijk Dennis willen feliciteren.

Daarna gaan we naar het Tudor Hotel waar altijd optredens zijn en waar je goed kunt eten en als we tegen half negen weer buiten staan komt de regen met bakken uit de lucht, weer vergezeld door onweer.

Zodra het droog is wandelen we terug naar de kampplaats, benieuwd of alles nog droog is, wat gelukkig het geval is. Wel is het flink afgekoeld, waardoor we vannacht redelijk koel (tweeëntwintig graden !) kunnen slapen. In Holland is het nu minus vijf graden en ook ligt er een dik pak sneeuw, wat een verschil !!

Verslag 14

We zijn inmiddels twee dagen verder en hebben al heel veel verschillende countrymuziek gehoord. Gistermorgen hebben we eerst een tijdje doorgebracht bij de campers waar het dan nog goed te houden is in de schaduw. De voorzieningen zijn hier trouwens prima: er zijn voldoende douches en toiletten, ook komen ze elke morgen langs met zakken ijs en allerlei levensmiddelen. Wanneer we tegen elven in het centrum van Tamworth zijn schaffen we eerst voor alle drie een “Cooli Towel” aan, dit is een langwerpige lap stof die je nat maakt en dan omslaat, waarna deze uren verkoelend werkt. Overal in de stad zijn waterpunten om je flesje te vullen en dus ook om de doek weer nat te maken.

Het is weer gigantisch druk met mensen, kraampjes, attracties en natuurlijk muzikanten, alleen al rondkijken is erg leuk !

Midden in de stad is een groot overdekt podium waar elke twintig minuten andere artiesten optreden en daar zien we ook Lee Kernaghan, één van de grootste countryzangers van Australië waar ook wij diverse CD’s van hebben.

In de loop van de middag gaan we terug naar de kampplaats, het hete weer, rond de veertig graden, maakt het erg vermoeiend ! Ook nu blijkt onze plek nog grotendeels schaduw te hebben al is het daar natuurlijk ook goed heet. Sommige mensen gaan de rivier in om af te koelen, wij nemen een douche en gebruiken de plantenspuit en natuurlijk wordt er weer veel gedronken om inwendig een beetje koel te blijven !! Tegen elven is het nog steeds dertig graden in de camper, maar we hebben allemaal redelijk geslapen. Vanmorgen zijn we eerst naar de “Town hall” gewandeld waar een prima Ierse band een optreden verzorgt, inclusief doedelzakspeler en danseressen.

Daarna  komen er steeds artiesten die mee doen aan een wedstrijd en slechts één nummer zingen en dit gaat door tot één uur. Al die tijd zitten we in een heerlijke koele ruimte met airconditioning, de zaal zit dan ook goed vol !!

Vervolgens wandelen we naar een country club waar we twee jaar terug ook geweest zijn en daar komen we ineens Eddy en Magda tegen, twee Hollanders die allebei op jonge leeftijd naar Australië geëmigreerd zijn met hun ouders en nu al bijna vijftig jaar samen getrouwd zijn. Het zijn vrienden van mijn zus en zwager, maar we hebben ze al verschillende keren ontmoet, ook in Tamworth.

We hebben een gezellige tijd samen en pas tegen de avond nemen we weer afscheid. Nadat we in de stad weer wat gegeten hebben (het is te ver en te heet om even heen en weer naar de camper te lopen !) gaan we nog even het park in waar ook elke avond optredens zijn. Tegen half tien vinden we het echter welletjes en keren terug naar kampplaats, waar het buiten nog dertig graden is en binnen nog vierendertig ! Voorlopig gaan we dus nog maar niet naar bed !

Verslag 15

Vandaag (26 januari) is het Australia Day, de geboortedag van de natie (1901), een nationale feestdag  waardoor haast iedereen vrij is. Hier in Tamworth is het nog drukker dan de afgelopen dagen, tevens is het de laatste dag van het grootste muzikale festival in Australië. We zijn vanmorgen weer naar de Town Hall (met airconditioning !) gegaan waar de finale is van een muzikale competitie: de hele week zijn er optredens geweest van beginnende artiesten, waarvan de jongste pas acht jaar is. De besten van diverse leeftijdscategorieën treden nog een keer op, waarna de winnaars bekend gemaakt worden. Het was erg leuk om te zien en te horen, en wat een talent zit erbij !

Pas rond half twee is het afgelopen en tot die tijd merken we niets van de hitte, maar zodra  we buiten staan …… weer is het veertig graden !!

We duiken maar snel een overdekt, koel winkelcentrum in en eten daar gelijk wat en later zitten we lange tijd boven in het Tudor hotel waar natuurlijk ook weer optredens zijn  én waar we een biertje kunnen drinken !!   Tegen de avond lopen we naar het Tamworth park waar een groot optreden is van allerlei plaatselijke artiesten met als afsluiting een groot vuurwerk, we hadden gister al stoelen besproken en zitten eerste rang !

Weer luisteren we naar prima muziek, maar aan het eind van de avond zijn we het er alle drie over eens: vier dagen Tamworth is lang zat, we hebben voorlopig wel genoeg country muziek gehoord !!

Verslag 16

Nadat we ons vanmorgen hebben laten vereeuwigen bij de “Big Golden Guitar” verlaten we Tamworth en gaan op weg in zuidelijke richting naar Muswellbrook. Al vrij snel gaan de ramen dicht en gaat de airco aan én natuurlijk klinkt er lekkere countrymuziek uit de luidsprekers !!!

Lange tijd rijden we door dor, droog, heuvelachtig landschap en tegen tweeën maken we een korte lunchstop in een park bij Broke, gelegen aan de westkant van het wijngebied  Hunter Valley.

Ook vandaag is het over de veertig graden Celsius en zelfs een kikker zoekt verkoeling in een toiletgebouw !

(Ook de koeien gaan pootje baden !)

We rijden weer een stuk verder zuidwaarts via de mooie slingerende “route 33”, die vooral geliefd is bij motorrijders en komen vervolgens bij het Dharug N.P. waar we lange tijd langs de Hawkesbury River rijden. Onderweg krijgen we nog een flinke plensbui die voor iets verkoeling zorgt en nadat we met een pont de rivier overgestoken zijn komen we tegen zessen aan bij de kampplaats NSW Ski Gardens bij Wisemans Ferry, waar het (op zondagavond) nog erg druk is, het blijkt dat iedereen maandag nog een vrije dag heeft vanwege Australia Day !

Toch vinden we een prima plek aan de rivier, waar Dennis snel verkoeling zoekt, al is het gelukkig niet meer zo heet als in Tamworth.

Tegen negenen begint het ineens weer te regenen en te onweren, waardoor het lekker afkoelt !

 

Met Wim gaat het gelukkig een stuk beter, we hadden nog antibiotica uit Griekenland (in 2017 was Wim tijdens de rondreis door de Peloponnesos ook ziek) en deze werken, samen met een hoestdrank, prima !

 

Nog een paar “weetjes”: de kiwi’s die we hier kopen komen niet uit Nieuw-Zeeland maar uit Italië en de miljoenen plastic tasjes die je bij de grootste supermarktketen Woolworths (voor vijftien cent) koopt worden gemaakt in Duitsland !!

Verslag 17

In tegenstelling tot gisteren (ruim drie honderd zestig kilometer) leggen we vandaag niet zo’n grote afstand af, wel is de rit erg mooi. We starten met een smalle weg die langs de Hawkesbury River loopt naar Lower Portland.

Daar gaan we weer met een (gratis) pont de rivier over en rijden dan naar Kurrajong Heights waar we de bochtige “Bells Line of Road” (B 59) nemen die dwars door de Blue Mountains gaat. Helaas is het een beetje heiig waardoor je de bergen niet zo duidelijk ziet.

Vlak voor Lithgow nemen we een onverharde weg naar Hassans Walls, dit zijn aparte rotsen die boven het landschap uitsteken.

Iets verderop ligt Lake Lyell en daar gaan we met onze auto’s pal aan het meer staan, waar nog diverse waterskiërs actief zijn.

Eerst hebben we nog volop zon, dus bouwen we de extra luifel op, maar aan het eind van de middag wordt het helemaal bewolkt en horen we het in de verte weer rommelen, later op de avond krijgen we weer een flinke onweersbui over ons heen !

Verslag 18

Het is vanmorgen helemaal opgeklaard en we starten met een prima temperatuur aan de lange rit naar onze volgende bestemming.

(Gelukkig hoeven we niet over deze weg !)

 

We leggen zo’n vier honderd kilometer af en zitten dan ook het grootste gedeelte van de dag in de auto. Tot aan Cowra rijden we met de ramen open, maar daarna wordt het weer airco aan, alles dicht !

(Arme schapen !!)

Via de plaatsen Young en Tumut gaan we naar het Kosciuszko N.P. , waar we bij Yachting Point Campground een leuk plekje vinden met uitzicht op het water.

Helaas is het waterpeil van het meer heel laag, nu merk je pas hoe ze hier snakken naar regen !

We zien weer kangoeroes rondhippen en sinds lange tijd spotten we emoes, die dan ook uitvoerig op de foto gezet worden.

We zijn nog maar vijf honderd kilometer verwijderd van Melbourne, vanwaar we over een week overvaren naar Tasmanië, dus van nu af aan kunnen we het heel rustig aan doen !

Verslag 19

Het hooggelegen Kosciuszko N.P. is erg geliefd: in de winter wordt er volop geskied en ’s zomers is het een prachtig gebied om te kamperen en te wandelen. Wij rijden eerst naar de Yarrangobilly Caves, waar we een “self-guided”  toer boeken. We zijn de enigen die door de mooie grotten wandelen en zo ons eigen tempo kunnen bepalen.

Bij het Visitor Centre krijgen we te horen dat er in Tasmanië al ruim een maand bosbranden woeden, daar zullen we dus zeker iets van gaan merken wanneer we daar zijn ! Na de wandeling rijden we vijfentwintig kilometer over onverharde wegen naar Blue Waterholes Campground, een favoriete plek van ons die we Dennis ook willen laten zien. Onderweg stoppen we bij Cooleman Homestead , hier zijn enkele oude gebouwen te bezichtigen.

In dit gebied komen veel wilde paarden (brumbies) voor en ook vandaag lopen er enkele over de kampplaats.

Nadat we alles opgebouwd hebben wandelen we naar de “blue waterholes” waar de mannen de grotten inklimmen, Wim is weer duidelijk “de oude” !

Nadien waden we door het koude rivierwater en Dennis gaat zelfs nog even helemaal onder, maar langer dan enkele seconden houdt hij dat niet vol.

We zien een “Eastern Water Dragon”, die gauw wegschiet zodra hij ons ziet.

Tegen de avond komen de kangoeroes tevoorschijn, dit keer zien we zelfs twee vrouwtjes met jong !

Terwijl we een spelletje Carcassonne spelen begint het te regenen, al duurt dit gelukkig niet lang.

Wel koelt het hier ’s avonds, vanwege de hoogte, flink af, dus gaan we eindelijk weer eens een kampvuur maken !

Verslag 20

Toen we gisteravond bij het kampvuur zaten liepen er wel zes paarden vlakbij rond en ook vannacht hebben we ze nog een paar keer gehoord.

Vanmorgen zijn we gestart met een mooie, zeven kilometer lange, wandeling, deze “Nichois Gorge Walk” brengt ons naar twee grotten: de Cooleman en de Murrays Cave en  beide zijn, met behulp van een paar goede zaklampen, grondig geïnspecteerd.

Regelmatig moeten we door een rivierbedding, maar deze is nu helemaal droog, dus we krijgen geen natte voeten !

Het is prima wandelweer, zo’n vijfentwintig graden met grotendeels bewolking en tegen lunchtijd zijn we terug bij de kampplaats. We doen een spelletje, lezen wat, de mannen worden gekortwiekt en tegen de avond gaat de barbecue aan.

De kangoeroes komen weer tevoorschijn en we genieten van ons mooie plekje. Ook nu eindigen we de dag met een kampvuur zittend onder een heldere hemel met ontelbaar veel sterren !

Verslag 21

De kangoeroes waren gisteravond in grote getale aanwezig en de “jeugd” was druk aan het ravotten, prachtig om te zien.

Later op de avond kwam er een kudde wilde paarden nieuwsgierig dichtbij onze plek, maar gelukkig deden ze verder niks.

Wel zagen we vanmorgen dat ze onze zonnepanelen wel erg interessant vonden en ook de motorkap was niet al te schoon meer.

We hebben een koude nacht achter de rug, acht graden, dus dat was lekker onder het dekbed slapen en met het vest aan ontbijten. Na twee dagen verlaten we de mooie plek en nadat we de vijfentwintig kilometer ruige, onverharde weg hebben afgelegd gaan we naar het skidorp Cabramurra, “Australia’s Highest Town”, waar we gelukkig ons afval kunnen dumpen.

Daar blijkt echter de doorgaande weg afgesloten te zijn en moeten we een stuk terug om vervolgens via een omweg naar Corryong te rijden, waar we pas rond half vier aankomen.

Inmiddels zijn we ook weer in de staat Victoria beland. Ruim een half uur later stoppen we bij “Staceys Bridge Camping Reserve” en parkeren  onze auto’s bij de rivier om te overnachten.

Het is nog dertig graden en we zoeken verkoeling in het ondiepe, stromende water, met een heerlijk koud biertje erbij !

Verslag 22

We rijden vandaag (2 februari) lange tijd in zuidelijke richting door het bosrijke Alpine N.P., waarvan grotendeels over een onverharde, bochtige weg.

We hebben geluk dat het weekend is, waardoor er geen grote vrachtwagens met hout langs razen. Weer zorgen we voor grote stofwolken achter de camper en de auto van Dennis is dan ook niet al te schoon meer, ondanks de afstand die hij steeds houdt.

In de plaats Omeo doen we voor de laatste keer, afgepast, boodschappen voordat we naar Tasmanië gaan, we mogen namelijk geen verse waren meenemen op de boot, omdat ze bang dat er ongedierte of ziektes op het eiland komen vanaf het vaste land.

We nemen nog een stuk van de “Great Alpine Road” en stoppen tegen drieën bij Tambo Crossing, waar we aan de Tambo River gaan staan, al kan je het haast geen rivier meer noemen !

Eerst houden we ons gedeisd in de schaduw (het is weer ruim vijfendertig graden) maar aan het eind van de middag gaan we alle drie het water in, waarna we onze buitendouche gebruiken om af te spoelen.

Nu zitten we af en toe nog te puffen, maar als we straks in Tasmanië zijn zullen we deze temperaturen nog gaan missen !!

Verslag 23

We zijn nog een dag bij Tambo Crossing gebleven, het plekje bevalt ons wel.

Al snel wordt het weer erg warm, maar we kunnen lange tijd in de schaduw van de bomen zitten. Een paar keer gaan we de rivier in, we hebben nu een diepere plek gevonden waar je niet eens kunt staan, ook is het water daar koeler.

Het is trouwens heel helder water en ik gebruik deze dan ook om nog even een wasje te doen.

Er waait een erg onregelmatige, hete föhnwind en terwijl we een potje Carcassonne spelen vliegen de kaartjes en pionnen ineens door de lucht ! De temperatuur loopt op naar vijfendertig graden in de schaduw en in de camper is het zelfs veertig graden, de plantenspuit wordt dan ook volop gebruikt en natuurlijk zorgen we ook dat we inwendig koel blijven !

We hadden ons net afgedoucht en waren een tweede spelletje aan het spelen toen het opeens begon te onweren en te stortregenen, dit keer wordt het hele spel drijfnat, net als onze stoelen en wij zelf.

Wanneer het even droog is spannen we snel het groene zeil, want zo te zien is er nog meer regen op komst. Al met al was het een heel verrassend dagje !!

Verslag 24

We hoeven vanmorgen maar honderd twintig kilometer af te leggen naar onze volgende en laatste overnachtingsplek op het vasteland van Australië: Marlay Point aan het Lake Wellington, waar we rond de middag aankomen. Weer is het een gratis plek, de laatste betaalde plaats was bij Wisemans Ferry !

Ik vind een half verroest tosti-ijzer terug in onze “schuur” en deze blijkt nog prima tosti’s te kunnen fabriceren !

Het is vandaag beduidend minder warm en vanaf het meer waait er een stevige wind, waardoor er golven ontstaan. Het lijkt wel of we aan zee zitten, zij het dat er geen eb en vloed is én dat het water zoet is !

We verkennen de omgeving, lezen een boek en maken vast wat voorbereidingen voor de overtocht naar Tasmanië.

Natuurlijk komt ook ons favoriete spel Carcassonne weer tevoorschijn, dat gelukkig weer helemaal opgedroogd is. Tegen de avond plaatsen we het groene zeil om uit de wind te kunnen zitten. Morgen is het nog drie uur rijden naar de haven van Melbourne, dus we hebben zeeën van tijd, het is dan ook de bedoeling onderweg een wasserette op te zoeken waar we wel enkele uren zoet zullen zijn. De boot vertrekt om half acht ’s avonds en we komen de volgende morgen om zes uur aan, nu maar hopen dat er niet te veel golven zijn, want het kan aardig spoken op de “Straat Bass”, de ruim drie honderd kilometer open zee die tussen Tasmanië en het vasteland van Australië liggen !

Verslag 25

In de nacht van maandag op dinsdag begon het steeds harder te waaien en de golven beukten tegen de kade. ’s Morgens is het helemaal bewolkt met nog steeds een stormachtige wind en dit blijft zo het grootste deel van de dag. We hebben trouwens de afgelopen weken van Melbourne naar Tamworth en weer terug bijna vier duizend kilometer afgelegd ! Tegen vijven komen we (met schone was)  aan bij Port Melbourne en kunnen gelijk doorrijden aan boord van de Spirit of Tasmanië, waardoor we al enkele uren op het schip zitten voor deze uitvaart.

We regelen twee Parkpassen, zodat we alle Nationale Parken op het eiland kunnen bezoeken en een visvergunning voor de vele meren op Tasmanië. Ook zitten we al volop te genieten van het lopend buffet voor de boot uit de haven vertrekt.

Nadien zoeken we een barretje op waar een gitarist prachtige “golden oldies” zingt en tegen half tien vertrekken we naar onze vier-persoons hut om te gaan slapen.

Inmiddels zitten we op open zee en begint het schip aardig op en neer te gaan … het wordt dus een erg onrustige nacht ! (Gelukkig hebben Wim en Dennis reistabletjes op waardoor ze geen last van zeeziekte hebben.) ’s Morgens voor zessen wordt iedereen gewekt zodat je om half zeven klaar zit in de auto en rond zeven uur rijden we het centrum van Devonpoort al in, om daar een heleboel levensmiddelen in te slaan, letterlijk alles is op !

Het is voor ons de derde en laatste keer dat we naar Tasmanië gaan, dit keer voor zeven weken, we zullen dus wel veel bekende plekken zien (wat niet erg is), maar natuurlijk ook weer nieuwe. Na vijftig kilometer rijden komen we tegen tienen aan bij “Leven Canyon Reserve”, waar we nog niet geweest zijn. We zetten hier onze auto’s neer om te overnachten, alle drie zijn we best moe.

Toch gaan we een uurtje later weer op pad om een mooie rondwandeling te maken naar de kloof, waar we eerst flink moeten klimmen naar Cruickshanks Lookout om vervolgens bijna zeven honderd treden af te dalen naar de rand van de canyon, eindigend met weer een forse klim.

Dennis heeft de route zelfs twee keer afgelegd, want bij terugkomst miste hij zijn autosleutel en nadat we alles afgezocht hadden leek de enige mogelijkheid dat hij deze tijdens de wandeling verloren was. Later vinden we hem gelukkig weer terug in z’n daktent ! Inmiddels hebben we allemaal de lange broek, dichte schoenen en twee vesten aan, het is hier nu eenmaal veel frisser dan op het vaste land, ook begint het te regenen.  Het is hier lange tijd erg droog geweest, dit in tegenstelling tot Townsville in Queensland waar nu een groot gedeelte van de stad onder water staat en de noodtoestand is afgekondigd  (er worden zelfs krokodillen gespot bij woonhuizen !)

Begin van de avond gaat het kampvuur aan, dit keer voor de warmte,  maar het zal niet laat worden vanavond !!

Verslag 26

Het heeft de hele nacht flink geregend en ook tijdens het ontbijt is het nog niet droog. We zitten net te overleggen of we maar een dag blijven staan wanneer het ineens droog wordt en even later begint zelfs de zon te schijnen. Snel pakken we ons boeltje in, de tent moet op de volgende plek maar drogen, we kunnen weer op pad ! Onze eerste bestemming is Guide Falls, maar onderweg komen we  langs de Preston Falls, die we natuurlijk ook willen bekijken.

Het is weer erg mooi rijden in Tasmanië: de wegen zijn bochtig en heuvelachtig en steeds verandert het panorama.

Rond de middag komen we aan bij de Guide Falls en nadat we een smal pad volgen naar beneden  aanschouwen we opeens een werkelijk prachtige waterval !

Nadat we een boterhammetje gegeten hebben vervolgen we onze weg richting de noordkust en bij de plaats Wynyard maken we een lange stop: we hebben brandstof voor de auto, drank en gas, om op te kunnen koken, nodig en ook ga ik even langs bij de kapper.

Nadien rijden we nog een klein stukje om tegen vieren uit komen bij Boat Harbour Beach, waar we een prachtige plek vinden pal aan zee.

Inmiddels is de temperatuur weer ruim boven de twintig graden waardoor alles de kans krijgt om te drogen.

In de loop van de avond koelt het weer af, maar met het geluid van de golven erbij, zorgt dat alleen maar voor een betere nachtrust !

Verslag 27

Nadat we een korte wandeling hebben gemaakt bij het mooie, dichtbij Boat Harbour Beach gelegen, Sisters Beach, rijden we naar de andere kant van het Rocky Cape N.P., met z’n aparte gekleurde  rotsen.

Daarna gaan wij richting het vissersdorp Stanley en onderweg zien we de honderd tweeënvijftig meter hoge Circular Head, beter bekend als de Nut, al boven het landschap uitsteken.

Eenmaal aangekomen op het schiereiland rijden we naar een historisch gebouw: Highfield House, maar we hebben niet ieder twaalf dollar over om dit huis van binnen te bekijken.

Het oude centrum is interessanter en ook een viszaak waar “crayfish” verkocht wordt: wij gebruiken hier een heerlijke vismaaltijd met een halve kreeft erbij.

Nadien rijden we een stukje landinwaarts om tegen half vier uit te komen bij Bartletts Road Free Campsite in de buurt van Mawbanna, waar we eerst door een riviertje moeten om op de kampplaats te komen.

We kunnen nog een tijdje in de zon zitten, maar tegen de avond koelt het snel af en gaat het kampvuur aan !

Verslag 28

Weer heeft het de hele nacht geregend, de boeren zullen wel blij zijn na al die maanden van droogte en ook de brandweerlieden kunnen het rustiger aan gaan doen, de bosbranden zijn nu waarschijnlijk wel geblust. Het waaide ook flink vannacht waardoor een poot van onze luifel het heeft begeven, maar natuurlijk vindt Wim een oplossing en repareert het !

Wel is het al bijna middag voor we onze kampplaats, weer door de rivier rijdend, verlaten.

Vlakbij bevindt zich de Dip Falls, een prachtige waterval van de Dip River over harde, eeuwenoude basaltstenen.

Nadat we deze van twee kanten bekeken hebben gaan we door naar de Big Tree: een twee en zestig meter hoge boom met een omvang van zestien meter, “staand”  in het Dip River Forest Reserve, waar zich meerdere flinke bomen bevinden.

Vervolgens rijden we uren door het bosrijke Tarkine gebied, grotendeels over onverharde, weinig gebruikte wegen. Regelmatig ligt er een stuk stam op de weg, maar op een gegeven moment moeten we echt stoppen om een boom te verwijderen die de hele weg blokkeert, zelfs de bijl komt eraan te pas !

Bij Milkshake Hills F.R. houden we middagpauze, al moeten we onder een afdak zitten: de hele dag wisselen regen en zon elkaar af.

In de loop van de middag stoppen we bij Julius River Recreation Area & Camping waar we een beschut plekje zoeken, er staat een koude wind en het is maar tien graden !! Toch zijn we blij met onze manier van reizen, vooral wanneer we even later een groep mensen zien, van onze leeftijd, die alles op de fiets doen en kleine tentjes bij zich hebben !!

Verslag 29

Dennis heeft gisteravond, op weg naar het toilet, een Tasmaanse duivel gespot. Dit met uitsterven bedreigde dier komt, zoals de naam al zegt, alleen op Tasmanië voor en leeft vooral ’s nachts. Wim en ik hebben dit vleesetende buideldier alleen in een opvangcentrum gezien, maar nog nooit in het wild.

Helaas is het vandaag (zondag 10 februari) de hele dag nat en koud en voor de komende dagen ziet het er niet veel beter uit.

Toch rijden we een flink stuk: eerst nog een tijdje door de Tarkine, waarna we zo’n zeventig kilometer zuidwaarts gaan over een onverharde weg door de Arthur Pieman Conservation Area, een onbewoond gebied, waar we niemand tegenkomen.

We stoppen bij Corinna, een afgelegen gehucht waar je met een pontje (voor achtentwintig dollar !) de Pieman River overgebracht wordt.

We buigen hier echter af en gaan oostwaarts richting Waratah. Tegen drieën zijn we het slechte weer zat en stoppen bij een open plek om te overnachten.

We vermaken ons met een spelletje onder de luifel, waar het zeil weer aanvast gemaakt wordt.

Gelukkig kunnen we hier weer een kampvuur maken, iets wat gisteren op de kampplaats niet mocht, zodat we vanavond opgewarmd ons koude bed in kunnen duiken !

Verslag 30

Het regent, het regent en alles is nat !!! … maar dat zal geen zeven weken aanhouden !

Nadat we vanmorgen bij Waratah, gelukkig, konden tanken (in dit gedeelte van Tasmanië liggen de benzinestations soms ver uit elkaar !) en er onze watervoorraad weer aangevuld hebben, bekijken we, in de stromende regen, de waterval die zich midden in het dorp bevindt.

Vervolgens rijden we via Tullah naar Rosebery, waar een kleine supermarkt gevestigd is, ook hier hebben we van alles nodig. Een stukje verderop is een afslag naar de Montezuma Falls en daar gaan we in, niet om een wandeling te maken, maar om de campers neer te zetten voor de nacht.

Het blijkt een oud mijngebied te zijn, waar vroeger zilver gevonden werd.

Weer wordt alles zo opgebouwd dat we droog kunnen zitten en er geen water onder de luifel stroomt, rondom ons ontstaan spontaan watervalletjes !

Pas tegen zessen is het even droog en gaan Dennis en ik een eindje wandelen  (Wim begint alvast aan de voorbereidingen voor de barbecue), we komen uit bij het beginpunt van: “One of Tasmania’s 60 Great Short Walks” de Montezuma Falls, die een lengte heeft van acht kilometer heen en terug en waar je drie uur voor uit moet trekken. Er komen net twee jonge mannen terug die de trip gemaakt hebben en zij zijn zeer enthousiast over de wandeling, waarna wij ook een klein eindje het pad oplopen….. Misschien gaan we morgenvroeg toch naar de waterval toe !?!

(Van een paar andere wandelaars horen we dat het overmorgen gaat sneeuwen !!)

Verslag 31

Het heeft de hele nacht gestortregend en ook stond er een harde wind, we moesten zelfs ons bed uit want het groene zeil was losgeslagen, waardoor onze luifel kapot kon gaan. Tijdens het ontbijt was het gelukkig even droog, al was het met vijf graden wél knap fris ! We pakken alles kletsnat in en parkeren onze auto’s bij het begin van de Montazuma track, deze wandeling gaan we gewoon doen !!

Het blijkt een prachtige “walk” te zijn, die over een oud treinspoor gaat, op sommige plekken kun je de oude bielzen zelfs nog zien liggen.

Regelmatig krijgen we een regenbui over ons heen wat niet verwonderlijk is, want in deze koude rainforest valt gemiddeld drie meter neerslag per jaar ! Er staan heel wat plassen op het pad, maar we hebben allemaal goede wandelschoenen én regenkleding aan.

Na anderhalf uur komen we bij de honderdenvier meter hoge waterval, die je vanaf een hangbrug kunt bekijken.

Ook kan je nog iets dichterbij de Montazuma Falls komen, maar dan krijg je gelijk een frisse douche over je heen ! Terwijl we daar staan begint zelfs de zon even te schijnen, dit maakt het uitzicht overweldigend !

Nadat we weer vier kilometer teruggewandeld zijn komen rond half twee voldaan terug bij onze auto’s: we hebben net één van de hoogste watervallen van Tasmanië gezien !

(Het resultaat van drie uur banjeren door de plassen !)

We rijden door naar Zeehan, waar zich het “West Coast Heritage Centre” bevindt, in dit museum brengen we een uurtje door, waardoor we gelijk een beetje op temperatuur kunnen komen want het  is nog steeds onder de tien graden.

Daarna zoeken we weer een overnachtingsplek via Wiki Camps Australia (net zoiets als Park4night in Europa) en komen uit bij “Henty Bridge Overnighter”, een prachtige beschutte plek aan de Henty River, vlakbij de kust. Bij aankomst schijnt zelfs de zon waardoor we gelijk alles buiten hangen om te drogen.

Nadat we nog een tijdje van het mooie weer hebben genoten verhuizen we toch weer onder de luifel. Het kampvuur gaat weer aan zodat we de dag warm af kunnen sluiten !

Verslag 32

Vlakbij onze overnachtingsplaats bevinden zich de Henty Dunes, een grote massa zandduinen waar bij mooi weer met quads over gereden wordt. We klimmen de steile duinen op en bevinden ons, helemaal alleen, op de immense zandvlakte vanwaar je in de verte de woeste zee kunt zien.

We rijden door naar Strahan, een lieflijk plaatsje, ontstaan door de houtindustrie die hier in het verleden door dwangarbeiders verricht werd. Bij het infocentrum boeken we een treintrip met een oude stoomlocomotief, the West Coast Wilderness Railway, waarmee we een drie uur durende rit gaan maken.

Deze opgeknapte spoorlijn uit 1896 werd gebruikt om erts uit de mijnen van Queenstown naar de haven van Strahan te vervoeren.

Terwijl we over de smalle rails rijden in een eerste klas coupé, met uitzicht over de King River, krijgen we allerlei hapjes en drankjes geserveerd.

Onderweg maken we enkele stops en bij “Dubbil Barril” wordt de locomotief met mankracht gedraaid waarna deze aan het achterste, en nu dus voorste, treinstel wordt gekoppeld, waardoor wij ineens een prachtig uitzicht hebben vanaf het open balkon achterin.

Pas na zessen zijn we terug in Strahan en een half uurtje later hebben we weer een leuk plekje gevonden, dit keer aan de Lakeside Macquarie Harbour, vanwaar we op de grote natuurlijke haven van de westkust kijken.

Verslag 33

We hadden gisteren nog een trip geboekt: een cruise over “the World Heritage Gordon River”, dus vanmorgen zijn we bijtijds opgestaan en met de auto van Dennis teruggereden naar Strahan, waar om negen uur de zes uur durende boottocht begint.

Ook vandaag staat er een harde westelijke wind: de Roaring Forties genoemd. Van de westkust van Tasmanië is er tot aan het zuidelijke puntje van Argentinië aan de andere kant van de aardbol niets anders dan zee, dus de wind heeft lange tijd vrij spel ! We varen eerst via  Macquarie Harbour naar de smalle doorgang die uitkomt in de Indische Oceaan, Hell’s Gates, waar vele schepen vergaan zijn.

(Vanuit de kapiteinsstoel heb ik een prachtig uitzicht !)

Daarna gaan we zuidelijk en stoppen bij het kleine Sarah Island, een voormalig gevangenenkamp (1822-1833), waarvan nog enkele ruïnes te zien zijn.

We worden uitgebreid geïnformeerd over de twaalf honderd “prisoners”, die hier onder erbarmelijke omstandigheden hebben gewerkt en geleefd, toch zijn er op dit eiland vele uitstekende houten boten gebouwd door diezelfde mensen.

Weer terug aan boord wacht ons een prima buffet wat we ons goed laten smaken en ondertussen varen we de Gordon Rivier op. Helaas laat de zon zich niet zien vandaag, waardoor we de mooie reflectie op het tanninerijke water missen.

Er volgt nog een stop in het Franklin-Gordon Wild-Rivers N.P. waar zich de oeroude Huon-pijnbomen bevinden, deze bomen groeien maar een millimeter per jaar en kunnen drie duizend jaar oud worden ! We maken er een wandeling door de rainforest en je kunt zien dat het hier veel regent: overal zit mos op de bomen.

Tegen drieën zijn we terug in Strahan waar je bij de houtzagerij de olie ruikt die van de Huon Pine boom komt die net doorgezaagd wordt.

Nadat we nog een voorraadje hout gekocht hebben (geen Huon Pine, die is schrikbarend duur en niet bedoeld om te verbranden !!), omdat het hout dat in het bos ligt te nat is om te gebruiken, rijden we terug naar onze kampplaats, waar Wim meteen begint met het kloven van de stammetjes, we willen vanavond natuurlijk wel weer een warm kampvuur !!

Verslag 34

We hebben het vanmorgen rustig aan gedaan en zijn pas eind van de morgen weer terug in Strahan, waar we de gebruikelijke handelingen verrichten: vuilnis lozen, water en brandstof bijvullen en boodschappen doen. Ook halen we sinds lange tijd weer ijsblokjes, de afgelopen week hoefde het bier niet gekoeld te worden !!

We zijn nu voor de derde keer in Strahan (2007: twee weken in Tasmanië, 2017: vier weken en nu zeven weken !), maar we zijn nog nooit naar de Hogarth Falls gewandeld, behorend bij het dorp. Ook de overige watervallen, die we dit keer bekeken hebben, zijn op één na (Dip Falls) allemaal nieuw voor ons, net als alle overnachtingsplaatsen ! Na een trip van twintig minuten komen we bij de Hogarth Falls, die zeker de moeite van het bekijken waard is.

Daarna verlaten we Strahan en rijden naar Queenstown, een mijncentrum gebouwd rond de Mount Lyell Copper Mine. Het apocalyptische maanlandschap dat de drukke mijnbouw- en gieterijindustrie achterliet, is een attractie op zich geworden: kale heuvels, roze, goud, grijs en purper getint.

Ook hier is weer een vijftig meter hoge waterval te bekijken, de Horsetail Falls, maar interessanter is de Iron Blow Lookout met z’n aparte, blauwgroene water.

Een stukje verderop ligt het grillig gevormde Lake Burbury en hier vinden we een prachtige plek met uitzicht op het water en de bergen.

Inmiddels is het prachtig weer geworden en gaat zelfs de korte broek met een hemdje weer aan.

Zodra de zon achter de bergen verdwijnt koelt het weer flink af, maar dat geeft niet, het is in ieder geval weer droog !

Verslag 35

Tasmanië heeft veel Nationale Parken en een vijfde is zelfs Werelderfgoedgebied !

We hebben vandaag (zaterdag 16 februari) de hele dag doorgebracht in het Franklin-Gordon Wild Rivers N.P. en onderweg drie stops gemaakt: eerst bij de prachtige Nelson Falls, vervolgens zijn we naar de Donaghys Hill Lookout gelopen waar we een mooi uitzicht hebben over verschillende bergtoppen en als laatste wandelen we over de Franklin River Nature Trail.

Hier bevinden we ons weer in de koude rainforest vol bemoste bomen en lopen langs de Franklin River.

(Tijdens de cruise voeren we over de Gordon River behorend bij hetzelfde N.P.) Ook onze kampplaats ligt in het Nationale Park, we parkeren de auto’s bij Lake King William, al zit er niet zoveel water in het meer en lijkt het eerder op een rivier.

Voor het eerst deze reis werpt Wim z’n hengel uit, maar krijgt helaas niets aan de haak.

Weer is het de hele dag droog en kunnen we een tijdje genieten van de zon. Maar zoals we ondertussen gewend zijn gaat aan het begin van de avond de lange broek weer aan en kunnen we twee vesten over elkaar aantrekken !!

Verslag 36

Vanaf Lake King William rijden we, net voorbij Derwent Bridge, zo de zuidkant van Cradle Mountain-Lake St. Clair N.P. in, waar we eerst naar het voormalige pomphuis gaan, gelegen aan een lange pier, dat tegenwoordig dienst doet als luxe ressort.

Lake St. Clair is het diepste zoetwatermeer van Australië (ruim honderd en tachtig meter diep) en hiervandaan kun je de beroemde, ongeveer zes dagen durende  “Overland Track” lopen naar Cradle Mountain, tachtig kilometer noordelijk ! Wij houden het vandaag bij het maken van enkele foto’s en hebben geen zin in een wandeling: er waait een koude wind over het meer en de korte routes zien er niet interessant uit.

We rijden een klein stukje verder naar “the Wall”, waar één man, Greg Duncan, honderd houten panelen (ieder één bij drie meter) van Huon Pine bewerkt heeft tot schitterende taferelen,  die aaneengeschakeld opgesteld staan (twee wanden van vijftig panelen) in een gebouw. Wij zijn er twee jaar terug ook geweest en hebben er toen een heel fotoboek van gekocht, want mag je er geen opnames maken.

(Ook deze hand is uit hout gesneden !)

Nadien gaan we richting het “merengebied” en bevinden ons nu zo’n beetje in het midden van Tasmanië. We stoppen bij Bradys Lake waar we weer pal aan het water kunnen staan.

Het “wildlife” beperkt zich hier tot een kudde runderen, die af en toe nieuwsgierig dichtbij komen en één komt zelfs even in het tuig van Wim’s hengel vast te zitten.

We kunnen af en toe een tijdje in de zon zitten die dan best wel krachtig is, maar de meeste tijd is het bewolkt en fris. In tegenstelling tot gisteren mogen we gelukkig weer een vuurtje stoken, al blijft het met die draaiwinden soms best lastig !

Verslag 37

(Vanmorgen om zeven uur genomen door het gaas vanuit de camper !)

Het was de bedoeling nog een dagje bij Bradys Lake te blijven staan: de zon schijnt volop en het plekje is prima.

Helaas begint het steeds harder te waaien, de eerste tentstok trekt al helemaal krom en ook het zeil krijgt te veel wind te verduren, dus pakken we het boeltje in en trekken gewoon weer verder. We rijden eerst naar Dee Lagoon waar we zo onze auto’s op een prachtige locatie kunnen parkeren, maar ook hier staan we vol in de wind. Wel vindt Wim er enkele grote blokken hout, achter gelaten door een vorige kampeerder, die ter plekke gekloofd worden en in de voorraadzak verdwijnen.

We gaan weer verder over onverharde wegen en komen uit bij Lake Echo, een gigantisch meer vol dode bomen waar de wind volop overheen waait, dit wordt het dus ook niet. Gelukkig komen we tegen etenstijd uit bij Pine Tier Lagoon waar we wel een redelijk beschutte plaats vinden en  hier bouwen we onze huisjes weer op.

We kunnen nog lange tijd in de zon zitten en Wim gooit z’n hengels weer uit, al houdt hij het niet lang vol in de koude wind.

Maar we vermaken ons nog steeds prima en genieten van de prachtige, afwisselende natuur van Tasmanië !

Verslag 38

Het was vanmorgen om acht uur nog maar drie graden Celsius (we zitten dan ook op zeshonderd en vijftig meter hoogte !) en nu had ik wel even onze camper uit Holland hier willen hebben, zodat we binnen, met de verwarming aan, konden ontbijten ! In deze camper hebben we geen ruimte om in te zitten dus leven we altijd buiten. Wel hebben we een prima breed bed, een altijd werkende koelkast en een kraan met wasbakje  zodat  we ons binnen kunnen wassen. Voor het eerst deze reis komen we door een gebied waar bosbranden gewoed hebben, wanneer we over de Marlborough Road rijden (een verbindingsweg tussen de Lyell en de Lake Highway) zien we ruim twintig kilometer lang verbrande bomen en verschroeide aarde.

We gaan verder door het gebied van de Highland Lakes en rijden lange tijd langs Great Lake, duidelijk het grootste meer in de omgeving.

Tegen enen stoppen we bij de Liffey Falls waar we een vijfenveertig minuten durende wandeling maken naar de tiende waterval die we hier in Tasmanië bekijken.

Ook staat hier een vijftig meter hoge eucalyptus boom die je niet helemaal op de foto krijgt !

Bij de plaats Deloraine is zowaar een Woolworths supermarkt waar we geruime tijd doorbrengen en daarna rijden we nog een klein stukje naar Chudleigh waar we onze auto’s parkeren op een open plek midden in het dorpje. Het is de eerste keer dat we in Tasmanië betalen voor een overnachtingsplek, maar voor tien dollar (drie euro per auto) kunnen we geen armoe lijden ! Op weg ernaartoe  zien we grote rookwolken, zouden er nu weer bosbranden zijn? Een uurtje later is er niets meer te zien, dit keer is de brand gelukkig snel geblust !

Verslag 39

Via het leuke plaatsje Mole Creek, waar ik bij het postkantoor de verjaardagskaarten voor Marcel, Stijn en Ruben afgeef die alle drie begin Maart jarig zijn, rijden we naar Marakoopa Cave, een prachtige druipsteengrot waar zich ook gloeiwormen bevinden, iets wat alleen hier en in Nieuw-Zeeland voorkomt.

We lopen een uur door de ongelijkmatig hoge grot met z’n stalactieten en stalagmieten en wanneer de gids aan het eind van de toer alle lampen dooft zien we duizenden kleine lichtjes, net sterren, boven ons tegen de rotswand aan, erg indrukwekkend  !

Vlakbij bevindt zich ook nog de King Solomons Cave, maar één grotbezichtiging is wel genoeg op een dag.

We vervolgen onze weg naar  Mole Creek Karst N.P. en komen tegen tweeën uit bij Lake Parangana waar we eigenlijk alleen willen picknicken. De plek is echter zo mooi dat we besluiten hier te blijven staan, behalve een verlaten camperauto is er niets in de buurt.

We hebben net alles opgebouwd wanneer de eigenaar van de auto ons komt waarschuwen: we staan veel te dicht op het water dat zomaar twee meter kan stijgen, iets wat al twee keer gebeurd is de afgelopen week.

Dus pakken we alles weer in en verhuizen naar een hogere plek waar we ook op het meer kijken en zelfs nog beter uit de wind staan.

Ook hier ligt weer een stapel ongekloofd hout en de mannen zijn geruime tijd bezig om dit in kleine stukjes te hakken, maar we hebben weer hout voor zeker vijf keer en vanavond gaat de fik er flink in !!

Verslag 40

We zijn nog een dag aan het meer blijven staan, het bevalt ons hier prima, we hebben een prachtig uitzicht, staan uit de wind en, wanneer deze er is, ín de zon. Voor het eerst probeert Wim te vliegvissen maar er staat te veel wind.

Het was inderdaad maar goed dat we verhuisd zijn: het waterpeil is een stukje hoger en de auto van Dennis zou al in het water hebben gestaan.

Het wordt een heel rustige dag: we hebben geen internetverbinding, we zien geen mens en zelf het wildlife laat het afweten. We lezen, spelen natuurlijk weer enkele potjes Carcassonne en doen wat kleine klusjes.

Tegen de avond verbrandt Wim het afval van twee dagen, dat binnen enkele minuten verdwenen is.

Na de maaltijd gaat het kampvuur weer aan en zo is het een heel relaxte dag geworden !

Verslag 41

Vanaf onze kampplaats zijn we vanmorgen (vrijdag 22 februari) in zuidelijke richting gereden om zo dicht mogelijk bij de “Walls of Jerusalem” te komen, al weten we dat de weg dood loopt en dat je het Nationale Park alleen te voet, via een acht uur durende wandeling, goed kunt bekijken. Onderweg passeren we Lake Rowallan dat er mysterieus uitziet, en enkele ondiepe riviertjes, maar van de aparte rotsen behorend bij het park zien we weinig.

We keren om en net voor we de hoofdweg opdraaien nemen we de snel stijgende Lake Mackenzie Road en komen na veertien kilometer, op een hoogte van ruim elf honderd meter, uit bij Devils Gullet State Reserve waar we, na nog een kwartiertje wandelen, stoppen bij een schitterend uitkijkpunt.

Je kunt nog verder doorrijden bij “de “Great Western Tiers”, waar allemaal kleine meertjes op grote hoogte liggen, maar op een gegeven moment keren we toch om.

Voor we weer terug zijn bij de doorgaande weg is het al ruim twee uur én prachtig weer, dus raadplegen we WikiCamps.

Weer komen we terecht in Mole Creek Karst N.P. dit keer aan de snelstromende Mersey River, waar Dennis zelfs het water ingaat !

Ook het doek om de zon te weren wordt opgebouwd, de temperatuurmeter geeft vijfentwintig graden in de schaduw aan, …..zo mag het van ons voorlopig wel blijven !

Verslag 42

Gisteravond zat er een possum te eten vlak bij onze camper, hij was totaal niet schuw wat misschien iets te maken had met de stukjes vlees die we er hadden neergelegd !?!

Vandaag gaan we naar Cradle Mountain, het meest populaire en drukst bezochte park van Tasmanië. We waren al eerder in de buurt maar toen was het slecht weer, nu is het vierentwintig graden, er is haast geen wind en we hebben een strakblauwe lucht, de “perfect day” ! We moeten eerst nog ruim zestig kilometer afleggen om er te komen en onderweg maken we nog een stop: eindelijk hebben we even een goede internetverbinding en kunnen nu drie verslagen tegelijk verzenden. Je kunt het Nationale Park niet meer met eigen camper inrijden maar wordt met een shuttlebus afgezet bij één van de vier stops. Tegen enen stappen we  uit bij Ronny Creek om te beginnen aan een twee en een half uur durende wandeling langs vier meren, het is een schitterende trip en onze camera’s maken overuren.

We komen langs een prachtige waterval, waar we gelijk middagpauze houden, passeren het hoog gelegen Crater Lake om vervolgens via Wombat Pool, naar Lake Lilla te wandelen vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de gekartelde bergen die het park zo beroemd hebben gemaakt.

Daarna lopen we naar het oude boothuis aan het Dove Lake waar we weer een schitterend uitzicht hebben op de aparte bergen van Cradle Mountain.

Tegen half vijf zijn we terug bij onze auto’s en rijden nog een half uurtje om uit te komen bij Lake Gairdner, een overnachtingsplek waar we al een keer eerder geweest zijn (twee jaar geleden).

We kunnen hier nog een tijdje in de zon zitten en ’s avonds genieten we, bij het kampvuur, na van een prachtige dag !!

Verslag 43

Het was vanmorgen miezerig weer dus hebben we het rustig aan gedaan, pas rond elven zijn we via een mooie onverharde route naar Deloraine gereden, waar we vijf dagen terug ook waren. In dit noordelijke gedeelte van Tasmanië bevinden zich hoofdzakelijk boerenbedrijven en je kunt duidelijk zien dat ze nog niet over de droge periode heen zijn.

Weer brengen we een bezoek aan de Woolworths, vullen we de water- en brandstoftanks en ook zijn we geruime tijd bij een wasserette ! Pas rond vieren verlaten we de stad en gaan naar het Riverside Park bij het dorpje Bracknell waar we weer gratis kunnen overnachten. Dit keer staan we bij een kabbelend riviertje (Liffey River), we proberen, als het even kan, altijd aan het water te staan !

Verslag 44

We hebben vanmorgen eerst de historische dorpjes Evendale en Longford bekeken, maar al snel rijden we weer zuidwaarts richting de Highland Lakes waar we via haarspeldbochten op duizend meter boven zeespiegel uitkomen.

Dit keer stoppen we bij Arthur Lake, ten oosten van de Great Lake, maar allebei behorend bij Great Lake Conservation Area. Op Jonah Bay Campground staan veel oude caravans die op het moment niet bewoond zijn, maar wij vinden een schitterende plek met uitzicht op het meer zonder de andere onderkomens te zien.

Wim gaat vissen en zelfs Dennis probeert het even, maar geen van beiden vangt iets.

We zijn pas een uurtje op de kampplaats wanneer er een auto met caravan arriveert die vast komt te zitten bovenop een boomstronk. Natuurlijk gaat Wim helpen om de auto weer los te krijgen, al is dit niet zo eenvoudig: met een boor, zaag en bijl proberen ze het hout weg te krijgen maar uiteindelijk moet er een andere wagen aan te pas komen om de auto los te trekken.

Daarna blijven we actief want we willen de kuiptent uitproberen die hoort bij de daktent van Dennis’ auto. Als Marcel en Marieke met de jongens volgend jaar met deze combinatie gaan reizen (wij gaan dan natuurlijk ook mee met onze camper !) moeten we wel van te voren weten hoe de tent opgezet moet worden.

Het had een ontspannen middag moeten worden maar al met al zitten we pas tegen half zes met een wijntje te genieten van de prachtige omgeving. Om acht uur is het nog achttien graden, maar natuurlijk gaat het kampvuur weer aan, al is het alleen maar voor de gezelligheid !!

Verslag 45

Toen het gisteravond begon te schemeren kwamen er ineens miljoenen piepkleine vliegjes tevoorschijn die overal in en op gingen zitten, ontzettend irritant ! En ze waren niet alleen buiten, maar ook ín onze camper, zelfs ons bed zat er vol mee. Ik ben vanmorgen nog lange tijd bezig geweest om ons huisje weer “vlieg vrij” te krijgen. Helaas waait er vandaag een koude wind en samen met al die beestjes is het prachtige plekje nu toch wat minder interessant, dus trekken we weer verder. Via een onverharde weg (daar zijn er veel van in Tasmanië) komen we na de middag aan bij Lake Sorell (Dago Point Campground), een groot meer waar bijna niemand is.

Nu maken we er echt een rustige middag van met lezen en spelletjes doen, al is de “kapsalon met uitzicht” ook nog even open.

We zitten nog steeds vrij hoog waardoor het tegen de avond flink afkoelt: er wordt volop naar hout gezocht zodat we een warm vuur kunnen maken … en natuurlijk zorgen we ervoor dat we tegen schemertijd gegeten hebben en dat alle deuren en ramen gesloten zijn, we willen niet nog een keer van de vliegjes in onze camper !!

Verslag 46

We hadden gister een perfecte avond: een groot kampvuur, een heldere hemel met duizenden sterren boven ons, possums om ons heen die elkaar achterna zaten in de bomen en. . . . . . geen vliegje te zien !!

We verlaten het merengebied en gaan via Bothwell en Hamilton naar Mount Field N.P.. Onderweg komen we door erg droog, heuvelachtig gebied en nu zie je weer dat die paar dagen regen die we gehad hebben maar een druppel op de gloeiende plaat zijn, ze hebben hier dringend regen nodig !! De duizenden schapen hebben haast niets te eten en het gras heeft dezelfde kleur als hun vacht.

In het Nationale Park bevinden we ons opeens weer in de rainforest al staan ook hier de beekjes bijna droog en hebben veel varens dorre takken.

We maken een twee uur durende wandeling langs drie watervallen, waarvan de Russell Falls en de Horseshoe Falls het bekendst zijn.

Onderweg zien we veel eeuwenoude bomen die soms wel negentig meter hoog zijn.

Net als bij de andere twee valt er bij de Lady Barron Falls maar weinig water naar beneden.

Sinds lange tijd zien we weer een levende pademelon, een soort kleine wallebie. Dode exemplaren hiervan zien we helaas genoeg (veel te veel !!) liggen langs of op de weg, net als possums en af en toe een wombat, deze nachtdieren worden tegen schemering actief en letten niet op auto’s of vrachtwagens !

Een paar kilometer buiten het park is een plaats waar je (gratis) kunt overnachten ( Tyenna River) en daar komen we tegen vijven aan. We moeten hier echt in de schaduw zitten want het is ruim vijfentwintig graden en voor de komende dagen wordt er nog warmer weer voorspeld !  (Zaterdag negenendertig graden !!)

Verslag 47

Gisteren bij het visitor centre van Mount Field vertelden ze ons dat er nog steeds branden woeden zelfs in de buurt van het Nationale Park, richting Lake Pedder is een gebied helemaal verbrand en ook is de gravelroad naar het zuiden afgesloten. Toch zijn we vanmorgen over de Gordon River Road richting Strathgordon gereden en inderdaad is er een stuk weg waar aan beide kanten alle bomen verbrand zijn en kunnen we niet naar de oostkant van Lake Pedder, maar het grootste deel van de “World Heritage Area” is nog ongeschonden en de hele dag zien we nergens rook.

Regelmatig stoppen we om het grillig gevormde Pedder meer te bekijken, het grootste zoetwaterreservoir van Australië.

We rijden de honderd kilometer lange weg tot het einde toe en komen dan uit bij de Gordon Dam behorend bij Lake Gordon, een indrukwekkend bouwwerk waar je over mag lopen, wat we dan natuurlijk ook doen !

Vlakbij is een afslag naar de Serpentine Dam en hier zetten we onze auto’s neer op een mooi plekje aan Lake Pedder, waar Wim en ik twee jaar terug ook gestaan hebben.

De dag begon fris maar in de loop van de middag krijgt de zon kracht en gaat Dennis zelfs het water nog in, wanneer de zon echter achter de bergen verdwijnt kunnen de lange broek en de vesten weer aan, …….tijd voor een kampvuur !!

Verslag 48

We hebben vanmorgen gelijk prachtig weer: een strakblauwe lucht en zowaar geen wind. Bij het ontbijt vinden we dit nog heel fijn maar later in de ochtend wordt het snel te warm.

Om elf uur is het al dertig graden in de camper en we staan pal in de zon, tijd om te vertrekken ! We hoopten nog een ander leuk plekje te vinden langs het meer, maar omdat de weg waar de kampplaatsen aan liggen afgesloten is, zit er niets anders op dan helemaal terug te rijden naar Maydena en daarvandaan richting Huonville te gaan, zo ons schema volgend, wat ik thuis al gemaakt heb.

De TomTom staat nog steeds ingesteld op “kortste route” en brengt ons via allerlei onverharde wegen door bossen en over bergen naar de Huon River, waar we tegen vieren aankomen bij “Shipwrights Point Regatta Ground”, iets ten noorden van Geeveston.

(Onderweg zien we een echidna, een soort egel !)

Hier kunnen we gelukkig in de schaduw staan, want het kwik is opgelopen naar bijna veertig graden.

Om de haverklap komen er twee watervliegtuigen langs die vlak over het water scheren en een eindje verderop draaien. Wij dachten dat dit voor recreatiedoeleinden was, maar van de caretaker  horen we dat er vlakbij brandhaarden zijn en dat de vliegtuigen water scheppen om daar te droppen. Het gebied rond Hartz Mountains N.P. is afgesloten, maar waar wij naartoe willen, Recherche Bay, helemaal in het zuiden, is gewoon toegankelijk. Wel krijgen we diverse lokale radiozenders en alarmnummers die we kunnen raadplegen mocht de situatie veranderen en ook is er voor de komende dagen een “total fire ban” van kracht. We blijven alert maar kunnen tot nu toe bijna alles zien en doen wat we gepland hebben !

Verslag 49

Vandaag is Marcel zesendertig jaar geworden en we hebben vanmorgen drie kwartier met hem en Marieke getelefoneerd ook al was het eigenlijk nog geen 2 maart, maar we wisten niet of we op de volgende plek verbinding zouden hebben ! Terwijl in Holland het mooie weer van de laatste dagen voorbij is, starten wij met bijna dertig graden al tijdens het ontbijt. In het plaatsje Geeveston halen we weer boodschappen voor de komende dagen en laten onze gasfles vullen, waarna we naar de zuidelijkste punt van Tasmanië rijden, waar we tegen half twee aankomen.

Er zijn hier vijf kampplaatsen maar overal is het erg druk, het is tenslotte weekend én heet weer, dus iedereen zoekt verkoeling aan zee. Gelukkig vinden wij toch een mooie plek met veel schaduw bij Boltons Green Campground dat hoort bij het Southwest N.P..

We kijken uit op een prachtige baai, Recherche Bay, waar we later ook lange tijd in ronddobberen en zwemmen.

Nadat we afgekoeld zijn en gedoucht hebben is het tijd voor een spelletje en natuurlijk moet er geproost worden op de verjaardag van Marcel.

Tegen de avond maken Wim en ik een strandwandeling, er hangt een vreemde gloed boven het water veroorzaakt door branden, zo’n vijftig kilometer bij ons vandaan, maar hier merk je daar gelukkig verder niets van en geniet iedereen van een prachtig weekend !

Verslag 50

Cockle Creek, het meest zuidelijke plaatsje op Tasmanië, was zo’n twee eeuwen terug een actieve plek waar op walvissen werd gejaagd, er was een bloeiende houtindustrie vertegenwoordigd en ook gingen er veel schepen in de baai voor anker. Tegenwoordig is het vooral in trek bij toeristen om te wandelen, te zwemmen, te vissen en natuurlijk om te kamperen. Er zijn nog diverse herinneringen aan het verleden, zoals het metalen aandrijfwiel van de houtmachine, een standbeeld van een walvis en een oude begraafplaats.

Het is vandaag heel ander weer dan gisteren, de zon laat zich bijna niet zien en de temperatuur zit net boven de twintig graden. We maken een wandeling in de omgeving en zien bij eb duizenden krabbetjes in de kreek.

Verder vermaken we ons met spelletjes en lezen, zwemmen in zee is nu niet aanlokkelijk !

Verslag 51

We hebben vandaag maar vijf kilometer afgelegd ! Het bevalt ons hier, helemaal in het zuiden van Tasmanië, eigenlijk heel goed, maar we stonden in de schaduw, dus toen we net op weg waren weer in noordelijke richting en opeens een prachtig, zonnig plekje pal aan zee zagen (Finns Campground), zijn we meteen weer gestopt. Voorlopig is dit de laatste mooie, zonnige dag en daar willen we volop van profiteren.

Wim zit uren aan zee te vissen waar ik hem langdurig, op de rotsen gezeten, vergezel en ook maak ik samen met Dennis een strandwandeling. Bij Catamaran, een vier huisjes tellend plaatsje aan het water, zien we enkele grote viskoppen met graat, door bootvissers overboord gegooid, en rubberachtig zeewier liggen op het strand, aangespoeld door de grillige stroming.

’s Middags gaat Dennis zelfs nog het water in, al is het lang niet zo warm meer als twee dagen terug.

(De bramen zijn rijp !)

Tegen zessen “facetimen” we met Holland, want onze kleinzoons Stijn en Ruben zijn vandaag (alweer) drie jaar geworden, dus willen we de mannetjes toch wel even “echt” zien, ze herkennen ons meteen en we krijgen kusjes door de telefoon !

Het is net acht uur ’s morgens in Nederland wanneer we ze toezingen voor hun verjaardag, maar we bellen niet lang want de kadootjes moeten nog uitgepakt worden en dat is natuurlijk veel belangrijker !!

 

Tegen de avond verhuizen we de camper zodat we wat meer beschut zitten, inmiddels wordt het vloed en hoor je het ruisen van de golven nog beter, dat wordt weer heerlijk slapen !

Verslag 52

We hebben het gebied bij de Recherche Bay nu echt verlaten en zijn via Dover en Geeveston naar Huonville gereden.

Onderweg stoppen we bij Hastings Caves State Reserve, waar we, waarschijnlijk voor het laatst deze reis, weer een grot bezichtigen: de Newdegate Cave, wederom behorend tot de World Heritage Area.

Nadat we in Dover gepicknickt hebben rijden we langs de steeds smaller wordende Huon River tot aan Huonville, een grotere plaats waar we boodschappen doen. Er hangt een soort waas over het gehele gebied veroorzaakt door de bosbranden die nog steeds niet helemaal geblust zijn en ook nu vliegt er weer een helikopter, met een grote bak water onder zich, voorbij, op weg naar de brandhaard.

Vanaf Huonville rijden we langs de andere kant van de rivier weer zuidwaarts door de Huon Valley naar Cygnet en verder over de kustweg tot aan Gordon waar een kampplaats is aan het water (d’Entreaux Channel), hiervandaan zien we in de verte Bruny Island  liggen, waar we over twee dagen heen gaan.

(Mijn chef-kok maakt een uitgebreide vismaaltijd klaar, wat eten betreft is het perfect deze trip !!)

Voor morgen is er de hele dag regen met harde wind voorspeld dus hebben we gelijk het groene zeil gespannen en onze onderkomens zorgvuldig berekend neergezet, laat het slechte weer maar komen !

Verslag 53

We hebben een stormachtige nacht achter de rug, regelmatig kregen we te maken met rukwinden en flinke regenbuien.

De morgen begint zonnig en Wim heeft zelfs nog een tijdje gevist, maar opeens wordt het weer erg donker en komt er zelfs hagel uit de lucht vallen.

Zon en regen wisselen elkaar af en wij verhuizen met onze stoelen mee.

Maar we staan hier helemaal niet verkeerd bij Gordon Foreshore Reserve: er is een schoon toiletgebouw, we kunnen ons afval kwijt en we hebben een mooi uitzicht. Zolang je uit de wind zit is het goed te houden, al zullen we vanavond wel heel vroeg op bed liggen, aan het begin van de avond (terwijl ik dit schrijf) is het nog maar zeven graden !!

Verslag 54

Vanaf Gordon is het nog vijfendertig kilometer rijden naar Kettering, een havenplaats vanwaar je met de pont naar Bruny Island kunt overvaren.

We kunnen mee met de ferry van half twaalf en een half uur later rijden we op het eiland, eerst over het kleine noordelijke gedeelte, om vervolgens via “the Neck” naar South Bruny Island te gaan.

Iets voor het smalle stuk tussen de twee delen van het eiland stoppen we bij “Bruny Island Oysters”, een oesterfarm waar je kunt zien hoe deze gekweekt en schoongemaakt worden. Natuurlijk nemen we een dozijn van deze schelpdieren mee om later op te eten.(Ik ben de enige die ze echt lekker vind !)

Bij the Neck klimmen we de tweehonderd tweeëntwintig treden op en hebben vandaar een prachtig uitzicht over twee verschillende baaien.

Er zijn maar een paar kampplaatsen op het eiland en wij rijden door tot aan Jetty Beach Camp Area, onderweg nog enkele keren stoppend bij een mooi uitkijkpunt.

Dit keer kijken we vanaf onze plek niet op de baai, maar zoeken we een beschutte plaats, er staat te veel wind.

Wel liggen er een heleboel stammetjes voor het oprapen, er is nog steeds een verbod op het maken van kampvuur (in verband met alle branden), dus laten mensen het hout gewoon achter wanneer ze vertrekken. Wim leeft zich weer uit met de bijl en we hebben daarna een hele zak vol gekloofd hout, nu maar hopen dat we binnenkort weer mogen stoken, dat zou wel fijn zijn met die koude avonden !!

Verslag 55

Hemelsbreed ligt Cockle Creek, het zuidelijkste plaatsje van Tasmanië, vijfentwintig kilometer verwijderd van de plek waar wij overnacht hebben. Moet je het echter met de auto rijden dan is de kortste afstand honderd drieëntachtig kilometer !

Wij zijn vanmorgen eerst naar de één na oudste vuurtoren van Australië (1836) gereden, ook behorend bij South Bruny N.P., vanwaar je een prachtig uitzicht hebt.

Vervolgens zijn we naar Cloudy Bay gegaan, een geliefde plek voor surfers, maar het water ziet er nu niet echt aantrekkelijk uit.

De meest bekende baai van het eiland is echter Adventure Bay, iets ten zuiden van “the Neck”, hiervandaan worden cruises georganiseerd, die zeer in trek zijn. Ook wij hebben deze boottrip twee jaar terug gemaakt, maar toen hadden we stralend weer, nu is het fris en bewolkt.

Dit keer maken we een wandeling (Grass Point) langs de baai en ook nu zien we de snelle, gele boten langs varen.

Ruim na tweeën zijn we terug  bij de auto’s en rijden dan door naar The Neck Campground, zodat we morgenvroeg weer bijtijds met de veerpont terug kunnen naar het vasteland van Tasmanië, we hebben alle wegen van het eiland wel gehad !

Verslag 56

We hebben vanmorgen met miezerig weer Bruny Island verlaten en zijn vervolgens naar Hobart gegaan. Hier is elke zaterdag op Salamanca Place een grote markt met zo’n honderd kramen waar van alles te koop wordt aangeboden. In de zandstenen pakhuizen die je hier ziet ontstonden in de koloniale tijd de eerste bedrijfjes van de stad.

We wandelen langs de haven waar altijd wel enkele mooie boten liggen en rijden daarna via de Tasman Bridge de Derwent River over richting onze volgende overnachtingsplek, Eldee Camp Spot bij de plaats Carlton, waar we tegen vieren aankomen.

Het is echt een leuke, alternatieve gezinskampplaats, met een klein meertje waar kinderen aan het zwemmen zijn. Ook mag je hier kampvuur maken, iets wat de laatste tijd steeds verboden was.

We parkeren onze auto’s bij het water en nadat alles opgebouwd is gaan we eerst alle drie douchen (!), dat hebben we gemist, want in Nationale Parken en bushcamps zijn geen “showers” en voor onze buitendouche was het te koud !

De barbecue gaat aan (ook houtskool was verboden !) en daarna zitten we heerlijk bij een warm kampvuur, al komt er ook nu weer motregen uit de lucht vallen !!

Verslag 57

We hebben vandaag ruim vijf uur doorgebracht bij Port Arthur, een in 1830 gestichte strafkolonie voor recidivisten. Totdat deze in 1877 gesloten werd hebben er ruim twaalf duizend man gezeten in wat algemeen beschouwd werd als het strengste instituut in zijn soort in het Britse Rijk.

Eén van de straffen was opsluiting in de “seperate prison”, een gebouw dat los stond van het hoofdgebouw, waar de gevangenen van alle beelden en geluiden van de buitenwereld werden afgezonderd, in de overtuiging dat dit tot een “morele ommekeer” zou leiden.

(Heel apart was dat we een oudere zanger, die we dit jaar in Tamworth hebben zien optreden en later op de boot naar Tasmanië zagen, nu hier weer tegenkwamen !)

Ontsnapping was bijna onmogelijk, de kaap is verbonden met de rest van het eiland door een landengte van amper negentig meter breed, die bewaakt werd door wachten en een reeks woeste honden en de koude wateren die tegen de basaltklippen slaan zouden vol met haaien zijn. Veel gebouwen zijn inmiddels vernield of tot een ruïne vervallen, anderen zijn gerestaureerd.

De grote, voormalige gevangenis, oorspronkelijk een meelfabriek, bood plaats aan vijf honderd gevangenen.

Ook was er een apart eiland waar jonge jongens, in de leeftijd van negen tot zeventien jaar verbleven (Point Puer Boys’ Prison), ze kregen hier een opleiding, maar moesten natuurlijk ook hard werken.

(Op dit kleine eiland, Island of the Dead”  liggen 1769 gevangenen begraven)

 

Godsdienst was een belangrijk issue en in 1836 was de kerk voltooid, die voor allerlei geloofsrichtingen gebruikt werd.

Behalve gevangenen leefden er ook bewakers, doktoren, geestelijken en de commandant, allemaal met hun gezinnen, die samen een hele gemeenschap vormden. We hebben een boottrip gemaakt, zijn met een gids rondgetrokken en hebben heel wat gebouwen bekeken.

Tegen half vijf verlaten we het complex en rijden door naar Lime Bay Campground, een mooie kampplaats waar we een leuk plekje vinden met uitzicht op een baai.

Er is één minpunt aan deze plaats: enkele groepen jongeren die hier ook overnachten zijn nogal luidruchtig en denken dat ze alleen op de wereld zijn !

Verslag 58

We hebben vandaag (maandag 11 maart) een leuke, gevarieerde dag gehad. Na een ontbijt in de zon bezoeken we eerst de “Coal Mines”, een historische plek waar rond 1840, net als bij Port Arthur, honderden gevangenen tewerkgesteld waren, dit keer in de kolenmijnen.

Ook hier zien we gewone en isolatiecellen, overblijfselen van gebouwen en resten van oude mijningangen.

Vervolgens rijden we naar “Tasmanian Devil Unzoo”, een wildlife centre waar Dennis kan bevestigen dat hij weken terug werkelijk een Tasmaanse Duivel gezien heeft.

Ook kan je hier kangoeroes voeren en zien we een “wild rosella”, een soort parkiet die we gisteren op de kampplaats ook in een boom zagen zitten.

Omdat de meeste dieren ’s nachts actief zijn liggen ze nu lui in de schaduw.

Nadat we bij een baai geluncht hebben gaan we naar de Tasman Blowhole, waar zelfs bij vloed nog geen water uit wil spuiten.

Een klein stukje verderop bevinden zich de Tasman Arch en de Devils Kitchen, bij de laatste zien we een jonge vrouw die niet in de gaten heeft hoe gevaarlijk ze met haar stunt doet !

We nemen een kijkje bij de Eaglehawk Neck, de landengte waar, in de tijd dat er gevangen op het schiereiland woonden, bewakers met honden gestationeerd waren.

Vlakbij is bij eb nog een natuurverschijnsel te zien: Tessellated Pavement, het lijkt net of er hier netjes tegels neergelegd zijn !

Inmiddels wordt het tijd om een kampplaats te zoeken en we komen uit in het Tasman N.P.  bij de Fortescue Bay (Mill Creek Campground), waar net als gisteravond de pademelons, wallabies en possums om ons heen lopen !

Verslag 59

Met koud, herfstachtig weer verlaten we het schiereiland, behorend bij Tasman N.P., slechts door een draaibrug gescheiden van het vasteland van Tasmanië.

We nemen de binnenroute naar Triabunna (hiervandaan vertrekt een passagiersboot naar Maria eiland) via de  Wielangta Forest Drive, een weg vol kuilen en harde stenen door een bos met eeuwen oude bomen.

Vanaf Three Thumbs Lookout hebben we een prachtig uitzicht over de Mercury Passage, het water tussen de kust en Maria Island, waar we morgen naartoe gaan.

Op internet had ik gezien dat er een wasserette moest zijn in Triabunna, maar bij het infocenter waar we de tickets boeken voor de boottocht horen we dat er alleen een “laundry” is bij een motel, waar je gebruik van mag maken. Aangezien dit hard nodig is en we er nu tijd voor hebben gaan we er naartoe. In het kort verteld: er was maar één wasmachine en één kleine droger, die niet al te goed werkte. Wim heeft een waslijn gespannen tussen de auto’s om zo een deel te drogen en ruim vier uur later was alles schoon en droog !

Bij het Spring Bay Hotel, vlakbij de haven, mogen we onze “huisjes” neerzetten en hiervandaan kunnen we binnen vijf minuten bij de boot zijn.

Hopelijk hebben we morgen beter weer als vandaag, we weten wel dat de temperatuur niet boven de zestien graden uitkomt !

Verslag 60

Het ruim honderd vierkante kilometer grote Maria Island was in het verleden een gevangeneneiland (1825-1832) en enkele huizen uit die tijd zijn nog te zien in Darlington, het enige plaatsje op het eiland, dat helemaal Nationaal Park en tevens “World Heritage Site” is. Er leven allerlei soorten “wildlife” zoals de kangoeroe, de wombat en de Tasmaanse duivel zonder natuurlijke vijanden naast elkaar en deze zijn totaal niet schuw.

Wij zijn vanmorgen met de boot van half elf hierheen gevaren en we zijn nog maar net aan wal wanneer we al een wombat zien lopen en natuurlijk hippen er wallabies rond.

Onze eerste wandeltocht is naar de befaamde “Painted Cliffs”, schitterende zandstenen rotsen die je het beste bij laag tij kunt bekijken.

Nadat we hier tientallen foto’s hebben gemaakt lopen we door het bos terug naar Darlington en zien onderweg weer een wombat die heel rustig aan het eten is en zich niets van ons aantrekt.

Nadat we de voormalige strafkolonie bekeken hebben maken we een tweede trip naar de Fossil Cliffs, waar we van grote hoogte  op de prachtige kustlijn kijken.

De fossielen in de rotsen bij zee zeggen ons niet zoveel, maar schijnen miljoenen jaren oud te zijn.

Lopend zien we natuurlijk maar een klein stukje van het eiland, maar het was zeker de moeite waard hierheen te gaan. Je kunt hier overnachten met een tentje of in een accommodatie en ook kan je een fiets huren om Maria Island verder te verkennen, maar het mooiste stukje hebben we gezien én in totaal zagen we vijf wombats.

We nemen de boot van half vier terug en om vier uur zijn we, best wel moe van het vele wandelen, terug bij onze camper. Vanavond wordt er niet gekookt maar halen we “fish and chips” bij een kraampje aan de haven, wat we bij de camper oppeuzelen. Weer hebben we een heel leuke dag gehad !

Verslag 61

Nadat we bij de IGA-supermarkt in Triabunna voor vijf dagen etenswaren hebben gehaald, rijden we vijftig kilometer in noordelijke richting over de smalle Tasman Highway, die gedeeltelijk langs de kust loopt en ons een prachtig uitzicht geeft over de Tasman Zee. Bij Swansea buigen we af naar het oosten en na ruim tien kilometer over de Dolphin Sands Road te hebben gereden komen we uit bij Bagot Point waar de Swan River uitmondt in de Great Oyster Bay. Hier zetten we onze auto’s neer op een prachtige plek pal aan het water met uitzicht op de grillige bergen van Freycinet N.P..

Wim werpt twee hengels uit en Dennis en ik maken een strandwandeling waar we diverse soorten vogels spotten.

Er is één minpuntje aan onze kampplek: we staan precies in de koude oostenwind waardoor we weer het zeil moeten spannen om lekker buiten te kunnen zitten, maar ons uitzicht is schitterend !

(Dit is een “tawny frogmouth”)

Verslag 62

We zijn nog een dag blijven staan aan het water op de prachtige plek, iets wat diverse keren bevestigd wordt door mensen die even langs komen. Het blijkt geen officiële kampplaats te zijn, maar dat vormt verder geen probleem.

De dag begint zonnig en met weinig wind, pas in de loop van de middag komt er meer bewolking en wakkert de wind aan. Bij eb komen er duizenden krabbetjes tevoorschijn en ook laten de pelikanen zich weer even zien.

We lezen, doen enkele spelletjes en Wim heeft constant de hengels in gebruik. Dennis gaat ’s middags zelfs nog even zwemmen.

Tegen de avond gaan de lange broek en de vesten weer aan, iets wat ondertussen standaard is, maar van regen is de laatste dagen gelukkig geen sprake meer !

Verslag 63

Het is vanmorgen helemaal bewolkt en een koude wind slaat onder de luifel, tijd om verder te gaan. Het is de bedoeling nog een keer aan een meer te gaan staan, maar terwijl we landinwaarts rijden wordt het steeds kouder (veertien graden) en bij aankomst blijkt Lake Leake een onaantrekkelijk meer vol dode bomen.

We keren om richting de kust en langzaamaan wordt het weer warmer en komt de zon tevoorschijn. We gaan het Freycinet N.P. in en stoppen bij Friendly Beaches Campground, waar slechts zestien plaatsen beschikbaar zijn. De eerste en enige met uitzicht is gelukkig nog vrij dus daar parkeren we onze auto’s, dit keer kunnen we uit de wind en in de zon zitten.

We maken bij laag tij een mooie wandeling over het strand en genieten verder van het prachtige weer.

De wallabies hier zijn totaal niet schuw en duidelijk gewend aan mensen, je moet ze geen voedsel geven want dan komen ze steeds weer bij je en kunnen dan agressief worden , bovendien moeten ze zelf voor hun eten zorgen, dan blijven ze gezond !

En weer horen we op de achtergrond het mooie geluid van de bulderende golven !

Verslag 64

Vandaag hebben we het schiereiland Freycinet, vernoemd naar een Franse ontdekkingsreiziger, verder verkend. We zijn begonnen met de populaire wandeling naar Wineglass Bay, een korte, maar steile klim over de bergen en zo genoemd vanwege de vorm van de baai.

Een uur later zijn we terug en gaan verder naar de dichtbij gelegen Honeymoon Bay, een prachtige plek waar je helaas alleen met een tent kunt kamperen.

Vervolgens rijden we naar Cape Tourville vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de zee en het Nationale Park.

Na nog een stop bij Sleepy Bay gaan we op zoek naar een kampplaats, River en Rocks Campground moet zo mooi zijn, maar wij hebben het er snel bekeken: je hebt geen uitzicht en staat in mul, zwart zand, wegwezen dus. We raadplegen WikiCamps weer en komen uit bij Moulting Lagoon Game Reserve, waar we uitkijken op een mooi, ondiep binnenmeer.

Weer laat de zon zien hoeveel kracht hij nog heeft en we bouwen zelfs een extra zonneluifel op.

Na een prachtige zonsondergang koelt het langzaam af, maar ook hier mogen we geen kampvuur maken, bij elke overnachtingsplek staat een duidelijk bord met NO FIRES !!

Verslag 65

Nadat we het Freycinet schiereiland verlaten hebben gaan we eerst naar Bicheno, een vakantiedorpje aan een beschutte baai, waar elke avond pinguïns aan land komen en  in de winter walvissen te spotten zijn.

Er is een “blowhole”, waar het zeewater bij vloed enkele meters opspuit en op een afstand zien we enkele zeehonden lui op een rots liggen.

(Dit zou ook Noorwegen kunnen zijn !)

We rijden verder langs de oostkust in noordelijke richting en bekijken onderweg enkele kampplaatsen aan zee. Helaas is het vandaag helemaal bewolkt met een oostenwind dus zoeken we dit keer een plek een stukje landinwaarts. Na een rit over een vrij slechte, onverharde weg komen we begin van de middag aan bij Scamander Forest Reserve, waar we pal aan de Scamander rivier gaan staan.

Er is verder helemaal niemand te bekennen op deze leuke kampplaats waar je kunt vissen, zwemmen, met je boot het water in kan en normaal gesproken een kampvuur mag maken. Wim heeft het hier in ieder geval goed naar z’n zin en vangt zes vissen (bream).

’s Avonds genieten we van de stilte: geen verkeer, geen andere kampeerders, zelfs geen wind en boven ons een heldere hemel vol sterren !

……..en zoals gewoonlijk spot Dennis ’s avonds, met z’n zaklamp, weer “wildlife”!

Verslag 66

We hebben vanmorgen rustig aan gedaan en wanneer we tegen elven vertrekken begint het net te regenen. De TomTom staat nog steeds op “kortste route” en brengt ons via allerlei slechte, bochtige, natte en heuvelachtige wegen naar St. Helens.

Daar zijn we lange tijd bezig met boodschappen inslaan en zoeken er vervolgens een picknickplaats met overkapping om te lunchen. Het heeft geen zin nu een mooie plek aan zee op te zoeken, want het regent maar door. We zetten onze auto’s op een beschutte plaats bij Moulting Bay Camping Area en bouwen het grote grijze zeil op om droog te kunnen zitten. De rest van de dag vermaken we ons met spelletjes, morgen krijgen we (hopelijk) beter weer !

Verslag 67

Het heeft de hele nacht door gemotregend en ook vanmorgen bleef het doormiezeren, alles is vochtig en vies. Tegen elven lijkt het iets droger en ruimen we alles kletsnat op. We rijden slechts een klein stukje noordwaarts naar Bay of Fires Conservation Area (zo genoemd vanwege de oranje kleurige rotsen), waar vijf populaire kampplaatsen op een rij liggen.

We bekijken ze allemaal en hebben slechts één mooie, onbezette  plek met uitzicht op zee gevonden (bij Swimcart Beach Campground) en daar parkeren we onze auto’s.

Het is nog steeds druk met vakantiegangers op Tasmanië, ook al is het bijna herfst.  Inmiddels is het droog en ziet het er naar uit dat dit zo blijft. We hangen het grote zeil over een paar struiken om te drogen en houden grote schoonmaak in zowel de camper als de grote laadbak (onze schuur !), waarna we pas tijd hebben om van het uitzicht te genieten.

Wim gaat vissen en ik maak een strandwandeling, al is het zand niet bepaald lekker om over te lopen.

Maar …… we staan weer aan zee, horen en zien de rollende golven én het is droog en zonnig !

Verslag 68

Wim is vanmorgen nog een tijdje wezen vissen maar weer heeft hij totaal geen beet.

Ik had gisteren op WikiCamps een mooie spot (ook behorend bij de Bay of Fires) gezien, hemelsbreed twintig kilometer noordelijk en daar komen we, na veertig kilometer rijden, tegen twaalven aan.

Weer hebben we geluk dat er nog één plek aan het water op de vrij kleine kampplaats beschikbaar is, dit keer kijken we uit over de lagune van de Ansons Bay.

Hier, bij Policeman’s Point, staat Wim uren bij de inlet en vangt vijf mooie vissen, die later de koelkast ingaan.

Een tijd lang hebben we prachtig weer maar in de loop van de middag komt de bewolking weer opzetten.

(Er stond nog een Hollands stel op de kampplaats, die ook langere tijd in Tasmanië is, waar we heel wat ervaringen mee uitgewisseld hebben.) Er moet hier veel “wildlife” zijn, dus misschien spotten we straks nog wat.

Zo wie zo hebben we een prachtig uitzicht: de volle maan die op het water schijnt !

Verslag 69

We zijn vandaag met een grote omweg naar Mount William N.P. gereden:  in plaats van verder naar het noorden te rijden zijn wij in zuidelijke richting gegaan terug naar de plaats St. Helens. We hadden namelijk niet veel water meer, het beddengoed moest nodig gewassen worden (wat ik vorige week bij het motel in Triabunna niet meer aandurfde !) en we hadden niet meer genoeg te eten voor de resterende vier dagen in Tasmanië ! Tegen twaalven hebben we alle problemen opgelost en verlaten we St. Helens via de Tasman Highway, waar we even later een afslag nemen naar de St. Colomba Falls.

Opeens wandelen we weer door de rainforest vol varens en bemoste bomen, het land blijft je verrassen !

Nadat we over de slingerende Weldborough Pass zijn gereden gaan we richting Gladstone, waar de asfaltweg weer over gaat in onverhard. Eenmaal in het Mount William Nationale Park zien we meteen wildlife: emoes, kangoeroes en tamme wallabies, de laatste komen zo naar je toe en zijn totaal niet schuw.

Het park kent meerdere kampplaatsen en dit keer zijn ze allemaal onbezet, we hebben de plekjes voor het kiezen. We komen uit bij Stumpys Bay Campground nr. 3 en zetten onze camper neer op exact dezelfde plek als twee jaar terug ! Inmiddels is het al vijf uur maar de zon schijnt nog volop (terwijl we onderweg regen hebben gehad !), dus gaan we meteen  naar het strand. Dennis neemt z’n surfboard mee de zee in en Wim gooit z’n hengels weer uit. Ik vermaak me met mijn fototoestel, de omgeving is zo mooi !

Langzaamaan wordt het vloed en worden we ingesloten door het water.

Pas na zevenen keren we terug naar onze kampplaats waar we tegen de schemering omringd worden door kookaburra’s, possums en wallabies, wat is de natuur toch mooi !

Verslag 70

Het is vandaag iets minder warm dan gisteren, zo’n twintig graden, ideaal weer om wat klusjes te doen. Wim en Dennis beginnen vast een stuk van de auto schoon te maken en in de was te zetten, iets wat ieder jaar moet gebeuren, zeker wanneer deze maanden lang in weer en wind buiten staan.

Ook de binnenkant van onze auto krijgt een beurt. Tevens was het weer tijd om met de tondeuse de haren van de mannen te kortwieken, maar er worden ook spelletjes gedaan, gelezen en Wim gaat nog een tijdje vissen.

Het was trouwens maar goed dat Dennis niet is gaan zwemmen, er lagen allemaal aangespoelde blauwe kwalletjes op het strand !

De wallabies komen steeds dichterbij, wij zijn op hun terrein en ze zijn duidelijk niet schuw, maar we geven ze niks te eten al proberen ze wel de afvalzak open te maken met hun scherpe klauwtjes.

(Wel laten we onze pan leeglikken, scheelt in de afwas !?!)

Nog steeds staan we als enigen op het kampeerterrein, lekker rustig: geen generatoren of menselijke geluiden, we horen alleen de vogels fluiten en het geruis van de golven !

Verslag 71

We zijn bezig met de laatste dagen in Tasmanië, dinsdagavond (26 maart) varen we weer over naar het vasteland  van Australië. We bevinden ons de afgelopen week in de noordoost hoek van het eiland en na twee dagen Mount William N.P. verhuizen we nu, via Gladstone, naar Waterhouse Conservation Area. Gladstone is zo’n kleine centraal gelegen plaats waar we ons afval kwijt kunnen, water en gas bijtanken en onze mails verzenden. Ook krijgen we weer foto’s van onze kleinkinderen binnen, nog een paar weken dan  kunnen we weer met ze stoeien en knuffelen !

Na een rit van ruim een uur zien we ineens het eilandje Waterhouse liggen en aan de kust zijn diverse kampplaatsen.

Wij rijden naar Mathers Camping Area waar net een caravan wegrijdt van een prachtige plek met uitzicht op zee, dus daar parkeren wij even later onze auto’s.

We kijken uit op een beschutte baai, waar helaas wel een heleboel zeewier ligt.

Na een wandeling over het strand gaat Dennis het water in, wij houden het bij “pootje baden” , de rest van de dag genieten we van het prachtige, zonnige weer.

Zoals gewoonlijk spot Dennis weer allerlei “wildlife” zodra het donker wordt !

Verslag 72

We lagen gisteravond nog niet lang op bed toen het ineens begon te stormen en dit is de hele nacht doorgegaan. Elke keer kwamen er harde windstoten en regelmatig regende het, het heeft zelfs nog even  geonweerd, we hebben dan ook erg onrustig geslapen. Vanmorgen was alles bedekt met een laag zand en tijdens het ontbijt knarste het eten tussen de tanden !

We rijden ruim anderhalf honderd kilometer in de richting van Devonport zodat we morgen geen grote afstand meer af hoeven te leggen naar de boot. Onderweg wisselen regen en zon elkaar af, maar het blijft koud, zo’n twaalf graden, een heel verschil met gisteren. Tegen tweeën komen we aan bij Narawntapu N.P. waar we bij Bakers Point Campground aan het water gaan staan, wel zoveel mogelijk uit de wind.

Ook hier krijgen we zon én regen en zelfs een hagelbui.

De pademelons en wallabies zijn overal aanwezig en hippen vrolijk tussen de auto’s door.

Wim gaat nog even vissen maar in die koude, harde wind (windkracht zes) is dat niet zo prettig.

Hopelijk hebben we morgen beter weer tijdens de overtocht !

Verslag 73

We zijn gisteren tot vier uur op de kampplaats bij Bakers Point blijven staan, het was wel zonnig maar nog steeds staat er een harde, koude wind.

Daarna rijden we het laatste stuk naar Devonpoort waar we tegen vijven aankomen. We gaan Tasmanië weer verlaten, maar wat hebben we genoten van het afwisselende landschap, de vele watervallen en meren, maar ook van de kust en de eilanden. Dat het soms koud of nat was, nemen we op de koop toe, je moet het vergelijken met Noorwegen: daar ga je ook naartoe voor de natuur en niet voor het mooie weer. Waarschijnlijk komen we hier niet meer terug, maar zeg nooit: nooit !!

Gisteravond hadden we weer alle drie polsbandjes omgedaan tegen zeeziekte en ook Primatour geslikt, je word er een beetje slaperig van, maar geen van drieën hebben we last gehad van enige misselijkheid, ook al ging de boot aardig heen en weer.

(Er gaat van alles mee aan boord, zelfs een pantservoertuig !)

Vanmorgen tegen half zeven kwamen we aan in de haven van Melbourne en nadat we, in het donker, door het centrum van de stad rijden, verlaten we, met de opkomende zon, zo snel mogelijk het drukke gebied in noordwestelijke richting. Bij een winkelcentrum doen we uitgebreid boodschappen en kopen ook twee nieuwe stoelen, die van ons waren zo doorgezakt dat je er pijn van in de rug kreeg ! Onze volgende stop is bij Organ Pipes N.P. waar we een “ochtendwandeling”  maken naar twintig meter hoge basaltpilaren die een miljoen jaar geleden zijn ontstaan uit lavastromen.

Tijdens een prachtige rit door het gebied van Mount Macedon komen we langs de  “Hanging Rock”, die ook weer bestaat uit gestolde lava.

Het wordt tijd om een kampplaats te zoeken, we hebben maar een korte en onrustige nacht gehad en tegen enen komen we uit bij Warburton Bridge Reserve, waar net een hele groep kinderen van een lagere school kamp hebben !

Toch parkeren we hier onze auto’s bij een droge rivierbedding en bekijken de drukte van een afstand.

Sinds lange tijd mogen we hier eindelijk weer een kampvuur maken !! We beginnen met een barbecue en daarna volgt een heerlijk warm vuur, want ook op het vasteland van Australië koelt het ’s avonds flink af, het is tenslotte al herfst !!

Verslag 74

Toen we vanmorgen wakker werden was het maar drie graden, maar al snel kwam de zon zijn werk doen en bij het ontbijt kon de korte broek al aan. We rijden via de voormalige goudstadjes Castlemaine en Bendigo richting Echuca, een havenplaats aan de Murray River die we vorig jaar met Dennis uitgebreid bekeken hebben. Dit keer gaan we westelijk van de plaats verder met het verkennen van de Murray, de breedste rivier van Australië.

Na een lunchpauze in Elmore komen we tegen half vier bij de Murray aan, maar we bekijken heel wat plekjes, via slechte onverharde wegen, voor we uiteindelijk stoppen bij Wills Bend behorend bij de Wharparilla Forest.

Hier kunnen we zwemmen, vissen en in de schaduw zitten, wat wel lekker is bij de dertig graden, die het inmiddels geworden is !  Dennis zet zijn auto een eindje bij ons vandaan, volgens hem omdat het daar vlakker is en hij daar niet onder takken van bomen staat die af kunnen breken, maar ik denk dat hij ons gesnurk zat is !!

Om acht uur is het helemaal donker, maar nog bijna twintig graden, toch weet ik zeker dat straks het kampvuur weer aangaat !!

Verslag 75

Dennis heeft gisteravond een, voor ons, onbekend dier gespot: hij lijkt op een possum maar heeft een lange dunne staart.

Ook vandaag hebben we weer prachtig weer, wel staat er een harde (dit keer géén koude) wind, maar onze camper staat redelijk beschut. Het water van de Murray is vrij schoon, alleen wat zanderig, Wim gaat erin vissen (en vangt er vier), Dennis zwemt erin en ik gebruik het om de gordijntjes van de camper te wassen, die in no-time weer droog zijn.

’s Middags legt er een grote platte boot (houseboat) aan vlakbij onze plek.

We raken aan de praat met één van de opvarenden en worden later uitgenodigd hun “huis” van binnen te bekijken. Deze boot is geschikt voor twaalf personen, heeft zes slaapkamers, drie badkamers, een “hottub”, diverse televisies, grote koelkasten, een wasmachine en zo kan ik nog wel even doorgaan, wat een luxe ! Ze hebben hem voor een week gehuurd en dit schijnt vrij prijzig te zijn (ruim twee duizend euro) !

Tegen de avond begint het te stormen, de lucht ziet helemaal geel van het zand en het stof.

Alle ramen worden afgesloten en het groene zeil wordt weer opgebouwd, dit keer om ervoor te zorgen dat we geen zand in onze maaltijd krijgen. Ook is er nu natuurlijk een verhoogd risico dat er takken van de bomen vallen, iets wat zomaar kan gebeuren bij de oude gumtrees die hier staan ! Gisteren bij aankomst hebben we goed opgelet waar we onze auto’s neerzetten, maar  …… you never know !

Verslag 76

Na een stormachtige avond zijn onze auto’s gelukkig nog onbeschadigd (er zijn geen takken op gevallen), de wind komt nu echter uit zuidelijke richting en is ineens veel kouder, vanmorgen is het nog maar vijf graden en eigenlijk heb je geen zin om het bed uit te gaan. Aan de Murray blijven staan heeft geen nut en we besluiten om naar Swan Hill te rijden, een rit van honderd en vijftig kilometer, waar we tegen enen aankomen. Hier bevindt zich het Pioneer Settlement Museum, een reconstructie van een rivierdorp uit het Murray-gebied rond de negentiende eeuw.

We bekijken de oude winkeltjes, maken een praatje met de hoefsmid en gaan een uurtje aan boord van de raderboot Pyap.

Ook maken we een ritje in een oldtimer en in een paardenkoets, …. er is van alles te zien hier!

Na sluitingstijd verlaten we het park en rijden weer richting de murray waar we tegen vijven een leuk, beschut plekje vinden bij Pental island.

Wim sprokkelt een partij hout bij elkaar en met de voorraad die we nog hebben kunnen we vanavond een flink vuur maken !!

Verslag 77

Zo’n vijftien kilometer van Swan Hill en dezelfde afstand verwijderd van onze overnachtingsplek aan de Murray River bevindt zich de plaats Lake Boga gelegen aan het gelijknamige meer. Deze plek heeft in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld: honderden watervliegtuigen, die dienst deden tijdens de oorlog, werden hier onderhouden of gerestaureerd (No. 1 RAAF ((Royal Australian Air Force)) Flying Boat Repair Depot).

Ze konden hier in het ronde, drie kilometer brede meer goed landen en de plaats was ver genoeg verwijderd van het oorlogsgeweld. Wel duizend man (en vrouwen !) waren hier constant bezig de “flying boats” te herstellen waarna ze terug vlogen naar het noorden.

Er waren zelfs aparte hallen voor Amerikaanse en Nederlandse watervliegtuigen. Tegenwoordig is de voormalige ondergrondse communicatie bunker ingericht als museum en ook kun je in een grote hal allerlei oorlogsmateriaal bekijken, waaronder de Catalina Flying Boat A24-30.

Er draait een twintig minuten durende zeer interessante film, die we zelfs twee keer bekeken hebben.

We brengen hier enkele uren door en rijden dan terug naar de Murray waar we uiteindelijk slechts tien kilometer verwijderd van onze vorige plek uitkomen. In tegenstelling tot de andere plaats kan hier echter gevist en gezwommen worden, al zal Dennis met dit weer (de temperatuur blijft onder de twintig graden) het water niet ingaan. Wel wordt er weer volop hout gezocht en gehakt zodat we er vanavond warm bijzitten !

Verslag 78

We zijn nog een dag op het plekje blijven staan en hebben erg lui gedaan (gelezen, gevist en natuurlijk spelletjes gespeeld !), ook zijn we geen mens tegen gekomen.

Wel spotten we, sinds lange tijd, een guanna (leguaan), die de boom inklimt en natuurlijk zijn er ’s avonds possums die de omgeving komen verkennen.

Hier in de buurt van de Murray wordt land onder water gezet en daar maken de vogels dankbaar gebruik van.

We rijden vanmorgen eerst naar de plaats Barham, aan de andere kant van de rivier en daardoor horend bij de staat New South Wales.

(Bij een supermarkt maken enkele locals muziek om hiermee geld in te zamelen voor de Flying Doctors !)

Nadat we hier onze voorraden aangevuld hebben gaan we weer naar de “Victoria kant” van de Murray, op zoek naar een volgende plaats.

Dit valt nog niet mee: we zijn nogal veeleisend geworden, wat plekjes betreft, dus we rijden tientallen kilometers over slechte wegen tot we tegen vieren een redelijke plek hebben gevonden (Gandeans Bend, in de buurt van Cohuna). Er kan gevist en gezwommen worden, het is vlak, half zonnig en rustig.

Onderweg zagen we twee keer enkele emoes wegrennen en ook zien we weer grote kangoeroes hippen.

Tegen de avond gaat de barbecue aan waarna deze gevuld wordt met hout voor een kampvuur !

Verslag 79

We zijn vanmorgen toch weer verder gereden over de River Track, de weg die honderden kilometers langs de Murray loopt en lange tijd door het Gunbower N.P. gaat.

Onderweg zien we weer enkele emoes en kangoeroes, maar echt mooie plekjes om te gaan staan, ho maar !

Tussen de middag stoppen we bij Masters Landing, waar nog een oude hut uit 1860 staat.

En dan ineens zien we een prachtige plek in de buurt van Torrumbarry Weir: het water staat hier veel hoger, alles is groener en er is zelfs een steigertje, ook zien we hier allerlei vogels.

Behalve genieten van de mooie omgeving gaan we ook nog aan de slag: er wordt weer een stuk auto/camper schoongemaakt en in de was gezet, en dat bij achtentwintig graden Celsius !

Tegen de avond worden ineens de vissen actief en Wim vangt een grote karper, die hij later weer terug zet in de rivier. Natuurlijk ligt er ook weer een stapel hout klaar voor een kampvuur !

Verslag 80

We werden vanmorgen al vroeg gewekt door een groep krijsende kaketoes, een vogelsoort dat veel voorkomt aan de Murray River. Deze rivier, met een lengte van bijna negentien honderd kilometer, strekt zich uit van de Victorian Alps tot aan de kust van South Australia, de Coorong. Wij beperken ons dit keer tot het stuk tussen Echuca en Swan Hill, een afstand van honderd en vijftig kilometer met de auto, maar voor de Murray, met z’n vele bochten, kun je het dubbele tellen. Het bevalt ons prima op het plekje (Gona Bend): Wim vangt vanmorgen meteen weer een kanjer, er zijn allerlei soorten vogels te spotten en zelfs een grote kangoeroe komt even kijken.

Bijna de hele dag is het bewolkt, prima weer om het laatste stuk van de auto en camper in de was te zetten, zodat we de auto’s over enkele dagen alleen nog maar af hoeven te spuiten.

(Wim verbrandt het afval !)

We hebben genoeg water, hout, eten en drank in voorraad en morgen wordt het ruim dertig graden, dus hebben we besloten om nog een dagje hier te blijven staan !

Verslag 81

Het was gisteren inderdaad lekker warm weer maar ook staat er een harde noordenwind die ervoor zorgt dat er heel wat zand en stof opwaait. We draaien de camper een slag om uit de wind te kunnen zitten maar zelfs dan ligt er nog zand op tafel, niet echt lekker dus !

(Deze kookaburra wil een door Wim gevangen visje opeten !)

Er wordt weer gelezen, gevist, gezwommen en spelletjes gedaan en, ondanks de harde wind, volgt er ook weer een kampvuur.

Vanmorgen is de wind helemaal gaan liggen en zitten we heerlijk in de zon te ontbijten, genietend van het leuke plekje. Helaas moeten we verder, ons drinkwater is helemaal op ! In het gehucht Torrumbarry kunnen we, voor het eerst tegen betaling (ze moeten het water ook kopen in grote tanks !) onze jerrycans weer vullen en tegelijk brandstof tanken en onze vuilnis lozen. Daarna gaan we op zoek naar een nieuwe plaats voor de laatste twee dagen aan de Murray. We rijden lange tijd langs de rivier, door diepe kuilen en onder lage boomtakken door en regelmatig stoppen we bij een plekje, maar elke keer is er wel iets wat ons niet zint: je kunt het water niet in, het uitzicht is niet mooi of er ligt allerlei troep, achtergelaten door vorige kampeerders.

Uiteindelijk keren we om en gaan terug naar ons “ouwe stekkie” (coördinaten 35o56’59 S 144o28’18 E) wat gelukkig nog niet bezet is door nieuwe bewoners, het is namelijk vakantietijd en tamelijk druk . Alle drie vinden we het prima om terug te zijn en hier nog twee dagen te blijven staan ………en weer wordt er gelezen, gevist, gezwommen …………..

Verslag 82

Van zaterdag (6 april) op zondag is hier de wintertijd ingegaan, zodat we nu nog acht uur verschil hebben met Holland (waar vorige week de zomertijd is begonnen !). Gisteren hebben we de hele dag nog prachtig weer gehad, maar vanmorgen is het bewolkt zodat we het niet erg vinden de Murray te verlaten.

We rijden zo’n honderd en vijftig kilometer in zuidelijke richting en komen begin van de middag uit bij de plaats Kyneton, waar we voor de laatste keer boodschappen doen en vervolgens het stof van de laatste dagen eraf spuiten bij een “car wash”, ook wordt de binnenkant van de Nissan helemaal schoon gezogen.

We parkeren onze auto’s bij “Kyneton Mineral Springs”, een leuke parkeerplaats aan de rand van het dorp waar we in het zonnetje de net gekochte garnalen opeten.

Helaas is het mooie weer maar van korte duur en sinds lange tijd bouwen we het groene zeil weer op tegen de wind en de regen. Ook gaat later de lange broek weer aan en een dubbel vest, het wordt tijd dat we naar huis gaan, in Nederland is het vandaag twintig graden !!

Laatste verslag 83

Zo’n vijf minuten rijden vanaf onze overnachtingsplaats is een wasserette dus daar gaan we vanmorgen eerst naartoe. Alle spullen die hier blijven moeten gewassen worden: de slaapzakken, het beddengoed en de handdoeken, onze kleding neem ik vuil mee naar huis ! Daarna rijden we door naar Treetops Camp in Riddells Creek, waar we vorig jaar ook onze laatste nacht doorgebracht hebben. Deze kampplaats ligt vlakbij Clarkefield, daar stallen we onze auto’s tot we volgend jaar weer terugkomen voor een volgende reis. Voor het laatst dit jaar zien we kangoeroes en kookaburra’s die hier volop aanwezig zijn.

Het is weer tijd om de koffers te vullen, de laatste kastjes schoon te maken en een heerlijke douche te nemen.

(Ook de schoenen krijgen een beurt !)

Helaas is het vrij fris en ook valt er af en toe wat regen.

De vorige keer (precies een jaar geleden !) was het ’s nachts nog twintig graden en nu is het om acht uur al afgekoeld naar vijf graden !! Omdat we, voor het eerst deze trip, stroom hebben zetten we de kachel aan in de camper en eten binnen ! (Nog nooit eerder hebben we de verwarming gebruikt in ons huisje !!)

De trip zit er weer op, morgen vliegen we richting huis waar we donderdagmorgen (11 april) tegen zevenen hopen aan te komen. We hebben een heel relaxte reis gehad en dit keer “slechts” acht en een half duizend kilometer afgelegd. Het is heel heet geweest (in Tamworth, maar ook op Tasmanië) en ook heel koud (zelfs aankomende nacht !). Ondanks de vele bosbranden hebben we toch zo’n dertig keer een kampvuur gemaakt. En wat hebben we weer veel mooie (gratis) overnachtingsplekjes gehad, meestal aan het water ! Sommige plaatsen hadden we eerder gezien, maar we hebben ook veel nieuwe plekjes ontdekt. Ook hebben we veel “wildlife” gezien, vooral Dennis was hier erg fanatiek in. Mijn twee koks hebben om de beurt heerlijk gekookt en deden niet voor elkaar onder. Dit keer hebben we gelukkig geen garage nodig gehad (dat gebeurt niet vaak !!). Onze reisvriend Cas heeft thuis onze trip helemaal bijgehouden en op kaart gezet

(bedankt Cas ! ), we hebben maar een heel klein stukje van Australië bekeken deze reis !

Hier wordt het kouder en in Nederland begint het voorjaar …… tijd om terug te gaan naar familie, vrienden en natuurlijk onze kleinkinderen !!